Inleiding De methode Spelling langs de lijn is een opbrengstgerichte spellingmethode voor het regulier primair onderwijs (po), speciaal basisonderwijs (sbo) en speciaal onderwijs (so). De methode werkt toe naar referentieniveau 1F en/of 1S. Het theoretisch kader van Spelling langs de lijn wordt gevormd door het Onderwijscontinuüm CED-Groep (Struiksma, 2012). Het Onderwijscontinuüm is een denk- en werkwijze om planmatig, datagestuurd, opbrengstgericht en passend onderwijs te realiseren. Het is toepasbaar in elke onderwijskundige setting en geschikt voor elk vak- of vormingsgebied. Spelling langs de lijn is een complete en gebruiksklare uitwerking van het Onderwijscontinuüm voor het vakgebied spelling. De belangrijkste bouwsteen van het Onderwijscontinuüm is het zogenaamde 4D-model dat voorziet in een cyclische manier van werken volgens vier D’s: - Data verzamelen; - Duiden van data; - Doelen stellen; - Doen. In deze inleiding illustreren we het werken met Spelling langs de lijn volgens het 4D-model. Als voorbeeld nemen we groep 3 van juf Florine.
Het centrale uitgangspunt van het Onderwijscontinuüm en het 4D-model Het uitgangspunt is het realiseren van ambities. De ambities die een school wil bereiken met leerlingen noemen we schoolstandaarden. Deze kunnen voor scholen verschillend zijn, maar zijn de basis voor het onderwijsaanbod. We onderscheiden drie schoolstandaarden: - De gevorderde standaard voor de betere leerlingen. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau A of I behalen. Je wijst deze leerlingen toe aan het talentarrangement uit Spelling langs de lijn (dit is te vinden in de handleiding bij elk leerjaar). Hierin staat de aanpak beschreven die passend is bij de onderwijsbehoeften van deze groep leerlingen, met als doel dat de leerling volgens de gevorderde standaard blijft presteren. In het talentarrangement lees je voornamelijk wat je anders doet voor deze leerlingen dan de leerlingen in het basisarrangement of de voldoende standaard. -
De voldoende standaard voor het gros van de leerlingen. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau B/C of II/III behalen. Deze leerlingen wijs je toe aan het basisarrangement. Hierin staat de basisaanpak beschreven.
-
De minimumstandaard. Dit is het minimumniveau wat je met de leerlingen wilt halen. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau D of IV behalen. In de arrangementen (zoals beschreven in de handleiding) lees je in de kolom voornamelijk wat je extra doet voor deze leerlingen bovenop het basisarrangement. Dit uiteraard met als doel dat deze leerlingen op het niveau van het basisarrangement mee kunnen komen. Leerlingen die de minimumstandaard niet halen, wijs je toe aan het zeer intensief arrangement. In de praktijk zijn dit vaak leerlingen die op de Cito-toets voor spelling niveau E of V behalen.
Opbrengstgericht werken betekent dat je data gebruikt om je aanbod aan leerlingen richting te geven. Er is sprake van een cyclisch proces, het 4D-model. Binnen dit cyclische proces bestaat iedere D steeds uit een aantal activiteiten.
1
Spelling langs de lijn