
7 minute read
Vezels
from Valor: Forage First
by cavalor
De gezondheid van het paard begint bij een goed functionerend maagdarmkanaal. Voor een goed werkend verteringstelsel moet een paard iedere dag vezels eten. Wat voor functie heeft een vezel eigenlijk? Wat is de relatie tussen vezels en het microbioom? En krijgt ieder paard wel voldoende vezels binnen? In dit artikel neemt Drs. Erica Reijerkerk, dierenarts gespecialiseerd in inwendige ziekten van het paard, ons mee in de wonderlijke wereld van vezels, hun noodzaak en de reis die ze door het paardenlichaam maken.
VEZELS


ERICA REIJERKERK STUDEERDE IN 2004 AF AAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT ALS DIERENARTS MET DIFFERENTIATIE PAARD. DAARNA VOLGDE ZE AAN DE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE TE UTRECHT DE ECEIM SPECIALISATIE OPLEIDING INWENDIGE ZIEKTEN VAN HET PAARD. NAAST VERBONDEN TE ZIJN ALS DIERENARTS AAN PAARDEN- EN REVALIDATIEKLINIEK DE HOFSTEDE IN LEUSDEN IS ZE VOEDINGSCONSULENT PAARD EN VAKDOCENT GEZONDHEIDSZORG PAARD EN DOCEERT ZE VERSCHILLENDE HIPPISCHE- EN MEDISCHE ONDERWIJSINSTELLINGEN. Er zijn veel typen vezels en als we praten over vezels bij paarden dan gaat het eigenlijk over de voedingsvezels. Het is een verzamelnaam voor een grote groep koolhydraten die onder andere door een bacteriële omzetting gefermenteerd worden. Voedingsvezels zijn voornamelijk afkomstig van plantaardig materiaal. Het paard als herbivoor is een vezelverteerder bij uitstek. Vezelopname zorgt niet alleen voor de benodigde energie, het speelt ook een belangrijke rol in de stimulatie van de motiliteit van het maagdarmkanaal (stoelgang) en het natuurlijk afweersysteem. Daarnaast spelen vezels ook een belangrijke rol in stimulatie van de motiliteit van het maagdarmkanaal (stoelgang) en het natuurlijk afweersysteem. Algemeen kun je stellen dat vezels door hun invloed en vele functies een noodzakelijke”multitool” zijn voor een goed functionerend maagdarmkanaal, wat resulteert in opname van benodigde voedingsstoffen en een goede afweer.
Darmmicrobioom
In en op het lichaam bevinden zich veel micro-organismen, zoals bacteriën, virussen en gisten. Gezamenlijk worden deze het microbioom genoemd. Het is een veelzijdig systeem met een belangrijke rol in zowel de vertering als de afweer. De laatste jaren is de interesse vanuit de wetenschap met betrekking tot het microbioom en de relatie met gezondheid sterk gegroeid. Toch is het nog lastig om dit systeem goed in kaart te brengen. Er worden veel individuele verschillen in de populatie micro-organismen waargenomen en daarbij is de samenstelling ook afhankelijk van veel (externe) factoren. De samenstelling van het darmmicrobioom is beïnvloedbaar in positieve en negatieve zin. Kwalitatief goede en vezelrijke voeding ondersteunt de ontwikkeling van een stabiel en gezond microbioom. Stress of bijvoorbeeld antibioticagebruik hebben invloed op de variatie in de flora in negatieve zin en veroorzaken spijsverteringsproblemen met diarree en/of koliek als gevolg.
Tevreden
We houden deze inwoners van het maagdarmkanaal (darmflora) graag tevreden. Prebiotica is een verzamelnaam voor de ‘voeding’ voor de goede bacteriën, zodat ze optimaal hun werk kunnen doen. Vezels zijn de meest natuurlijke prebiotica en dragen bij aan de groei en functie van de gunstige darmbacteriën. Voedingsvezels komen niet alleen voor in gras, hooi, luzerne en (voordroog) kuil, maar ook in mindere mate in krachtvoer. Zo zijn bijvoorbeeld bietenpulp, tarwe, spelt, zemelen en graandoppen/hullen nuttige vezelbronnen die vaak in krachtvoer verwerkt worden.
5 TIPS VAN ERICA REIJERKERK
Erica Reijerkerk weet alles van de interne gezondheid van paarden. Ze heeft een aantal tips:
• Voer altijd voldoende vezels via ruw en krachtvoer. Onbeperkt is niet altijd beter. Een paard heeft meer belang bij meerdere porties op een dag afgestemd op zijn energiebehoefte. • Het gebit is de eerste stap in het verteringproces. Jaarlijks laten nakijken is aan te raden! • Soms ontkom je er niet aan en heeft je paard een antibioticakuur nodig. Om het darmmicrobioom sneller te laten herstellen heeft je paard behoefte aan veel vezels uit ruwvoer; vezels zijn de meest natuurlijke vorm van prebiotica. • Beweging heeft een invloed op de spijsvertering. Komt je paard op rust te staan door een blessure? Voeder dan een laag energetisch voeder, rijk aan ruwe vezel en wees alert op verstoppingen. • Doe een dagelijkse screening om een goed idee te hebben van de gezondheid van je paard. Hoeveel mest het paard en hoe ziet de mest eruit? Eet het paard goed, morst hij niet? Drinkt het paard voldoende (min 30 ltr/ dag)? Hoe ziet zijn vacht eruit en wat is zijn Body Condition Score?
