1 minute read

deel van het verhaal moet verteld worden’

Jugendstil, zweepslagstijl, palingstijl … art nouveau heeft vele namen, maar weinigen weten dat de kunststroming in het begin ‘Congostijl’ werd genoemd. Een nieuw boek van Lucas Catherine en een expo in CIVA ontsluieren hoezeer koloniaal Congo aanwezig is in Brusselse art-nouveauhuizen en hoe de architecten ervan zich voor de kar van koloniale machthebbers lieten spannen.

door Andy Furniere

Honderddertig jaar is het geleden dat Victor Horta de laatste hand legde aan het Tasselhuis, vaak beschouwd als het eerste volwaardige art-nouveaugebouw in Brussel, maar de link met koloniaal Congo bleef al die tijd grotendeels buiten beeld. “Het stoorde me dat het bij activiteiten rond art nouveau doorgaans alleen ging over de esthetiek en de artiesten, niet over hoe de stroming een boost heeft gekregen door de koloniale machthebbers,” zegt schrijver Lucas Catherine. Als ‘historicus van Vergeten Zaken’ besloot hij die ondergesneeuwde geschiedenis boven te brengen in het recent verschenen boek Art nouveau, kunst met de K van Kongo

Catherine stelt onomwonden dat art nouveau diende als propagandamiddel om de Belgische bevolking warm te maken voor het koloniale project. “In de begindagen, toen de kolonie nog geld kostte in plaats van opbracht, stonden de Belgen nog weigerachtig tegenover de hele onderneming van Leopold II. Ze vreesden een financiële kater,” legt hij uit. De ontluikende art-nouveaukunst moest het potentieel van de kolonie in de verf zetten, duidelijk maken welke rijkdom aan grondstoffen ze bood. Dat besliste Leopold II op aanraden van zijn nauwe medewerker Edmond van Eetvelde, die van 1885 tot 1901 Congo bestuurde.

Van Eetvelde liet zelf in de wijk van de Squares een prachtig art-nouveauhuis bouwen (Hotel van Eetvelde), dat fungeerde als propagandamiddel, maar veel belangrijker was de impact van de prestigieuze kunst op de Wereldtentoonstelling van Brussel in Tervuren in 1897. “Daar werd alles uit de kast gehaald, met succes,” zegt Catherine.

Van Eetvelde stond in voor de gratis aanvoer van tropisch hout, ivoor en edele metalen uit Congo, waar de art-nouveaukunstenaars dankbaar gebruik van maakten.

Voor gefortuneerde bezoekers begon de betovering met art nouveau al op weg naar Tervuren, in luxueuze tramwagons ingericht in die stijl. Voor de opbouw van de zalen werden grote namen van de art nouveau ingezet, onder wie Paul Hankar en Henry Van de Velde. Hankar ontwierp onder meer het eresalon, waar bezoekers aankwamen. Daar stonden een tachtigtal ivoren sculpturen in vitrines van Congolees hout, met belangrijk art-nouveauwerk van de Brusselse juwelenmaker Philippe Wolfers. Van de Velde richtte de exportzaal in, waar vierenzeventig firma’s hun waren tentoonstelden, onder meer de bekende Delacre-koekjes.

Wat Catherine verraste bij het uitwerken

This article is from: