Erfgoedbrochure 20: Langs Ichtegemse kapelletjes

Page 1

LANGS ICHTEGEMSE KAPELLETJES

1 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes ICHTEGEMS ERFGOED 20

Woord van dank

Met dank aan auteurs Caro Hendrickx en Joke Meerkens voor het tot stand brengen van deze erfgoedbrochure. Met de steun van de erfgoedwerkgroep van het lokaal bestuur Ichtegem.

Verantwoordelijke uitgever: Gemeente Ichtegem, Stationsstraat 1, 8480 Eernegem, vertegenwoordigd door Dimitri Decock © Gemeente Ichtegem 2024

Foto’s: Joke Meerkens (IOED Polderrand)

Foto voorpagina: Langs de Zedelgemsesteenweg, bij de oprit van De Herdershoeve, bevindt zich de zogenaamde ‘Cherfskapel’. Deze pijlerkapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en dateert uit het jaar 1988. Het werd opgericht ter vervanging van een kapel die eerder naast de telecommast aan de Processieweg gelegen was.

Opmaak en druk: volg ons op facebook of surf naar www.mr-print.be

INLEIDING

In onze moderne wereld vormen kapellen die verstild te midden van het Vlaamse landschap staan, vaak een oase van rust en reflectie. Deze kleine heiligdommen van geloof en devotie zijn stille getuigen van voorbije eeuwen. Het zijn bescheiden bouwwerken die – vaak gehuld in een aura van mystiek en serene schoonheid – het verhaal vertellen van onze voorouders en hun overtuigingen. Kapellen hebben dan ook een unieke verbondenheid met de lokale gemeenschap die niet te vergelijken is met andere aspecten van ons erfgoed. Elke kapel heeft immers een bijzondere oorsprong. Ze zijn nooit zomaar ontstaan, maar werden opgericht ter herinnering aan een overledene, om een speciale gebeurtenis te herdenken, als dank voor een genezing of een ander speciaal gebeuren.

Kapellen behoren tot het ‘klein historisch erfgoed’, net als gedenktekens, kruisen, standbeelden, maar ook wegwijzers, pompen, fonteinen en omheiningen vallen onder deze term. Dergelijke kleine erfgoedelementen geven kleur aan het straatbeeld, hebben een zeker nut en bieden gelegenheid tot bezinning. Ze kunnen verbonden zijn met volksgeloof, een manifestatie van status vormen of refereren naar historische gebeurtenissen. Niettemin zijn deze kleine erfgoedelementen kwetsbaar en verdwijnen ze geruisloos. Vanwege hun alledaagsheid worden ze vaak over het hoofd gezien of hun oorspronkelijke functie is simpelweg niet langer relevant. Soms blijft de traditie voortduren, zij het met modernere ontwerpen, waarbij oudere versies worden vervangen. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval bij wegwijzers of verlichtingspalen.

Kapellen staan onder druk. Ze worden te vaak gezien als een fenomeen uit het verleden. Niettemin kunnen ze nog steeds een actuele betekenis hebben. Denk maar aan het branden van een kaarsje voor goede examens of ter herinnering aan een overledene. Daarnaast ziet men kapellen ook nog heel vaak gebruikt worden als rust- of stilteplek, onder meer door wandelaars en/of fietsers.

Het behoud van kapellen vergt toewijding en expertise. Buurten, verenigingen of soms individuen nemen de zorg op zich en staan in voor het onderhoud van deze bidplaatsen. Lokale gemeenschappen en erfgoedorganisaties spelen dan ook een cruciale rol in het beschermen van dit specifiek stukje erfgoed. Zij staan voor de uitdaging om tradities te eren en om tegelijkertijd de nodige zorg te bieden om de kapellen voor toekomstige generaties te vrijwaren.

Onze-Lieve-Vrouwekapel uit 1954 in de Mitswegestraat.

3 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

ONTSTAANSGESCHIEDENIS EN CULTUURHISTORISCHE CONTEXT

Waar het gebruik om kapellen op te richten vandaan komt, is vrij onzeker. Een van de theorieën die lange tijd gangbaar was, stamt uit het begin van de 20e eeuw en wordt toegeschreven aan de volksdeskundige Gabriël Celis. Celis verwees naar de Bijbel waarin wordt beschreven hoe het Joodse herdersvolk altaren oprichtte voor Jahwe bij belangrijke gebeurtenissen. Vaak bestonden deze altaren eenvoudigweg uit een opeenstapeling van stenen en dienden ze als een soort van primitief altaar. Ze werden opgericht bij belangrijke gebeurtenissen, soms in verband gebracht met een godheid of een overleden persoon. De steenhopen fungeerden als mijlpalen voor reizigers en zouden eeuwen later worden vervangen door kapellen. Celis paste een vergelijkbare redenering toe op kapellen in velden of op gevelnissen van hoeven en huizen. Mensen voelen vaak de behoefte om zich tot een goddelijke kracht te richten wanneer ze in nood verkeren. Als ze dan hulp ontvangen, willen ze hun dankbaarheid op een tastbare manier uiten, bijvoorbeeld door het bouwen van een kapel of een nis.

De theorie van Celis is inmiddels bijgesteld en verder genuanceerd. Het is nu belangrijk rekening te houden met twee verschillende types kapellen, die elk een eigen ontstaansproces hebben ondergaan.

Veldkapelletjes

Allereerst zijn er de veldkapelletjes, kleine kapellen die nooit officiële cultusgebouwen van het christendom waren. Ze werden opgericht in het landschap als beschermende symbolen. Kruispunten - van oudsher beschouwd behekst, gevaarlijk of sacraal - speelden daarbij een belangrijke rol. Een kruis bood niet alleen houvast aan reizigers, maar ook bescherming tegen geesten en rondzwervende demonen. Hetzelfde gold voor bossen, die ondanks hun functie als bron van voedsel en hout vaak als onheilspellend en donker werden beschouwd. Het reizen door bosrijk gebied was in de middeleeuwen zeer gevaarlijk vanwege de aanwezigheid van roversbenden die zich daar verscholen in de hoop reizigers te overvallen en beroven, soms met dodelijke afloop. Kapelletjes werden daarom niet toevallig in deze context opgericht, vooral nabij de ingang van bossen en wouden, om een veilige doorgang door het gebied te bieden.

Volksverhalen speelden ook een significante rol bij het ontstaan van kapellen, vooral die met betrekking tot miraculeuze genezingen. Ze verwezen naar specifieke ‘heilige plaatsen’ die dienden als locatie voor de oprichting van een kapel. In sommige legenden gaf de heilige of het heilige voorwerp zelf de plaats aan waar het vereerd wilde worden, zoals bijvoorbeeld verhalen over het vinden van een heiligenbeeldje of de terugkeer van een beeldje naar dezelfde plaats.

4 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

De bovengenoemde kleine kapelletjes, die oorspronkelijk werden opgericht als beschermende symbolen in het landschap, begonnen bescheiden met elementen zoals kruisen en vrijstaande beelden. Om ze te beschermen tegen de invloeden van weer en verval, werden ze aanvankelijk voorzien van eenvoudige daken of houten kasten. Later, vanaf de zeventiende eeuw, evolueerden deze beschermende structuren naar meer duurzame houten en stenen kapelletjes.

Kerkelijke invloed

Daarnaast werden op initiatief van kerkelijke instellingen ook grotere kapellen opgericht. De oudste kapellen die door de kerk werden gebouwd, dateren uit de periode van de kerstening en de daaropvolgende stichting van parochies. De vroege middeleeuwen brachten talrijke christelijke missionarissen op de been, die niet alleen kloosters stichtten maar ook gemeenschappen bekeerden. In deze gemeenschappen ontstonden na de vroegste kerken ook de eerste kapellen, hoewel er geen kapellen uit die vroege periode zijn overgebleven. In de 12e en 13e eeuw beleefde het religieuze leven een aanzienlijke bloei, wat resulteerde in de oprichting van verschillende religieuze orden en met de bouw van grote kapellen waar de eucharistie kon worden gevierd. Ook in de 14e eeuw leidde de groeiende heiligenverering tot de bouw van diverse kapellen. Het stichten van kapellen kon tevens beschouwd worden als de ultieme devotionele daad van de hogere klasse om zich vrij te kopen uit het vagevuur.

