Maritiem & offshore

Page 1


MARITIEM & OFFSHORE

Maritiem- en offshore materieel krijgt een tweede leven

In de maritieme sector groeit de interesse in hergebruik van specialistische machines. Deze trend sluit aan bij de circulaire economie, waarbij materialen en producten zo lang mogelijk in gebruik blijven. Door materieel een tweede leven te geven, dragen bedrijven bij aan een meer duurzame toekomst waarin waardevolle assets optimaal worden benut.

Het grootste veilinghuis ter wereld, Ritchie Bros., staat vooral bekend om expertise in bouwmaterieel.

Maar veel van de verhandelde machines zoals kranen, hijs- en transportmaterieel en generatoren vinden ook hun weg naar de maritieme sector, offshore en logistiek. Als wereldwijde marktplaats met activiteiten in meer dan 170 landen helpt het bedrijf verkopers om de wereldwijde vraag naar hun bedrijfsmiddelen te ontsluiten. “Het gaat er uiteindelijk om dat bedrijven die nieuwe machines kopen, ook nadenken over het veilen van hun oude materieel”, zegt Ghislaine Duijmelings, general manager EMEA en APAC regio’s van Ritchie Bros. “Het is een transparante en goede manier om wereldwijd zaken te doen. Het levert opdrachtgevers een mooie opbrengst op. En kopers krijgen toegang tot machines die vaak nog prima tien of vijftien jaar meegaan.”

Havens en gespecialiseerde machines

De veilinglocatie in Moerdijk functioneert als een centraal punt waar ingebrachte machines verzameld en vervolgens geveild worden. Meer dan de helft van deze machines vindt een nieuwe bestemming buiten Nederland. “We hebben opdrachtgevers die machines inbrengen en kopers die op zoek zijn naar specifiek materieel, legt Duijmelings uit. Het bedrijf biedt een uniek ‘unreserved’ veilingsysteem, zonder minimumprijs, wat zorgt voor een dynamische marktwerking. Specifiek voor havens verkoopt Ritchie Bros. verschillende soorten materieel

en machines. Onder de populairste categorieën vallen verschillende soorten kranen: STS-kranen (Ship to Shore), mobiele havenkranen voor stukgoedlading, en rubber-tired gantry cranes (RTG’s) voor het verplaatsen van containers. Daarnaast is er veel vraag naar transportuitrusting zoals straddle carriers voor interne containerverplaatsing in terminals, reach stackers voor kleinere terminals, en terminal tractors voor korte afstanden.

Duijmelings, General manager EMEA en APAC regio’s, Ritchie Bros.

machines en schepen met een lagere uitstoot, vooral in regio’s met strengere milieuvoorschriften”, aldus Duijmelings. Dit leidt tot een interessante dynamiek waarbij bedrijven die upgraden naar duurzamere oplossingen hun oudere activa verkopen.

doorontwikkeld, met geavanceerde zoek- en filteropties, waardoor kopers eenvoudig het juiste materieel kunnen vinden. Ook de digitale presentatie van maritieme activa wordt steeds geavanceerder, met betere afbeeldingen, video’s en beschrijvingen die zorgen voor meer transparantie in het online veilingproces.

“Transparantie is essentieel bij online veilingen”, benadrukt Duijmelings. “Het moet allemaal kloppen. Als er iets kapot is, moet dat duidelijk zijn voor potentiële kopers.” Deze focus op eerlijke informatievoorziening heeft het vertrouwen in het platform vergroot.

Gebruikte maritieme machines zijn wereldwijd gewild

“We zien interesse vanuit regio’s zoal Afrika en APAC in gebruikt materieel die in havens en bij off-shorebedrijven worden gebruikt”, vertelt Duijmelings. “Deze landen hebben vaak budgettaire beperkingen en dan hebben tweedehands opties toch vaak de voorkeur.” Een interessante trend is de opkomst van geautomatiseerde versies van deze machines. Ook stapelaars, gebruikt voor het laden en lossen van bulkmaterialen zoals kolen of erts, vormen een nichesegment binnen het aanbod.

De impact van energietransitie

De energietransitie heeft een directe impact op de markt voor gebruikte maritieme machines. “Er is zeker een groeiende interesse in nieuwere, zuinigere

Niet alle kopers kunnen of willen investeren in nieuwe, emissiearme machines, vaak door kosten of gebrek aan infrastructuur. Dit houdt de vraag naar gebruikte, traditionele machines in stand, voornamelijk in opkomende markten of regio’s waar regelgeving minder streng is. Het internationale karakter van het veilingplatform speelt hier op in door vraag en aanbod wereldwijd bij elkaar te brengen.

Om kopers te helpen bij het maken van duurzame keuzes heeft het veilingbedrijf een carbon footprint index ontwikkeld. Deze geeft inzicht in de geschatte koolstofuitstoot op basis van gemiddeld jaarlijks gebruik en leeftijd van de machine. De methodologie hierachter wordt erkend door overheden, auditors en de ECB.

Digitalisering en data-analyse

Het veilingplatform wordt continu

Achter de schermen speelt data-analyse een cruciale rol. “We hebben voorspellende modellen waardoor we prijstrends kunnen identificeren en de vraag naar machines kunnen voorspellen”, vertelt Duijmelings. Deze inzichten worden gedeeld via kwartaalrapporten over de toestand van de markt voor gebruikte machines.

Niet iedereen kan investeren in nieuw materieel

“Het principe van verlenging van de levensduur van machines spreekt steeds meer bedrijven aan”, concludeert Duijmelings. “Je ziet dat het veilen steeds populairder wordt, mede door de richtlijnen van de overheid en de bewustwording die mensen hebben. We leveren een concrete bijdrage aan een duurzame toekomst, en dat verhaal vertellen is heel belangrijk.”

Ghislaine

Maritieme sector zoekt balans in verduurzaming

De maritieme industrie staat voor een steeds grotere uitdaging: hoe kan verduurzaming worden gerealiseerd zonder de economische levensvatbaarheid in gevaar te brengen? De prijs van duurzaamheid is vaak hoog, wat voor veel spelers in de maritieme industrie een belemmering vormt. Innovatieve oplossingen die de milieu-impact drastisch kunnen verminderen bestaan al, maar worden nog onvoldoende toegepast.

De keuze voor goedkopere, minder duurzame alternatieven blijft vaak prevaleren. “Je kan het nog zo mooi organiseren en als bedrijf de focus hebben op ESG-richtlijnen, maar als men voor een kostenvoordeel toch naar alternatieven uitwijkt, dan kom je er uiteindelijk niet”, verklaart Martin Rosmolen, CEO van CORROSION.

CORROSION is sinds de jaren ‘90 voorvechter van milieuvriendelijke corrosiebeschermingstechnologieën, zoals ICCP (Impressed Current Cathodic Protection). In tegenstelling tot traditionele beschermingsmethodes, waarbij miljoenen kilo’s aluminium of zink in zeewater oplossen, werkt ICCP met een minimale hoeveelheid anodemateriaal en een gecontroleerde elektrische stroom. Deze aanpak biedt niet alleen milieubescherming, maar ook economische voordelen doordat onderhoudsintervallen worden verlengd.

“Wij zijn een van de eerste bedrijven die met ICCP is gaan werken. Dat voorkomt dat er miljoenen kilo’s aan aluminium of zink oplossen in zeewater”, legt Rosmolen uit. Het bedrijf heeft inmiddels ruim drieduizend offshore windturbines uitgerust met deze systemen, waarmee het marktleider is in duurzame corrosiebescherming voor offshore windfunderingen.

Innovatie om anodes onder water te installeren

Een recente doorbraak is de ontwikkeling

van ICCP-SAM (Subsea Assembly Method), een systeem dat samen met partner BLUESTREAM uit Den Helder is ontwikkeld. Deze innovatie maakt het mogelijk om zonder duikers of grote installatieschepen anodes onder water te installeren, wat de veiligheid verhoogt en de ecologische impact vermindert. “Wat uniek is aan dit systeem, is dat alle kabels binnenin de monopaal fundatie lopen, zodat ze beschermd zijn tegen invloeden van buitenaf”, vertelt Rosmolen. “Dit vermindert onderhoud en verlengt de levensduur.”

Naast ICCP heeft het bedrijf ook de UV-C Cooler ontwikkeld, die UV-C licht gebruikt om zonder gebruik van schadelijke chemicaliën biofouling op koelsystemen te voorkomen. Deze innovatie won in 2022 de Dutch Maritime Innovation Award. “Het is een fantastisch systeem, maar vergt wel een initiële investering”, aldus Rosmolen. “Zo’n UV-C-koeler is gemiddeld twee keer zo duur als een traditionele koeler.”

Sterke focus op ESG

Duurzaamheid zit diep verankerd in de bedrijfsvoering van CORROSION. Het bedrijf is ISO 14001 (milieumanagement) en ISO 45001 (gezondheid en veiligheid op het werk) gecertificeerd. Daarnaast werkt het aan ISO 27001-certificering voor informatiebeveiliging: essentieel in een digitale en internationaal opererende omgeving. “Binnen ons bedrijf ligt de focus sterk op ESG. Ook vanuit aandeelhoudersperspectief wordt dat aangemoedigd”, verklaart Rosmolen. Er is een jaarlijkse ESG-kalender met specifieke doelstellingen en KPI’s die maandelijks of per kwartaal worden gemonitord.

Voor de toekomst richt het bedrijf zich op het versterken van de samenwerking met asset owners, zoals Vattenfall, Eneco en RWE. “Wij willen veel dichter tegen de asset owner aan schuren en meer een partnership hebben in het verduurzamen van hun assets”, zegt Rosmolen. Dit betekent het geven van advies, gebruiksinzichten en consult over onderhoud van systemen, met ondersteuning door een laboratorium met universitair afgestudeerde specialisten. Een belangrijk onderdeel hiervan is het SCADA-systeem, waarmee CORROSION op afstand de status van de corrosiebescherming kan monitoren en optimaliseren. “Duurzaamheid vereist langdurige samenwerking. Daar zetten wij op in met onze kennis en kunde, maar ook door inzicht te hebben in hoe assets beschermd zijn, zowel op zee als land.”

Toepassingen buiten de maritieme sector

CORROSION kijkt ook naar nieuwe toepassingsgebieden buiten de maritieme sector. “We denken in een volgende strategiefase verder te gaan dan alleen het zoute water”, vertelt Rosmolen. “Roest is een probleem in zeewater en op land. Onze nieuwe ontwikkelingen op het gebied van

data en remote monitoring, gaan verder dan de traditionele methodes die nu op het land worden gebruikt.” Het bedrijf is ook actief in floating offshore wind, met twee projecten in Frankrijk waar ICCP-systemen zijn geïnstalleerd op drijvende fundaties structuren. Daarnaast werkt het aan innovaties om de kettingen die deze assets op hun plaats houden te beschermen.

De Nederlandse positie in de wereldwijde energietransitie bekijkt Rosmolen met gemengde gevoelens. “Ik denk dat we als Nederland wereldwijd gezien zeker vooraan staan. Maar de infrastructuur en onze concurrentiepositie moeten we nauwkeurig in de gaten houden.” Hij uit zijn zorgen over de congestieproblemen in het elektriciteitsnet en het verdwijnen van industrieën uit Nederland. “Als ik zie hoeveel sectoren hier alweer aan het verdwijnen zijn, dan denk ik: doen we het wel in de juiste volgorde? Kijk naar wat er gebeurt in de maritieme industrie, bij Schiphol en de discussies die daar spelen. Aan de andere kant willen we wereldwijd het braafste jongetje van de klas zijn.”

Duurzaamheid vereist langdurige samenwerking

Rosmolen benadrukt het belang van ketensamenwerking voor duurzame innovatie: “Wat ik wil laten zien, is dat ons innovatieve karakter niet alleen standalone is, maar dat we partners in de keten betrekken bij onze innovaties en daar duurzame samenwerkingen mee aangaan. Onze samenwerking met BLUESTREAM bij de ontwikkeling van ICCP-SAM toont aan dat we samen sterker staan in het verduurzamen van de offshore sector.”

Zonder scheepvaart is Europa stuurloos

VOORWOORD

Ruim 90 procent van de wereldhandel wordt vervoerd over zee. Toch blijft de rol van de zeescheepvaart voor veel mensen grotendeels onzichtbaar. Containerschepen en gespecialiseerde vaartuigen zijn echter essentieel voor de bevoorrading van consumenten, industrie en energie-infrastructuur. Daarnaast speelt de sector een sleutelrol in de energietransitie en digitale connectiviteit. Denk aan het installeren van windparken op zee, het leggen van datakabels en het beschermen van kustlijnen.

