BDW - editie 1272

Page 1

KVS EN COMPAGNIE CECILIA SLAAN U IN DE BOEIEN MET VORST/FOREST En ook: Passa Porta Festival, Bozar night en Henry van de Velde.

24 03 11

AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

© SASKIA VANDERSTICHELE

De boot die maar niet af geraakt SINT-JANS-MOLENBEEK – Bijna acht jaar geleden werd in het kader van het wijkcontract Maritiem beslist dat er een boot zou komen op de middenberm van de Jubelfeestlaan. Een studiebureau tekende de plannen, de federale over-

heidsdienst Mobiliteit en Vervoer zou de constructie in Cortenstaal uitvoeren. Inmiddels is het wijkcontract al vier jaar afgelopen en is de boot nog niet klaar. Volgens Open VLD-schepen Jan Gypers ging alles mis wat maar mis kon

gaan: te laat begonnen, te kleine fundering, problemen met de aannemer. “Rondom was er een mooie laag gebroken schelpjes gelegd. Toen bleek dat er nog een verlichtingskabel in de grond moest. Alles weer open, schelpjes weg en geen budget voor een nieuwe laag.” Nu is het wachten op de duingrassen en andere beplanting. “Ik hoop maar dat ze het HUB plantseizoen niet weer laten voorbijgaan.”

Welzijn > Woonzorgzones in Brussel raken maar niet uit de startblokken

‘Vlaamse rusthuizen zijn nodig’ D

e vzw Home-Info, waar senioren terechtkunnen met al hun klachten en vragen, heeft een goed zicht op vraag en aanbod van de rusthuizen in Brussel. Het meldpunt is resoluut: “De Brusselse senioren zijn nog altijd op zoek naar rusthuizen waar Nederlands wordt gesproken.” In principe kunnen ze terecht in de bicommunautaire (tweetalige) rusthuizen. “Maar vaak is het daar pover gesteld met de Nederlandse taal.” Vlamingen kunnen in hun eigen hoofdstad ook niet genieten van dezelfde kwaliteitsvolle bejaardenzorg als in Vlaanderen, waar volop wordt ingezet op woonzorgcentra die op

één plek een heel palet aan zorg aanbieden. Vlaanderen wou nochtans de Nederlandstalige bejaardenzorg in de hoofdstad stevig uitbouwen. In 2004 nam de Vlaamse regering, met minister Bert Anciaux (SP.A) bevoegd voor Brussel, het voortouw. Anciaux zette geld van het Brusselfonds opzij voor de uitbouw van acht woonzorgzones. Die actie moest een eerste impuls geven; daarna konden de reguliere Vlaamse middelen volgen. Want intussen was ook gebleken dat Vlaanderen heel wat geld ter beschikking heeft voor bejaardenzorg – de zogenaamde Vipa-middelen –, maar dat die door

een gebrek aan initiatief in Brussel niet aangesproken werden. Zeven jaar later blijkt dat er nog altijd geen euro van die Vipa-middelen naar Brusselse bejaardenzorg is gevloeid. Volgens berekeningen van Vlaams minister voor Brussel Pascal Smet (SP.A) liep de hoofdstad hierdoor in 2003-’10 maar liefst veertig miljoen euro aan investeringen mis. Dat staat in schril contrast met de 1,6 miljoen euro die Vlaanderen al geïnvesteerd heeft in de randvoorwaarden om de dynamiek op gang te

brengen, onder meer via de oprichting van een Kenniscentrum Woonzorgzones. Het rendement daarvan is op z’n minst laag te noemen. Er kwam nog geen enkel nieuw rusthuis bij, geen serviceflats en nauwelijks dagverzorgingscentra. Ook de uitbouw van de dienstencentra loopt moeizaam. Volgens VGC-colleglid Brigitte Grouwels (CD&V) zit er wel een en ander in de pijplijn. Als reden voor de beperkte voortgang wordt de complexiteit van de dossiers aangehaald – bouwen in Brussel is altijd moeilijk –, maar er

lijkt ook een tanende politieke interesse bij de Vlaamse overheid voor ouderenzorg in Brussel. En de Vlaamse bejaarden in Brussel? Een deel verhuist naar een bejaardentehuis de Rand, al worden ze daar geconfronteerd met lange wachtlijsten. Een ander deel kiest toch maar voor een Franstalige rusthuisomgeving, “terwijl we weten dat senioren, naarmate ze ouder worden, liever meer hun moedertaal gebruiken,” zegt Home-Info.

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

KNALPRIJZEN BIJ Afspraak op pagina 29

DB26/716690C1

Steven Van Garsse

DB11/716913C1

BRUSSEL – Vlaanderen slaagt er niet in om een Nederlandstalig bejaardenbeleid in de hoofdstad uit te bouwen. “Nochtans is er wel degelijk een tekort aan Vlaamse rusthuizen,” zeggen ze bij Home-Info.

30.

N° 1272 VAN 24 TOT 31 MAART 2011 ¦ WEEK 12: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE


BDW 1272 PAGINA 2 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Uitgelicht > Brussels Airport investeert ondanks juridische onzekerheid

Lage kosten en hoge boetes BRUSSEL – Er komt geen lagekostenterminal op Brussels Airport. In de plaats daarvan investeert het luchthavenbestuur wel 460 miljoen euro in talloze uitbreidingen. Tegelijkertijd blijkt dat de meeste beboete luchtvaartmaatschappijen nog geen bedragen hebben opgehoest. 460 miljoen euro, of maar liefst 440 miljoen meer dan de lagekostenterminal gekost zou hebben: dat bedrag staat in het ontwikkelingsplan 2011-2016 van de luchthaven. Een merkwaardige keuze, want nog niet zo heel lang geleden wilde Brussels Airport de concurrentie aangaan met de succesvolle lowcost-luchthaven Brussels South Charleroi Airport (BSCA), en naast de iets chiquere lijnvluchtpassagier ook differentiëren naar de lowcost-passagier. Niet dat de luchthaven van Zaventem niet mikt op lagekostenmaatschappijen, maar de directie heeft ingezien dat het onmogelijk wordt om BSCA te overtreffen. Daarbij wil Brussels Airport eerder inzetten op

‘kwaliteit’, daar waar Charleroi veeleer staat voor kwantiteit en efficiëntie die niet te veel mag kosten. De komst van een lowcostterminal was ook niet naar de zin van het gros van de ‘normale’ maatschappijen, die het oneerlijk vonden dat lagekostenmaatschappijen minder zouden moeten betalen voor de luchthaven­ infrastructuur.

waartoe Brussels Airlines behoort, blijft Brussels Airport een Europees knooppunt. En een paar jaar geleden koos de Indiase maatschappij Jet Airways nog Brussel als haar Europese knooppunt tussen India en het Amerikaanse continent. Buiten de verre internationale vluchten is er ook een belangrijk aandeel weggelegd voor Europese

met het hoofdgebouw: nu verliest de gemiddelde passagier ongeveer twintig minuten bij een transfer van het hoofdgebouw naar die pier. Naast de uitbreidingen wil Brussels Airport ook af van de leegstaande oorspronkelijke gebouwen uit de jaren 1950. In die gebouwen wil de directie kantoorruimte creëren. Een merkwaardige keuze, gezien

De juridische onzekerheid blijft: 98 luchtvaart­maatschappijen hebben samen 527 boetes verzameld

A-pier verlengd Zaventem blijft natuurlijk de grootste luchthaven van België: in 2010 goed voor achttien miljoen passagiers, maar gebouwd om 28 miljoen passagiers per jaar te ontvangen. Mede dankzij het aandeel van Star Alliance, de luchtvaartalliantie

vluchten. Die zijn geconcentreerd op de A-pier van Brussels Airport. De verlenging van die pier is het belangrijkste project dat tegen 2015 gerea­liseerd moet zijn en waarbij er tot twintig gates bijkomen. Ook wil de directie Pier A beter verbinden

de herhaaldelijk aangetoonde kantoorleegstand in de luchthaven­ regio. Ten slotte komen er dit jaar mogelijk ook nieuwe bagage- en passagiersafhandelaars bij, waarmee Brussels Airport de kwaliteit van zijn

service wil verhogen, en dan zijn er nog de recente werkzaamheden aan de bereikbaarheid van Brucargo, de vrachtafdeling van Brussels Airport.

Niemand wint Een cruciaal punt in de ontwikkeling van de luchthaven blijft de juridische onzekerheid. Zo is er het aanslepende geschil tussen het Brussels Gewest en 98 verschillende luchtvaartmaatschappijen die sinds 2004 tezamen 527 boetes heb­ben verzameld ter waarde van (in totaal) elf miljoen euro. Dat geschil lijkt voorlopig door niemand gewonnen. Enerzijds is er de motivatie van het Europese Hof van Justitie, dat op vraag van de Belgische Raad van State een advies moet geven over de vraag of de Brusselse normen niet in strijd zijn met de Europese richtlijnen. Volgens de advocaat-generaal van het Hof is dat niet zo. Die beslissing is nog niet officieel, maar zal naar alle waarschijnlijkheid wel gevolgd worden. Met andere woor-

OPMERKELIJK

DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS

BRUSSELS GEWEST IN ZEE MET MICROSOFT ETTERBEEK – Het Brussels Gewest investeert mee in het Microsoft Innovation Center (MIC), dat afgelopen dinsdag feestelijk geopend werd. In dat centrum zullen jonge ondernemers en informatici opgeleid worden in cloud computing. Die techniek bestaat uit het aanbieden van diensten als opslagcapaciteit of software via het net. De gebruiker betaalt dus niet meer voor een softwarepakket, maar voor het gebruik van online software. Brussels minister van Economie Benoît Cerexhe (CDH) hoopt dat er dankzij het MIC jaarlijks een tiental start-ups ontstaan die voor werkgelegenheid zorgen. Het MIC is een deel van het nieuwe Cloud & Interopera­ bility Center en vond onderdak in het Microsoft Executive Briefing Center, het vormingsen demonstratiecentrum van de software­g igant aan het HUB Jubelpark. Deze week hield de Stad lenteschoonmaak. Op de kruising van Grotstraat en Paleizenstraat over de Bruggen stut een stevige berg zand een hoekhuis; die mag Hamid laten liggen.

© JO VOETS


WEEKOVERZICHT

BDW 1272 PAGINA 3 - DONDERDAG 24 MAART 2011

© LIEVEN VAN ASSCHE / IMAGEDESK.BE

WOENSDAG 16 MAART POLITIE VERHUIST. De federale politie verlaat haar hoofdkwartier aan het Queteletplein in Sint-Joost-ten-Node en verhuist naar de Kroonlaan in Elsene. Ontslagnemend minister van Binnenlandse Zaken Annemie Turtelboom (Open VLD) had aangedrongen op een versnelde verhuizing om een streep te trekken onder de periodeKoekelberg. Crowne plaza onder de sloophamer. Het hotel Crowne Plaza aan de Wetstraat gaat eind dit jaar dicht. Daarna wordt het gesloopt om plaats te maken voor een kantoorwijk zoals uitgetekend door de Franse architect Christian de Portzamparc. Volgens de eigenaar van het gebouw, Atenor, was een renovatie niet rendabel door de nieuwe stedenbouwkundige richtlijnen voor de Wetstraat. LOWCOSTTERMINAL AFGEVOERD. Brussels Airport kondigt aan dat het de geplande terminal voor lagekostenmaatschappijen afvoert. Wel komt er onder meer een uitbreiding van Pier A. Het gaat om een investering van 460 miljoen euro tot 2016.

DONDERDAG 17 MAART Jet Airways koos in 2007 Brussels Airport als Europese hub. De luchthaven zal het van zulke beslissingen moeten hebben; het idee om zwaar in te zetten op lowcost, wordt wat verlaten.

den: het Brussels Gewest is bevoegd om geluidsnormen af te dwingen en boetes te heffen op inbreuken. Anderzijds is er de realiteit: van de 527 boetes zijn er nog maar 109 betaald, en dit voor een bedrag van nauwelijks 460.000 euro. 211 boetes zijn onbetaald zonder dat de maatschappijen met een beroepsprocedure zijn begonnen, en de totale waarde van die boetes is 3,3 miljoen euro. 92 boetes blijven onbetaald, maar daarover loopt een beroepsprocedure. De waarde van deze boetes is 2,2 miljoen euro. En

van 115 boetes is de status onbepaald, en dit voor een bedrag van vijf miljoen euro. De boetes die al betaald zijn, betreffen dus een zeer klein bedrag, een magere vier procent van het totaalbedrag. Brussels minister van Financiën Jean-Luc Vanraes (Open VLD) wil zich niet vastpinnen op de motivatie van de advocaat-generaal en een definitieve uitspraak afwachten. Hij wijt de juridische moeilijkheid deels aan het feit dat het gros van die maatschappijen geen maatschappelijke zetel in België hebben.

Brussels parlementslid Didier Go­ suin (FDF, oppositie) meent dat de geluidsnormen van het Brussels Gewest – die hij indertijd, als Brussels minister van Leefmilieu, mee uittekende – zijn “geënt op richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie en toegepast worden op ‘beschaafde’ luchthavens zoals Frankfurt, Charles de Gaulle en Schiphol. Het gaat dus niet om fantasietjes, opgelegd door de een of andere milieufreak.”

Christophe Degreef

Loonkloof nader bekeken. Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bruno De Lille (Groen!) wil de loonkloof in het Hoofdstedelijk Gewest nader onderzoeken. In 2008 zou de loonkloof (het verschil tussen het loon van een man en dat van een vrouw) in Brussel 12,9 procent hebben bedragen. Greenpeace veroordeeld. Medewerkers van de milieuorganisatie Greenpeace krijgen een maand voorwaardelijke celstraf en een boete van 1.100 euro omdat ze in 2009 op een zwaar beveiligde Europese top met valse toegangsbewijzen en limousines tot aan het Justus Lipsiusgebouw geraakten. Volgens ngo’s is dit een precedent. Kwart meer inwoners IN tien jaar. Volgens burgemeester Philippe Moureaux (PS) wonen er een kwart meer inwoners in Sint-Jans-Molenbeek dan tien jaar geleden. Er wonen nu 92.000 mensen in de kanaalgemeente. Ruim dertig procent van de bevolking is jonger dan achttien.

VRIJDAG 18 MAART

Toen de deal over het beheer van Flagey werd ondertekend, verscheen er in een Vlaamse krant een foto van Anciaux en mijzelf, waarbij we elkaar bijna in de armen vielen. Maar de kaarten lagen toen helemaal anders. We waren nog geen stap dichter bij een cultureel akkoord.” Fadila Laanan (PS), minister van Cultuur in de Franse Gemeenschap, in een dubbelinterview in De Standaard met haar Vlaamse college Joke Schauvliege (CD&V). Ook vandaag is dat akkoord er niet.

Camera’s in de marollen. In de omgeving van het SintPietersziekenhuis, het OCMW en het Bordetinstituut komen vijftig bewakingscamera’s, meer bewakingspersoneel en betere verlichting. De investering van 300.000 euro moet de toenemende agressie in de wijk tegengaan.

Brussel is 90 procent Franstalig en meer en meer een Arabische stad. Hebben wij er belang bij om dit zieke lichaam, dat anders georiënteerde lichaam, in Vlaanderen te houden?” Oud-journalist Manu Ruys ziet geen heil meer in een Vlaamse inmenging in de hoofdstad (in Doorbraak, het blad van de Vlaamse Volksbeweging).

ASLK-GEBOUW VERKOCHT. BNP Paribas Fortis verkoopt de historische zetel van de vroegere ASLK aan de Wolvengracht aan de vastgoedgroep Allfin. De bank blijft tot eind 2012 in het gebouw. De waarde van het Chambon-complex wordt geschat op 75 miljoen. SNELHEIDSDUIVEL OP BEZINNING. Volgens de onderzoeksrechter moet de jonge bestuurder die in oktober vorig jaar een jong meisje en haar vader doodreed, zich gaan bezinnen bij zijn familie in Marokko. De 23-jarige reed 115 kilometer per uur in de Picardstraat en raakte een kleine personenwagen in de flank. Na de bezinningsperiode moet de man voor de rechter verschijnen.

ZATERDAG 19 MAART 20 KM IN RECORDTEMPO VOL. De website van de 20 km door Brussel wordt na anderhalf uur afgesloten omdat te veel mensen zich online willen aanmelden voor een rugnummer. Er wordt voorrang gegeven aan de rij wachtenden die al ’s ochtends voor de deur van de organisatie staat. Uiteindelijk zijn de dertigduizend nummers in vijf uur uitverkocht. De wedstrijd wordt gelopen op 29 mei.

MAANDAG 21 MAART Taxi-oorlog bijna beslecht. Het Brusselse hof van beroep oordeelt dat Vlaamse taxi’s ritten mogen maken die beginnen en eindigen in het Brusselse gewest. Eerder was het Brusselse taxiconsortium Taxis Verts naar de rechter getrokken om aan te klagen dat Taxis Bleus, een Vlaams/Brussels consortium, in Brussel opereerde.

DINSDAG 22 MAART

HET WOORD

AA

Nee, denk niet aan elektrische huishoudtoestellen of aan een vereniging voor alcoholisten. AA staat voor de kredietbeoordeling die het Brussels Gewest zopas ontving van het ratingbureau Standard & Poor’s. Met de cijfers beoordeelt het bureau de kredietwaardigheid van een overheid. Die kredietwaardigheid is bepalend voor

de voorwaarden waaraan zal kunnen worden geleend op de binnen- en buitenlandse kapitaalmarkt. Brussel behoudt de goede rating van vorig jaar, maar net als toen wordt het toekomstperspectief wel als ‘negatief’ gecatalogiseerd, omdat er nog geen duidelijkheid is over het herfinancieringspakket voor het Gewest. Minister van Begroting Jean-Luc Vanraes (Open VLD) reageert met zijn naar eigen zeggen traditionele beeldspraak: “Brussel is de motor van het land, maar er mag weleens meebetaald worden aan het onderhoud ervan.”

LE SOIR IN HET NEDERLANDS. De Brusselse krant Le Soir brengt in Vlaanderen een deel van de krant uit in het Nederlands. De vijf eerste pagina’s leggen aan Vlamingen de missie van de krant uit.

Samengesteld door Christophe Degreef

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


BDW 1272 PAGINA 4 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Samenleving > Allochtone jongeren over ‘les Flamands’

De ene Vlaming is de andere niet SCHAARBEEK – Wat is een Vlaming? Die ogenschijnlijk simpele vraag is het onderwerp van een tweedelige radioreportage, gemaakt door jongeren in de sociale woonwijk Marbotin. De antwoorden zijn opzienbarend. Welkom bij Les Boromites.

L

es Boromites, dat zijn Dounia, Anas, Yassin, Oth, Ilias, Leila, Pelligron, Bilal, Nadia, Wist en Yousra. Deze zeven jongens en vier meisjes tussen veertien en achttien zitten sinds september elke woensdag samen met twee animatoren van de Franstalige vzw Gsara om een radioreportage te maken voor de zender Kif. Ze leren er opnameapparatuur te gebruiken, de straat op te gaan voor een microtrottoir, ze leren monteren en live radiomaken. En ze moeten op zoek gaan naar goede onderwerpen. “Tijdens zo’n discussie,” vertelt Gsaraanimator Hervé Brindel, “viel het woord flamand. We dachten: misschien moeten we daar iets mee doen.” Na vijf weken voorbereiding gingen ze de straat op, en zopas zijn de twee radioreportages uitgezonden. Ze staan sindsdien ook online. Les Boromites wonen in de sociale woonwijk Marbotin aan de Haachtsesteenweg in Schaarbeek. Ja, er is het mooie rode bakstenen woongebouw dat pas gerenoveerd is, maar er is ook het troosteloze jarenzestigwoonblok. En in de cité wonen al gauw een kleine duizend mensen op een kluit, meestal nog van allochtone origine. Veel jongeren, ook. Makkelijk samenleven is het er zeker niet. In een lokaaltje van het aftandse sixties-gebouw kunnen de jongeren sinds een jaar radiomaken. Ze kunnen er even weg uit de dagelijkse sleur, ze kunnen er nieuwe vaardigheden leren, hun talenten aanscherpen. In dat lokaaltje boksten Les Boromites, samen met de animatoren, een reportage in elkaar over een op het eerste gezicht misschien wel controversieel onderwerp: ‘Wat is een Vlaming?’ “Controversieel? Niets controver­ sieels aan,” zegt een van de jongeren. “We laten gewoon horen wat er leeft op straat. Staat het de luisteraar niet aan, dan zapt hij maar weg.”

