BDW - editie 1278

Page 1

Vanhaerents Art Collection herbergt duivelsgoede kunst

Nieuwe opera jan decorte in premiÈre op kfda011 En ook: Les Nuits Botanique, Irisfeest en Norwegian wood.

05 05 11

IN VADROUILLE, P. 14-15

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

Wil je mijn kot zien? BRUSSEL – Het wordt almaar moeilijker om in Brussel een deftig kot te vinden. Vorige zomer vingen heel wat studenten bot: ze hadden te lang gewacht. Daarom hield Quartier Latin, de organisatie die zich bekommert om de studentenhuisvesting in Brussel, afgelopen zaterdag al een eerste Openkotdag. Jongeren en hun ouders konden een kijkje nemen in meer dan honderd koten, variërend van een gemeenschapshuis tot een moderne studio. Volgende zondag, 8 mei, is er nog een Openkotdag. HUB (Meer op www.qlb.be.)

© SASKIA VANDERSTICHELE

Politiek > Schaarbeek heeft opnieuw Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs

Gemeenteschool in Kattepoel D

e kogel is door de kerk. Het schepencollege van Schaarbeek (MR-Ecolo) heeft beslist om opnieuw Nederlandstalig onderwijs in te richten. Deze week keurt de gemeenteraad die beslissing goed. Er komt een ambtenaar voor Nederlandstalig onderwijs, en op 1 september gaat de gemeenteschool open. In 1978 sloot burgemeester Nols de enige Vlaamse school, aan de Helmetsesteenweg. Dat de gemeente nu opnieuw een Vlaamse school opricht, is een belangrijke realisatie voor de Vlaamse gemeenschap in Brussel. In tegenstelling tot Franstalige inwoners van Schaarbeek

konden Vlamingen dertig jaar lang niet genieten van gemeenteonderwijs. Schaarbeek is een van de acht Brusselse gemeenten die tot nu wel Franstalig, maar geen Nederlandstalig onderwijs aanbiedt. Aan de beslissing gingen maanden van intense voorbereiding vooraf. Vooreerst moest er, en tot op het allerlaatste moment, politiek gemanoeuvreerd worden om FDF-burgemeester Bernard Clerfayt over de streep te krijgen. Vlaams schepen Luc Denys (Groen!) kreeg hierbij de steun van Ecolo. Om de school snel van start te laten gaan, was ook steun nodig van de Vlaamse overheid. Denys kon op

de medewerking rekenen van JeanLuc Vanraes, VGC-collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs (Open VLD), en van collegelid Bruno De Lille (Groen!). De Vlaamse Gemeenschapscommissie treedt faciliterend op. Ze stelt De Kattepoel, een herenhuis op de Rogierlaan, gratis ter beschikking voor het schooljaar 2011-’12 en ze zorgt er ook voor dat het gebouw aangepast wordt. Het kabinet van minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) tot slot waakt over een snelle Vlaamse erkenning. Tegen juni 2012 zou een nieuw schoolgebouw in de Grote Bosstraat – een houten constructie – klaar moeten zijn. Het gebouw kost 1,2 miljoen en wordt voor een kwart door de gemeente en voor drie kwart door Vlaanderen gefinancierd. Ook dat is een voorlopige locatie. De échte school komt er, over enkele jaren, in de Van Ooststraat. Dat de Vlaamse schepen en de

Vlaamse overheid kosten noch moeite hebben gespaard om in Schaarbeek een school uit de grond te stampen, heeft veel te maken met het grote capaciteitstekort voor het Nederlandstalig onderwijs in deze noordelijke Brusselse gemeente. De kleuter- en basisscholen in Schaarbeek moeten al jaren honderden leerlingen weigeren. Bij de inschrijvingen dit jaar zijn die problemen alleen maar nijpender geworden. De school die op 1 september in de Kattepoel open gaat, zal druk van de ketel halen. Er komen meteen drie graadklassen, van onthaalklas tot

eerste leerjaar, voor een zestigtal leerlingen. In september 2012 zal de gemeente in het nieuwe gebouw bijna tweehonderd leerlingen kunnen inschrijven. Op 12 mei organiseert de gemeente in De Kriekelaar een informatieavond over het pedagogisch project van de nieuwe Kattepoelschool.

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

DB11/744620D1

SCHAARBEEK – 33 jaar na de sluiting van de enige Vlaamse school in Schaarbeek gaat het gemeente­ bestuur opnieuw Nederlandstalig onderwijs inrichten. Dat hebben burgemeester en schepenen beslist. Al op 1 september gaat de eerste school van start.

Ga snel naar pagina

26-27

Steven Van Garsse

Op p. 8 blikt oud-leraar/gemeentelijk ambtenaar Willy Dehondt terug: ‘Ze hebben die school zachtjes gewurgd’

-15% Zie pagina 29

BIJ DB14/745644D1

N° 1278 VAN 5 TOT 12 MEI 2011 ¦ WEEK 18: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


IN MEMORIAM

Giel Jacques, bezielend Brusselaar Op 19 april overleed Giel Jacques aan een slepende ziekte. Hij werd 54. Giel Jacques was in de jaren 1990, samen met Indirah Osumba, de bezieler van Kaputt, een clandestien restaurant in de Europawijk, genoemd naar de beroemde roman van Curzio Malaparte. Kaputt was meer dan een restaurant. Het was een opgestoken middelvinger naar vastgoedontwikkelaars, speculanten en een overheid die van de Europese wijk een gedrocht hadden gemaakt, huizen lieten verkrotten en de bewoners aan hun lot overlieten. Kaputt was een kraakpand waar, ironisch genoeg, heel wat EU-personeel graag de avond kwam doorbrengen voor het uitstekende eten en de prachtige ambiance. Eind jaren 1990 besloot de Stad Brussel de huizen bij opbod te verkopen. Het blok in de Stevinstraat had de bruxellisation doorstaan, maar daar kon Kaputt niet van profiteren. De krakers werden uitgedreven en de herenhuizen kwamen in handen van rijke Europeanen. Giel zette zijn project later met veel geestdrift voort in Elsene en bleef op de hem kenmerkende manier strijden tegen leegstand en voor betaalbaar wonen in de stad. Giel laat een vrouw en twee SVG kinderen achter.

BDW 1278 PAGINA 2 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Uitgelicht > Energieprestatiecertificaat nu ook verplicht in Brussel

Eerst energiescore vragen, dan pas huis verkopen BRUSSEL – Sinds deze week moet iedereen die in Brussel een huis, appartement of kantoor van meer dan vijfhonderd vierkante meter wil verkopen, een energieprestatiecertificaat (EPC) voorleggen. Dat document informeert de koper over de energie(on)zuinigheid van het pand.

H

et EPC vloeit voort uit een Europese richtlijn die het energieverbruik en de CO2uitstoot naar beneden wil krijgen. Het was de bedoeling dat de richtlijn tegen 2006 in alle lidstaten zou zijn uitgevoerd. Omdat een aantal landen treuzelden, gaf de Europese Commissie drie jaar uitstel. Vlaanderen voerde het EPC in 2009 in, Wallonië in 2010 en nu, eindelijk, geeft ook het Brussels Gewest gevolg aan de richtlijn. Een EPC geeft weer hoe zuinig of energieverslindend een gebouw is. De energiescore wordt uitgedrukt in kWh/m 2 per jaar en wordt op het document ook visueel voorgesteld aan de hand van zeven klassen die elk hun kleur hebben: klasse A

(groen) is zeer energiezuinig, klasse G (rood) betekent een energievreter. Een beetje zoals het label op wasmachines en koelkasten. Het document wordt opgesteld door erkende certificateurs of keurders. “Die berekenen de energiescore met behulp van een speciaal softwareprogramma. Ze komen langs en meten eerst de buitenschil op, de muren, de vloeren en het dak, waarlangs warmte verloren kan gaan. Ze houden daarbij rekening met de isolatie,” vertelt Pierre Sibille van Leefmilieu Brussel. De technische installaties zijn een andere belangrijke parameter. Sibille: “Zo wordt gekeken met welk type ketel de woning en het water verwarmd worden.”

Voor een EPC moet betaald worden. De bedragen liggen niet vast, maar Sibille verwacht dat het twee- à vierhonderd euro zal kosten, afhankelijk van de grootte van de woning. Voor dat bedrag krijgt de huiseigenaar niet alleen zijn energiescore, maar ook aanbevelingen voor een zuiniger huis.

Opleiding EPC-keurder is een nieuw beroep en het is blijkbaar een politieke keuze geweest om het beroep ook voor lagergeschoolden open te stellen. Wie huizen wil beoordelen op hun energiekwaliteiten, moet slechts een opleiding van een veertigtal uur volgen bij een door Leefmilieu Brussel erkende organisatie en na afloop een examen afleggen. Hoewel de meeste opleidingsinstituten wel aanraden om er alleen aan te beginnen met een diploma van ingenieur of architect, mag iedereen zich inschrijven. Op dit moment zijn er nog maar 35 erkende keurders voor Brussel. Is dat niet veel te weinig? Jaarlijks

worden er in Brussel immers zo’n 15.000 woningen verkocht. “In het begin moet dit volstaan,” zegt Sibille. “Een EPC is momenteel alleen

Typisch Belgisch: de regelingen en certificaten van de drie gewesten lijken op elkaar, maar zijn niet helemaal hetzelfde vereist bij verkoop, en er worden geen tientallen huizen per dag verkocht. Bovendien zijn er heel veel mensen bezig met de opleiding. Voor de zomer zitten we zeker aan honderd, misschien zelfs aan tweehonderd keurders.” Dat zal ook nodig zijn, want vanaf

DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE © SASKIA VANDERSTICHELE

‘Dien áltijd een klacht in’ BRUSSEL – Agressie tegen holebi’s is een vaak voorkomend probleem. De Brusselse regering lanceert een campagne. Een derde van de Brusselse holebi’s zegt minstens een keer per maand het slachtoffer te zijn van beledigingen of agressie door zijn of haar seksuele geaardheid. Dat blijkt uit een enquête, afgenomen in Brussel-stad. De helft van de holebi’s zegt ook daardoor zijn of haar gedrag in het openbaar aan te passen. Daarom wil de Brusselse regering aanmanen om in geval van agressie altijd een klacht in te dienen, iets wat nu nog te weinig gebeurt. Ter ondersteuning van de campagne loopt nog tot en met 31 mei een street arttentoonstelling rond het thema cD in de Sint-Gorikshallen. www.hatecrime.be

Met zijn ‘Casse-toi alors, pauvre canard!’ heeft de Antwerpenaar Sven ’t Jolle Art in the city gewonnen, een leuk terzijde bij de kunstbeurs Art Brussels. ’t Jolle mag nu voor de Stad een kunstwerk maken, dat ergens in de buurt van het Rouppeplein zal komen.


WEEKOVERZICHT

BDW 1278 PAGINA 3 - DONDERDAG 5 MEI 2011

© LIEVEN VAN ASSCHE / IMAGEDESK.BE

WOENSDAG 27 APRIL Betoging tegen uitwijzing. Op Brussels Airport betoogt een zestigtal mensen tegen de collectieve uitwijzing van zestig Congolezen. Het gaat om vijftien Congolezen die in Belgische gesloten centra zitten en 45 die uit Groot-Brittannië, Zweden, Ierland en Nederland komen. De uitwijzing gebeurt door Frontex, het Europees agentschap voor het beheer van de buitengrenzen.

DONDERDAG 28 APRIL Grootste kotfuif op FM Brussel. Bewoners van studentenkamers en -huizen rond de VUB en in de Dansaertwijk stemmen vanaf 19 uur af op FM Brussel en krijgen het bezoek van reporter Chantal De Smedt, die hen een partypakket bezorgt. De studenten kiezen vanavond zelf de muziek. Journaliste De Tijd bekroond. Journaliste Ine Renson van De Tijd wint de eerste Gouden GOM-trofee van de Erasmus­ hogeschool Brussel. GOM verwijst naar de masteropleiding Journalistiek voor Gedrukte en Online Media, die tien jaar bestaat. Om dat te vieren zet de hogeschool een verdienstelijk oud-student in de bloemetjes.

VRIJDAG 29 APRIL Drugsdief ontsnapt. Een Franse cocaïnedief wordt opgepakt in het Zuidstation als hij van de internationale trein uit Amsterdam stapt. De man heeft 150 gram cocaïne op zak, ter waarde van 7.500 euro. De man ontsnapt even later uit een Brusselse politiecommissariaat waar hij verhoord wordt.

Wie in Brussel een woning wil verkopen, moet voortaan eerst de energiescore van het huis laten berekenen.

1 november geldt de verplichting van een EPC ook als men een woning of kantoor wil verhuren. In Brussel worden jaarlijks 63.000 panden te huur aangeboden. En begin 2013 moet er ook een EPC zijn voor de verkoop of verhuur van scholen, culturele centra, handelszaken en andere gebouwen. Wie een erkenning voor Vlaanderen of Wallonië heeft, kan daarmee niet automatisch aan de slag in Brussel. Anders zou dit België niet zijn: de regelingen en certificaten van de

“ “

drie gewesten lijken wel op elkaar, maar zijn niet helemaal dezelfde. Met eenzelfde energiescore valt men dus niet noodzakelijk in dezelfde klasse. De Brusselse aanpak lijkt erg op de Vlaamse, maar is hier en daar nog iets strenger. Zo moet in Brussel in elke woonadvertentie de EPC-score staan. En wat nu als je geen certificaat laat opstellen? De verkoop kan dan in principe doorgaan, maar de notaris moet wel Leefmilieu Brussel waarschuwen. Die kan een administra-

ZATERDAG 30 APRIL

tieve boete opleggen. Maar: “De eerste vier maanden willen we niet bestraffen, maar vooral informeren en waken over de kwaliteit van de keuringen. Pas vanaf september gaan we beboeten.” Wat als men niet akkoord gaat met de score? Sibille: “Eerst opnieuw contact opnemen met de keurder. Helpt dat niet, dan is er nog altijd onze mailbox voor klachten, klachten-certibru@ibgebim.be.”

Bettina Hubo

Waarom zo’n groot kanon in stelling brengen om een minimaal probleem aan flarden te schieten?” Brussels senator Bert Anciaux (SP.A) over het boerkaverbod dat in de Kamer is goedgekeurd (op zijn blog).

Vlaanderen wil de perfecte hold-up realiseren. De grootst mogelijke autonomie voor Vlaanderen, het heft in handen in Brussel en de omvorming van Wallonië tot een reservaat voor toeristen.” FDF-voorzitter Olivier Maingain in La Libre Belgique.

Openkotdag. Quartier Latin organiseert de eerste Openkotdag van het jaar. Toekomstige studenten en hun ouders komen een kijkje nemen op de kamers van studenten. Meer dan honderd koten in de verschillende studentenwijken van Brussel worden opengesteld. Deelnemende studenten krijgen in ruil een gratis schoonmaakbeurt van hun kamer. echte camping is flop. Camping 16, de Facebook-groep die 160.000 mensen verzameld heeft om virtueel voor de deur van de premier te kamperen, roept zijn aanhangers op om echt een tent op te zetten in het Jubelpark tegen het uitblijven van een regering. Amper honderdzestig mensen geven gehoor aan de oproep.

ZONDAG 1 MEI Dode bij steekpartij in Jette. Een persoon sterft na een steek- en valpartij in Jette. Het slachtoffer valt na enkele messteken uit een raam op de derde verdieping van een gebouw in de Dupréstraat. De verwondingen worden het slachtoffer in het ziekenhuis fataal. ENERGIECERTIFICAAT VERPLICHT. Vanaf vandaag moet elke woning die in het Brusselse gewest te koop wordt aangeboden, over een EPC of energieprestatiecertificaat beschikken. De nieuwe regel geldt ook voor kantoren van meer dan vijfhonderd vierkante meter. Vanaf 1 november 2011 is een EPC ook vereist voor woningen of kantoren die op de huurmarkt komen. Bewoners jagen dieven weg. Twee gemaskerde en gewapende mannen worden weggejaagd door de bewoners van het huis dat ze van plan waren te overvallen in Vorst. Na een stevige vechtpartij slaan de daders op de vlucht. Hun wapens laten ze achter in het huis. De politie kan de overvallers later inrekenen.

MAANDAG 2 MEI Simonisplein IN HET NIEUW. Vanaf vandaag wordt het Simonisplein in Koekelberg heraangelegd. De bestaande rotonde wordt opnieuw aangelegd, en ook van het kruispunt van het voorplein met de Fourezstraat wordt een rotonde gemaakt. De werkzaamheden moeten er vooral voor zorgen dat het busverkeer vlotter verloopt. Ook voetgangers en fietsers krijgen meer plaats. Het werk duurt vermoedelijk tot april 2012.

DINSDAG 3 MEI

HET GETAL

0/10

Het is de nachtmerrie van menige scholier: een nul op tien voor wiskunde. “Ik vind het heel spijtig dat er zo gedacht wordt,” zegt VUB-professor logica en wetenschapsfilosofie Jean Paul Van Bendegem. Met negen korte filmpjes, die hij samen met Beeldenstorm maakte, laat hij zien dat wiskunde ook fun kan zijn. Van Bende-

gem heeft de Stelling van Pythagoras opgediept (u weet wel, a2 + b2 = c2) en beeldt die op negen manieren uit. Er zijn meer dan driehonderd bewijzen voor de stelling, maar er daar negen uitkiezen, zou hij flauw vinden. Dus wat doet Van Bendegem? Hij levert het bewijs op de pia­ no. Een groep dansers levert een dansbewijs. En Kurt Defrancq bewijst ze op z’n Piet Huysentruyts. 0/10? is te zien in KK GallerY’, Pleinlaan 2, 1050 Elsene, maandag tot en met donderdag van 10 tot 18 uur en zaterdag van 14 tot 18 uur. Op 11 mei om 14 uur geeft Van Bendegem een rondleiding (gratis, maar reserveren DV verplicht: upv@vub.ac.be of 02-629.27.50).

Bus rijdt zich vast. Een bus van een privéfirma rijdt zich rond kwart voor negen ’s ochtends vast in de trambedding in het midden van de Tervurenlaan. De chauffeur schat de bocht verkeerd in en raakt met het rechterachterwiel klem in een put. Het verkeer op de tramlijnen 39 en 44 raakt flink verstoord.

Samengesteld door Noémie Kowalczyk

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1278 PAGINA 4 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Samenleving > Rellen in Hofstade doen debat oplaaien over infrastructuur en verantwoordelijkheid

Een koude douche voor een warme stad BRUSSEL – Nadat Brusselse jongeren in het VlaamsBrabantse Hofstade de boel op stelten hebben gezet, klinkt de roep om eigen Brusselse sport- en recreatie-infrastructuur des te luider. Of dat het probleem verhelpt, is één vraag. “Jongeren moeten eerst verantwoordelijk gesteld worden,” zegt staatssecretaris Bruno De Lille. Bloso is niet direct van plan in Brussel te investeren. “De politiek moet die beslissing nemen.”

H

alfweg tussen Vilvoorde en Mechelen ligt Hofstade, bekend van zijn sportdomein met zwemvijver en kunstmatig strand. En ook bekend door zijn problemen, die de kop opsteken zodra de eerste zon doorbreekt. Zo was het ook afgelopen paasmaandag. Een korte schermutseling op het strand, een snelle en hevige interventie door de politie, en de vlam sloeg in de pan. Volgens de politie belaagden twee-, driehonderd jonge mensen de aanwezige agenten; volgens de jongeren zelf, hierbij gesteund door sommige ooggetuigen, reageerde de politie overdreven op een incident dat er geen was. Hoe de feiten ook waren, hoe sterk ook de ruis die dergelijke incidenten omhult, zeker is dat er in Hofstade maatregelen genomen zullen worden. Het domein wordt binnenkort omheind, en bezoekers van buiten de regio zullen een toegangsprijs moeten betalen. Dat zijn duidelijke antwoorden.