Algemeen directeur van de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders (KVNR)

In die veelzijdige rol is de zeescheepvaart al eeuwenlang een ruggengraat van de wereldeconomie. Ook voor Nederland, met zijn eeuwenoude maritieme traditie, vormt de sector een onmisbare schakel in internationale handel en geopolitieke stabiliteit. In een tijd waarin handelsroutes steeds vaker onder druk staan, groeit het besef dat een sterke, concurrerende

maritieme sector meer is dan een economisch belang: het is een strategische noodzaak.

De sector staat daarbij voor stevige uitdagingen. De druk om te verduurzamen neemt toe, net als de noodzaak om wendbaar te blijven in een veranderend geopolitiek landschap. Sinds het oplaaien van geopolitieke spanningen is de kwetsbaarheid van mondiale logistieke ketens bloot komen te liggen. Handelsconflicten, sancties en militaire onrust tonen aan hoe afhankelijk de scheepvaart is van internationale samenwerking en stabiliteit.

Tegen deze achtergrond groeit het belang van een robuust nationaal en Europees maritiem beleid. In Nederland is met de oprichting van de Nederlandse Maritieme Autoriteit (NLMA) een stap gezet om de positie van de Nederlandse vlag te versterken. Via initiatieven als het

Maritiem Masterplan en de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie speelt Nederland in op de behoefte aan duurzame, toekomstbestendige schepen van eigen bodem.

Voor de Europese scheepvaart ligt er nog veel onbenut potentieel

Ook op Europees niveau krijgt maritiem beleid steeds meer gewicht. Met programma’s als Fit for 55 en de Clean Industrial Deal wordt gewerkt aan een groenere en efficiëntere scheepvaart. Tegelijkertijd groeit het besef dat versterking van strategische autonomie hand in hand moet gaan met innovatie en bescherming van de Europese concurrentiepositie. Een Europees gelijk speelveld – bijvoorbeeld door harmonisatie van regelgeving en eerlijke toegang tot financiering – is daarbij onmisbaar.

Tijdens de European Shipping Summit in maart onderstreepte Eurocommissaris Tzitzikostas het belang

van een gezamenlijke koers. De Europese Commissie werkt inmiddels aan een Europese Maritieme Industriestrategie, waarin naast verduurzaming ook ruimte is voor het versterken van scheepsbouw, toeleveringsketens en de algehele concurrentiekracht van de maritieme industrie.

Voor de Europese scheepvaart ligt er nog veel onbenut potentieel. Het uitbouwen van maritieme infrastructuur, investeren in kennis en technologie en het stimuleren van samenwerking binnen de Unie zijn noodzakelijke stappen om dat potentieel te ontsluiten. In een wereld waarin toegang tot zee en handel onder druk staan, blijft investeren in een sterke, duurzame en strategisch verankerde zeescheepvaart een kwestie van toekomstbestendigheid.

Zeescheepvaart is al eeuwenlang een ruggengraat van de wereldeconomie

Schepen veranderen, dus ook de risico’s

De maritieme sector transformeert in hoog tempo door technologische innovatie, klimaatverandering en geopolitieke spanningen. Dit stelt verzekeraars voor uitdagingen bij het dekken van steeds complexere risico’s.

In een wereld waarin innovatieve technologieën zoals lithium-ionbatterijen, autonoom varen en alternatieve brandstoffen nieuwe mogelijkheden bieden voor de maritieme sector, ontstaat ook de behoefte aan vernieuwende verzekeringsoplossingen.

De snelheid van deze ontwikkelingen vraagt om expertise en flexibiliteit van verzekeraars. “We zien dat deze veranderingen kansen creëren voor specialisten die nieuwe risico’s kunnen doorgronden”, vertelt Aram Stoop, managing director van DUAL Benelux en DUAL Marine Europe.

Sinds de oprichting van hun maritieme hub in Rotterdam in september 2023, is DUAL Marine Europe snel gegroeid tot een toonaangevende maritieme MGA (Managing General Agent). Met zo’n 30 medewerkers in Rotterdam – oplopend tot circa 40 eind 2025 – en vestigingen in Hamburg en Genua, bedient het bedrijf klanten wereldwijd.

Complexe segmenten

Als MGA onderschrijft het bedrijf verzekeringspolissen namens verzekeraars, die hun underwriting-bevoegdheid aan DUAL hebben gedelegeerd. “Wij handelen eigenlijk als een specialistische verzekeraar, maar verzekeren met de capaciteit van onze verzekeraars (ook wel carriers genoemd) die onze specialismen juist niet in huis hebben”, legt Stoop uit. “Grote verzekeraars kunnen minder flexibel zijn. Voor echte specialisten is bij hen vaak weinig ruimte die er bij MGA’s juist wel is. Bij ons ligt de focus op service van onze kernactiviteiten: underwriting en claims handling.”

Juist in het complexe segment van maritieme verzekeringen – van scheepsbouw tot nautische aannemers – onderscheidt DUAL zich met specialistische kennis. “Wij verzekeren bijvoorbeeld de bouw van superjachten, marineschepen en complexe infrastructurele werken op land en water. Dat zit in onze genen”, vertelt Stoop.

Hoog aangeschreven

De Nederlandse maritieme sector, met namen als Boskalis, Van Oord en Damen, staat internationaal hoog aangeschreven. Dit soort bedrijven hebben behoefte aan partners die hun complexe projecten begrijpen en technische uitdagingen doorgronden. “Bij ons werken ervaren collega’s die de techniek zelf begrijpen, en dat maakt een wereld van verschil in deze markt”, benadrukt Stoop.

De kracht zit volgens hem in de combinatie van lokale flexibiliteit en

internationale slagkracht. “DUAL sloot het afgelopen boekjaar af met een GWP van € 3 miljard en werkte samen met veel van de best gewaardeerde carriers wereldwijd. Dat geeft ons stabiliteit en mogelijkheden die veel andere partijen niet hebben. We willen niet de grootste zijn, maar wel de beste in wat we doen. Als je ons belt, dan pakken we de telefoon op. Als je ons mailt, dan is het binnen een dag geregeld.”

Maatwerk leveren

Het team van ervaren specialisten in onder andere CAR, cyber en (beroeps) aansprakelijkheid – volgens Stoop allemaal in de “sweet spot” van hun carrière – en de korte lijnen zorgen ervoor dat DUAL snel kan schakelen.

“Wij hebben geen standaardbeleid, maar kijken wat er nodig is in de markt. Zo kunnen we marine en non-marine producten combineren om echt maatwerk te leveren.” Met trots vertelt Stoop over de groeiplannen: uitbreiding in de cargosector en het streven naar een one-stop-shop voor maritieme verzekeringen in Europa. “We staan nog maar aan het begin van onze reis.”

Tekst: Annet Koster
Annet Koster,
DUAL Benelux – Partner Content

Maritiem onderwijs moet Nederlandse voorsprong behouden

De maritieme sector vormt al eeuwenlang een belangrijke pijler van de Nederlandse economie. Om deze positie te behouden, staat de sector voor een immense uitdaging: de transitie naar een duurzame, digitale en concurrerende toekomst terwijl de internationale concurrentie toeneemt.

Het Maritiem Masterplan, een ambitieus sectorbreed plan dat in 2024 werd gelanceerd, verbindt overheid, bedrijfsleven, onderzoek en onderwijs via een investering van ruim € 200 miljoen. Het plan moet Nederland helpen zijn voorsprong te behouden. “Azië bouwt schepen goedkoper. Nederland loopt nog voorop, maar het is zaak om die voorsprong te behouden”, benadrukt Wiebren Minnema, teamleider van de Maritieme Techniekopleidingen en master Maritime Innovations bij het Maritiem Instituut Willem Barentsz (MIWB).

Centraal in het plan staat de ontwikkeling van nieuwe, duurzame technologieën voor de scheepvaart. “Op dit moment kijkt men naar methanol, LNG met CO2-afvang en waterstof. Maar de situatie is dat men ook in het bedrijfsleven nog niet weet wat het wordt. Er is nog geen winnaar”, legt Minnema uit. Onderzoeken vertalen zich in de bouw van dertig innovatieve schepen, die als testcases dienen. De kennis die hierbij wordt opgedaan, vloeit direct terug naar het onderwijs.

MIWB neemt voortrekkersrol

In deze dynamische omgeving speelt goed maritiem onderwijs een sleutelrol. Opleidingsinstituten moeten niet alleen meebewegen met de ontwikkelingen, maar deze ook helpen vormgeven. Het MIWB, dat in 2025 haar 150-jarig bestaan viert, is een van die voortrekkers. Met vestigingen op Terschelling en in Leeuwarden leidt het

instituut zowel de maritieme professionals van morgen op als de innovators van vandaag.

“Naast het opleiden van jongeren en volwassenen, hebben we twee lectoraten en onderzoeksgroepen. In die zin lopen we echt wel voorop”, aldus Minnema. Die lectoraten, gericht op Maritiem Innovatieve Technieken en Maritiem Law, spelen in op de belangrijkste ontwikkelingen in de sector. Want naast technologische vernieuwing komt er bij de transitie ook veel nieuwe, internationale regelgeving kijken.

Digitalisering en datagedreven innovatie

Nieuwe energiesystemen zijn niet de enige innovatie in de maritieme sector. Digitalisering en datagedreven ontwerpen zullen het bouwen van schepen ingrijpend veranderen. “Je gebruikt voortdurend data voor slimmere scheepsontwerpen en efficiëntere bouwprocessen”, aldus Minnema. De combinatie van robotisering, digitalisering en nieuwe energiesystemen is essentieel voor de Nederlandse scheepsbouw, zeker nu het aantal beschikbare vakmensen afneemt.

Om toekomstige maritieme professionals voor te bereiden op de toekomst, is er een nieuwe aanpak in het onderwijs nodig. “De vaardigheden en competenties die mensen nodig hebben om als maritiem professional goed te functioneren, draaien steeds meer om multidisciplinair denken,

een onderzoekende houding en openstaan voor veranderingen”, zegt Minnema. De complexiteit van de uitdagingen vraagt om professionals die over de grenzen van hun vakgebied heen kunnen kijken. “Omdat je met verschillende partijen moet samenwerken, en alle partijen zijn daarin zoekende”, legt Minnema uit. Deze competenties worden aangeleerd door projectmatig werken, waarbij studenten direct in aanraking komen met real-life vraagstukken uit het bedrijfsleven. Het onderwijsconcept van NHL Stenden, design-based education, sluit hier perfect op aan. “Dat woord zegt het al, je doorloopt een onderzoeks- en ontwerpcyclus. Dat maakt dat je voortdurend kunt inhaken op de nieuwste technieken.” De verhouding tussen theorie en praktijk verschuift daarbij gedurende de opleiding. “In de hbo-opleiding begint het met 60 procent theorie, 40 procent praktijk. In het tweede deel is het andersom.”

Kansen voor jong en oud

Het instituut speelt ook in op de groeiende behoefte aan bijscholing binnen de sector. Naast reguliere opleidingen biedt het MIWB een tweejarige associate degree

die duaal is voor werkenden (werken en leren) en een master Maritime Innovations die in deeltijd wordt aangeboden. Zo worden niet alleen jonge mensen opgeleid, maar blijven ook ervaren professionals bij de tijd.

Hoewel de technische sector traditioneel door mannen wordt gedomineerd, ziet het MIWB steeds meer vrouwen die “Onze instroom afgelopen schooljaar was 25 procent vrouwen binnen de opleiding Maritieme Techniek”, zegt Minnema. Bij de volwasseneneducatie zijn het nog overwegend mannen, maar ook daar groeit de belangstelling onder vrouwen.

Internationale samenwerking De maritieme sector is bij uitstek internationaal. Ook het onderwijs speelt daarop in. “De master is Engelstalig en toegankelijk voor buitenlandse studenten”, bevestigt Minnema. “We hebben PDstudenten van over de hele wereld. En in onze minor gericht op digitalisering zitten ook internationale studenten.”