Reformatie en contrareformatie

Het einde van de middeleeuwen bracht een nieuw tijdperk met zich mee, waarin protestanten zich kritisch opstelden tegen enkele bestaande kerkelijke praktijken en leerstellingen, zoals de biecht, het vagevuur en aflaten. Onder invloed van het humanisme kwam het individu centraal te staan, wat leidde tot een verandering in de relatie tussen het individu en God. Beelden tussen God en het individu werden als overbodig beschouwd, en men hoefde niet langer vergeving te vragen via Maria, maar kon dit rechtstreeks aan God doen. Het bracht een grote hervormingsbeweging teweeg in de 16de eeuw die resulteerde in grootschalige vernieling en plundering van religieuze gebouwen. Deze Beeldenstorm maar ook de daaropvolgende Tachtigjarige Oorlog, waren enorm verwoestend voor kerken en kapellen. In Ichtegem verdwenen zo de Sint-Medarduskapel (Mitswege), de Sint-Michielskapel (Engel), de Sint-Wekskapel (Reiger) en de beide Sint-Laurentiuskapellen (Watervalle).

Een katholieke reactie volgde echter snel en staat bekend als de Contrareformatie. Deze herstelbeweging had als doel de aanzienlijke schade te herstellen, wat op grote schaal plaatsvond in de 17e eeuw.

5 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

19e en 20e eeuw

Een nieuwe golf van vernieling deed zich voor aan het einde van de 18e eeuw tijdens de Franse Revolutie. De antichristelijke Franse overheid voerde een beleid van ontkerstening en confisqueerde religieuze eigendommen overal in het land. Deze eigendommen werden geplunderd, vernield, verkocht en ontmanteld, terwijl de Cultus van de Rede als vervanging voor het christelijk geloof naar voren werd geschoven. Ondanks deze ontwikkelingen bleef volksreligie in de 19e eeuw sterk aanwezig. Na de val van Napoleon in 1815 volgde de Restauratie, waarin de religieuze cultuur een heropleving kende. Kapelletjes werden opnieuw her en der opgericht, waarbij het volksgeloof nog steeds een belangrijke rol speelde.

Een veel voorkomende aanleiding om een kapel te bouwen was om de aanbedene ‘te dienen’ of om voorspoed af te dwingen. Typische voorbeelden zijn kapellen die gebouwd werden om oogkwalen te voorkomen, spoken van de velden te verjagen, onheil te weren of om genezing te bekomen.

De invloed van beide wereldoorlogen bracht een verlangen naar vrede met zich mee, waardoor kapellen symbool werden van hoop en herstel. Gebombardeerde kapellen werden herbouwd, en nieuwe kapellen kwamen tot stand in een streven naar harmonie en uit dankbaarheid voor de verkregen bescherming.

Verder oefenden ook mariale dogma’s en Mariaverschijningen, zoals die in Lourdes (1858) en Banneux (1933), een aanzienlijke invloed uit. Ze inspireerden de oprichting van talrijke mariakapelletjes. De jaren ‘50 en ‘60 brachten nog een laatste golf van kapelletjes, vooral als reactie op het Mariajaar 1954-1955, maar daarna nam hun aantal snel af.

6 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

OORSPRONG VAN HET WOORD ‘KAPEL’

Het woord ‘kapel’ vindt zijn oorsprong in het Latijn. In het Latijn betekent ‘cappa’ mantel, en ‘capella’ is het verkleinwoord, wat zich vertaalt naar ‘manteltje’. Deze term verwijst naar de legende van Martinus van Tours, ook bekend als Sint-Maarten, die in de 4e eeuw leefde. Het verhaal gaat als volgt. Op 15-jarige leeftijd begon Martinus zijn militaire dienst. Tijdens zijn legerdienst in Gallië sneed hij zijn mantel, die eigendom was van de staat, doormidden en deelde deze met een arme. Op 18-jarige leeftijd liet Martinus zich dopen. Nadat hij zijn legerdienst had voltooid, werd hij tot priester gewijd en streefde hij een monastieke levensstijl na. Martinus overleed in 397 na Christus tijdens één van zijn missioneringsreizen waarbij hij talloze kloosters stichtte. Die halve mantel werd een relikwie en in de loop van de tijd kreeg het gebouw waarin deze relikwie werd bewaard de naam ‘capella’, vernoemd naar de mantel.

In de loop der tijd evolueerde het woord capella tot een term die verwees naar een bidplaats van lagere rang, in tegenstelling tot de kerk. Een kapel is een klein, sacraal gebouw waaraan geen priester verbonden is, waar niet gedoopt wordt en waar geen kerkhof aan verbonden is. Oorspronkelijk werden deze bidplaatsen opgericht voor de verering van lokale heiligen. Later werd het onderscheid tussen kerk en kapel vastgelegd in het kerkelijk recht. Kapellen zijn bedoeld voor individuele devotie en de religieuze diensten worden er in private omstandigheden beoefend. Hierdoor was een kapel niet noodzakelijk voor het publiek toegankelijk. Een kerk is dat wel. Het verkrijgen van toestemming van de bisschop was vereist voordat een kapel kon worden gebouwd.

7 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

TYPOLOGIE

De motivatie achter de bouw van een kapel varieert vaak en kan voortkomen uit gevoelens van dankbaarheid, geloften, herdenking, devotie, processies en meer. Omdat deze termen soms door elkaar worden gebruikt, worden kapellen vaak onderscheiden en benoemd op basis van hun specifieke kenmerken en doeleinden. Hieronder volgt een beschrijving van de meest voorkomende types.

1. Betreedbare kapellen: deze kleine gebouwtjes zijn toegankelijk en bieden ruimte voor één of meerdere personen. Vaak staan ze op zichzelf, zijn ze uitgerust met een altaar en voorzien van stoelen of banken.

2. Pijlerkapellen: dit type kapel bestaat uit een nis in een pijler, soms afgeschermd door een raampje of door tralies. De pijlers hebben meestal een zadeldakje.

3. Mantelkapellen: deze kapellen hebben een driehoekige vorm en bezitten een dak dat tot aan de grond reikt. Wanneer geschilderd, worden deze vaak uitgewerkt in een kleurenpalet van blauw en wit.

4. (Gevel)niskapellen: deze kapellen zijn geïntegreerd in de gevel van een woonhuis, stal of schuur. Ze werden opgericht ter bescherming van de bewoners, het vee of de oogst, of als teken van dankbaarheid of toewijding voor een heilige. Het beeld wordt vaak afgeschermd.

5. Open kapellen: deze kapellen hebben modernere ontwerpen, met niet-aaneengesloten muren.

6. Staakkapellen: dit zijn kleine constructies bestaande uit een kastje met daarin een heiligenbeeld dat op een betonnen of houten paal is bevestigd.

7. Kastkapellen: deze constructies bestaan uit een kastje met daarin een heiligenbeeld dat aan een gevel is bevestigd. Ze behoren tot één van de oudste vormen van volksdevotie. Kastkapellen, vergelijkbaar met staak- en pijlerkapellen, waren vrij eenvoudig op te richten en bleven relatief betaalbaar. Als een kastkapel aan een boom is bevestigd, spreekt men van een boomkapel

8. Grotkapellen of Lourdesgrotten: dit zijn grotconstructies, variërend van grote betreedbare constructies tot eenvoudige kapellen in de vorm van een grot. Deze kapellen waren vooral populair in de eerste helft van de 20e eeuw en zijn opgericht om de verschijning van Maria in Lourdes (Frankrijk, 1858) te herdenken. Lourdesgrotten gaan van zeer getrouwe replica’s tot fantasie-Lourdesgrotten.

8 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Van links naar rechts: een pijlerkapel in de Ganzestraat (vorige pagina), een mantelkapel in de Steulestraat, een niskapel in de Dorpstraat, een kastkapel in de Bruggestraat en een grotkapel met Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes in de Dorpstraat.

9 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

PATROCINIUM OF TOEWIJDING

Kapellen worden vaak toegewijd aan specifieke heiligen. In Vlaanderen zijn veruit de meeste kapellen toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Dit is eveneens het geval in Ichtegem. Bovendien valt de sterke lokale verering van het Heilig Hart op, evenals de talrijke aanwezigheid van de beeltenissen van Pater Pio en Broeder Isidoor.

Het is niet steeds geweten aan wie een kapel toegewijd is. Om dit te weten wordt gezocht naar opschriften, geschriften of kaarten die dit duiden. De beelden van een kapel veranderen bovendien regelmatig: er komen nieuwe beelden bij, anderen worden vervangen of verwijderd. De vraag is dan of een bepaalde naamgeving dan nog overeind blijft.

De heiligen die hieronder aan bod komen zijn dan ook een eigentijdse weergave. De meeste nog bewaarde kapellen zijn 20ste-eeuws. Naast Maria worden vooral recentere heiligen vereerd. Of er vroeger wel veel kapellen waren met toewijdingen aan oude volksheiligen is moeilijk na te gaan, gezien weinig documentatiemateriaal rond oudere kapellen beschikbaar is.

