Beroepsvereniging voor kinesitherapeuten SPECIAL Sportkinesitherapie Exclusief SEPTEMBER 2023 Het ledenmagazine voor en door kinesitherapeuten
06 08 11 13 16 18
AXXON IN ACTIE
AXXON op het kabinet van Vandenbroucke
AXXON-paper: direct toegang tot de kinesitherapie
EXXPERT
Lichaamsbeweging, sport en hemofiliebehandeling
The continuous process of enhancing equity, diversity and inclusion in sport
Expert worden in de sportkinesitherapie?
De visie van Franck Lagniaux op sportschouderproblemen
Wijzigingen autofiscaliteit: impact voor jou als medicus
VAKLITERATUUR Sport in Vlaanderen
WEDSTRIJD
WIN DIT BOEK DANKZIJ ACCO
Stuur voor 31 september een mailtje naar redactie@axxon.be met de reden waarom jij moet winnen en maak kans op een gratis exemplaar!
Van 2017 tot en met 2023 voerde het Onderzoeksplatform Sport (OPS) in opdracht van de Vlaamse overheid onderzoek naar sport en beweging vanuit een beleidsperspectief. Het OPS focuste op vijf topics, waarvan we in dit boek de belangrijkste onderzoeksresultaten bundelen.
• Sportparticipatie: het sportgedrag van adolescenten en volwassenen in Vlaanderen
• Motorische ontwikkeling: hoe kunnen de basiscompetenties van sportende kinderen gefaciliteerd en geoptimaliseerd worden.
Sport in Vlaanderen
Uitgeverij: Acco
Pagina’s: 222
Publicatiedatum: 20 juni 2023
AXXON EXCLUSIEF PUBLICATIE VAN AXXON VZW SEPTEMBER 2023 DRIEMAANDELIJKSE UITGAVE – JAARGANG 14 – NR. 59 –
IMPERIASTRAAT 16 – 1930 ZAVENTEM AFGIFTEKANTOOR: BRUSSEL X ERKENNINGSNUMMER: P910666 – VERANTWOORDELIJKE
UITGEVER: PETER BRUYNOOGHE – IMPERIASTRAAT 16 –1930 ZAVENTEM REDACTIE & COPYWRITING: SÉBASTIEN
KOSZULAP & HELENA D.MILONAS – REDACTIE@AXXON.BE
VERTALING: EMILY VAN COOLPUT – ERIK VERTRIEST CONCEPT EN VORMGEVING: C3CREATIES DRUKWERK: SYMETA-HYBRID
CORRESPONDENTIEADRES AXXON: IMPERIASTRAAT 16 – 1930
ZAVENTEM – TEL: 02 709 70 80 – FAX: 02 749 96 89 – WWW.
AXXON.BE REKENINGNUMMER VOOR LIDMAATSCHAP: BE18
3631 0868 1365
U ontvangt dit tijdschrift op de naam en het adres die zijn opgenomen in ons adressenbestand. In uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke leefsfeer hebt u inzage- en correctierecht. De artikels/publiciteit verschijnen onder verantwoordelijkheid van de auteurs/ firma’s. AXXON houdt zich het recht voor om ingestuurde teksten en/of publiciteit die het beroep kunnen schaden te weigeren.
© Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
• Jeugdsport: kwaliteitsvol clubsportaanbod voor kinderen en jongeren.
• Innovatie: wat is er nodig om sportfederaties te wapenen om nog relevanter te worden.
• Laagdrempelig sporten: Hoe kunnen zoveel mogelijk mensen toegang tot de sportclub krijgen?
ISBN: 9789464672978
Uitvoering: Paperback
10% KORTING ALS AXXON-LID
INHOUD EXXTRA
ONLINE TE BESTELLEN OP WWW.ACCO.BE MET ACTIECODE 10AXXON2023. DEZE KORTING IS GELDIG TOT EN MET 31/12/2023.
04
02 SEPTEMBER 2023
Kinesitherapie is een overheidsinvestering!
Het RIZIV is een sleutelactor in de sociale zekerheid met een duidelijke missie waarbij iedere verzekerde, ongeacht de situatie, effectief toegang heeft tot de nodige kwalitatieve geneeskundige zorgen (inclusief kinesitherapie) die doeltreffend en in overeenstemming met de tariefafspraken verleend worden, en daarvoor vergoed wordt. M.a.w. toegankelijkheid en tariefzekerheid van zorg waarbij de inzet van middelen gebeurt binnen een wettelijk kader, in overleg met de betrokken actoren (sociale gesprekspartners, de ziekenfondsen en de beroepsorganisaties van de zorgverleners).
Al jaren staat het beschikbare overheidsbudget onder druk. De middelen zijn beperkt, niet alleen financieel, maar ook op menselijk vlak. Om een zorgcrash te vermijden heeft de overheid een termijnvisie nodig. Een goed doordacht gezondheidszorgbeleid, waarbij men kan inspelen op nieuwe noden en andere verwachtingen, inclusief innovaties en een verdere digitalisering zoals bijvoorbeeld in onze kine-sector.
Professor en econoom Mariana Mazzucato stelt dat het absurd is dat de overheid tot op de eurocent bezig is met hoeveel men jaarlijks aan onderwijs en gezondheidszorg
Fijn dat we in de kine-praktijkkamer, thuis of in een instelling de patiënts hulp- of zorgvraag één-op-één proberen op te lossen, doch is het niet zo dat de competenties van de kinesitherapeut verder reiken dan die dingen waarvoor we vandaag een mandaat hebben. M.a.w. het inzetten van kinesitherapie binnen collectieve maatregelen voor de publieke gezondheid, zoals het voorkomen van ziekten en het bevorderen van levenskwaliteit is een rol die perfect past binnen onze competenties. Wij zien kinesitherapie als een overheidsinvestering in plaats van een overheidsuitgave, niet alleen gericht naar de federale overheid, zeker ook naar de Vlaamse Gemeenschap die een belangrijke taak heeft binnen de preventieve gezondheidszorg.
uitgeeft, zonder dat diezelfde overheid er telkens bij zegt wat die investeringen op de lange termijn kunnen opbrengen. Men moet stoppen met te spreken over ‘overheidsuitgaven’, het zijn eerder ‘overheidsinvesteringen’
De kinesitherapie als mede-promotor van preventieve gezondheidszorg en gezonde levensstijl voor de hele bevolking.
Samen sterk met AXXON.
Dirk Verleyen
VOORWOORD
DIRK
IN KINESITHERAPIE 03 SEPTEMBER 2023
VERLEYEN VOORZITTER AXXON, KWALITEIT
AXXON werkt samen met minister Vandenbroucke
Op 14 juni, 5 juli en 26 juli was AXXON te gast op het kabinet van minister Frank Vandenbroucke om een aantal belangrijke dossiers door te praten. De tijd die de minister tijdens deze opeenvolgende vergaderingen aan ons heeft besteed, toont aan dat hij bereid is om naar de stem van de beroepsvereniging te luisteren.