Tartes et tartines Het is een merkwaardige vaststelling. Over hoe Vlamingen over Wa-

len denken en vice versa, bestaan tal van studies. Onlangs werd er nog een gepubliceerd onder leiding van Mark Elchardus (VUB). Over hoe Vlamingen aankijken tegen allochtonen, bestaat ook heel wat academisch materiaal. Maar wat ‘flamand’ betekent voor de Brusselse jongere op straat, daarover is al heel wat minder bekend. Of toch? Wie door Brussel wandelt – of beter nog: fietst –, krijgt weleens ‘Flamand’ naar het hoofd geslingerd door het jonge Brusselse volkje, zonder dat er ook maar één woord Nederlands is gevallen. Hoe wéten ze het? Bedoelen ze er iets mee? Dat vraagt men zich dan weleens af. Helemaal onbekend is het fenomeen dus niet. En toch. De Vlaming die de Kif-reportage beluistert, staat even in zijn blootje. De Vlaming is voor de jonge allochtoon in de eerste betekenis une victime, een slachtoffer, of beter nog: de seut, de zwakkeling. Het is iemand die je voor je kar kunt spannen, bijvoorbeeld op school. Je kunt er geld van aftroggelen – hij is genereus én naïef. En als dat niet lukt? Dan is er nog het afpersen, zoals een van de jongeren het nogal plastisch vertelt: “Een Vlaming? Dat is iemand die altijd het onderspit delft. Quand ils passent dans le quartier, on les rackette. We geven die af en toe een paar meppen om de oren (‘des tartes’ in het Frans). En in de refter een paar boterhammen (‘des tartines’) (gelach).” De jongeren hebben het niet over taal. Dat speelt nauwelijks een rol. Het gaat niet over Nederlandstalige Brusselaars. Het gaat ook niet over een volksgemeenschap. Een Flamand kan in hun ogen net zo goed een Franstalige Brusselaar zijn. Als hij maar studieux is, ijverig  op school. Al haal je ze er in Brussel zo uit, vinden Les Boromites. Bijvoorbeeld om vestimentaire redenen. “Een Vlaming? Die heeft zijn broek tot aan zijn kruis hangen, je ziet zijn slip, hij draagt All Stars, heeft een pet achterstevoren op en een enorme koptelefoon. En hij wandelt ráár.” Je kunt ze zien in het skatepark aan de Kapel-

lekerk. De Vlaming, een skater. Natuurlijk zijn dit vooroordelen en clichés op een hoopje. Dat weten de jongeren ook wel. Tijdens hun stage kregen ze een snelcursus rap. En daarvoor schreven ze teksten. Ze weten goed dat ondanks alle verschillen iedereen eigenlijk gelijk is, zo blijkt uit de raps. Dat een maatschappij niet kan worden gebouwd op intolerantie. Ze hebben ook begrepen dat Vlaming-zijn verschillende betekenissen heeft. Wat nog het meeste opvalt in de reportage, is dat het Vlaming-zijn door allochtonen wordt geasso­ cieerd met sociale status. Met rijkdom. Een Vlaming is geslaagd in het leven. “C’est quelqu’un qui fait les choses bien.” Het levert de merk-

woord laten. Ivo is het Dansaerttype ten voeten uit. Een echte Flamand, ook Nederlandstalig in dit geval, hoewel dat aan zijn Frans nauwelijks te horen valt. En hij loopt, zoals het een Dansaertvlaming betaamt, niet hoog op met zijn Nederlandstalige roots. Groepsidentiteit kan hem gestolen worden, vertelt hij de jongeren. “Groepsgeest is dom. Het wijst op een gebrek aan zelfvertrouwen.” De allochtone jongeren geven hem impliciet gelijk. Voor hen biedt de groep zekerheid, maar meer nog: vrijheid. Dat hebben ze nu niet, omdat ze onder het juk van hun ouders leven. Ivo beseft ook goed in wat voor bevoorrechte situatie hij zit. “Ik ben een Belg met een Vlaamse identi-

Een Vlaming is niet iemand die Nederlands spreekt, maar iemand voor wie rijkdom voor het grijpen ligt waardige uitdrukking devenir un Flamand op, wat zoveel wil zeggen als: opklimmen op de sociale ladder, geïntegreerd geraken, of zelfs geassimileerd. De Vlaming is niet iemand die Nederlands spreekt, maar iemand voor wie de rijkdom voor het grijpen ligt. Hij knipt met zijn vinger, en daar is de spelconsole. “Terwijl wij ons moeten afbeulen,” zegt een meisje. Een interessante vraag dringt zich dan op: willen de allochtone jongeren dan Vlaming worden? Sommigen wel. En hier klinkt bewondering. De Vlaming is gedisciplineerd, is op school overal mee in orde. Hij heeft zijn zaakjes goed voor elkaar. Eten doet hij in het gezin op vaste uren, “terwijl wij eten wanneer we honger hebben.” Hij heeft altijd een vieruurtje mee, is in orde met zijn busabonnement en met de pennenzak. Wie Vlaming wordt, zo merken de jongeren, die gaat zich kleden als de Vlamingen. Anderen willen liever xorotos blijven, de geïmmigreerde Marokkaan. Al beseffen ze goed dat ze zo tussen twee stoelen vallen: ze zijn Vlaming noch Marokkaan. Les Boromites brengen ook een boeiend debat op gang als ze Ivo aan het

teitskaart. Ik woon in het stadscentrum. Ik ben branché, heb een designbril. Mijn leven is gemakkelijk. Maar ik wil autonoom zijn, los van elke groepsidentiteit. Al weet ik ook dat het, als het leven makkelijk is, makkelijker is om de groep vaarwel te zeggen en op eigen benen te staan.” En zoals dat vaker met vooroordelen gaat: ze bevatten vaak een grond van waarheid, maar ook een plethora aan misvattingen. Zo denken de allochtone jongeren dat Ivo, onze Flamand de service, naar Céline Dion luistert. “No way,” zegt hij, “nog geen drie seconden!” Waarna een rapmuziekje even de interviews onderbreekt.

Boertjes en flamingo’s De jongeren zijn ook Tamimount Essaïdi, de Schaarbeekse schepen van Integratie, gaan interviewen. Zij kent heel goed de vele betekenissen van het woord flamand. “Het is een sierlijke vogel (een flamingo is un flamant rose, SVG), maar ook iemand uit Vlaanderen, of nog: een Nederlandstalige Brusselaar. En ik heb gehoord dat Vlaming in de wijken ook betekent: ‘een geassimileerde’.

Iemand die van elders komt en op grondige wijze het gedrag kopieert van de mensen van het gastland.” Essaïdi weet ook dat het tot misverstanden kan leiden: “Mijn zoon vertelde me eens dat hij erg van mij hield, maar dat hij zich schaamde om samen met mij over straat te lopen... omdat ik er zo Vlaams uitzie (lacht).” Essaïdi ziet ook wel het gevaar van die semantische verschuivingen en de begripsverwarring waartoe die kunnen leiden. Bovendien: te veel identiteit kan schadelijk zijn voor de sociale samenhang. “Als de ene groep de andere begint uit te sluiten, waar eindigen we dan?” vraagt Es­saïdi zich af. Niettemin: “Het Vlaams is een cultuur en een identiteit. Daar mag ook respect voor bestaan.” De grote vraag die rest, is: hoe ontstaat die begripsverwarring? Saïd, een Marokkaanse straathoekwerker die al lang in Brussel woont, weet te vertellen dat een gewone Belg, zelfs een Franstalige, door hen al lang Flamand werd genoemd. De jongeren kregen ook Arm Wallonië te zien, de televisiereportage van Pascal Verbeken over Vlamingen die in de negentinde eeuw in Wallonië gingen wonen. En hoe moeilijk ze het hadden om hun identiteit te handhaven. Les Boromites kregen van andere getuigen op straat dan weer te horen hoe de aristocratie en de burgerij in Brussel neerkeken op ‘les paysans flamands’, en hoe de Franstaligen zich vandaag ook wel schamen om het uitsluitgedrag tijdens de donkere jaren dat het FDF in Brussel de plak zwaaide. “Ze hadden niet eens recht op eigen onderwijs,” weet een geïnterviewd dametje. Het is voer voor academici, maar waar­schijnlijk is de begripsverschui­ ving in Brussel van ‘Vlaming’ onder het FDF-tijdperk, over ‘Vlaming’ door de ogen van de eerste generatie Marokkanen, tot ‘Vlaming’ bij de jonge gasten van nu te zien als één continuüm. Een continuüm van arm naar rijk, waarbij taal maar een bijkomstige rol speelt. Steven Van Garsse

De reportages van Les Boromites zijn te beluisteren op www.myspace.com/lesboromites


BDW 1272 PAGINA 5 - DONDERDAG 24 MAART 2011

LE FLAMAND Le Flamand veut gerer la capitale Pour l’immigration ça c’est fatal Or que le mélange des cultures est une richesse On veut une Belgique unie Et non qui s’éparpille Je suis né ici Pourtant on me traite d’étranger, d’immigré Je suis toujours malmené Car même là-bas mes origines sont reniées Au fond peu importe le terme Flamand, Marocain ou immigré Ce qui compte c’est la tolérance et non la différence Toi que je traite de Flamand Je te le dis inconsciemment Dans le fond, on l’est tout simplement Honnêtement chez nous Flamand rime à Justin Bieber Mèche de côté, taille basse au lieu de mettre des Nike Air Nous on n’a pas ce qu’on veut Comme vous, comme on veut L’échec nous poursuit Pourtant réussir est notre vœu On se contente de ce qu’on a Alors que toi tu l’as en claquant des doigts Pour l’instant c’est comme ça Mais un jour ça changera Oké oké Le Flamand a grandi Il a quitté son nid Pour aller droit vers ses amis Pour que lui aussi puisse inventer une vie Maintenant chaque matin il fume des joints, traîne à Marbotin, se croit plus malin Mais en vérité il ne sert à rien

© EVA HILHORST

Hey Man in onze generatie De kleine gebruikt flamand als een uitscheld Maar de Marokkanen lopen altijd uit hun vel We zeggen altijd dat de Flamands slachtoffer zijn Ikke, Marokkaan, ik heb, ik heb niets gedaan Ik spreek tegen een flamand En ze lopen altijd weg van me Er is geen verschil tussen ik en hij Ik kijk me in de spiegel en ik zie geen verschil Ikke Marokkaan uit de hoge bergen Wat je ook zegt het zal je nergens brengen man


BDW 1272 PAGINA 6 - DONDERDAG 24 MAART 2011

© JAIME KOWAL

De Iraans-Zweedse onderzoeker Daniel Ahadi: “Immigranten worden niet als last beschouwd, maar als volwaardige burgers die bijdragen tot de Canadese economie.” (Inzet: Welcome Centre Vancouver)

Wereld > Hoe het Canadese Vancouver omspringt met immigratie en diversiteit

Alle hens aan dek om economie te doen bloeien VANCOUVER – Sinds kort bekleedt Brussel een plaats in de top 15 van de steden met de beste leefkwaliteit. Daar wedijvert het met steden als de Canadese metropool Vancouver. Wat hebben beide steden met elkaar gemeen? En wat kan Brussel van Vancouver leren? BDW ging op onderzoek naar de Canadese westkust.

Z

owel Brussel als Vancouver kenmerkt zich door een  uitgesproken multicultureel karakter. Meer dan veertig procent van de inwoners van Vancouver zijn niet van Canadese afkomst en hebben het Engels noch het Frans als moedertaal. Ter vergelijking: uit een studie uit 2001 bleek dat meer dan een derde van de Brusselaars in het buitenland geboren was. Volgens de onderzoekers van de Mercer Quality of Living-studie hebben Brussel en Vancouver nog meer gemeen. De studie van het gerenommeerde bureau Mercer rangschikt wereldsteden volgens hun aantrekkelijkheid voor expats. Zowel Brussel als Vancouver blijkt behoorlijk goed te scoren op het gebied van economie, mobiliteit, huisvesting, gezondheidszorg, veiligheid en nabijheid van de natuur. Hoe valt dat te rijmen met het beeld van de

Belgische hoofdstad als vervuild, dichtgeslibd door files, met haar verpauperde en onveilige wijken, ontoereikend openbaar vervoer en te hoge huizenprijzen? En hoe pakt Vancouver deze problemen aan?

Gelijke kansen De leefkwaliteit in Vancouver ligt benijdenswaardig hoog in vergelijking met Brussel. De stad wordt omschreven als een plek waar het gezond en aangenaam wonen is en waar een mens zijn dromen kan waarmaken. Hoe komt het dat het er zo goed leven is? En welke aspecten zijn voor de inwoners doorslaggevend voor de leefkwaliteit van hun stad? Om daarop een antwoord te vinden, voerde het stadsbestuur een rondvraag onder de bewoners uit. Zij roemden vooral de goede infrastructuur, de toegankelijkheid van

de diensten en de natuur (Vancouver wordt omzoomd door de Stille Oceaan en door bergen). Maar ook het feit dat iedereen er gelijke kansen krijgt en het rijke culturele aanbod waren belangrijke factoren voor de Vancouverianen. “Het multiculturele en kosmopolitische karakter maakt integraal deel uit van de hoge leefkwaliteit van onze stad,” beaamt de Canadese senatrice Yonah Martin. Martin is van Koreaanse afkomst, maar woont al meer dan veertig jaar in Vancouver. Na een loopbaan als leerkracht Engels werd ze verkozen tot senator. Ze richtte onder meer de Koreaans-Canadese vereniging  op, die zich bekommert om Ko­ reaanse nieuwkomers. “Ik heb  enorm veel kansen gekregen. Elke immigrant moet die kansen zo  goed mogelijk benutten en iets terugdoen voor de samenleving.”

Het succes van de immigranten is voor een groot deel te verklaren uit het Canadese beleid, dat bepaalt dat alle culturen gelijk behandeld moeten worden. Nieuwe immigranten wordt ongeëvenaarde kansen geboden in vergelijking met de rest van de wereld. Een voorbeeld is het positieve-discriminatiebeleid. Daardoor konden de ‘zichtbare minderheden’, zoals de Aziaten, Afrikanen, Arabieren en de Iraniërs, een plek in de Canadese samenleving veroveren en tot de welvaart ervan bijdragen. Vandaag is Vancouver een internationaal financieel centrum en vormt het een belangrijke haven voor de handel met Azië over de Stille Oceaan. De immigratiegolven leidden tot een kleurrijke mix. Vooral de Chinese gemeenschap – aangevuld met immigranten uit andere delen van Azië – bepaalt het aangezicht van Vancouver. Talloze inwijkelingen uit Hongkong, de Filipijnen, Japan en Korea vonden er een toevlucht. Hoewel de verschillende bevolkingsgroepen niet in afzonderlijke wijken wonen, hebben sommige

delen van Vancouver toch een bijzonder karakter. Zo vormt de wijk Chinatown het centrum van Aziatische speciaalzaken en restaurants. De buitenwijk Richmond kan zich bogen op het hoogste percentage aan immigranten in heel Canada (zo’n zestig procent), en veel van de opschriften zijn er in Aziatische talen. Tegelijkertijd is Richmond een van de welvarendste gemeenten van Canada, met een bevolking van overwegend middenklassers en hogere inkomens. De inwoners van Richmond hebben de hoogste levensverwachting van Canada en het is de veiligste gemeente in BritsColumbia.

Hogere klassen De Iraans-Zweedse Daniel Ahadi werkt aan de Simon Fraser University. Hij doet er onderzoek naar de Iraanse gemeenschappen van Stockholm en Vancouver. Volgens hem ligt het grote verschil tussen beide steden in het feit dat immigranten in Canada niet als een ‘last’ beschouwd worden, maar als volwaardige burgers die bijdragen tot de Canadese economie. “Uiteraard betekent dat niet dat er geen discriminatie en racisme zijn,” benadrukt Ahadi. “Maar wat de positie van minderheden betreft, is Canada lichtjaren vooruit op Europa. Opvallend is dat veel Canadese migranten tot de middenklasse of zelfs tot de hogere klasse behoren, anders dan in Europa.” Op de Canadese arbeidsmarkt  zijn er zowel laagopgeleide migranten (poetspersoneel, keukenhulpen, kinderoppas) te vinden als hoogopgeleide werkkrachten, bijvoorbeeld in de informatietechnologie, geneeskunde, financiële


BDW 1272 PAGINA 7 - DONDERDAG 24 MAART 2011

wereld, boekhouding, spitstechnologie, bouw of het ingenieurswezen. Sophia is van Filipijnse herkomst en veroverde dankzij een mentoraat een baan bij een van de meest prestigieuze banken van het land, HSBC Canada, vroeger The Hongkong Bank of Canada. “Na mijn aankomst in Canada kreeg ik een mentor, Karyn. Zij maakte me wegwijs in de Canadese samenleving en vertelde me over een e-learning-opleiding bij het CFA (organisatie van erkende financiële analisten, red.). Ik werkte toen als bejaardenverzorgster. Na drie jaar studeren behaalde ik mijn certificaat en kon ik aan de slag bij de HSBC Bank.” Haar vriendin Susan neemt bin-

Richmond: het hoogste percentage immigranten van Canada, maar ook een van de welvarendste gemeenten, met de hoogste levensverwachting

nenkort deel aan een Speed Mentoring-bijeenkomst in Vancouver. Het is een formule waarbij nieuwe Canadezen in korte tijd kennismaken met zoveel mogelijk potentiële werkgevers, een beetje vergelijkbaar met speeddaten. “Ik volg nu een opleiding tot human resources-specia­ liste en wil in contact komen met grote Canadese bedrijven die geïnteresseerd zijn in werknemers met een niet-Canadese achtergrond.” Elk jaar komen zo’n 250.000 nieuwe immigranten naar Canada. Omdat het geboortecijfer laag ligt, zijn de nieuwelingen onmisbaar om de bloeiende economie draaiende te houden. Niettemin heeft Vancouver, net als Brussel, te kampen met een reeks uitdagingen, stelt onderzoeker Ahadi vast. De bevolkingsaangroei in Vancouver was de voorbije 25 jaar de grootste in heel Canada (het merendeel veroorzaakt door de immigratie). De huisprijzen stegen, en de kloof tussen de rijkere gesettelde immigranten en de arme nieuwkomers groeide. Om de leefkwaliteit te behouden werden er miljoenen geïnvesteerd in huisvesting, het onderwijs, de verbetering van het openbaar vervoer en de uitbreiding van fietspaden. De Filipijnse Sophia is blij dat ze is kunnen opklimmen in de Canadese samenleving. “Sommige van mijn vriendinnen moeten als kinderoppas of poetshulp werken en vaak verschillende baantjes combineren om rond te komen. Dankzij mijn werk als financieel analiste heb ik geen financiële zorgen meer en kan ik me nu zelf een poetshulp veroorloven.” Heidi Verdonck

P-PRAAT Nooit gedacht dat Philippe Moureaux, PSburgemeester van Sint-Jans-Molenbeek, voor een vijfde ambtstermijn zou gaan, zoals hij deze week aankondigde. Nooit. Wij maar denken dat de man in alle rust zou voortwerken aan zijn tweede boek, L’illusion d’une démission. Françoise Dupuis vervult haar rol als parlementsvoorzitster met verve. En zij maakt zich af en toe kwaad. Op minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V) bijvoorbeeld, die niet komt opdagen om een antwoord te geven op een interpellatie. Maar doet u geen moeite om het te gaan opzoeken bij de parlementaire verslagen, want het staat er niet tussen. In het parlement maken mensen zich nooit kwaad, immers. Behalve als ze Walter Vandenbossche heten en deuren van parlementsvoorzitters dichtslaan. Op de plaat van minister-president Charles Picqué (PS), die weleens wil blij-ven han-gen, staat sinds kort een nieuw liedje: het Grote Moraallied. Om minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere (CD&V) de les te lezen wanneer die zich niet op de goede manier uitlaat over Brussel, en hem er dan maar van te beschuldigen een kleine Alliot-Marie te zijn, naar de Franse minister die banden had met de voormalige Tunesische dictator. Maar dat Moraallied, dat ha-pert nu ook wanneer een gemeentewerker uit Molenbeek met PS-signatuur klappen uitdeelt aan een journalist die bericht over maltoestanden. Volgens de geviseerde Khalil Zeguendi, hoofdredacteur van Le Maroxellois, heeft een man genaamd Mustafa Zoufri een organisatie helpen oprichten met de voormalige nummer twee van de Libische ambassade in Brussel (onlangs ook revolutionair geworden), bedoeld om geld uit Libië te legaliseren via schimmige organisaties. En wat zegt de plaat nu? Krak... krak... krrrr. Met dank aan parlemento.com.