Het Maritiem Masterplan loopt van 2024 tot 2033, en de eerste effecten zijn al merkbaar. “Er worden momenteel negen schepen gebouwd met een directe verbinding met het plan. We zijn nu binnen het Nederlands maritiem onderwijs bezig om het curriculum te vernieuwen.”

Minnema heeft een heldere boodschap voor jongeren die een toekomst in de maritieme sector overwegen: “Als je nieuwsgierig bent, voortdurend wilt blijven ontwikkelen en niet bang bent voor vernieuwing, dan past de maritieme sector bij je.” De sector biedt volgens hem enorme ontwikkelmogelijkheden, juist omdat het werkveld zo breed en multidisciplinair is.

Maritiem Instituut Willem Barentsz
Wiebren Minnema, Teamleider, Maritieme Techniekopleidingen en master Maritime Innovations bij het Maritiem Instituut Willem Barentsz
V.l.n.r. Alumnus Freek en studenten Tjerk en Arno bij Vanquish Yachts in Marknesse, NHL Stenden Hogeschool.

Nederlandse offshore windenergie op een kruispunt

ONTWIKKELING

Nederland staat voor een belangrijke fase in de transitie naar duurzame energie. Ondanks een indrukwekkende groei dreigen recente ontwikkelingen de voortgang in de offshore windsector te vertragen. De businesscase voor bedrijven staat onder druk, terwijl de klimaatdoelen ambitieus blijven.

Stijgende rentetarieven, netcongestie en een mogelijk nieuw invoedingstarief (waarbij producenten een vergoeding moeten betalen voor het gebruik van het elektriciteitsnet) zetten de businesscase van investeerders onder druk. In omringende landen zijn aanbestedingen voor windparken op zee recent mislukt door veranderingen in subsidie- en garantieschema’s. NedZero, de branchevereniging voor windenergie, waarschuwt dat Nederland dezelfde kant op dreigt te gaan.

“Het risico is nu dat de eerstvolgende tender mislukt. Dat zou grote consequenties hebben”, zegt Jan Vos, voorzitter van NedZero. “TenneT heeft alle stopcontacten op zee al klaar. Als het niet doorgaat, valt er een blokje tussenuit. Dat blokje staat voor de grootste schepen ter wereld, met kranen die hoger zijn dan de Eiffeltoren.”

Drie oplossingsrichtingen

Vos ziet drie concrete oplossingsrichtingen. Ten eerste moeten zaken eenvoudig blijven en mogen netbeheerders hun uitdagingen niet doorschuiven. “Op dit moment zie je dat netbeheerders hun problemen afwentelen op de markt. Voor investeerders is dat heel slecht”, legt hij uit. Ten tweede moet het geplande invoedingstarief worden heroverwogen. “Dat is killing voor de businesscase.” Ten derde pleit hij voor een ‘contract for difference’-systeem.

Ook waarschuwt Vos tegen te veel extra eisen aan windparkontwikkelaars. “We zien dat een heel groot aantal zaken bij de bedrijven worden neergelegd die daar eigenlijk niet primair thuishoren, zoals het ontwikkelen van waterstof. Iedere ondernemer weet, als je bedrijf schaalt, dan moet je het eenvoudig houden.”

Ondanks de obstakels blijft de lange termijn rooskleurig. “De grootste kans is dat we hebben afgesproken om 21 gigawatt te realiseren in 2032. Op dat moment kunnen we 75 procent van alle stroom in Nederland opwekken met windenergie van de Noordzee. Voor 2050 ligt onze doelstelling op 70 gigawatt.”

Er worden bij de bedrijven veel zaken neergelegd die daar eigenlijk niet thuishoren

Op weg naar de klimaatdoelen Nederland heeft in korte tijd een indrukwekkende transformatie doorgemaakt. Waar het land vijftien jaar geleden onderaan alle Europese lijstjes stond, behoort het nu tot de koplopers. “We hadden tien jaar geleden minder dan 10 procent duurzame stroom in ons netwerk. Nu is dat meer dan 50 procent, en dat zal binnen zeven jaar 80 tot 90 procent zijn.”

Seaqualize – Partner Content

De urgentie om de huidige problemen op te lossen is hoog. Volgens Vos is het succes tot nu toe bereikt omdat politiek, ambtenarij, bedrijfsleven en NGO’s hebben samengewerkt. “Die samenwerking moet worden voortgezet. Met een duidelijk beleid kan Nederland zijn koppositie behouden en de klimaatdoelstellingen realiseren.” Zijn boodschap is helder: “We gaan door, recht vooruit.”

De comeback van een systeem uit 1900

Offshore schepen liggen een derde van de tijd stil door slecht weer. In een markt die miljarden euro’s waard is, betekent dit aanzienlijke verliezen. Traditionele oplossingen vereisen grote, energieslurpende systemen die enorme hoeveelheden diesel verbruiken om stabiel te blijven bij golven.

Michaël en Edouard Schinkel, Founders , Seaqualize

Een Nederlandse maritieme innovatie brengt daar verandering in met een slimme, eenvoudige oplossing. De broers Michaël en Edouard Schinkel ontwikkelden met Seaqualize een systeem

dat offshore operaties efficiënter maakt. Hun Heave Chief 1100 is gebaseerd op een veerbalanceer systeem uit 1900, ontworpen door George Cawardine, dat ze hebben gemoderniseerd voor offshore toepassingen. “Dit soort grote apparaten met zware lasten zijn eigenlijk heel dom ontworpen”, legt Michaël uit. “Je zet er heel veel energie tegenaan, terwijl de meeste tijd die energie gewoon wordt weggepompt.” Seaqualize gebruikt geen actief, energieverbruikend systeem, maar een passieve oplossing die met weinig energie een miljoen kilo van het dek kan optillen. “We werken letterlijk met de stroom van zes waterkokers”, zegt Edouard. Dit zorgt niet alleen voor energiebesparing, maar vergroot ook het operationele venster van schepen aanzienlijk.

Brede toepassingen voor slimmere hijssystemen

Het bedrijf, opgericht in 2017, richt zich momenteel op de offshore windindustrie. Hun apparaten zijn voor het komende jaar verhuurd in Amerika. De ambitie reikt echter verder: “We willen eigenlijk de hele wereldwijde offshore heavy lift industrie bedienen”, zegt Michaël. Het

systeem is namelijk toepasbaar bij civiele werken, olie- en gas decom-projecten en andere offshore operaties wereldwijd. Seaqualize opereert nu in Amerika, maar de Nederlandse kennisinfrastructuur wordt niet vergeten. “Onze basistheorie hebben we getest in Wageningen bij MARIN. We krijgen echt goede jongens van de universiteiten binnen”, vertelt Edouard. De samenwerking met leveranciers en kenniscentra is essentieel geweest voor hun ontwikkeling.

Tender procedures voor windparken

Het ondersteunen van dergelijke innovaties blijft wel een punt van aandacht. De Schinkels benadrukken het belang van overheidssteun: “De Nederlandse overheid heeft subsidies beschikbaar gesteld, waar wij dankbaar gebruik van hebben gemaakt.” Volgens hen zou een effectieve methode zijn om in tenderprocedures voor windparken punten toe te kennen aan projecten die innovaties toepassen. “Dat kost de overheid niets, maar een ontwikkelaar wordt gedwongen om echt na te denken”, aldus Edouard. De maritieme sector was aanvankelijk terughoudend, maar dankzij het sterke Nederlandse

ecosysteem konden ze hun technologie toch bewijzen. Een van Nederlands grootste partijen, Van Oord, bood hun een waardevol testmoment op hun schip aan.

Als je goed nadenkt kan het slimmer, minder vervuilend en met meer impact

Met een team dat 24/7 bereikbaar is via een geavanceerd datasysteem genaamd SealinQ, kan Seaqualize realtime monitoring en ondersteuning bieden aan hun apparaten waar ook ter wereld. “Alles wat dat ding weet, weten wij ook. Hier in Rotterdam, of waar dan ook ter wereld”, legt Edouard uit. Dit toont hoe de energietransitie een vruchtbare omgeving is voor technologische vernieuwing. “Als je er echt goed over nadenkt, dan kan het slimmer, minder vervuilend, en kun je impact maken. De energietransitie is echt ontzettend leuk en boeiend om in te werken”, besluit Michaël.

Tekst: Fred Pals
Jan Vos, Voorzitter, NedZero

Minder smeermiddel, minder milieu-impact

De maritieme en offshore-industrie staat voor een dubbele uitdaging. Enerzijds moet de sector de komende jaren efficiënter en duurzamer gaan opereren; anderzijds worden installaties steeds complexer en zwaarder belast. In die realiteit is een efficiënte smering cruciaal voor o.a. levensduur, veiligheid, milieu en kostenbeheersing.

In de smeringssector is TrustLube B.V. uit Willemstad een toonaangevende speler. Zij smeren de twaalf grootste lagers ter wereld en hebben een verrassende filosofie: “Wij leveren graag zo veel mogelijk ‘uptime’ met zo min mogelijk smeermiddel”, aldus oprichter Chiel van Daelen. Opvallende woorden voor een CEO van een smeersysteembedrijf. “Maar als je weet hoeveel smeermiddel jaarlijks verloren gaat in onze zeeën en havens, snap je waarom. Minder smeren is niet alleen goedkoper, het is ook veel beter voor het milieu.”

Een lager van 32 meter

De impact van smering merk je pas als het misgaat. Een recent voorbeeld: een floating production storage platform lag door falende smering acht maanden stil. “Dat kostte dit bedrijf honderden miljoenen euro’s en met een betere dosering had dit ‘foutje’ eenvoudig voorkomen kunnen worden. Bij TrustLube smeren wij niet op gevoel, maar op basis van precisie. De vraag is niet: hoeveel

moet je smeren? Maar: hoe weinig je mág smeren.”

TrustLube ontwikkelde een uniek doseersysteem voor extreme toepassingen. Zoals het smeren van een lager van 32 meter in het grootste drijvende object ter wereld. “Dat schip ligt boven een gasveld, twee uur met helikopter vliegen ten westen van Perth. Het beweegt voortdurend mee met wind en golven. Als dat lager stilvalt, ligt de gasproductie van een halve stad plat.”

Vet op het strand

De noodzaak van de innovatie in smeersystemen werd twintig jaar geleden duidelijk, toen tijdens een project in Dubai, vet van baggerschepen aanspoelde op pas opgespoten witte stranden. Je stond letterlijk tot aan je knieën in het blauwe vet. “Wij werden in de beginjaren uitgelachen toen we zeiden dat een optimale smering ook met een paar cc per keer kon. Uiteindelijk kregen we de kans om iets unieks te ontwikkelen, waarmee we het vetverbruik met maar liefst 70 tot 80 procent wisten te reduceren. Door gericht te doseren in plaats van te kwasten of rollen, voorkwamen we deze grote verspilling.”

Veiligheid voorop

Naast duurzaamheid speelt veiligheid een grote rol. “Op een Wind Turbine Installation Vessel jack-up lopen soms vier man met een kwast tachtig meter omhoog, over smalle loopvlakken langs tandwielen die niet stoppen als je uitglijdt. Met ons automatische smeersysteem blijven ze veilig

binnen, terwijl de cruciale onderdelen de juiste dosering smeervet of -olie krijgen.”

Ook zwaar materieel dat wordt gebruikt voor windturbine-installaties vraagt om slimme smeeroplossingen. “Vroeger smeerden negentien man een kraan met 2.200 wielen en 19 km rails met verfblikken. Nu gebruiken we daar een geïntegreerd systeem voor, dat tijdens het draaien elke wielas automatisch smeert. Dit bespaart arbeid, verlaagt risico’s en drukt de kosten.”

Geen lucht, maar precisie

De techniek achter unieke TrustLubesysteem is robuust en efficiënt. “Om verneveling en brandgevaar te voorkomen sproeien wij niet. Het volledig elektrische systeem werkt nauwkeurig en zonder perslucht – en bespaart uitstoot, ruimte en miljoenen aan installatiekosten. Zeker bij nieuwbouwprojecten in China, waar nog veel met lucht gebeurt, maakt dat een groot verschil.” Een ander voordeel: het systeem is geschikt voor monitoring op afstand. “Sinds 2016 verzamelen we dagelijks data over dosering, slijtage en gebruik. Zo voorspellen we realtime onderhoud en hoeft steeds minder vaak ter plekke een storing opgelost te worden. Dit werkt zonder AI trouwens – gewoon ouderwetse werktuigbouwkunde en tribologie (wrijvingskunde). Dat werkt voorlopig het best.”