AXXON stak van wal met een onderbouwd Wetsontwerp tot wijziging van de gecoördineerde wet van 10/5/2015 (de WUG) over de uitoefening van de zorgberoepen, meer bepaald artikel 43 (omschrijving van de kine-handelingen) en artikel 44 (samenstelling van de Federale Raad voor kinesitherapie). Tijdsdruk en overbelasting van het kabinet maken een totale aanpassing van deze artikelen binnen deze legislatuur onmogelijk, gezien de verkiezingen in 2024. De minister stelde voor om te focussen op bepaalde aspecten waar er met een amendement gewerkt kan worden. Daarop heeft
AXXON een nota opgesteld die een ‘vrij consultatief kinesitherapeutisch onderzoek’ beoogt, onmiddellijke gevolgd door behandelingen; m.a.w. directe toegang tot kinesitherapie.
Begin september zal dit item verder informeel besproken worden op het RIZIV samen met de artsensyndicaten uit de Medicomut, AXXON en de
mutualiteiten onder het waakzaam oog van Jo De Cock (voorzitter Medicomut) en Patrick Verliefde (voorzitter Overeenkomstencommissie Kine-VI’s). Deze discussieronde moet uitmonden in een werkgroep die een concreet voorstel van een proefproject klaar moet stomen. De minister heeft de intentie om dit project nog deze legislatuur uit te rollen.
Er werd ook naar zijn intenties gepeild omtrent de door de Federale Raad voor kinesitherapie goedgekeurde adviezen voor bijzondere beroepsbekwaamheden (kinesitherapie bij ouderen, sport en geestelijke gezondheidszorg).
In het najaar zal de FOD Volksgezondheid een MB voor de BBK sportkinesitherapie opmaken en dan publiceren in het Staatsblad. De minister streeft ernaar om het MB voor de overige 2 te publiceren in het voorjaar van 2024.
Daarna stelde AXXON een ontwerp voor rond de toekenning van sociale RIZIV-voordelen aan loontrekkende kinesitherapeuten in zorginstellingen. Door de wijziging van de activiteitsdrempels (min. activiteit van 1.500 verstrekkingen of 36.000 M-waarden per jaar) een aantal jaren geleden, vielen een groot aantal kine’s werkend in zorginstellingen uit de boot. In het nieuwe voorstel wordt de drempel uitgedrukt in een gemiddelde wekelijkse beroepsactiviteit, waarbij de basisactiviteit 19 uur is, de gemiddelde activiteit 28 uur en de volledige drempel 38 uur. De minister ging het ontwerp van KB en de financiële implicaties bestuderen.
In de nasleep van de opstartvergadering van de Federale commissie voor toezicht op praktijkvoering in de zorg was het duidelijk dat er geen specifiek deontologisch orgaan voor de kinesitherapie binnen deze commissie kan worden geïnstalleerd.
PETER BRUYNOOGHE 04 SEPTEMBER 2023 AXXON IN ACTIE
AXXON vroeg bij de minister naar de mogelijkheden voor een zelfregulerend deontologisch orgaan voor de kinesitherapie. De minister is hier absoluut geen voorstander van, maar zal zich wel verder informeren bij de hogere ambtenaar die verantwoordelijk is binnen de FOD Volksgezondheid voor alles wat kwaliteit(scontroles) aangaat.
Verder wees de minister ons op de maatregelen voor appropriate care (meer hierover in het Magazine). Hij wacht op concrete voorstellen van onze kant samen met de mutualiteiten, anders zal de minister verplicht zijn om lineair besparingen op te leggen, wat hij voor de kinesector wil vermijden. Het bedrag dat we doelmatiger zouden kunnen inzetten, vloeit 100% terug naar de sector, wat dan kan gebruikt worden voor nieuwe zorginitiatieven. Gezien we hiervoor nog steeds niet beschikken over concrete data vanuit het IMA zal deze analyse nog even op zich laten wachten.
Voor het project ClaudicatioCare zijn de nodige budgetten voor de behandeling van deze patiënten vrijgemaakt. Het RIZIV gaat dit verder administratief afhandelen, zoals o.a. de aanmaak van pseudocodes, zodat de deelnemende kinesitherapeuten hun behandelingen kunnen registreren in het kader van de terugbetaling.
De minister wist AXXON nog te vertellen dat hij KB rond het eAgreement heeft ondertekend, dus een publicatie in het Staatsblad wordt verwacht. Hierdoor ligt de weg open naar een volledige digitalisering van de kinesector.
Aansluitend vroeg de inister waarom AXXON de digitale procedure voor de aanvraag van de telematicatoelage weigerde goed te keuren. We maakten hem duidelijk dat we deze premie willen heroriënteren, samen met de middelen voor de opstart van het dossier in de courante zorg
en de opmaak van het verslag in de Fa-, Fb- en E-pathologie. Dat samengestelde budget wil AXXON gebruiken voor de aanmaak, beheer en vooral correcte verloning van het digitaal kinedossier. De telematicatoelage had als doelstelling de kinesitherapeuten digitaal te laten werken. De minister kon zich vinden in de herallocatie van deze middelen, maar wil ondertussen de workload voor de RIZIV-administratie wegwerken door de digitalisering van de aanvraag van de toelage. Ondertussen heeft AXXON het KB hieromtrent goedgekeurd in juli.
De gesprekken met de minister en het kabinet waren al bij al constructief. AXXON waardeert de open dialoog met het kabinet en hoopt evenwel nog een aantal belangrijke dossiers te realiseren voor de regering in lopende zaken gaat n.a.v. de verkiezingen in 2024.
05 SEPTEMBER 2023
De vertegenwoordigers van AXXON met Jan Bertels, de kabinetschef van minister Vandenbroucke, die helaas net was vertrokken voor een ander overleg.
AXXON-paper: Directe Toegang tot de kinesitherapie, een wetenschappelijk onderbouwd zorgmodel
Demografische veranderingen hebben binnen de gezondheidszorg een stijgende zorgvraag tot gevolg en daarnaast een dalend aantal huisartsen. Een groot deel van de patiënten met musculoskeletale aandoeningen wordt in de loop van het zorgproces doorverwezen naar een kinesitherapeut. In die zin kan directe toegang tot kinesitherapeutische zorg een kosteneffectieve en efficiënte manier zijn om de juiste behandeling zo snel mogelijk door de juiste zorgverlener aan de patiënt toe te dienen.