Problemen kunnen ontstaan door te weinig voeren per dag, een slechte ruwvoer kwaliteit of tand- of spijsverteringsproblemen waardoor het paard niet genoeg kan opnemen. Bij paarden met motiliteitsproblemen van het maagdarmkanaal kan er een te grote volumebelasting zijn wat leidt tot verstoppingen. Daarom is het belangrijk om het paard voldoende vrije beweging te geven wat de darmmotiliteit bevordert. We moeten wel beseffen dat onbeperkt ruwvoeraanbod niet voor ieder paard geschikt is. Veel hangt af van het voedingsprofiel van het hooi. Bij overdadige opname aan jong gras of voedingsrijk hooi krijgt een paard ook een hoger gehalte aan suikers en eiwitten binnen. In sommige gevallen kan dit leiden tot spijsverterings- of metabole problemen zoals obesitas en hoefbevangenheid. Pas dus altijd de ruwvoersoort en hoeveelheid die je voert per dag aan volgens de behoeften van je paard.
Twee soorten
Vezels in ruwvoer en vezelmengelingen worden ingedeeld in fermenteerbare en niet-fermenteerbare soorten vezels. De fermenteerbare vezels worden door bacteriën afgebroken in de blinde- en dikke darm waarbij ze omgezet worden in vluchtige vetzuren die energie opleveren. De niet-fermenteerbare vezels leveren in principe geen energie op en lijken daarom misschien wat nutteloos. Niets is minder waar! De niet-fermenteerbare vezels zorgen voor volume van de darminhoud waardoor de darmwand gestimuleerd wordt tot”kneden” en ze beïnvloeden de passagesnelheid. Door de combinatie van kneden en juiste passagesnelheid wordt de inhoud goed gemengd en is er langduriger contact van de voedselbrij met de darmwand, wat de opname van voedingsstoffen bevorderd.
Structuur
Naast fermenteerbaarheid van vezels hebben we het wat betreft het ruwvoer ook over de structuur, namelijk langvezelig of kortvezelig. ”Stengelig” ruwvoer is belangrijk om voldoende kauwactiviteit te stimuleren. Het kauwen is de eerste stap van de vertering en dient om de voedseldelen te verkleinen en speekselproductie te stimuleren. Je kunt dit deel van het verteringsproces zien als het krijgen van een cadeautje. Je krijgt voerbestanddelen (de verpakking) binnen, maar als je het niet kunt uitpakken kun je niet gebruiken wat erin zit. Vertering is niet anders dan het toegankelijk maken van voedingsstoffen en ze zodanig te bewerken (verkleinen) dat ze opgenomen kunnen worden. Het geven van kwalitatief goed ruwvoer, met een juiste structuur en de juiste bestanddelen is de eerste stap. Daarnaast zijn een goed functionerend gebit en maagdarmkanaal belangrijk om de juiste voedingstoffen daar te krijgen waar het paard ze nodig heeft.
Mest als graadmeter
Het is lastig om een 100% betrouwbare inschatting te maken van de hoeveelheid vezels die je paard binnenkrijgt. De mestballen kunnen je er wel veel over vertellen. Is de mest heel droog, stengelig of juist waterig? Als de structuur nog erg grof is dan kan dat wat zeggen over het gebit van het paard maar ook de gezondheid van de darmflora. Een verstoord darmmicrobioom kan vezels niet voldoende verteren, pre- of probiotica kunnen hierbij helpen. Ook koliek en diarreeklachten hebben vaak een relatie met de vezelinname. De oplossing is voeding met voldoende vezels. Ruwvoer van goede kwaliteit is daarbij de basis, het is de bezine voor de motor waarop het paard functioneert. De nutriëntenbehoeften die niet met het ruwvoer gedekt kunnen worden vul je dan aan met krachtvoer en supplementen.
Uit de praktijk
Drs. Erica Reijerkerk ziet wekelijks veel paarden met voeding gerelateerde aandoeningen zoals vermageren, koliek (bv. maagzweren) en diarree. Om de oorzaak van het probleem te achterhalen doorloopt ze verschillende stappen voordat ze een behandeling start. Na een uitgebreide anamnese, inclusief uitdieping van het rantsoen en voerwijze beoordeelt ze alle paarden klinisch, inclusief lichaamsgewicht en de body condition score.” Daarna vervolg ik meestal met een rectaal onderzoek. Je tast de organen en de darmwanden af en beoordeelt de ligging, mate en aspect van darmvulling. Tot slot kijk ik ook altijd naar de output: de mest. Aanvullend echo-onderzoek en ook bloedonderzoek kunnen richting geven in het opsporen van de oorzaak. In het bloed kijk ik dan meestal naar de ontstekingswaarden en de eiwitfracties. Als bijvoorbeeld het eiwitgehalte in het bloed verlaagd is, kan er sprake zijn van verlies, verhoogd gebruik of problemen met de opname. Stap voor stap komen we zo tot de kern van het probleem. Een gastroscopie kan nodig zijn omdat vanaf de buitenkant niet te zien is of het paard een maagzweer heeft. We kunnen dan ook een stukje darmwand beoordelen. Met een functietest bepalen we of de dunne darm wel voldoende voedingstoffen kan opnemen.”