Openluchtzwembad Het probleem, dat is de massale uittocht uit Brussel van jongeren – vaak van allochtone origine, want dit is nu eenmaal Brussel. “Logisch,” zeggen sommigen, “want

in Brussel zijn er niet zulke recreatiedomeinen, en beeld je maar eens in dat je klein woont, dat je zin hebt in vertier wanneer het warm wordt, en dat je in je stad nergens terecht-

“Dat er geen Bloso-centra in Brussel zijn, heeft historische en politieke redenen”

is, daarover kan men het eens zijn. Pascal Smet, Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Onderwijs en Gelijke Kansen (SP.A), vindt dat ook. Als minister van Openbare Werken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest pleitte hij eerder al voor een openluchtzwembad in de kanaalzone. Daar waar het het meest nodig is. Maar ondanks de oorspronkelijke hoop en een ambitieuze Smet die de forcing meermaals probeerde voeren, kwam het zwembad er nooit. In 2009 werd het op de lange baan geschoven uit geldgebrek, ook al leek er initieel jaren geleden wel geld voor uitgetrokken te worden. De Brusselse regering is er dus  nooit in geslaagd een degelijk alternatief te bieden voor de VlaamsBrabantse sportdomeinen zoals Hofstade, maar ook Huizingen en Grimbergen. Smet kwam daar vorige week nog eens op terug in een opiniestuk in De Morgen. “De Brusselse jongeren worden door het beleid in de steek gelaten,” herhaalde hij.

Ontoelaatbaar

kunt. Dan trek je massaal naar een plaats waar dat wel kan, en nog gratis ook, ook al moet je daarvoor eerst een uur reizen. Ter plaatse word je argwanend bekeken, want je komt uit Brussel, en je hebt een andere kleur.” Daartegenover heb je de sceptici, die zeggen dat veel staat of valt met je eigen gedrag, en dat jongeren zich maar moeilijk kunnen gedragen. Maar dat er niet veel recreatiemogelijkheid genre Hofstade in Brussel

Zijn collega Bruno De Lille (Groen!), Brussels staatssecretaris en binnen de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) bevoegd voor Jeugd, geeft Smet deels gelijk. “Alleen is de visie van de socialisten een beetje kort door de bocht. Je lost het probleem niet op door zomaar sportdomeinen of openluchtzwembaden in Brussel te bouwen. Dan krijg je dezelfde problemen, en dan is het een Brussels probleem. Geweld en agressie van jongeren is niet toelaatbaar, dat moet je hun duidelijk maken. Daarnaast moet je hen regels

© SASKIA VANDERSTICHELE

VEILIGER VERKEER IN 2020: GEWEST NEEMT MAATREGELEN BRUSSEL – Tussen nu en 2020 wil de Brusselse regering het aantal verkeersdoden met vijftig procent terugdringen. Dat is de uitkomst van de Staten-Generaal van de Verkeersveiligheid. Het ambitieuze actieplan stelt negen grote doelstellingen voorop.

De verkeerssnelheid in de stad moet met vijf procent omlaag. Er wordt gedacht aan meer zones 30. ■ Er wordt meer gecontroleerd op gordeldracht. In Brussel draagt maar 74 procent van de bestuurders een gordel. ■ Rijden onder invloed moet drastisch verminderen. De helft min■

Zwakke weggebruikers verdienen en krijgen meer aandacht.

Buurtsport en Picqué reageren BRUSSEL – In een opiniestuk, gestuurd naar deze krant, zegt Gert Eeraerts, coördinator bij Buurtsport Brussel, dat de Vlaamse overheid haar verantwoordelijkheid moet nemen en mee moet investeren in openluchtinfrastructuur in de hoofdstad. “Jongeren zullen zich dan kunnen uitleven zonder eerst uren in de bus te moeten doorbrengen. Het lokale omkaderingspersoneel zal beter weten hoe ze op een open manier met dit publiek kunnen omgaan. En de Vlaamse wateren zullen minder geplaagd worden door Brusselse jongeren.” Buurtsport Brussel organiseert sport voor (jonge) Brusselaars, maar biedt ook opleiding en kansen op werk aan laaggeschoolde langdurig werklozen. Voor Brussels minister-president Charles Picqué (PS) is het probleem (ook) een tekort aan geld. “Moeten horen dat Brussel deze problemen zelf moet oplossen, terwijl tegelijk de middelen worden geweigerd die nodig zijn voor opleiding, onderwijs, sociale begeleiding en veiligheid, is niet alleen onaanvaardbaar, maar ook CD hatelijk.”

der doden en zwaargewonden is de norm. ■ Defensief en anticiperend gedrag wordt gestimuleerd. ■ Zwakke weggebruikers dienen meer dan ooit beschermd te worden, onder meer door te werken aan betere zichtbaarheid en infrastructuur. ■ De 21 gevaarlijkste verkeerspunten worden weggewerkt. ■ Er komen meer snelheidscontroles. Hiervoor is meer personeel en materieel nodig. Momenteel ligt het aantal inbreuken voor te snel rijden in het Brusselse gewest op 120.000.

bijbrengen. Jongeren moet je sterker maken, ervoor zorgen dat ze sterk in hun schoenen staan en hun leven in eigen handen nemen. Je moet ze wijzen op hun verantwoordelijkheid. Dat is wat wij in de VGC als beleid naar voren proberen te schuiven.” De Lille zegt nog dat hij het paradoxaal vindt dat het probleem verveling zou zijn. “Die jonge gasten wisten waar ze animatie moesten zoeken, in Hofstade namelijk. Ik geloof dus niet echt dat ze zich verveelden.” Opmerkelijk is dat Groen!, voorheen toch een partij die vooral zachtere oplossingen naar voren schoof als antwoord op maatschappelijke problemen, een bocht heeft gemaakt sinds Vlaams Groen!-parlementslid Luckas Vander Taelen hard van leer trok tegen probleemjongeren. En zich nu mijlenver van de SP.A, de vroegere partner in Brussel, distantieert.

Geen Bloso in Brussel Terwijl Bruno De Lille zegt dat de VGC en Bloso, de Vlaamse sportadministratie, zoveel mogelijk samenwerken, moet ook hij het antwoord schuldig blijven waarom er geen recreatiedomeinen van Bloso zijn in de hoofdstad. Of is Brussel Vlaanderen niet? Bij Bloso wordt een en ander gekaderd. Michel Van Espen is bij de sportadministratie verantwoordelijk voor infrastructuur. “Er zijn inderdaad geen Bloso-centra in Brussel. Dat heeft historisch-politieke oorzaken. Men heeft er nooit werk van gemaakt, en toen er wel plannen waren, zijn die nooit uitgevoerd. En er waren wel degelijk plannen,”

Ongevallen moeten sneller getraceerd en opgevolgd worden. ■ Het Brussels Gewest moet een actievere rol spelen. Brussels minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) beseft dat het actieplan de lat hoog legt. Ze wil vooral inzetten op betere infrastructuur om de verkeersveiligheid te verbeteren. Haar collega van Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!) zit op dezelfde lijn. “Maar er is natuurlijk ook een mentaliteitswijziging nodig.” CD ■


BDW 1278 PAGINA 5 - DONDERDAG 5 MEI 2011

De antwoorden op de rellen in het Provinciaal Domein van Hofstade blijven niet uit. Binnenkort wordt het domein omheind en straks worden ook de toegangspaviljoentjes weer gebruikt: bezoekers van buiten de regio zullen een toegangsprijs moeten betalen.

meent Van Espen. “In de jaren 1980 wilde men in Dilbeek een groot complex bouwen dat ook de Vlaamse Brusselaars moest aantrekken. En de enkele Bloso-centra die er in Brussel waren, in Anderlecht en Elsene, zijn om budgettaire redenen gesloten. Samenvattend kun je dus stellen dat er beleidsmatig niet voor werd gekozen centra te openen in de hoofdstad, en dat het financiële daar vaak in meespeelde.” De Vlaamse overheid geeft Bloso ook de mogelijkheid om publiek-private sportinitiatieven mee te ondersteunen in Brussel, maar ook daar klinkt het verhaal hetzelfde. “Alle plannen in die richting zijn nooit uitgevoerd.” In de nabije toekomst zijn er ook geen Bloso-sportdomeinen gepland in Brussel. “Tenzij het beleid dat zou willen,” vult Van Espen aan. Bij dit alles is het natuurlijk de vraag

in hoeverre de Vlaamse overheid alleen haar verantwoordelijkheid moet nemen in het tekort-aan-infrastructuur-verhaal.

Veiligheid Misschien zitten er wel fundamentelere aspecten aan het probleemHofstade, aspecten die verder van het beleid staan. Zo is er al vaak op gehamerd dat er in onze samenleving minder en minder respect voor gezag is. Eerdere gebeurtenissen in en buiten Brussel toonden dat al aan. Bij de politiediensten wordt dit als een stevig probleem ervaren, met frustraties tot gevolg, en vaker antipathieke reacties tegenover burgers als een gevolg dáárvan. Maar ook in ziekenhuizen, bij de brandweer en tegenover ambulanciers is respect voor het gezag tanende. Bij allochtone jongeren uit zich dat in stoerdoenerij en het op de kor-

rel nemen van al wie er anders, ‘Vlaams’ uitziet, alles wat gezag en maatschappelijke verantwoordelijkheid ademt, vertelde Bachir M’Rabet, toen jeugdwerker bij  Foyer in Molenbeek, ons anderhalf jaar geleden. Een soortgelijke visie

hij wil zich hiervan distantiëren. En de allochtone jongere ziet een samenleving die hem, in zijn perceptie, weinig gunt. Volgens de Iers-Britse schrijver Michael Foley (in het boek The age of absurdity) leven we in tijden van

entitlement; iedereen vindt dat hij recht heeft op dit, of op dat. De blanke man wil een gevoel van veiligheid en eist het recht daarop op; de jongere (met een andere kleur) wil het recht hebben om zich uitbundig te vermaken, kritiekloos, ook al maakt hij te veel lawaai. Het beleid blijft niet achterwege. In het Provinciaal Domein van Huizingen – ook in Vlaams-Brabant – hadden ze tot voor kort dezelfde problemen, maar die hebben ze de kop ingedrukt door buitenstaanders een toegangsprijs te vragen. En door andere restrictieve maatregelen te nemen. In Hofstade gaat het dezelfde kant uit. Ondertussen worden de gratis alternatieven schaars, voor jongeren, maar ook voor u. Wat men aan veiligheid wint, verliest men aan vrijheid. Christophe Degreef

Daan neemt op 7 mei het woord.

een volksparlement samengeroepen waar veertig VB’s, alias Voorname Belgen, elk een minuut het woord nemen. Onder meer Daan, Arno en Dimitri Verhulst zullen mogen uitleggen wat ze van de politieke toestand vinden. Daarnaast staan tal van 1 minuut-activiteiten gepland zoals voetbal, kussen en hoelahoepen. Naast de twee Frietrevoluties en de actie van Nederlandstalige artiesten in de KVS is dit het vierde initiatief van Niet In Onze Naam in minder dan vier maanden. NK

alleen uit de samenleving, maar ook uit de eigen groep. “Als schildpadden in hun schild,” zegt Putnam met een metafoor. De omwonende in Hofstade ziet jongeren toestromen die er in zijn perceptie anders uitzien en zich anders gedragen, en

“Die jonge gasten wisten waar ze vertier moesten zoeken. Vervelen deden ze zich dus niet” vind je ook bij andere sociale werkers. Volgens studiewerk van de gerenommeerde Amerikaanse Har­ vard-socioloog Robert Putnam plooien mensen en groepen in samenlevingen die heel divers zijn, zich vaker terug op zichzelf. En niet

© GÉRALDINE JACQUES

PICKNICKEN TEGEN POLITIEK IMMOBILISME BRUSSEL – Niet In Onze Naam organiseert samen met andere groepen die zich kanten tegen de politieke impasse, op 7 mei (Ceci n’est) pas een picnic. Daarmee protesteren ze nogmaals tegen wat zij de stilstand, de onwil en verzieking van de Belgische politiek noemen. “We moeten blijven tonen dat de bevolking er genoeg van heeft,” zegt Felix De Clerck, een van de initiatiefnemers van de Shame-betoging van 23 januari. “We manifesteren tegen alle mensen die in onze naam pleiten voor de splitsing van dit land,”

bevestigt Michael Verbauwhede,  de voorzitter van de Franstalige studentenfederatie. “Deze politieke stil­stand niets positiefs opleveren voor de jongere generaties. We beginnen echt bang te worden.” De organisatoren van (Ceci n’est)

© BART DEWAELE

pas een picnic hopen op een massale opkomst. Verschillende, heel uiteenlopende organisaties, waaronder vakbonden, hebben hun deelname al bevestigd. Er wordt verzameld op zaterdag 7 mei om 12 uur aan de Albert II-laan, bij het Noordstation. Vergezeld door fanfares en randanimatie komt de betoging om 15 uur aan in het park van Koekelberg, waar uitgebreid gepicknickt wordt. Daar wordt


BDW 1278 PAGINA 6 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Architectuur > Lage energiefactuur dankzij doorgedreven isolatie

Vorst koestert art deco tenisolatie en nieuwe houten ramen met superisolerend glas. Aan de voorkant was er wel een probleem omdat aan de art-decogevel niet geraakt mocht worden. Willem koos daarom voor binnenisolatie in cellulose, nieuwe wanden met voorzetramen, zodat aan de stalen art-decoraamprofielen niet geraakt hoefde te worden. “Een beetje bijzonder is dat we, om de isolatie optimaal te krij-

“De energievraag van het gebouw is gedaald van 335 naar 22 kWh per vierkante meter per jaar”

Dit art-decogebouw uit de jaren 1930 stond jaren leeg. Het zal voortaan diensten van het OCMW van Vorst huisvesten.

VORST – Hoe kun je minder energie verbruiken en tegelijk het erfgoed in ere houden? Het is een van de grote uitdagingen van Brussel, dat een rijk patrimonium bezit, maar tegelijk onder aan de ladder bengelt als het over energiezuinigheid van gebouwen gaat. De renovatie van een art-decogebouw van het OCMW van Vorst bewijst dat beide verzoend kunnen worden. Er hangt wel een stevig prijskaartje aan.

M

budgetneutrale operatie. Met energiebezuinigende maatregelen wilden we de energiefactuur naar beneden halen. Dat zou op termijn een flinke bonus kunnen opleveren. Dankzij de gewestelijke subsidie zijn we daar héél ver in kunnen gaan.” Vorige week werd het art-deco­

gebouw in Vorst aan pers en publiek voorgesteld. Gevel, granitovloer en de monumentale art-decotrap werden bewaard. De rest werd nagenoeg volledig gesloopt. Na die tabula rasa kon binnen de oude muren een nieuw kantoorgebouw worden opgetrokken dat beantwoordt aan de op één na strengste norm voor

passiefbouw, goed voor een energievraag van minder dan 30 kilowattuur per vierkante meter per jaar. Julie Willem, verbonden aan het architectenbureau A2M van Sebastian Moreno-Vacca en gespecialiseerd in passiefbouw, legt uit: “De energievraag van het gebouw hebben we kunnen terugbrengen tot 22 kWh per vierkante meter per jaar. Vergeleken met vroeger – 335 kWh per vierkante meter per jaar – is dat een enorme besparing.” Hoe zijn de architecten daarin geslaagd? De achtergevel is volledig opnieuw opgebouwd met een bui© IVAN PUT

agda De Galan, burgemeester van Vorst (PS), herinnert zich nog in welke erbarmelijke omstandigheden het OCMW-personeel gehuisvest was in de Jean-Baptiste Vanpéstraat. Het vorige gemeentebestuur had beslist om het gebouw te verkopen. Het kwam in handen van een vastgoedontwikkelaar, die er drie verdiepingen appartementen bovenop wou neerpoten. Sinds 2004 staat het gebouw nagenoeg leeg. “Toen ik het dossier in 2007 in handen kreeg,” vertelt OCMW-voorzitter Stéphane Roberti (Ecolo), “heb ik besloten om het mooie art-decogebouw weer te laten schitteren en hier een deel van de OCMW-diensten, die verspreid zaten over Vorst, onder te brengen.” Roberti wou meer. Hij nam contact op met Leefmilieu Brussel en vroeg een gewestelijke subsidie aan in het kader van het project Voorbeeldgebouwen, een subsidielijn van het Brussels Gewest voor passief- en lage-energiebouw. “We wilden een

© IVAN PUT

Van art deco tot passiefgebouw. Voorzetramen zorgen voor comfort.

gen, alle vloerplaten hebben doorgezaagd en gestut zodat ze, op enkele punten na, los komen te staan van de bestaande voorgevel,” zegt Willem. Aangevuld met fotovoltaïsche zonnecellen op het dak en een warmtewisselaar kan het openbare gebouw vandaag met veel comfort en een laag gebruik functioneren. Architecte Willem ontkracht intussen de mythe dat ramen in een passiefbouw niet geopend zouden mogen worden, zoals weleens gezegd wordt. Of dat passiefbouw niet samengaat met een publieke functie omdat daar voortdurend binnen en buiten wordt gewandeld. Ze opent een luikje in de voorzetramen, dat uitkomt op een oud verluchtingsgat in de jarendertiggevel. Openzetten om wat te verluchten is geen enkel probleem, zegt ze. “Het enige wat je ziet bij passiefhuizen, is dat ze traag reageren. Als er even wat koele lucht binnenvloeit, is dat niet erg. Als je natuurlijk een heel weekend alle ramen openzet, zal het lang duren om het gebouw opnieuw op temperatuur te krijgen.” De radia­toren die her en der staan, dienen dan ook alleen maar om de opwarming van het gebouw een eerste zetje te geven. Kostprijs van de renovatie: 1,83 miljoen euro. Veel geld, maar volgens minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) is die investering gerechtvaardigd. Brussel moet immers een enorme achterstand inhalen. De minister ziet nog een bijkomend voordeel: “Dit project bewijst dat ook gebouwen die erfgoedkundig interessant zijn, gerenoveerd kunnen worden tot passiefgebouwen.” Steven Van Garsse


BDW 1278 PAGINA 7 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Economie > Regering en sociale partners sluiten pact voor meer duurzame banen voor Brusselaars

‘Geen plan, wel een werkinstrument’

Doel van het pact: kwaliteitsvolle banen.

P-PRAAT De Elsense schepen van Financiën, Olivier de Clippele (MR), is een ‘ja, maar...’-voorstander van een fusie van de Brusselse gemeenten. Dat zegt hij in een e-mail aan een verontruste burger, die hem vroeg of het gemeenteblad Info Elsene soms een opinieblad was geworden. In het blaadje stond het artikel ‘Fusie van de Brusselse gemeenten: geen interest’. Los van de vertaalfout annex dubbele bodem (aucun intérêt – geen interest: een fusie is dus zinloos en zonder opbrengst) geeft De Clippele mee dat een fusie veel kost. “Als de negentien Brusselse gemeenten evenveel dotatie per inwoner zouden ontvangen als een stad als Antwerpen, dan zouden ze 775 miljoen euro meer krijgen dan nu het geval is,” stelt hij in de mail. De Clippele zegt dat hij de fusiediscussie wel wil voeren, maar alleen als alle details aan bod komen. Over de vertaalfout weet hij voorts dat geen interest courant Nederlands is in België. Ach, er zijn belangrijkere zaken. Zoals zoeken naar een definitie van wat een fietspad is. Daarover twist Brussels parlementslid Jef Van Damme (SP.A) met minister van Vervoer Brigitte Grouwels en haar collega-staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!). Volgens Van Damme heeft het duo bevoegd voor Bewegen deze legislatuur nog maar vijf kilometer fietspad aangelegd, en zal er bij dit tempo aan het einde van de regeerperiode nauwelijks vijftien kilometer fietspad in het gewest liggen. Onder Smet, de vorige minister van Fietspaden, was dat 82 kilometer, dixit Van Damme. Leugens, vinden De Lille en Grouwels, want Van Damme telt gratuit 9 kilometer echt fietspad, 6 kilometer gemengde bus- en fietsbaan, 32 kilometer gemarkeerd fietspad en 35 kilometer fietssuggestiestrook op, om zo op 82 kilometer te komen. Een fietspad is een afgescheiden pad waarop auto’s geparkeerd staan; een bus- en fietsbaan is een baan waarop bussen fietsers in de tang nemen; een gemarkeerd fietspad is een stuk openbare weg met stippellijntjes waarop auto’s geparkeerd staan, en een fietssuggestiestrook hoeven we niet te verklaren: dat is een strook die suggereert dat je er mag fietsen.

