gedachten over een samenwerking in presentatie van hedendaagse kunst fysieke & virtuele ruimten
2019 - 2020
ruimteCAESUUR Lange Noordstraat 67 | NL 4331 CC Middelburg www.caesuur.nu www.caesuur-posethequestion.nl caesuur@zeelandnet.nl WITTE ROOK
Stationslaan 111 | NL 4815 GW Breda https://witterook.nu info@witterook.nu
Caesuur en de dingen. Giel Louws ruimtecAESUUR is een ding, een tastbaar gegeven in de stad Middelburg. Vier muren omsluiten de tentoonstellingsruimte, laten glazen gaten open voor de passant. De ruimte breidt zich uit achter de ruimte, boven de ruimte, in de mensen die er wonen, passeren, en in de tijd. Het fysieke aspect van dit geheel is onmiskenbaar, en essentieel. Caesuur en haar tentoonstellingen zijn niet te ontkennen. Honderden spijkertjes doorboorden de muren, om evenzovele kunstwerken te dragen. Zelfs deze gaatjes zijn objecten, sinds Anish Kapoor zijn uitgehakte steen neerlegde in De Pont Tilburg. Je kunt een object weghalen, maar het spijkergaatje blijft bestaan. Tentoonstellingen leven voort in gedachten, concepten, zwerven over het internet. Alles echter afgeleid van fysieke voorwerpen, fysieke arbeid, een fysieke ruimte. Een tentoonstellingsruimte als spijkergat in de werkelijkheid. Objecten zijn misschien wel de beste remedie tegen het vergeten. In een tijd waarin objecten tot wegwerpartikelen zijn verworden, of totaal objectloos op een beeldscherm, dreigen we te vergeten. Het is een groot onderwerp aan tafel bij Caesuur, een maatschappij zonder geheugen. Deze gesprekken belanden dan al snel in de politieke sferen, hoe de moderne geschiedenis gevormd wordt in een vacuĂźm van herinnering. De expositieruimte is geladen met herinneringen, en wat deze herinneringen betrouwbaar maakt is het spoor van objecten dat deze herinneringen draagt en bevestigt.
Deze plek is een plek van de dingen, dingen die dingen dragen, die als ze benoemd worden ons ontsnappen. Ik zou kunnen wijzen in de richting van schoonheid, betekenis, emotie, kennis, kunde. Ik zou deze lijst kunnen vervolgen met lelijkheid, falen, onkunde, machteloosheid. Kortom; het gaat ergens over. Ze vormen samen een fysiek geheugen, een soort serieus trucje om te onthouden. Zoals sommige geheugenkampioenen de decimalen van Pi onthouden door ze aan objecten te koppelen, zo kun je een grote herinnering maken van objecten die passeerden in Caesuur. ‘De dingen onthouden als protest’ schreef ik vannacht op een post-it briefje. Het klinkt erg Caesuur in mijn oren. Want om dingen te kunnen onthouden, moeten we dingen maken, blijven maken. Dingen zijn eerlijk, maar ook zo veelduidig. Het helpt ons herinneren dat de waarheid niet bestaat, dat onze waarheden veranderen, moeten veranderen. En als we omkijken zien we dat we zelf zijn veranderd, we hebben de objecten die dit bewijzen, deze objecten zijn zelf nauwelijks veranderd, maken ons dit helder als glas. Of het nu objecten zijn die we maakten, die we ons toe-eigenden, of die we ons herinneren, zij kunnen ons stilzetten bij wie we toen waren, en nu niet meer zijn. De objecten als extern geheugen, een soort toetsstenen om te controleren of we nog wel veranderen. Maar ook objecten van schoonheid en van troost.
