Twee Spoorbouwmeesters. Een ‘transitiemoment’, zo omschrijft architect Bert Dirrix zijn driejarige Spoorbouwmeesterschap. Na een periode waarin de focus lag op de grote NSP-stations, is het tijd om de kleine en middelgrote haltes aan te pakken, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de stationsomgeving en de omgang met al dan niet leegstaande stationsgebouwen, waaronder monumenten. Vandaar de keuze voor landschapsarchitect en erfgoedexpert Luiten als nieuwe Spoorbouwmeester; op 1 januari 2018 nam hij het stokje van Dirrix over. Samen blikken zij terug op wat tot stand gebracht is, en vooruit naar wat gaat komen. ‘Ik besef dat ik een passant ben’,
een nieuwe kwaliteitsstandaard
schaalniveau van het netwerk. We
zegt Bert Dirrix in alle beschei-
gerealiseerd. Ruimtelijke samen-
ontdekten dat kleine en middel-
denheid. ‘Wat is drie jaar, als je
hang, overzicht, herkenbaarheid,
grote regionale stations daarbin-
weet dat het bouwen van een
een goed stationsconcept – al die
nen cruciale schakels zijn; daar is
groot station al gauw een decen-
zaken waren al eerder ontwikkeld
nu een vernieuwingsslag nodig.’
nium duurt? Je loopt een tijd mee,
en gevat in het Spoorbeeld, het
en neemt weer afscheid, zo zit de
vormgevingsbeleid van de spoor-
Gebouwen
functie van Spoorbouwmeester in
sector. Maar in de Nieuwe Sleu-
worden steeds vaker overbodig,
elkaar.’ Niettemin heeft hij in deze
telprojecten kwam het allemaal bij
dankzij de introductie van kaart-
periode een duidelijke koerswijzi-
elkaar, kreeg het consistentie. We
jesautomaten en digitale service;
ging ingezet. ‘Ik kwam op het mo-
hadden het gevoel: hier kunnen
we zien een gebouwloze halte
ment dat iedereen gefocust was
we mee verder. Maar hoe?’
ontstaan: het openluchtstation.
bij
kleine
stations
Veel panden staan er trooste-
op de Nieuwe Sleutelprojecten: de stations met aansluiting op het ho-
De schaal van het netwerk
loos bij, en hetzelfde geldt voor
gesnelheidsnetwerk.
Rotterdam
Ook in de spoorsector speelde
de directe omgeving. En ook sta-
Centraal en de IJ-zijde van Am-
die vraag. ProRail en NS kregen
tions als Maastricht, Dordrecht
sterdam Centraal waren net opge-
van het Ministerie van Infrastruc-
en Middelburg - monumenten die
leverd. Arnhem, Utrecht en Bre-
tuur en Milieu de opdracht om het
grotendeels leeg staan - behoeven
da volgden. Het advieswerk van
spoor beter te laten functioneren:
aandacht. ‘De uitdaging is om deze
Bureau Spoorbouwmeester daar
de treinen moesten punctueler rij-
haltes dezelfde kwaliteit te geven
was grotendeels afgerond. Te-
den, het aantal storingen omlaag.
als de Nieuwe Sleutelprojecten,
gelijk voelden we een nieuw idee
Dirrix: ‘Die vraag naar efficiëntie
die niet alleen als vervoersknoop-
ontstaan. Met deze projecten was
en effectiviteit bracht ons bij het
punten functioneren, maar vooral
8