Maria

“Waar men ga langs Vlaamse wegen

Oude hoeve, huis of tronk, Komt men U, Maria, tegen, Staat Uw beeltenis te pronk”

Uit het lied ‘Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen’ van A. Cuppens en L. de Vocht.

De oorspronkelijke verering van Maria vond haar basis in haar rol als de moeder van Jezus. Haar betekenis in de menswording van Jezus was van groot belang. In de vroegste stadia was deze verering nog niet uitgegroeid tot een volwaardige cultus.

In de voorchristelijke religies was de oermoeder een prominent figuur en dit leidde tot het verlangen van de vroege christenen om hun eigen ‘oermoeder’ te eren, wat uiteindelijk resulteerde in de verering van Maria. In de vroege middeleeuwen werd Maria beschouwd als goddelijke koningin. Dit beeld van Maria als weelderige en afstandelijke koningin, bemoeilijkte het voor de gelovigen om een persoonlijke band met haar op te bouwen. In de 11e en 12e eeuw evolueerde het beeld van Maria tot dat van een liefdevolle en barmhartige moeder. Haar nederigheid werd steeds meer benadrukt en ze werd gezien als de ‘dienstmaagd van de Heer’. Het ging nu om een Maria die zichzelf wegcijferde. Deze transformatie ging geleidelijk aan verder en leidde uiteindelijk vanaf de 14e eeuw tot het beeld van Maria als lijdende moeder. Vanaf dan werd ze vereerd als Mater Dolorosa of Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Smarten. Haar menselijke kant werd daarbij steeds prominenter naar voren geschoven.

10 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

In de 19e en 20e eeuw beleefde de verering van Maria een hoogtepunt, deels door verschijningen die plaatsvonden, waaronder die in Lourdes (1858), Fatima (1917), Beauraing (1932) en Banneux (1933). Eénentwintig jaar na deze verschijningen wordt Maria tot koningin uitgeroepen, wat resulteerde in het grote Mariajaar in 1953-1954, waarin talloze kapellen in Vlaanderen werden opgericht.

Na het Tweede Vaticaans Concilie (van 1962 tot 1965) nam de volksdevotie aanzienlijk af en de verering van heiligen verminderde sterk. De overblijfselen van deze tradities zijn echter nog steeds te vinden in de lokale folklore. Het tweede Mariajaar, in 1987-1988, zorgde op zijn beurt opnieuw voor de oprichting van een aantal kapellen.

Vandaag blijft er een sober en eenvoudig geloof in de helpende kracht van Maria over.

Het draait niet langer alleen om de universele heilige, maar om de vrouw die de persoonlijke zorgen van elk individu begrijpt vanuit haar eigen ervaring.

Heilig Hart

Het Heilig Hart staat symbool voor Christus’ goddelijke liefde, mededogen en barmhartigheid voor de mensheid. De devotie voor het Heilig Hart heeft zijn oorsprong in de rooms-katholieke kerk en ontstond in de middeleeuwen. In de kunst en religieuze iconografie wordt het Heilig Hart voorgesteld via een beeld van Jezus met Zijn hart blootgesteld, vaak omringd door vlammen en doornenkronen. Aanhangers van deze devotie geloven sterk in de grenzeloze en barmhartige liefde van Jezus. Het Heilig Hart wordt aanbeden als een bron van kracht, hoop en troost. Gelovigen worden aangespoord om hun liefde en toewijding aan Jezus te laten zien door middel van gebed, naastenliefde en dienstbaarheid aan anderen.

Eernegem heeft een unieke historische band met de verering van het Heilig Hart, die teruggaat tot enkele eeuwen geleden. Deze toewijding is nauw verbonden met de oprichting van het Genootschap van het Allerheiligste Hart van Jezus in 1864. Op 30 maart 1924 richtte pastoor Raymond Verduyn een Heilig-Hartbond voor mannen op, wat in slechts twee

11 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes
Beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart in de Cherfskapel in de Zedelgemsesteenweg.

jaar tijd resulteerde in meer dan 500 leden. Op christelijke feestdagen, wanneer Heilig-Hartbonden overal in Vlaanderen Heilig-Hartfeesten organiseerden, was de bond van Eernegem altijd prominent aanwezig. Het was dan ook niet verwonderlijk dat op 12 augustus 1928 de parochie van Eernegem officieel werd toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus. Ook verschillende kapellen in de omgeving werden aan het Heilig Hart van Jezus gewijd.

Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in de Bruggestraat. In de voorgevel van het pand op nummer 56 is een centrale rondboogvormige nis verwerkt, waarin een beeld van het Heilig Hart staat. Dit beeld herinnert aan een oorlogsincident. Voor de oorlog functioneerde het huis als een café met de naam ‘t Engels Hof. In 1914 werd dit café volledig verwoest door de Duitsers, nadat de uitbater en eigenaar van het pand een Duitse soldaat om het leven had gebracht.

Een Heilig-Hartbond was eveneens actief te Bekegem. Het mag dan ook niet verwonderen dat er in de voorgevel van Cafe Gemeentehuis, voorheen De Roste Muis, een beeld van het Heilig Hart is ingewerkt.

Hoewel sommige kapellen niet specifiek gewijd zijn aan het Heilig Hart van Jezus bevatten de beelden binnenin toch verwijzingen naar deze devotie. Zo zijn zowel in de Boskapel als in de Vanderheydekapel beelden van het Heilig Hart te zien.

12 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes
Gevelnis met het beeld van het Heilig Hart, Bruggestraat. Gevelnis met het beeld van het Heilig Hart, Dorpstraat.

In de Ichtegemse kapellen vindt men weinig voorbeelden van toewijdingen aan oude volksheiligen, zoals Sint-Antonius Abt (beschermheilige van vee, met name varkens), de heilige Cornelius (die vaak werd aangeroepen bij verschillende kinderziektes) en de heilige Eligius (die bijvoorbeeld door boeren werd aanbeden bij paardenziektes). In tegenstelling hiermee zijn het Kindje Jezus van Praag, Broeder Isidoor en Pater Pio vaak te vinden. Deze blijken vaak bedevaartsherinneringen te zijn, meegebracht van een reis naar het desbetreffende bedevaartsoord.

Of het zijn uitingen van individuele toewijding aan een specifieke heilige. Pater Pio is bijvoorbeeld een hedendaagse heilige die in de laatste decennia van de 20e eeuw buitengewoon populair is geworden. Hij wordt als heilige geëerd vanwege zijn spirituele levenswijze, eenvoud en nederigheid. Daarnaast hebben zijn reputatie als wonderdoener en genezer, evenals het feit dat hij de stigmata draagt, bijgedragen aan zijn aanzienlijke populariteit.

Verder valt op dat men ook regelmatig de volledige Heilige Familie tracht te presenteren, met afbeeldingen van Onze-Lieve-Vrouw, Heilig Hart en Sint-Jozef.

Schilderij met de beeltenis van Broeder Isidoor, Heilig-Hartkapel aan het Kasteel Lantonnois van Rode.

13 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes
Beeld van Pater Pio in de Noordomstraat.

LOCATIE

Kapellen speelden vaak een belangrijke rol in het stedelijk weefsel, waarbij ze fungeerden als prominente herkennings- en referentiepunten en op markante plaatsen te zien waren. Ze werden regelmatig opgericht op kruispunten van wegen, bij perceels- of gemeentegrenzen, nabij bruggen of bronnen, ...

Op een kruispunt van wegen: de kapel als herkenningspunt

Veel kapellen werden van oudsher strategisch geplaatst op kruispunten van wegen. De Romeinen kenden reeds een traditie om op kruispunten kapellen op te richten voor hun laren of huisgoden. Ook in de middeleeuwen vonden reizigers kruispunten vaak verwarrend en beklemmend. Er waren zelden wegaanduidingen waardoor reizigers, waaronder pelgrims, voor de lastige keuze stonden: welke richting moesten ze uitgaan? Op deze plaatsen werden dan kruisen, en later kapellen, opgericht als een vorm van zekerheid. Deze kruisen en kapellen vervulden een dubbele rol: ze dienden als plaatsen van verering, die zowel spirituele als praktische zekerheid boden. Met de tijd begonnen ze ook te fungeren als herkenningspunten voor reizigers. Ze groeiden uit tot mijlpalen en grensaanduidingen. Kapellen vormden zo een baken van oriëntatie en houvast voor reizigers.