CHIEN ÉCRASÉ KONINGSSTRAAT – Wist u dat de redactie van Le Soir boven een parfumwinkel ligt? Niet dat dit enige waarde heeft in deze rubriek, maar we hebben een inleiding nodig. STEENOKKERZEEL – Want het is toch schoon hé, dat die krant vijf pagina’s afdrukt in het Nederlands, en dit alleen om die noorderlingen diets te maken dat Le Soir niets tegen hen heeft, wel integendeel. Uniquement disponible en Flandre zelfs, mocht u als Brusselaar Le Soir van afgelopen dinsdag niet in handen hebben gekregen. Woont u in Vlaanderen, dan hebt u ongetwijfeld de historische woorden van Béatrice Delvaux gelezen. Historische woorden, jazeker. In Steenokkerzeel gaat de lokale N-VA-afdeling niet weten wat er gebeurt. ZWEVEGEM – “Volgens Bart De Wever is Le Soir dus zelfs niet goed genoeg als toiletpapier. (...) Je mag Le Soir echt niet reduceren tot dát (...). Als we een discussiemotent voeren met delen van de Vlaamse publieke opinie, laat dat dan zijn op basis van een goede kennis van de realiteit.” Een discussiemotent? BRUSSEL – Jazeker, de Brusselse vertaalcomputer is eraan te pas gekomen. ELSENE – Gelukkig heeft de krant van boven de parfumwinkel Bart De Wever niet afgekort tot BDW, zoals zo vaak in Vlaanderen. Want dan zou de krant die gelegen is boven een trendy café met veel te hoge prijzen, zich nogal geviseerd voelen. En weet één ding: wij waren eerst.

ADVERTENTIE


BDW 1272 PAGINA 8 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Veiligheid > Veiligheidskorps tevreden, politie en cipiers niet

Dreiging iets minder acuut, maar... V

orig jaar maakte deze krant gewag van een bedreigend, maar volgens een belang­ rijke interne bron zeer reëel scena­ rio dat zich kon voltrekken wanneer het Brusselse Veiligheidskorps (VK) zou staken. Hun werknemers vallen onder de federale overheidsdienst (FOD) Justitie en zijn ambtenaren, waardoor zij bij een staking niet verplicht zijn tot een minimumbe­ zetting. En het VK durfde weleens te staken. De wet regelt in dezen dat de lokale politie dan hun taken – ge­ vangenen in het Justitiepaleis bege­ leiden – overneemt. Maar de lokale politie was dat beu en kon die taak ook niet meer naar behoren uitvoe­ ren, door een ernstig personeelste­ kort. De politie dreigde daarop ook met een staking, waardoor de veilig­ heid binnen het Justitiepaleis in het gedrang zou kunnen komen, en mo­ gelijkerwijs ook de veiligheid in de politiezone. En, als toetje: ook het gevangenispersoneel – dat een met dat van het VK vergelijkbaar statuut

heeft – wilde staken, waardoor de chaos compleet zou zijn. Navraag bij de bron leert dat boven­ staand probleem nog altijd theo­ retisch mogelijk is, maar dat de drang om te staken bij het VK al­ vast kleiner is. “Er zijn vijftig perso­ nen bijgekomen het afgelopen jaar, waardoor de werkdruk afgenomen is.” Ook is er een structurele verande­ ring doorgevoerd: op het Belgische grondgebied worden de VK’s nu op provinciaal niveau georganiseerd, daar waar dat vorig jaar nog op het niveau van de lokale politiezone was. Alleen in Brussel is de situatie ongewijzigd. “Brussel is een groot korps, honderdtwintig mensen, die alleen bezig zijn met het Justitiepa­ leis. In de provincies zijn de teams veel kleiner en kunnen er bijvoor­ beeld tussen korpsen mensen uitge­ wisseld worden wanneer de veilig­ heid dit vereist. Maar in Brussel is dat niet aan de orde, dus hier is een provinciale structuur niet nodig.”

© BART DEWAELE / IMAGEDESK.BE

BRUSSEL – Er zijn het afgelopen jaar vijftig mensen bij het Brusselse veiligheidskorps bijgekomen. Daarmee is het grootste deel van de problemen bij dat justitiële korps opgelost. Maar bij de politie blijft het ongenoegen groot, net als bij het gevangenispersoneel.

Als het Veiligheidskorps staakt, moet de lokale politie zijn taken overnemen.

Overigens blijven er bij de lokale po­ litie wel frustraties bestaan. In het jongste nummer van het ledenblad van de liberale vakbond voor open­ baar ambt VSOA staat dat de politie

wordt er gedreigd met een staking als het gevangenispersoneel op­ nieuw zou staken. Het probleem is dus nog niet ten gronde opgelost. Christophe Degreef

het beu is dat zij bij de vele (wilde) stakingen van het gevangenisper­ soneel nog altijd te weinig agenten ter vervanging heeft, en dat het niet haar corebusiness is. In het nummer

Onderwijs > Onenigheid SP.A en Groen! over capaciteitsuitbreiding

Bekvechten over scholenbouw

In de VGC werd gediscussieerd over de klacht van de Franse Gemeen­ schap bij het Grondwettelijk Hof over de Vlaamse voorrangsregels. En passant ging het ook over de ca­ paciteitsuitbreiding van het Brus­ selse onderwijs. SP.A en Groen! zitten daarbij nog al­ tijd op een totaal andere golflengte. Groen! (in de meerderheid in Brus­ sel, in de oppositie in Vlaanderen) pleit voor massale scholenbouw; SP.A (in de meerderheid in Vlaande­ ren, in de oppositie in Brussel) tem­ poriseert. Elke Van den Brandt (Groen!): “Als de Vlaamse Gemeenschap het hui­ dige marktaandeel van achttien procent in het Brusselse onderwijs wil behouden, dan moeten er drie­

duizend plaatsen bijkomen tegen 2015. Met wat er nu aan plannen op tafel ligt, komen we daar maar met moeite aan. Wij vinden dat we dertig procent marktaandeel voor ogen moeten houden, een norm die Vlaanderen ook voor andere beleidsdomeinen in zijn hoofdstad hanteert. Waarom zou die dan voor onderwijs niet gelden?” Groen! vindt het hoog tijd dat  Vlaanderen zijn verantwoordelijk­ heid neemt. “Ja inderdaad, Pascal Smet (SP.A) als minister van On­ derwijs, maar net zo goed de hele Vlaamse regering,” zegt Van den Brandt. En ze doet meteen een op­ merkelijk voorstel: het kantoorge­ bouw van oud-politiebaas Fernand Koekelberg, aan het Queteletplein in Sint-Joost-ten-Node, ombouwen tot een school. Raadslid Jef Van Damme (SP.A) vindt dat iedereen zijn koelbloedig­ heid moet bewaren. “De Vlaamse Gemeenschap bouwt geen scholen. Het initiatief ligt bij de inrichtende machten. Vlaanderen heeft trou­

© MARC GYSENS

BRUSSEL – De standpunten van SP.A en Groen! over de uitbreiding van het Brusselse onderwijs liggen nog altijd mijlenver uit elkaar. Dat is gebleken in de raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC).

De kantoren van voormalig politiebaas Fernand Koekelberg in SintJoost staan binnenkort leeg. “Maak er een school van,” zegt Groen!

wens nog nooit een ingediend pro­ ject geweigerd.” Van Damme vraagt zich ook af of Groen! de volle draag­ wijdte begrijpt van het pleidooi om de dertigprocentnorm te hanteren. “Dan moeten er vijftig scholen wor­

den bijgebouwd. In één keer.” Het SP.A-raadslid herhaalt wat de partij ook al in het verleden heeft gezegd: scholen bijbouwen is nodig, daar waar nodig, maar beter wel met behoud van een voldoende grote

kritische massa Nederlandstaligen in de klas. SP.A schuift één derde naar voren. Die kritische massa is in heel wat gemeenten in Brussel nu al niet haalbaar. Met nog meer scholen  zal de Nederlandstalige aanwezig­ heid allemaal maar verder uitdun­ nen. Groen! is het daar niet mee eens. Er is volgens hen geen enkele studie die aantoont dat er genoeg Nederlands­ taligen in de klas moeten zitten om pedagogisch te kunnen functione­ ren. “Ook met een honderd procent anderstalige klas kunnen leerkrach­ ten aan de slag. En de kwaliteit hoeft er niet onder te lijden,” stelt Van den Brandt, die erop wijst dat socia­ le achterstelling – en niet taal – de bron is van schoolachterstand. Voor Groen!, dat zopas een onder­ wijscongres achter de rug heeft, dringen zich naast capaciteitsuit­ breiding twee maatregelen op: klei­ nere kleuterklassen en meertalig onderwijs. Dat heeft een prijs, geeft Van den Brandt toe. “Geld is mis­ schien de ware reden van de koud­ watervrees van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap om te investe­ ren in het Brusselse onderwijs. Ten onrechte. Elke euro die Vlaanderen in het onderwijs stopt, krijgt het later dubbel en dik terug. Daarover zijn alle economen het eens.”

Steven Van Garsse


BDW 1272 PAGINA 9 - DONDERDAG 24 MAART 2011

HUB maakt plaats voor brede school

Gewest besteedt controle uit

Dat antwoordde Brussels minister van Financiën Jean-Luc Vanraes (Open VLD) op een interpellatie van parlementslid Ahmed Mouhssin (Ecolo) in de commissie Financiën. Wanneer een islamitische geloofs­ gemeenschap een subsidie wil krijgen voor een tekort op haar be­ groting (wat dankzij een Brusselse ordonnantie uit 2006 mogelijk is), dan passeert die begroting eerst langs de MEB ter controle, ook al is dit niet in de ordonnantie ingeschre­ ven. “Hierbij dient wel vermeld te worden dat er vorig jaar geen enkele islamitische geloofsgemeenschap een tegemoetkoming heeft aange­ vraagd,” verduidelijkt Vanraes. Waarom zou een eventueel tekort eerst langs de MEB gaan alvorens

© CHRISTOPHE DEGREEF

BRUSSEL – De Moslimexecutieve van België (MEB) controleert vrijwillig de begrotingen van de erkende islamitische gemeenschappen in Brussel. Nochtans kadert dat niet in de wet.

Van de ongeveer 170 moskeeën in Brussel zijn er veertien erkend.

het Brussels Gewest bijspringt? Volgens Vanraes gebeurt dat bij elke geloofsgemeenschap omdat de Brusselse regering, in tegenstelling tot de officiële vertegenwoordiging van de religie, niet in de mogelijk­ heid verkeert om begrotingen voor

de uitoefening van de eredienst te wijzigen. De Brusselse regering laat eventuele tekorten van een geloofs­ gemeenschap dus nakijken door de officiële (nationale) vertegenwoordi­ ger van die religie omdat ze niet kan controleren of een bepaalde uitgave

wenselijk is. “Begrotingen uitwer­ ken en opstellen is een complexe materie, en dan kan de executieve expertise ter beschikking stellen die moskeeën vaak ontberen,” meent Vanraes. De liberaal geeft toe dat die werkwijze niet op de ordonnan­ tie steunt, en dat de regelgeving in de toekomst aangepast zal worden. Overigens is er één imam in Brussel die een huisvestingspremie van het Gewest ontvangt. Het gaat om de imam van de Badr-moskee in Mo­ lenbeek. Dat antwoordde ministerpresident Charles Picqué (PS) twee maanden geleden op een interpella­ tie van Paul De Ridder (N-VA). Volgens Picqué waren er in januari acht erkende islamitische geloofs­ gemeenschappen in Brussel. Deze maand zijn er nog eens zes bijgeko­ men. Sinds 2007 zijn er 29 aanvra­ gen geweest om erkend te worden. De meeste Brusselse moskeeën lei­ den echter een schimmig bestaan: er zouden er om en bij de 170 zijn. CD

© SASKIA VANDERSTICHELE

Financiën > Islamitische gemeenschappen rekenen op Moslimexecutieve

BRUSSEL – De lerarenopleidin­ gen van de Hogeschool-Univer­ siteit Brussel (HUB) verhuizen binnenkort van Nieuwland, bij het Zuidstation, naar de campus Stormstraat. De HUB, die haar opleidingen zoveel mogelijk in het centrum wil onderbrengen, sluit de campus eind juni definitief. Dan kan in de Nieuwland-gebouwen de brede school van start gaan, een gezamenlijk project van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscom­ missie. Er zullen verschillende functies samenkomen: lagere school, buitengewoon secundair onderwijs, crèche, consultatie­ bureau, opvoedingsondersteu­ ning, buitenschoolse opvang en HUB muziekschool.

ADVERTENTIE

diversiteit DIVERSITEIT diversiteit diversiteit diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit DIVERSITEIT  diversiteit diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit DIVERSITEIT diversiteit  diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit diversiteit diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit diversiteit diversiteit diversiteit diversiteit diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit  diversiteit diversiteit diversiteit DIVERSITEIT diversiteit DIVERSITEITSCIRCUIT

EXTRA INFORMATIE

Wie in Brussel werkt of woont, weet wat diversiteit is. Dagelijks kom je in contact met andere manieren van denken, leven en doen. Dat is absoluut verrijkend. Al kan het ook moeilijk zijn om daar mee om te gaan en staan wrijvingen een goede samenwerking soms in de weg.

• De workshops staan los van elkaar, je kan ze dus ook afzonderlijk bijwonen.

Om je kritisch denken te bevorderen en beter te leren omgaan met alle facetten van diversiteit, bieden we jullie een diversiteitscircuit aan. Dit circuit bestaat uit 2 workshops en een afsluitende ‘Happy Ours’*.

Datum

Locatie

Activiteit

30 maart 2011 Onthaal: 12u30 - 13u00 Workshop: 13u00 - 16u00

GC De Maalbeek Oudergemselaan 90 1040 Etterbeek

Intercultureel onderhandelen

6 april 2011 Onthaal: 12u30 - 13u00 Workshop: 13u00 - 16u00

GC De Maalbeek Oudergemselaan 90 1040 Etterbeek

Conflicthantering

12 mei 2011 16u00 - 19u00

Citizenne Steenkoolkaai 9 1000 Brussel

Terugkomdag tijdens de Happy Ours*

• Dit diversiteitscircuit wordt begeleid door Erika Rau, Sigrid Vandeput en Steve Van Roy van Citizenne. Meer info over Citizenne vind je op www.citizenne.be. • De deelname per workshop bedraagt €2,50 (broodje inbegrepen). • Vooraf inschrijven is nodig bij het Centrum Morele Dienstverlening Jette, Jetse laan 362, 1090 Jette. cmd.jette@uvv.be - 02 513 16 33.

Met steun van Instelling Morele Dienstverlening Brussel


BDW REGIO

BDW 1272 PAGINA 10 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Deze week in Scheutveld > Op stap met landschapskeizer Jef De Gryse

‘Kikkers zijn de krekels van het Noorden’

Jef De Gryse: “Frank Lloyd Wright inspireerde me voor deze fifties-bank.”

© SASKIA VANDERSTICHELE

ANDERLECHT – Vijftig jaar oud is de betonbank op het speelterrein van Scheutveld. De ontwerper, landschapsarchitect Jef De Gryse, zit er nog altijd graag op. “Het hele groenplan van het Gewest is gebaseerd op dat van Anderlecht,” glundert de éminence grise van het stadsgroen, op stap van Scheutveld naar Henri Reysquare.

‘N

a 25 jaar moet een park altijd aangepast worden aan de veranderde samenleving.” Jef De Gryse (1936) durft het zonder schroom te bekennen temidden van zijn vijftig jaar oude ontwerp Scheutveld, tussen de Prins van Luiklaan en de Grote Ringlaan. “Ik hoef het niet zelf te doen, maar iemand met oog voor de nieuwe gebruikers moet hier een en ander herschikken.” Zopas werd hij ereburger van Anderlecht, maar de oud-voorzitter van de Belgische vereniging van tuin-  en landschapsarchitecten, stichtervoor­zitter van het Landscape Institute, en ook professor, voordrachthouder, lid en (oud-)voorzitter van talloze Europese instellingen blijft begaan met het stadsgroen. Als een luistergrage kleuter volgen we hem door Scheutveld, een open grasveld dat in de vorm van een langbenige driehoek riante villa’s en trieste woonblokken verzoent. “Toen ik mijn carrière in de invloeds-

sfeer van Expo 58 begon, trok ik naar Frankrijk en Amsterdam,” vertelt De Gryse. “Toen ik terugkwam, vroeg de burgemeester me of ik ‘wat groen’ kon tekenen op Scheutveld, waar speculatiegronden verkocht werden. Zo ging dat toen, zonder openbare aanbesteding. Ik zag het heel zuiver en ecologisch. Met alleen inheemse begroeiing, zoals ze in Nederland al deden. Scheutveld was een terminuspark, net als het Astridpark, dat vroeger ook aan het stadseinde lag. Mensen reden er met de tram naartoe, om er ’s zondags mooi opgekleed te wandelen. Van aan Scheutveld loop je kilometers door het groen, voorbij Moortebeek en waar tram 81 nu eindigt, nog zo’n groene eindhalte. En verder over de Ring bereik je ons structuurplan Pedevallei, waar ik de eerste vijver heb aangelegd in 1962.” Afgelijnd met (nu oude) bomen langs de Commandant Vander Meerenlaan en de overliggende Félix Paulsenlaan nodigt het ruime grasveld

Scheutveld uit tot voetballen, rennen en spelen. Enkele bejaarden, soms met een hondje aan de leiband, genieten van de lentezon op een cirkelvormig muurtje. “Je ziet hen nu zitten, met de voeten in de binnencirkel. Een grote bank zorgt

symbool van Brussel, laten planten. Zo konden kinderen er niet in vallen. Al het water van de clairière, de open grasvlakte, liep naar de vijver. Ik bracht kikkerdril mee uit Opheylissem, waar ik ook met een groenproject bezig was. Het duurde niet lang of die kikkers zaten enkele verdiepingen hoog in de flatgebouwen (lacht). De bewoners namen ze mee in aquariums. Op het gekwaak kwam ook snel reactie van een  naburige villabewoner, waardoor

“Of alles een functie heeft? Ooit zag ik een kind vastgebonden aan de paal van deze betonbank, en daaromheen liepen de indiaantjes” voor een gemeenschapsgevoel, wat past bij een van de parkfuncties: gemeenschappelijke recreatie, naast actieve recreatie – sport en spel – en passieve – rusten of kinderen in het oog houden,” doceert De Gryse. “Vroeger zat men andersom op het muurtje, omdat het oorspronkelijk een vijver omsloot. De ondiepe rand had ik vol riet en gele irissen, het

de vijver na drie jaar werd drooggelegd. Ik vond dat heel jammer. In het Reigersdaal in WatermaalBosvoorde kwamen de kikkers ook terug, anderhalf jaar nadat we de Watermaalbeek met twee kilometer aan oevers boven de rioolbuis (van de oorspronkelijke beek) aangelegd hadden. Een dame diende een klacht in bij de politie om het gekwaak. Ik

ging onderhandelen en overtuigde haar, zeggende dat de kikkers in het Noorden zijn wat de cicades of boomkrekels in het Zuiden zijn. Nu de kikkers er zijn, komen ook de reigers terug.”