Verschillende studies suggereren dat, door hun specifieke opleiding kinesitherapeuten meer onderlegd zijn in het onderzoeken en vaststellen van musculoskeletale aandoeningen dan huisartsen. Voor de opstelling van deze paper heeft AXXON zich gebaseerd op 6 systematic reviews en meta-analyses, 1 literatuurstudie en 2 artikels over een pilootproject in de regio van Île de France. De artikels zijn gevonden via Pubmed, Scopus en Web of Science, door Professor dr Raf Meesen, Decaan van de Faculteit Revalidatiewetenschappen van UHasselt. De pathologie-focus van de artikels ligt bij musculoskeletale aandoeningen, die volgens cijfers van de WHO uit 2022 1,71 miljard mensen treffen wereldwijd.
Bij zo goed als alle studies waar directe toegang tot kinesitherapie vergeleken wordt met kinesitherapie op verwijzing wordt het volgende vastgesteld:
Patiënten die rechtstreeks bij een kinesitherapeut op consult gaan, gebruiken minder vaak en minder lang pijnstillende en/of ontstekingsremmende medicatie
De afwezigheid op het werk ligt gemiddeld lager in totaal aantal dagen per jaar bij patiënten die gebruik maken van een rechtstreeks kinesitherapie-consult.
In landen waar op spoeddiensten een kinesitherapeut de eerste screening doet van musculoskeletale problemen, wordt minder medische beeldvorming voorgeschreven.
06 SEPTEMBER 2023 AXXON IN ACTIE LIEN VAN TILBORGH
Het totaal aantal kinesitherapiezittingen ligt bij directe toegang over het algemeen lager, omdat sneller met de meest aangewezen behandelvorm wordt gestart.
Geen enkele studie toonde lagere patiëntveiligheid aan. Kinesitherapeuten zijn ruim voldoende onderlegd om oranje (of rode) vlaggen vast te stellen en de patiënt alsnog naar een arts door te verwijzen.
Bronvermelding
Volgende systematic reviews en meta-analyses uit de search van professor dr. R.Meesen hadden de grootste bewijskracht (volgens het Evidence
Pyramid-schema):
In Frankrijk toonde een pilootproject in 2021 en een opvolgenquête bij de deelnemende huisartsen in 2022 aan dat directe toegang tot kinesitherapie veilig, efficiënt en kosteneffectief is en de toegang tot behandeling in de eerste lijn kan vergroten. De limiterende factor in het aantal doorverwijzingen werd veroorzaakt door een beperkte kennis van de huisartsen wat betreft competenties van de kinesitherapeuten. Alle deelnemende zorgverleners benadrukten dat duidelijke en snelle communicatie tussen (huis)arts en kinesitherapeut over de status, behandeling en evolutie van de patiënt onontbeerlijk zijn in dit zorgmodel.
4. Direct access to physical therapy for the patient with musculoskeletal disorders, a literature review. Piano L, Maselli F, Viceconti A, Gianola S, Ciuro A.; J Phys Ther Sci. 2017 Aug;29(8):1463-1471. doi: 10.1589/ jpts.29.1463. Epub 2017 Aug 10.
QUALITYOFEVIDENCE
1. Direct access in physical therapy: a systematic review Piscitelli D, Furmanek MP, Meroni R, De Caro W, Pellicciari L.; Clin Ter. 2018 Sep-Oct;169(5):e249-e260. doi: 10.7417/CT.2018.2087.
2. Cost-Effectiveness and Outcomes of Direct Access to Physical Therapy for Musculoskeletal Disorders Compared to Physician-First Access in the United States: Systematic Review and Meta-Analysis. Hon S, Ritter R, Allen DD.; Phys Ther. 2021 Jan 4;101(1):pzaa201. doi: 10.1093/ptj/ pzaa201.
3. Direct Access to Physical Therapy: Should Italy Move Forward? Maselli F, Piano L, Cecchetto S, Storari L, Rossettini G, Mourad F.; Int J Environ Res Public Health. 2022 Jan 4;19(1):555. doi: 10.3390/ ijerph19010555.
5. Direct access compared with referred physical therapy episodes of care: a systematic review. Ojha HA, Snyder RS, Davenport TE.; Phys Ther. 2014 Jan;94(1):14-30. doi: 10.2522/ptj.20130096. Epub 2013 Sep 12.
6. A systematic review and evidence synthesis of non-medical triage, self-referral and direct access services for patients with musculoskeletal pain. Babatunde OO, Bishop A, Cottrell E, Jordan JL, Corp N, Humphries K, HadleyBarrows T, Huntley AL, van der Windt DA.; PLoS One. 2020 Jul 6;15(7):e0235364. doi: 10.1371/journal. pone.0235364. eCollection 2020.
7. Direct access to physiotherapy care. Part 2: Towards a necessary paradigm shift in medical prescription; [L’accès direct aux soins de masso-kinésithérapie. Partie 2: vers un nécessaire changement de paradigme de la prescription médicale]. Bastide N., Nouvel L. ; Kinesither Rev 2022 ;22(244) :33-39. doi : 10.1016/j. kine.2021.09.010.
8. Direct access to physiotherapy treatments. Part 1: A pilot project within a region of Île-de-France; [Accès direct à la masso-kinésithérapie Partie 1: un projet-pilote au sein d’un bassin de vie francilien]. Bastide N., Nouvel L. ; doi. org/10.1016/j.kine.2021.04.007.
9. Impact of models of care integrating direct access to physiotherapy in primary care and emergency care contexts in patients with musculoskeletal disorders: A narrative review. Demont A, Quentin J, Bourmaud A.; Rev Epidemiol Sante Publique. 2020 Sep;68(5):306-313. doi: 10.1016/j. respe.2020.08.001. Epub 2020 Sep 3.
INFORMATION UNFILTERED INFORMATION COHORT STUDIES RANDOM CONTROLLED TRIALS CASE-CONTROLLED STUDIES CASE SERIES AND REPORTS BACKGROUND INFORMATION AND EXPERT OPINION INFORMATION VOLUME
FILTERED
SYSTEMATIC REVIEWS AND META-ANALYSES 07 SEPTEMBER 2023
Lichaamsbeweging, sport en hemofiliebehandeling
08 SEPTEMBER 2023 SÉBASTIEN LOBET, PHD 1,2,3 EXXPERT
Hemofilie is een erfelijke bloedstollingsstoornis waarbij patiënten een tekort hebben aan specifieke stollingsfactoren, meestal factor VIII (hemofilie A) of IX (hemofilie B). Dit resulteert in langdurige bloedingen en stollingsproblemen, voornamelijk in spieren en grote gewrichten. In tegenstelling tot andere stollingsstoornissen zijn de bloedingen bij patiënten met hemofilie dieper en specifiek gelokaliseerd in het musculoskeletale system. Afhankelijk van de leeftijd, zien we dat de locatie van de bloeding verschilt. Bijvoorbeeld oudere patiënten hebben vaak meer last ter hoogte van knieën en ellebogen, terwijl het enkelgewricht kwetsbaarder is bij tieners en jongvolwassenen, zelfs bij een adequate behandeling.