In de nabijheid van bomen

Kapellen kunnen ook opgericht worden in de nabijheid van (oude) bomen. Vaak gaat het om taxus, eik of lindebomen.

Vereringsplaatsen bij bomen kennen een lange geschiedenis. Reeds in de oudheid werden bomen gezien als bevoorrechte plekken om heiligdommen op te richten. Vele culturen kennen dan ook verhalen over een levensboom die hemel, aarde en onderwereld verbindt. Voor de Kelten, Grieken en Germanen was de eik een personificatie van de oppergod. De linde werd in verband gebracht met vrouwelijke godheden zoals bijvoorbeeld Freya. De lindeboom in het bijzonder was bij de Germanen een bevoorrechte soort: huwelijken werden onder deze boom gevierd en er werd ook recht onder gesproken. Dit omdat deze grote, machtige boom werd gezien als een representatie van levenskracht.

14 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes
Lindeboom met Mariakapel op het kruispunt van de straten Meersenstraat en Ganzestraat.

Wanneer onze gebieden gekerstend werden, wilde men deze plekken, verweven met heidense rituelen, vernietigen. Soms werden heilige bomen omgehakt, in andere gevallen gaf men een christelijke wending aan deze plaatsen van verering. Lindebomen werden vaak gewijd aan Maria; een Mariabeeld of kapel werd dan opgesteld bij de boom. Het plaatsen van kapellen onder een boom had ook een bijkomend nut: de kapel werd beschermd tegen weer en wind.

Vroeger was het gebruikelijk om de toegang tot boerderijen te markeren door een boom aan weerszijden van de toegangsweg te plaatsen. Deze bomen werden vaak aangeduid als ‘welkomstbomen’ en soms ook wel als ‘wachters’. In sommige gevallen zijn deze welkomstbomen tot op de dag van vandaag bewaard gebleven. De oorspronkelijke reden voor het planten van deze bomen was om bescherming te bieden. Meestal betreft het lindebomen, aangezien de lindeboom een prominente rol speelde in het Germaanse volksgeloof vanwege de aan deze boom toegeschreven beschermende en zuiverende eigenschappen.

In vroegere tijden werd sterk geloofd in verschillende vormen van onheil, zoals weerwolven, geesten, heksen en tovenaars. De welkomstbomen fungeerden als een soort wachters aan weerszijden van de toegangspoort, bedoeld om deze kwaadaardige krachten op afstand te houden. De term ‘welkomstboom’ heeft zijn oorsprong in deze overtuiging. Men geloofde dat bezoekers pas welkom waren op het erf nadat ze de zuiverende bescherming van deze bomen hadden ontvangen. Dit gebruik heeft zich nog lange tijd voortgezet, zelfs na de kerstening.

Zo werden er later Mariakapelletjes in deze bomen bevestigd. Ook nadat dit bijgeloof verdween, bleef het gebruik van het aanplanten van welkomstbomen trouwens bewaard, al was het maar om esthetische redenen.

Op de grens van een domein: de kapel als statussymbool

Kapellen konden ook worden opgericht als statussymbool, in dat geval waren de opdrachtgevers vaak dorpsheren. Zij wilden ervoor zorgen dat ze herinnerd bleven bij het nageslacht. Deze kapellen zijn vaak gelokaliseerd op de grens van een domein of in de omgeving van een kasteel. In Ichtegem zijn er meerdere van dergelijke kapellen bewaard.

15 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

INRICHTING VAN EEN KAPEL

Hoe een kapel vorm krijgt en welke inrichting of aankleding ze krijgt, kan vele vormen aannemen gaande van bescheiden houten beelden in eenvoudige en sobere nissen tot prachtige stenen gebouwen met een uitgebreid ensemble aan altaarstukken, beelden, kandelaars, vazen en meer. Het gebrek aan praal werd vaak niet veroorzaakt door angst voor diefstal, maar eerder door beperkingen van financiële middelen. Daartegenover droeg een rijkelijke decoratie en inrichting bij aan het prestige en de status van de opdrachtgever.

Naast de heiligenbeelden kunnen bijvoorbeeld ook opschriften, glasramen, bidbanken, bloemen, kaarsen, offerblokken, foto’s, enzovoort behoren tot de sfeer van een kapel.

Een offerblok in een kapel fungeerde als een middel voor gelovigen om gunsten af te smeken en dankbaarheid te tonen wanneer hun gebeden verhoord werden. Bij het verkrijgen van gunsten brachten gelovigen vaak talrijke schenkingen naar de kapel, die vervolgens gebruikt konden worden om de kapel te verfraaien, bijvoorbeeld met sierstukken. Daarnaast brachten mensen ook geld naar de kapel om missen te laten opdragen. Zelfs de kosten voor het opsteken van een kaarsje konden voldaan worden via het offerblok, een praktijk die nog steeds wordt uitgeoefend.

Het interieur van de Kapel Onze-Lieve-Vrouw der Armen in de Zuster Clarastraat. De offerblok is ingebouwd in de linkermuur, terwijl zitbanken ruimte bieden voor bezinning. De ruimte wordt verder versierd met een paternoster, decoratieve vazen en kunstbloemen.

Gelovigen begiftigden een kapel niet alleen met geldelijke offers. Ex-voto’s, ook wel votief- of wijbeelden genoemd, zijn ‘offervoorwerpen’ die men in een kapel kan aantreffen, opgesteld of opgehangen. Ex-voto’s werden gegeven als smeekbede of dank aan God of een heilige voor een gevraagde of reeds verleende gunst. Het woord ‘ex voto’ betekent letterlijk ‘volgens gelofte’. Het offervoorwerp draagt de naam van de belofte en kan in alle vormen en in alle materialen voorkomen, variërend van kostbare tot zeer eenvoudige (wegwerp)materialen, zoals was. Het voorwerp refereerde vrijwel altijd naar de specifieke belofte of de vervulde wens, bijvoorbeeld het lichaamsdeel dat genezen was.

16 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

VOLKSDEVOTIE EN RITUELEN

Kapellen zijn vaak verweven met volksdevotie en met bijbehorende tradities en rituelen. Dit kan onder meer processies, bedevaarten of specifieke gebeden omvatten die gerelateerd zijn aan de kapel en de heilige waaraan deze is gewijd. Een voorbeeld hiervan is de jaarlijkse bedevaart naar de Boskapel, die tot in de tweede helft van de vorige eeuw plaatsvond.

Hoewel sommige van deze devotionele tradities lijken te vervagen en soms als relicten uit een ver verleden worden beschouwd, blijven andere standhouden. Een illustratief voorbeeld is de Sint-Laurentiusommegang te Bekegem, die jaarlijks op het einde van oktober plaatsvindt. Deze ommegang omvat een processie rond de kerk langsheen de vier Sint-Laurentiusstaties. Tegenwoordig maakt deze ommegang deel uit van het bredere volksfeest genaamd Bekegem Speelt met Vuur. Na de eucharistieviering en de religieuze processie opent een omroeper vanaf de roepsteen het feest, waarna traditioneel het Laurentiusvuur wordt aangestoken.

Dit illustreert dat de betekenis van dergelijke ommegangen - of van processies in brede zin - tegenwoordig veelzijdig kan zijn. Naast hun devotionele praktijk kunnen zij dienst doen als openbare evenementen of toeristisch-culturele gebeurtenissen, met interesse van het publiek en toeschouwers, waardoor ze in een lokale gemeenschap vooral verbinding creëren.

Kapelletjes kunnen echter ook nog steeds in verband gebracht worden met andere devotiepraktijken die misschien iets subtieler aanwezig zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om eenvoudige gebaren als het branden van kaarsjes, het plaatsen van bloemen op het offerblok of schoonmaakacties. Op veel plaatsen blijft de traditie bestaan om de maand mei te eren als de Mariamaand. Vaak wordt de kapel vóór 1 mei opgeknapt of tijdens de meimaand versierd met verse bloemen. Ook wordt regelmatig de rozenkrans in groepsverband gebeden bij één van de kapellen.

17 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

EEN BLIK OP VIJFTIEN ICHTEGEMSE MARKANTE KAPELLEN

De selectie Ichtegemse ‘markante’ kapellen werd gemaakt op basis van hun uniciteit of typering binnen de brede waaier aan behandelde thema’s uit deze brochure zoals locatie, inrichting, typologie, toewijding, rituelen, ..., of de herkenbaarheid binnen de lokale gemeenschap. De volgorde waarin deze kapellen hieronder aan bod komen, is daarenboven van geen belang. Uiteraard zijn er nog veel meer - al dan niet markante - kapellen te vinden op het gemeentelijk grondgebied.