CHIEN ÉCRASÉ LAKEN – Wie dat wil, kan een plataan adopteren aan de Havenlaan. Vrij zinloos als u het ons vraagt, want de bomen die u adopteert, worden binnenkort, bij de heraanleg, omgehakt. Maar het is de actie die telt, niet? Naar verluidt zou u de Groene Staande dan water kunnen geven en hem naar hartenlust liefkozen. Tot de houthakker de idylle aan stukken hakt. HAVENLAAN – Misschien kunnen in de nabije toekomst ook de kasseien van de Havenlaan worden geadopteerd. Gratis. U kent dat wel: eventjes met de aanhangkar wat kasseien scheefslaan om uw voortuintje aan te leggen. Zodoende kunt u zeggen dat de geest van de Haven tussen uw bodembedekker voortleeft. VIJFHOEK – Nu Osama Bin Laden dood is (jawel, dat is hij), trokken een aantal Brusselse media de vox pop-toer op. Dat komt erop neer dat de willekeurige inwoner, bezoeker of zwerver van de stad (u dus, minus de zwerver) – uiteraard nét druk bezig – aangeklampt wordt door een journalist die zelfverzekerd, maar een tikje mompelend vraagt wat u daar wel van vindt, dat Baardmans dood is. U kunt dan een brede waaier aan antwoorden geven: “Ik vind dat tof”, “Dat is wel goed gedaan, hé”, “Een overwinning voor de mensheid”, “Goed voor het milieu” enzovoort enzoverder. Wij geven het u mee: een vox pop dient niet om doordachte analyses van een halfuur te geven op deze uiterst gewichtige zaak, maar u kunt op die manier de journalisten van La DH of FM Brussel natuurlijk wel aan het lijntje houden. Voor de goede orde: wij blijven gewoon binnen.

heid wil indijken. In de vorige legislatuur was er het Contract voor economie en werk van Cerexhe. In vergelijking daarmee lijkt dit Pact nog minder concreet. Het is de bedoeling om banen te creëren, en niet zomaar banen, het moet gaan om fatsoenlijke jobs die leiden tot een duurzame stedelijke groei, groene banen dus en werk waar geen discriminatie aan te pas komt. En dit in vijf sectoren: leefmilieu, internationale ontwikkeling, handel en horeca, social profit en innovatie. “Daar kan heel wat werk zijn voor Brusselaars,” meent Cerexhe. Om dit doel te bereiken werden de sociale partners, de werkgeversorganisaties en vakbonden, intensief betrokken bij de opstelling van het pact. Op hen wordt ook gerekend voor de uitvoering. Gestreefd wordt voorts naar een betere samenwerking tussen arbeidsbemiddeling, onderwijs en beroepsopleiding. De beheerscomités van Actiris, VDAB en Bruxelles Formation zullen geregeld samen

vergaderen. Ook engageerden de ondertekenaars zich ertoe om beter met de privésector en met het hinterland samen te werken. Minister-president Charles Picqué (PS) erkende bij de presentatie dat het pact geen plan is, eerder een werkinstrument “dat weleens zou kunnen leiden tot zeer creatieve initiatieven.” Anton Van Assche van Unizo, een van de ondertekenaars, is vooral blij met de afgesproken methodologie. “Nu zijn de voorwaarden van succes en de evaluatiecriteria tenminste vastgelegd. In het Contract voor economie en werk stond daar niets over.” Maar hij verwijt de Brusselse overheid koudwatervrees. “De regering wil dat er meer stageplaatsen in de bedrijven komen, en de werkgeversorganisaties moeten daarvoor zorgen. Het is niet duidelijk wie wat gaat doen. Waarom besteedt de overheid deze opdracht niet gewoon uit, door aanbestedingen? Wie het beste voorstel doet, krijgt de klus. Dat werkt beter.” HUB

Politiek > Vlamingen en Vlaamse Brusselaars halen banden aan

‘We zijn geen verdwaalde Nederlandstaligen’ © KURT VAN STRIJTHEM

De afgelopen vijf, zes jaar zijn er volgens minister van Werk Benoît Cerexhe (CDH) vijftigduizend banen bijgekomen in het Brusselse gewest, maar die gingen lang niet allemaal naar Brusselaars. Het aantal Brusselse werklozen steeg in dezelfde periode van 80.000 naar 105.000. Vooral de jeugdwerkloosheid is, met meer dan 31 procent, zorgwekkend. Ze is onder meer een gevolg van de discrepantie tussen het opleidingsniveau van de jonge werklozen en de eisen van de werkgevers. Maar volgens Yves Bastaerts van het kabinet-Cerexhe heeft ze ook te maken met de demografische boom in Brussel. Het nieuwe pact is niet het eerste project waarmee de Brusselse regering de werkloos-

© KRIS HENDRICKX

BRUSSEL – Vrijdag ondertekenden de Brusselse regering en de socia­le partners het Pact voor een duurzame stedelijke groei. Het doel is nieuwe, kwaliteitsvolle banen te scheppen voor de Brusselaars.

Assembleevoorzitters Carla Dejonghe (Open VLD) en Jan Peumans (midden, N-VA): Vlaams parlement en Vlaamse Gemeenschapscommissie gaan nauwer samenwerken.

BRUSSEL – Het Vlaams parlement en de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (RVG) halen de banden aan. Heel wat Franstalige Brusselaars stellen hun hoop op de Vlaamse Brusselaars om samen met hen het Brussels Gewest te versterken. Ze gaan er daarbij nogal snel van uit dat de Vlaamse Brusselaar fundamenteel verschilt van de Vlaming in Vlaanderen. Dat verschil verklaren ze door de houding tegenover Brussel. Vlaamse Brusselaars zijn in hun ogen in de eerste plaats Brusselaar. Daar zit een grond van waarheid in, maar om nu te zeggen dat de Vlaamse Brusselaars politiek klaarstaan om in een gewestelijk project te stappen en Vlaanderen zo geleidelijk los te laten? Dat lijkt toch een brug te ver. Vorige week donderdag hebben het Vlaams parlement en de RVG een samenwerkingsovereenkomst getekend. Daarmee bezegelen de Vlamingen en de Vlaamse Brus-

selaars hun institutionele en politieke verbondenheid. RVG-voorzitster Carla Dejonghe (Open VLD) haalde in haar toespraak uit naar de (Vlaamse) Brusselaar die terughoudend of zelfs neerbuigend naar de Vlaamse Gemeenschap kijkt. Daar staan wij niet voor, zegt ze. “We rekenen juist op de blijvende solidariteit van Vlaanderen in Brussel.” Dejonghe voegde er wel aan toe dat de Vlaamse Brusselaar net zo goed een hoofdstedeling is. “We zijn geen verdwaalde Nederlandstaligen. We houden van een meervoudige identiteit.” Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans (N-VA) verwees in zijn toespraak naar de vijf Vlaamse resoluties en de plaats van Brussel daarin. Brussel moet “een specifiek statuut” krijgen, “gekenmerkt door gemeenschappelijk bestuur door Vlamingen en Franstaligen”. Peumans denkt ook al na over de 11 juli­speech. “Die zal over Brussel gaan,” gaf SVG de Limburger al mee.


BDW REGIO

BDW 1278 PAGINA 8 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Schaarbeek > Willy Dehondt over Vlaams onderwijs in de FDF-jaren

‘Ze hebben die school zachtjes gewurgd’ © SASKIA VANDERSTICHELE

In 1978 ging de Nederlandstalige gemeenteschool van Schaarbeek dicht. Willy Dehondt, ambtenaar bij de gemeente en leraar Nederlands, maakte het allemaal van dichtbij mee.

H

et is een stukje Brusselse geschiedenis waarover weinig terug te vinden is. Eind jaren 1970 – in de tweede ambtstermijn van Roger Nols als Fransdolle burgemeester in Schaar­beek – sloot de enige Nederlandstalige gemeenteschool van Schaarbeek, aan de Helmetsesteenweg, de deuren. Willy Dehondt is vandaag 78. Tot zijn pensioen was hij verbonden aan de gemeente, en hij kan zich nog haarscherp herinneren hoe het gegaan is. “Het was 20 augustus. Jules Peetermans, een schoolinspecteur, en later volksvertegenwoordiger voor het FDF, had zich in volle vakantieperiode toegang verschaft tot het kantoor van de schooldirecteur en nam de fichesbak met adressen mee naar het gemeentehuis. Per brief liet hij alle ouders weten dat de school per 1 september de deuren zou sluiten en dat ze op zoek moesten naar een andere school.” Daarmee kwam een eind aan decennia Nederlandstalig onderwijs in Schaarbeek. Willy Dehondt was in 1955 vanuit Oostende naar Brussel verkast. Hij had aan de normaalschool gestudeerd. Hij gaf les in de gemeenteschool in de Daillylaan in Schaarbeek, eerst in de Vlaamse klasjes, nadien, na zijn militaire dienst die hij in het Frans had vervuld, in de Franse klassen. Een halfjaar later mocht hij aan de slag op het kabinet van schepen van Onderwijs Lenoir en werkte hij samen met Gilbert Kino, algemeen directeur voor het gemeentelijk onderwijs. “Die Kino, dat was een fantastische vent. Het waren meestal wel Franstaligen die aan het roer stonden van het gemeentelijk onderwijs,” vertelt Dehondt, “maar ze waren tweetalig en hadden niets tegen het Nederlands. Eerder integendeel. Ook onder burgemeester Gaston Williot (1963-’70, red.) was er een algemene bereidheid ten aanzien van de Vlamingen in Schaarbeek.” Aan het eind van de jaren 1950 kwamen de eerste plannen op tafel voor een communautarisering van het nationaal onderwijs, en in 1963 werden de taalwetten uitgevaardigd. Brussel was officieel tweetalig. De onderwijstaal in Brussel werd ofwel het Nederlands, ofwel het Frans. Dat leverde merkwaar-

de grote directeur van Gründig, meneer Vos, die in Schaarbeek woonde, zijn zoontje in het Nederlandstalig onderwijs kwam inschrijven. Daar stonden ze toch van te kijken. Ze vonden dat hij zijn zoontje in het Franstalig onderwijs moest inschrijven. Het klopt dus wel dat in de Vlaamse klassen toch veeleer leerlingen terechtkwamen met ouders met een lagere positie in de maatschappij.” Schaarbeek had vijf scholen met Vlaamse klassen: aan het Gaucheretplein, aan de Daillylaan, op de Roodebeeklaan, op Helmet en in de Capronnierstraat. Van een echte Nederlandstalige school was geen sprake. Die kwam pas later. Het was Emanuel Deveen, vader van Lydia De Pauw-Deveen en voorzitter van het lokale Willemsfonds, die met burgemeester Williot overeenkwam om één school te organiseren op één plek, aan de Helmetsesteenweg. De gemeente legde busvervoer in om de Vlaamse kindjes naar Helmet te brengen.

Smeerlappen

Willy Dehondt was erbij toen de laatste Vlaamse school halsoverkop sloot. Tien dagen voor 1 september.

dige taferelen op. Dehondt: “Er werd een streep getrokken op de speelplaats: links de Franstaligen, rechts de Nederlandstaligen. Natuurlijk hielden de kinderen zich daar niet aan.” Intussen was ook de liberté du père de famille afgeschaft. Thuistaal

werd onderwijstaal, en de inspectie kwam dat controleren. “Ik herinner me nog,” vertelt Dehondt, “dat de taalinspecteur in de klas vroeg: ‘Wie spreekt er thuis Nederlands?’ Iedereen stak zijn hand op. Vervolgens vroeg hij: ‘Qui parle français à la maison?’ En weer gin-

gen alle handen de lucht in (lacht).” Willy Dehondt kent de verhalen dat van de Brusselse kinderen de sukkeltjes naar het Nederlandstalig onderwijs werden gestuurd en de elite naar het Franstalig onderwijs. “Maar zo scherp zou ik het niet stellen. Wat ik me wel herinner, is hoe

Een lang leven was de school niet beschoren. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 haalde het FDF een eclatante zege. Roger Nols werd burgemeester. “Nols wou geen tweetaligen in zijn gemeentebestuur. Kino raakte als directeur van het gemeentelijk onderwijs zijn post kwijt,” zegt Dehondt. “Hij werd naar de kelders van het gemeentehuis verbannen, behield zijn wedde en mocht zich met verzekeringen bezighouden. Hij is daar weggekwijnd.” Dehondt wijst ook de Franstalige pers van die tijd met de vinger. “Le Soir en La Dernière Heure, dat waren de echte smeerlappen. Voor Le Soir was het duidelijk: la connaissance de la deuxième langue nuit à la connaissance approfondie de la première langue. Het Frans moest de enige taal in Brussel worden.” “En zo,” gaat Dehondt verder, “heeft het gemeentebestuur de Vlaamse school zachtjes gewurgd.” Ambtenaren werden verbannen, het busvervoer werd afgeschaft. En toen werd, in een laatste verrassingsact, de school gesloten. Toen Jules Peetermans de bewuste brief naar de ouders had gestuurd, kwam het Willemsfonds nog in actie. “De ouders hebben zelfs nog een comité opgericht. Maar veel was er niet aan te doen. De gemeentelijke autonomie is ongeveer onaantastbaar. Al beslist de gemeenteraad om een universiteit op te richten, er valt niets tegen te beginnen.” Voor de gemeente was er geen vuiltje aan de lucht. Een gemeenteschool vond ze niet nodig: er waren voldoende Vlaamse rijksscholen in de buurt. Deze week, meer dan dertig jaar na de sluiting, beslist de gemeenteraad om opnieuw Nederlandstalig onderwijs in te richten. Wat vindt Willy Dehondt daar nu van? De gepensio­neerde ambtenaar aarzelt. “Is dat wel nodig?” Maar dan: “Welaan, laat die school er komen. Ik heb gevochten om de school open te houden. Reken maar: ik ben aanwezig op de plechtige opening van de nieuwe school!” Steven Van Garsse


BDW 1278 PAGINA 9 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Elsene > Gemeente belooft werkgroep Nederlandstalig onderwijs

Hoop voor de zomer Volgens schepen van Onderwijs Marinette De Cloedt (MR) komt er nog voor de zomer een werkgroep om de komst van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs voor te bereiden. Dat zei De Cloedt in de jongste gemeenteraad, in een antwoord op een interpellatie van oppositieraadslid Bianca Debaets (CD&V). Het begin van De Cloedts interpellatie deed nochtans het tegendeel vermoeden. Op poë­ tische, edoch wollige wijze gaf ze een nogal ontwijkend antwoord. Debaets’ interpellatie werd gepareerd toen De Cloedt eerst stelde: “Tijdens uw eerste interpellatie over dit onderwerp zegde u dat Nederlandstalige scholen bezet werden door Franstalige ouders

die hun kinderen daar inschrijven zodat die eindelijk Nederlands zouden leren. Wij hebben dat een beetje kunnen oplossen door immersieonderwijs in te richten, wat de Nederlandstalige scholen moet verlichten.” Het liberale collegelid gaf echter zelf aan dat dit niet echt het verwachte antwoord was. Nadien volgde een uiteenzetting over de demografische noodzaak van scholen. De werkgroep waarover De Cloedt het had, brengt de gemeentelijke administraties Onderwijs, Openbare Werken, Nederlandstalige Aangelegenheden en het kabinet van de burgemeester samen. De groep bereidt een gezamenlijk besluit voor. Debaets zei na afloop hoopvol gestemd te zijn.

Haren > Winnende groepsfoto Klas in de media 2011

Christophe Degreef

Kameleonschool maakt haar naam waar

Sint-Jans-Molenbeek > Zeven sociale woningen op Brumétal-site

Nieuwe zuurstof voor De Lorrainstraat © SASKIA VANDERSTICHELE

Wie er regelmatig onze kinderpagina Zazie op naslaat, heeft het vast al gemerkt: driewekelijks staat daar een vierde, vijfde of zesde klas in de kijker. Klas in de media, een samenwerking met het Onderwijscentrum Brussel, is bovendien een crossmediaal project: ook FM Brussel en tvbrussel laten onze schoolgaande jeugd uitgebreid aan het woord. De zesde klas van de Kameleonschool in Haren haalde de Brusselse pers nog niet, maar

daar komt nu stevig verandering in, dankzij hun glorieuze overwinning van de wedstrijd ‘Origineelste klasfoto van het jaar’ ( foto). Met liefst 1.015 stemmen behaalden de jonge, creatieve Kameleons de eerste plaats onder de zestien deelnemende klassen. Een bezoek aan de International Polar Foundation bij het Zuidstation en aan het Magritte Museum op het Koningsplein worden de kroon op het foPJ togenieke werk.

ADVERTENTIE

SALUT CONGO

Zeven sociale woningen op de voormalige site van Brumétal zijn het paradepaardje van het wijkcontract Maritiem. Het achthonderd vierkante meter grote huizenblok ligt tussen de De Lorrainstraat en de Van Meyelstraat. “Het complex omvat vier appartementen aan de straatzijde en drie eengezinswoningen achterin,” vertelt Virginie Pochet van de gemeente. “Enkele appartementen beschikken over een binnentuin. Er is ook nog een centraal gelegen gemeenschappelijke ruimte. Dit project is ongetwijfeld hét vlaggenschip van het wijkcontract Maritiem.” Het Brumétal-terrein deed vroeger dienst als opslagplaats voor oud ijzer. De gemeente kocht het in 2006 aan om er woongelegenheid te creëren. De oude opslagplaats werd tot de laatste baksteen afgebroken, maar het bureau MDW Architecture zorgde ervoor dat het vroegere industriële karakter van de site behouden is gebleven. “Zo hebben we heel wat ruwe materialen gebruikt die verwijzen naar het verleden,” vertelt architecte

Marie Moignot. “Aan de straatzijde hebben we een afrastering in thermisch verzinkt staal geplaatst. Hierop kunnen later klimplanten groeien. Ook de gevels van de woningen doen terugdenken aan het verleden van de wijk. Ze zijn afwisselend bedekt met antracietgrijs en lichtgrijs plaatstaal. Ook het trappenhuis is met dat plaatstaal bekleed. Het raamschrijnwerk is uitgevoerd in gelamineerd larikshout. Aan de binnenzijde van het eiland hebben we een grote opening aangebracht, zodat de mensen in de nogal langgerekte, donkere De Lorrainstraat kunnen ademen. Dit project zal zeker een nieuw elan aan de buurt geven.” De zeven woningen maken deel uit van het gemeentelijk huurwoningenbestand; in de loop van deze meimaand worden ze toegewezen. Het gemeentebestuur van Sint-JansMolenbeek investeerde 2,7 miljoen in het project. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaf steun in het kader van het wijkcontract Maritiem. Matthias Vanheerentals

10 - 22/05/2011

RHoK, Edouard de Thibaultlaan 2 Avenue Ed. de Thibault, Etterbeek GETUIGENISSEN OVER

TÉMOIGNAGES SUR LE DÉRACINEMENT

ONTWORTELING EN INTEGRATIE

ET L’ INTÉGRATION ENTRE

TUSSEN

CONGO EN BRUSSEL

Een tentoonstelling, gesprekken, een debat, geleide wandelingen, concerten, moambe en een boek. Meer info op www.lpboonkring.be

LE

CONGO ET BRUXELLES

Une exposition, des conférences, un débat, des promenades guidées, des concerts, moambe et une publication. Plus d’infos www.lpboonkring.be

Ed. resp./Ver. uit. : Mark Michiels, Nieuwelaan 60, 1040 Etterbeek, - Layout : Kadanja

Licht en donker plaatstaal wisselen elkaar af als gevelbekleding: een verwijzing naar het industriële verleden van de plek.


BDW REGIO

BDW 1278 PAGINA 10 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Laken > Handelsschool Regina Pacis viert feest en blikt terug

‘Nonnen moesten goddeloze tij keren’

De Zusters van Vorselaar hebben zich altijd beziggehouden met onderwijs voor arme volkskinderen. Toch was de oprichting van een schooltje in Verregat niet alleen een nobele daad, zegt Peter Van Rossem, geschiedenisleerkracht in Regina Pacis. Samen met zijn collega Dimitri Wouters schreef hij een dik boek over de school. “In de jaren 1920 bouwde de Brusselse gas- en watermaatschappij een nieuwe wijk in Verregat. De liberale burgemeester Adolphe Max liet er ook een openbare school bouwen. Dat was niet naar de zin van kardinaal Van Roey, die Verregat zag uitgroeien tot een goddeloos oord. Daarom droeg hij pastoor Albert Coessens op om samen met de Zusters van Vorselaar een school te bouwen in de wijk. Als een soort missiepost in vijandig liberaal gebied.” Het gebouw, dat in 1929 openging, was veel meer dan alleen een school. Beneden waren er een kloostertje en vier klaslokalen, op de eerste verdieping was er een kapelkerk, en helemaal boven woonde pastoor Coessens. In 1944 besloten de Zusters de school uit

© REGINA PACIS

De handelsschool Regina Pacis aan de Magnolialaan bestaat vijftig jaar; de geschiedenis van de school gaat zelfs terug tot 1929. Toen richtten de Zusters der Christelijke Scholen uit Vorselaar het basisschooltje van het Goddelijk Kind Jezus op in de nieuwe wijk Verregat.