Hoewel fysieke activiteit over het algemeen wordt aanbevolen in de behandeling van patiënten met hemofilie, moet men patiëntgericht rekening houden met bepaalde factoren. De activiteit van kinderen kan worden beperkt door zorgen van hun ouders, terwijl volwassenen zichzelf kunnen beperken uit angst voor bloedingen in spieren en gewrichten. Musculoskeletale pijnklachten en een verminderde conditie dragen ook bij aan de ervaren beperkingen in fysieke activiteit, vooral bij oudere mensen met chronische gewrichtsaandoeningen. Desondanks hebben verschillende studies aangetoond dat mensen met hemofilie net zo actief zijn als de algemene bevolking1,2
Om de risico’s verbonden aan het beoefenen van sport en lichamelijke activiteit te minimaliseren, wordt aanbevolen dat mensen met hemofilie voorafgaand aan de activiteit een specialist op het gebied van het bewegingsapparaat raadplegen. Dit biedt de mogelijkheid om samen de meest belangrijke fysieke
SÉBASTIEN LOBET
1. Cliniques universitaires Saint-Luc, Service d’hématologie, Centre de traitement de l’hémophilie. Avenue Hippocrate 10, B-1200 Brussels, Belgique.
2. Neuromusculoskeletal Lab (NMSK), Secteur des Sciences de la Santé, Institut de Recherche Expérimentale et Clinique, Université Catholique de Louvain, Belgique.
3. Secteur de kinésithérapie, Cliniques universitaires Saint-Luc, Brussels, Belgique.
activiteiten te bespreken binnen de hulpvraag, waar nodig beschermende uitrusting te bespreken en gericht de belastbaarheid in relatie tot de activiteiten en hulpvraag in te schatten. Deze aanpak is met name belangrijk voor mensen die bekend zijn met gewrichtsaandoeningen3 Indien mogelijk is het raadzaam om in deze groep gerichte aanpassingen te maken om het risico’s op klachten bij fysieke activiteit te verminderen.
Bovendien helpen regelmatige consultaties met gespecialiseerde kinesitherapeuten, sport- of revalidatieartsen om snel veranderingen in de gewrichtsconditie te herkennen, continu de risico’s en voordelen van lichamelijke activiteiten te evalueren, en laten dit het toe om in overleg met de patiënt een aangepast fitnessplan op te stellen. Wanneer de patiënt behandeld wordt met stollingsfactoren, kan men op advies van de arts de timing van de fysieke activiteit en de injecties op elkaar afstemmen om de bloedingsrisico’s tijdens lichamelijke activiteit te verminderen4. In het geval van niet-vervangende therapieën zoals emicizumab of gentherapie, moet de hemostatische bescherming die deze behandelingen bieden worden afgewogen tegen het bloedingsrisico verbonden aan lichamelijke activiteit of sport.
De medische behandeling van hemofilie bestaat vaak uit regelmatige toediening van ontbrekende stollingsfactoren, bekend als profylaxe, om bloedingen te voorkomen en een betere kwaliteit van leven te garanderen. Profylaxe is een effectieve behandeling die zorgt voor een adequaat niveau van stollingsfactoren en stelt kinderen met hemofilie in staat actief deel te nemen aan reguliere sportactiviteiten5. Echter, profylaxe alleen is niet voldoende om te beschermen tegen
09 SEPTEMBER 2023
bloedingen en gewrichtsschade6 Studies hebben aangetoond dat het handhaven van een minimale factorcoagulatieniveau van meer dan 1% in het bloed het risico op spontane bloedingen vermindert en ook de frequentie en impact van subklinische bloedingen in de gewrichten kan verminderen7. Elke verhoging van 1% in het circulerende factorpercentage vermindert het risico op gewrichtsbloedingen met 18%, en een factorcoagulatie VIII/ IX-niveau van 15% biedt effectieve bescherming tegen de meeste gewrichtsbloedingen. Bovendien neemt bij kinderen van 1 tot 6 jaar het jaarlijkse bloedingspercentage met 2,2% toe voor elk uur met een factorpercentage van minder dan 1% FVIII. Bij adolescenten en volwassenen van 10 tot 65 jaar neemt het risico toe met 1,4%8
Samengevat wordt nu erkend dat lichamelijke activiteit gunstig is voor patiënten met hemofilie, in tegenstelling tot eerdere aanbevelingen. Het speelt een belangrijke rol bij het voorkomen en behandelen van diverse aandoeningen, en specifiek voor mensen met hemofilie draagt het bij aan het behouden van een gezond gewicht, spierversterking. Fysieke activiteit vermindert hun risico op gewrichtsbloedingen. Daarom worden regelmatige oefenprogramma’s en een evenwichtige voeding aangemoedigd voor een optimale hemofiliebehandeling, waarbij de patiënt continu wordt opgevolgd door een multidisciplinair behandelteam.
Bibliografie
1. Versloot O, van Balen EC, Hassan S, Schols SEM, Leebeek FWG, Eikenboom J, et al. Similar sports participation as the general population in Dutch persons with haemophilia; results from a nationwide study. Haemophilia [Internet]. 2021 Sep 1 [cited 2022 Jul 11];27(5):876–85.
2. Versloot O, Berntorp E, Petrini P, Ljung R, Astermark J, Holmström M, et al. Sports participation and physical activity in adult Dutch and Swedish patients with severe haemophilia: A comparison between intermediate- and high-dose prophylaxis. Haemophilia [Internet]. 2019 Mar 1 [cited 2022 Jul 11];25(2):244–51.
3. Srivastava A, Brewer AK, Mauser-Bunschoten EP, Key NS, Kitchen S, Llinas A, et al. Guidelines for the management of hemophilia. Haemophilia [Internet]. 2013 Jan [cited 2022 Jul 11];19(1).
4. Collins PW, Fischer K, Morfini M, Blanchette VS, Björkman S. Implications of coagulation factor VIII and IX pharmacokinetics in the prophylactic treatment of haemophilia. Haemophilia [Internet]. 2011 Jan [cited 2022 Jul 11];17(1):2–10.
5. Hoefnagels JW, Versloot O, Schrijvers LH, van der Net J, Leebeek FWG, Gouw SC, et al. Sports participation is not associated with adherence to prophylaxis in Dutch patients with haemophilia. Haemophilia [Internet]. 2021 May 1 [cited 2022 Jul 11];27(3):e402–5.
6. Cuesta-Barriuso R, Torres-Ortuño A, Pérez-Alenda S, Carrasco JJ, Querol F, Nieto-Munuera J. Sporting Activities and Quality of Life in Children With Hemophilia: An Observational Study. Pediatr Phys Ther [Internet]. 2016 Oct 1 [cited 2022 Jul 11];28(4):453–9.
7. Den Uijl IEM, Fischer K, Van Der Bom JG, Grobbee DE, Rosendaal FR, Plug I. Analysis of low frequency bleeding data: the association of joint bleeds according to baseline FVIII activity levels. Haemophilia [Internet]. 2011 Jan [cited 2022 Jul 11];17(1):41–4.
