Daarna;I~1 k:m de venJclligcmle p:lnij cen score behalen door de bal over de middellijn weg Ie koppen uil cen voonct van de aanvollende partij. Coach op he! lechnisch c,q. taklische gedeelte.
~LOT: Partijspel 5:5 met 2 keepers. Vrij spel. waarbij het koppend scoren dubbel beloond wordizOOat er dan loch veel -voorzetten komen. zOOat het verdedigende koppen vee! aan bod komL Kontroleer helgeen wat in de kern getraind is.
Y
BEGINS1TUATIE:
C-junioren (12-14 jaar).
LEERSTOFSCHEMA: 2:2 in 2 villen.
DOEL(EN): Hel verbeteren van het
aanbieden van de spitsen ten opzichte van
het gedrag v~de opbouwende
verdedigers c.q. middenvelders.
PROBLEErvlSTELLlNG:
De spitsen bieden zich op de verkeerde
momenten aan; of te vroeg of te laal. Dit
alles in relatie tot de ovenge spelers.
WARMING·UP: In 2 vakken (zonder
keepers) wordl 2:2 gespeeld. Indien men
de bal vanuit het ene yak naar een
-nedespekr in het andere vak kan spelen is
dat I punt.
Aktiveren/stimuleren/begeleidend coachen
• an de medespelers in het andere vak. om aldus aanspeelbaar te worden.
KERN: In 2 vak.ken wordt 2:2 gespeeld. '\3 het aanspelen door de keeper probeert ~;et 2·lal de bal naar hun 2 medespelers in
~.y .:':~
:n
".0
i Xo I I
2S~
1
0;<
&bI'SM
30m
10m
10
xo
X,
.,
o~O 'X
/ ,X
0
0 '/.
0
X
IOC.
SLOT: Kontrole op helgene wat in de kern is aangeleerd. Let dus met name op het gedrag van de spitsen bij balbez.it (opbouw) van deverdedigers en de middenvelders. VORM: 6:6 met2 keepers. Vlij spel. Kies voor een relatief lang veld. zOOat er ruimte gemaakt kan worden door de spitsen alvorens men om de bal vraag.
O
15",
hel onderc vak Ie spclcn. Deze probercn dan Ie ~corcn. Dc andere ploeg probcert helzclfde .Ie dO¢n. VARIANT:'lndic'n de spitscn z.ich nog Ie dicht op de bal aanbieden kun je I.e lalen starten vonaf de achlerlijn in hun vak. Hel kreeccn van ruimten en als de bal speelklaar is zich aanbieden naar de bal
KERN: Per 3·tal wordt er gewerkl 2 spelers proberen,door mid del van een boogpass over een verdediger been elka.ac Ie bereiken. Indien de verdediger de bal verovert (bal aannemen) dan wisselt hij mel de man die de bal veI:keerc;l passle. Moeilijkheidsgraad kan opgevoerd worden door de. speier in het midden alskeeper te laten fungeren of door de afstand te vergroten. Den!< met name aan de technische uitwerking. Werk. met individuele korrekties en met groepskorreklies. Maak er wedstrijdvormen van.
o ""
10
X
BEGINSITUATIE:
D-pupillen (10·12 jaar).
LEERSTOFrHEMA: 2: I boogpass.
DOEL(EN~: Hel verbeteren vanhet
ultvoeren van de boogpass (technisch).
PROBlEEMstELLING: Bij het passen
van de bal over grolere afstand door de
luch!. verliest men de bal veelvuldig door
een sJechte lechnische uitvocring van de
boogpass.
WARM ING-U P: Technische. uitvoering
van de boogpass. Partijspel 6:6 met 5
veidspelers en I veldspeler of keeper inhet
eindvak. Men kan scoren door middel van
een boogpass die door de medespeler in
het eindv:tk word'1 aangenomen (of door de
keeper wordt'gevangen). Speeltmen Ie
dicht op de achlerlijn dan zou men als
~l!emalid een neulrale zone tussen het
veld en het eindvak kunnen plaatsen.
StOT: Partijspel 6:6. Vrij spel. Benadrukken/coachen op de boogpass. Indien er gescoord wordt uit een boogpass (kopba!. volley) dan extra score. 50m X
40...
~
0 y:
";/...
Xo ><'0
.0
0/
>C