Eind jaren 1950 begon Zuster Antonine te dromen van een handelsschool.

te breiden met een huishoudschool voor meisjes tot veertien. Terwijl er voor de lagere school aparte Nederlands- en Franstalige klasjes waren, praatten de zusters in de nieuwe graad beide talen door elkaar. “De meesten kwamen uit de Kempen en moesten hard studeren op hun Frans,” vertelt Van Rossem. Aan het eind van de jaren 1950 raakte de huishoudschool uit de mode. Ze werd gesloten, en directrice Mia Gonissen, Zuster

Antonine, begon te dromen van een Nederlandstalige technische handelsschool voor meisjes. Die ging in 1961 van start onder de naam Virgo Inviolata en werd later omgedoopt tot Regina Pacis. Vandaag beheren de Zusters van Vorselaar alleen nog de kleuterschool en de (intussen gemengde) handelsschool. De Franstalige basisschool stapte in de jaren 1970 over naar het Jetse Collège Saint-Pierre, de Nederlandstalige lagere school werd in 2005 door de Zusters

zelf gesloten. Nonnetjes wonen en werken er al dertig jaar niet meer. Ook het leerlingenpubliek is flink veranderd. Jarenlang kwam tachtig procent van de leerlingen uit dorpen in de Rand. Sinds de aanleg van het metrostation Koning Boudewijn in 1989 komt tachtig procent uit Brussel, vooral uit Molenbeek. Velen komen af op de beroepsrichting kantoor, die in 2003 toegevoegd werd aan het technische aanbod. Van Rossem en Wouters interviewden heel wat nonnetjes en oud-leerlingen. Het leverde sappige verhalen op, bijvoorbeeld over Zuster Stanislas, honderd kilo zwaar en de schrik van de leerlingen. En over Expo 58. Van Rossem: “Dat was een openbaring, zowel voor de meisjes als voor de nonnen, voor wie het paviljoen van het Vaticaan het ideale excuus was om vaak naar de Heizel te gaan.” Wat de oud-leerkrachten en -leerlingen het meest is bijgebleven, is de hartelijke en familiale sfeer. “Dat is niet veranderd,” zegt Wouters. “We zijn nog altijd een kleine school waar veel gepraat wordt met de leerlingen. Alleen zijn de arme volksmeisjes vervangen door de vele allochtone jongeren.” Bettina Hubo Tentoonstelling en open dag in Regina Pacis, Magnolialaan 2, zaterdag 7 mei van 14 tot 18 uur

ADVERTENTIE

wij hebben zin in deMens.nu op The Belgian Pride 14 mei Brussel zaterdag

haal uw zin-button op deMens.nu-stand

ik b

zi

n

u

he

Unie Vrijzinnige Verenigingen vzw

ik

s. n i n deMen

en

s.n

u

Holebi of hetero, roze of blauw, deMens.nu ziet iedereen graag!

he

e b zin in d

M


BDW 1278 PAGINA 11 - DONDERDAG 5 MEI 2011

OPENBARE BIBLIOTHEKEN IN BRUSSEL aflevering 5 UKKEL

© AN DEVROE

Welk boekenbeest heb jij? Histor, Axi, Knussel, Giechel, Dwarrel en de andere boekenbeesten wijzen jonge lezers de weg in boekenland. Ook in Ukkel.

“Hoe help je jongeren met boeken kiezen, welke activiteiten organiseer je zodat ze achteraf terug­komen?” Je hoort aan bibliothecaresse Anneke Verbeeke dat ze nog niet zo lang geleden de jeugd­afdeling onder haar hoede had.

ze muisstil. En bij de rasvertelster Veerle Ernalsteen leken ze eerst niet geïnteresseerd, daarna werd het stil, en ten slotte smeekten ze haar om nog meer verhalen, en dat op een vrijdagnamiddag!” Voor kleuter- en lagere scholen zijn openbare bibliotheken al helemaal onmisbaar. Elke maand komen de klasjes van de Nederlandstalige en enkele Franstalige Ukkelse scholen langs. “De kinderen luisteren naar een verhaaltje van de kleuterjuf of naar een kamishibai-verhaaltje dat

“Toen we voor het Koninklijk Atheneum een lezing over de graphic novel organiseerden, werden we gewaarschuwd voor rumoerige leerlingen, maar Geert De Weyer kreeg

wij hebben voorbereid. Een Franstalige juf offert zelfs haar middagpauze op om met de kinderen naar de bib te komen, en de immersie­ klassen komen hier voor een taalbadje.” De genres van de leesboekjes worden hier aangeduid met een boekenbeest (zie foto’s), en dat werkt, weet Verbeeke. “Kinderen vragen elkaar: ‘Welk boekenbeest heb jij?’ De boeken voor zes- en negenplus staan bij elkaar, net als de boeken voor twaalf- en veertienplus, waar-

door de kinderen ook eens verder kijken dan hun leeftijdscategorie.” De bib zet naast de graphic novel nog meer plaatjes in de kijker: manga’s, tijdschriften zoals Junior National Geo­graphic, Joepie en het bij meisjes superpopulaire Fancy. Voor de collectie van de volwassenen wil Verbeeke de lijn doortrekken van haar voorgangster, die pas verschenen romans als eerste in huis wilde. Romans, maar ook kunst- en prentenboeken hebben een hoog ‘boekgehalte’, maar Verbeeke houdt

Sint-Agatha-Berchem > Toekomst voor beschermde villa

Van Psychose tot dokterspraktijk

De villa in eclectische stijl, gebouwd door de Leuvense architect Jos van der Veken, dateert van 1909. In de tuin achter de benedenverdieping wil de huidige eigenares een postmodernistische aanbouw van negen meter hoog optrekken, wat het bouwvolume aanzienlijk vergroot. De kelder op het niveau -1 vooraan komt door de hellingsgraad van de boomgaard overeen met niveau 0 (tuin) achteraan. Villa Psychose, zoals het huis in de volksmond heet, heeft jaren staan verkommeren, maar het interieur bleef architectonisch interessant. De villa en de bijna dertig are grote tuin-boomgaard werden in juli 2001 beschermd door het Gewest, als referentie aan de eerste resi-

woning die geen enkele belangrijke ingreep onderging’. Het huis leunt aan bij het beschermde landschap Hogenbos met zijn unieke stads­ panorama; daarom werd ook de tuin beschermd. Vooral het interieur, al een eeuw haast onaangeroerd, blijft karakteristiek waardevol.

© DRIES GEYSKENS

Voor de beschermde cottagevilla aan de Hogenbosstraat 38 is een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd voor restauratie en bouwuitbreiding. Binnenkort kunt u op doktersconsultatie tussen het glas-in-lood en de keramiek uit het atelier Janssens.

Vlaamse renaissance

In de villa komt een dokterspraktijk. Zo blijft het waardevolle interieur toch een beetje ‘openbaar’. dentiële uitbreiding van Brussel in de (toenmalige) westrand: een ‘voor haar tijd bijzondere representatieve

De villa kreeg semi-art-nouveau­ glasramen met herderlijke taferelen en heeft rechts twee salons, het ene in Vlaamse neorenaissancestijl en het andere in Lodewijk XVI met interessante schoorsteenmantels en plafondstucwerk. In de traphal is muurhoog paneelwerk in art-nouveaukeramiek te zien – ‘Muze’ en ‘Het moederschap’ – van het lokale atelier Guillaume Janssens. Deze keramiekfabrikant, die ook werk afleverde voor de eveneens beschermde Villa Miranda, wordt beschouwd als de Brusselse evenknie van de Tsjechische kunstenaar Mucha. Ook het eetkamerglasraam met zonsondergang, moeras, zwanen en waterplanten is interessant.

Twee weken lang, nog tot en met 10 mei, heeft het Gewest bij het Huis voor de Participatie en de gemeentedienst Stedenbouw de aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning ter inzage gelegd. De aanvraag verwijst naar een dossier dat in 2007 werd ingediend, maar dat kort daarna door een echtscheidingsprocedure een stille dood stierf. Het bureau MDW Architecture van Xavier De Wil heeft voor de Elsense eigenares de vervallen (maar toen goedgekeurde) restauratieen bouwaanvraag van 2007 herwerkt. Na het openbaar onderzoek  stuurt de gemeente haar advies door naar het Gewest, waarbij de Overlegcommissie eventueel nog de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen kan raadplegen. De ‘toegankelijkheid’ van het interieur op de benedenste verdieping zou worden gegarandeerd door in de salons en eetkamer een dokterskabinet met wachtkamer in te richten.

Jean-Marie Binst

de evolutie naar een virtueler biblio­t heek in de gaten. “De informatie van reisgidsen in boekvorm is zo snel verouderd. Het moet fantastisch zijn als hier een Chinees aankomt en een goedkoop hotelletje of een bepaald soort winkeltje op zijn e-boek kan vinden. Maar e-readers zijn in tegenstelling tot in de Verenigde Staten nog niet wat ze moeten zijn: het duurt lang om ze te installeren en je vindt er lang niet elk boek op, want sommi­ge uitgeverijen geven geen licenties.” Wat deze bibliotheek al wel vir­ tueel aanbiedt, is het documentaire erfgoed van Ukkel. Een gepassioneerd ex-personeelslid bouw­de een databank waardoor je bijvoorbeeld te weten komt dat het Wolvendaelkasteel model stond voor het kasteel in S.O.S. Meteoren van Blake en Mortimer. Voer genoeg voor de onlangs opgerichte leeskring, die zich op dinsdagnamiddagen schaart rond de flexibele conversatietafel, zoals ze hier genoemd wordt. Om de gedachten lenig te houden.

An Devroe

De Broyerstraat 27, 02-331.28.24, www.ukkel.bibliotheek.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/bib

Kleine flatjes worden groOT ANDERLECHT – Vijftien Anderlechtse gezinnen hebben vorige week hun intrek kunnen nemen in hun splinternieuwe sociale woning in de Maurice Herbette­laan, in de Scheutwijk. Ze kregen de sleutel van hun nieuwe woning overhandigd van de Anderlechtse schepen van Huisvesting Fatiha El Ikdimi (CDH). De nieuwe appartementen zijn het resultaat van een grondige renovatie waarbij kleine appartementjes werden omgevormd tot ruime gezinswoningen, waarnaar de vraag op dit moment het grootst is. In diezelfde laan gaat binnen zes maanden het werk van start om nog eens vijftien van zulke appartementen te renoveren. Ondertussen loopt in de   Klaverwijk een – ditmaal   veel groter – project, waarbij er niet minder dan twee­ honderd goedkope woningen aan de achterzijde van de   Klaverstraat worden geBS bouwd.


BDW 1278 PAGINA 12 - DONDERDAG 5 MEI 2011

ouders tot de school als criterium om de aanmeldingen te rangordenen. Het afstandscriterium moedigt ouders aan om hun kinderen aan te melden in de school in hun buurt. Hoe dichter ze bij de school van hun keuze wonen, hoe meer kans ze hebben dat ze hun kind in die school zullen kunnen inschrijven. Maar dan riskeren ze te worden afgestraft op het ogenblik dat ze hun kinderen moeten inschrijven in een secundaire school. Voor ouders uit de hogergenoemde gemeenten wordt het helemaal de kwadratuur van de cirkel: het afstandscriterium dwingt hen een basisschool te kiezen in de buurt, waardoor ze – bij gebrek aan secundaire scholen – niet kunnen genieten van het campuscriterium.

Uit de Rand

De Sint-Jorisbasisschool in Brussel-centrum (foto uit 2009) vreest de dupe te worden van de nieuwe inschrijvingsregels voor het middelbaar, die nu in een decreet worden gegoten.

© SASKIA VANDERSTICHELE

Onderwijs > Sint-Joris en de draak van de nieuwe inschrijvingsregels

‘Voorrang secundair treft basisscholen’ BRUSSEL – Als straks de voorrangsregels bij inschrijvingen voor het middelbaar onderwijs veranderen, dan zijn basisscholen die niet verbonden zijn aan een middelbare instelling, de pineut. De Sint-Jorisbasisschool is er zo één. Directie en ouderraad leggen uit.

BDWOPINIE In het Vlaams parlement is een voorstel tot decreet ingediend dat een aantal wijzigingen aanbrengt in de regeling van de inschrijvingen in het basis- en het secundair onderwijs in Vlaanderen en in de Nederlandstalige scholen in Brussel. Wat daarbij vooral in het oog springt, zijn de voorstellen om de bestaande voorrangsgroepen uit te breiden. Aan die groepen (broers en zussen, GOK-kinderen en, in Brussel, Nederlandstaligen) voegt het voorstel van decreet twee groepen toe. Ten eerste genieten kinderen van personeelsleden voorrang, zodat absurde situaties worden vermeden waarbij een leerkracht geen plaats vindt voor zijn kind in de school waar hij lesgeeft. Ten tweede kan een schoolbestuur met scholen met een of meer vestigingsplaatsen binnen eenzelfde of aaneensluitende

kadastrale percelen, of gescheiden door hetzij maximaal twee kadastrale percelen, hetzij een weg, voorrang verlenen aan leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar de eerste graad van het secundair: het zogenaamde campuscriterium. Met dat laatste kunnen we niet instemmen. Die voorrangsregel zal de toegang tot secundaire scholen die via hun schoolbestuur verbonden zijn met een basisschool, ernstig bemoeilijken voor de kinderen uit de talrijke basisscholen die niet verbonden zijn met een secundaire school. Naast broers en zussen zullen immers de kinderen die op ‘verbonden basisscholen’ gezeten hebben, de schaarse plaatsen opvullen. Vooral kinderen uit de zuidelijke Rand van Brussel zullen hierdoor bijzonder hard worden getroffen. Gemeenten als Elsene, Oudergem, Sint-Gillis, Ukkel, Vorst of Watermaal-Bosvoorde hebben simpelweg geen, of hoogstens één Nederlandstalige secundaire school. Basis-

Peter De Donder (l.) en Joost Rademaekers.

“De navelstreng tussen het Nederlandstalig Brussels secundair onderwijs en de noodzakelijke input vanuit de Rand wordt definitief doorgeknipt” scholen in die gemeenten zijn dus per definitie niet verbonden met een secundaire school. De voorrang voor kinderen die in een aan de secundaire school verbonden basisschool zaten, is boven-

dien in tegenspraak met de voorrangsregeling voor de basisscholen zelf. Daar geldt immers de afstand tussen het domicilieadres van de leerling tot de school of de afstand van het werkadres van een van de

Ook vanuit pedagogisch oogpunt is het campuscriterium nadelig. Het gevaar bestaat dat leerlingen in het vijfde of zesde jaar van de lagere school van school veranderen om van de voorrangsregeling te kunnen genieten. Dat is geen goede zaak, noch voor de scholen in kwestie, die geconfronteerd worden met een laattijdige instroom van leerlingen die ze niet kennen, noch voor de leerlingen, die gebaat zijn bij continuïteit. Het voorstel van decreet wil onder andere de gelijke onderwijs- en inschrijvingskansen van Nederlandstaligen beschermen en het Nederlandstalig karakter van het onderwijs behouden. Door het campuscriterium daarentegen wordt het voor (vaak Nederlandstalige) leerlingen van buiten Brussel onmogelijk om zich nog in te schrijven in een Brusselse secundaire school, zelf al zou die over een basisschool beschikken: op grond van het afstandscriterium zullen ze zich niet kunnen inschrijven in die basisschool. Zo snijdt men de navelstreng van het Nederlandstalige Brusselse secundaire onderwijs nog verder af van de noodzakelijke input vanuit het hinterland. Volgens het voorstel van decreet geldt de voorrangsregel alleen als de basisschool en de secundaire school tot eenzelfde schoolbestuur behoren en binnen eenzelfde of aaneensluitende kadastrale percelen zijn gelegen. Die laatste beperking biedt weinig waarborgen. Onderwijsmensen laten er weinig twijfel over bestaan dat met ‘aaneensluitende kadastrale percelen’ creatief kan worden omgesprongen. Zo zou het volstaan om één klas van de basisschool onder te brengen in de secundaire school, of een sportzaal te delen, opdat er sprake zou zijn van aansluitende kadastrale percelen. Het campuscriterium is in tegenspraak met de doelstellingen van het decreet, én met de overige inschrijvingsregels. Het zal nefaste gevolgen hebben voor de talrijke Brusselse basisscholen die niet verbonden zijn met een secundaire school. De decreetgever zou er dan ook goed aan doen dit criterium zonder meer te laten vallen. Peter De Donder, directeur, en Joost Rademaekers, voorzitter ouderraad Sint-Jorisbasisschool


BDW 1278 PAGINA 13 - DONDERDAG 5 MEI 2011

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be

MIVB, na een uur

geen gebrek. Maar het ontbreekt Brussel wel aan politici die durven samen te werken over de grenzen heen om onze gedeelde dromen te realiseren. Dat brengt me bij een ander pijnpunt voor de Brusselse jongeren: hun kansen op de arbeidsmarkt. Die zijn niet zo bijster goed... Binnenkort zijn we met een pak Brusselse jongeren meer, voornamelijk uit de kanaalzone. Willen zij betere kansen op de arbeidsmarkt, dan hebben ze beter onderwijs nodig en meer plaats in de scholen, ook de Nederlandstalige. Maar voor we die duizenden nieuwe jongeren aan een baan kunnen helpen, is er werk aan de winkel voor het Brusselse beleid, voor alle politici. Een stad creëren waar haar bewoners trots op zijn, doe je niet door anderen met de vinger te wijzen, of door alleen maar te dromen en nooit iets te verwezenlijken. Je doet het door bondgenoten te zoeken in je droom voor de stad. Ik ken er veel.

De voorbije dagen ontstond een polemiek rond Brusselse jongeren die, met het warme weer, in Hofstade letterlijk wat overhit waren geraakt. Dit zette minister Pascal Smet (SP.A) en enkele van zijn partijgenoten ertoe aan hun kwaadheid te uiten op het beleid in Brussel. Dat laat de jongeren namelijk in de steek: het ontzegt hun het recht op ontspanning en ontplooiing, waardoor ze elders keet gaan schoppen. Bijna onmiddellijk vraag ik me dan af of minister Smet ook kwaad is op zichzelf, en op zijn partijgenoten en zijn Franstalige zusterpartij. Spelen zij dan geen rol in de Brusselse politiek? Maar genoeg over partijpolitiek. Ik ben het namelijk eens met minister Smet: het Brusselse beleid, op alle niveaus (gemeentelijk, gewestelijk, federaal), laat zijn jongeren inderdaad in de steek. Niet omdat in de partijprogramma’s geschreven staat dat iedereen tegen (bepaalde) jongeren is, integendeel. Wel omdat de verkozen politici er niet in slagen om buiten hun gemeente-, gewest- en partijgrenzen te treden en samen aan hetzelfde zeel te trekken, pro Brussel. Want niet alleen voor de jongeren uit de kanaalzone zou een openluchtzwembad – of veel liever, een ecologische zwemvijver (of twee, drie) – een welkome rustplek zijn. Ook gezinnen, ouderen, pendelaars en toeristen zouden graag vertoeven op zo’n verfrissend groene plek in hartje Brussel. Misschien heeft minister Smet ook al gefantaseerd over een parkeervrije berm tussen de Poincaré- en Zuidlaan? Ziet hij daar ook een fata morgana aan water en groen, basket- en voetbalpleintjes, ijskiosken en een panoramisch reuzenrad? Kansen zat in Brussel, en aan Brusselaars met wilde plannen voor hun stad – zoals de minister en mezelf –

door Anne Brumagne

Jenna Gailly, Jong Groen!Brussel

Elsense chaos

Gerald Kick, Oudergem

Openluchtzwembad

Europa

© SASKIA VANDERSTICHELE

BDW bericht in ‘Nu in de Emiraten, straks ook bij ons’ (1276 van 21 april, p. 6) wel over de toekomstige plannen van de MIVB, maar ik vind geen woord terug over minder positieve hedendaagse beslissingen. “In Brussel moeten metroreizigers hun ticket vanaf dit najaar ook valideren als ze de stations verlaten. Dat heeft een topman van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB bekendgemaakt op een congres over openbaar vervoer in Dubai. De MIVB hoopt zo de zwartrijders te ontmoedigen die via een bovengrondse tram in de metrosta­t ions komen” (persbericht op deredactie.be, 14 april). Dit betekent dat metroreizigers soms dubbel zoveel betalen als nu! Vandaag kan ik nog binnen een uur overstappen of terugrijden zonder bij te betalen. Vanaf dit najaar moeten reizigers opnieuw valideren en soms opnieuw betalen als ze het metrostation willen verlaten en langer dan een uur onderweg zijn geweest. Men kan moeilijke toestanden verwachten als in drukke stations de reizigers via een (één!) roltrap (bijvoorbeeld in het metrostation Herrmann-Debroux) naar boven willen en het valideren de doorgang door de poortjes belemmert. Iedereen weet dat de Mobib-kaart soms niet werkt. Of de geldigheid van het kaartje is verstreken en mensen moeten terug om een nieuw kaartje te kopen. Dat zal heel moeilijk verlopen. Bovendien moeten er nieuwe kaartjesautomaten op de perrons geïnstalleerd worden. Hopelijk zal de MIVB inzien dat het ontmoedigen van enkele zwartrijders het niet rechtvaardigt dat alle andere reizigers het moeilijker zullen hebben. Ook is het niet te begrijpen waarom metroreizigers anders behandeld worden dan hun collega-reizigers in bussen en trams.