8. Collins PW, Björkman S, Fischer K, Blanchette V, Oh M, Schroth P, et al. Factor VIII requirement to maintain a target plasma level in the prophylactic treatment of severe hemophilia A: influences of variance in pharmacokinetics and treatment regimens. J Thromb Haemost [Internet]. 2010 Feb [cited 2022 Jul 11];8(2):269–75.
10 SEPTEMBER 2023
Dr. De Michelis, IFSPT voorzitter, geeft ons de eer om dit originele abstract te delen. Hierin wordt het thema “gelijkheid, diversiteit en inclusie in de sport” behandeld. Sport is inderdaad “een krachtig instrument om onze samenleving te veranderen, om kansen te bieden, om gedrag te veranderen, om modellen (d.w.z. de acties en attitudes van atleten) weer te geven om toekomstige generaties te volgen en te beïnvloeden”. Dr. De Michelis, ondersteund door wetenschappelijke literatuur, geeft aan dat hedendaagse professionals, wetenschappelijke entiteiten en federaties actie kunnen voeren voor deze wijziging. De BFSP en de ABCIG Sportkinesitherapie danken Dr. Luciana De Michelis als voorzitter van de IFSPT om de rol die sport, internationale federaties en wetenschappelijk onderzoek kunnen spelen in dit domein bespreekbaar te maken.
A work in progress in our society and a trending topic in social media and has been equity, diversity and inclusion in sport. Members of underrepresented, minoritized groups frequently represent the majority of players, for example, or even those undergraduate interested on being a future sports physical therapist. However, leadership roles are seemingly reserved for those who have historically held power1. Moreover, members of underrepresented groups are likely to encounter stereotypes, prejudice and treatment discrimination in sport1
Sport is a powerful tool for changing our society, giving opportunities, changing behaviour, reflecting role models (i.e. athletes actions and attitudes) to be followed and influence next generations. Children see their idols and try to copy them; they are inspired. Following this reasoning, health care professionals involved in sport can be inspired by this context and be more engaged to change the reality. Contemporary professionals, scientific entities (e.g. journals, universities, associations)
and federations (e.g. Federation Internationale de Football Association - FIFA, International Federation of Sport Physical Therapy - IFSPT) have actions towards this change. The power of these entities can influence legal mandates, increase social pressure for inclusion, and shifting demographic landscapes, which could increase the focus on diversity, equity and inclusion in sport1
For example, some editorials on gender bias in sport have been released, inspired by social media discussion and exchange2,3. However, despite efforts to change this perspective, a transformation starts when rules and laws regarding quotients and gender equity are regulated and enforced. As an example, specifically in soccer, a male dominant sport modality, the support for female athletes came through rules set by the FIFA. Every soccer team were obligated to have at least one female member in their technical commission or health department to be able to compete on FIFA tournaments.
11 SEPTEMBER 2023 LUCIANA DE MICHELIS, PHD EXXPERT
The continuous process of enhancing equity, diversity and inclusion in sport.
Despite the actions which fight gender bias, the literature points challenges to be overcome. In sports medicine, female physicians around the world experience disrespectful attitudes, questioning of their judgement and are sexually harassed significantly more often than male counterparts4. Louise Tulloh5 indicates some challenges for women in SEM (Sport and Exercise Medicine) such as the association of leadership with masculine qualities, lack of affirmation of feminine leadership traits and the resulting lack of self-identification as leader, lack of diversity in selection panels and persisting cultural norms (career vs family).
Gender bias it is an issue in sport overall. Awareness about the lack of opportunities and providing real opportunities for women can increase the female participation in sport more broadly, in areas such as working in sport teams, being keynote speaker in an important scientific conference or being the chair of an executive board. Specifically in sports PT environment,
References:
racial and social bias are also present. Meritocracy is indicated as the main reason for a person to achieve success in their career over the years. However, to support this reasoning, it is mandatory to have the same start point among the candidates. How can we speak about meritocracy if the career trajectory and opportunities are not the same comparing men and women, white and black people, southern and northern professionals in sport?
We can find some overall examples in sport, such as black coaches being underrepresented, more pronouncedly in institutions with more white undergraduate students and demographic dissimilarity being associate with the number of infractions a referee called on an athlete. Most of these studies, though, were set in the United States or United Kingdom and focused on men’s sport1. A study which analyzed women’s basketball teams in Spain, found no effects of racial dissimilarity or nationality dissimilarity, showing
1. Cunningham GB, Wicker P, Walker NA. Editorial: Gender and Racial Bias in Sport Organizations. Front Sociol. 2021 May 31;6:684066. doi: 10.3389/fsoc.2021.684066. PMID: 34136562; PMCID: PMC8200843.
2. Bekker S, Ahmed OH, Bakare U, Blake TA, Brooks AM, Davenport TE, Mendonça LM, Fortington LV, Himawan M, Kemp JL, Litzy K, Loh RF, MacDonald J, McKay CD, Mosler AB, Mountjoy M, Pederson A, Stefan MI, Stokes E, Vassallo AJ, Whittaker JL. We need to talk about manels: the problem of implicit gender bias in sport and exercise medicine. Br J Sports Med. 2018 Oct;52(20):1287-1289. doi: 10.1136/bjsports-2018-099084. Epub 2018 Mar 17. PMID: 29550755.
3. Thorborg K, Krohn L, Bandholm T, Jacobsen JS, Rathleff MS, Klakk H, Kotila K. ‘More Walk and Less Talk’: Changing gender bias in sports medicine. Br J Sports Med. 2020 Dec;54(23):1380-1381. doi: 10.1136/ bjsports-2020-102966. Epub 2020 Sep 23. PMID: 32967851.
that the country and sport might moderate the relationship between dissimilarity and infractions called6
Everyone involved in sports PT needs to show interest in, and discuss, gender/racial/social bias in sport. Understand deeply the problem and discuss on actions to deal with it is necessary as well speak up when we see colleagues being diminished, mistreated and prejudiced. If opportunities and access were equal among genders, among different ethnicity and among different societies and cultures, perhaps this would not be the case. Our colleagues should be represented by their equals because they share views and experiences. In this way, our society would be fairer and more inclusive.
LUCIANA DE MICHELIS, PHD Physical Therapy Department, Universidade Federal de Minas Gerais, Belo Horizonte, Minas Gerais, Brazil
4. Tsukahara Y, Novak M, Takei S, Asif IM, Yamasawa F, Torii S, Akama T, Matsumoto H, Day C. Gender bias in sports medicine: an international assessment of sports medicine physicians’ perceptions of their interactions with athletes, coaches, athletic trainers and other physicians. Br J Sports Med. 2022 Sep;56(17):961-969. doi: 10.1136/bjsports-2021-104695. Epub 2022 Jun 23. PMID: 35738877.