Samen werken Jorieke Rottier In 2017 ontving Witte Rook een e-mail van ruimteCAESUUR in Middelburg. Daarin stond de vraag of het mogelijk was een artikel aan te leveren over de tentoonstelling die op dat moment liep. Omdat ik (Jorieke, redactie en social media beheer voor Witte Rook) in Vlissingen woon, was het een kleine moeite even langs te gaan om kennis te maken. De on-afheid van de ruimte en de mensen die achter ruimteCAESUUR staan spraken mij erg aan. Hun bevlogenheid en heldere uitspraken, de veelal kunst en/of politieke theorieĂŤn en associaties die al heel snel over tafel vliegen bij een kop koffie en de sfeer die het mogelijk maakt daaraan eigen toevoegingen te leveren en vragen te uiten zorgden ervoor dat ik mij al snel thuis voelde. Inmiddels heb ik in zomer 2019 zes weken lang bij ruimteCAESUUR mogen werken als artist in residence. Tijdens die periode werd nog duidelijker hoe belangrijk een fysieke plek is in het denken over en ontwikkelen van mijn beeldende werk. Doorgaans krijg ik hiervan vooral de andere kant mee. Als lid van het Witte Rook team werk ik mee aan de selectie van onze residenten en verzorg de website en social media kanalen. Als kunstenaar werk ik vaker in residencies, maar dat staat dan los van mijn werk bij Witte Rook. Tijdens de residency in ruimteCAESUUR kwamen al deze aspecten in gesprekken wĂŠl aan bod. De a-typische ruimte, hoog met een houten plafond, een groene en rode muur, veel geschiedenis en grote ramen aan de straatkant heeft in combinatie met de inhoudelijke gesprekken en praktische hulp een nieu-
we impuls gegeven aan mijn werk. Hierdoor heb ik onder andere het vertrouwen opgebouwd om éíndelijk een aanvraag voor het Mondriaanfonds te gaan schrijven. Dit vertrouwen, dat zich vanuit ruimteCAESUUR ook uitte in bijvoorbeeld het uitlenen van de sleutel van het pand en gebruik van alle beschikbare gereedschap en hun netwerk, heeft ervoor gezorgd dat ik enthousiast ‘ja’ zei toen Hans Overvliet van ruimteCAESUUR mij namens hun team vroeg om vanuit Witte Rook een jaarprogramma voor 2020 op te zetten. ruimteCAESUUR viert in 2020 haar 25-jarig bestaan en als je al zolang als presentatieruimte bezig bent, is dat een mooi moment om opnieuw na te denken over vragen als ‘wat is onze relevantie als plek in een online wereld? Hoe is de verhouding energie die we erin stoppen in verhouding tot wat er uitkomt en . . . hoe nu verder?’. Bij Witte Rook ben ik de afgelopen tijd, naast mijn praktische taken, bezig geweest met het interviewen van diverse kunstenaars en een enkel kunstenaarsinitiatief. Deze serie komt voort uit mijn eigen praktijk, waar ik zoekend ben naar hoe en waarom ik mijn werkproces online zou kunnen presenteren. Ook in het schrijven, dat in mijn werk als visueel aspect én als inhoudelijke reflectie een grote rol speelt, is vooral het proces voor mij belangrijk. Het internet is een in potentie oneindig medium dat alsmaar uitbreidt. Hoe kun je daarin als kunstenaar betekenisgevend of aanvullend zijn? Het medeoprichten van Witte Rook en mijn werk hiervoor zet ik graag in om andere kunstenaars een podium te bieden door met hen te spreken over hoe zij met de vragen en mogelijkheden rondom het internet omgaan. De uitnodiging voor elk gesprek bevatte de open vraag ‘wat is de rol van internet
in jouw praktijk?’. Naar aanleiding hiervan spraken we samen over onder andere de rol van social media en een eigen website in de promotie en ontwikkeling van werk, en hoe de oneindige bereik dat je daarmee in potentie hebt vóór of tegen je werkt. Natuurlijk kwamen ook zaken als algoritmes, beeldenstromen en of het voor deze kunstenaars een optie zou zijn alleen online werk te maken aan bod. Deze serie artikelen wordt nog steeds uitgebreid; te vinden in deze uitdijende catalogus en op de website van Witte Rook onder ‘gerelateerde artikelen’. De combinatie van de ruimte en het vertrouwen die mij geboden werden bij ruimteCAESUR om werk te ontwikkelen én de gesprekken met kunstenaars over de online wereld heb ik als uitgangspunt genomen voor de selectie kunstenaars die in 2020 bij ruimteCAESUUR hun werk zullen presenteren. Omdat ik vanuit Witte Rook de fysieke ruimte in mag vullen, zal ruimteCAESUUR op haar beurt de online ruimte van Witte Rook verkennen en naar aanleiding van de solotentoonstellingen een serie artikelen schrijven en publiceren. De deelnemende kunstenaars zijn Charlotte Besuijen, Ruben Mols, Johanna Talja, Nele Brökelmann, Karl Karlas en Joep Vossebeld. Een gedeelte van deze groep kunstenaars heeft al eens een artikel of interview bij Witte Rook gepubliceerd, hen wil ik nu graag de ruimte bieden om ook fysiek hun werk te delen. Andere volg ik al langere tijd via hun websites en social media en daardoor is een waardering voor hun werk ontstaan. De kunstenaars hebben elk een eigen werkwijze en werken niet persé met ‘het internet’ als thema. Wél zie ik bij hen allemaal aspecten van het internet in hun werk