Eentalige Brel We nemen een foto. “Frank Lloyd Wright inspireerde me voor deze fifties-bank, in de massa gekleurd: wit voor het horizontale, zwart voor de verticale elementen. Of alles een functie heeft in een ontwerp? Ja. Ik zag ooit een kind vastgebonden aan de paal, en daaromheen spelende indiaantjes. Mijn grote zandbak is weggehaald, door dezelfde buur die niet kon slapen van de kikkers. Ik had er twee lege karkassen van Amerikaanse sleeën ingezet, waar kinderen in konden stoeien. Iemand had er zijn broek aan gescheurd...” We wandelen Scheutveld uit tot aan de Prins van Luiklaan, waar een onlangs heraangelegde oversteekrotonde geen indruk maakt. “Ik wou hier een mirador voor kinderen, en enkele reuzegrote aarden kruiken die verwijzen naar het feit dat hier vijfhonderd jaar geleden kleiaarde werd gehaald om potten te bakken. We zitten hier op de oude potaardeberg, een van de drie overblijvende verwijzingen in Brussel naar de oude gletsjers die van Denemarken tot Brussel reikten, samen met Keienveld in Elsene en het Kattenbosje aan het Park van Laken. Met veel moeite haalde men de kleiaarde weg, en er zaten ook golfstenen in, die met de gletsjer meekwamen. Naar die stenen verwijzen de afgeronde keien die ik wat verder in het park heb laten leggen. Her­aangelegde natuur mag verwijzen naar de geschiedenis. Zeker in Anderlecht, waar burgemeester Jef Bracops groen, groen en nog eens groen wou. Mensen noemden hem dan ook Jef den Hovenier.” “Frederick Law Olmsted (grondlegger Amerikaanse landschapsarchitectuur en ontwerper Central Park in New York, red.) heeft met zijn lineaire park Emerald Necklace in Boston het smalle groenstructuurplan ontwikkeld. Anderlecht heeft dat in de jaren 1960 nagebootst. En de groenstructuur van Anderlecht is later het voorbeeld geworden voor heel het Brusselse gewest.” Nog verder komen we bij de nieuwe Henri Reysquare. Hier zijn vele plantsoen- en pleinfuncties op een voorschoot verenigd. “Dit nieuwe plein brengt de geschiedenis tot leven. Op het arduin staan liedjes van Jacques Brel, die hier vlakbij woonde en de passerende tram 33 bezong. We mochten geen Nederlandse vertalingen toevoegen van dochter France. En de Nederlandstalige panelen met geschiedkundige uitleg, ook over tram 33, zijn gestolen. Toch is het basisdoel van het plein geslaagd. Stoelen bij tafeltjes zorgen voor passieve recreatie, enkele veerpaardjes voor actieve recreatie. En er is vooral ook veel gemeenschappelijke recreatie: de buurt komt er en deelt het gevoel: ‘Hier woon ik en ontmoet ik wie ik ken, of herken.’”

Jean-Marie Binst


BDW 1272 PAGINA 11 - DONDERDAG 24 MAART 2011

* : Van 15/3 tot 9/4 vernieuwt De Slaapadviseur de toonzaalmatrassen van Auping, Beka, Lattoflex, VI-Spring en Tempur testkussens. Voor elk van deze matrassen en kussens komt er telkens één nieuw exemplaar in de plaats. Er vlug bij zijn is hier dus de boodschap! Verder zijn er nog vele ‘eindereeks’ modellen in onze toonzalen te vinden. Vraag ernaar bij uw volgende bezoek!

Vorst > Globaal parkeerplan voor de hele gemeente

750 nieuwe parkeermeters Er komen flink wat parkeerplaatsen tegen betaling bij. In een eerste fase worden de rode zones in het centrum en in de Wielemans Ceuppens­l aan uitgebreid. Tegen eind dit jaar komt er een parkeerplan voor het hele grondgebied, dat een jaar later definitief van kracht wordt. Vorst wil met het reglement vooral de automobilisten die tot over de gemeentegrenzen (waar wel al een parkeerplan geldt) een gratis plekje zoeken, een halt toeroepen. Op dit moment zijn er in Vorst drie parkeerzones waar betaald moet worden. De eerste (rode) zone begint ter hoogte van het gemeentehuis en loopt over het Sint-Denijsplein en de Vanpéstraat tot het begin van de Neerstalsesteenweg. De tweede bestrijkt een groot deel van de Wielemans Ceuppens­ laan (groen); de derde is het Hoogte Hon-

ADVERTENTIE

www.deslaapadviseur.be

derdplein (groen). Vanaf juni worden die eerste twee zones uitgebreid. Zo zouden er al 405 betaalde parkeerplaatsen bijkomen. Het is de bedoeling om tegen eind dit jaar een parkeerplan uit te werken voor de hele gemeente. Betaald parkeren op heel het grondgebied is een unicum in Brussel. “Met Vorst Nationaal zitten we in een uitzonderlijke situatie,” zegt schepen van Openbare Werken Annie Richard (Ecolo). “Met een globale betaalde parkeerzone willen we vermijden dat concertgangers hun auto in de woonbuurten parkeren. Dat kan alleen door de groene zone te veralgemenen.” “We gaan onder andere kijken naar de regeling die op poten is gezet voor de wedstrijd­ avonden van Anderlecht. De elektronische parkeermeters bieden het voordeel dat je een flexibel reglement kunt invoeren.” Bruno Schols

) f 15/3 a n a v (

n!* e s s a r lmat a a z n ’n too z t w u vernie

slaapadvies op maat Sint-Jans-Molenbeek > Nieuwe zaal voor kinderen met handicap

TERNAT

Beschut sporten bij Sippelberg

Assesteenweg 24, T 02/569.82.99

LINKEBEEK Alsembergsestwg 37, T 02/331.23.32

BRUSSEL © MATTHIAS VANHEERENTALS

Elsenestwg 113-115, T 02/511.46.58

OPEN van Dinsdag tot Zaterdag : 10:00 - 18:30 ADVERTENTIE

Bakkerij • Slagerij • Groenvoorziening Bakkerij • Slagerij•• Hotel-Restaurant Hotel-Restaurant • Groenvoorziening

Kijk- en proefdag Zondag 27 maart van 13 tot 18u Op zoek naar een goede school en een opleiding met toekomst? Kom kennis maken met Elishout, secundair onderwijs

SCHOOL VOOR VOEDING SECUNDAIR ONDERWIJS

De spelertjes van FC Jong Molenbeek zijn blij met hun nieuwe zaal.

Bij het Sippelbergstadion aan de Mahatma Gandhilaan kwam een nieuwe sportzaal waar kinderen met een motorische handicap kunnen sporten. “In de sportzaal krijgen kinderen training om hun motoriek, coördinatie en concentratie te verbeteren,” zegt Nathalie Tis van de Molenbeekse sportdienst. “Met bijvoorbeeld klimmen en balsporten kunnen ze hun motoriek verbeteren.” Said Benali van FC Jong Molenbeek is tevreden. “Bepaalde kinderen kunnen zeker nog wat individuele training gebruiken.  Het voordeel van deze kleine zaal is dat  ze hier heel geconcentreerd kunnen oefenen, in kleine groepjes.” Raf Wyns van de jongerenwerking van Foyer is ook enthou­ siast. “Hier komen we zeker en vast met onze kinderen sporten. Zeker bij slecht weer is het goed dat we in een overdekte ruimte terechtkunnen.” Ook Ronald Ceulemans, de oudste preventiemedewerker van Mo-

lenbeek, ziet voordelen. “Dit sportcentrum geeft ook aan sociaal, fysiek of mentaal gehandicapte kinderen de kans om te sporten. Dit gebouw is meer dan symbolisch voor Molenbeek. Het geeft kinderen die iets zwakker zijn, meer dan ooit ontwikkelingskansen.” Op het dak van de sportzaal staan zonnepanelen die de douches van de kleedkamers verwarmen. Het hele gebouw heeft 1,7 miljoen gekost: zestig procent daarvan werd betaald door de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, veertig procent komt van de Franse gemeenschapscommissie Cocof. Het Sippelbergstadion zelf ondergaat binnenkort ook een grondige renovatie. Er zijn al tribunes vernieuwd, en er komen er ook nieuwe bij. Voorts krijgen de atletiekpiste en de kleedkamers een opknapbeurt. Tot slot komt er een cafetaria met uitzicht op het stadion. De werkzaamheden gaan dit najaar van start. Matthias Vanheerentals

Slepvreinndg

springlevend

Emile Gryzonlaan 1 1070 Brussel 02 526 76 00 www.elishout.be


BDW 1272 PAGINA 12 - DONDERDAG 24 MAART 2011

BDW REGIO

© SCOUTS KRUISBOOG-HADEWIJCH

Jette > Renovatie Mercierplein gaat van start

Onrust over tractiestation De renovatie van het Kardinaal Mercierplein door Beliris is deze week begonnen. Het aangekondigde tractiestation, voor de elektriciteit van de treinen, zorgt voor commotie in de buurt.

Afgelopen zomer gingen de scouts van Kruisboog-Hadewijch op kamp in het Naamse Graide.

Sint-Lambrechts-Woluwe > Vijftig jaar scouts Kruisboog-Hadewijch

De vrolijke nazaten van de Siamese tweeling van Woluwe Leden, oud-leden en sympathisanten vieren op 26 maart vijftig jaar Kruisboog-Hadewijch. Geen groep schutters, maar scouts en gidsen.

TELEXREGIO

Met om en bij de honderd leden is K-H een van de grootste scoutsgroepen van Brussel en een pijler van het verenigingsleven in Woluwe. De naam roept natuurlijk vragen op: de middeleeuwse mystica Hadewijch wordt niet dadelijk geassocieerd met een kruisboog. Maar er zit wel degelijk logica achter. In 1960 zag, in boven-Sint-Lambrechts-Woluwe, de Sint-Andreashorde het licht. Een jaar later werd, in neder-Sint-Lambrechts, de Sint-Sebastiaanhorde boven de doopvont gehouden. Allebei waren het jeugdbewegingen voor welpen, acht- tot elfjarigen. De twee oprichters waren vrienden; ze werden in de wandeling ‘de Siamese tweeling’ genoemd en ze fuseerden hun horden. De welpen bleven geen jonkies, en de eenheidsgroep had er dus jongverkenners (11 tot 14 jaar) en verkenners (14 tot 18 jaar) bij. Om het geheel compleet te maken, sloot

de gidsengroep Hadewijch, de meisjesscouts, zich in 1977 bij hen aan. Andreas leverde het kruis, Sebas­t iaan de boog. Sint-Andreas is vooral bekend om de vorm van het kruis waarop hij als martelaar stierf: een maalteken. Het andreaskruis komt voor op heel wat vlaggen, ook op de oorlogsvlag-ter-zee van België. Maar huidig leider Stijn Van Raemdonck wijst erop dat de x ‘de politieke deelname van een taalkundige minderheid in het bestuur’ symboliseert. Concreet betekent dit dat de voorzitter van een raad van bestuur en zijn ondervoorzitter niet tot dezelfde taalgroep mogen behoren. Die finesses zal de meeste deelnemers aan het groepsfeest op 26 maart vast ontgaan. In het Angelusinstituut aan de Roodebeeksesteenweg is er om 15 uur een show. Activiteiten, een trofeeënuitreiking en filmpjes staan ook op het programma. En natuurlijk wordt er afgesloten met een kampvuur. Lieven Bulckaert www.kruisboog-hadewijch.be

Vergeet het hondenpoepzakje niet ANDERLECHT – In Anderlecht binden ze de strijd aan tegen hondenpoep. Elke maand neemt de gemeente een zone onder handen, en dat een jaar lang. Met een informatie- en bewustmakingscampagne wil ze eerst hondeneigenaars eraan herinneren dat ze een poepzakje moeten meenemen als ze hun viervoeter uitlaten. De baasjes zullen affiches,

folders en hondenpoepzakjes in de bus krijgen. Wie zich daarna op heterdaad laat betrappen, mag een administratieve boete van veertig euro verwachten. Het Rad kwam vorige week als eerste wijk aan de beurt: schepen Monique Cassart (LB-MR) deelde er samen met Anderlecht-mascotte Andy folders en BS hondenpoepzakjes uit.

NIEUWE wedstrijd voor TUINSCHRIJVERS ELSENE – Komende herfst wordt voor het eerst de tweejaarlijkse Landschapsliteratuurprijs uitgereikt. De tuinerfgoedvereniging Bibliothèque René Pechère riep in het Pechère-jaar 2008 een tweejaarlijkse tuinboekenprijs in het leven, de Prix du Livre Francophone sur l’Art des Jardins. In 2008

won Michel Baridon met L’eau dans les jardins (uitg. Mardaga); twee jaar later gingen geldprijs en trofee naar Pascal Cribier met Itinéraires d’un jardinier. Omdat de Pechère-bibliotheek in Brussel is gevestigd, werd aangedrongen op (en ook werk gemaakt JMB van) een Nederlandstalige pendant.

ADVERTENTIE

Eco Driving - Nederlandstalige instructeur - De beste kwaliteit voor uw geld

20h praktijk 12h theorie Rogierlaan 103 1030 Schaarbeek GSM: +32 (0) 489 187 868

auto-ecolecontactplus.be

€920,00

De eerste van drie fasen in de renovatie, die twee maanden duurt, is de uitbreiding van het sta­ tionsparkeerterrein aan de Dupréstraat. Die wordt vergroot van honderd naar 185 plaatsen, ter compensatie van de vermindering van de parkeerruimte op het plein zelf. Na de renovatie zullen de alternatieven voor de auto meer benadrukt worden. Op het plein komt er, behalve een tram- en bushalte, ook een Villo!-station. Bovendien maakt Infrabel van de gelegenheid gebruik om het treinstation alvast klaar te maken voor het Gewestelijk Expresnet of GEN. Daarom wordt er een nieuw tractiestation met transformatoren gebouwd, nodig om de elektriciteit voor de treinen te leveren. Aanvankelijk zou dat tractiestation aan de Dupréstraat komen, maar het wijkcomité Dupré & Co verzette zich. De gemeente Jette vroeg daarop aan Infrabel om een nieuwe plek te zoeken. “Ons werd verteld dat het tractiestation verder, onder de brug tegen het kerkhof, zou komen,” zegt buurtbewoonster Katelijne Van Praet. Begin dit jaar zag ze op de plannen die bij de milieu- en steden­bouwkundi­ ge vergunningsaanvraag ge­­voegd

waren, dat het onderstation toch dichter bij de kerk en de tuinen van de Léon Théodorstraat en de Dupréstraat zal komen. De ligging was wel beter dan op het eerste plan, maar in de ogen van de buurtbewoners nog steeds ongeschikt. “Langs de spoorlijn liggen zoveel stukken braakland en weiland waar zoiets zou kunnen. Of waarom niet aan het Poelbos, dat is toch beter dan midden in een woonzone?” Van Praet vreest geluidsoverlast en de mogelijke kwalijke gevolgen van de elektromagnetische stralingen. “Er zijn studies waaruit blijkt dat die leiden tot meer gevallen van leukemie bij kinderen. Maar er is geen wetgeving.” Tijdens de overlegcommissie vorige maand vroeg de buurt of er geen alternatieven gezocht konden worden, maar op die vraag kwam geen bevredigend antwoord. De commissie heeft inmiddels een gunstig advies gegeven voor de vergunningen, die door het Gewest uitgereikt worden. “We hebben het tractiestation al een keer doen verplaatsen,” zegt schepen van Stedenbouw Paul Leroy (LBJ). “We doen dus inspanningen. Bovendien hebben we geen wettelijke grond om de bouw van zo’n station op die plek te verbieden. Maar Infrabel zal wel de exploitatievoorwaarden moeten respecteren. Die worden opgelegd door Leefmilieu Brussel.” Bettina Hubo

Sint-Lambrechts-Woluwe > Onder Ons speelt

‘Amateurtoneel is een microbe’ Misjel Beyns is voorzitter van Onder Ons en regisseert met de regelmaat van een klok theaterproducties. Een microbe, noemt hij het onomwonden, “en je raakt ze niet meer kwijt.” De kleine helft van de Onder Ons-acteurs zijn verwanten; de clan-Beyns is een begrip in het verenigingsleven. Op 1, 2 en 3 april brengt Onder Ons de thriller Valstrik voor een man alleen van Robert Thomas. “Onder Ons specialiseert zich in kwaliteitsvol amateurtoneel,” vertelt Beyns. “Aan onderbroekenlol doen wij niet.” Onder Ons werd in 1921 boven de doopvont gehouden en is daarmee een van de oudste toneelkringen van Brussel, zegt Beyns. Als hij herinnerd wordt aan het bestaan van de rederijkerskamers, antwoordt hij gevat: “Deze historische instellingen hebben een eerder beperkte speelactiviteit. Onder Ons brengt elk jaar een lente- én een winterproductie. De enige onderbreking was de

Tweede Wereldoorlog; de inhoud van de kassa werd toen aangewend om de naar Duitsland gedeporteerden bij te staan.” De toneelkring wil een breed publiek aanspreken en speelt vaak volkse komedies, “maar geen dijenkletsers.” De afgelopen jaren werden enkele stukken in het Brussels gebracht. “Iedereen die zin heeft om eens op de planken te staan, kan erbij,” vertelt Beyns in Vlam, het huisblad van Op-Weule. “Maar we hebben ook mensen achter de schermen nodig: decorbouwers, technici, programmaverkopers, barpersoneel, pistoletsmeerders en... bestuursLB leden.” Valstrik voor een man alleen op 1 en 2 april om 20 uur en op 3 april om 14.30 uur in Op-Weule, Sint-Lambertusstraat 91. Kaartjes kosten 7,20 euro (cultuurwaardebon welkom). Meer bij Op-Weule, 02-775.92.00 of Misjel Beyns, 0494-56.71.59


BDW 1272 PAGINA 13 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Welkom bij TV Marol! Bienvenue à TV Marol!

Het alledaagse, het ordinaire, het banale. Handelingen die we zo vaak zien, gebeurtenissen die we als ‘gewoon’ beschouwen. Wassen, koken, slapen, bidden, kussen, eten,… Niemand die ernaar omkijkt, geen haan die ernaar kraait. Maar dat is buiten Vincen Beeckman gerekend. De fotograaf en sociaal-cultureel medewerker van Recyclart doet er alles aan om het ‘alledaagse’ in de kijker zetten. Samen met de buurtbewoners trok Beeckman op pad om een reportage te maken over het leven in en  om de wijk. “We wilden de wijk in al haar facetten laten zien, maar het moest luchtig blijven,” vertelt Beeckman. “Daarom staken we een televisieshow in elkaar waarin de bewoners hun verborgen talenten naar boven haalden. Sommige mensen besloten te zingen, ande­

© FRÉDÉRIC ROLLAND

In samenwerking met het kunstencentrum Recyclart stak Vincen Beeckman de handen uit de mouwen voor een tweetalige televisieshow over de Marollen. TV Marol neemt u in twee voorstellingen mee naar het hart van de wijk en haar bewoners.

borgen talenten. Ze moeten enkel tot uiting kunnen komen. Dat duwtje in de rug geef ik graag.” Beeckman is met dit project overigens niet aan zijn proefstuk. De fotograaf zorgde eerder al voor interactieve fotoprojecten waarin de bewoners zelf foto’s namen van hun leven in de Marollen. Beeckmans ideeën over fotografie verschillen dan ook ietwat van die van de doorsnee fotograaf. “Iedereen is fotograaf! Zelf studeerde ik journalistiek, maar ik ontdekte al snel de kracht van beelden. Een opleiding is volgens mij niet noodzakelijk om een goede fotograaf te zijn. Door de mensen zelf te laten fotograferen, krijg je dingen te zien die anders verborgen blijven en leg je talenten bloot die nooit tot uiting zouden komen,” besluit Beeckman. Rhea Moonen

Pey en Mey, wereldberoemd ter hoogte van de Blaesstraat, praten TV Marol aan elkaar.

ren wilden het nieuws lezen. Sommige bewoners kookten, an­ deren toonden een nog onbekende, maar mooie plek in de wijk.  Alles wat de media door-

gaans niet haalt, wilde ik erin.” Afwisselend in het Nederlands en het Frans worden de beelden aan elkaar gepraat door Pey en Mey, twee presentatoren die volgens ADVERTENTIE

Recyclart ‘wereldberoemd zijn in de wijk en ver daarbuiten’. Voor TV Marol schuimde Beeckman de wijk af, op zoek naar boeiende mensen. “Iedereen heeft ver-

De eerste TV Marol gaat ‘on air’ op zaterdag 26 maart om 14 uur, bij Recyclart aan het station Kapellekerk. De tweede aflevering volgt op zaterdag 26 april. De toegang is gratis. Meer op www.recyclart.be

BDW REGIO

Brussel > Recyclart geeft Marolliens eigen televisieshow


BDW 1272 PAGINA 14 - DONDERDAG 24 MAART 2011

patiënten (de Nederlandstalige, de Franstalige én de andere) moeten kiezen, ook de gemengde gezinnen, de gezinnen van buitenlandse oorsprong die nog geen binding met een autochtone gemeenschap hebben kunnen opbouwen? Zullen ze kiezen voor de meest biedende, of voor het meest voor de hand liggende aanbod? Hoe en op welke basis moeten de artsen kiezen? Zullen zij hun gemeenschap of hun patiënten volgen? Hoe zullen ze een keuze moeten uitleggen aan hun patiënten? Ook aan die patiënten die voor een andere gemeenschap gekozen hebben? Hoe zullen de artsen en de gezondheidswerkers het overzicht tussen de twee gemeenschappen kunnen verwerven?