5. Tulloh L. They call us fellows: the challenge of gender bias in the Australasian College of Sport and Exercise Physicians. Br J Sports Med. 2019 Nov;53(22):1391-1392. doi: 10.1136/ bjsports-2019-101619. Epub 2019 Oct 14. PMID: 31611188.
6. Gomez-Gonzalez C, Dietl H, Nesseler C. Unbiased Decisions Among Women’s Basketball Referees. Front Psychol. 2020 Nov 5;11:566684. doi: 10.3389/fpsyg.2020.566684. PMID: 33224058; PMCID: PMC7674594.
12 SEPTEMBER 2023 EXXPERT
Expert worden in de sportkinesitherapie?
Net als iedereen verdient elke sporter goede zorg. Sport brengt allerlei soorten uitdagingen met zich mee, zoals blessures, trauma’s, overbelastingletsels en hoge fysiologische eisen. Een rol van de sportkinesitherapeut is het bevorderen van lichaamsbeweging en het bestrijden van een sedentaire levensstijl, die leidt tot een toename van sterfte en niet-overdraagbare ziekten. Het vakgebied van de sportkinesitherapeut is dan ook zeer breed omdat het mensen van alle leeftijden en capaciteiten omvat, in verschillende sporten, van preventie tot sporthervatting, van lokale omgevingen tot de grote internationale evenementen. Een bepaald niveau van kennis en expertise in sportkinesitherapie is nodig om sporters te helpen veilig aan sportactiviteiten deel te nemen.
Iedereen kan zich echter sportkinesitherapeut noemen in landen waar dit niet als specialiteit wordt erkend. Sommige landen laten toe via hun Sports Physiotherapy Association een permanente vormingscursus te volgen die internationaal wordt erkend door de IFSPT en waarmee een RISPT kan worden behaald: een geregistreerde internationale sportkinesitherapeut (www.ifspt.org).
Hier is de definitie aangenomen door de IFSPT :
“A sports physiotherapist is a recognized professional who demonstrates advanced skills in promoting safe participation in physical activity, providing advice and adapting rehabilitation and training interventions, with the aim of preventing injury, restore optimal function and contribute to improved athletic performance, in athletes of
all ages and abilities, while ensuring a high standard of professional and ethical practice” (Bulley et al., 2004).
Deze definitie omvat de diversiteit en complexiteit van de rol en bevat in één zin alle 11 competenties gedefinieerd door de IFSPT. Deze zijn direct gekoppeld aan het proces van specialisatie en accreditatie.
PROFESSIONAL LEADER
6. Life-Long Learning
7. Professionalism and Management
PROFESSIONAL LEADER/ADVISOR
11. Promotion of Fair Play and Anti-Doping Practices
INNOVATOR/ PROFESSIONAL LEADER
9. Dissemination of Best Practice
MANAGER OF THE PATIENT/CLIENT
1. Injury Prevention
2. Acute Intervention
3. Rehabilitation
4. Performance Enhancement
ADVISOR
5. Promotion of a Safe, Active Lifestyle
INNOVATOR
8. Research Involvement
INNOVATOR/ADVISOR
10. Extending Practice Through Innovation
13 SEPTEMBER 2023 SUZANNE GARD EXXPERT
Figuur 1: 11 Competenties van sportkinesitherapeuten (Bulley & Donaghy, 2005)
Maar specialisatie is geen expertise. In dit artikel beschrijven Nicola Phillips en Colin Paterson wat expertise is (Phillips & Paterson, 2020):
“Generally, professional expertise is seen as a gradual transition, often beginning with formal (academic) training and then specializing through (clinical) experience and continuous informal learning, which builds on this academic foundation. Experts in a specialized field demonstrate deliberate and regular practice and consistently achieve superior performance in complex situations.”
In dit model wordt kennis ingedeeld in drie categorieën: technisch, creatief en contextueel. Op drie verschillende manieren wordt geleidelijk expertise opgebouwd vanuit een solide basis van kennis over sportkinesitherapie.
Het technische pad met meer toegepaste kennis, complexe casussen en bewustzijn van atypische situaties. Het creatieve pad met verschillende opties om blessures tijdens of na het spelen te voorkomen of te beschermen. Contextuele ontwikkeling met gezamenlijke beslissingen en meer realistische tijdlijnen. Het expertniveau wordt bereikt wanneer u een adaptieve aanpak kunt volgen, de context begrijpt, een grondige kennis heeft van blessures, zelfs in een onbekende omgeving, en wanneer u in staat bent om innovatieve oplossingen te vinden en risicobeheer en prestatiedoelen in evenwicht
te brengen, effectief door te verwijzen en door samen te werken als lid van een team. SPT-beginners hebben geen ervaring waarop ze hun trainingsbeslissingen kunnen baseren, vooral in complexe situaties. Expertise vereist meer dan formeel leren, het vereist aanvullend informeel leren en bewust oefenen (Phillips, 2009). Dit kan vooral worden ontwikkeld met behulp van een portfolio en informeel leren.
Naast het samenbrengen van diploma’s, trainingen en praktijkervaringsuren, moet het portfolio elementen bevatten van reflectieve praktijk op deze elementen en op casuïstiek. Reflectieve praktijk is zo belangrijk dat het niet alleen de mogelijkheid biedt om de eigen praktijk voor de toekomst te verbeteren, maar ook om ervaring op te doen door bewuste en reflectieve praktijk. Het is ook enorm waardevol om begeleid te worden, ook al is men een competente professional. Misschien niet als expert, maar qua communicatie- of presentatievaardigheden, stijl van leidinggeven, alle aspecten van ons werk die we willen verbeteren.
Informeel leren door middel van mentorschap is een fantastische ervaring. De ervaring van het observeren van een mentor gedurende een periode in een klinische setting is zeer waardevol. Hiermee heb je snel toegang tot de essentie van het werk. Je leert veel door de ervaringen en fouten van je mentor te delen, wat je kan behoeden voor het maken van die fouten ten koste
TECHNICAL CREATIVE BASIC KNOWLEDGE IN SPORTS PHYSIOTHERAPY CONTEXTUAL
Figuur 2: Overname van adaptieve sportkinesitherapie-expertise van Paterson & Phillips, 2021
14 SEPTEMBER 2023 EXXPERT
RECOGNISED SPORTS PHYSIOTHERAPY EXPERT
van de sporter. De ervaring is ook erg waardevol voor de mentor, en niet alleen voor de stagiair, omdat het hun reflectieve praktijk stimuleert door hun ervaring te delen en hun beslissingen aan te vechten.
Als specialisatie zou sportkinesitherapie overal opleidingen op masterniveau moeten blijven ontwikkelen en verbindingen en een netwerk moeten creëren om clinici te helpen hun expertise op een technische, creatieve en contextuele manier te ontwikkelen door informeel leren en mentorschap te bevorderen. Het einddoel is om onze atleten van alle leeftijden en niveaus beter te ondersteunen in verschillende sportcontexten.
