GRNVLD 10

Page 43

De Schutting De oproep in het vorige nummer om een persoonlijk verhaal of een anekdote over Kasteel Groeneveld in te sturen, bleek niet tegen dovemansoren te zijn gericht. Een selectie.

‘Het moet rond 1918 geweest zijn dat mijn vader met vriendjes naar school liep. Nu mochten de boerenjongens nooit op de weg voor het kasteel lopen. Baron Teats van Amerongen keek met een verrekijker of er geen jongens op zijn weg liepen. Was dat wel het geval dan werd de koddebeier – een soort Bromsnor – gestuurd om de ijer jongens te pakken. Zo gebeurde het dat Jaap Me ring eve rl e v o de jongens een keer moesten vluchten (uit de ader), v van zijn door de heggen van de moestuin. In die n hoeve a v r e bewon tijd rookten sommige jongens stiekem in t s Rave e pijp. Tijdens het vluchten stopte een van de jongens de pijp in zijn broekzak. Later bleek dat zijn broek in brand stond. Met een gat in zijn broek ging hij naar school, want ze durfden niet terug te gaan.’

‘Joop en Alie Colson waren inmiddels overleden, maar hun dochter Mary ontving nog steeds allerlei bezoekers van divers pluimage. Waar haar ouders nog enig toezicht hielden en van de door hen gehuisveste kunstenaars nog verwachtten dat zij serieus werk afleverden, was het bij hun dochter lang leve de lol. Hoewel de oranjeriebewoners nauwelijks wisten wat er in het kasteel Andre & Conny zelf gebeurde, zagen zij wel Wiersma, bewoners regelmatig een stomdronken Oranjerie en later de Ramses Shaffy over het ossenstal rondeel wankelen.’

Voor het volgende nummer van GRNVLD:

Waar beleeft de Amsterdammer anno nu zijn of haar buitenplaatsgevoel: in de volkstuin, Het Amsterdamse bos, langs de Vecht of in Frankrijk? Mail een foto van uw buiten vóór 1 augustus naar grnvld@mineleni.nl

‘In 1966 kwam het idee op in Baarns dreven voor journalistieke collega’s een picknick te organiseren en wel op het landgoed Groeneveld. Bij het uitwerken van de plannen bedacht ik dat het handig zou zijn als we de daartoe benodigde mond- en drankvoorraad van tevoren ergens zouden kunnen onderbrengen. Waar zou dat beter kunnen dan in kasteel Groeneveld zelf? Daar woonde Joop Colson, de Amsterdamse fotograaf die bekend stond om zijn warme banden met figuren uit de media- en de kunstwereld. Op een avond meldde ik me bij de imposante kasteeldeur. De bel weergalmde door de hal. De huishoudster deed open. Zij ging mij na kort overleg binnenskamers voor naar een van de achterzalen van het kasteel waar Joop Colson mij, gezeten in een leunstoel, als een soort heer Bommel ontving. Het klikte meteen. Bij een glas goede wijn kwamen we snel ter zake. Colson was meteen gewonnen voor zo’n bezoek van journalisten van grote Nederlandse dagbladen aan zijn domein. Natuurlijk mocht ik wat nodig was voor de picknick voortijdig naar het kasteel brengen. En waarom zouden we het voor die picknick elders in de bossen zoeken. Het achterpark van het kasteel, in die tijd niet voor publiek toegankelijk, was immers de ideale plek voor het gebeuren! Dat aanbod sloeg ik uiteraard niet af. Ik ging er vanuit dat het een stralende zomerdag zou worden. Colson bood aan dat als dat niet het geval zou zijn de zalen in het kasteel soulaas zouden kunnen bieden. Op de bewuste junidag was het gelukkig prachtig weer. Joop, die een paar maanden later helaas zou overlijden, en zijn huishoudster begroetten ons met koffie en bliezen daarna de aftocht. Groeneveld was aan ons. Het werd een vrolijk samenzijn De gasten vermaakten zich prima zowel buiten als in het kasteel. Het roeibootje, dat afgemeerd lag in de beek, werd volop benut voor vaartochtjes onder meer naar een door reigers bevolkt eilandje. Collega Cisca Dresselhuys, destijds moderedactrice bij Trouw, waagde zich ook te water al had zij ‘een heilige angst’ voor primitieve boten. Want zou het nieuwe pakje dat zij voor deze gelegenheid had aangeschaft niet hopeloos in de vernieling raken op zo’n gammel vaartuig? Collega Eduard Hirschfeld, opgegroeid in een milieu waar fraai ingerichte kasteelzalen bekend terrein waren, toonde zoveel belangstelling voor de wapenkamer dat hij diverse wapens van de muren haalde voor het houden van schijn­ gevechten. De antieke trapleuningen waren eveneens favoriet. Massaal roetsjten de aanwezigen naar beneden. Het eikenhout kraakte onder dat geweld maar het was gelukkig wel iets gewend. Toen de gasten na een staatsiefoto op het bordes in het begin van de avond in hun autootjes vertrokken en kasteelheer Colson terugkeerde op zijn domein waren alle sporen aan een wilde dag uitgewist.’ Fred Lam mer oud s, -r ed Trou a w en cteur inwo van Baa ner rn

43


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.