1. Vanderheydekapel

Gelegen in de Ganzestraat, tegenover nummer 15

De Vanderheydekapel is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes en werd in 1883 opgericht door de familie Vanderheyde-Nieuwland, die het Kasteel De Hazewinden bewoonde. Deze kapel werd opgetrokken in de toen gangbare neogotische stijl. De kapel laat zich kenmerken door een spitsboogvormige deuropening, een roosvenster in de puntgevel, zijgevels met spitsboogvormige vensteropeningen en steunberen. Het interieur ademt eveneens de neogotische stijl uit met een houten spitstongewelf, een neogotisch houten altaar en flankerende houten sokkels met baldakijn. Naast onder meer de beeltenis van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes – die meermaals in de kapel aangetroffen kan worden – merken we ook nog het Kindje Jezus van Praag, de Heilige Rita, Onze- Lieve-Vrouw met kind, de Heilige Theseria van Lisieux, Broeder Isidoor, het Heilig Hart van Jezus, de Heilige Jozef met kind en Pater Pio. Bijzonder zijn verder de veertien kruiswegtaferelen.

Het verhaal achter de kapel is nauw verbonden met het levensverloop van Maria Nieuwland, de echtgenote van de kasteelheer Albert Vanderheyde. Maria was door een verlamming aan een rolstoel gekluisterd en werd door artsen als ongeneeslijk beschouwd. Het motief voor de bouw van de kapel was de hoop dat de gezondheid van Maria zou verbeteren. Helaas overleed Maria Nieuwland in 1907, waarna de kapel een nieuwe betekenis kreeg. Deze werd vanaf toen

18 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

gebruikt als gedachteniskapel, eerst ter nagedachtenis aan Maria en later aan andere leden van de familie. Getuige hiervan is een In Memoriam-kader waarin de namen van overledenen met levensdata worden opgesomd.

Bij de oorspronkelijke bouw van de kapel kreeg de familie toestemming om een gewijde steen in het altaar in te metselen, waardoor misvieringen in de kapel konden plaatsvinden. Het huidige uiterlijk van de kapel is het gevolg van renovatiewerken uit 1998, hetzelfde jaar waarin de erfgenamen van de familie Vanderheyde het stukje grond en de kapel aan de kerkfabriek van Sint-Medardus in Eernegem schonken. Tot op de dag van vandaag blijft de kapel een plek van devotie. Wie nu de kapel bezoekt, treft er nog steeds brandende kaarsen en verse bloemen aan.

2. Breydelkapel

Gelegen in de Oostendesteenweg, ter hoogte van nummer 224

Circa 1866 bouwde de Bruggeling Charles Breydel-De Brock (1811-1884), op de plaats waar eerder de Oostendse vrederechter Jacques De Ridder een kasteel liet oprichten, een nieuw kasteel met serres. Het kasteel deed dienst als zomerverblijf voor de Bruggeling die vooral als grootgrondbezitter door het leven ging, maar tevens zetelde in het bestuur van verschillende wateringen.

Na zijn dood zou zijn weduwe aan de Oostendesteenweg een kapel laten oprichten ten westen van het kasteel. Het kadaster noteert de bouw hiervan rond 1892. Aanleiding tot de bouw zou de genezing van een verlamd meisje zijn geweest.

De kapel, die bijgevolg als dankkapel kan omschreven worden, is toegewijd aan het Heilig Hart van Jezus en werd in neogotische stijl uitgewerkt. Ze is opgetrokken uit rode baksteen met sporadische verwerking van arduin voor dek- en kraagstenen, dorpels en schouderstukken. Centraal in de voorgevel bevindt zich een spitsvormige deuropening met erboven een roosvenster. De kapel wordt omgeven door verschillende lindebomen en meidoorn. Het

19 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

interieur van de kapel baadt in een neogotisch decor, met neogotische polychrome sjabloonschilderingen, een houten spitstongewelf en een fraai uitgewerkt houten neogotisch altaar en retabel. Opvallend is het geschilderde opschrift “HEILIG HART VAN JEZUS ‘K HEB BETROUWEN OP U”. Centraal op het altaar prijken het Heilig Hart van Jezus en het Kindje Jezus van Praag. Ze worden geflankeerd door Onze-Lieve-Vrouw met kind en de Heilige Jozef met kind. Ook aanwezig is een beeld van de Heilige Antonius van Padua. Tot deze heilige zoekt men vaak zijn toevlucht als men voorwerpen is kwijtgeraakt en hulp vraagt om deze terug te vinden.

In 2023 werd de Breydelkapel opgenomen in het patrimoniumbeheer van de gemeente Ichtegem na een kosteloze overdracht van de grond door de privéeigenaar. Op deze manier kan de site blijvend ontsloten worden voor de lokale gemeenschap.

3. Onze-Lieve-Vrouwekapel

Gelegen op de hoek van de Ruidenbergstraat en Kortemarkstraat

Het kruispunt van de Kortemarkstraat met de Ruidenbergstraat-Zuster Clarastraat stond vroeger bekend als De kapelhoek. Dit kruispunt ontleende zijn naam aan de oude kapel van Sinte-Weks of Sint-Winoks, gelegen in de Ruidenbergstraat tegenover huisnummer 4, destijds bekend als herberg Ter Capelle. Het was hier dat de schepenen van Wijnendale voor de hoek Noord-Over bijeenkwamen voor vergaderingen.

Sinte-Weks, vereerd als water-, wind- en weerheilige, werd niet alleen aangeroepen voor gunstig weer, maar ook voor bescherming tegen blindheid en koorts. Het omwalde kapeldomein was omringd door een processieweg, waarop op paasmaandag, tijdens de Sinksenweek en op Sint-Winoksdag (6 november) een processie plaatsvond.

De geschiedenis van de oude kapel gaat terug tot 1331, toen het al als bedevaartsoord werd vernoemd, wat suggereert dat de kapel nog ouder was. Tussen 1570 en 1580 werd de kapel vernield door de geuzen en de laatste overblijfselen verdwenen rond 1770. Ondanks de opkomst van twee herbergen, De Oude Kapelle en De Nieuwe Kapelle, bleef de oude kapel vermeld op stafkaarten.

20 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Herberg De Oude Kapelle diende als woning voor eerste schepen en waarnemend burgemeester Alfons Vierstraete. Zijn echtgenote Irma Vierstraete-Tylleman besloot om de traditie voort te zetten en een kapelletje bij de woning op te richten. Rond 1960 werd het huidige kapelletje gebouwd, zij het iets verderop ter hoogte van de Kortemarkstraat nr. 20G. De inwijdingsplechtigheid werd verzorgd door de Boerenjeugdbond.

Het bakstenen pijlerkapelletje onder zadeldak heeft centraal een open rondboognis. Aanvankelijk prijkte hier een modern Mariabeeld van Don Bosco, dat was meegebracht door een zekere pater Salesiaan. Dit beeld werd inmiddels vervangen door een hedendaags Mariabeeld met kind. Op de sokkel van de pijler bevindt zich een natuurstenen plaat met opschrift: “MARIA HULP DER ARMEN”.

4. Onze-Lieve-Vrouwekapel

Beschermd als monument via ministerieel besluit van 16 februari 2012. Gelegen in de Zeeweg, ter hoogte van nummer 2

Deze éénbeukige betreedbare kapel, ook wel bekend als de kasteelkapel, werd circa 1871 opgericht door Eugeen Declerck, een invloedrijke grootgrondbezitter uit Kortrijk. Een decennium eerder had de familie Declerck op dezelfde locatie een landhuis en aangrenzende chicoreifabriek gebouwd.

Zoals blijkt uit het opschrift boven de toegangsdeur “ONZE LIEVE VROUW MIDDELARES / EN KONINGIN/ BID

VOOR ONS” is de kapel gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw.

Volgens een lokale legende werd het beeld van de kapel in de beek gegooid. De volgende dag stond dit beeld op onverklaarbare wijze terug op zijn plek in de kapel.

Het kapelletje zelf is een eenvoudig doch heel verzorgd bakstenen gebouwtje met enkele fraai uitgewerkte architecturale elementen. Niet alleen het materiaalgebruik met een afwisseling van rode, gele en blauwe gesinterde baksteen, valt op. Ook de uitspringende kruismotieven in de geveltop en de tandfries van de zijgevel zijn mooie details. Zeer uitzonderlijk zijn verder de Oegstgeesterpannen. Dit zijn gesmoorde platte schubvormige pannen die kruiselings het dak van de kapel bedekken.