SUZANNE GARD
Kinesitherapeut RISPT, Master in Sportkinesitherapie, Centre SportAdo, CHUV, Lausanne, Docent HEDS, fysiotherapeutische sector, HES-SO Genève, Bestuurslid Sportfisio Switzerland & IFSPT.
Bibliografie
Bulley, C. et Donaghy, M. (2004). Compétences en physiothérapie du sport : The first step towards a common platform for specialist professional recognition. Physical Therapy in Sport, 6(2), 103108. https://doi.org/10.1016/j.ptsp.2005.02.002
Bulley, C., & Donaghy, M. (2005). Normes de physiothérapie sportive : A minimum threshold of performance. Physical Therapy in Sport, 6(4), 201207.
https://doi.org/10.1016/j.ptsp.2005.07.003
Paterson, C. et Phillips, N. (2021). Developing Sports Physiotherapy Expertise - The Value of Informal Learning (Développer l’expertise en physiothérapie du sport - la valeur de l’apprentissage informel). International Journal of Sports Physical Therapy, 16(3), 959961.
https://doi.org/10.26603/001c.23608
Phillips, N. (2009). Postgraduate specialisation in sports physiotherapy - Academic or clinical expertise? Physical Therapy in Sport, 10(3), 83.
https://doi.org/10.1016/j.ptsp.2009.05.003
Phillips, N. et Paterson, C. (2020). Growing sports physiotherapy experts takes a village-Technical, creative and contextual learning doesn’t happen in a vacuum. British Journal of Sports Medicine, 54(9), 499501.
https://doi.org/10.1136/bjsports-2019-101333
15 SEPTEMBER 2023
De visie van Franck Lagniaux (PhD) op sportschouderproblemen
(Onderzoekers die zoeken, die vinden we. Onderzoekers die vinden, die zoeken we.)
Er zijn disciplines waarbinnen kennis volop in ontwikkeling is.
Sportkinesitherapie is hiervan een goed voorbeeld. Daarbinnen is het onderzoek naar de behandeling van sportschouderproblemen volop in ontwikkeling, en meer in het bijzonder naar de werpschouder.
Daar waar informatie over het onderste kwadrant talrijk is, is het duidelijk dat dit niet altijd geldt voor het bovenste kwadrant. Misschien is dit te wijten aan de biomechanische complexiteit van de gewrichten waaruit het bestaat of eenvoudiger aan de beschikbare fondsen toegewezen aan onderzoek in de richting van de meest bekende sporten (voetbal, rugby, atletiek, enz.) en waarvoor de belangrijkste pathologie geconcentreerd is binnen het onderste lidmaat.
Van jongs af aan badend in de sportwereld, en meer in het bijzonder in het handbal, leek mijn interesse in dit gewricht (moet ik liever zeggen deze gewrichten) voor de hand liggend.
Hoe zit het met de zorg voor onze atleten vandaag de dag, of ze nu beoefenaars van hoog niveau zijn of niet?
Welnu, we zouden de situatie kunnen samenvatten met deze stelregel die zegt dat “hoe meer we leren, hoe meer we de omvang van onze onwetendheid meten”.
Ten eerste is het vaak moeilijk om, als de diagnose gesteld is, de schouder tot rust te laten komen (zelfs relatief). Een sporter die last heeft van een verstuikte enkel kan niet rennen, maar het is niet hetzelfde voor de werper die zijn gestel blijft gebruiken, zelfs op een slechte manier (een gewicht, een bal, via een racket, ...).
Recente publicaties laten ons bijkomend zien dat we voorzichtig moeten zijn bij het interpreteren van de gegevens die aan ons kunnen worden doorgegeven (beeldvorming is een voorbeeld) en wat er werkelijk bestaat (de laesie, of het nu gaat om oorzaak of gevolg), waarbij het ene niet systematisch gecorreleerd is met het andere.
Zoals hierboven vermeld dwingt de complexiteit van de beweging ons om de atleet als geheel te beschouwen, wat een benadering vereist die zowel globaal is (analyse van de beweging in relatie tot de beoefende discipline, invloed van de kinetische keten, technopathieën, enz.), maar ook transversaal door een beroep te doen op andere competenties/disciplines (artsen, sporttrainers, enz.).
Doorheen de verschillende stadia van het benaderen van deze schouders, lijken de criteria om terug te keren naar de sport en de hulpmiddelen en/of tests
« Des chercheurs qui cherchent, on en trouve. Des chercheurs qui trouvent, on en cherche. »
Charles De Gaulle
16 SEPTEMBER 2023
FRANCK LAGNIAUX, PHD EXXPERT
waaruit ze bestaan, mij deel uit te maken van de essentie. De eerste vraag die de atleet ons stelt, gaat niet over weten wat hij heeft, maar eerder over de tijd die nodig is om zijn activiteit zo snel mogelijk te kunnen hervatten. Het onderzoek op dit gebied vordert gestaag, waardoor zowel monitoring gedurende het hele seizoen mogelijk is, maar ook referentiewaarden kunnen worden vastgesteld, rekening houdend met de specifieke kenmerken van de beoefende sport. Een van de voordelen van deze tools is dat ze zowel kunnen worden gebruikt als onderdeel van een testbatterij, maar ook als een oefening die kan worden opgenomen in revalidatieprotocollen. Recent werk heeft ook aangetoond dat wat we doen niet altijd even efficiënt is als we geloven. De bijdrage van EMG is in die zin erg interessant, omdat het door de implementatie van eenvoudige en toegankelijke hulpmiddelen leidt naar een visualisatie van de spieractivatie volgens de geoefende bewegingen.
Al deze gegevens hebben het mogelijk gemaakt om preventieprotocollen op te stellen binnen de Franse handbalfederatie, en meer in het bijzonder in de jeugdsector. Hoewel er geen cijfers zijn gepubliceerd, kunnen we een verbetering in de bewustwording van deze problematiek vaststellen. Evenzo wordt een verbetering waargenomen in de sensomotorische controle en het individuele management van atleten.
Echter, deze preventieprotocollen stellen ons vandaag niet in staat om te concluderen dat ze effectief zijn in primaire preventie of in het voorspellen van toekomstige blessures.
De samenwerkingsverbanden opgezet met Europese collega’s (Belgische, Zwitserse), of ruimer internationaal, zijn essentieel om op grotere schaal protocollen op te bouwen, vooral omdat er maar weinig groepen rond deze thema’s werken. De organisatie van congressen die professionals met verschillende achtergronden samenbrengen, allemaal gepassioneerd door de overdracht van kennis, om ervoor te zorgen dat deze laatste niet beperkt blijft tot laboratoria, maar ook wordt overgedragen naar het veld, is essentieel. Het maakt het mogelijk om onze kennis te delen en voortdurend in vraag te stellen.
De resultaten van huidig onderzoek tonen de noodzaak om niets als vanzelfsprekend aan te nemen.