Expertise overboord

Dr. Milan Roex: “Kan Vlaanderen wel een volledig gezondheidsaanbod in Brussel overwegen? Krijgen we het hele plaatje gevuld?”

© PHILIP REYNAERS / PHOTO NEWS

Zorg > Moeten kiezen voor deze of gene gemeenschap is slecht idee

De Brusselaar wikt, de Brusselaar beschikt BRUSSEL – Dokter Milan Roex legt uit wat zijn bezwaren, als Brusselse burger en als arts, zijn bij het idee om de Brusselaar te dwingen zich te ‘bekennen’ tot een van beide gemeenschappen. Een slechte zaak, vindt hij, voor patiënten, zorgverleners én voor de overheid. “Als de Vlaamse Gemeenschap tekortschiet in haar aanbod, dan wordt ze daar zeker op afgerekend.”

In deze tijden van staatshervorming worden vele ballonnetjes opgelaten met ideeën die oplossingen aanbrengen voor de communautaire problemen. Een van die ideeën is de Brusselaars te laten kiezen voor een gemeenschap; die keuze zou dan tot gevolg hebben dat je een beroep doet op de diensten van de gekozen gemeenschap. Eenmaal die keuze gemaakt, ben je verplicht een beroep te doen op de structuren die de gekozen gemeenschap ter beschikking stelt. Als Brusselaar en als huisarts in Brussel heb ik ernstige bezwaren tegen een dergelijke oplossing.

Dr. Milan Roex.

gezondheidszorg, voor onderwijs, voor cultuur. Als burger vrees ik vooral voor de ongelijkheid tussen de inwoners zal toenemen, zelfs binnen de gezinnen: er zijn nu eenmaal cultureel gemengde gezinnen, nieuw samengestelde gezinnen; de zovele Brusselaars van buitenlandse oorsprong

hebben lang niet altijd de keuze voor deze of gene gemeenschap gemaakt en zullen zo’n keuze in het beste geval enkel op toevallige basis maken, anderen krijgen ze opgedrongen. Ook als huisarts heb ik duidelijke bezwaren tegen een ‘binnenlandse nationaliteitskeuze’. Hoe en op welke basis zullen onze

© BART DEWAELE

BDWOPINIE

Allereerst heb ik bezwaren als burger: ik meende altijd dat in Brussel zowel de Nederlandstalige gemeenschap en de Franse gemeenschap actief konden zijn en dat ze hun diensten aan de Brusselaars kunnen aanbieden, welke taalaanhorigheid ze ook hebben. Dit strookt volledig met het gelijkheidsbeginsel dat de onderhandelaars destijds in onze Grondwet ingeschreven hebben; zij gaven ook het Grondwettelijk Hof de opdracht om deze (en andere) vrijheden en verworvenheden te bewaken door ze te toetsen aan de uitgevaardigde wetten en decreten. De gemeenschappen bieden hun diensten aan in het Brussels Gewest en de Brusselaar wikt en weegt, en kiest. Zo gaat dit voor alle persoonsgebonden materies, ook voor de

“Wat met taalgemengde gezinnen, of met buitenlanders die nog geen band met een autochtone gemeenschap konden opbouwen?”

Allengs is er in Brussel een hele expertise opgebouwd in de interculturele en multilinguïstische benadering van patiënten en cliënten, en ik meen oprecht dat men nog meer kan doen op dit vlak. Is het de bedoeling dat ook die expertise verloren gaat? Wij menen dat Brussel voor beide gemeenschappen een laboratorium is waar deze expertise te gelde gemaakt kan worden. Tegelijk moet men zich afvragen of Vlaanderen een ernstig aanbod wel kan overwegen in Brussel: zullen we de mankracht vinden om het hele plaatje te vullen? We stellen vast dat de Nederlandstalige medewerkers in Brussel er vaak niet wonen en dat het steeds moeilijker wordt om administratieve krachten, verplegenden en artsen naar Brussel te lokken. Als de Vlaamse Gemeenschap tekortschiet in haar aanbod, dan wordt ze daarop zeker afgerekend. De evaluatie van een dienstverlening gebeurt nu eenmaal meestal door de hiaten in een organisatie vast te stellen. Ik wil hier met een positieve noot besluiten: er is in de Brusselse gezondheidszorg voldoende expertise, mankracht en wil om mee te werken aan de uitbouw van communautaire en co-communautaire diensten voor de Brusselaar. Het blijft een uitdaging om die aan te passen aan de huidige én de toekomstige noden van de almaar evoluerende Brusselse bevolking. En net op dat gebied kan Vlaanderen heel wat betekenen voor alle Brusselaars. De bestaande expertise naar waarde schatten kan ons leiden tot het ontginnen van nieuwe paden die – soms veel meer dan reglementen en regelingen – een aantrekkingskracht kunnen uitoefenen op alle Brusselaars. Het is niet zo dat die inzet onmiddellijk rendeert, maar we kunnen er zeker van zijn dat ze op de langere termijn een enorme meerwaarde kan opleveren voor alle Brusselaars; anderzijds kan de opgedane ervaring in het verstedelijkte Vlaanderen in de toekomst te gelde gemaakt worden. Als besluit: niet doen kiezen, wel inzetten! Wie niet tegen ons is, is met ons. Milan Roex Milan Roex is Brusselaar en huisarts


BDW 1272 PAGINA 15 - DONDERDAG 24 MAART 2011

BRIEVEN VAN LEZERS   lezersbrieven@bdw.be Frimout en de dino’s

Zin en onzin van huiswerk

Ik las deze middag de Zazie-rubriek en stikte bijna in mijn sandwich. Ruimtevaarder Dirk Frimout zegt (in BDW 1270 van 10 maart, p. 26-27) tegen de kinderen dat het leven op aarde erg geëvolueerd is en dat dino’s hier een miljoen jaar geleden nog rondliepen. Bevinden we ons dan in 64 miljoen voor Christus? De dinosauriërs zijn namelijk ongeveer 65 miljoen jaar geleden uitgestorven ten gevolge van een meteorietinslag in zee bij Yucatan. Een miljoen jaar geleden waren er trouwens ook al ‘mensen’. Geen Homo sapiens weliswaar, maar wel de Homo erectus. Waarschijnlijk bedoelde Dirk Frimout het goed, maar dacht hij: “Het zijn kinderen... Eén miljoen, 65 miljoen, drie miljoen... wat maakt het uit? Ik bedoel héééééél lang geleden.” Het probleem met volwassenen is dat ze denken dat kinderen eerst wazige informatie moeten opnemen, ook al is die fout, om later de kennis scherp te stellen door iets helemaal anders te leren. Wij kinderen vinden dit onrechtvaardig, want dan moeten we twee keer leren. We eisen dat we de waarheid nu te horen krijgen (en natuurlijk ook extra zakgeld). Het land zit al 28 uur zonder regering, dus moeten jullie je daarop concentreren!

Ik begrijp het voorstel van het CTO niet om het huiswerk af te schaffen, en nog minder dat dit huiswerk de gelijke kansen zou afremmen (in BDW 1271 van 17 maart, p. 1). Ik spreek Nederlands, terwijl mijn echtgenote zowel Nederlands als Perzisch spreekt met onze kinderen. Mijn dochter zit nu in het eerste leerjaar in een Nederlandstalige basisschool in Ganshoren. Omdat we haar door onze werkuren niet om kwart voor vier kunnen afhalen, blijft ze dagelijks in de studie. Nog geen enkele keer heb ik of mijn echtgenote haar moeten helpen met het huiswerk: dat wordt volledig tijdens de studie gemaakt. Controle van het huiswerk leert mij dat kennis van het Nederlands belangrijk is in het eerste leerjaar, maar nog belangrijker is gezond verstand. Het zijn tenslotte oefeningen die in de klas uitgelegd en gemaakt werden: wie in de klas oplet, kan dus gemakkelijk het huiswerk maken. In het artikel staat ook dat andere talen beter benut moeten worden in en buiten de klas. Ik sta open voor andere culturen, maar Brussel is de hoofdstad van België, en de officiële talen zijn Nederlands, Frans en Duits. Als wij uitwijken naar een anderstalige regio, dan worden we toch ook verondersteld de plaatselijke taal te leren en te gebruiken? Ik hoop op het gezond verstand van de verkozen volksvertegenwoordigers, om de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs te behouden. De eindtermen moeten behaald worden, en dat heeft wat mij betreft niets met gelijke kansen te maken.

Jules Culot, professor Pedagogie aan de Universiteit van Zazie, Brussel PS: Mogen we het systeem van meneer Frimout gebruiken tijdens de examens? Een 2/10 of een 9/10 is toch ongeveer hetzelfde? PS2: Brecht Evens is de max!

Inschrijvingen (Brief aan minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A).) Onze dochter Anais (geboren in juli 2009) moet over ongeveer een jaar naar de kleuterschool. Mijn vrouw en ik zijn allebei Nederlandstalige inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (gemeente Sint-Pieters-Woluwe) en onze dochter gaat naar een tweetalige crèche, erkend door Kind & Gezin. Tot mijn verbazing heb ik vernomen dat we al te laat zijn om onze dochter vanaf februari 2012 in de kleuterschool van onze keuze in te schrijven (blijkbaar kon er enkel tussen 1 en 28 februari aangemeld worden via www.inschrijveninbrussel.be). Ik vind het schandalig dat wij als Nederlandstalige inwoners geen absolute voorrang hebben op anderstaligen of niet-inwoners van Brussel. De Vlaamse overheid heeft ons niet ingelicht over de aanmeldingsprocedure via de website met 28 februari als deadline. Ik vind dit een totaal gebrek aan goed bestuur, waarvoor ik u persoonlijk aansprakelijk acht. Als u enige vorm van zelfrespect heeft, dan zou u met onmiddellijke ingang uw ontslag moeten indienen. Verder vraag ik me af wat de wettelijke basis is van de aanmeldingprocedure via de website. (Gezien het feit dat men ons hier nooit over heeft ingelicht, is die procedure mogelijk onwettelijk?) Bovendien is de politiek van de Vlaamse regering om geen absolute voorrang te geven aan Nederlandstaligen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, ronduit slecht voor de kwaliteit van dat Nederlandstalige onderwijs. (...) Er rest ons dan ook geen andere optie dan Brussel te verlaten zodat onze dochter in een degelijke school buiten Brussel ingeschreven kan worden. Met uw politiek heeft u de verdere verfransing van Brussel alvast nog eens geholpen. Maar misschien is dat ook wel de bedoeling van uw anti-Vlaamse wanbeleid. Misschien kunt u bij de volgende verkiezingen gewoon voor de PS opkomen. Vincent De Vroey, Sint-Pieters-Woluwe

Jeroen Claeys, Ganshoren

Referendum De gewezen burgemeester van Brussel, MR-lid FrançoisXavier de Donnea, heeft het gevonden: laat de inwo­ners van de zes faciliteitengemeenten zich in een referen­ dum uitspreken over de al dan niet aanhechting bij Brussel. Het feit ter zijde gelaten dat hij, als goede Belg, zou moeten weten dat België geen referendum kent, zou hij toch als politicus moeten weten dat afstand van grondgebied geen louter plaatselijke aangelegenheid is, maar dat het het hele land – voorlopig nog ‘Vlaams Gewest’ – aanbelangt. Niet de burgers, lees: de Franstalige inwijkelingen in die zes gemeenten, hebben dus te beslissen over een mogelijke overheveling naar een ander ‘gewest’, maar heel Vlaanderen. Met andere woorden: alleen het Vlaams parlement is bevoegd om zich over een afstand van Vlaams grondgebied uit te spreken. Welk land laat inwijkelingen toe over zijn grondgebied te beslissen?! De Donnea zou beter zijn Franstalige medestanders ertoe aanzetten goede Belgen te worden: door de wettelijk vastgelegde grenzen van de ‘gewesten’ te eerbiedigen, door overeenkomstig de Grondwet en het arrest van het Grondwettelijk Hof de splitsing van B-H-V in het parlement democratisch te laten goedkeuren, door de taalwetgeving in Brussel toe te passen en door hun Frans imperialisme eindelijk te laten varen. Zo niet zijn zij, en zij alleen, de doodgravers van hun geliefde België. Waarom zegt de koning dat niet, die ‘getrouwheid aan de Grondwet en aan de wetten van het land’ gezworen heeft? Maar misschien zegt de nieuwe koninklijke onderhandelaar dat, achter de schermen, in zijn plaats?

Steven van Haelst, Anderlecht

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.

BDWOPINIE Getto’s door Danny Vileyn De Brusselse regering wil huurcontracten van onbepaalde duur in de socialehuisvestingssector naar de prullenmand verwijzen. Wie na negen jaar meer verdient dan het toegelaten maximum, moet opkrassen. Niets aan de hand, pleiten de voorstanders: sociale woningen zijn er voor de allerarmsten, en gebiedt het recht op wonen niet dat de overheid eerst en vooral instaat voor wie op de private huurmarkt als eerste uit de boot valt? Logisch toch, dat wie het op een dag beter heeft, zijn biezen moet pakken en plaats ruimt voor de volgende arme drommel? In een stad met ellenlange wachtlijsten voor sociale woningen is er tout simplement geen andere keuze. Zoals dat wel vaker het geval is, doorstaat ook de bovenstaande ‘theorie’ de toets van de harde werkelijkheid niet. Sociale woningen exclusief voorbehouden aan de laagste inkomens dwingt arme mensen ertoe in een getto te gaan wonen. En van getto’s – dat zou ondertussen toch duidelijk moeten zijn – wordt niemand beter. Niet de sociale huurders, niet de buren van sociale woningblokken of sociale wijken. En allerminst de kinderen en jongeren die in dergelijke wijken moeten opgroeien. Buurten hebben ook stabiliteit nodig. Laat, zoals nu het geval is, sociale huurders die het op een dag financieel beter hebben, een hogere huur betalen. En in hun vertrouwde buurt blijven. Dat is ook goed voor de sociale cohesie. Beter dan het zoveelste project. Voorstanders van de beperking is er veel aan gelegen om de maatregel te verkopen. Daarvan getuigt de uitspraak van staatssecretaris voor Wonen Christos Doulkeridis (Ecolo): “We willen niet dat mensen voor een laag inkomen kiezen of misschien zelfs werk weigeren om een sociale woning te behouden.” Maar Doulkeridis gaat met zijn maatregel net bewerkstelligen wat hij wil vermijden. Anders heeft wie zijn inkomen (soms zelfs lichtjes) ziet stijgen – van werkloos naar een bescheiden baan –, geen andere optie dan Brussel te verlaten, want ook mensen met een slechtbetaalde baan kunnen op de private woonmarkt amper nog terecht. Om het met de woorden van José Garcia van de Huurdersbond te zeggen: “Als je een oplossing zoekt voor bepaalde mensen door anderen in de problemen te werken, dan heb je geen goed beleid. Op termijn zullen er enkel de allerarmsten overblijven, en dat is een sociale catastrofe.” Garcia is een gedreven verdediger van de sociale huurders, hij combineert een groot hart met een grote terreinkennis. Brussel heeft een groot woonplan nodig, geen ad-hocmaatregelen.

EVA HILHORST


BDW 1272 PAGINA 16 - DONDERDAG 24 MAART 2011

VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK

‘Allemaal op café’ BRUSSEL – Alle cafés van de hoofdstad staan nu netjes op één kaart.

? ADVERTENTIE

EEN GRATIS*

ABONNEMENT

OP BDW ÉN AGENDA BEL 02-226.45.45 OF MAIL ABO@BDW.BE * GRATIS VOOR WIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST WOONT

Een kleurenrijkdom om u tegen te zeggen BRUSSEL – Meer dan honderd schrijvers, van hier en van elders, staan er op het programma van het literaire Passa Porta Festival (24-27 maart). De Deen Jens Christian Grøndahl mag met de lezing On the move, het thema van het festival, de vierdaagse openen. De Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk sluit af. Wij vroegen vijf Brusselaars waarom de schrijvers die ze interviewen, hen boeien, wat ze zelf wil■ DOOR DANNY VILEYN len meepikken en wat het beste is wat ze de jongste tijd hebben gelezen. (Meer over het festival op www.passaporta.be.)

Gui Polspoel praat met Erwin Mortier en Lieve Blancquaert

Een foto waarmee te leven valt Auteur Erwin Mortier (1965) en fotografe Lieve Blancquaert (1963) hebben jonge vluchtelingen opgezocht in opvangcentra. Hun verhalen staan te lezen in Niemand weet dat ik een mens ben. “Die thematiek spreekt mij heel erg aan,” zegt journalist Gui Polspoel, die op het Passa Porta Festival auteur en fotografe interviewt. “Brussel wordt hoe langer hoe meer een stad van migratie, een ware melting pot. Aan alles wat mensen hiervan bewust kan maken, wil ik bijdragen. Brussel is niet langer de Franstalige bourgeoisstad van weleer, met een weliswaar belangrijke Vlaamse minderheid die voor haar rechten moet vechten. In de fin fond van Vlaanderen beseft men dat vaak nog niet. Het Ne-

© LIEVE BLANCQUAERT

Mensen moeten meer op café in plaats van op de bank te liggen: met dat idee in het achterhoofd zetten Caféplan Vlaanderen en Quartier Latin alle 455 cafés van Brussel-centrum op één plan. Weet je een avond niet waarheen? Blijf je altijd maar plakken in die ene bruine kroeg en wil je nu weleens wat anders? Daar zorgt het Caféplan voor. Alle cafés in de Vijfhoek zijn in kaart gebracht en kregen een uitgebreide beschrijving van hun kwaliteiten of minpunten. Edmond Cocquyt, de man achter Caféplan Vlaanderen: “Het echte leven is het nachtleven. Brussel is de prachtigste lelijke stad van de wereld en ik ben content dat ze daar eindelijk een caféplan hebben.” Om de kaart te maken schuimden Caféplan en Quartier Latin samen alle cafés af. Binnenkort zou er ook een editie voor Elsene en Sint-Gillis komen. De cafékaart van de Vijfhoek wordt gratis verdeeld in alle Brusselse cafés en op de campussen van universiteiten en hogescholen. RM www.cafeplan.be

Literatuur > Passa Porta geeft honderd schrijvers het woord

Beste boek Polspoel: “Helaas heb ik om professionele redenen en verhuisbesognes veel te weinig tijd gehad om te lezen. Een beste boek durf ik dan ook niet te noemen. De meeste lectuur die ik ter hand neem, is non-fictie die met mijn werk te maken heeft.”

Lieve Blancquaert.

wereld, zoals Myanmar en Palestina, boeien me heel erg.”

Jan Goossens praat met Ramsey Nasr

 02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.

Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be

Luisteren

Reizen naar complexe plekken In de gouden buik van Boeddha heet het jongste reisboek van dichter, theatermaker en dramaturg Ramsey Nasr (1974). Nasr debuteerde in 2000 met de dichtbundel 27 gedichten & Geen lied. Jan Goossens, artistiek leider van de KVS, interviewt Nasr over zijn reisteksten. “Ik ben geen poëziekenner,” verklaart Goossens, “ik interview Ramsey Nasr over zijn reisteksten en reisverhalen. Hij trekt vanuit zijn artiestzijn de wereld in. Zijn veelzijdigheid en zijn belangstelling voor complexe plekken in de

© WOUTER MELKEBEEK

Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

Luisteren Toen wij hem spraken, moest Polspoel zijn keuzes nog maken, maar hij trekt alvast heel de zondag uit om gulzig van het literaire festival te genieten.