BDWOPINIE

(De Elsense burgemeester vreest chaos bij de heraanleg van de Elsensesteenweg: BDW 1277 van 28 april, p. 1.) Die chaos is er nu al! En men wil deze chaos weg! Zoals Bianca Debaets ben ook ik erg ontgoocheld. Het gemeentebestuur van Elsene houdt van heilige koeien, met name van de auto. Mijn burgemeester zit vermoedelijk nooit in een bus (niet alleen 71... er is ook de 54!) op de Elsensesteenweg. De burgemeester heeft wel een punt als hij zegt dat de rest van de Elsensesteenweg ook een beurt moet krijgen. Zoals het nu is, heeft men meer tijd nodig tussen Naamsepoort en Fernand Cocq dan tussen De Brouckère en Naamsepoort. Ik woon al meer dan 63 jaar in een zijstraat van het Fernand Cocqplein; ik heb nog de trams en de trolleybus zien rijden op de Elsensesteenweg...

Frans Ringoot, Elsene

Boete Dit is een reactie op een van uw lezers, Patrick Veeckmans uit Schaarbeek (in BDW 1276 van 21 april, p. 13). Drie jaar geleden kreeg ik een boete voor foutparkeren in mijn eigen straat (ik stond minder dan vijf meter van een straathoek). Vijftig euro, in het Nederlands. Ik heb tien brieven geschreven: aan de politie, aan de Vlaamse Gemeenschap, la Communauté française, enzovoorts, enzovoorts – tot het FDF toe! Allemaal negatieve antwoorden: “Wacht niet op Franse documenten om uw boete te signaleren en te betalen.” Uiteindelijk heb ik... zestig euro gekregen, in het Frans! Deze keer heb ik betaald. Dit is Brussel, een eigenaardige stad. Francine Blondeel, Schaarbeek

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

‘De hakbijlgeneratie van Europa’ – zo luidde afgelopen weekend de kop boven een bijzonder interessant artikel in De Morgen over jongeren uit Portugal, Ierland, Griekenland en Spanje. De krant bracht portretten van hoogopgeleide twintigers en dertigers die hun land waren ontvlucht door de zware financiële en economische crisis aldaar. Een Spaanse vrouw uit Salamanca, die talen had gestudeerd, was er zelfs in Barcelona niet in geslaagd werk te vinden dat min of meer bij haar diploma aansloot. Een Portugese met een rits diploma’s vertelde hoe veel van haar leeftijdgenoten in Portugal moeten rondkomen met een loon van zo’n vijfhonderd euro. Elk jaar verlaten verschillende tienduizenden hoogopgeleiden hun land. Drie van de vier geportretteerden waren uiteindelijk in Brussel terechtgekomen. De Griekse zou het liefst zijn teruggegaan naar haar thuis. De Spaanse dacht daar al niet meer over: die besliste om in Brussel te blijven. En de Portugese? “Hier liggen veel kansen.” Wat een geluk toch dat we hier in het economische hart van Europa wonen. En dat de Europese instellingen in Brussel zitten, en dat al die bedrijven en organisaties die zich hier in het zog van de EU zijn komen vestigen, mee voor werkgelegenheid zorgen. De inplanting van de Europese instellingen heeft in het verleden weliswaar voor littekens gezorgd in de Leopoldswijk, en ook vandaag brengt de Europese aanwezigheid ongemakken met zich mee, maar eigenlijk heeft Brussel gewoon heel veel geluk dat het de Europese hoofdstad mag en kan zijn – hoeveel vragen er ook kunnen worden gesteld over de werking van Europa. Overigens moeten we, wat de aanwezigheid van Europa betreft, ook niet al te veel op onze lauweren rusten: er zijn er allicht velen in Europa, ook belangrijke bewindvoerders, die een oostelijker gelegen Europese hoofdstad zeker zien zitten. Marketingmeneer Jan Callebaut, die media en politici zo graag consulteren, liet vorige week in Knack optekenen dat, in de politieke discussies van de voorbije maanden, het debat over Brussel hem het meest had verbaasd. Volgens hem betekenen noch de Vlamingen, noch de Franstaligen iets voor de toekomst van Brussel. Want die toekomst is volgens hem Arabisch. Die stelling is erg kort door de bocht: de toekomst van Brussel is, als Europa hier blijft, óók Grieks, Spaans, Portugees... Maar het klopt natuurlijk wel dat voor al die nieuwe (of intussen iets minder nieuwe) inwoners van Brussel de Vlaams-Franstalige tegenstellingen een redelijk bizar fenomeen moeten lijken.

EVA HILHORST


LIBRARIUM. © AN DEVROE

museumprijs: DE SHORTLIST

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

© SASKIA VANDERSTICHELE

BRUSSEL – De MuseumPrijs bekroont elk jaar drie musea, één in Vlaanderen, één in Wallonië, één in Brussel. Inmiddels is de shortlist bekend. Voor Brussel gaat het om het Stripmuseum, het Librarium (van de Koninklijke Bibliotheek), het Magritte Museum, het Museum (en de tuinen) David en Alice van Buuren in Ukkel en het Gemeentelijk Museum voor Schone Kunsten van Elsene. Op 31 mei worden de prijzen uitgereikt: elke finalist krijgt 10.000 euro. De MuseumPrijs is een initiatief van het tijdschrift Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, met de steun van het advocatenkantoor Linklaters. JMB

BDW 1278 PAGINA 14 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Opnames TV-SERIE Salamander van start BRUSSEL – Aan de voorgevel van het Vlaams Audiovisueel Fonds aan de Kleine Ring (Bischoffsheimlaan 38) werden dinsdag de eerste opnamen gemaakt voor de nieuwe tv-serie Salamander van Eén (VRT) en Skyline Entertainment. De gevel doet in de fictiereeks dienst als bank. Salamander is de naam van een geheim genootschap met de 66 machtigste mensen van België. Zij, en zij alleen, bepalen het reilen en zeilen in het Belgenland en hebben de touwtjes strak in handen. Als er uit een kluis vertrouwelijke documenten verdwijnen, is het hek van de dam. Een flik (Filip Peeters) wringt zich in de geheimdoenerij en zorgt voor – zacht uitgedrukt – spanning. De verhaallijn wordt verspreid over twaalf zondagavondafleveringen (één afgerond geheel; er komt dus geen vervolg). De fictiereeks komt op Eén vanaf 2013. Onder de acteurs vindt u kleppers als Koen De Bouw, An Miller (De Ronde), Warre Borgmans, Mike Verdrengh, Jo De Meyere, Lucas Van den Eynde, Ann Ceurvels en zangeres-actrice Tine Reymer. JMB ADVERTENTIE

Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

Walter Vanhaerents tussen Lolo Ferrari en Michael Jackson, twee van de vier figuren uit ‘The family’ (1997) van de Chinees Wang Du.


BDW 1278 PAGINA 15 - DONDERDAG 5 MEI 2011

© YASUMASA MORIMURA / VANHAERENTS ART COLLECTION

© JEAN-LUC MOERMAN / VANHAERENTS ART COLLECTION

SYMPATHY FOR THE DEVIL BRUSSEL – Sinds 2007 is een deel van de Vanhaerents Art Collection toegankelijk, zij het heel beperkt: twee dagen per maand, alleen voor groepen en na afspraak. De expohal, die toen de Museum Boulevard genoemd werd, is een voormalige showroom, heringericht door Robbrecht & Daem. Voor de huidige tentoonstelling Sympathy for the devil – onze collega’s van Agenda hebben het er volgende week uitgebreid over – kan voortaan ook individueel ingeschreven worden, op zaterdag. Zo krijgt behoorlijk wat meer volk, met een bezoekersgidsje in de hand, het werk van eigentijdse internationale artiesten te zien. Het gaat om een veertigtal kunstenaars, onder wie Hamra Abbas, David Adamo, He Sen, He Wenjue, Nathan Mabry, Steve McQueen en Yasumasa JMB Morimura, kortom: een oeuvre dat niet of amper vertegenwoordigd is in openbare collecties in België. Eerst was er ‘Self-portrait (actress) red Marilyn’ (1996) van Yasumasa Morimura (links): het werd Vanhaerents’ lievelingswerk. Daarop gaf hij Jean-Luc Moerman in 2011 de opdracht tot ‘Hybrid icons’ (rechts).

Expositie > Vanhaerents Art Collection gaat twee jaar open voor groot publiek

Duivelsgoede kunst BRUSSEL – Op de snee tussen de Bloemenhofwijk en de Duivelshoek schuilt een industrieel pand dat onderdak biedt aan de Vanhaerents Art Collection. De Torhoutse verzamelaar Walter Vanhaerents, tot vorig jaar aannemer en vastgoedmakelaar, gooit er op zaterdagen het hek open, tot oktober 2013. U ontdekt er een ademstokkend privémuseum voor hedendaagse kunst, een topper voor de Europese hoofdstad. Uit de tentoongestelde selectie Sympathy for the devil blijkt Vanhaerents’ zinnenprikkelende smaak.

En als projectontwikkelaar moet je altijd een ontdekker zijn, moet je altijd vooruitlopen op de marktevoluties. Toen ik in 2000 kocht, was de verkoopprijs hier duizend euro per vierkante meter; nu is vierduizend euro niet genoeg.”

D

Gaat u steun vragen aan de overheid voor uw expositie-initiatieven? Vanhaerents: “Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) komt hier met alle gemak, omdat ze voelt dat ze toch niet aan de mouw getrokken zal worden. De overheden kunnen hun musea nog niet deftig ondersteunen in een aankoopbeleid, welke steun zou er dan naar privé-initiatieven gaan? In Wallonië zie je zelfs een terugkeer naar de banale, lokale kunst.”

e showhal voor het sanitair van Van Haelen (in de tussenoorlogse jaren gemeenzaam ‘la Cathédrale’ genoemd) werd door het architectenduo Robbrecht & Daem verbouwd tot een opslagruimte voor de Vanhaerents Art Collection. Eigenaar Walter Vanhaerents (65) nam de curatoren PierreOlivier Rollin en zijn assis­tent Vincent Verbist in de arm om er Sympathy for the devil te exposeren. Het is een langlopende tentoonstelling die een tipje van de sluier licht van deze sterke privécollectie hedendaagse kunst. Onder ‘Sun like hell’ (2008) van de Iraniër Farhad Moshiri – messen die een pop-artachtig slagroomgebak vormen – schuiven we naast Vanhaerents aan tafel.

Hoe bent u als Torhoutse aannemer kunst beginnen te kopen? Walter Vanhaerents: “Elke verzamelaar heeft naast zijn kunstpassie een ander beroep. Wat me overkomen is, is ongelooflijk. Ik had nooit verwacht dat mijn hobby de overhand zou halen in mijn leven zodra ik (vorig jaar, red.) mijn bedrijf aan mijn zoon kon overlaten. Ik dacht nooit aan de opbouw van een collectie. Ik kocht gewoon – dertig jaar terug al – wat werken. Eerst voor in mijn huis, maar met de tijd werden dat er te veel.” Hield u er een selectiecriterium op na om internationale artiesten te kopen? Vanhaerents: “De interesse sproot voort uit het bezoek aan galerieën in binnenland en – soms – verder. Ik hoefde niet naar India om de kunstenaars van daar te ontdekken: die zie je in Londen en Parijs ook. New York is samen met Londen het Mekka van de internationale kunstscene, waar ik mijn gading vond.” “Voor aankopen ging ik louter af op mijn gevoel en smaak. Ik moest het gewoon mooi vinden. De kunstenaar moet wel bezig zijn met het juiste medium om zich uit te drukken, zeker als hij multidisciplinair werkt. En de vorm

primeert bij mij op de inhoud; dat komt door mijn beroep.”

kwam. Dán liever geen enkel engagement tegenover een kunstenaar.”

Liet u zich niet leiden door advies? Vanhaerents: “Zeker niet van derden. Trouwens, het concept ‘kunstadviseur’, zoals dat vandaag in zwang is om collecties te helpen samenstellen, bestond toen niet. Privéverzamelaars als ik kochten doorgaans vanuit hun buikgevoel. De adviseurs van vandaag zijn er enkel omdat verzamelaars in vijf jaar tijd een collectie willen samenstellen. Terwijl wij er decennia over gedaan hebben om ons te ‘vormen’ in de kennis van kunst.”

In 2007 sprak u al wel over een Museum Boulevard voor uw collectie. Vanhaerents: “Als bouwondernemer was ik bevoorrecht om mooie ruimtes te vinden. Ruim tien jaar geleden zocht ik al iets in Brugge, Antwerpen, Gent. De huur die collectioneurs betalen voor opslagruimte, is enorm hoog; ik ben nu heel goedkoop af met dit gebouw tussen Fabrieks- en Anneessensstraat. Dit ruim toegankelijk maken wordt een zorg, tenminste als mijn familie erachter blijft staan. In Duitsland en Amerika doen privéverzamelaars dit mij al veel langer voor.” “Ik begrijp dat eigen kunst opslaan en tonen egocentrisch kan overkomen. Maar deze collectie wijkt dermate af van wat in onze musea te zien is (negentig procent van de artiesten is nergens terug te vinden, red.) dat het toegankelijk maken hiervan ‘dienstbaar’ is voor de kunstliefhebbers. En dat is mijn uitgangspunt.”

Betalen voor jong en onbekend talent blijft natuurlijk wel een financieel risico... Vanhaerents: “Wie kunst louter als belegging koopt, maakt vaak de slechtste keuze. In 1991 daalde de waarde van kunst ineens tot een vijfde – ik heb het meegemaakt. Los daarvan: ik kocht al kunst voor het een investering kon zijn. En twijfelen over je keuze – of het nu over de aankoop van een appartement of van een kunstwerk gaat - is altijd gezond. De challenge om kunstenaars te ontdekken zit me in het bloed. Anders had ik evengoed Magritte en Picasso kunnen kopen, vaste waarden. Ik probeerde mee te gaan in het modernisme en de kunst van nu. Ik voel me heel ‘contemporary’. Altijd vooruitkijken blijft mijn uitgangspunt. Ik heb geen binding met het verleden.” Wilt u jong talent steunen? Vanhaerents: “Wat is steunen? Ik voel me geen mecenas. Dingen als artists studios laat ik over aan instellingen als Wiels. Als ik enige steun geef aan artiesten, dan is het niet door ze te kopen, maar wel door hun werk niet op te sluiten, zoals veel Belgen in hun huiskamers doen. En er is het trieste verhaal van die Zwitserse galerist die hun een museum had beloofd, terwijl alles op een veiling te koop

Waarom heeft u geïnvesteerd in een godgeklaagde buurt als Duivelshoek/ Anneessens? Vanhaerents: “Ik koppelde gewoon mijn interesse voor architectuur aan het criterium dat ik veel ruimte nodig had voor mijn ‘anders georiënteerde’ collectie, zoals ik die tegenover de openbare verzamelingen definieer. De omringende appartementsgebouwen (met balkons met groen en oranje plexiglas, red.) die we in de Zennestraat optrokken, droegen enorm bij tot de uitstraling van de buurt. De wijk leeft ervan op. Het investeringsrisico is berekend: ik geloof in deze buurt op termijn.

Toch heeft u een voorbeeldfunctie voor België. Vanhaerents: “Ik hoop vooral dat meer verzamelaars hun collectie openstellen voor het publiek. Al is het in een kleine ruimte van tweehonderd of vierhonderd vierkante meter. De eigenaars houden die boot wellicht af omdat ze afgeschrikt worden door de kosten: verwarming, exploitatie, personeel, minder vrijheid. Voor grote collecties als de onze, met veel monumentale werken, vraagt men ook duizelingwekkende bedragen voor de opslag. In die zin ben ik nu in Brussel goedkoop af.” Denkt u aan een privécircuit, parallel aan het publieke? Vanhaerents: “In feite heb ik maar een paar echte meesterwerken. Ik hou veel van Morimura’s zelfportret, refererend aan Marilyn Monroe, waarop je niet ziet dat het een man is, laat staan een Japanner. Ik heb Jean-Luc Moerman de opdracht gegeven om hier een pendant van te maken ( fotootjes hierboven). Mensen móéten dit kunnen ontdekken. Er zijn opvallend veel verzamelaars in dit kleine land, maar ze verstoppen hun collecties. Kunst wordt niet geschapen om opgesloten te leven.” Jean-Marie Binst

Sympathy for the devil, nog tot en met 30 november 2013 (!) bij Vanhaerents Art Collection, Anneessensstraat 29, 1000 Brussel. Kaartjes voor de zaterdag kosten 5 of 10 euro na reservering/inschrijving op www.vanhaerentsartcollection.com of 02-511.50.77


BDW 1278 PAGINA 16 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Tentoonstelling > Deportatie en genocide in Brussels Stadhuis

‘Wij hebben gefaald’ Na de oorlog van 1940-’45 zwoeren de overlevenden dat zo’n gruwelijk scenario zich nooit meer mocht herhalen. En toch... amper vijftig jaar later werden bijna een miljoen Tutsi’s vermoord in de honderd dagen durende genocide in Rwanda. “We hebben gefaald, we hebben de generaties na ons niet voldoende ingelicht. Daarom is deze tentoonstelling ook zo belangrijk,” zegt Albert Blondeel. Blondeel is voorzitter van de oud-strijdersvereniging van Brussel. Hij is heel blij dat de tentoonstelling nu in het Stadhuis te zien is. “In 1919 werd de Nationale Strijdersbond hier op de Grote Markt gesticht,” vertelt hij. “Het was in het café La Rose Blanche. Brussel is ook het symbool van het ondeelbare België en is daarom een heel belangrijke plaats.” De tentoonstelling is opgevat als een chronologisch parcours dat begint bij het eerste geïm­proviseerde kamp (1933) in Duitsland, waarin vooral politieke tegenstanders en communisten opgesloten werden. Geëindigd wordt er met de ontdekking van de uitroeiingskampen, het besef van de gruwel van het nazisme

© STAD BRUSSEL

BRUSSEL – Deportatie en genocide, een Europese tragedie is een tentoonstelling die zich heel in het bijzonder richt tot kinderen en jongeren, bij de 66ste verjaardag van de overwinning op het nazisme.

en de eerste terechtstellingen voor misdaden tegen de mensheid, misdaden tegen vrede en oorlogsmisdaden. Repressie, vervolging, economische uitbuiting en uitroeiing: ook de manier waarop dat

gebeurde, wordt duidelijk beschreven en geïllustreerd. Op de panelen met grote historische foto’s staan de teksten met uitleg in het Nederlands, Frans, Duits en Engels. De tentoonstelling wordt georganiseerd door

Hamza Fassi-Fihri, schepen van Cultuur (CDH), in samenwerking met de Brusselse Regionale Vereniging van de Koninklijke Nationale Federatie van de Strijders van België en met de medewerking van het Instituut voor Veteranen en Oorlogsinvaliden en het Natio­naal Gedenkteken van het Fort van Breendonk. Ook de schepen van Openbaar Onderwijs sluit zich aan bij het project: in de scholen van de Stad Brussel lopen projecten om de jongeren bewust te maken van de oorlogsgruwel, en scholen uit het hele land komen de tentoonstelling bezoeken. Meer dan tien scholen hebben zich nu al ingeschreven, waarvan vijf uit Vlaanderen en één uit Duitstalig België. “De jongeren mogen niet vergeten wat er meer dan een halve eeuw geleden gebeurd is. De geschiedenis, de gruwel, de genocide mag zich op geen enkele manier herhalen. En deze tentoonstelling zal daartoe bijdragen,” zegt Blondeel. Noémie Kowalczyk Deportatie en genocide, een Europese tragedie, nog tot en met 20 mei in het Brusselse Stadhuis (Grote Markt). Dinsdag tot en met zondag van 9 tot 18 uur; gratis toegang. Meer op www.brucity.be of 02-279.64.44. Rondleidingen per mail aanvragen: albert.blondeel@gmail.com

ADVERTENTIE

Tijdens een woontour verkennen we alle wijken van Brussel met een woonbril. U verneemt alles over huren en kopen in de hoofdstad. U krijgt er een heleboel praktische informatie over de buurten bovenop: de bereikbaarheid met het openbaar vervoer, de aanwezigheid van scholen en groen, de sfeer … Info en inschrijving via www.woneninbrussel.be of 0800 20 400.