Meer dan smeermiddel

Toch gaat het volgens Van Daelen om meer dan techniek. Zijn bedrijf denkt steeds vaker vanaf de tekentafel mee over het smeerplan: hoe is het lager ontworpen? Zit het smeerpunt op de juiste plek?

Chiel: “We hebben inmiddels in talloze keukens mogen meekijken. In zeker 50% van de gevallen kunnen wij het ontwerp al tijdens het voortraject aanpassen en optimaliseren zeker in combinatie met onze

high performance ECO-gecertificeerde biosmeermiddelen.”

Ook op maatschappelijk vlak wil TrustLube graag een steentje bijdragen. Zo werkt het bedrijf samen met Hart-Werk, die mensen met een burn-out of psychische klachten begeleiden naar werk. “We namen recent een dame aan die na jaren in de financiële sector bij ons nu tekeningen leest – en dingen ziet die wij nooit zagen. Fantastisch toch?”

Smeren met water en monitoring

TrustLube werkt ondertussen aan de volgende stap: smeren met gereinigd zeewater. “Als dat lukt, kunnen we sommige toepassingen volledig vetvrij smeren. Maar dan moet je precies weten welk water je gebruikt, welke materialen geschikt zijn en hoe je dat duurzaam houdt.” Deze ontwikkeling sluit aan bij de opmars van composietmaterialen in de industrie. “Als je een lager met composiet maakt, kun je in sommige gevallen smeren zónder smeermiddel. Niet goed voor onze omzet, wel voor de wereld.”

De kracht van een klein team

Met een team van slechts zeven mensen bouwt het bedrijf wereldwijd installaties. Van Singapore tot Brazilië en Mexico, van Noorwegen tot Australië. Inmiddels zijn hun systemen op bijna alle grote floating production platforms ter wereld geïnstalleerd. “Dat is het resultaat van hard werken, nieuwe systemen ontwerpen, voortdurend testen en continu verbeteren. Klanten blijven terugkomen omdat we afspraken nakomen en simpelweg ‘downtime’ voor ze voorkomen.”

Wat begon aan de keukentafel in Willemstad, groeide uit tot een nichebedrijf met wereldwijde impact. De medewerkers van TrustLube zeggen weleens gekscherend: “We smeren de wereld, maar wel met zo min mogelijk vet.”

Chiel van Daelen, CEO, TrustLube B.V.

Maritieme industrie als aanjager van vernieuwing

INNOVATIE

Nederland is van oudsher een maritieme grootheid. Met 125.000 werknemers en een omzet van € 26 miljard vormt de maritieme sector een cruciale schakel in de Nederlandse economie. Deze strategische sector blijft innoveren om haar internationale concurrentiepositie te versterken.

De maritieme en offshore maakindustrie is een tandwiel van de Nederlandse economie. Als het optimaal draait, vaart de hele schuit op volle kracht”, benadrukt Jeroen de Graaf, directeur van NMT-IRO, de brancheorganisatie voor de maritieme en offshore maakindustrie met ruim 850 leden, waaronder offshorebedrijven, scheepswerven en toeleveranciers

Samenwerking en vooruitgang

In 2022 stond de sector voor een belangrijk keerpunt. Dit leidde tot de ontwikkeling van de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie (SAMMI), de eerste industriepolitiek in decennia, waarbij vijf ministeries samenwerken via een centraal regiebureau. “Deze samenwerking werkt goed. We hebben hiermee al verschillende dossiers opgelost en merken nu al de positieve stappen”, aldus De Graaf.

Jeroen de Graaf, Directeur, NMT-IRO

Deze agenda heeft concrete vooruitgang opgeleverd. Er zijn strategische koploperprojecten gestart zoals ‘Werf van de Toekomst’, gericht op efficiëntere scheepsbouw door procesvernieuwing, digitalisering en automatisering. Daarnaast loopt het Maritiem Masterplan, een subsidieprogramma van € 280 miljoen voor

de ontwikkeling van voorbeeldschepen die varen op alternatieve brandstoffen zoals elektriciteit, methanol, ammoniak en waterstof. Voor de diepzeevaart wordt zelfs gekeken naar kleine, veilige nucleaire systemen.

Gamechanger

De Graaf ziet de energietransitie als grote kans: “Zonder ons realiseren we de hele strategische opgave na 2050 niet.” NMT-IRO pleit voor een ‘Contract for Difference’-systeem voor windmolenparken op zee, zoals in het Verenigd Koninkrijk, waar overheid en operators risico’s en opbrengsten delen. “Dit is echt een gamechanger, omdat je dan afspraken maakt tussen operators en overheid. De minister staat er volgens mij nu positief tegenover.”

Een uitdaging is het aantrekken van technisch talent. “Het tekort remt onze groei en innovatiekracht”, zegt De Graaf. De sector werkt aan oplossingen door nauwere samenwerking met onderwijsinstellingen en het opzetten van praktijkgerichte hbo-opleidingen,

MechDes Engineering – Partner Content

bijvoorbeeld in Urk. “Als je ziet hoe van een plaat staal uiteindelijk een schip wordt gebouwd, dan ben je verkocht”, aldus De Graaf. “Ik ben sindsdien echt enthousiast over de kracht van de maritieme maakindustrie. Als ik mensen meeneem naar een offshorebedrijf of scheepswerf, kijken ze vol bewondering en is iedereen trots op wat we hier in Nederland kunnen maken.”

Gericht investeren

De Graaf kijkt met vertrouwen naar de toekomst: “We kunnen ons niet veroorloven om productiecapaciteit en cruciale maritieme kennis te verliezen. Met gerichte investeringen in innovatie en efficiëntie kunnen we concurrerend blijven en onze strategische positie behouden.”

De boodschap is helder: “Zonder een gezonde scheepsbouw en offshore sector kunnen we geen windmolenparken op zee bouwen en onze energiedoelen niet halen.”

Tekst: Fred Pals

De precisie achter maritieme kolossen

Wanneer kolossale installaties hun werk doen op zee, is dat het resultaat van innovatief en precisie-engineering. Achter deze grote machines staan ingenieurs die complexe systemen omzetten in werkende realiteit – van papieren concept naar functionerende constructies die essentieel zijn voor offshore-operaties.

Dat werk vraagt precisie, ervaring en een gedegen begrip van maritieme uitdagingen om deze technische hoogstandjes te realiseren. “Wij hebben onze roots vooral in de machinebouw”, vertelt Sander den Oudsten, senior lead engineer bij MechDes Engineering tevens lid van NMT-IRO. “Vanuit daar zijn we gegroeid naar de zware industrie en offshore. Bewegende delen en complexe interacties, op een bewegend platform.”

MechDes kenmerkt zich door een focus op unieke, op maat gemaakte oplossingen. Een sprekend voorbeeld is hun werk voor Allseas, waar ze meewerkten aan het Jacket Lift System (JLS) voor het schip Pioneering Spirit. Dit systeem maakt het mogelijk om grote constructies te verplaatsen, met onderdelen die tot 20.000 ton wegen. “De uitdaging was dat dit systeem niet vaak tot zijn maximale capaciteit wordt gebruikt. We wilden niet alles te groot en te

zwaar ontwerpen”, legt Den Oudsten uit. “We hebben met materiaalonderzoek en geavanceerde berekeningen aangetoond dat de levensduur voldoende is, zelfs bij lokale overbelasting.”

Samen bepalen we de precieze eisen en ontwerpen een systeem dat in één keer moet werken

Elke opdracht is uniek Dergelijke projecten kenmerken de werkwijze van het in Harderwijk gevestigde bedrijf: van schets naar functionele installatie, waarbij elke opdracht uniek is. “We beginnen vaak met een basisidee van de klant. Samen bepalen we dan

de precieze eisen en ontwerpen we een systeem dat in één keer werkt.”

Het bedrijf werkt niet alleen in de offshore. Ook voor Rijkswaterstaat verzorgt MechDes voor renovaties van stuwen en sluizen in de Maas – constructies die honderd jaar mee moeten gaan. Deze diversiteit houdt het werk uitdagend voor de 150 werktuigbouwkundigen die inmiddels bij het bedrijf werken.

De projecten dragen direct of indirect bij aan duurzame ontwikkelingen. “We hebben gewerkt aan shore power projecten

waarmee schepen in havens minder uitstoot veroorzaken en aan installaties die helpen bij de bouw van windparken op zee”, zegt Den Oudsten. “De impact van wat deze machines mogelijk maken, is veel groter dan hun energieverbruik of recyclebaarheid.”

Autonomie in projecten

Het ingenieursbureau heeft een organisatiestructuur met weinig hiërarchie. “Engineers krijgen veel autonomie in projecten”, vertelt Den Oudsten. “Je hebt direct contact met de klant en veel vrijheid, wat zorgt voor uitdaging en verantwoordelijkheid.” Deze werkwijze trekt getalenteerde ingenieurs aan en houdt ze betrokken bij het bedrijf dat de afgelopen jaren sterk is gegroeid.

Hun slogan “We engineer your vision” vat de werkwijze samen: ze bedenken een concept waarmee de visie van de klant gerealiseerd kan worden, zorgen dat het werkt en realiseren het in één keer. En dat alles zonder dat de klant gebonden is aan specifieke leveranciers of fabrieken – het intellectuele eigendom blijft bij de opdrachtgever, aldus Den Oudsten.

Sander den Oudsten, Senior lead engineer, MechDes Engineering

We zijn net een stel Galliërs tussen de Romeinen

Bij binnenkomst waan je jezelf in een kruising tussen een naaiatelier en een laboratorium. Hier in de immense hal in De Goorn worden synthetische hijsbanden geproduceerd die de hele wereld over gaan.

Terwijl Sytse van der Molen van Enduro Softsling als zzp’er werkte bij Koster Industrial Textiles zag hij een mogelijkheid in de nichemarkt van de hijs- en sjorbanden, en hij besloot erin te stappen. “In die tijd vond er een ontwikkeling plaats in de markt. De eerste grote offshore windparken werden in de Noordzee gebouwd. Het hijswerk dat daarvoor nodig was kreeg een nieuw karakter. De hijsklussen waren zwaar en repeterend. Waar voorheen heavyliftoperaties veelal met staalkabels werden uitgevoerd, ontstond nu de behoefte om deze operaties efficiënter uit te voeren – door ze sneller en veiliger te maken en schade aan de te tillen objecten te beperken.”

Er was vraag naar synthetische hijsoplossingen voor het installeren van

deze windturbinefundaties. De markt vroeg om producten met een hoge werklast en een zo laag mogelijk eigen gewicht. “Dus onderzochten we de beschikbare materialen en kwamen uit bij UHMWPE (ultra high molecular weight polyethylene), ook wel HMPE genoemd. Het verwerken van HMPE is een delicaat proces. Het materiaal kent weinig rek, wat betekent dat elke vezel exact de juiste lengte moet hebben om een voorspelbare sterkte van de band te garanderen. Om dit proces goed vorm te geven en een eigentijdse marktbenadering te hanteren, besloten we deze activiteiten onder te brengen in een nieuwe entiteit. Zo ontstond Enduro Softslings.”

trackrecord van groot belang. De projecten van onze klanten gaan vaak over tientallen, soms honderden miljoenen euro’s. Dat moet in één keer goed. De drempel om de heavy lifting-markt te betreden is dan ook hoog. Wij hebben in het begin zeker geprofiteerd van het uitstekende trackrecord van Koster Industrial Textiles, en wellicht ook van een marktschaarste op het moment dat wij zijn gestart.”

Van der Molen legt uit: “De mensen die hier werken zijn echte West-Friezen en dat is misschien wel bewust. De offshorewereld waarin wij werken, heeft een bepaalde mentaliteit. Op het moment dat er een schip uitvaart, kun je simpelweg niet zeggen dat je een uurtje of een dagje later bent. Deadline is deadline en afspraak is afspraak, dat past heel goed bij de mentaliteit van de West-Friezen. Het is iets dat in ons DNA zit. Als de orders binnenlopen, loopt de werkvloer ’s morgens vol en stropen we samen de mouwen op en gaan we ervoor. Het is wat dat betreft ook een heel platte bedrijfsstructuur. We doen het allemaal samen.”