ADVERTENTIE

Handicap & informatie

derlands is ook veel belangrijker dan in mijn jeugd, veertig jaar geleden, al wil ik ook niet gezegd hebben dat de Vlamingen niet op hun rechten moeten staan.” En over Lieve Blancquaert: “Ik kan mezelf niet zien op foto. Lieve Blancquaert is de enige fotografe die ooit een foto van mij heeft gemaakt waarmee ik kan leven. Me ter beschikking stellen van een fotograaf vind ik verschrikkelijk, maar Lieve Blancquaert kon me doen vergeten dat ze fotografe is.”

Ramsey Nasr.

Goossens heeft heel de dag dienst: “Zondag ga ik proberen een goede gastheer te zijn voor Helmut Lotti en David Van Reybrouck en alle andere artiesten die naar de KVS afzakken. Het wordt erg druk, we hebben een heel gevarieerd en hoogstaand programma.”

Beste boek Congo van David Van Reybrouck (1971) noemt Jan Goossens het beste boek dat hij de jongste tijd gelezen heeft. Maar ook: “Eveneens vorig jaar heb ik De barbaren van Alessandro Baricco gelezen. Een non-fictieboek over de evolutie van culturen, een krachtig pleidooi tegen cultuurpessimisme.”


BDW 1272 PAGINA 17 - DONDERDAG 24 MAART 2011

De grens over BRUSSEL – Frontières/Grenzen/Borders heet het nulnummer van het nagelnieuwe drietalige (N/F/E) Passa Porta-magazine. In dit magazine kijkt Passa Porta over de grenzen, in België en de rest van de wereld. De Nederlander Abram de Swaan levert een bijdrage, net als de Vlaming Bart Moeyaert en de Franstalige Belgische schrijfster Caroline Lamarche. En er zijn nog meer grote namen: Claudio Magris, Régis Debray, Michel

Politicoloog Bleri Lleshi praat met schrijvers in ballingschap

Anna Luyten interviewt Connie Palmen

Leren leven met verlies Journaliste Anna Luyten spreekt met Connie Palmen (1955), de niet geheel onomstreden ‘grote dame van de Nederlandse letteren’. Palmen debuteerde in 1991 met De wetten, waarmee ze een groot lezerspubliek aan zich wist te binden. Luyten: “Ik volg Connie Palmen al langer dan vandaag, ze is een fascinerende vrouw. Vooral om de manier waarop ze onderwerpen als kunst en filosofie naar een groot publiek toe brengt zonder zichzelf te verraden, bewonder ik haar. Door de juiste vragen te stellen spreekt ze brede lagen aan. Ze heeft ook een heel wendbare geest, ze denkt snel, ze denkt al dansend, haar brein is mannelijk noch vrouwelijk. Ruim tien jaar

een nieuw huis ook een nieuwe identiteit voor de drie? Hoe combineer je die nieuwe identiteit met het engagement waarvoor ze stonden in hun land van herkomst? Op die vragen wil ik met hen ingaan.”

Luisteren

Beste boek

Rita El Khayat.

Politicoloog-publicist Bleri Lleshi is coauteur van het boek Identiteit en interculturaliteit – Identiteitsconstructie bij jongeren in Brussel. De schrijvers die hij interviewt – Rita El Khayat (1944) uit Marokko, Easterine Kire Iralu (1959) uit India en Chenjerai Hove (1956) uit Zimbabwe –, leven alle drie in ballingschap. ‘Ballingschap’ is een thema dat naadloos aansluit bij de interesses van Lleshi: migratie en identiteit. Lleshi: “De drie auteurs maken deel uit van een netwerk van schrijvers die hun land zijn moeten ontvluchten. Betekent

Een van de interessantste boeken die Bleri Lleshi de jongste tijd gelezen en besproken heeft – hij is ook boekenrecensent –, is De poort van de zon van de christelijke Libanees Elias Khoury (1948), een van de belangrijkste schrijvers uit het MiddenOosten. Bleri: “De poort van de zon (1998) is ondertussen in tientallen talen vertaald. Het is een schitterend geschreven boek over de betekenis voor de Palestijnen van de Nakba (de Arabisch-Israëlische oorlog in 1948, met slechte afloop voor de Arabieren, DV). Het is een geschiedenis die nooit eerder zo treffend beschreven werd. De poort van de zon heeft dan ook een grote historische waarde. Het is een heel eerlijke weergave: de Palestijnen zijn niet alleen helden, soms zijn ze ook lafaards, soms zijn ze ook oneerlijk. De Palestijnen zijn met andere woorden heel menselijk, net zoals de Libanezen en de Israëliërs.”

Didier Delafontaine modereert literair-politiek debat

België als vervolg op Cognac RTBf-journalist Didier Delafontaine leidt samen met France Guwy het Grote België-debat, waaraan naast Bart Sturtewagen (hoofdredacteur van De Standaard) en Olivier Mouton (Le Soir-redacteur) ook twee literatoren deelnemen: Caroline Lamarche en Geert van Istendael. Caroline Lamarche (1955) is een Franstalige schrijfster, afkomstig uit Luik. Onder meer haar De dag van de hond werd in het Nederlands werd vertaald. Delafontaine: “Ik ken

Geert van Istendael beter dan dat ik Caroline Lamarche ken. Geert heb ik een paar jaar geleden leren kennen dankzij het literatuurfestival in Cognac. Ik zie het Grote België-debat in het verlengde van dat festival in Cognac, waar het thema vorig jaar ‘België’ was. Vlamingen en Franstaligen traden er samen op voor een Frans publiek. Samen hebben zij het Franse publiek tot bedaren gebracht met de boodschap dat er heus geen burgeroorlog tussen Vlamingen en Franstaligen op stapel staat.”

© R. DIJKSTRA

De afsluiter van het festival, de Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk (1952), wil Bleri Lleshi zeker niet missen, maar dat geldt ook voor de Portugees Gonçala M. Tavares (1970). Lleshi wil alles horen over diens boek Jerusalém. Lleshi: “Ik hoop te vernemen wat geweld doet met een stad als Jeruzalem.”

geleden heb ik haar gesproken toen ze in haar rouwperiode van haar partner Ischa Meijer was. Een decennium later werd ze opnieuw met verlies geconfronteerd (van haar nieuwe partner Hans van Mierlo, DV). Ik wil graag van haar vernemen wat verlies op haar leeftijd betekent.” Connie Palmen heeft over haar relatie met Ischa Meijer twee boeken geschreven: I.M. (1998) en Geheel de uwe (2002).

Luisteren De Deen Jens Christian Grøndahl (1959) is volgens Luyten een van de belangrijkste noordelijke auteurs van het ogenblik: “Ik ga zeker naar Grøndahl luisteren. Hij schrijft heel openhartig over zichzelf en getuigt tegelijk van veel mededogen met de wereld.” Grøndahl interesseert zich in zijn romans voor de gewone levens van gewone mensen. Zo ook in zijn jongste boek Dat weet je niet, een verhaal over een koppel dat een kwarteeuw gelukkig getrouwd is.

Beste boek

Connie Palmen.

“Dat Franstaligen en Vlamingen er dezelfde boodschap brachten, was wel grappig. Dat brengt ons bij de vraag of er een Belgische literatuur bestaat. Geert heeft daar een uitgesproken mening over. Verhalen van Vlaamse schrijvers spelen zich nadrukkelijk in Vlaanderen af: Pieter Aspe en zijn Duvel drinkende commissaris zijn daar een mooi voorbeeld van. Langs Franstalige kant is dat veel minder het geval, en dat heeft waarschijnlijk met de dominantie van Parijs te maken.”

De niet verhoorde gebeden van Jacob de Zoet van de Brit David Mitchell (1960) is het beste boek dat Luyten de jongste tijd gelezen heeft. Luyten: “Het is een ongelooflijk vlot geschreven boek dat alle richtingen uit gaat. Ik hou van boeken waarin ik een en ander te weten kom over een bepaalde periode in de geschiedenis (het verhaal speelt zich af in de achttiende eeuw op een paaleiland voor de kust van Nagasaki, DV), zoals dat hier overduidelijk het geval is. Maar het boek is ook een heel mooie liefdesgeschiedenis, al gaat het dan om een niet-beantwoorde liefde. Het laat zien hoe de liefde iemand volledig in beslag neemt en hoe men leeft met een niet-vervulde liefde.”

© J. SASSIER / GALLIMARD

Nieuw huis, nieuwe identiteit

Warschawski. En ook Luc Tuymans ontbreekt niet. Geert van Istendael geeft zijn Franstalige collega-schrijver Patrick Roegiers, die de taalgrens een schande, een misdaad, een drama noemde, lik op stuk. Van Istendael repliceert: “De taalgrens is een duizend jaar oud feit.” Het magazine, een aanrader, is te verkrijgen op het festival. DV

Beste boek Het beste boek wordt het boek dat Delafontaine op dit ogenblik aan het lezen is. Delafontaine: “In Congo van David Van Reybrouck heb ik nog vierhonderd bladzij­ den te gaan, en het is gewoonweg prachtig. Ik ben in Congo geboren, en het is een zeer

Caroline Lamarche. beeldend boek, uit elke bladzijde ervan spreekt het Congo dat ik me nog een beetje herin­ner.”


BDW 1272 PAGINA 18 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Nieuw podium uitgesteld

Opera > Seizoen De Munt in teken van ‘onze identiteit in verscheidenheid’

Anders, zoals Assepoester

Het volledige volgende Munt-seizoen (september 2011-juni 2012) is voorgesteld. Andermaal bindt een sterk leidmotief de operawerken aan elkaar. Ditmaal is dat ‘de ontdekking van onze veelvoudige identiteit’. Twee heel verschillende voorstellingen van Assepoester (de opera van Jules Massenet en het toneelstuk van Joël Pommerat) zetten de toon inzake de transformatiemogelijkheden van het individu: van meid tot prinses. Meteen ook een ideale instap om kinderen kennis te laten maken met het hoogwaardige (muziek) theatergenre. Orlando Paladino van Haydn, Orlando van Händel (beide door René Jacobs) en het muziektheaterstuk Orlando van Jan Van Outryve, met arrangementen op Vivaldi (door Muziektheater Transparant) geven voer tot nog meer vergelijkingen. Koning Roger (Szymanowski), Œdipe (van Enescu), Médée (Cherubini) en Verdi’s Il travatore (al een kwarteeuw niet meer in De Munt te zien) maken het rariteitenkabinet compleet. Met de concerten en recitals erbij komen er dit seizoen 37 producties/projecten op de planken. Daarbij zit ook dans van de drie ‘huis­choreografen’: Sidi Larbi Cherkaoui (met drie duetten), Sasha Waltz (met de Brusselse première van Continu, 2010) en Anne Teresa De Keersmaeker met Drumming en haar vervolgcreatie op En atendant. Muntintendant Peter de Caluwe: “We zoeken nog naar een indringende buitenlocatie, genre abdij van Villers-la-Ville, om En atendant bij zonsopgang en -ondergang te brengen zo-

© JOHAN JACOBS

BRUSSEL – Met nog meer kortingen voor jongeren (tot vijftig procent) roeit De Munt volgend seizoen tegen de stroom van subsidiecrisis in de cultuursector in. Kwaliteit blijft hoog in het vaandel staan, met ronkende namen en producties die doen dromen en aan het denken zetten.

BRUSSEL – Een duidelijke planning van de verbouwingen aan de Munt lijkt uitgesteld tot sint-juttemis.

“We zoeken nog een buitenlocatie om bij zonsopgang en -ondergang En atendant en het vervolg erop te brengen”

als het ook op het festival van Aix-en-Provence te zien was (en deze zomer opnieuw te zien zal zien, red.).” Wie dus een tip heeft... Daarbovenop komt nog de creatie van danceXmusic 2 met dansers en choreografen van de dansschool P.A.R.T.S in samenwerking met zangers van de Muziekkapel Koningin Elisabeth. En tot slot: afgelopen herfst brachten Brusselse scholen, conservatoria en kinderen The Brussels requiem. Nu zal – door het grote succes en de positieve weerslag in de scholengemeenschappen – een vergelijkbaar kinderproject opgezet worden voor het seizoen 2012-’13. Jean-Marie Binst www.demunt.be

Zowel Beliris/de federale overheid als de Regie der Gebouwen kan nog geen uitsluitsel geven over het masterplan dat De Munt voorlegde. Daarin staan fundamentele bouwtechnische ingrepen. De budgettaire beslissingen zijn niet voor de uittredende regering in lopende zaken. En dus ligt het dossier te verkleuren, terwijl de klok tikt. De renovatie van de gevel, oorspronkelijk gehoopt voor 2011, aansluitend op de her­aanleg van het Muntplein zelf, is niet voor vandaag. Ook de verbouwing van de scène, opgenomen in het masterplan, blijft onbeslist, hoewel 2013 werd voorgehouden. De toegankelijkheid van het kwarteeuw oude podium laat bij op- en afbouw te wensen over. Ook zou met een actueler scèneconcept een gevarieerder programma kunnen worden aangeboden. Dat zou vooral de dansvoorstellingen ten goede komen en een rotatie van operastukken bevoordelen. Intendant Peter de Caluwe hoopt nu dat het werk aan de zaal in 2014 van start kan gaan, al had hij eerder (begin vorig jaar) de lente 2013 als streefdatum vooropgesteld. “We zouden het opera- en concertseizoen 2012-2013 in mei 2013 laten stoppen, in plaats van eind juni, zodat een langere bouwperiode mogelijk werd,” zegt De Caluwe. “Het wordt nu snel zoeken naar de opvulling van dit verkorte seizoen.” De werkzaamheden zouden dus ten vroegste een jaar later, in 2014, aan de orde zijn, en mogelijk nog een seizoen later. Het heropvullen van het verkorte operaseizoen 2012-’13 is niet evident. Contracten binnenhalen voor zangers, regisseurs, dirigenten en zo meer gebeurt in de sector doorgaans met lanJMB gere afspraken.

ADVERTENTIE

KVS_bINNENKOrT Pr

EM

IÈr

E KVS & bOZAr

COMPAGNIE CECILIA & KVS JOhAN hELdENbErGh & TITuS dE VOOGdT

VOrST / FOrEST 30 MAArT > 10 APrIL

Gevangenisstraf noch contactverbod houdt twee gezworen kameraden uit elkaar.

NTGENT / JAN bIJVOET, WIM OPbrOuCK ELS dOTTErMANS, AN MILLEr, SErVé hErMANS, MATTEO SIMONI & ChrIS ThyS

EEN bruId IN dE MOrGEN 15 & 16 APrIL

Een onvervalste Claus, gespeeld door een schitterende cast!

www.kvs.be – T 02 210 11 12 ARDUINkAAI 9 – 1000 bRUsseL

KVS / WILLy ThOMAS & bENJAMIN VErdONCK

LOd / JOSSE dE PAuW & JAN KuIJKEN

‘De ene hilarische passage volgt de andere op…’ – DE MORGEN

Een verhaal tussen schoonheid en gruwel, over geloven, weten, én de liefde...

GLObAL ANATOMy 26 > 28 APrIL

dE GEhANGENEN 30 APrIL > 05 MEI

ThE dESdEMONA PrOJECT WOrKING TITLE 26 > 29 MEI REGiE TEksT LiVE MuziEk

PETEr SELLArS TONI MOrrISON rOKIA TrAOré

+ baND & kOOR


BDW 1272 PAGINA 19 - DONDERDAG 24 MAART 2011

© IVAN PUT

Muziek > Vijftien nieuwe fijne caféconcertjes

’t Wordt weer stoempen! BRUSSEL – Bruine kroegen, leuk gezelschap en goede muziek: de Stoemp!concerten zijn helemaal terug. Tussen 18 april en 7 juni kunt u in tien authentieke cafés genieten van vijftien heel verschillende artiesten.

Bekroning van een vorstelijke dag: Kids koning van UiTinBrussel.

Praat

Het kind is koning Gezien: Kids koning voor een dag van UiTinBrussel op zaterdag 19 maart (www.kidsinbrussel.be, www.uitinbrussel.be).

achteraf

Ze zijn toch zo verwend, mijnheer, de kindjes van tegenwoordig. Met jeugdtheaters, jeugdzenders, jeugdkaternen, kinderateliers, jongerendagen, gezinsvoorstellingen en educatieve diensten, noem maar op. In onze tijd bestond dat allemaal nog niet, maar soit, het weze hen van harte gegund. Zaterdag waren we getuige van de (uitverkochte) ‘koninklijke dag voor het hele gezin’ die UiTinBrussel voor de tweede keer organiseerde in vier Brusselse paleizen rond de Kunstberg. Het werd een fantastische dag. De ingeschreven gezinnen (de deelnemerslijst bewees dat ze uit heel Vlaanderen kwamen) werden rond tien uur ’s morgens verwacht in het BELvue Museum naast het echte koninklijke paleis. Daar wachtte een lakei de gezinnen op om hen, een voor een, een eerste audiëntie, bij koningin Isabella van de Koudenberg, te verlenen. De kinderen van vijf tot twaalf jaar moesten dan wel even leren om op gepaste wijze – voetje voor voetje – de koninklijke trappartij beklimmen, want daar lachten de lakeien niet mee. De ouders waren gewoon plebs dat nog net mee binnen kon, maar ze mochten de koningin zeker niet in de ogen kijken. Na de begroeting moesten de kinderen in het BELvue Museum aan de hand van een aantal vragen over de collectie rond de geschiedenis van België een geheime code achterhalen waarmee ze de deur naar de ondergrondse gangen van het voormalige paleis van de Koudenberg konden openen. Zo moeilijk waren die opdrachtjes niet, en dus vond iedereen de juiste combinatie om de deur letterlijk te laten openspringen. In die eeuwenoude ondergrondse gangen testten een aantal fraai geklede personages de vorstelijke talenten en kwaliteiten van de deelnemers. Berend de Verschrikkelijke (kaal en met een berenvel) testte moed, durf en spierkracht. Bij hem moesten de jongens en meis-

jes gewichtheffen en verschrikkelijke kreten slaken. Hofdame Margaretha de Strenge leerde de prinsjes en prinsesjes het geld van de schatkist te tellen; gravin van Bruxelles leerde een ingewikkelde rituele buiging met knieval aan. De koningin zelf vertelde in een toespraak op televisie over de geschiedenis van haar kasteel. Wie in de gangen van het voormalige paleis op de Koudenberg de prenten bekijkt van hoe deze plek er vroeger uitzag, zal geïntrigeerd zijn door de labyrintische structuur die het paleizencomplex toen had. Maar in feite is die labyrintische structuur er nu nog een beetje op de Kunstberg. Zo is niet alleen het BELvue Museum (en op termijn ook het Paleis voor Schone Kunsten) verbonden met de onderaardse gangen van het paleis. Dat je van de Rotonde-zaal in het Paleis van Karel van Lotharingen even verderop, via het dak naar de cafetaria op de vijfde verdieping van de Koninklijke Bibliotheek kunt stappen, was ook nieuw voor ons. In die Rotonde had de kroning van de deelnemers tot ‘Koning voor een dag’ plaats. De koningin had er plaatsgenomen in het midden van de imposante vloermozaïek, die bezaaid was met gouden kroontjes. Iedereen die de proeven tot een goed einde had gebracht, kreeg een kroon op het hoofd gedrukt en mocht daarna aanschuiven aan het banket in de Koninklijke Bibliotheek, met een majesteitelijk uitzicht over de Brusselse laagstad. Daarna ging het nog richting Cinematek voor filmpjes van komische koningen met live pianobegeleiding. De hele dag liep de organisatie gesmeerd en was de sfeer opperbest. Misschien had men van de gelegenheid gebruik kunnen maken om de kinderen net iets meer geschiedkundige weetjes bij te brengen, maar uiteindelijk ging het vooral om een kennismaking met het rijke erfgoed op de Kunstberg. Op zo’n manier met de culturele en museale rijkdom van Brussel te mogen kennismaken is zonder meer een koninklijk privilege.