21 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

5. Kapel Onze-Lieve-Vrouw der Armen

Gelegen op de hoek van de Zuster Clarastraat met de weg naar de Roopijpfontein

De kapel werd in het Mariajaar 1954 opgericht op initiatief van Zuster Vincentia van de Zusters van ’t Geloof in Ichtegem. Zij was onderwijzeres in de Reigerschool en wenste een kapel op te richten in de wijk waar ze les gaf. Kasteelheer Matthieu de Wijnendaele stond hiervoor de nodige grond af. De kapel werd opgetrokken met giften van de wijkbewoners op de plaats waar de Duitsers een transformatorhuisje bouwden om hun munitiedepot in het Wijnendalebos te bevoorraden. De kapel kent een moderne vormgeving met een open structuur, een vierkante plattegrond en een schuin oplopend overkragend plat dak. Een ijzeren hekwerk sluit de bidruimte af die voorzien is van bidbanken. Ook aan de voorzijde van de kapel bevindt zich een zitbank. De kapel is gewijd aan Maria, specifiek aan Onze-Lieve-Vrouw van Banneux, die ook de Maagd der Armen wordt genoemd. Hiervan getuige het opschrift aan de voorzijde “O.L.V. DER ARMEN BID VOOR ONS”. Het Mariabeeld dat in de kapel prijkt, verwijst momenteel niet langer naar Onze-Lieve-Vrouw van Banneux, maar verbeeldt daarentegen Moeder met kind.

6. Kapel van de Veldemolen

Gelegen in de Veldemolenstraat, aan de rechterzijde van nummer 1

De kapel in de Veldemolenstraat werd opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes of aan Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen. De eerste steen van de Veldemolenkapel werd gelegd in 1802. Meer dan 120 jaar bleef de kapel onveranderd totdat ze verbouwd werd in 1939. Dit werd vastgelegd op een steen in het plafond, waarop te lezen staat: “gebouwd in 1802 Theresia Verhaeghe, in 1939 aan Maurice Denecker en Steenkiste Godelieve.”

22 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Met haar oprichtingsdatum in 1802 behoort deze kapel tot de vroeg negentiende-eeuwse kapellen die meteen na de Franse overheersing werden opgericht. Gedurende de Franse tijd werden immers massaal kerken, kloosters en kapellen vernietigd of verkocht.

Het kapelletje zelf, het resultaat van een verbouwing uit 1939, is een betreedbare kapel en doet neogotisch aan. Aan de voorzijde bevindt zich een verzorgde tuitgevel met spitsboogportaal, aan de achterzijde een driezijdige sluiting. Het interieur valt op door een spitsbooggewelf en krijgt mede licht door middel van twee spitsboogvenstertjes die in de zijgevels zijn ingewerkt. Blauw-witgeschilderde muren en een blauw plafond zorgen voor een zeer kenmerkend kleurenpalet, dat bovendien geassocieerd wordt met Maria en symbool staat voor puurheid en heiligheid. De bidruimte wordt van het altaar afgesloten door middel van een gietijzeren hekwerk. Aanvankelijk was de kapel in rode baksteenbouw uitgewerkt. Inmiddels kreeg zij een witgeschilderd uitzicht.

Vandaag is de kapel gelegen in landelijk gebied en wordt zij er omgeven door weides. Een eind verderop zijn de restanten van de Veldemolen (of Bergmolen) nog te vinden, ter hoogte van huisnummer 1. Deze molen werd op 14 oktober 1914 door de Duitsers in brand gestoken omdat ze molenaar Isidoor Denecker ervan verdachten dat hij met de wieken van de windmolen signalen gaf aan de geallieerden. Zowel de molen als de kapel zijn terug te vinden op 19e-eeuws kaartmateriaal.

7. Boskapel

Topografische stafkaart Cortemarck XX/3 – 1883 – schaal 1:20 000 (www.cartesius.be)

Gelegen op het kruispunt van de Zeeweg met de Bruggestraat

De Boskapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw en is terug te vinden op een hoekperceel bij de Zeeweg. De benaming van deze kapel verwijst naar haar locatie, gelegen aan de rand van het uitgestrekte bosgebied op de scheiding van Bekegem, Aartrijke en Eernegem. De kapel wordt omringd door een kapelhof die wordt afgesloten door een beukenhaag. Twee linden flankeren er de toegang tot de kapel.

23 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Op deze plek stond eind 18e eeuw al een religieus gebouw. Een weergave van een kapel is immers terug te vinden op de Ferrariskaart (1770-1778).

Het gebouwtje lag op het land van Jonkheer Baron Auguste de T’Serclaes de Wommersom. Het was zijn zoon Lothaire die deze kapel in de tweede helft van de 19e eeuw omvormde in de stenen kapel die er nu nog steeds staat. In 1874 kocht pastoor Nys van de Sint-Amandusparochie te Bekegem de kapel en het omliggende land op, uit vrees dat ze in handen zou vallen van ongodsdienstige heren. Hij betaalde 1800 frank en verkocht dit alles een jaar later zonder winst door aan de kerkfabriek. Er werd een deal gesloten dat de kapel eeuwig behouden moest worden.

De Boskapel is een mooie betreedbare kapel die opvalt door haar wit beschilderd gevelparement met blauwe accenten op gepekte plint. De voorgevel is uitgewerkt als een puntgevel en wordt bekroond met een smeedijzeren kruis. In het gevelveld boven de deur bevindt zich een medaillonnis met het gekroonde monogram “S-M-R” (Salve Mater Regina). De dubbele houten deur met ovaal betraliede glaspartij en met beglaasd boogveld is authentiek.

Het interieur kenmerkt zich door blauw beschilderde wanden en een fraai vloertegeltapijt. Een zeer rijkelijk ingericht altaar is geplaatst achter een smeedijzeren hekken waaraan verschillende dankplaatjes - voor bekomen genezing - zijn bevestigd.

De Boskapel werd na haar oprichting al snel een plek van gebed voor een groot aantal parochianen. Zij gingen in groep bidden bij de Boskapel voor hun zieke familieleden. Ook tijdens WOI en WOII werd de Boskapel een trekpleister voor pelgrims. Om die reden en wegens een persoonlijke band met de kapel, wenste pastoor Nys van de Sint-Amandusparochie te Bekegem een bedevaart op te richten naar de Boskapel. Pastoor Nys kreeg evenwel geen toelating tot hij kon bewijzen

24 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

dat er minstens 300 mensen op de bedevaart zouden afkomen. Op pinkstermaandag 17 mei 1947, de dag dat pastoor Nys de eerste bedevaart wilde oprichten, stonden meer dan 1000 mensen bij de Boskapel een rozenkrans te bidden. Daarop startte de parochieherder onmiddellijk met de voorbereidingen om het volgende jaar een officiële bedevaart in te richten.

De stichtingsbedevaart zou de grootste en feestelijkste bedevaart naar de Boskapel geweest zijn. Zo’n 2000 Bekegemse parochianen kwamen hierop af. Het kunstkoor Sint-Gregorius uit Brussel was uitgenodigd om het geheel nog opmerkelijker te maken. De bedevaart groeide verder uit en kwam in 1950 tot een hoogtepunt met maar liefst 3000 bedevaarders. Pastoor Nys werd op dit moment naar een andere parochie overgeplaatst en hield zijn afscheidsrede tijdens de bedevaart. De aandacht van de volgende parochieherders voor de bedevaart daalde. In de kranten werd vanaf de jaren 50 niet meer bericht. Bij gevolg kwamen er ook steeds minder gelovigen op af.

Burgerwelzijn van 22 mei 1948.

In 1966 werd op initiatief van pastoor Gadeyne, tijdens de bedevaart, een gouden en zilveren kroontje op de hoofden van Maria en Jezus geplaatst, alsook een kostbare diamanten ketting. Hoewel het beeld in 1974 werd gestolen, bleven de sierraden onaangeroerd. Dankzij een bewaard gebleven afgietsel kon een vervangend beeld worden vervaardigd. In het midden van de jaren 80 werd de bedevaart weer populairder nadat de Sint-Amandusparochie van Bekegem en de Sint-Vedastusparochie van Zerkegem werden samengevoegd, tot de samenwerking van diezelfde parochies in 1988 terug eindigde. Op heden wordt de ‘Bedevaart naar de Boskapel’ nog steeds georganiseerd. Dit wel eerder als openluchtmis dan een effectieve bedevaart.

8. Buckskapel

Gelegen op de hoek van de ‘s Gravendriesschelaan met de Streulestraat

De zogenaamde ‘Buckskapel’ of Onze-Lieve-Vrouwekapel staat momenteel op een hoekperceel bij de ‘s Gravendriesschelaan. In het verleden maakte de kapel deel uit van het kasteeldomein ’s Gravendriessche dat in 1841 door de Brugse familie Beaucourt de Noortvelde werd gebouwd. Nadien werd het domein nog eigendom van de familie Debuck (vanwaar de naam Buckskapel) en van de familie Rau.