Galliërs

We kapen meer dan eens een grote opdracht weg voor de neus van de concurrent

Zelfstandig

In het begin functioneert Enduro Softslings als een businessunit onder de vleugels van Koster Industrial Textiles en worden veel resources gedeeld. In de loop van de tijd is Enduro Softslings steeds zelfstandiger geworden. “Binnen onze wereld zijn vertrouwen en een goed

Enduro Softslings ademt engineering. Daardoor sluiten ze perfect aan bij de klanten. “We beschikken over een zelfontwikkeld, state-of-theart machinepark. Veel van onze productiemachines zijn in eigen beheer ontwikkeld en gebouwd. In onze nichemarkt zijn er vaak geen standaardmachines beschikbaar en we geloven dat zelf bedenken leidt tot betere oplossingen. We hebben in de ontwikkeling sterk ingezet op maximale voorspelbaarheid van het productieproces.

Vroeger was het maken van een sling of touw een ambacht. De uitkomst hing af van wie het maakte en op welk moment van de dag. Om die onzekerheid weg te nemen en de afhankelijkheid van individueel vakmanschap te verminderen, zijn we overgestapt op een geautomatiseerd productieproces. We beschikken nu over een softwaresysteem – een configuratiemodel – dat gebruikt wordt door klanten, dealers en onze eigen verkopers. Alle mogelijke sling-opties zijn hierin geprogrammeerd. Een gebruiker ziet direct de eigenschappen van zijn samengestelde product.”

Deadline is deadline en afspraak is afspraak

En dat product gaat vanuit De Goorn, een klein plaatsje in West-Friesland, de hele wereld over. Een gegeven dat Van der Molen ontzettend trots maakt. “Ik grap wel eens op de werkvloer dat we net een zooitje Galliërs zijn die het opnemen tegen de Romeinen. En eigenlijk is het ook zo. Je hebt een aantal multinationals die in deze wereld actief zijn en dan ons kleine clubje uit De Goorn. We zijn een groep gelijkgestemden die het idee hadden om dit avontuur te beginnen en inmiddels uitgegroeid zijn tot een serieuze speler in een nichemarkt. Een speler ook die meer dan eens een belangrijke opdracht wegkaapt voor de neus van de grote clubs. Simpelweg omdat wij gewoon veel efficiënter en beter kunnen produceren.”

Sytse van der Molen & Gert-Jan Buijs, Algemeen directeur & commercieel directeur, Enduro Softslings

Offshore wind in woelige wateren

ACTUEEL

De offshore windindustrie heeft in korte tijd een enorme groei doorgemaakt, ondanks de nodige uitdagingen. Hoewel subsidievrije tenders, inflatie en tegenvallende supply chains recente projecten onder druk zetten, blijft de sector vooruitgang boeken. De klimaatdoelstellingen voor 2030 zijn ambitieus, maar de fundamenten voor duurzame groei zijn gelegd. De vraag is niet óf, maar hoe snel de sector verder kan opschalen.

Het glas is driekwart vol”, stelt Gjalt Lindeboom, managing director van Seaqualize, een jong Nederlands bedrijf dat bewegingscompensatiesystemen ontwikkelt voor offshore-installaties, met name voor

offshore windturbines. Zijn bedrijf werkt samen met grote maritieme partijen om windturbine-installaties efficiënter te maken. Ondanks tegenslag in de VS, waar president Donald Trump zelfs offshore windprojecten in aanbouw stillegt, blijft hij optimistisch. “Als je terugkijkt, hebben we wel echt een enorme groei doorgemaakt, dit blijft doorgaan”.

Standaardisering versus innovatiedrang

De industrie moet balanceren tussen innovatie en standaardisatie. “De druk om steeds grotere turbines te ontwikkelen blijft hoog, maar we moeten nu duizenden dezelfde windturbines plaatsen”, aldus Lindeboom. Elke verandering in turbineontwerp vereist aanpassingen door de hele keten - van installatieplatforms tot havenfaciliteiten. Die complexiteit maakt het lastig om te automatiseren.

Arbeidsmarkt en toekomstperspectief

Hoewel hoogopgeleide technici beschikbaar zijn, ontbreekt het aan genoeg vakspecialisten op MBO-niveau. Tegelijk is er enorme motivatie: “Iedereen bij ons heeft de ambitie om te werken aan de energietransitie. Steeds minder mensen willen nog in olie en gas werken. De windmarkt is volgens Lindeboom onmisbaar voor duurzame energie - niet perfect, maar wel onvermijdelijk. “We moeten beslissen om er vol voor te gaan. Laat de overheid geld vrijmaken voor innovatieve startups en durf risico’s te nemen. Als alleen maar enkele daarvan slagen, levert dat al zoveel op.”

De toekomst rijdt op drie sporen

De Nederlandse infrastructuur kraakt in haar voegen. Verouderde bruggen, krapte op het elektriciteitsnet en logistieke uitdagingen vragen om slimme, toekomstbestendige oplossingen. Tegelijkertijd biedt de energietransitie ruimte voor innovatieve oplossingen die bijdragen aan duurzame groei.

Een strategische ligging aan de rivier, eigen kaderuimte van 550 meter, directe toegang tot het spoor en aansluiting op de A16: het zijn voordelen die maar weinig logistieke spelers kunnen bieden. Eén bedrijf benut deze combinatie optimaal met geïntegreerde diensten op het gebied van watertransport, wegtransport, railverbindingen en hijswerkzaamheden.

“We onderscheiden ons doordat we als een van de weinigen alles onder één dak aanbieden”, vertelt Mark van den Berg, salesmanager van de Koninklijke Van der Wees Groep uit Dordrecht. “We combineren water, weg en spoor om per project een zo efficiënt en duurzaam mogelijke transportoplossing te realiseren.”

Inspelen op de energietransitie

De energietransitie vormt de rode draad in de toekomstvisie van het bedrijf. Zware transformatoren voor nieuwe elektriciteitsnetwerken worden wekelijks via de binnenvaart vervoerd. “Duizenden

Koploper door innovatie

MOGELIJKHEDEN

Nederland blijft koploper in maritieme innovatie. Slimme oplossingen en duurzame scheepsbouw zorgen dat de sector internationaal concurrerend blijft. Wat maakt deze aanpak succesvol – en hoe blijven we vooroplopen?

Al eeuwenlang weet de Nederlandse scheepsbouw zich te onderscheiden door slimmer te bouwen en voorop te lopen in innovatie. “Nederland loopt echt voorop in de wereld met onze ideeën en oplossingen”, zegt Thecla Bodewes, voorzitter van topsector Water & Maritiem en CEO van TB Shipyards. “We zien nu ook Turkse en Spaanse rederijen voor onze werven kiezen.”

De kracht van de Nederlandse maritieme sector schuilt in de combinatie van innovatie, economische haalbaarheid en duurzaamheid. Die aanpak maakt het mogelijk om met minder arbeidsuren te bouwen dan veel internationale concurrenten.

Nederland loopt voorop in de elektrificatie van scheepsaandrijvingen. “We leveren alles elektrisch: de schroefas, de boegschroef, alles”, vertelt Bodewes. Dat verlaagt de uitstoot en bespaart kosten. Daarnaast kunnen slimme systemen schepen op schema in havens laten aankomen en brandstofverbruik

ambitie. “Onze kracht zit in de integrale aanpak. Klanten waarderen dat ze bij ons terechtkunnen voor een totaaloplossing.”

minimaliseren. “Scheepvaart is per vervoerde ton al zuinig: één schip vervangt honderden vrachtwagens en gaat lang mee – dat biedt verduurzamingskansen.”

De volgende grote stap is robotisering. “Vooral bij het lassen zetten we robots in. Dat trekt jong talent aan”, zegt Bodewes. Om de sector verder te versterken is het Masterplan Maritieme Maakindustrie (MMI) ontwikkeld. “We moeten kijken waar geld wordt verdiend en welke kennis daarvoor nodig is. Ik noem dat ‘kassakunde-kennis’.”

Deze praktijkgerichte innovatie is volgens Bodewes essentieel voor de toekomst van Nederland. “Je moet zelf blijven bouwen, maken en doen om innovaties naar de markt te brengen.” Zo blijft de maritieme sector aantrekkelijk. “Wie deze branche leert kennen, blijft meestal hangen.”

transformatoren zijn nodig om de energietransitie mogelijk te maken”, zegt CEO Rolf Maliepaard. “Veel van deze ladingen zijn simpelweg te groot en te zwaar voor weg of spoor en kunnen alleen via het water worden vervoerd.”

Het bedrijf anticipeert bovendien op klimaatverandering. Met speciaal ontwikkelde laagwaterpontons kan Van der Wees ook bij lage waterstanden blijven varen, een cruciale factor gezien de steeds frequentere droge periodes in Europa.

Duurzame groei en innovatie

Van der Wees investeert fors in verduurzaming: van schepen op synthetische brandstoffen (HVO100) tot de elektrificatie van het wagenpark. Ook worden nieuwe hybride schepen ontwikkeld. “We willen groen groeien, niet omdat het moet, maar omdat het bijdraagt aan een gezond verdienmodel”, zegt Maliepaard. De synergie tussen de verschillende divisies versterkt deze

Vooruitdenken als tweede natuur De energietransitie en infrastructuurvernieuwing bieden enorme kansen, maar vragen ook om wendbaarheid. De containermarkt blijft onzeker door geopolitieke spanningen en protectionistische maatregelen. “Daarom spreiden we risico’s over meerdere sectoren en klanten”, aldus Van den Berg. “Onze strategie is gericht op duurzame groei over een periode van tien tot twintig jaar. De energietransitie en infrastructuurvernieuwing zijn geen hype, maar de kern van onze toekomstige groei.”

Rolf Maliepaard & Mark van den Berg, CEO & salesmanager, Van der Wees Groep

Jong talent en vakmanschap

Met een eigen opleidingsprogramma trekt Van der Wees jonge technici aan. “Ons werk is nooit standaard. Juist die variatie spreekt jonge mensen aan”, zegt Maliepaard. Vakmanschap en veiligheid staan hoog in het vaandel. “We leveren maatwerk in millimeterwerk. Daarvoor heb je professionals nodig die hun vak verstaan.”

Ondanks uitdagingen zoals de krapte op het elektriciteitsnet blijft Van der Wees investeren in uitbreiding en innovatie. “We blijven meebewegen met de markt. Onze koers is gericht op continuïteit, met ruimte om in te spelen op kansen zodra die zich voordoen”, besluit Maliepaard.

Tekst: Fred Pals
Van der Wees Groep – Partner Content

Duurzaamheid in maritieme sector begint met simpele oplossingen

De maritieme en offshore business staat voor grote uitdagingen als het gaat om verduurzaming. Terwijl de aandacht vaak uitgaat naar megaprojecten zoals waterstofmotoren en walstroom, blijft een scala aan toepasbare, kosteneffectieve duurzaamheidsoplossingen onbenut.

Voor veel bedrijven is het gecompliceerd om hun ecologische voetafdruk te verminderen, terwijl ze feitelijk morgen al substantiële besparingen kunnen realiseren. Er wordt veel over duurzaamheid gesproken, maar in de praktijk is er op dit gebied nog relatief weinig voortgang geboekt, constateert Egbert Vennik, CEO van Hendrik Veder Group. “In 1999 ben ik uit de maritieme industrie gestapt en ben ik naar de recyclingindustrie gegaan. Toen ik in 2020 terugkwam viel het mij op dat er minder vooruitgang was geboekt, op het gebied van duurzaamheid, dan mijns inziens mogelijk is.”

De Hendrik Veder Group, al ruim 225 jaar actief in de maritieme sector, heeft zich getransformeerd van een traditionele leverancier van scheepstouwen naar een aanbieder van integrale, duurzame oplossingen voor de maritieme en offshore industrie. Deze ontwikkeling is niet

toevallig. Door de oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen met Rusland, Amerika en China, is Europa zich bewust geworden van haar kwetsbaarheid en streeft naar meer onafhankelijkheid.

“Je ziet dat er in de offshore momenteel ongekend veel werk is”, zegt Vennik. Het bedrijf identificeerde daarbij een cruciale ontwikkeling: door personeelstekorten en de focus op kernactiviteiten zoeken klanten steeds vaker naar partners die hen volledig kunnen ontzorgen.