Michaël Bellon

Poppunt, het aanspreekpunt voor muzikanten in Vlaanderen, is er zeker van: om een intieme sfeer te creëren tussen het publiek en de artiest, moet je back to the roots. En daar zorgen de Stoemp!-caféconcerten voor. Vijftien artiesten verlaten voor deze vierde editie de grote concertzalen en ruilen de hippe danspasjes in voor een kruk in een authentiek en op en top Brussels café. “Intieme concerten kunnen alleen wanneer de artiest pal voor zijn publiek staat en wanneer er voeling is met het publiek. Een optreden in een authentiek café maakt het zoveel gezelliger dan in een grote concertzaal,” vindt Tristan Jong, de coördinator van het evenement. Poppunt haalde voor deze concertreeks niet zomaar enkele namen uit de kast. De organisatie zorgde voor knallers zoals Frank Van-

der linden, Sukilove en niemand minder dan Guido Belcanto. “Aan de groep Nele Needs a Holiday vroeg de organisatie met wie ze weleens wilden optreden,” vertelt Jong. “Hun grote droom bleek Guido Belcanto te zijn. We hadden nooit verwacht dat Belcanto erop zou ingaan, maar tot onze grote verbazing hebben we hem toch kunnen strikken. Daar mogen we trots op zijn.” Buiten de vaste waarden maakt Poppunt ook plaats voor aanstormend talent zoals Senne Guns en Head Full of Flames. De organisatie wil meer dan mensen een avondje muziek bezorgen. Poppunt voelt de drang om alle clichés over Brussel uit de wereld te helpen: “De meeste mensen die in Brussel werken, vertrekken na de werkuren dadelijk naar huis. Ze vinden Brussel vaak niet aantrekkelijk, en de stad wordt meer dan eens als anoniem ervaren. Met Stoemp! willen we iedereen uitnodigen om de stad te (her)ontdekken. Tooghangers, studenten, oud of juist piepjong, bij Stoemp! is iedereen welkom,” besluit Jong. Rhea Moonen www.stoemplive.be

ADVERTENTIE

on the move Brussel do 24.03 Passa Porta

Ouverture

met Jens Christian Grøndahl

vr 25.03 KVS

letters to europe

16 auteurs uit alle windstreken schrijven Europa aan in 10 talen.

za 26.03 De Munt

On the move

met Philippe Claudel, Jens Christian Grøndahl, Péter Esterházy, Arthur Japin, Perihan Mağden, David Mitchell, Sandro Veronesi en het Brussels Dichterscollectief

zo 27.03 Centrum Brussel

Parcours

ook met o.a. Annelies Beck, Abdelkader Benali, Hans Keilson, Etgar Keret, Andrea Levy, Erwin Mortier, Ramsey Nasr, Andrés Neuman, Connie Palmen, Anne Provoost, David Van Reybrouck, Pjeroo Roobjee, Jean-Philippe Toussaint, Giorgio Vasta en Juli Zeh. Special act: Helmut Lotti ORHAN PAMuK sluit af in BOZAR.

02 226 04 54 passaporta.be info@passaporta.be


BDW 1272 PAGINA 20 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Beeldende kunst > 250 artiesten, vijftig locaties in Jette

Artiestenparcours, nu ook met

Schilderijen van Kiki Bragard, recup’art van Karim Kaïdi en foto’s van Half Algo. Het is maar een greep uit het rijke aanbod van het Jetse artiestenparcours.

JETTE – Het belooft op 2 en 3 april weer een druk en lang weekend te worden, met veel tentoonstellingen, optredens en zelfs een eigen bier. Het Artiestenparcours zit aan zijn zesde editie. Elk jaar is het weer verbazingwekkend om te zien over welke artistieke rijkdom de gemeente beschikt.

Tijdens het Artiestenparcours krijgen alle Jettenaren en andere kunstenaars die een band met de gemeente hebben, de gelegenheid om te laten zien wat ze in huis hebben. Ook dit jaar is het aanbod weer zeer divers: jong en oud, man en vrouw, beginnende en ervaren artiest, amateur en professional, allemaal komen ze aan bod.

Ook de kunstdisciplines zijn heel gevarieerd: van de klassieke disciplines als schilderen, keramiek, fotografie, juweelontwerp en beeldhouwen tot cartoontekenen, batikken en recup’art. En dan zijn er de nieuwe kunsten als lichtkunst, schrijfkunst en geluidskunst. Er nemen 250 artiesten deel aan het evenement. Ze tonen hun kunnen

in privéwoningen, openbare ruimtes en musea, verspreid over de gemeente. Vorig jaar waren er zeventig locaties, maar dat bleek te veel voor de bezoekers. Nu is het aantal beperkt tot vijftig. Om de tocht langs de ateliers en musea-voor-één-dag te vergemakkelijken, is Jette opgedeeld in drie wijken: noord, centraal, zuid. In elke wijk is een parcours

Culinair > Tel uit uw winst met de RestoPass

Paspoort voor culinaire ontdekkingsreiziger

Wat ooit begon als een geniaal idee van een stel studenten handelsingenieur in Singapore, is nu ook hier een heuse hype aan het worden. Belgen zijn notoire kortinghamsteraars, en dat is nu net waar RestoPass op inspeelt. Het principe is eenvoudig: het boekje omvat 45 Brusselse restaurants die bij een grote online-enquête als populairste uit de bus kwamen. Het zijn niet de minste, met kleppers als Blue Elephant, Rouge Tomate, Cospaia en La Quincaillerie. Wie in een van deze restaurants gaat dineren, krijgt bij zijn eerste bezoek een korting van dertig procent op de maaltijd (exclusief dranken) voor de

hele tafel, met een plafond van 50 euro. Dat betekent dat het volledige boekje in theorie tot 2.250 euro kan opleveren, al moet u hiervoor al een solide eetlust én portemonnee hebben. Let wel, de voordelen blijven nog tot eind 2012 geldig. Volgens initiatiefnemer Menno Bartlema is het boekje een heuse win-win voor alle partijen. “De klant verdient de kostprijs van het boekje heel snel terug, wij maken winst door de verkoop, en de restauranthouders zien hun klantenbestand groeien,” legt hij uit. “Het is erg duur en tijdrovend voor restaurateurs om publiciteit te maken, dat weet ik uit ervaring. Dit is veel

© RESTOPASS

BRUSSEL – Wie geregeld uiteten gaat in Brussel, kan voortaan van fikse kortingen genieten dankzij de nieuwe RestoPass. Het kleine boekje is te koop bij de boekhandel en kan in theorie tot 2.250 euro aan reducties opleveren bij 45 verschillende restaurants.

uitgestippeld, dat te voet of per fiets afgelegd kan worden. Tijdens het Artiestenparcours wordt er ook volop gefeest en muziek gemaakt. Het begint al in de vooravond, vrijdag 1 april. Dan vindt het openingsfeest plaats in gemeenschapscentrum Essegem, waar, als extraatje, geproefd kan worden van het Artiestenparcoursbier. Dat

goedkoper, en maar liefst tachtig procent van de RestoPass-klanten blijft terugkomen, ook al krijgen ze geen korting meer.” Om het systeem goed te laten functioneren, moet het aantal RestoPass-boekjes wel beperkt blijven, zegt Bartlema. “Als de restaurants vol zouden zitten met mensen die korting krijgen, dan zouden ze snel op de fles gaan. Maar we zijn wel van plan om geografisch uit te breiden. In april komen er edities voor Antwerpen en voor Waals-Brabant. Ook internationaal zijn er edities voor Parijs en Montpellier/Marseille op komst. Het is de bedoeling om een heuse RestoPass-gemeenschap te creëren met allerlei acties, kookboeken en wedstrijden.” Karolien Merchiers www.restopass.com BDW mag drie RestoPasses weggeven! Stuur voor 31 maart een mailtje naar win@ bdw.be met de vermelding ‘restopass’, en vergeet uw naam en adres niet. Succes!

Durft u dertig procent korting te vragen in een toprestaurant?


BDW 1272 PAGINA 21 - DONDERDAG 24 MAART 2011

©

N

K IC

TR

AC

HE

T

bier Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT

Agavesiroop wordt speciaal voor de gelegenheid gebrouwen door de leerlingen van Elishout Coovi. Zaterdag en zondag zijn er overal in de gemeente optredens, ook weer met allemaal verschillende soorten muziek: jazz, folk, Antilliaans, Keltisch, oosters en ook barok. Het volledige aanbod wordt beschreven in een handige kleine brochure

die tijdens het weekend uitgedeeld wordt in het gemeentehuis. Het Artiestenparcours wordt georganiseerd door de Nederlandstalige en Franstalige schepenen van Cultuur, in samenwerking met Essegem en het Centre Culturel de Jette. HUB artiestenparcoursdartistes.be

ADVERTENTIE

VERENIGING VAN DE STAD EN DE GEMEENTEN VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJKE GEWEST VZW

zoekt voor spoedige indiensttreding een

project-assistent (m/v) voor de diensten Duurzame Ontwikkeling, Internationale Samenwerking en Mobiliteit (gegradueerde/bachelor of gelijkwaardig)

Meer info:

www.vsgb.be

Tussen de schappen vol gezondheidsvoedsel zag ik, ergens in het rijke Vlaamse binnenland, deze flesjes staan. Agavesiroop. Gezond? Of de zoveelste food fad? Ik had er vroeger nooit op gelet. Wordt dat al lang verkocht, agavesiroop? Ook in de supermarkt in mijn buurt zag ik nu zo’n flesje staan. Eentje maar, tussen rijen van andere vormen van suiker. De agave is in ons land al lang aanwezig als potplant, maar in het warmere deel van de wereld is agave een zeer nuttig gewas. De toepassingen voor de agave zijn zo uitgebreid, dat alleen de kokosnoot misschien nóg meer gebruiksvormen kent. Agaves komen uit Amerika. Allemaal, maar ze werden over de hele wereld aangeplant. Er bestaan wel tweehonderd soorten van, die allemaal behoren tot de familie der Agavaceae. Agaves zijn dus geen cactussen en ook geen yucca’s, ook al denken veel mensen dat. De plant ontwikkelt zich als een stekelig rozet met bladeren die vaak meer dan een meter lang worden. Na enkele jaren gaat de plant bloeien, met een metershoge bloeiwijze. Daarna sterft ze af, maar ze laat soms een scheut of twee achter om het stekelige werk verder te zetten. Agaves worden geteeld voor de sterke vezels die onder andere gebruikt worden om koord te slaan (sisal) of borstels te binden (tampico), maar ook om doeken van te weven. De Surinaamse naam voor agave is ingisopo, wat ‘indianenzeep’ betekent. Het blad bevat saponines en wordt inderdaad als zeep gebruikt. De bladhuid (epidermis) wordt in de keuken aangewend als bakpapier. De stroperige bloemen worden gekauwd als suikerriet of gebruikt in dessertjes. Bij sommige soorten zijn ook de zaden eetbaar. De bloemstengels worden als palen gebruikt in de bouw, en de plant wordt ook als haag gezet rond dierenweiden. Geen ezel die erover raakt, veel te stevig en stekelig. Bepaalde agavesoorten worden aangeplant om het sap te oogsten. Daarvoor worden de bijna bloeirijpe planten ‘gecastreerd’: de groeipunt wordt eruit gesneden, en gedurende enkele maanden

oogst men het suikerige sap door het af te hevelen uit het gat in de plantkern. Dat sap rijpt en er worden eenvoudige suikers gevormd. Wie suiker zegt, zegt tegelijk ook alcohol. Sinds de tijd van de Azteken bereiden de Mexicanen pulque, agavewijn, door het sap te laten gisten. En wie alcohol wint, kan er ook azijn van maken. De Spanjaarden introduceerden het distilleren en sindsdien drinkt men in Mexico mezcal en tequila. Een bijzonder veelzijdig gewas! Het suikersap wordt op het vuur ingedikt tot de siroop die in deze flesjes zit. Als ‘suikeralternatief’ heeft het product een hele reputatie opgebouwd bij gezondheidsfreaks, maar daar is men vandaag weer van terug. Onze ‘gewone’ suiker, van bieten en suikerriet, heet wetenschappelijk sucrose; dat is een disacharide die bestaat uit één glucose- en één fructosemolecule. Glucose is de suiker waarmee ons lichaam werkt, de benzine van onze motor. Maar met fructose kunnen we niet veel aanvangen, en alle fructose die wij opnemen, wordt onmiddellijk naar de lever gestuurd om er te worden afgebroken. De voedingswaarde van de fructose wordt er opgeslagen onder de vorm van vet. Zo gaat dat bij gewone suiker. Deze agavesuiker nu bestaat bijna uitsluitend uit fructose, en dat is zeldzaam in de wereld van de suikers. Fructose is veel minder efficiënt als snelle energieleverancier en heeft dus, zoals dat in de dieet wereld zo mooi heet, een lage glycemische index. Op de koop toe is fructose bijna tweemaal zo zoet als gewone suiker. Je moet er dus veel minder van gebruiken om eten even zoet te maken, iets wat ook nog eens kosten bespaart. De frisdrankenproducenten hebben dat maar al te goed begrepen. En dan groeien agaves ook nog eens in lageloonlanden. U kunt begrijpen dat de aandacht voor deze suiker bijzonder groot is en dat de agavestroop, met extra winstmarges, in al de reformwinkels en vermageringsmagazijnen van het rijke Westen terechtkomt. Maar, er is een maar! Recent onderzoek heeft aangetoond dat een hoog fructosegebruik dramatisch is voor ons lichaam. Al dat afbraakwerk van die suiker kan, bij langdurige hoge opname, leiden tot vervetting van de lever, cirroseachtige toestanden, hypertensie, hartinfarct, dyslipidemia, obesitas, pancreatitis, acuut leverfalen, zwangerschapsdiabetes en blijkbaar ook nog jicht. Helemaal niet zo ideaal dus voor wie op zijn gezondheid wil letten. Een goed alternatief voor (duurdere) glucose is fruc-

Als ‘suikeralternatief’ heeft agavesiroop een hele reputatie opgebouwd bij gezondheidsfreaks, maar daar is men vandaag weer van terug tose dus niet. In elk geval geen excuus om nu extra met agavesiroop te gaan kliederen in de keuken. De siroop bevat, volgens de verpakker, 73 procent suiker en verder allicht water, want veel andere ingrediënten zitten er niet in. Hoeveel van die suiker fructose is, wordt niet vermeld. Maar elders las ik dat het 99 procent kan zijn. Ik was sceptisch, maar agavesiroop bleek toch wel wat anders dan vulgaire suikerstroop. Naast het overzoete proefde ik een duidelijk plantaardige toets. Hoera, de siroop smaakt zowaar naar agave! Als gezondheidsproduct mag agavesiroop dan glansrijk gezakt zijn, het heeft wel een origineel smaakje, verrassend scherp zelfs. Een merkwaardig product van een eeuwenoude niet-Europese beschaving, en alleen al daarom een monument. Suiker uit een potplant. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet


BDW 1272 PAGINA 22 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Tom Sari producet house en deep house. En toch: “Ik ben al fan van Herman van Veen sinds ik klein was.”

ELSENE – “Muziek beluisteren, analyseren, maken. Het hoort bij wie ik ben, bij wát ik ben. Onlosmakelijk. Met dank aan mijn moeder: de platenwinkel was haar tweede thuis. Daarom ging ik ook sound engineering studeren in Louvain-la-Neuve. Al had mijn moeder het muziekbeest in mij wakker gemaakt, toch was ze bang: ‘Ga je daarmee wel de kost verdienen?’” Tom Sari is een muziekproducer en dj van Turks-Belgische komaf.

T

om Sari’s thuis – drie hoog in een zijstraat van de Kroonlaan – is zijn koninkrijk. Studio en leefruimte in een. Synthesizers, mengpaneel, computers. Een enorme collectie platen en cd’s, ook. Mee met de laatste snufjes, en toch met veel respect en liefde voor het verleden. “Veel van de platen komen nog uit de collectie van mijn moeder, bij wie ik tot mijn twaalfde heb gewoond. In Deurne-Zuid. Elke dag leg ik platen op de draaitafel. Een selectie maken, het vinyl uit de hoes halen – met schone handen! –, die unieke geur opsnuiven en dan de naald opleggen: het is een ritueel waar ik enorm van geniet. Een leven zonder platen zou ik triest vinden. Het is een beetje als de papieren krant lezen, in plaats van de online versie. Het tactiele, je handen die een beetje vuil worden door de inkt, de geur: het heeft iets magisch. Ik denk dat ik die liefde van mijn vader heb. Per dag kreeg hij vier of vijf kranten aan. Altijd was er wel lectuur in huis.” “Muziek kopen vind ik van essentieel belang. Platen, cd’s. Het artwork, de informatie over wie wat heeft gedaan, de techniek die ze gebruikt hebben. Ik moet dat kunnen zien, voelen, lezen om er echt in te komen. Helaas heeft

niet iedereen die houding: ‘Ik zet dat nummer op mijn computer, luister ernaar en als ik het beu ben, smijt ik het weg.’ En dat maakt het voor ons, producenten en artiesten, moeilijk. Zelf durf ik ook weleens iets te downloaden zonder te betalen, want alles kopen is onmogelijk omdat er gewoonweg veel te veel muziek is. Maar als ik het goed vind, dan koop ik het. Op plaat, cd, mp3 of om het even wat. Ik zou me er als producer niet goed bij voelen mocht ik het anders doen. Wat ook een probleem is: het is niet omdat er veel is, dat het ook goed is. Het is er niet omdat er veel mensen een computer hebben en zogezegd muziek kunnen maken, dat ze er iets van bakken.” Thuis werken vraagt veel discipline. “Er is overdag niemand om me op de vingers te kijken, onze katten Popowski en Gros Chat niet te na gesproken. Mocht ik het willen, ik zou de boel makkelijk kunnen laten lopen. Uitslapen, wat rondlummelen. Maar zo werkt het niet. Dus heb ik mijn vaste routine. Tijdig opstaan, het appartement een beetje op orde brengen en erin vliegen. Ik heb dat ook nodig; me concentreren op muziek als er nog vaat in de gootsteen staat: ik kan het gewoonweg niet. Mijn vrouw Isabelle zit een beetje anders in elkaar.

© MARC GYSENS

Maar dat is goed; yin en yang, zo hoort het. Het komt ook niet uit de hemel gevallen, hé. Het is niet omdat je van het IAD in Louvainla-Neuve komt, dat je meteen verstand van mixen hebt. Begrijpen hoe het allemaal werkt, je oor opvoeden, weten hoe de puzzelstukjes in elkaar moeten vallen, dat vraagt allemaal enorm veel tijd en inspanning.”

Muziek delen Sari’s specialiteit is het producen van house en deep house. Maar alleen daarvan kun je tegenwoordig niet meer leven. “Muziek verkopen is de jongste jaren erg moeilijk geworden. Mijn platen worden bijna in heel de wereld gespeeld, en toch moet ik schnabbelen als dj. Dat is de realiteit van nu. Nog voor je plaat uitkomt, staat de muziek al op internet. Ze wordt gedownload en beluisterd, en als de plaat dan uitkomt, dan is het: ‘Pff, dat heb ik al gespeeld.’ Het is dus heel moeilijk. En dan is er ook nog eens de crisis. Waardoor veel reclamemakers liever een liedje van twintig euro kopen, vrij van rechten, dan tweeduizend euro te spenderen aan een compositie die specifiek op het te verkopen product is gericht. Daarom ga ik ook geregeld dj’en: er moet nu eenmaal brood op de plank komen. Het is een beetje teruggaan naar de tijd van de troubadours: wou je toen iets zien of horen, dan moest je ernaartoe en betalen. Daarom ook zijn kaartjes voor concerten zo duur geworden: platen verkopen niet meer, de mensen in de industrie moeten toch ergens hun kost mee verdienen. Maar ik ben er nu eenmaal niet aan begonnen om geld te verdienen. Doen wat ik graag doe, me vrij en

Een greep uit Thomas (Tom) Sari’s rijke vinylcollectie: fragment van de cover van het eerste ep’tje van Benoit & Sergio.

gelukkig voelen, dat is het belangrijkste voor mij. En de rest neem ik erbij.” Aan de draaitafel staan op grote evenementen, maar ook ’s namiddags in Brusselse kledingzaken. Of op vernissages. “Daar speel ik dan hiphop, soul en funk, boogie... Ik doe het enorm graag en de klanten of de genodigden vinden het ook leuk, denk ik: je komt binnen, krijgt goede muziek te horen, je ziet die gast bezig. Het heeft iets heel hartelijks. Je moet aanvoelen wat de mensen graag horen, niet alleen je eigen voorkeur spelen. Als je muziek niet deelt, dan kun je er ook niets uithalen.” “Sinds een jaar werk ik samen met een andere dj – nooit gedacht dat ik dat ooit zou doen.