25 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Een lange dreef verbond het kasteel met de Westkerkestraat. Aan de voorzijde van de kasteelgebouwen bevond zich de kapel. Via een zijdeurtje hadden de bewoners van het kasteel rechtstreeks toegang tot het koor van de kapel.

In 1960 werd het kasteel gesloopt en zag men het vroegere domein verkaveld worden. De kapel bleef echter bewaard. Het is een betreedbare geelbakstenen kapel met driezijdig koor en met een spitsvormige toegangsdeur die wordt geaccentueerd door een zwaar geblokte deuromlijsting in blauwe gesinterde baksteen.

Hoewel de kapel is toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen, valt meteen ook de verering van het Heilig Hart op dat centraal op het neogotische houten altaar is ingewerkt. Andere secundaire heiligen die er vereerd worden zijn: Kindje Jezus van Praag, Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, Onze-Lieve-Heer, Broeder Isidoor, Heilige Theresia van Lisieux.

9. Heilig-Hartkapel

Gelegen aan de Zedelgemsesteenweg, aan de ingang van nummer 166

De Heilig-Hartkapel bevindt zich onder het bladerdak van een grote Noorse esdoorn aan de ingang van het Kasteel Lantonnois van Rode (ook wel bekend als Kasteel van Eernegem of Doolboskasteel). De kapel maakt er onderdeel uit van een imposante kasteeltoegang, die gekenmerkt wordt door een ijzeren hek, voetgangersdoorgangen en omringende muur. Zowel de puntgevel als de deuromlijsting in schouderboogvorm geven de positie van de kapel in de muur aan.

Bouwheer van de kapel is de familie Lantonnois van Rode die kort na de Eerste Wereldoorlog eigenaar werd van het kasteeldomein. De kapel zelf werd opgericht in 1926. Een datumsteen met het opschrift “A D 1926” boven de toegangsdeur bevestigt deze datering. Ze is toegewijd aan het Heilig Hart. Deze toewijding weerspiegelt de christelijke overtuiging van de familie. Georges Lantonnois van Rode (1879-1962) en zijn vrouw Marthe Lantonnois van Rode (geboren de Creeft) (1885-1962) waren diepgelovig en ereleden van de Bond van het Heilig Hart.

26 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Hoewel het interieur van de kapel vrij sober is, met een naakt muurparement, herbergt het een opvallend vrijstaand beeld op sokkel van Jezus van het Heilig Hart. De kapel is onlangs (periode 2022-2023) gerestaureerd.

10. Kapel Onze-Lieve-Vrouw Troost in Nood

Gelegen op de hoek van de Klaverstraat met de Oostendesteenweg

Op het kruispunt van twee wegen, langs de Oostendesteenweg, richtte Louis Vierstraete-Rabaey in 1899 een kapel op. In de volksmond staat deze kapel bekend als het ‘Rabaeys kapelletje’, waar Onze-Lieve-Vrouw van de Zeven Smarten (‘Weeën’ in ouder Nederlands) wordt aangeroepen. Het is een eenvoudig witgeschilderd bakstenen gebouwtje op zwarte plint. De voorgevel wordt bekroond met een smeedijzeren kruis en draagt de jaarsteen “1899” in het gevelveld. Opvallend is het bovenlicht van de spitsbogige deuropening, dat is uitgewerkt met ronde en halfronde lobben.

Binnenin de kapel bieden enkele bidbankjes een rustige plek voor bezinning. Het interieur kenmerkt zich door een blauwgeschilderd houten spitstongewelf en witte bepleisterde en beschilderde muren. Op de afsluiting van het smeedijzeren altaarhek staat het opschrift “O.L.V. 7 WEEËN” te lezen, erboven bevindt zich een geschilderde banderol met het opschrift “TROOST IN NOOD”. De kapel onderging in 2023-2024 een volledige restauratie in opdracht van het lokaal bestuur Ichtegem.

11. Onze-Lieve-Vrouwekapel

Gelegen in de Biezestraat, aan de rechterzijde van nummer 79

In de Biezestraat vindt men een van de oudste nog bewaarde kapelletjes in Ichtegem. Het betreft een vrijstaande, toegankelijke Onze-Lieve-Vrouwekapel die dateert uit 1861 en volgens het kadaster zou zijn opgetrokken in opdracht van de familie Jonckheere-Tolpe.

Het kapelletje is witgeschilderd en heeft een zwarte gecementeerde plint. De voorgevel, uitgewerkt als

27 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

puntgevel, kenmerkt zich door een topstuk dat bekroond is met een smeedijzeren kruis. Aan weerszijden van de spitsboogvormige deuropening flankeren twee vlakke pilasters deze gevel. Het interieur valt op door zijn kleurstelling: wit met imitatievoegen voor de wanden, blauw voor de moulures en lichtgroen voor het plafond. Het altaar is gescheiden van de kapelruimte door een smeedijzeren hek dat op een houten altaarkast rust. In dit sierlijk uitgewerkte hek is het opschrift “ANNO 1861 EDCB” te lezen.

12. Onze-Lieve-Vrouwekapel en Pater Pio-kapel

Gelegen in de Rondomstraat, tegenover nummer 20

13. Kapel van Rosendahl

In de Rondomstraat staan twee recent opgerichte kapellen naast elkaar in hetzelfde perkje, beide opgericht door landbouwer René Beernaert. Na een ernstig ongeluk met zijn tractor richtte hij in 1991 een driehoekige pijlerkapel met een driehoekige nis op, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Zijn genezing schreef hij immers toe aan Maria, maar ook aan Broeder Isidoor, van wie hij een bidprentje bij zich droeg. Bij het Mariabeeld aan de rechterzijde bevindt zich dan ook een beeld van Broeder Isidoor.

In 2007 bouwde hij een tweede kapel, ditmaal een metalen staakkapel, met daarin het beeld van Pater Pio, aan wie hij grote devotie toonde.

Gelegen nabij de Moerdijkstraat op het domein van het Kasteel Rosendahl

In de zuidoostelijke hoek van het kasteeldomein van Kasteel Rosendahl, op het kruispunt van twee dreven, bevindt zich een Onze-Lieve-Vrouwekapel. Deze boskapel werd in 1964 opgericht door de familie Crombrugghe de Looringhe, eigenaar van het achtergelegen kasteeldomein sinds 1842. Toegang tot de kapel is mogelijk via een brugje over de gracht.

28 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

De kapel heeft een veelhoekige plattegrond en is opgetrokken in gele bakstenen onder een leien schilddak, met gebruik van witsteen voor de hoekkettingen en voor de jaarsteen “1964” met het wapenschild van de adellijke familie. De bidruimte is momenteel open maar werd eertijds afgesloten door een ijzeren hekken. Binnenin bevindt zich een marmeren tegelvloer in een dambordpatroon van wit en zwart. Een eenvoudig altaar bevindt zich achteraan de kapel. Erboven is een nis waarin het Onze-Lieve-Vrouwbeeld is geplaatst.

Deze boskapel is niet de eerste kapel die door de familie de Crombrugghe de Looringhe werd opgericht. De familie, die diepgeworteld was in hun katholieke overtuiging, had een sterke band met het geloof. Twee zussen, Moeder Marie-Jeanne en Moeder Marie-Emmanuel, dienden als missiezusters in Kongo, terwijl Pater Werner de Crombrugghe ook werkzaam was in dezelfde regio. Volgens overleveringen had Pater Werner beloofd een kapel te bouwen tijdens het ‘Mariajaar’ 1954, dat werd uitgeroepen door Paus Pius XII.

Pater Werner hield zijn belofte en liet een driehoekig houten kapelletje optrekken aan het kruispunt van de Eernegemstraat met de Moerdijkstraat. Dit kapelletje, met een Mariabeeld op een houten paal, was goed zichtbaar voor iedereen die vanuit de Eernegemstraat de Moerdijkstraat wilde oprijden. Op heden is het dus niet meer terug te vinden. Erfgoedbrochure 10: Vijver en Koolveld, geeft je meer informatie hierover en duidt dit op kaart aan.

14. Spriets kapelletje

Gelegen in de Waterhoekstraat, nabij nummer 10

Het Spriets kapelletje in de Waterhoekstraat zou in 1890 gebouwd zijn door Armand Spriet en Romanie Hanseeuw. Volgens de overlevering in de familie Spriet gebeurde dit naar aanleiding van de genezing en de dood van hun zoon Oscar na een ongeluk met een paard. Oscar stierf op 5 mei 1890 en was nog maar 9 jaar.