“Onze klanten willen hun eigen mensen optimaal inzetten op hun projecten. Vergeleken met vroeger zien we steeds meer bereidheid, gedreven door noodzaak, om zaken uit te besteden die niet tot hun kernactiviteiten behoren”, legt Vennik uit. Hier speelt Hendrik Veder Group op in door een regierol te nemen – van engineering en ontwerp tot installatie en onderhoud.

kunnen we behoorlijk slagen maken in de maritieme en offshore sector.” Het concept is even simpel als effectief. Wanneer bijvoorbeeld staalkabels na een project worden ingeleverd, keurt, refurbisht en certificeert het bedrijf deze voor hergebruik. “Een kabel van € 80.000 kan op deze manier tien keer gebruikt worden in plaats van één keer”, aldus Vennik.

Met een duurzaamheidsdashboard hebben klanten direct inzicht in de CO₂en grondstoffenbesparingen. Maar het gaat verder dan alleen hergebruik. “Als het de klant geen kosten bespaart of geld oplevert, dan doen we het niet. Veel mensen denken dat duurzaamheid duur is. Dat geldt wellicht als je hobbyprojecten doet, maar als je een dure grondstof meerdere keren gebruikt, benader je het economisch efficiënt.”

De circulaire benadering komt ook terug aan het einde van de levenscyclus. Bij synthetische kabels, die normaal tegen hoge kosten worden verbrand, implementeerde het bedrijf een revolutionaire aanpak. “Lever die kabel aan het eind van zijn leven bij ons in. Wij zetten hem om in granulaat met een waarde van minimaal € 1.600 per ton, in plaats van € 160 per ton betalen voor verbranding”, vertelt hij. Het is geen kostenpost meer, maar een waardevolle grondstof.

rapport, maar garanderen een resultaat. De klant kan er vaak morgen al mee beginnen.”

Door hun kennis van zowel de maritieme als de duurzaamheidsindustrie kan het bedrijf de keten van twee kanten benaderen. “We pakken het vanaf de achterkant, de afvalkant, maar ook vanaf de voorkant in de designfase zorgen we dat nieuwe producten beter recyclebaar zijn”, legt Modderman uit. “Vaak zijn dat hele kleine dingen. Maar als we in een hoofdzakelijk kunststof product een stukje metaal nu ook in kunststof uitvoeren, heeft dat grote gevolgen voor het recycleproces. Want dat wordt daardoor volledig recyclebaar.” Kleine aanpassingen in het ontwerp kunnen de recyclingwaarde van een product verveelvoudigen en maken het verschil tussen afval en waardevolle grondstof.

Iedereen kan morgen al iets doen aan duurzaamheid

Kabels hergebruiken

Wat het bedrijf onderscheidt is de integrale benadering van duurzaamheid. Commercieel directeur Pieter Modderman benadrukt: “De hoogste vorm van duurzaamheid is hergebruik. En daarin

Circulaire consultants

De grootste uitdaging blijkt soms de eenvoud van de oplossingen. “Mensen denken dat het niet zo makkelijk kan zijn”, vertelt Modderman. Daarom levert Hendrik Veder Group tegenwoordig zelfs circulaire consultants die klanten helpen om hun schepen en productielocaties te verduurzamen. “We leveren niet alleen een

Hendrik Veder Group ziet zichzelf in de komende jaren verder evolueren naar de dienstverlenende kant. “Waar we vroeger gewoon een pallet met een kabel op transport zetten, zijn we nu in alle stadia van het hijsproces betrokken”, zegt Modderman. In een wereld waar veel bedrijven worstelen met hun duurzaamheidsstrategie, is de benadering van Hendrik Veder Group vooral gericht op de praktijk. In Scandinavië merk je dit al, zegt Vennik. “Als je duurzaamheid niet kan aantonen, hoef je niet eens in te schrijven op tenders voor projecten.”

De kernboodschap blijft echter hetzelfde, benadrukt hij: “Iedereen kan morgen wat bereiken. Het is niet nodig om allerlei langlopende, hoogintellectuele, kapitaalvretende projecten in te zetten. Stop met al die seminars en ga het gewoon doen.”

Hendrik Veder Group – Partner Content
Egbert Vennik & Pieter Modderman, CEO & commercieel directeur, Hendrik Veder Group

De energietransitie vaart niet vanzelf

Op zee worden windparken in hoog tempo gerealiseerd, maar geschikte bemanning is lastig te vinden. De maritieme sector kampt met een tekort aan gekwalificeerd personeel. Het is een paradoxale situatie: terwijl de vraag naar offshore vakspecialisten toeneemt, wordt het steeds moeilijker om Europese zeevarenden te werven.

In deze realiteit moeten offshore projecten toch doorgaan. Grote spelers als Van Oord en Boskalis zijn afhankelijk van een flexibele schil van gespecialiseerde arbeidskrachten om hun windmolenprojecten en andere projecten op tijd te realiseren. ORCA Crew Services speelt hierop in met een internationaal netwerk van eigen recruitmentkantoren in diverse Europese landen.

“Wij zijn in staat om grote groepen zeevarenden en offshore werknemers te mobiliseren in korte tijd”, vertelt Rob Vermeulen, oprichter van ORCA Crew Services. Het bedrijf heeft kantoren in Nederland, Litouwen, Roemenië, Bulgarije, Kroatië, Verenigd Koninkrijk, Letland en de Filipijnen. Deze lokale aanwezigheid stelt ORCA in staat om snel te reageren op klantvragen. “Voor één project hebben we

in enkele weken tijd ongeveer 150 offshore medewerkers gemobiliseerd die helpen bij het installeren van windmolens op zee.”

Compliance van essentieel belang ORCA onderscheidt zich door te voldoen aan de strenge compliance-eisen van toonaangevende bedrijven in de sector. “We zijn huisleverancier voor Boskalis, Van Oord en DEME”, vertelt Vermeulen. Het bemiddelingsbureau beheert ruim 25 payroll-entiteiten om salarissen correct uit te betalen en belastingen af te dragen in de diverse landen waar ze actief zijn. “Als je deze compliance niet levert, dan doe je ook niet mee in deze markt. Wij investeren continu in onze dienstverlening en hebben zelfs een eigen opleidingscentrum in ontwikkeling voor GWO-trainingen, specifiek gericht op de offshore windindustrie.”

Daarnaast beschikt ORCA over een divers personeelsbestand: van matrozen en stewards tot offshore construction supervisors, kraanmachinisten en medisch personeel. Momenteel staan er 116 vacatures open, sommige voor meerdere posities. Het bedrijf is actief betrokken bij prominente projecten zoals het Sofia Offshore Wind Farm in het Verenigd Koninkrijk en Project Friesland op het IJsselmeer.

Menselijke beoordelingen centraal Technologie speelt een ondersteunende rol in het matchingsproces. “Alle cv’s die naar ons worden toegestuurd, worden gescand door AI.” Toch blijft de menselijke beoordeling centraal staan. “Wij zien AI als assistent, niet als iemand die onze taken gaat overnemen.”

Voor de toekomst ziet Vermeulen naast de constructiefase ook kansen in de onderhoudssector van windmolens, hoewel dit een concurrerende markt is met andere marges. De kern van zijn strategie is niet primair gericht op volumegroei. “Ons doel is om de beste service provider te worden.

Als Van Oord een moeilijk project heeft, willen we dat ze eerst aan ORCA denken. Het gaat bij ons echt om kwaliteit, niet om kwantiteit.”

ORCA streeft naar een partnerrelatie met opdrachtgevers. “We willen geen mensen naar projecten sturen die worden teruggestuurd omdat ze niet voldoen. We zijn niet alleen leverancier, maar een partner die meedenkt en snel kan schakelen.”

www.orca-crew.com

NexusOcean – Partner Content

Navigeren tussen datasprongen, autonomie en digitale risico’s

Wanneer het gaat om maritieme communicatie zijn technologische innovaties essentieel voor veiligheid en efficiëntie op zee. Flexibele integrators die praktijkervaring combineren met toekomstgerichte technologie spelen een belangrijke rol in de digitale transformatie van de scheepvaartsector.

De maritieme industrie staat aan de vooravond van een revolutie in connectiviteit, met nieuwe mogelijkheden die fundamenteel veranderen hoe schepen opereren en disruptieve innovaties zoals Starlink. “We gaan van snelheden die we begin jaren ‘90 thuis hadden, naar verbindingen die op een kantoor niet zouden misstaan”, zegt Richard de Wit, SatCom Solutions creator bij NexusOcean. Deze technologische sprong - mede door satellieten van Starlink - is vergelijkbaar met wat Tesla in de autoindustrie teweegbracht.

De exponentiële groei in dataverbindingen faciliteert cruciale toepassingen: reisoptimalisatie voor brandstofbesparing, ondersteuning voor semi-autonome vaart, en realtime

monitoring van scheepssystemen. “Op het moment dat het aanbod er is, gaat de vraag ook enorm groeien”, voorspelt De Wit.

Integratie op maat van de operatie NexusOcean’s dienstverlening rust op drie essentiële pijlers. De eerste is de connectiviteit zelf - van traditionele satellietsystemen tot de nieuwste Starlink-technologie en 5G-oplossingen. “Wij zijn niet voor één gat te vangen”, zegt De Wit. “Of je nu vaart op de oceanen waar je afhankelijk bent van satellietsystemen zoals Starlink, of langs de Europese kust waar ook 5G beschikbaar is - wij integreren wat voor jouw operatie het beste werkt.” De tweede pijler vormt cybersecurity en netwerkinfrastructuur, een aspect dat steeds crucialer wordt naarmate schepen digitaler worden. NexusOcean onderscheidt zich door

enterprise-grade apparatuur te gebruiken van gerenommeerde merken zoals Fortinet en Cisco. “Het R&D-budget van Fortinet is indrukwekkend en veel groter dan wat wij in onze sector gewend zijn”, benadrukt De Wit. “Daarmee heb je het hoogste niveau cybersecurity.” De derde pijler betreft IT-oplossingen en werkplekken aan boord. Het bedrijf configureert systemen die passen bij elke klant, van de meest basis-georiënteerde rederijen tot de meest geavanceerde operators.

Service begint met een ja NexusOcean profileert zich nadrukkelijk op klantenservice. “Je begint bij ons altijd met een ja”, zegt De Wit. “Die nee kunnen we altijd nog verkopen.”

Deze flexibiliteit en servicegerichtheid zijn essentieel in een markt waar klantbehoeften sterk uiteenlopen - van rederijen die terughoudend zijn met digitalisering tot vooruitstrevende operators die terabytes aan data verwerken. Met toegenomen connectiviteit komen

grotere risico’s. Scheepssystemen - van voortstuwing- en navigatiesystem maar ook de airconditioning. - zijn steeds vaker verbonden met het internet. “Een hacker kan zeggen: ik zet nu de stroom uit, ik geef een vals alarm, en het systeem valt in beveiliging”, waarschuwt De Wit.

We gaan van inbelverbinding naar zakelijk internet op zee

NexusOcean’s boodschap is helder: omarm de mogelijkheden van snelle dataverbindingen voor bemanning en operationele efficiëntie, maar onderschat nooit het belang van goede beveiliging. “Met alle voordelen komen ook nadelen”, concludeert De Wit. “De cybersecuritywetgeving loopt jaren achter de feiten aan. Pak de kansen, maar denk heel goed na over de veiligheid.”

Rob Vermeulen, Oprichter, ORCA Crew Services

Technologie aan het roer

De wereldwijde scheepvaart transformeert onder invloed van digitalisering, elektrificatie en strengere emissie-eisen. Voor zeevarende naties als Nederland ligt hier een kans om technologische voorsprong te vergroten.

De oceanen wereldwijd worden bevolkt door zo’n 90.000 commerciële schepen die samen jaarlijks meer dan 11 miljard ton vracht vervoeren. Om deze vloot duurzamer, intelligenter en efficiënter te maken, zijn geavanceerde besturingssystemen essentieel. Een Nederlands MKB-bedrijf uit Leiderdorp is hierin uitgegroeid tot

www.praxis-automation.nl

een belangrijke internationale leverancier. Praxis Automation, dit jaar zestig jaar actief, levert jaarlijks aan vijfhonderd schepen complete automatiseringssystemen en behoort inmiddels tot de wereldwijde top drie in deze sector.

“Op dit moment varen er zo’n zevenduizend schepen met onze systemen”, vertelt Benjamin van Dam, Managing Director van Praxis Automation. “Onze grootste afzetmarkt is het Verre Oosten, waar de meeste schepen worden gebouwd.”