terugkomen, en heb ze daarom gevraagd om vanuit hun werk een perspectief te bieden op de rol van internet in hun praktijk en/of de rol van een specifieke (tentoonstellings)plek in hun praktijk. Vanuit mijn ervaringen als kunstenaar vind ik het altijd erg prettig als een uitnodigende partij (tentoonstellingsplek of organisatie) gericht toelichting geeft op de reden waarom mijn werk/werkwijze in hun concept, residentie of tentoonstelling past. Hierdoor krijg ik inzicht in welk beeld zij van mijn werk hebben gekregen en kan ik beter inspelen op wat voor mij als kunstenaar interessant kan zijn aan hun aanbod. Daarom heb ik ervoor gekozen om per kunstenaar een korte toelichting te schrijven en die toe te voegen in de mail waarmee ik hen uitnodigde. Deze beschrijf ik hieronder in het kort. Het enthousiasme van de kunstenaars gaf me direct nieuwe energie om er een waardevol project voor ons allemaal van te maken. Het feit dat ruimteCAESUUR ook aanbood te voorzien in een overnachtingsplek, materiaal- en reiskostenvergoedingen maakte dat ik met nog meer overtuiging deze uitdaging aan ben gegaan; het vertrouwen wordt ook in praktische zin vormgegeven en gedeeld met de kunstenaars die er komen werken. In de tekeningen van Charlotte Besuijen wordt onderzocht hoe deze kunnen werken als toegang tot een virtuele ruimte. Dat beeld deze rol van toegang-bieden zowel offline als online kan hebben is een statement in een wereld waarbij de dingen alleen lijken te bestaan als ze (liefst zo rationeel mogelijk) beschreven zijn.
Ruben Mols spitst zich steeds meer toe op de relatie tussen (digitale) technologie en het fysieke en mentale lichaam. De derde kunstenaar is Johanna Talja, zij verwerkt juist heel speels diverse digitale beeldelementen in haar tactiele en ruimtelijke werk en verzacht daarmee de strengheid van de vormen. Nele Brökelmann zal de vragen over de fysieke tentoonstellingsplek en de rol van het internet in haar praktijk waarschijnlijk verbinden met het geschreven woord. Schrijven wordt steeds meer geïntegreerd in haar maakproces en zij vraagt zich ook af hoe zij om wil gaan met social media en haar website binnen haar artistieke praktijk. De manier waarop Karl Karlas vragen stelt over de werkelijkheid en deze in beeld onderzoekt spreekt me onder andere aan omdat zij zowel in 2D als 3D gebruik maakt van klassieke en non-klassieke materialen en methodes. Hierdoor treed er in beeld een vervreemding op die ik herken in bijvoorbeeld het oprapen van materialen op het strand, waarbij ik me afvraag of het natuurlijk of industrieel ontstaan is. Ik denk dat door het internet de klassieke vraag of objecten en situaties ‘waar’ of ‘niet waar’ zijn enorm versterkt is. In zijn werk als gastcurator bij het Bonnefantenmuseum heeft Joep Vossebeld gewerkt met het oeuvre van kunstenares Ine Schröder. Kenmerkend aan haar werken was dat deze allen tijdelijk waren, en de materialen waarvan ze gemaakt zijn in diverse opstellingen en werken hergebruikt werden. Dit stelt vragen over het conserveren en archiveren van kunstwerken. Joep heeft naar aanleiding hiervan een nieuwe tentoonstelling gemaakt vanuit de artistieke waarden van Ine. In de maalstroom van het internet,
waarin continue nieuwe beelden toegevoegd worden en andere ondersneeuwen, is de vraag naar het hoe en waarom van een archief, zeker voor beelden, ingewikkeld en zeer relevant geworden. Deze perspectieven zullen in de tentoonstellingen gedeeld en in de artikelen serie verder onderzocht worden. Hiermee wordt een netwerk aan associaties en lijnen zichtbaar gemaakt dat zich veelal ongemerkt vormt tussen onze online en fysieke wereld en krijgen we een beeldend perspectief op de manier waarop deze elkaar continue beïnvloeden. Het geeft ons ook handvatten om in de eigen artistieke praktijk de vragen over de omgang met het internet te stellen en de mogelijkheden daarvan te bespreken met collega’s. Voor Witte Rook als online platform is het een onderzoek naar de eigen relevantie en geeft het nieuwe mogelijkheden waarmee we kunstenaars kunnen ondersteunen als platform.
Colofon Teksten voor ruimteCAESUUR Caesuur en de dingen | Giel Louws voor Witte Rook Samen werken | Jorieke Rottier Foto’s Hans Overvliet