BDW 1278 PAGINA 17 - DONDERDAG 5 MEI 2011

© KMKG

Muziek > Erna Metdepenninghen wikt en weegt

Wat brengt Elisabethwedstrijd voor zang? BRUSSEL – Het is weer de beurt aan de jongste telg in de Koningin Elisabethwedstrijden, die voor zang. Operarecensente Erna Metdepenninghen (69), erevoorzitster van de Vereniging van de Belgische Muziekpers, volgt de Elisabethwedstrijden al decennia. Wij stelden haar enkele vragen. Het middenpaneel van het Sint-Jorisretabel: onwaarschijnlijk gedetailleerd kijkspektakel voor godvrezende middeleeuwers.

Praat

Hallucinant houtsnijwerk Gezien: het Sint-Jorisretabel in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, op donderdag 28 april met Broodje Brussel.

achteraf

Een tiental mensen was donderdagmiddag opgedaagd voor een rondleiding in de afdeling Gotiek, Renaissance en Barok van het Jubelparkmuseum. Dat is veel of weinig, afhankelijk van hoe u het bekijkt. Het ging om een rondleiding door Karl Marcelis over Brabantse retabels – niet meteen een hot item in het eenentwintigste-eeuwse leven van alledag. Toch hadden de afwezigen ongelijk. Hoe kort de rondleiding ook was – Broodje Brussel houdt er voor de lunchactiviteiten natuurlijk rekening mee dat er in de namiddag nog gewerkt moet worden –, ze was figuurlijk en letterlijk een openbaring. Retabels zijn altaarstukken, meestal vervaardigd uit gepolychromeerd (gekleurd) en/of gedoreerd (met goud bekleed) houtsnijwerk, die achter het altaar werden geposteerd. Ze waren een beetje de 3Dfilms van vroeger, want ze beeldden in verschillende episodes bijbelse verhalen of heiligenlevens uit. Tot lering, stichting en soms ook wel vermaak van de gelovigen. Hun stijl veranderde mee met de kunststromingen. Het oudste retabel in de gereputeerde verzameling van de KMKG is het laatgotische retabel van de Heilige Catharina, van rond 1430 uit de Begijnhofkerk van Tongeren. Het is herkenbaar aan de omgekeerde T-vorm en het verkeert in betrekkelijk goede staat, hoewel de relieken eruit verdwenen zijn (monniken stalen ze weleens om ze elders te commercialiseren). Ook mankeert er hier en daar een hoofd of een hand, omdat retabels meestal volledig uit elkaar geschroefd konden worden. Tot de hoofden en de handjes toe. Zo kwam het Sint-Jorisretabel, het absolute hoogtepunt uit de verzameling, ooit in talloze kistjes bij de KMKG terecht. Dat meterslange, uitmuntend gecomponeerde retabel in elkaar puzzelen was dus een heksentoer, maar het loonde. Het nooit gepolychromeerde retabel, rond 1493 vervaardigd door de Brusselse topkun-

stenaar Jan Borreman voor de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Ginderbuiten in Leuven (die ook het schilderij ‘De kruisafneming’ van Rogier van der Weyden herbergde), beeldt de zeven martelingen van Sint-Joris uit. Het is een spectaculair kijkstuk, vol anekdotes en details. Interessant is bijvoorbeeld dat heiligen wel martelingen doorstonden door goddelijke interventie, maar uiteindelijk toch moesten bezwijken om de heiligenstatus aan Gods rechterhand te kunnen bereiken. En als u op de voorgrond van een gruwelijk of juist verheven tafereel een hondje achter zijn oor ziet krabben, dan heeft u waarschijnlijk te maken met het werk van een nuchtere, niet van humor gespeende Brabander: zij stonden om die aardse details bekend. Bij het vervaardigen van een retabel kwamen verschillende ambachtslui kijken. De hele sector stelde rond 1500 ongeveer achtduizend mensen te werk. In een eeuw tijd werden in Brussel, Mechelen en Antwerpen wel tienduizend retabels geproduceerd en uitgevoerd over de hele wereld, van Kiev tot Gran Canaria. Cruciaal voor de hedendaagse beleving is echter de wetenschap dat de meeste retabels bescharnierde zijpanelen hadden die het altaarstuk volledig konden afsluiten. Beeldt u zich dat in: u zit, godvrezend en wel, een gregoriaanse mis van tweeënhalf uur uit in een koude, donkere kapel, en dan, na de consecratie, voltrekt zich het wonder en openbaart zich dat uit hout gesneden schouwspel. Heel even maar, want na drie minuten schuiven de misdienaars de zijluiken er weer voor. Met dat in het achterhoofd moet je vandaag nog altijd naar de retabels kijken. Stel dat we het Sint-Jorisretabel konden laten rondreizen langs de Brabantse kerken om er de bezoekers elk drie minuten naar te laten kijken. Het zou een toeristische topper zijn. De kerken zouden weer vol zitten. In afwachting kunt u te allen tijde naar de KMKG, waar de retabels tegenwoordig ook mooi gepresenteerd en becommentarieerd worden, naast tal van wandtapijten en ander Brussels toperfgoed. Michaël Bellon

r is opnieuw gesleuteld aan het E concoursconcept. Een goede zaak? Erna Metdepenninghen: “De oorspronkelijke bedoeling, de meest veelzijdige zanger vinden, kreeg door de jaren kritiek, en terecht. Eindelijk krijg je Russen en hun collega’s uit de buurlanden, die vroeger struikelden over het verplichte oratoriumwerk, Bach en Händel. In de halve finale worden de verschillende kwaliteiten nog getoetst, maar in de finale mogen de zangers nu vrij kiezen.” I s de wedstrijd een soort talentenjacht voor operadirecteurs en agenten? Metdepenninghen: “Elk concours blijft een momentopname. De vraag blijft of iemand die een of twee aria’s aankan, wel een hele opera kan uitzingen. Er valt meer talent te ontdekken op BBC Cardiff Singer of the World bijvoorbeeld, waar de landen zelf al een preselectie gehouden hebben.”

ndermaal dingen er veel Koreanen A (23) mee: worden zij sterren na het concours? Metdepenninghen: “Korea heeft een sterke traditie opgebouwd, met Europese professoren die er lesgeven. Hun zangers studeren ook vaak in Europa en Amerika. Maar ze eindigen dan misschien wel vaak bij de finalisten, achteraf hoor je er nog weinig van.” aken de tien Belgen kans? M Metdepenninghen: “De wedstrijd is een galerij voor hen, een opstapje naar naamsbekendheid. Ze krijgen hier meteen concerten aangeboden. Het gaat doorgaans wel om zangers die na hun basisopleiding in het buitenland zijn gaan studeren. Of hun opkomst ligt aan het feit dat het onderwijs in eigen land erop vooruitgegaan is, kan ik moeilijk beoordelen. En ik denk niet dat zij die in de Muziekkapel gestudeerd hebben, op een hoger niveau staan. We zullen het merken aan bariton Sébastien Parotte (probeerde het al eens, en studeerde verder aan de Muziekkapel, red.).” JMB Eerste ronde 5 tot en met 7 mei, halve finale 9 tot en met 11 mei (om 15 en 20 uur), finale 18 tot en met 21 mei (20 uur). Kaartjes op www.bozar.be

ADVERTENTIE

welk museum wint de PublieksPrijs? Officieel stemformulier

Stem en win bruisende culturele weekends, honderden kunstboeken en abonnementen op het tijdschrift Okv.

Doe mee en win! wat is uw lievelingsmuseum? vlaanderen naam museum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

gemeente / stad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

BruSSel naam museum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

gemeente / stad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

Stem via

wallonië

www.museumprijs.be/stem/ publieksprijs-2011

naam museum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

of stuur uw stemformulier voor 25 mei 2011

naar:

museumPrijs c/o Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen, Academiestraat 1 9000 Gent U kunt stemmen voor één museum in Vlaanderen, één museum in Brussel en één museum in Wallonië. Gekopieerde versies van stemformulieren worden niet aanvaard.

gemeente / stad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Naam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................

Voornaam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................

E-mailadres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................

Adres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ........................................................................................

Uw gegevens komen terecht in het bestand van Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen vzw om u op de hoogte te houden van onze activiteiten. U hebt recht op toegang tot en verbetering van deze gegevens. Wij kunnen uw gegevens ook doorgeven aan derden. Wenst u dit niet? Kruis dan dit vakje □ aan.


BDW 1278 PAGINA 18 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Muziek > Tapalanote, the gay voice of Brussels

Geen stel krijsende nichten H

et koor Tapalanote ontstond binnen Brussels Gay Sports, met zijn zowat 650 leden een van de grootste homoverenigingen van het Gewest. BGS viert dit jaar zijn twintigjarige bestaan, in september zitten de Brussels Games ook aan hun twintigste editie. Streefdoelen zijn naar de buitenwereld een evenwichtig beeld van de homowereld op te hangen, en tegelijk de leden zelf een alternatief te bieden voor de bars en ‘klassieke’ ontmoetingsplaatsen. Vooral de zwemploeg is heel actief, maar ook in andere sporttakken zetten de gays hun beste beentje voor. Het volleybalteam is de schrik van de competitie voor amateurs. Ze komen dan bijvoorbeeld uit tegen de plaatselijke politie-inspecteurs of brandweerlui. Twintig jaar geleden gebeurde het nog weleens dat die het moeilijk konden verkroppen van het veld gespeeld te worden ‘door die homo’s’, maar tegenwoordig verloopt alles stukken vriendschappelijker. Al die sportactiviteiten zijn dan wel bevorderlijk voor lijf en leden, maar zo langzamerhand ontstond er ook behoefte aan een cultureel luik. Een theatergroep en een koor zagen het licht. Tapalanote of ‘notenslag’

– want zo heet het koor – is een beetje een geuzennaam, een jeu de mots: het alludeert op het Franse tapette, maar vooral zinspeelt het op muzikaliteit: “Tu n’as pas la note”, “Je hebt de juiste toon – nog – niet te pakken.” Bij de moederorganisatie Brussels Gay Sports staan kosmopolitisme en meertaligheid hoog in het vaandel. Leden schakelen naadloos van de ene taal over op de andere. Ze hebben net een nieuwe Nederlandstalige voorzitter verkozen, Bruno Olislaeger; Armando Santos, de activiteitenverantwoordelijke voor Tapalanote, is een Portugees, en de (sinds vorig jaar) nieuwe koorleider is een Franstalige Belg, Stéphane Larçon. Larçon is een jong, professio­neel musicus – onder meer zanger en fluitist –, die barst van de ideeën en die het koor naar een hoger muzikaal niveau wil brengen. De Nederlandstalige Patrick Struelens, ten slotte, is verantwoordelijk voor de communicatie van het koor.

Lily Allen Hebben homo’s iets speciaals met zingen of met bepaalde vormen van muziek, zoals opera of disco? Patrick Strue­lens heeft daarover een

© YENCI KISS

BRUSSEL – De leden van Tapalanote hebben er geen problemen mee dat hun zangvereniging als een homo­ koor bestempeld wordt, maar ze willen, aan de drempel van de PrideWeek, toch enkele nuances aanbrengen. Bij dezen!

De vrolijke en veelkleurige bende van Tapalanote. “Iedereen die zich achter tolerantie schaart, is welkom bij ons,” gay of niet.

theorie ontwikkeld: “Volgens mij bestaat er een speciale band tussen muziek en minderheid. Muziek is een reactie op een of andere vorm van onderdrukking of discriminatie. Dat ligt voor de hand bij gospel, jazz en soul, historische uitlaatkleppen

voor gekleurde Amerikanen, of nog bij zigeunerflamenco. Een positieve verwerking van allerlei frustraties. Bij homo’s is dat volgens mij niet anders.” De keuze van het repertoire van het koor reflecteert de heterogeniteit

van Tapalanote. Struelens: “Wij zijn, in 2006, als het ware geboren en getogen onder de koepel van Brussels Gay Sports, en we vervullen voor een stukje dezelfde rol: een alternatieve ontmoetingsplaats voor de Brusselse gay scene. Maar iedereen is

Tentoonstelling > Michel Wittock schenkt deel collectie aan Koning Boudewijnstichting

Van passie tot schenking

De Koning Boudewijnstichting garandeert dat zowel de uitzonderlijke collectie boekbanden als de wetenschappelijke activiteiten op de huidige locatie, een beschermd gebouw uit 1983 van Emmanuel de Callataÿ, behouden zullen blijven. Zo kan de Bibliotheca Wittockiana de passie van haar stichter overleven. Al bijna een halve eeuw gaat Michel Wittock op zoek naar het buitengewone: grote formaten, beperkte oplagen, oude drukken, meester-binders. Nu kunt u een

bloemlezing bekijken van vijf eeuwen geschiedenis, kunst en cultuur via het medium boek. Zo zijn alle West-Europese kunststromingen aan de boekbanden af te lezen: van de renaissance tot popart en andere avant-gardistische stromingen uit de twintigste eeuw. Maar er zijn ook 16de- en 17de-eeuwse geïllus­ treerde Vlaamse drukken, stichtelijke bundels met mystieke inslag en hoogstaande illustraties. Of de archieven van Valère Gille, de grootvader van Wittock, die directeur was van het literaire tijdschrift La jeune Belgique. In de Bibliotheca werd Gilles studeerkamer met de originele art-nouveaumeubels van Paul Hankar gereconstrueerd. En nog een andere verwant leverde schatten op: Wittocks kinderen stammen langs moederszijde af van Lucien Bonaparte, de broer van! Dit verklaart

© BIBLIOTHECA WITTOCKIANA

SINT-PIETERS-WOLUWE – Michel Wittock van de Bibliotheca Wittockiana schonk het meest representatieve deel van zijn collectie Europese boekbanden aan de Koning Boudewijnstichting. Het nieuwe Fonds Michel Wittock wordt nu geëxposeerd.

Parijse art nouveau van Pétrus Ruban (l.) en Belgisch constructivisme (Edgard Claes, 2008).

onder andere de aanwezigheid van de Encyclopédie van Diderot en d’Alembert, het 33 banden tellende titanenwerk uit 1751-’77.

De tentoonstelling Het Fonds Michel Wittock: van passie tot schenking loopt nog tot en met 1 oktober in de Biblio­t heca Wittockiana (Bemel-

straat 23, 1150 Sint-Pieters-Woluwe, 02-762.21.39), dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17 uur. An Devroe


BDW 1278 PAGINA 19 - DONDERDAG 5 MEI 2011

welkom, zolang de leden tolerantie onderschrijven. Er zingen ook vrouwen in ons koor, en dat zijn niet allemaal lesbiennes. Seksuele voorkeur is dus zeker geen selectiecriterium.”

muziek of etnische muziek uit Oekraïne of Afrika komt aan bod. En om het niet te braaf te houden, staat dit jaar ook ‘Fuck you’ van Lily Allen op het programma.

Equivox

De stukken die Tapalanote brengt, zijn bovendien heel divers. Het gaat van barok tot jazz, maar ook pop-

Moeiteloos zwieren de zangers van Tapalanote zich door alle registers heen. Als je dan weet dat ongeveer een derde van de koorleden nietBelg is, dan is duidelijk dat ‘diversiteit’ hier het codewoord is. Het eerste grote concert van Tapalanote in 2011 vindt plaats op 13 mei in Théâtre Molière in Elsene en kreeg de opvallende titel Lily Allen meets Starsky & Hutch. Het is in feite een dubbeloptreden samen met hun grote broer uit Parijs, Equivox Chœur Gay et Lesbien de Paris. De Fransen brengen – naast een vergelijkbaar gevarieerd repertoire – een paar originele medleys van bekende televisieseries. De samenwerkingsverbanden met andere, al dan niet gay, koren worden overigens zeer gesmaakt. “Artistieke én ludieke belevenissen in een sfeer van tolerantie, daar gaat het om. Dat soort momenten koesteren wij.” Lieven Bulckaert

Tapalanote repeteert op dinsdagavond. Meer over het koor bij Armando Santos op 0497-61.51.55 of op www.bgs.org. Lily Allen meets Starsky & Hutch, dubbelconcert met het Parijse Equivox, vrijdag 13 mei in Théâtre Molière, Naamsepoortgalerij, Bolwerksquare 3, 1050 Elsene. Kaartjes kosten 5 (vooraf) of 7 euro; reserveren op choir@bgs.org

CAFÉS HEROPENEN IN STIJL BRUSSEL – Na een grondige verbouwing gaat op de hoek van de Antoine Dansaertstraat en de brug naar de Gentsesteenweg een vernieuwde zaak open: Café Modèle wordt Bistro du Canal. De nieuwe eigenaar, Laurent Vlasselaer, wil het hoekpand met negentiende-eeuwse glazen luifel exploiteren als brasserie. Binnen is een monumentale art-decotoog geïnstalleerd; er kan veertig man eten/drinken. Buiten, onder de negentiende-eeuwse gla-

zen luifel, komt een trottoir terras met een 25-tal zitjes, open vanaf donderdag 5 mei. Ook de Greenwich in de Kartuizersstraat 7 zit in de eindfase van de verbouwing/restauratie. Het volledige café-interieur is geschilderd in authentieke stijl (andere kleur dan de laatste jaren), met bladgoud op het stucwerkplafond. Nu is het nog wachten op de inrichting van de keuken om het schakers- en ander publiek weer te verwennen. JMB

DE TOEKOMST VAN HET JUSTITIEPALEIS BRUSSEL – Bij Bozar loopt nu de tentoonstelling Architecture for justice. Die toont de beste voorstellen in de ideeënwedstrijd rond de toekomst van het Brusselse Justitiepaleis. Bij sommige inzendingen is de justitiële functie behouden, bij andere is ze verdwenen. De Nederlandse Orde van Advocaten organiseert op maandag 9 mei

om 18.30 uur een bezoek aan de expositie en een debat over de waarde van het gebouw en zijn plaats in de moderne maatschappij. In het panel zitten onder meer Antoon Boyen, voorzitter van het hof van beroep, stafhouder Dirk Van Gerven en Jos Vandenbreeden van het Sint-Lukasarchief. Inschrijven bij veerle.belleHUB mans@baliebrussel.be.

