Ma10maa2014 cdr jg2nr2 definitief

Page 35

Erik Sengers

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Staat, samenleving en subsidiariteit in Nederland In de eerste troonrede van Koning Willem Alexander stond het woord ‘participatiesamenleving’ centraal. Over wat het betekende, werd de dagen en weken erna heftig gedebatteerd. Het was een goed gekozen containerbegrip: iedereen kon er zijn positieve en negatieve associaties in kwijt. In het algemeen betekent het begrip dat de overheid zich terugtrekt uit een aantal maatschappelijke domeinen, en dat de bewoners/burgers aangesproken worden om zelf de samenleving vorm te geven. Heel duidelijk wordt dit bij de herziening van de verzorgingsstaat. Het uitgangspunt bij deze herziening is dat er geen voorzieningen zijn waar mensen recht op hebben, maar dat er goed gekeken wordt naar de situatie waarin mensen zich bevinden en welke hulp ze in die situatie nodig hebben. En in het beoordelen van de hulpvraag wordt met name gekeken naar het sociale netwerk waarin mensen zich bevinden: kan dat niet meer aangesproken worden zodat er minder met (dure) publieke middelen gewerkt hoeft te worden? Op deze manier wordt, zo hoopt de wetgever, de eigen kracht van mensen meer gestimuleerd en minder afhankelijkheid opgeroepen, en wordt de samenleving uitgedaagd meer haar verantwoordelijkheid te nemen door een grotere inzet van vrijwilligers en mantelzorgers. Op deze verandering in het beleid is een hoop aan te merken, maar de gemeenten – die er voor verantwoordelijk worden – zijn reeds druk bezig deze uitgangspunten in hun lokale beleid in te passen en toe te passen. Een belangrijke term in de discussie over de ‘Wet Maatschappelijke Ondersteuning’ (WMO), die het kader vormt voor deze herziening, is

Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving. Staat, samenleving en subsidiariteit in Nederland 35


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.