BRIEVEN AAN EEN KRIJGSGEVANGENE
Marius Perreijn (1915 - 1995) vertrekt op Hemelvaartsdag 1943 vanaf het Haagse station Staatsspoor richting Amersfoort, om van daaruit een voor hem onbekend aantal jaren in Duitse krijgsgevangenschap door te brengen.
De 28-jarige ongehuwde Marius ontvangt tijdens zijn verblijf in Duitsland vooral brieven van zijn vader, maar ook van enkele van de vijf broers die hij heeft.
De brieven die hij ontvangt, zijn in dit boek letterlijk weergegeven. Uit de brieven spreekt zorg, liefde, maar ook is er de hoop op een spoedig einde van de oorlog uit af te leiden.
Het zal tot het voorjaar van 1945 duren voor Marius Perreijn de vrijheid proeft.
De brieven zijn bewerkt en gebundeld door zijn zoon, Chris Perreijn (1950).