Nick Trachet

© NICK TRACHET

“Volgens mij is er een speciale band tussen muziek en minderheid. Muziek is een reactie op een vorm van onderdrukking of discriminatie. Kijk maar naar jazz of gospel”

BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Tarbot Met de meimaand komen de platvissen weer ‘in seizoen’. Zullen we het eens over de koning van de platvissen hebben? Over de tarbot? Er zijn erg veel vissoorten in de handel. Met de groeiende vraag naar vis (gezond, trendy, chic) is vis duur geworden. Daarbij worden de vangsten nu streng gereglementeerd en kan er niet meer zoveel van de traditionele vissoorten worden aangevoerd. Mettertijd is men gaan uitkijken naar andere vissoorten, die vroeger niet gewild waren en soms gewoon werden weggegooid, maar die vandaag hun plaats in de vitrine hebben verworven: pieterman, zeeduivel, victoriabaars, pangasius of tilapia. Ik heb ze met gretigheid ontdekt, op zoek naar die ene onbekende vissoort die spotgoedkoop is, maar veel beter dan de klassieke kabeljauw, tarbot of tong. Welnu, ik heb ze niet gevonden. Tarbot blijft hoog aan het culinaire firmament staan. Het is een vis met klasse en met een uitgesproken smaak. Dat is vrij uitzonderlijk: hoe minder smaak voedsel heeft, hoe vaker het gebruikt wordt in de hoge keuken, waar men altijd op veilig wil spelen. Als er ergens een uitgesproken smaak aan zit, dan zijn er altijd mensen die het niet lusten; slappe groentesoorten en vissen daarentegen vindt iedereen lekker, en die zijn dus meer gezocht. “Een fijne smaak,” schrijven de critici dan. Eigenlijk bedoelen ze: “Geen smaak.” Tarbot is een machtig stuk zeevrucht, met een eigen persoonlijkheid en niet te combineren met om het even wat. Ik ken gewaardeerde collega’s die vlakaf zeggen dat ze tarbot niet lekker vinden. Wat bewijst dat zij geen snobs zijn: iets tegen je zin lekker noemen omdat het chic is (kaviaar, hoppescheuten, ik zeg maar wat), is dom. Gesneden ajuin op een beboterde boterham is ook lekker. Ik hou wel – oprecht – van tarbot. En het meest van grote tarbot. De tarbot (Scophthalmus maximus L.) is een platvis van de familie der rechtsliggende (linkskijkende) platvissen. U hebt op school wel geleerd dat platvissen zijdelings zijn afgeplat, en tijdens het groeien op hun zijkant gaan liggen. Daarbij migreert een van de twee ogen naar de andere kant; bij de tarbot en de griet is dat naar links, tongen, scharren en

pladijzen kijken de andere kant op. Tarbotten zijn echte Europeanen, ze komen nergens anders voor, tot spijt van de Amerikanen en de Japanners. Tarbot is geen mooie vis. Zijn huid is glad en schubloos, hier en daar versierd met een stekel. De kleur is die van teer, zwartgroen, vandaar zijn naam. In visserstaal spreekt men van teerbot (terrebut). Zijn grote muil verklapt dat hij leeft door andere vissen van op de bodem te verschalken. Hij houdt van een stenige ondergrond, wat hem dus uit de buurt van sleepnetten houdt, een geluk voor deze vissoort, die dus beter gevangen wordt met duurzame staande netten. Tarbotten kunnen verbazend groot worden: tot een meter lang bij 25 kilogram. Wat de meeste consumenten niet weten, is dat tarbot al sinds 1980 wordt gekweekt. Er is vandaag dubbel zoveel kweektarbot op de markt als wildgevangen. De gekweekte komt vaak uit Spanje (Galicië), de wilde wordt vooral in Nederland aan wal gezet. Grote chefs die wel van tarbot houden, zweren bij wilde. Ik hoorde Yves Mattagne ooit fulmineren tegen kweekvis, en tegen de industrie die alles kapot maakt wat smaak heeft. Maar de kweek heeft de prijs van alle tarbot wel redelijk gehouden. Hierbij geldt de wet: hoe groter, hoe duurder. Chefs kiezen voor heel grote tarbot. Beestjes van minder dan vijf kilo willen ze niet zien. Een grote tarbot is immers meer dan tien jaar oud. Vissen worden nooit zo lang in kweekbassins gehouden, dat zou onrendabel zijn. De meeste kweektarbotjes (turbotins) zijn goedkoper en wegen een à twee kilo. Die zijn meest gekweekt. Al millennia is de tarbot een koninklijke maaltijd. Het verhaal circuleert dat keizer Domitianus van het oude Rome ooit een gigantische tarbot cadeau kreeg. De visser had hem niet durven te verkopen uit schrik dat de keizer dit zou beschouwen als een belediging. Domitianus riep een spoedvergadering van angstige politici bij elkaar om hem te adviseren: zou hij de vis in stukken snijden of in zijn geheel serveren? Bij het kiezen van een antwoord vreesden de adviseurs voor

Als critici schrijven: “Een fijne smaak”, dan bedoelen ze: “Geen smaak”

hun leven. Het verhaal is een satire van Juvenalis, en dus waarschijnlijk niet echt gebeurd. Maar het zegt wel wat over tarbotten. De eerste Franse filosoof van de tafel, Jean Anthelme Brillat-Savarin (1755-1827), brengt een soortgelijk verhaal. Hij kwam naar een diner waar men niet wist hoe men een groot tarbotbeest moest klaarmaken. Na wat rondspeuren in het huishouden vond Anthelme de metalen kookwastobbe en een mand waarin vijftig flessen wijn pasten. De tarbot werd gestoomd met kruiden. Spoel de vis schoon, dep hem droog en bestrooi hem gul met zout en wat peper. Verpak de gekruide tarbot (of de moot) tussen twee lagen lentekruiden en fijngesneden soepgroenten. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld een Chinese stoommand, maar dan van het grootste type. Zet die boven een ketel (of op de wok), half gevuld met kokend water, en laat de vis een twintigtal minuten garen. In zijn geheel opdienen in de mand – dat kan warm of koud. Met de groeten van Anthelme. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1278 PAGINA 20 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Pierre Laroche: “Als tiener hield ik al van theater, maar toch ben ik na mijn collegetijd bij de Witte Paters gegaan. Ik wilde missionariswerk doen in Afrika. Om maar te zeggen dat het leven vol verrassingen zit.”

Z

ijn lichaam wil eventjes niet meer mee. Maar dat belet Pierre Laroche niet de perfecte gastheer te spelen bij een glaasje Pineau des Charentes. En uit te kijken naar de toekomst. Toupi, de trouwe zwarte huiskater, vindt het allemaal best. Zolang hij maar niet in zijn rust wordt gestoord. “Dat ik nog iets heb om naar uit te kijken in het theater, dank ik aan Dostojevski, die altijd een inspiratiebron is geweest en wiens oeuvre mijn doen en denken mee heeft bepaald. Drie jaar geleden heb ik een monoloog geschreven naar een verhaal dat hij op het einde van zijn leven heeft geschreven. Le rêve d’un homme ridicule, De droom van een belachelijke man: een geniale titel die de lading volledig dekt. Drie jaar na elkaar heb ik die monoloog mogen brengen in Théâtre Le Public in Sint-Joost. Dit jaar had ik er weer moeten staan, maar mijn gezondheid heeft er anders over beslist. Mijn goede vriend Michel Kacenelenbogen, stichter en directeur van Le Public, zei: ‘Pierre, zodra het weer gaat, zeg je het me; je kunt zo weer bij ons de planken op.’ Psychologisch was dat een enorme stimulans, het geeft me iets om naar uit te kijken.” Laroche zag het levenslicht in Etterbeek. In de eerste zestien jaar van zijn leven heeft hij

maar liefst vier verschillende nationaliteiten gehad. “Mijn ouders waren Luxemburgers. In 1940 werd het Groothertogdom door Nazi-Duitsland geannexeerd, waardoor ik automatisch Duitser werd. Tja, die oorlog, het is steeds een nare herinnering gebleven in de familie... Toen ik tien was, ben ik door de Duitsers weggehaald en hebben ze me in een heropvoedingskamp van de Hitlerjugend gestoken. Anderhalf jaar heb ik daar gezeten. Op paasdag 1942 had ik er genoeg van en heb ik me daar van de trappen laten vallen: ik had voor mezelf uitgemaakt dat ik nooit meer zou lopen. Zeven maanden in een militair hospitaal volgden – ze dachten aanvankelijk aan kinderverlamming. In die zeven maanden heb ik geen voet voor de andere gezet. Geen voet. Daarna ben ik door toedoen van het Internationale Rode Kruis naar Brussel terug kunnen komen. Mijn vader heeft me de trappen naar ons appartement op gedragen, de maandag daarop kwam ik op mijn achterste naar beneden. Ik zag op straat vrienden met een fiets, ik ben rechtgestaan, naar buiten gegaan en op die fiets gesprongen... Die periode heeft mijn ouders blijvend met een schuldgevoel opgezadeld, al trof hun geen enkele blaam. Ze hebben er nooit meer hun mond over opengedaan.

Mijn jongste dochter heeft er ooit met mijn vader over proberen te praten, maar ze voelde dat het hem pijn deed, en ze heeft niet meer aangedrongen.” “Na de bevrijding in 1944 ben ik opnieuw Luxemburger geworden, en op mijn zestiende heb ik voor de Belgische nationaliteit gekozen. Ik voel me ook Belg in hart en nieren. Net zoals ik enorm gehecht ben aan Brussel. Mijn Brussel, waarvan ik het mooi vind dat het spel van de taalkwestie toch minder hard wordt gespeeld dan elders in het land. Brussel, dat multicultureel, multiconfessioneel en meertalig is. En dat het nog meer gaat worden door de toestroom van mensen uit de hele wereld. Of dat nu goed of slecht is? Wie zal het zeggen? Maar het is nu zo, en nu parafraseer ik Abbé Pierre: als Europa, dat met zijn gat in de boter is gevallen, niet naar Afrika toe gaat, dan zal Afrika naar Europa komen. En niet alleen Afrika – dat is de realiteit waarmee Brussel nu wordt geconfronteerd, meer nog dan de rest van het land. Ik hoop overigens dat dit land één zal blijven. Europa heeft lang opgekeken naar onze zin voor compromis, het zou zonde zijn om die reputatie te vergooien aan een politieke loopgravenoorlog.”

Baron en kardinaal Het had niet veel gescheeld of Pierre Laroche was de wereld in getrokken om de Blijde Boodschap uit te dragen, in plaats van een leven voor en in het theater te leiden. “Al hield ik al als tiener van theater, door het schooltoneel, toch ben ik na mijn collegetijd bij de Witte Paters gegaan. Ik wilde missionariswerk doen in Afrika. Twee jaar heeft die ambitie geleefd,

© MARC GYSENS

SINT-LAMBRECHTS-WOLUWE – “Wie is Pierre Laroche? In de eerste plaats een oude man – binnenkort tachtig – met een gezegend leven. Ik heb twee prachtige beroepen in het theater mogen combineren; mijn lieve echtgenote heeft me drie prachtige kinderen geschonken, en elke grootvader kan u vertellen wat een geluk het is om kleinkinderen te hebben.” Pierre Laroche is regisseur en acteur en stond mee aan de wieg van de artistieke hogeschool IAD.

© MARC GYSENS

Een herinnering aan Bad Liebenzell in het Zwarte Woud, waar Laroche als tienjarige in een opleidingskamp van de Hitlerjugend gestopt werd. “Op paaszondag 1942 heb ik me daar van de trappen laten vallen.”

toen werd de drang om een gezin te stichten te groot. Daarop heb ik me aan het Conservatorium ingeschreven. Om maar te zeggen dat de meanders van het leven vol verrassingen zitten, zelfs voor wie denkt de touwtjes stevig in handen te hebben.” “Mijn ouders hebben mijn keuzes altijd gerespecteerd, en daarvoor ben ik hun blijvend dankbaar. En diep vanbinnen denk ik dat mijn vader zelfs blij was met mijn keuze voor wat in


BDW 1278 PAGINA 21 - DONDERDAG 5 MEI 2011

FREDDI SMEKENS Simpateek “Niet dat ik de ideale vader was: er zijn jaren geweest dat alles moest wijken voor het theater”

Pierre Laroche, theatermonument

‘Ik ben een zondagskind’ de ogen van vele mensen een onzeker beroep is. Ook hij leek op een bepaald moment op weg naar een leven als kunstenaar, maar door een speling van het lot is het hem niet gegund. Op zijn 25ste is hij in Brussel beland, na een tijdje in Parijs gewerkt te hebben. Hij was niet van plan te blijven, maar hij zocht wel werk voor de duur van zijn verblijf. Gezocht en gevonden: als bode bij de Banque Philippson. In de dode momenten tekende hij, wat niet aan het alziende oog van baron Philippson ontsnapte. ‘Meneer Laroche, wilt u de volgende veertig jaar bij de bank werken? Ik stel voor u naar een goede kunstschool in Italië te sturen.’ Twee dagen later verongelukte Philippson. Weg droom, mijn vader is veertig jaar bij de bank gebleven. Schilderen en tekenen is hij in zijn vrije tijd blijven doen.” “Onze generatie had het geluk dat er genoeg werk was voor iedereen. Dat ligt nu helemaal anders. Ik heb veertig jaar lesgegeven, honderden getalenteerde leerlingen voor mij gehad. Maar talent alleen is al lang geen garantie meer op werk. Toch hebben mijn twee dochters – ik zie nog zo voor mij hoe we ze in hun mandje mee naar het theater namen – gekozen voor een bestaan als actrice. Ik heb hen nog les gegeven op het Conservatorium. Hun keuze steeds gerespecteerd en bewonderd, maar ook gezegd: ‘Jullie carrière is jullie verantwoordelijkheid. Ik ga je niet voortrekken, want daarmee zou ik je een slechte dienst bewijzen.’ Ik heb het geluk gehad hen allebei te mogen regisseren in een bewerking van L’adolescent van Dostojevski. En mijn monoloog naar Le rêve d’un homme ridicule is in scène gezet door mijn jongste dochter. Zij hebben van mij ge-

leerd, maar ik heb ook van hen geleerd. En ik ben er zeker van dat ik nog van hen zal leren.” Tegelijk kunnen Laroches dochters zich ook optrekken aan wat hun vader heeft verwezenlijkt. In het theater geacteerd, af en toe in films. Meer dan honderd theaterstukken in goede banen geleid, niet zonder succes een langspeelfilm geregisseerd en – in Kansas City of all places – een opera. Verdi’s La Bohème. En, niet onbelangrijk, mee het IAD opgericht. “Dat Institut des Arts de Diffusion is er gekomen met de zegen van kardinaal Suenens, maar zonder geld. Het was een avontuur dat begon op een achterkoertje langs de Zuidstraat. Heel wat talent is er opgeleid. Een prachtige herinnering, net als mijn creatie van Blaise Pascal voor theater Le Rideau de Bruxelles. Driehonderd keer opgevoerd, tot in Parijs toe.” “Door mijn beroep heb ik dingen meegemaakt die niet voor iedereen zijn weggelegd. In een geest van openheid, eigen aan het wereldje. Ik heb als Franstalige – helaas heb ik het Nederlands nooit echt onder de knie gekregen – altijd goede relaties gehad met de Nederlandstaligen. Tot in Nederland toe. Daar ben ik zelfs artistiek directeur geweest van de Haagse Comedie, het meest toonaangevende gezelschap van Nederland. Die erkenning in Nederland heb ik na twee jaar laten schieten om meer bij vrouw en kinderen te zijn. Niet dat ik de ideale vader was, hoor: er zijn jaren geweest dat alles moest wijken voor het theater. Daarom ben ik ook zo fier op mijn zoon. Hij is actief in de cinemawereld, maar de manier waarop hij er in zijn vrije tijd is voor zijn kinderen, vind ik formidabel.” Karel Van der Auwera

O

ns Brusselse woordje simpateek heeft een ruimere betekenis dan het Algemeen Nederlandse sympathiek. Hoe komt dat eigenlijk? In eerste instantie zou men kunnen zeggen: “Da’s na neki ’n simpateeke vroeg.” Met andere woorden, waarde lezer, in het Brussels overkoepelt simpateek alles wat niet te maken heeft met ambetant. We meuge van geluk spreike, waarde lezer, dat we in ons dagelijks leven mier mè simpateeke as mè ambetante dinge te moeke hemme. Bij die vaststelling verliezen we uiteraard niet uit het oog dat zowel mensen als situaties simpateek kunnen overkomen. En daarbij stel ik iets eigenaardigs vast, waarde lezer. Eemand dee we simpateek vinne, moot al veul ooitsteike veu da we hem nen ambetanterik vinne. Of het tegenovergestelde ook waar is, laat ik voorlopig graag in het midden. In het Brussels zijn we ook niet beschroomd om met de afkorting simpa uit de hoek te komen. Maar laten we er gerust van uitgaan dat het hoe dan ook in de aard van de Brusselaar ligt om zoveel mogelijk te trachten zelfs eet ambetant een simpateek tintje te geven. Bij wat voorafging, stel ik me de vraag of er een fundamenteel verschil bestaat tussen ne plezante en ne simpateeke. Op het eerste gezicht zou ik zeggen dat het ene begrip automatisch gelinkt is aan het andere. En ook hier gaat het niet alleen om mensen. Neem nu bijvoorbeeld ’n simpateeke stad. Wat moeten we ons bij die omschrijving voorstellen? Hetzelfde als ’n plezante stad? We kunnen misschien even stilstaan bij hoe we ons eigen Brussel zouden omschrijven. Persoonlijk zou ik in dit geval zowel simpateek als plezant gebruiken, zonder er precies de vinger op te kunnen leggen waarin het verschil nu schuilt. Maar hoe kan men zeggen dat een stad zowel hartelijk als beminnelijk is – simpateek, dus – zonder er zichzelf gelukkig in te voelen? Met andere woorden, waarde lezer, wa we simpateek vinne, hei zowel mè onszelf as mè de rest te moeke. En dan is er uiteraard nog dat andere, even eigenaardige fenomeen. Iemand dee ons ni

simpateek vindt, zulle we oek nuut simpateek vinne. En het omgekeerde geldt natuurlijk net zo goed. Nog iets wat het aanvoelen van ons woordje simpateek betreft: van bepaalde gebeurtenissen zal men nooit zeggen: “Da’s neki eet simpateek.” Het eerste voorbeeld dat mij dan te binnen schiet, is oorlog. Toen ik die waarheid als een koe even aan het uitmelken was, merkte iemand op: “En ’n revoleuse den? Kan dei simpateek zaain?” Op dat ogenblik kon ik de impact van  ons woordje simpateek pas goed inschatten. Graag even terug naar het zuiver menselijke aspect van simpateek. Simpateek zaain is, met andere woorden, iets wat men met tijd en geduld voor zichzelf en de anderen  moet smeden. “Ge zaait waal ne schuune preik on ’t afsteike,” hoor ik daar opmerken door een hoogst onsympathiek iemand. Maar het zou uiteraard heel onsimpateek auverkomme moest ik ma doe eet van oentrekke. De lezer zal mij toestaan even aandacht te besteden aan de personen die weinig of geen kans maken om ooit als simpateek door het leven te gaan. En ze zijn met velen – denken we bijvoorbeeld aan de ettefretters, de smoole­trekkers, de zoegers, de zaaikers en alle andere ambetanterike. Natuurlijk is het niet mijn bedoeling om bij al deze fenomenen lang stil te staan. Maar opeens schiet mij iets te binnen, waarde lezer. Wie van ons is nooit in de huid van voornoemde personages gekropen? Ik alvast wel. Maar om onszelf alweer simpateek te vinne, zijn we er zo vlug mogelijk weer uit gekropen. In het tegenovergestelde geval zouden we echt in een droevige wereld leven. Bij dit alles blijft natuurlijk de vraag: wa kunne we doon vè simpateek auver te komme? Daarvoor bestaan spijtig genoeg geen magische remedies of pasklare oplossingen. Maar één ding staat as ne simpateeke poel bauve woeter: het volstaat dat men over een gezonde portie Brusselse zwanze beschikt om hier, en overal elders, als ne simpateeke – of ’n simpateeke, natuurlijk – bestempeld en geapprecieerd te worden. Aan u om het zelf even uit te proberen, waarde lezer.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 70.660 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny. vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Lien Annicaert (lien.annicaert@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1278 PAGINA 22 - DONDERDAG 5 MEI 2011

Evenement > Zondag voor de achttiende keer Stadskriebels

‘We zijn een begrip geworden’ BRUSSEL – Op 8 mei is het weer tijd voor Stadskriebels. Wat begon als een uithangbord voor Nederlandstalige clubs, is uitgegroeid tot een heus sportevenement met naam en faam. Dit jaar ligt het accent op PowerPlaySoccer en de danswedstrijd So you think you can dance.

‘H

et basisidee in 1994 was het Nederlandstalige sportaanbod in Brussel bekend te maken en de mensen ertoe aan te zetten regelmatig te sporten,” vertelt Nele Arys (35), sportfunctionaris van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) en grote dame achter Stadskriebels. “Ik herinner me dat het in die tijd een klein sportinitiatief was: in de voormiddag een cultureel programma en na de middag tijd voor sport.” In 2000 gooiden de organisatoren het over een andere boeg. “Aangezien de deelnemers meer van het sportaanbod wilden genieten, begint Stadskriebels sindsdien om elf uur. De culturele voormiddag is ook afgeschaft. Langzaam aan zijn er naast de jeugdverenigingen en clubs ook gezinnen gaan deelnemen aan Stadskriebels. Tegenwoordig is het echt voor iedereen.” De drie-urenloop die er in 2003 bij kwam, opende de deur voor een groter doelpubliek. Stadskriebels wil steeds vernieuwen, aanvoelen wat de mensen willen. “Achteraf gezien zijn al onze wensen uitgekomen. Stadskriebels is een begrip geworden. Begin mei is het feest in Brussel, dat weet ondertussen bijna iedereen,” zegt Arys. “Onze huidige doelstellingen zijn Brusselaars en mensen uit Vlaams-Brabant naar het centrum halen om een sportieve dag

de  CLUB

Veel vertrouwde sporten en activiteiten op de nieuwe Stadskriebels (foto uit 2009), maar ook nieuwe accenten als polegym (“Zeg niet paaldansen”) en sepak takraw.