FRANCK LAGNIAUX, PHD
Hij heeft een staatsdiploma als massagetherapeut, en is naast sportmasseur ook de voorzitter van de Franse vereniging van sportmasseurs, en kinesitherapeut van het Franse dameshandbalteam.
17 SEPTEMBER 2023
Wijzigingen autofiscaliteit: impact voor jou als medicus
Heb je als arts of kinesitherapeut een eenmanszaak en verplaats je je met de auto?
Dan kan je bepaalde verplaatsingen fiscaal aftrekken. SBB vertelt je hoe je de aftrekbare som bepaalt, en met welke uitzonderingen je best rekening houdt.
Fiscale aftrekbaarheid in personenbelasting
Soort verplaatsing
Allereerst maak je een onderscheid tussen je verplaatsingen. De fiscale spelregels verschillen immers naargelang het type. Het gaat dan om de volgende drie soorten:
Zuivere privé-verplaatsingen: kan je nooit fiscaal aftrekken.
Verplaatsingen tussen je woonplaats en vaste plaats van tewerkstelling: zijn aftrekbaar ter waarde van 0,15 euro/km. Dit forfait dekt alle bijhorende kosten (met uitzondering van financieringsen telefoniekosten). Denk aan brandstof, verzekering, verkeersbelasting, onderhoud, pechbijstand, afschrijvingen, huur parkeergarage enz.
Zuivere beroepsverplaatsingen: de inbreng wordt beperkt tot een bepaald percentage. Hier moet je dus je werkelijke kosten aantonen.
Eenmaal je je verplaatsingen correct hebt ingedeeld volgens de opdeling hierboven, bepaal je de aftrekbare som.
Werkelijke kosten of forfait aftrekken?
Op basis van je totale autokosten en de andere aangetoonde beroepskosten, bekijkt je boekhouder welke optie voor jou het voordeligst is.
Kostenaftrek
De kostenaftrek voor personenwagens kent enkele belangrijke wijzigingen afhankelijk van de aanschafdatum. Hiervoor kijken we naar de datum van de bestelbon of ondertekeningdatum van het lease- of rentingcontract.
Aanschaffing voor 1 juli 2023
De kosten van een wagen zijn voor jou aftrekbaar volgens een zogenaamde gramformule. Deze houdt zowel rekening met de CO2-uitstoot van je wagen als het brandstoftype. Het aftrekbaar tarief wordt als volgt berekend: 120%(0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2/ km).
De brandstofcoëfficiënt verschilt naargelang het type wagen en bedraagt:
1 voor dieselwagens;
0,95 voor benzinewagens;
0,90 voor auto’s op aardgas < 12 fiscale Pk.
De fiscale aftrekbaarheid wordt trouwens begrensd afhankelijk van de uitstoot van je firmawagen: met een ondergrens van 50% en een bovengrens van 100%. Indien de wagen werd aangekocht, gerent of geleased vóór 1 januari 2018, bedraagt het minimum 75% tenzij de CO2-uitstoot 200 gram of meer bedraagt. Dan val je terug op 40%.
Zuiver elektrische wagens zijn voor 100% aftrekbaar. Voor plug-in hybride wagens, die nog deels op brandstof rijden, gelden dan weer bijzondere regels.
Een voorbeeld: Jan Baets heeft als medicus een eenmanszaak en kocht in 2022 een nieuwe benzinewagen van 23.000 euro met een CO2uitstoot van 100 gr/km. In 2022 kan hij deze kosten bewijzen:
Aankoop auto: 23.000 euro (afschrijving op 5 jaar: 4.600 per jaar)
Benzine: 1.350 euro
Onderhoud: 750 euro
Verzekeringen: 600 euro
Verkeersbelasting: 200 euro
Aantal kilometers op jaarbasis: 18.000 (waar van 12.000 km zuiver beroepsmatig)
18 SEPTEMBER 2023 SBB ACCOUNTANTS & ADVISEURS EXXPERT
Op basis van specifieke kenmerken van de auto en de gramformule bedraagt het aftrekpercentage:
120% - (0,5 x brandstofcoëfficiënt x CO2/km) = 120% - (0,5 x 0,95 x 100) = 72,50%.
Het aftrekbaar gedeelte van zijn autokosten wordt als volgt berekend:
Ook de kostenaftrek van zuiver elektrische personenwagens daalt vanaf 2027 naargelang het jaar van aanschaffing.
Pick-up aangeschaft vanaf 1 januari 2023?
Een pick-up aangeschaft vanaf 1 januari 2023 wordt fiscaal beschouwd als een personenwagen indien de wagen staat ingeschreven op naam van een particulier. Deze wagen is dan onderworpen aan de bovenstaande regels.
Staat de pick-up ingeschreven op naam van een belastingplichtige met KBO-nummer , dan is dit fiscaal een lichte vrachtwagen en zijn de kosten voor 100% aftrekbaar.
Verstrenging bij aanschaffing vanaf 1 juli 2023
De kostenaftrek voor personenwagens met een brandstofmotor aangeschaft vanaf 1 juli 2023, zal uitdoven. De voormelde regels blijven van toepassing t.e.m. aanslagjaar 2025, maar vanaf aanslagjaar 2026 verdwijnt de ondergrens en wordt de maximale aftrek afgebouwd:
in 2025: 0% tot max. 75%
in 2026: 0% tot max. 50%
in 2027: 0% tot max. 25%
in 2028: 0%
Voor personenwagens met een brandstofmotor aangeschaft vanaf 2026, geldt er een aftrekverbod.
Als startende arts of kinesitherapeut
de wagen van je ouders gebruiken
Ten slotte geven we nog graag een tip mee voor startende artsen of kinesitherapeuten. Wie de auto van z’n ouders gebruikt, kan bepaalde kosten ervan inbrengen, op voorwaarde dat je kan bewijzen dat jij ze betaalt. Een voorbeeld is de verzekering, ook al staat die nog op naam van je ouders: bezorg daarvoor je boekhouder een afschrift van de overschrijving aan je ouders of de verzekeringsmaatschappij.
Heb jij vragen over de fiscaliteit van je bedrijfswagen of overweeg je de overstap naar een vennootschap?
Neem dan contact op met een SBB-adviseur in jouw regio.
TOTAAL AUTOKOSTEN FISCAAL AFTREKBAAR ALS WERKELIJKE BEROEPSKOS 4.600 + 1.350 + 750 + 600 + 200 = 7.500 euro 7.500 x 12.000/18.000 x 72,50% = 3.625 euro
19 SEPTEMBER 2023
OP ZOEK NAAR DE JUISTE APPLICATIE VOOR TELECONSULTATIES MET UW PATIËNTEN? ONTDEK DE KORTINGEN EN GRATIS VERSIES! U vindt een overzicht terug op www.axxon.be/nl/teleconsult. AXXON LEDENVOORDEEL