Alles in eigen huis

Wat Praxis Automation bijzonder maakt is de volledige beheersing van de productieketen. “Wij ontwikkelen en produceren al onze hardware en software in eigen huis”, legt Van Dam uit. “Van de elektronische componenten tot de software en zelfs de toetsenborden - alles maken we zelf.”

Deze aanpak heeft een praktisch doel: “Wij committeren ons eraan dat we onze systemen minimaal twintig jaar kunnen ondersteunen, de gemiddelde levensduur van een schip. Door alles in eigen beheer te houden, kunnen we volledige controle houden over het eindproduct.” Het bedrijf focust op drie productgroepen die cruciaal zijn voor moderne scheepvaart: scheepsautomatisering, brugbesturing en elektrische voortstuwing.

AI en autonoom varen

De komende jaren investeert Praxis Automation sterk in AI-technologie. “We lanceren binnenkort onze AI-series waarin kunstmatige intelligentie op drie manieren wordt toegepast”, vertelt Van Dam. “AI-assisted design helpt ons bij het optimaliseren van ontwerpen, AI-assisted engineering versnelt het projectmatige werk per schip, en in de operationele fase gaat AI helpen om processen aan boord te optimaliseren.”

Ook autonoom varen is geen toekomstmuziek meer. “Eigenlijk zijn we al zestig jaar bezig met het automatiseren van scheepsfuncties. Ons dynamic positioning systeem, dat schepen automatisch op positie houdt tegen wind en golven in, is al een vorm van autonome besturing.”

Elektrificatie van de scheepvaart

De derde grote ontwikkeling is de transitie naar elektrische voortstuwing. “Op termijn is een verbrandingsmotor niet houdbaar”, stelt Van Dam. “Elektrisch aangedreven schepen worden steeds gewoner, zeker in bewoonde gebieden en havens.”

Praxis Automation produceert complete elektrische voortstuwingssystemen met eigen batterijen en elektromotoren. “De tijd dat je brandstof in een machine gooit om zuigers heen en weer te laten bewegen in cilinders, met een drijfstang en tandwielen - eigenlijk is het krankzinnig dat we daar ooit op terecht zijn gekomen. Maar uiteindelijk evolueert de scheepvaart naar autonoom varende, intelligente, elektrisch aangedreven schepen. De scheepvaart ontwikkelt zich richting meer veiligheid, duurzaamheid en efficiëntie – en dat vraagt om betrouwbare technologie.”

Maritieme duurzaamheid vereist smeertechnische expertise

De maritieme sector staat voor een grote uitdaging: hoe kunnen schepen duurzamer worden terwijl de betrouwbaarheid gewaarborgd blijft? Milieuvriendelijke smeermiddelen kunnen hierin een essentiële rol spelen, maar voor een succesvolle implementatie is specifieke expertise vereist.

De overstap naar biologisch afbreekbare oliën en vetten biedt niet alleen milieuvoordelen, maar kan ook aanzienlijke technische verbeteringen opleveren. Van Meeuwen Lubrication, een Nederlands familiebedrijf dat al 91 jaar bestaat, heeft zich ontwikkeld tot specialist in dit vakgebied. Rogier van Meeuwen, van de derde generatie en sinds 2018 Managing Director, legt uit hoe zijn bedrijf klanten ondersteunt bij deze transitie. “We zijn eigenlijk een dienstverlener in het vakgebied smeertechniek. Sinds 2015 is de maritieme en offshore sector voor ons een belangrijk segment en verzorgen we wereldwijd leveringen voor onze klanten.”

Strengere milieueisen

De groeiende vraag naar biologisch afbreekbare smeermiddelen voor deck equipment, schroefassen, thrusters en staalkabels komt voort uit strengere milieueisen. “Met de wereldwijde

verduurzaming zoekt iedereen manieren om het steeds een beetje beter te doen”, verklaart Van Meeuwen. “Het draait uiteindelijk om maximale betrouwbaarheid van het schip en de equipment, maar nu kun je meerdere vliegen in één klap slaan. Technisch ga je erop vooruit, de belastbaarheid is beter en de levensduur neemt toe.”

Van

Lubrication

smeersystemen, software en training voor het personeel aan boord.”

Goede resultaten

De resultaten zijn zichtbaar voor stakeholders in de maritieme sector. Bij jack-up vessels heeft Van Meeuwen een vetreductie van 35 procent gerealiseerd, terwijl de bescherming verbeterde. “Het gaat ons altijd om de total cost of ownership”, benadrukt Van Meeuwen. “Niet wat het kost per liter, maar wat je kwijt bent als we over vijf jaar kijken.”

Duurzaam smeren, zonder concessies aan prestaties

Technische uitdagingen

Toch zijn hun activiteiten niet zonder uitdagingen. “Mengbaarheid en compatibiliteit met reeds gebruikte oliën, bepaalde equipment en afdichtingen zijn aandachtspunten”, waarschuwt Van Meeuwen. “Je kunt niet zomaar het één

voor het ander vervangen. Je moet echt nadenken over welk product geschikt is voor welke toepassing.” Dit vraagt om maatwerk, waarbij Van Meeuwen soms zelfs custom-made producten ontwikkelt voor specifieke uitdagingen.

Het bedrijf kenmerkt zich eveneens door een brede kennis van verschillende technologieën en een verbetergerichte aanpak. “We werken samen met grote merken als Shell PANOLIN en BIOMAX™, maar hebben ook onze eigen Green Point®-lijn”, legt Van Meeuwen uit. “We kijken niet alleen naar het smeermiddel, maar ook naar

Het bedrijf heeft recent ook een nieuw support vessel compleet uitgerust met biologisch afbreekbare producten (behalve de motorolie). Hierdoor kan de klant beter voldoen aan wet- en regelgeving en de wensen van opdrachtgevers.

Voor de toekomst verwacht Van Meeuwen verdere automatisering en innovatie. “Iedereen zoekt naar methodes om het onderhoud tot een minimum te beperken. Onze filosofie is dat als je topproducten inzet die lang meegaan, je ook minder onderhoud nodig hebt. Elektrificatie zal een steeds grotere rol gaan spelen, maar ook hierin blijft smering essentieel.”

Benjamin van Dam, Managing director, Praxis Automation
Van Meeuwen Lubrication – Partner Content
Rogier van Meeuwen, Managing director,
Meeuwen

De opmars van de slimme container

De vraag naar flexibele, efficiënte en duurzame logistieke oplossingen groeit snel. Door geopolitieke spanningen, netcongestie en de energietransitie zoeken bedrijven naar schaalbare alternatieven voor opslag, transport en tijdelijke huisvesting. Tegelijkertijd groeit de druk op circulariteit, digitalisering en ruimte-efficiëntie.

In dit huidige speelveld is de container niet langer alleen een transportmiddel, maar een strategisch inzetbaar hulpmiddel geworden. Een partij die actief is in deze ontwikkeling, is CBOX Containers. Het bedrijf is gespecialiseerd in verkoop, verhuur en maatwerkoplossingen met zeeen opslagcontainers. Wat begon als een lokale speler in de Amsterdamse haven, is inmiddels uitgegroeid tot een internationale

organisatie met vestigingen in onder meer Antwerpen, Hamburg, Sydney en Hongkong. “We verplaatsen voorraden flexibel tussen locaties om lokaal snel te kunnen leveren”, zegt Casper van Diepen, Chief Commercial Officer. CEO Michael ter Haak vult aan: “Onze wereldwijde dekking stelt ons in staat om mee te bewegen met waar de vraag ontstaat.”

Maatwerk voor offshore, defensie en events

De toepassingen zijn divers. Zo levert CBOX tijdelijke slaapunits op werkschepen in de Noordzee voor offshore windprojecten. Voor defensie ontwikkelt het bedrijf mobiele werkplaatsen of bunkers voor lithiumbatterijen, inclusief blussystemen. “Wij leveren de container als veilige, technische omhulling – de klant bepaalt de inhoud”, aldus Van Diepen. Ook in de evenementenwereld en bouwsector worden steeds vaker maatwerkcontainers ingezet

voor opslag, beveiliging of geluidsreductie. CBOX onderscheidt zich met een volledig geautomatiseerde webshop. Klanten kunnen containers huren, volgen via GPS en hun certificaten beheren via één online omgeving. De achterliggende software is intern ontwikkeld en wordt momenteel uitgebreid met AI-tools om processen verder te stroomlijnen. “Onze markt is traditioneel, maar wij proberen met digitale oplossingen de klant volledig te ontzorgen”, zegt Ter Haak.

Circulair en toekomstgericht

Duurzaamheid is een integraal onderdeel van het businessmodel. Containers worden gemiddeld dertig tot veertig jaar ingezet, vaak in meerdere levensfases. Oude exemplaren worden gereviseerd of gerecycled. Ook investeert CBOX in watergedragen coatings, efficiëntere machines en, waar mogelijk, elektrificatie van transport. “Volledig elektrisch rijden is nog niet haalbaar, maar we blijven volgen wat technisch mogelijk is”, aldus Van Diepen. CBOX innoveert niet om het innoveren, maar vanuit concrete klantvragen. Of het nu gaat om de opslag van waterstofsystemen, energiecontainers voor elektrische busproducenten of tijdelijke woonparken voor opvang, het bedrijf speelt snel in op nieuwe behoef-

ten. “De container is onze kracht – hoe die wordt ingezet, verschilt per klant, per markt, per moment”, besluit Ter Haak.

Schaalbare groei met lokale verankering

Om verdere expansie mogelijk te maken, kijkt CBOX gericht naar strategische locaties tussen bestaande vestigingen. “We openen kantoren die elkaar logisch versterken – van Nederland naar België en Duitsland, en een volgende stap zou Frankrijk of de UK kunnen zijn.”, legt Van Diepen uit. Daarnaast onderzoekt het bedrijf de oprichting van een internationale hub in Dubai. Deze locatie biedt niet alleen logistieke voordelen, maar ook een gunstige positie tussen Europese en Aziatische tijdzones. Zo streeft CBOX naar een balans tussen wereldwijde schaal en lokale service.

www.cboxcontainers.nl

Pathways – Partner Content

De digitale koerswijziging

De maritieme sector kampt met een paradox. Terwijl geavanceerde technologieën zoals AI en sensordata worden gepromoot als de toekomst, worstelen veel rederijen nog met verouderde systemen die hun basis vormen.

De wat meer traditionele scheepvaartwereld vervangt technologie vaak pas later, terwijl op land voortdurend innovaties toegepast worden. Hierdoor blijven maritieme bedrijven afhankelijk van omslachtige processen en handmatig micromanagement. Voor echte vooruitgang is meer nodig dan alleen een nieuw systeem

aanschaffen. Dat is de mening van Ole Petter Andersen, CEO van Pathways, die dit dagelijks ziet in de praktijk. “Iedereen heeft het over AI en sensordata, maar veel bedrijven worstelen al met hun basis. Oude systemen, slechte datakwaliteit –dan heeft AI weinig zin”, vertelt hij. “We nemen een bredere kijk: wat gebeurt er écht en waar kan het beter?” Andersen benadrukt dat zijn team, bestaande uit hoogopgeleide consultants met tientallen jaren maritieme ervaring, verder kijkt dan alleen technologie. “Wij helpen klanten bij transformatie door te kijken naar mensen, processen én verouderde technologie.”

Cloudapplicaties aan boord

De impact van deze aanpak is concreet. Bij inkoop- en voorraadbeheer bijvoorbeeld, waar correcte masterdata essentieel zijn voor automatisering. “Als je basisdata niet kloppen, ben je enorm veel tijd kwijt aan het handmatig verwerken van

iets simpels als een klep of pomp – zeker internationaal met douaneregels”, legt Andersen uit.

Verbeterde connectiviteit opent nieuwe mogelijkheden. Schepen kunnen nu cloudapplicaties gebruiken, wat remote inspecties faciliteert en de kloof tussen schip en wal verkleint. Dit leidt tot substantiële efficiëntieverbeteringen en kostenbesparingen bij de drie grote kostenposten: personeel, brandstof en operationele uitgaven. Pathways, met vestigingen in Rotterdam, Stavanger, Bergen en Londen, richt zich momenteel op Noord-Europa. “Deze regio loopt voorop in technologiegebruik en door hogere operationele kosten zijn bedrijven hier gedwongen efficiënter te werken”, aldus Andersen.