© AN BUCKINX

Judoclub Royal Crossing, Schaarbeek

‘De vrucht van keihard werken’

“Onze Belgische seniorentitel in 2010 was een grote prestatie,” steekt Alain De Greef (50), trainer en bestuurslid, van wal. “Het was al meer dan dertig jaar geleden dat een Brusselse judoclub dat nog gepresteerd had. De Brusselse judo boomt. Lola Mansour (judoclub Ganshoren) en Toma Nikiforov (Crossing Schaarbeek) zijn daar mooie voorbeelden van. En het zijn geen toevalstreffers, wel de vruchten van jarenlang werk.” Judo Royal Crossing Club Schaarbeek werd in 1970 opgericht als Galibrant. Een jaar later werd de club een sectie van voetbalclub Crossing Schaarbeek en nam ze die naam over. Sindsdien werd er zwaar geïnvesteerd in de jeugd. “Aan het begin van de jaren 2000 waren we de tiende club van Europa. In die tijd streden de beste ploegen in een Champions League, vergelijkbaar met het voetbal. Van-

© MARC GYSENS

SCHAARBEEK – Judo Royal Crossing Club plukt de vruchten van zijn jeugdwerking. In oktober strijdt het mee op het Europees kampioenschap, dat misschien zelfs een thuiswedstrijd wordt.

Crossing zou op 22 oktober graag gastheer zijn voor het Europees kampioenschap.

daag is dat omgevormd tot een Europees kampioenschap van één dag.” Tijdens dat EK, op 22 oktober, zal Crossing het als kam­pioen opnemen tegen de vijftien beste Europese ploegen. De locatie wordt in de loop van deze maand bekendgemaakt. “En wij zijn kandidaat. We zouden ervoor naar Kinetix aan de Lambermontlaan uitwijken. We maken zeker kans, dat hoor ik in de wandelgangen. Vroeger hebben we onder meer al het WK voor masters georganiseerd. Die ervaring is een pluspunt.” “Op dat EK treden de beste judoka’s uit de wereld aan. Je hebt ploegen met een budget van twee miljoen die de toppers kunnen kopen. We beseffen dat we blij mogen zijn als we ons bij de beste acht plaatsen.” Het uithangbord van de Schaarbeekse judoclub is Toma Nikiforov, die op de voorbije Olympische Jeugdspelen nog brons behaalde. Met Francis Bardax hebben ze ook een vijftiger in de rangen die Europese top is bij de masters. Dat is een categorie voor de ouderen die door De Greef in onze contreien werd geïntroduceerd. “Ik had het samen met Francis leren kennen en samen hebben we het naar België gehaald.” Crossing heeft dan wel niet de miljoenen van de topploegen, in al zijn geledingen lopen toppers rond. Ze heeft de reputatie van competitieclub, maar zit daar wat mee verveeld. “Iederéén is welkom bij ons.” TS www.judoschaerbeek.com


BDW 1278 PAGINA 23 - DONDERDAG 5 MEI 2011

David Steegen Light te beleven, en ze een hele waaier laten ontdekken. We willen mensen prikkelen om te gaan sporten. We hebben ook steeds aandacht voor de inrichting van stadspleintjes tot ontmoetingsplaatsen voor sportbeoefening.”

Sepak takraw Naar goede gewoonte vernieuwt Stadskriebels ook deze editie weer. De drie-urenloop moet zijn plaats afstaan aan een paar nieuwe accenten. Zo worden de loopschoenen

Sportfanaat of niet, “begin mei is het feest in Brussel, en dat weet ondertussen bijna iedereen” ingeruild voor voetbal- en dansschoenen. “De wedstrijd So you think you can dance is er voor dansliefhebbers van alle leeftijden. Zowel individueel als in groep brengen kandidaten tussen 13 en 15 uur een dans van een viertal minuten. Dat mag overigens heel ludiek. FM Brussel zal het geheel presenteren, en achteraf is er een prijsuitreiking. En dan is er nog het PowerPlaySoccer-toernooi: een voetbalwedstrijd, twee tegen twee in een kooi, voor jongens en meisjes van tien tot

Hoogspanning voor de thuiswedstrijd tegen Club Brugge. Voor allebei de teams is het de wedstrijd van de laatste kans. Werken op de Dag van de Arbeid. Paars-wit heeft iets recht te zetten. De ploeg is er klaar voor. De blamage van de heenwedstrijd – 3-0-verlies – moet uitgewist worden. Zonder Jonathan Legear. Geblesseerd. Zonder leider Juhasz, want die is geschorst. Boussoufa is weg. Kapitein Deschacht is al maanden niet beschikbaar, Polak is naar Duitsland, en de ziekenboeg blijft druk bevolkt. Roland Juhasz vertelt me voor de wedstrijd dat de spelers er zin in hebben. “Ze hebben honger, de opwarming zit goed,” zegt de rijzige Hongaar. Ik hoor het gelaten aan, maar toch ben ik hoopvol. Veel invloed op het wedstrijdverloop kan de omkadering niet bieden, maar we beleven de wedstrijd alsof we mee voetballen. Op de dag des oordeels bepalen uitsluitend de spelers, de coaches en de scheidsrechters de uitslag. Na de match ben ik leeg, alsof ik ook op het veld heb gestaan. Biglia mag een kruis over zijn seizoen maken; hij is voor enkele weken geblesseerd. De prestatie is verdienstelijk, vooral ook omdat we door het noodlot niet gespaard gebleven zijn. Wie de opstelling van RSC Anderlecht tegen FC Brugge in het begin van het seizoen had kunnen voorspellen, is een ziener. Marecek en Kljestan in het midden, Veselinovic en Lukaku als spitsenduo, Lecjaks op de linksback, het spelsysteem noodgedwongen omgegooid tijdens de eindspurt, Kouyaté die in een enkele wedstrijd omgevormd wordt tot centrale verdediger om Juhasz te vervangen. De ontgoocheling is groot. Coach Ariël Jacobs staat de media waardig te woord. Hij heeft alle redenen tot klagen, maar hij doet het niet. Groot man. Ik handel de interviews af op automatische piloot. Het scoreloze ge-

zestien jaar. Tussen 13 en 16 uur rolt de bal.” Naast die twee accenten staan er nog een veertigtal traditionele, avontuurlijke en/of nieuwe sporten op het programma. Handbal is de ‘Sport in de kijker’ van Bloso en krijgt dit jaar een prominente plaats op Stadskriebels. “Maar er is ook bijvoorbeeld sepak takraw, een combinatie van voetbal en volleybal, of kickfun, conditiegym op bokszakken. En pole­gym, dat vaak verward wordt met paaldansen, maar dat horen de mensen niet graag. Ook mensen met een handicap kunnen op het volledige parcours terecht, alles is aangepast. En we schakelen buddy’s in om hen te begeleiden.” Naast al dat sportgeweld is er ook plaats voor randactiviteiten: een karikaturist, acrobaten, een clown, grimeurs, een levend standbeeld, een kinderland of de livecoverband Commerwell. Ook niet-sportievelingen kunnen langskomen om iets te drinken en te genieten van de sfeer. Op voorhand betalen deelnemers anderhalve euro, ter plaatse drie. Daarvoor krijgen ze een initiatie van een twintigtal minuten per sport. Ze kunnen stempels verzamelen op een kaartje, waarmee ze achteraf nog een prijs kunnen winnen. “Drieduizend sporters is meer dan genoeg, het mag ook niet overvol zitten,” zegt Arys. “Iedereen moet deftig kunnen sporten. Als blijkt dat de mensen het leuk vonden, dan zijn wij ook blij. Op de vorige edities is het mooie weer altijd van de partij geweest, en hopelijk wordt die traditie op 8 mei voortgezet.” Tim Schoonjans

lijkspel komt heel hard aan. We voelen ons machteloos. Adrie Koster, de trainer van Brugge, is een beminnelijk man. Ik kijk altijd uit naar zijn komst. Een gentleman. Ik lees hem ook graag, Koster praat altijd over voetbal. De man heeft al wat moeten slikken. Vechtpartijen op trainingen, openlijke aanvaringen tussen eigen voetballers tijdens wedstrijden, grondige bestuurswissels. Hij is de eerste die mij ietwat los krijgt van het gebeuren. Hij glimlacht. De berusting doet haar intrede. Ook onze coach ontdooit stilaan. De wedstrijd is nu helemaal achter de rug, het verwerkingsproces kan beginnen. Dankzij de glimlach van Koster. De persbabbel verloopt gemoedelijk. Een journalist vraagt aan Ariël Jacobs of de druk niet te groot is nu Anderlecht echt wel moet winnen in Genk om nog kans op de titel te maken. En Genk moet twee keer thuis winnen om kampioen te worden. Thuis tegen RSCA en Standard. “Tja,” zegt de coach met een glimlach, “als we hier allemaal rekening mee moeten houden, dan moeten we zelfs niet in Genk gaan voetballen.” Een kwinkslag. RSC Anderlecht zit niet in zak en as. Als we Brugge in bedwang kunnen houden met een noodelftal, dan zijn we tot veel in staat. Dat bewijst de club elke keer weer. Koster vraagt naar gewoonte een cola voordat we aan de persconferentie beginnen. Tijdens de perspraat merk ik dat hij een cola light gekregen heeft. “Sorry voor de light,” zeg ik hem. “Nou, dat is dan net als de wedstrijd,” relativeert hij. Nu is de spanning helemaal weg. www.brusselnieuws.be/steegen

© MARC GYSENS

David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

Sporten zonder iets te zien BRUSSEL – DOS Woluwe organiseert op 7 mei zijn tiende torbaltoernooi. Torbal is een teamsport, spe­ciaal ontwikkeld voor mensen met een visue­ le handicap. Spelers zonder zo’n handicap krijgen een blinddoek om. Twee ploegen van drie moeten proberen een bal met een belletje erin in het doel van de tegenstander te krijgen. Een wedstrijd duurt twee keer vijf minuten. Dat lijkt weinig, maar torbal vergt opperste concentratie.

EVERE – De triatlonclub van de Navo houdt op 8 mei zijn achttiende triatlon. Het Ironmanneke is een van de weinige triatlonwedstrijden in de hoofdstad. Om 10 uur duiken kinderen tussen zes en twaalf al in het zwembad. Ze kunnen kiezen tussen twee afstanden: 25 meter zwemmen, drie kilometer fietsen en vierhonderd meter lopen, of vijftig meter lopen, vijf kilometer fietsen en achthonderd meter lopen. Elke deelnemer krijgt een souvenir van zijn deelname. Om 13 uur is het tijd voor de ‘grote jongens’, die in twee reeksen worden onderverdeeld.

Découverte staat voor 250 meter zwemmen, negen kilometer fietsen en drie kilometer lopen; Promo verdubbelt die afstanden. In het zwembad van de Navo wordt begonnen in verschillende ‘golven’. De tijd van elke deelnemer wordt opgenomen en er wordt gewacht totdat iedereen zijn lengtes heeft afgelegd. Daarna gaat iedereen naar zijn fiets voor een rondje door verschillende gemeenten rond Evere. Er wordt meteen overgeschakeld van fietsen op lopen, zonder op de TS tegenstand te wachten. www.binotan.be

© MARC GYSENS

Het Ironmanneke van de Navo

Wie wil kennismaken met deze unieke sport, kan op 7 mei op het tiende torbaltoernooi van DOS Woluwe terecht. Dat vindt dit jaar plaats in het sportcomplex De Bres in Halle, Monseigneur Senciestraat 13, en de toegang is gratis. De eerste bal zal rollen om 10 uur. Ter gelegenheid van de tiende verjaardag is er ook een receptie in de cafetaria van het sportcomplex. TS www.doswoluwe.be


BDW 1278 PAGINA 24 - DONDERDAG 5 MEI 2011

© REINHILDE TERR YN

’ m a a ch li d n zo e g in st e e g e d ‘Gezon jaar geleden. Dus: een al, meer dan tweeduizend De Romeinen zeiden het ook die de meeste van zijn Met een gamefreak of geek sportieve Zazie deze week! ging. Een r Philippe Gilber t achterna games thuis liet en wielrenne ampioenschap. En terugkeerde van het jeugdk schaakfanaat die tevreden e-acrobatie. toeren uithalen in breakdanc tieners uit Zellik die straffe

zaIE

RE

Z

V R IEDE

9

BD W

OO

T 13 J A TO

• R A

DOOR PATRICK JORDENS

Hiernaast: Oscar en zijn mama Reinhilde. Foto’s rechts: met de fietsen op de veerpont het kanaal over, in de buurt van Damme. En Oscar en boezemvriend Axel, na een blitzbezoek aan de Brugse H&M.

NBEEK RIJDEN HUN MOEDER EN ZOON UIT MOLE

EN EIGEN RONDE VAN VL AANDER

! p e o p e d n a a n Sterke wind & pij EN VAN

d Axel fiets! Oscar (12), zijn vrien de t me d, an dz Ca se nd rla n lang Van Brussel tot het Nede s de paasvakantie drie dage en tijd ten za ek be len Mo uit rtelt (13) en mama Reinhilde pijn aan je poep kreeg,” ve el ve zo n va ar da je t da t ch in het zadel. “Nooit geda Oscar lachend aan Zazie. rs dan zo’n lange maar dat is nog iets ande é, Ok ht toc ets fi se edaag t vermoeiend? Oscar, het idee van een dri fietstocht maken. Was he n tee me t he jij g s stond er veel wind, en dan kwam van je moeder. Za O: Dat hing ervan af. Som t lastigste was de pijn zit ten? lde je het wel in je benen. He voe n zie te om , end nn Oscar (O): Ja, ik vond het spa aan de poep! om tussendoor in ook en , ken luk zou s on het of Eerst zijn we wel met jeugdherbergen te slapen. Hoezo? gegaan. Vandaaruit hardste zadel... de trein tot Dendermonde ets waar ik op zat, had het efi rac De O: in g pin etst tot op de cam tweede dag weer hebben we drie dagen gefi inhilde (R): Ja, toen we de Re eer gev On ns. gre landse pten Oscar en Axel allebei Cadzand, net over de Neder r wilden ver trekken, sta vie ten ets fi We gd. ele afg ineens hoorde ik heel luid: 140 kilometer hebben we opgewekt op hun fiets, en Pijn aan de poep, dus à vijf uur per dag. “AA AA AA AAUUUW W!!!” em ik aan? Waw! Je fietst graag, ne ook in het weekend een O: Boh ja, af en toe gaan we kel of zo. Hier in Brussel fietstochtje maken, in Bra park waar mijn papa is het lastiger, maar in het pen met mijn vrienden. vlakbij woont, ga ik vaak jum Jumpen? gen, dat is springen met O: ‘Freestyle’ kan je ook zeg in het park verschillende de BM X-fiets. We hebben t om er met de fiets over hoopjes met aarde gemaak ook om 360 graden te te springen. We oefenen nu rlopig nog niet (glimlacht). draaien, maar dat luk t voo

(lacht). n gedaan? Oei, wat hebben jullie toe nt dat wel. Axel heeft O: Gewoon, na een tijdje we handdoek op zijn zadel eerst nog geprobeerd om een eindelijk meer pijn. te leggen, maar dat deed uit car mijn zeemvel (een R: De laatste dag heb ik Os toen ging het toch beter, koersbroek, PJ) gegeven, en hé zoon? (lacht) mo Hebben jullie onderweg bezocht?

oie stadjes of zo

Brugge (lacht). Mijn O: Nee, behalve de H& M in pet en een zonnebril vriend en ik hebben daar een gekocht. ing, maar het is er niet R: Het was wel mijn bedoel veel met dat fietsen van gekomen. We waren te etsten we ook almaar bezig. Naar het einde toe fi dat de zee dichter en sneller, omdat we voelden dichter kwam. r en sterker! (lacht) O: En de wind werd sterke dzand aank wam? Was je blij toen je in Ca ar drie dagen was wel O: Jaaa!!! Het was leuk, ma lang genoeg.

gamen verbroken Je hebt ook een record in begrepen. Allemaal tijdens die tocht, heb ik op de fiets? e, en ’s avonds speelde O: Nee, ik had mijn iPod me tje een gamefreak ik spellet jes. Ik ben een bee heb ik mijn record eigenlijk. In de jeugdherberg rvoor moet je je Froggy jump verbroken: daa op borden te doen iPod bewegen om een kik ker mijn kik ker de hoogste springen. En ineens heeft sprong tot nu toe gemaak t! voor lezers die ook Tot slot: een gouden tip llen ondernemen? een stevige fietstocht wi ! O: Ja, trek een zeemvel aan uk om in je broek te R: Of koop een goeie biefst je billen krijgt. Zoals steken als je te veel pijn aan en (lacht). de wielrenners vroeger ded


BDW 1278 PAGINA 25 - DONDERDAG 5 MEI 2011

[ SORRY ] SNORRY?

“Schaken is een sport, maar het is toch anders dan de meeste andere sporten. Het gaat om een denksport. Bij schaakcompetitie telt vooral het idee, ik bedoel: het inzicht. Het is eigenlijk een soort wedstrijd met je eigen geest,” vertelt Jules Culot (11) aan Zazie. Drie jaar geleden werd Jules gebeten door de schaakmicrobe. Twee weken terug nam hij deel aan het Belgisch jeugdkampioenschap in Houffalize. Daar werd hij 29ste, op zo’n zestig deelnemers. Proficiat, Jules! Tevreden met de uitslag? Jules (J): Het was precies wat ik had gehoopt. Ik had dit jaar niet zoveel tijd om me goed voor te bereiden. Ik heb te veel werk voor school sinds ik in het eerste jaar secundair zit.

op het internet nieuwe tactieken leren. Op www.chessmagnetschool.com en www.schaakacademie.be kan je oefenen en krijg je wekelijks reactie van een schaakleraar. Hoe is het allemaal begonnen? J: Tot mijn zevende hebben we samen met mijn oma gewoond. Mijn opa Menno, die al dood was voor ik geboren werd, was compleet bezeten van de schaaksport. Mijn familie sprak vaak over hem en over zijn hobby. Dat gaf me zin om het zelf te proberen. Toen mijn vriend Basje zich inschreef in een jeugdschaakschool in Strombeek-Bever, ben ik meegegaan. Ik had de smaak snel te pakken. Waar ik goed in ben, is de ‘opening’, de eerste zet. Die is van groot belang! Daarna heb je nog het middenspel en het eindspel. Voor elk van die onderdelen heb je verschillende tactieken. Wil je iets bijzonders bereiken met het schaken? J: Nee, het is gewoon een leuke hobby. Vroeger ging ik weleens in de Greenwich spelen, een café

© SASKIA VANDERSTICHELE

Hoe bereid je je voor op zo’n schaakkampioenschap? J: Ik zit in een club, de Creb, hier in het centrum van Brussel. Daar ga ik een à twee keer per week een partijtje spelen. Ik heb ook een persoonlijke trainer, maar ik heb dit jaar minder kunnen oefenen dan anders. Wat ik sinds kort vaak doe, is

© SASKIA VANDERSTICHELE

Jules, opa Menno en de schaakmicrobe

waar veel mannen komen schaken. Ooit heb ik er gewonnen tegen een gigantisch groot kampioen! Maar dat was vooral omdat hij zo dronken was. Niet in de krant zetten, hé! (lacht) Zin om ook te leren schaken? Kijk dan eens op www.jeugdschaak.be!

BLIKVANGER

Acro-breakdance...

... is een sport waarbij je acrobatische kunstjes en sprongen combineert met breakdance. Dat kwam Zazie te weten van Keegan (10) en Morgane (12) uit Zellik. Drie keer per week oefenen ze om echte breakdanceacrobaten te worden! Kunnen ze binnenkort even goed ondersteboven ‘vliegen’ als hun trainer Christophe (op de foto)? Wie ook wil proeven van deze of van andere bijzondere sporten, moet nu zondag 8 mei in het hart van Brussel zijn. Daar vindt het jaarlijkse sportfeest Stadskriebels plaats. Het staat allemaal op www.stadskriebels.be.

Idulfania door Brecht Evens


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.