Deze vrij grote kapel met zadeldak is toegankelijk via de huidige Puydenestwegel, de toenmalige Geuzenwegel. Op het altaar staat een groot Mariabeeld, maar vooral Christus in het graf onderaan, trekt onze speciale aandacht. In de bidruimte, die van het altaar is afgesloten met een hekwerk, staan vier knielbanken. De restauratie van een tiental jaar geleden, betekende de redding van de kapel. De lokale gemeenschap kent Spriets kapelletje ongetwijfeld ook van een druppel jenever die er occasioneel, vrijblijvend en verrassend terug te vinden valt.

29 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

15. Onze-Lieve-Vrouwekapel

Gelegen op de hoek van de Aartrijkestraat met de Ooievaarstraat

De Onze-Lieve-Vrouwekapel, ook bekend als de Tylleman-kapel, werd in het midden van de 19e eeuw gebouwd op de latere Sint-Joriswijk in Eernegem. Uit een speciale toewijding aan Maria liet Jacobus Tylleman-Debrabandere deze kapel op zijn eigendom oprichten.

Boven de toegangsdeur draagt een blinde spitsboognis het opschrift “KONINGIN VAN DE VREDE / H. MARIA / BID VOOR ONS”. Binnenin de kapel bevonden zich beelden van Onze-Lieve-Vrouw met Kind, Don Bosco, Heilige Jozef, Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, Zalige Bernadette Soubiroux, het Heilig Hart, evenals beeltenissen van de Broeder Isidoor en Pater Pio. Vier wassen ex-voto’s waren ook aanwezig.

Toen Carolus Tylleman, de toenmalige eigenaar, in 1912 overleed zonder directe erfgenamen, stuurde zijn nichtje Alice Vergote een brief naar de parochie met het verzoek de kapel over te nemen. Omdat de toenmalige pastoor waarschijnlijk niet snel genoeg reageerde vóór de definitieve afwikkeling van zijn nalatenschap, bleef de kapel in onverdeelde eigendom van de familie. Het kinderloos overlijden van verschillende familieleden resulteerde in een reeks erfgenamen in de zijtakken. Jarenlang werd de kapel geopend en verzorgd door ‘Sietje Poempers’ (Sidonie Roels), later opgevolgd door Alice Delaey (kapster naast de kapel), Maria Provoost (Maria van de Post) en Annie Dierickx.

Het feit dat de kapel in handen bleef van meerdere eigenaars, bemoeilijkte het uitvoeren van grote instandhoudingswerken en resulteerde uiteindelijk in verval. In 2011 werd de kapel bovendien slachtoffer van brandstichting, met aanzienlijke schade aan het schrijnwerk en pleisterwerk. Daarnaast zorgde opstijgend vocht voor problemen. Het oorspronkelijk Mariabeeld was al in bewaring genomen door Carine Vyncke. De wassen ex-voto’s, die aan de muur bij de brandhaard hingen, smolten weg. Halfweg het laatste decennium veroorzaakte stormweer de laatste zware beschadigingen aan het dak. Een grondige totaalrestauratie drong zich dus op.

De gemeente Ichtegem nam de kapel in volle eigendom over, waardoor een restauratie mogelijk werd. Deze restauratie werd in 2022 aangevat en in 2024 afgewerkt.

30 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Bibliografie

- Agentschap Onroerend Erfgoed (2024). Inventaris onroerend Erfgoed. Agentschap Onroerend Erfgoed. Geraadpleegd via https://inventaris.onroerenderfgoed.be/

- Catteeuw, P. (2010). Ex Voto: Van geloof tot volksgeloof. Geraadpleegd via https://www.museumkontich.be/Sprokkels/Ex-Voto’s.htm

- Cobbaert, T. (2001). De Boskapel. Geraadpleegd via https://bekegem.be/gebouwen-2/de-boskapel

- Degrande, V. (2005). Inventaris van de kapellen in West-Vlaanderen. Hoeke-Ingelmunster. Assebroek: eigen beheer.

- Degrande, V. (2008). Waar men gaat langs West-Vlaamse wegen…: Statistische en volkshistorische synthese van de weg- en veldkapellen in West-Vlaanderen. Assebroek: eigen beheer.

- Delaere, J. (2019). Ichtegems erfgoed 12: Kunst en kunstenaars in openbaar domein. Ichtegem: Gemeentebestuur Ichtegem.

- Devriese, T. (2012). De kapel. Continuïteit en evolutie van haar typologieën tot in postreligieuze tijd. [Masterscriptie, UGent] Geraadpleegd via https://libstore.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/007/091/ RUG01-002007091_2013_0001_AC.pdf

- Erfgoed Brugge (2023). Historische kranten Brugge. Erfgoed Brugge. Geraadpleegd via https://erfgoedbrugge.be/collection-pagina/historische-kranten

- Geybels, H. (2006). Kapellen in Vlaanderen: vergeten verleden. Leuven: Davidsfonds.

- Geybels, H. (red.) (2017). Heiligen en tradities in Vlaanderen – Lente en zomer. Leuven: Davidsfonds.

- Gowie, L. (s.d.). De verbeelding van een Lourdesgrot (deel 1). Geraadpleegd via https://www.mariadomeinkaart.be/media/files/DeVerbeeldingVanEenLourdesgrot.pdf

- Hosten, W. (1998). Ichtegems Kapelletjesbaan. Een 20 km lange fietstocht. Geraadpleegd via https:// ichtegem.gezinsbond.be/sites/default/files/2020-04/Kapelletjesbaan%20Fietstocht%2020%20km.pdf

- Hosten, W., Naert, A., Sierens E. & Vandenbussche K. (2017). Ichtegems erfgoed 9: Een greep uit het rijke wielerverleden. Ichtegem: Gemeentebestuur Ichtegem.

- Knudde, J. (2018). Ichtegems erfgoed 10: Vijver en Koolveld. Ichtegem: Gemeentebestuur Ichtegem.

- Knudde, J. (2022). De Ichtegemse Rooie Strate. Jaarboek Spaenhiers, 140-141.

- Meerkens, J., & Naert, A. (2020). Ichtegems erfgoed 14: Groen erfgoed. Ichtegem: Gemeentebestuur Ichtegem.

- Meertens, L. (red). Padre Pio (heilige, 1887-1968), Lucepedia. Digitale theologische encyclopedia. Geraadpleegd via https://www.lucepedia.nl/dossieritem/padre-pio/padre-pio-heilige-1887-1968

- Mertens, J. (2017). Beschermingsdossier Agentschap Onroerend Erfgoed 4.001/23003/103.1: Kapel van de Roode Poort in Beersel.

- Naert, A. (2000). Veldkapellen op het grondgebied Eernegem. Ernigahem, 19, 89-100.

- Naert, A. (2016). Ichtegems erfgoed 5: Klokkenputten en gordijnenkijkers. Immaterieel erfgoed in Ichtegem. Ichtegem: Gemeentebestuur Ichtegem.

- KU Leuven, KADOC, NGI & PARCUM (2024). Kapelletjes in Vlaanderen. Geraadpleegd via https://kapelletjes.be/page/home

- Sierens, E. (red.) (s.d.). Kapellen. Geraadpleegd via https://bekegem.be/wp-content/uploads/2020/03/kapellen.pdf

- Sierens E., Naert, A. & Hosten, W. (2015). Ichtegems erfgoed 3: Drie erfgoedwandelingen in drie dorpskernen. Ichtegem: Gemeentebestuur Ichtegem

- Vandenbussche, B. (2006). Sightseeing door Eernegem van 1945 tot 1976. Ernigahem, 25, 82-83.

- Van der Linden, G., Vanmaele, N., Smets, K. & Schepens, A. (2020). Handleiding voor het inventariseren van Houtige Beplanting met Erfgoedwaarde. Handleiding Agentschap Onroerend Erfgoed, 23.

- Vannoppen, H. (2002). Kapellen in Vlaanderen. Mores-tijdschrift voor volkscultuur in Vlaanderen, 3, 21-28.

- Verbeke, A. & Meertens, J. (2022). De Maria- of Tyllemankapel: Een frisse kijk op deze kapel. Ginter Erfgoedbrochure 2022, 18-19.

31 ERFGOED 20 I Langs Ichtegemse kapelletjes

Vroegere uitgaven zie:

Dit is een gratis uitgave van het lokaal bestuur Ichtegem. Deze publicatie mag niet te koop worden aangeboden.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.