Mensen maken het verschil De cultuur van het bedrijf is een belangrijk onderdeel van het succes. “We investeren veel in plezier – intern, maar ook met onze klanten. Want uiteindelijk zijn het mensen die het verschil maken, niet systemen en data”, benadrukt Andersen.

Met momenteel dertig consultants heeft het bedrijf ambitie om door te groeien, maar talent aantrekken blijft een uitdaging.

Uiteindelijk zijn het mensen die het verschil maken, niet systemen en data

De maritieme sector zal zich volgens hem in de toekomst splitsen in twee typen bedrijven: “De één is getransformeerd, datagedreven en heeft de kosten onder controle. De ander doet niets en zal het moeilijk krijgen.” Een klant van Pathways heeft dankzij datagedreven werken de CO₂-voetafdruk van een Trans-Pacifische oversteek met 85% verlaagd. Niet alleen duurzamer, maar ook kostenefficiënter. Dit illustreert hoe de juiste data en processen zowel bedrijfseconomische als maatschappelijke waarde kunnen creëren.

Andersens boodschap is helder: “Haal externe expertise binnen voor duurzame transformatie. Kijk holistisch naar je organisatie en stel jezelf de vraag: waar staan we over 5, 10 of 20 jaar?”

Michael ter Haak & Casper van Diepen, CEO & Chief Commercial Officer, CBOX
Ole Petter Andersen, CEO, Pathways

Een Nederlands bedrijfsmodel dat de wereld over vaart

In de maritieme sector blijken traditionele methodes steeds minder effectief, waardoor ruimte ontstaat voor innovatieve businessmodellen.

Een Nederlandse speler keert het klassieke concept om: niet de werf bepaalt het ontwerp, maar de klant krijgt een ontwerp op maat dat vervolgens bij de meest geschikte werf wordt gebouwd.

De traditionele aanpak in de scheepsbouwsector - waarbij werven hun eigen ontwerpen aanbieden - werkt niet meer optimaal in de moderne markt. “Vroeger had elke werf gewoon zijn eigen ontwerp. Als je een schip kocht van die werf, wist iedereen ongeveer wat je bedoelde. Maar dat model sluit niet meer aan bij de huidige markt”, legt Wim Driessen uit. Als managing partner bij RensenDriessen Shipbuilding heeft hij een andere visie ontwikkeld.

RensenDriessen, gevestigd in Zwijndrecht, functioneert sinds 1980 als een soort projectontwikkelaar in de scheepsbouw. Het bedrijf beschikt over eigen tekenbureaus met ongeveer veertig tekenaars in Polen voor standaard ontwerpen, terwijl de hoogwaardige en innovatieve schepen door het tekenbureau in Nederland worden ontworpen. “We maken zelf het ontwerp samen met de

klant. Vervolgens zoeken we wereldwijd naar de meest geschikte werf”, vervolgt Driessen.

Van binnenvaart naar wereldzeeën Het bedrijf heeft zich met dit model een stevige positie verworven in de binnenvaart, waar het vooral binnenvaarttankers, drogeladingschepen en passagiersschepen (riviercruises) verkoopt. Nu richt het bedrijf zijn pijlen op de zeevaart en kustvaart, waar nog steeds ongeveer zeventig procent van de schepen volgens het oude model wordt gebouwd. De ambitie is helder: doorgroeien in de wereld van de zeevaart. “We bouwen nu al maritieme zeegaande objecten zoals pontons”, aldus Driessen. Momenteel wordt er in China gewerkt aan 20.000 m³ zeegaande LNG-bunkertankers waarbij RensenDriessen als broker/ makelaar optreedt.

Het bedrijf fungeert ook als broker en past dit model toe in zowel binnen- als zeevaart. “We hebben nu twee LNGcarriers in de aanbouw in China als broker voor een Belgische klant”, vertelt Driessen. “Het voordeel voor die klant in Europa is dat zij zaken doen met een Nederlands bedrijf – wij dus – en wij zorgen dat de rest geregeld wordt.”

Combinatie van werelddelen

De samenwerking met Chinese werven vormt een essentieel onderdeel van de strategie. Waar er vaak misverstanden bestaan over kwaliteit en betrouwbaarheid in China, ziet Driessen juist positieve

ontwikkelingen. “Kijk naar de elektrische auto’s die ze daar maken, die inmiddels ook kwalitatief hoogwaardig zijn. Daarnaast hebben we in de scheepsbouw een team van zo’n twintig eigen mensen die voortdurend toezicht houden op de werf.”

Een belangrijk aspect van hun bedrijfsmodel is dat ze het transport van casco’s geheel in eigen beheer en op eigen risico uitvoeren, waarbij ze altijd twee transporten onderweg hebben. “De casco’s worden in China gemaakt, naar één punt verzameld en verscheept naar Nederland. We stapelen tot veertien casco’s op een zeeschip”, legt Driessen uit.

aspect daarvan is het efficiënter maken van schepen, vooral met het oog op veranderende waterstanden: “De schepen moeten zoveel mogelijk tonnage mee kunnen nemen op beperkte diepgang”, legt Driessen uit. Daarnaast werkt het bedrijf aan energie-efficiënt varen. “We werken onder andere met meerdere kleinere schroeven, nieuwe technologieën, betere motoren en andere brandstoffen.”

Onder de innovatieve projecten die RensenDriessen heeft gerealiseerd, vallen LNG-tankers, LNG-bunkertankers voor de kust van België en Rotterdam, en de zogenaamde river drones - autonoom varende schepen. “Die LNG-projecten zijn tien keer complexer dan het bouwen van een bulkcarrier van 300 meter”, stelt Driessen.

Businessmodel en duurzaamheid

Als we de laatste 10-15 jaar alleen in Europa hadden gebouwd, waren schepen onbetaalbaar geworden

De combinatie van casco’s bouwen in China en afbouw in Nederland zorgt voor een concurrerende prijs zonder in te leveren op kwaliteit. “Als we de laatste 10-15 jaar schepen alleen maar in Europa hadden mogen bouwen, dan waren ze onbetaalbaar geweest”, stelt Driessen. “De combinatie van dat relatief betaalbare casco in China met de high-end afbouw hier in Nederland, maakt de totale prijs werkbaar voor die ondernemer. Dus blijft de Nederlandse industrie ook aan de gang.”

Innovatie en duurzaamheid

Het bedrijf richt zich ook op innovatie in de scheepvaart. Een belangrijk

Ondanks de bereidheid van veel klanten om te investeren in groene technologieën, blijft het businessmodel nog een uitdaging. “Die ondernemer is bereid om op een binnenvaartschip van pakweg € 11 miljoen, € 2 miljoen extra te investeren, maar komt dan de markt tegen waarbij de bevrachter zegt dat zijn eindklant er niet meer voor wil betalen”, verklaart Driessen.

Voor de toekomstige groei ziet het bedrijf naamsbekendheid in de zeevaart als belangrijkste uitdaging. Met hun bewezen aanpak in de binnenvaart en groeiende portfolio in de zeevaart, lijkt RensenDriessen goed gepositioneerd om hun Nederlandse bedrijfsmodel wereldwijd uit te rollen. “We willen een onafhankelijke rol hebben om te bepalen op welke werf we op dat moment het beste kunnen bouwen. Zo kunnen we kiezen voor werven met de beste voorwaarden op het gebied van prijs, levertijd en kwaliteit.”

Slimmer varen

De maritieme en offshore sector staat voor een grote digitale uitdaging. Schepen en havens werken vaak op een tradionele manier, terwijl innovatie noodzakelijk is. Digitalisering en automatisering dringen zich op, gedreven door concurrentiedruk, duurzaamheidseisen en de noodzaak tot kostenbesparing.

De grote vraag is: hoe maak je die transitie in een wereld waar silo’s tussen organisaties en verouderde systemen de norm zijn? De complexiteit zit niet alleen in de techniek, maar vooral in het meekrijgen van mensen die al jaren vertrouwen op hun ervaring en intuïtie. Juist daar ziet IT-dienstverlener Netcompany een sleutelrol voor zichzelf.

“Wij zijn niet het soort IT-leverancier dat alleen CV’s aanbiedt of standaardsoftware levert. Wij helpen organisaties, gedreven door IT maar met nadruk op mensen en bouwen een langdurig partnerschap op”, benadrukt Maurice van Dorp, partner bij Netcompany.

Deze Europese IT-dienstverlener onderscheidt zich door niet alleen techniek te leveren, maar juist de implementatie

én het traject erna te begeleiden. “Veel partners leveren een product af en zijn dan weg. Wij blijven betrokken om ervoor te zorgen dat de verwachte return on investment ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd.”

Van onderbuikgevoel naar data

Een grotere digitale bewustwording in de maritieme sector biedt kansen. Naast onderbuikgevoelens, intuïtie en ervaring is het goed om te vertrouwen op innovatie. Voor de maritieme sector zijn datagedreven voorspellingen en AI gestuurde routeplanning belangrijke digitale ontwikkelingen. Netcompany helpt hier graag bij. Niet door technologie op te dringen, maar door medewerkers actief mee te nemen in de verandering. “Wij geloven niet dat één persoon een organisatie kan veranderen. Je hebt teams nodig die integreren met de klantteams”, legt Van Dorp uit. Zo wordt de waarde van digitalisering direct zichtbaar voor alle betrokkenen.

Van papier naar digitale processen

Een groot deel van de transportkosten zit in administratie – douane, papieren, ambassades. “Wij digitaliseren papierprocessen. Daarvoor stelt de EU een deadline in 2027.” Daarnaast helpt Netcompany bij het ontsluiten van data die organisaties al hebben, bijvoorbeeld over CO2-uitstoot of overslagtijden in havens.

Het lijkt eenvoudig, maar Van Dorp ziet in de praktijk dat organisaties vaak te grote stappen willen zetten. “Ze willen met AI aan de slag terwijl hun data nog in verschillende systemen zitten. Je moet eerst zorgen dat je datahuishouding op orde is.” Netcompany bouwt daarom met herbruikbare componenten: “Wij geloven dat binnen Europese organisaties veel oplossingen al bestaan die we slim kunnen hergebruiken.”

Stapsgewijze verandering creëert draagvlak

Netcompany kiest voor een pragmatische aanpak: kleine stappen die direct waarde tonen. Door concrete resultaten te laten zien, ontstaat draagvlak voor verandering. Dit is cruciaal in een sector waar mensen bezorgd zijn over hun toekomst in een steeds verder geautomatiseerd proces. “Ook als je met AI werkt, heb je mensen nodig. Ze krijgen alleen andere taken. Als je waarde toont en mensen de kans geeft om te groeien, krijg je een vliegwieleffect.”

Ook als je met AI werkt, heb je mensen nodig. Ze krijgen alleen andere taken

Van silo’s naar ketenintegratie

Een fundamentele uitdaging is het doorbreken van silo’s tussen en binnen organisaties. “In die silo’s werkt iedereen met zijn eigen systemen. Ze hebben veel data, maar als die niet gedeeld worden, ontbreekt ketenwijde efficiëntie”, zegt Van Dorp.

Concurrentiegevoeligheid remt vaak samenwerking. Toch is Van Dorp overtuigd: “Het feit dat jouw schip op het juiste moment via een duurzame route in een haven binnenkomt, onderscheidt jou niet van een ander. Het levert alleen voordelen op voor jezelf én de markt.” Dit vereist wel standaardisatie en de bereidheid om data te delen, een proces waarin Netcompany actief begeleidt.

Van Dorp ziet een toekomst waarin administratieve lasten verdwijnen, mensen verschuiven naar strategische rollen en ketenpartners nauwer samenwerken.

Mens en techniek in balans

“Met techniek kunnen we het meest bijzondere oplossen”, stelt Van Dorp, “maar als het niet wordt gebruikt, blijft vooruitgang uit.” De balans tussen mens en techniek is dan ook essentieel. Het gaat niet alleen om algoritmen en platforms, maar vooral om cultuur, mensen en bereidwilligheid. De digitale transformatie van de maritieme wereld vraagt om een mensgerichte aanpak die techniek en traditie verbindt.

Deze benadering past bij een sector waar de fysieke werkelijkheid van schepen, stormen en havens nooit zal verdwijnen. De kunst is om digitale innovatie te laten samenwerken met de waardevolle menselijke ervaring die de maritieme sector al eeuwen typeert.

Maurice van Dorp, Partner, Netcompany

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Maritiem & offshore by Contentway - Issuu