BDW 1272 PAGINA 23 - DONDERDAG 24 MAART 2011

FREDDI SMEKENS Gezeen

D  “Ik kan me niet concentreren op muziek als er nog vaat in de gootsteen staat”

Tom Sari, muziekproducer en dj

‘Met dank aan mijn moeder’ Die­go Cortez Salas, veel jonger dan ik, pas 22. Diego heeft mij een jaar of twee geleden uitgenodigd om samen live te spelen op een van zijn party’s in de Sint-Gorikshallen. Het klikte. Daarna heb ik een van zijn tracks gemixt, ‘Peru’. Ondertussen is het een hit geworden die iedereen speelt. De symbiose met iemand die jonger is, is voor mij heel rijk. Une histoire magnifique.”

Herman van Veen Sari is een bewuste Brusselaar, na een jeugd die verdeeld werd tussen Antwerpen en Luik. “Mijn ouders hebben elkaar leren kennen in Leuven, waar ze studeerden. Een jaar later zijn ze uit elkaar gegaan en is mijn moeder met mij weer in Antwerpen gaan wonen. Je zou het natuurlijk anders willen, maar het leven in twee totaal verschillende werelden – ik heb van mijn twaalfde tot mijn achttiende bij mijn vader in Luik gewoond – had zo zijn voordelen. In Deurne was ik een van de weinige jongens op school die Frans sprak, die iets anders kende dan Deurne-Zuid. En wanneer ik om de twee weken in Luik was, was ik een van de weinigen die het Nederlands machtig waren. De situatie was niet ideaal, maar ik zou het echt opnieuw doen: het heeft ontegensprekelijk mijn geest geopend voor het andere.” Zodra de kans zich aanbood, heeft mijn gastheer voor Brussel gekozen. “Waarom? Ik wist dat het hier te doen was en niet in Luik. Al was ik nog nooit echt in Brussel geweest. Luik... de mensen zijn daar misschien een beetje braver dan hier, maar voor de rest... Brussel: je komt buiten, je stapt in de tram en in maximaal

twintig minuten ben je ergens waar er iets fatsoenlijks te doen is. In Luik heb je dat niet.” “Dat wil nog niet zeggen dat ‘binnenkomen’ in Brussel makkelijk was. We woonden in SintGillis in de verkeerde buurt, op het slechte moment. Altijd was het wel ergens hommeles. Maar na een jaar zijn we in Elsene komen wonen. Op het juiste moment, dit keer: Flagey begon net weer op te leven.” “Ik voel me perfect op mijn gemak hier. In Antwerpen – in mijn ogen nog altijd een fantastische stad – kom ik nog altijd heel graag, maar toch ben ik elke keer blij als ik terug in Brussel ben. Die geuren, die kleuren, al die nationaliteiten: dat heb je gewoonweg niet in Antwerpen. Kom ik in Deurne bij mijn moeder, dan voelt dat raar aan. Geen vreemdelingen – of het moeten de uitbaters van de nachtwinkels zijn –, de reuk is overal hetzelfde. Hier in Brussel is het heel relax, moins chichi dan in Antwerpen.” “Ik haal mijn inspiratie uit wat andere mensen doen, en daar is Brussel ideaal voor: er is altijd wel iets te doen. Nightlife, kunst. Zo heb ik een paar maanden geleden Herman van Veen gezien in Bozar. Een ongelooflijke ervaring, ik was al fan van Herman van Veen toen ik nog klein was. Ik ben een maand later opnieuw gaan kijken, in Antwerpen, en het was niet hetzelfde. Die combinatie Van Veen en die unieke locatie die Bozar is, leverde magie op.”

Karel Van der Auwera

soundcloud.com/Thomas-Sari, www.thomas-sari.com

e vraag is en blijft, waarde lezer: wannier hemme we eet gezeen en wannier zaain we zeulf gezeen? Misschien klinkt dat wat onlogisch of zelfs onnozel, maar ik wil aantonen wat ons Brusselse woordje gezeen betekent. Laten we beginnen met het feit dat “Ik ben gezeen” helemaal niet betekent dat men bekeken of opgemerkt wordt. Men kan dus gezeen zaain zonder dat iemand ons opgemerkt heeft. Het komt er hier nu op aan gezeen wat meer vorm en inhoud te geven. Laten we beginnen met een paar uitdrukkingen die verband houden met gezeen of eventueel gezeen zaain. Zo zou men gezeen zaain kunnen vergelijken met gerold zaain of, voor hetzelfde geld, in zakke gedoen zaain. Natuurlijk is men niet altijd het slachtoffer van de omstandigheden – gelukkig maar. Zo kan men gerust uitpakken met “Ik goen a neki eet loete zeen.” In dat geval heeft men het over iets onwaarschijnlijks, of eventueel iets wat moeilijk te geloven valt. Wanneer wat men dan toch moot zeen, overeenkomt met een soort van werkelijkheid, zo niet dé waarheid, is men zelf niet gezeen. Maar stelt u zich nu eens even voor, waarde lezer, dat men ons in zakke wil doon. In dat geval kan ik maar één goede raad geven: we moote zuveul meugelaaik zeen zonder gezeen te zaain. Het kan eigenaardig klinken, maar soms heb ik het gevoel dat de meesten van mijn medemensen bij die vaststelling amper of niet stilstaan. Maar laat ik hier niet gaan moraliseren... Een alternatieve omschrijving voor gezeen is marron. Als ik me niet vergis, kan men het Franse woordje marron in ons Brussels vertalen als kastonjel. Maar hoort u één Brusselaar, waarde lezer, uzelf inbegrepen uiteraard, het hebben over: “Ik ben kastonjel”? Welnu, ik alvast niet. Daarentegen: hoe droevig de omstandigheden ook zijn, uitzonderlijk moet men weleens uitpakken met “Ik ben marron.” Maar laten we niet te veel van ons woordje gezeen afwijken. Als we aan gezeen twee lettertjes toevoegen, dan komen we gezwind uit bij afgezeen. Ik denk daarbij aan de uitspraak: “Ik was zudoenig gezeen da ’k

ervan hem afgezeen.” Om maar aan te tonen dat ons Brussels de grenzen van het vatbare ver kan overschrijden. Maar zoals de lezer intussen wel weet, hebben alle Brusselse woorden en uitdrukkingen niet alleen een negatief tintje. Zo is het bijvoorbeeld helemaal niet onwaarschijnlijk dat men iemand gelooft die zegt: “Ik hem na neki eet gezeen da nog neemand ni gezeen heit.” Niemand die mij wijsmaakt dat men nooit met zo’n uitspraak geconfronteerd is! In dat geval wordt uiteraard onze nieuwsgierigheid geprikkeld. En voor in dat geval heb ik mezelf een pasklaar antwoord aangemeten. Niet dat ik in maain koete wil loete zeen, waarde lezer, maar ik zal u die repliek wel meegeven. Die luidt namelijk: “As ge paast eet gezeen te hemme da nog neemand ni gezeen heit, wil da zegge da g’in faaite nog niks hèt gezeen.” Misschien heb ik het in vervlogen tijden al gehad over onze subtiele Brusselse opmerking “Da zeede van hee.” Wat we in dat geval van hee zeen, blijft uiteraard in het ongewisse. Hoe goed we ook kijken, meestal wordt het niets. Blijft nog over: een situatie waarmee men niets te maken wil hebben. In dat geval zijn de uitdrukkingen “Ik weit van niks” en “Da zeede van hee” gelijkwaardig. Wanneer we geconfronteerd worden met omstandigheden die ons verstand of ons gevoel te boven gaan, dan heeft men het over: “Zee da na neki af!” Die uitdrukking hoeft volgens mij zelfs niet met afzeen te maken te hebben. Bij alles wat voorafging, waarde lezer, hoef ik er niemand op te wijzen dat men zo weinig mogelijk gezeen moet zijn. En dat het Brusselse adagium “We zulle wel zeen” een vrijblijvendheid inhoudt die ons allen, en te allen tijde, kan opvrolijken en geruststellen. Omdat ik nog wat ruimte overhoud om af te ronden, wil ik er nog even op wijzen dat men zonder enig gewetensbezwaar met “Ik hem niks gezeen” kan uitpakken als men alles gezien heeft en tot in de kleinste details op de hoogte is. Het tegenovergestelde van gezeen zaain, als het ware. Enfin... we zulle wel zeen. Tot ziens, waarde lezer.

REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny. vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Lien Annicaert (lien.annicaert@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).


BDW 1272 PAGINA 24 - DONDERDAG 24 MAART 2011

Fietsen > Bike polo, een van de vele gezichten van fixed gear

Polospelers op twee wielen © BRUSSELS BIKE POLO

BRUSSEL – Een fiets, een zelfgemaakte stick en een veldje van twintig op tien meter: meer heb je niet nodig voor een spelletje bike polo. “Verslavend en niet voor watjes,” noemt Sacha Piehl (34), fervent polospeler, het. Bike polo is een van de vele gezichten van de laatste fietstrend, fixed gear. “Een vijftiental jaar geleden ontstonden de fixed gears onder de New Yorkse fietskoeriers,” vertelt Piehl. “Het zijn opgeknapte oude baanfietsen met één versnelling en meestal geen remmen. Het is een fiets die gereduceerd is tot zijn simpelste vorm. Een paar jaar geleden is het ook naar Brussel overgewaaid, en vandaag heb je een brede waaier. Naast Alleycat-races, waar om ter snelst checkpoints gepasseerd moeten worden, heb je ook bijvoorbeeld trickx en bike polo.” Bike polo lijkt op ‘gewone’ polo, maar het paard wordt ingeruild voor de fiets. De sport werd al in 1891 beoefend in Ierland door mensen voor wie polo te duur was. Bike polo was op de Olympische Spelen van 1908 in Londen zelfs de demonstratiesport. Na jaren in de vergetelheid dook het in de jaren 1990 weer op, in Seattle dit keer. “De sport is toen aangepast aan de stad,” zegt Piehl. “Je speelt het nu drie tegen drie met een straathockeybal, en zowel de goal als de stick wordt gemaakt met wat je toevallig voorhanden hebt. Voor de stick kun je bijvoorbeeld een skistok nemen en er een afgesneden stuk buis aan bevestigen.” “Het veld moet minstens twintig meter lang en tien meter breed zijn, maar liever het dubbele. Dat is niet gemakkelijk te vinden in Brussel. We trainen nu onder meer op het pleintje voor het ING-gebouw aan de Kleine Ring of op het

de  CLUB

Voor bike polo is een fixie geen absolute must, een stevig frame en dikke banden zijn dat wél.

Daklozenvoetbalploeg Les Barons, Brussel

Straatadel met bal “De baronnen, ja – ze gedragen zich er soms naar,” vertelt Steffen Van Wymeersch (28) lachend. Van Wymeersch is polyvalent medewerker bij de welzijns-vzw Hobo Archipel en tevens manager van de ploeg. Les Barons nemen deel aan de Belgian Homeless Cup (BHC). In drie toernooien strijden ze met ploegen uit negen andere Belgische steden om een plaats af te dwingen op het WK voor daklozen. Het draait om meer dan sport. “Er wordt ook veel belang gehecht aan fair play en de houding naast het veld. Daarnaast is er ook een sociale jurering, waar elke ploeg projecten moet voorstellen.” Het Brusselse project is een voltreffer. Per toernooi mogen maximaal twaalf spelers meereizen, maar bij de Brusselaars zijn er al zo’n 45 geïnteresseerden. “Daarom hebben we drie ploegen opgericht.” Bebe is een voorbeeld voor dakloze voetbal-

© MARC GYSENS

BRUSSEL – Les Barons: na de film draagt nu ook de Brusselse daklozenvoetbalploeg die naam met trots. De baronnen strijden voor een plaatsje op het WK.

Les Barons, straks op de Belgian Homeless Cup. “Fair play en attitude zijn belangrijk.”

© TETE DELACOURSE

lers: hij is een Portugese ex-dakloze die zich op het WK voor daklozen toonde en ondertussen bij Manchester United speelt. Zo’n vaart zal het voor de Brusselse spelers niet lopen, maar kneusjes zijn het allerminst. “Het zijn bijna allemaal straatvoetballers. Er lopen echt goede spelers bij. De bedoeling is dat sommigen doorgroeien naar reguliere clubs.” Brussel neemt al voor de derde keer deel aan de BHC. “De belangrijkste les uit eerdere ervaringen is dat we de ploeg moeten omkaderen en structureren. Behalve onze vzw zorgen ook Buurtsport, de sportdienst van de VGC en de vzw Het Anker voor de omkadering.” “Tijdens de training gaan de spelers er voor de volle honderd procent voor. De vorige jaren was niet al het materiaal er. Er waren ook heel wat frustraties, soms zelfs vechtpartijen. Het respect voor de tegenstander ontbrak weleens. Nu tekenen de spelers een contract, en we schorsen als ze zich misdragen. Ze kunnen zelfs uit de ploeg vliegen. Tegenwoordig draait het bij ons zelfs beter dan bij reguliere clubs.” Les Barons trainen één keer per week aan de Nijverheidskaai in Molenbeek en lieten zich op het eerste toernooi meteen opmerken. Ze wonnen, en begin april strijden ze voor een tweede zege. “Daarna worden de punten van de twee toernooien opgeteld en worden de ploegen in poules onderverdeeld voor de finale.” De kaarten liggen goed. “Wij kunnen ons zeker plaatsen voor het WK.” TS


BDW 1272 PAGINA 25 - DONDERDAG 24 MAART 2011

David Steegen Adrenaline Moricharplein in Sint-Gillis. Als het regent, hebben we een probleem. Dan zoeken we garages op, maar simpel is dat niet.” Tijdens het spel mogen de voeten de grond niet raken. Wie dat wel doet, al dan niet na een duel, moet even naar de zijkant. Die

“De fiets in elkaar steken en mooi maken hoort erbij. Pimp my ride is er niets bij” duels zijn overigens stevig. “Het is niet voor watjes,” stelt Piehl. “Het gaat er meestal hevig toe. Rugby- en hockeyfanaten zullen er zeker plezier aan beleven.”

Pimp my ride Brussels Bike Polo trekt regelmatig naar Antwerpen, Gent of zelfs Rijsel om het op te nemen tegen ploegen daar. Afspreken gebeurt over het internet of de telefoon, een strakke organisatie is er nog niet. “De spelers organiseren alles, het is nog volledig underground. Voor sommigen is dat de aantrekkingskracht. In Amerika en Londen is het georganiseerd, zoals het voetbal bijvoorbeeld. Iedereen heeft daar zijn mening over, maar ik zou het persoonlijk niet erg vinden mocht dat ook in België gebeuren. Als ik maar kan spelen. Het probleem is wel dat het aantal nogal beperkt is. Bij ons gaat het dus met hoogten en laagten. Mensen komen en gaan – Ameri-

kanen bijvoorbeeld, die weleens komen meespelen als ze even in Brussel zijn. Tijdens de winter heb je sowieso minder fietsers en staat het op een laag pitje. Maar zolang we met zes zijn en een wedstrijd kunnen spelen, zijn we blij.” Bike polo wordt doorgaans op fixed gearfietsen gespeeld, maar ook andere fietsen zijn toegelaten, als ze maar stevig zijn. “Van de harde duels hebben de fietsen flink te lijden. Je moet bijvoorbeeld een steviger frame en dikkere banden monteren. Het is leuk om een fiets op te knappen, dat is ook de ziel van fixed gear. Het in elkaar steken van de fiets en hem mooi maken horen erbij. Pimp my ride is er niets bij (lacht).” Brussel heeft al twee fixed-gear-winkels: naast Fixerati in Elsene kwam er een zestal maanden geleden Vainqueur aan het Flageyplein bij. Vainqueur organiseert op 30 april Alleï ket. “Het wordt – de naam zegt het – een Alleycat-race, dus: checkpoints passeren,” legt Clément Chartier (33) van Vainqueur uit. “De wedstrijd begint rond 18 uur aan het Flageyplein. De deelnemers krijgen een plannetje en vertrekken dan voor dertig, veertig kilometer. Alle soorten fietsen zijn toegelaten.” Alleï ket is een van de weinige fietswedstrijden in Brussel; het is ook dé gelegenheid om eens een verzameling ‘gepimpte’ fixed gears te bewonderen. “Fixed gear is in de mode, het is mooi en nieuw, maar met een snuifje vintage. Alle voorwaarden zijn vervuld: deze zomer wordt het boem!” Tim Schoonjans www.brusselsbikepolo.be, ketjes.fixedgear.be

AANGEPASTE SPORTDAG DILBEEK – Mensen met een ernstige verstandelijke handicap krijgen van de VGC een Aangepaste Bewegingsdag voorgeschoteld. Op dinsdag 29 maart krijgen jongeren (ouder dan twaalf ) en volwassenen opnieuw een aantrekkelijk activiteitenpakket voorgeschoteld. Of het nu wandelen of dansen is, Sherborne, Boccia en matcurling of een ballenparcours en levend gezelschapsspel, de deelnemers zullen zich geen seconde vervelen. Alle activiteiten zijn toegankelijk voor

Klokslag op de middag wordt op 2 april het startschot voor de 24 uur van het Ter Kamerenbos gegeven. Rond het meer van het Robinsonchalet wordt over een afstand van 2,6 kilometer gefietst, door zowel gewone als ‘folkloristische’ fietsen. Elke groep schrijft een of twee rijwielen in. Voor de kleinsten (712 jaar) is er van 12.30 tot 17.30 uur vijf uur mountainbiken. De 24 uur fietsen is een van

tion, het eindpunt van de hogesnelheidslijn Brussel-Londen, lopen enkele jonge Deense fans naar de metro. Klaar om de stad te veroveren. Toeristen onder (een aangename) hoogspanning. Ik herken het gevoel. Een volle dag rondlopen in Londen. Pubs bezoeken en uitgelaten zingen. Hier en daar wat shoppen, maar vooral trots en eensgezind de liefde bezingen voor hun kleine club, die al zo ver is geraakt in de Champions League. Voor mij is de wedstrijd nog heel ver weg. Samen met mijn reisgenoot, ook actief in de Belgische voetbalwereld, doe ik wat ik altijd doe in Londen. Kuieren in de stad, om dan in de vooravond de pub Butcher’s Hook tegenover Stamford Bridge, het stadion van Chelsea FC, aan te doen. Altijd een speciaal moment: in deze pub werd de club opgericht. Een tiental minuten voor de wedstrijd wandelen we naar onze plaatsen. Ik benijd de goedgeluimde fans. Het blije vooruitzicht om een voetbalwedstrijd bij te wonen is een voorrecht van de supporter. Ik weet zeker dat mijn collega van Chelsea zich op dit eigenste ogenblik zorgen maakt over het nakende resultaat. Bij verlies zal de kritiek losbarsten en zal de voorbereiding op de topper tegen Manchester City van zondag stressvol zijn. Mijn Chelsea-collega heeft geluk. De match stelt niet weinig voor en er zijn geen incidenten, niet op het veld en ook niet ernaast. Zondagavond, kwart voor acht. RSC Anderlecht heeft net met veel moeite van KAA Gent gewonnen. Enkele uren later ben ik nog altijd niet in slaap geraakt. Ik ben bevoorrecht. Ik mag de club dienen. De adrenaline neem ik er graag bij. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht

ADVERTENTIE

rolstoelgebruikers en worden aangepast aan het niveau van de groep. Na het onthaal om 9.30 uur in het sportcomplex van de campus Parnas (Stationsstraat 301, Dilbeek) gaat om 10.15 uur de eerste sessie van start. Van die sessies, van telkens 45 minuten, staan er in de voor- en de namiddag telkens twee op het programma. Deze Aangepaste Bewegingsdag is op maat van mensen met een ernstige verstandelijke handicap. Voor mensen met een matige of lichte verstandelijke handicap organiseert de TS VGC andere sportdagen.

Fietsmarathon in Ter Kamerenbos BRUSSEL – Voor de 25ste keer worden in het Ter Kamerenbos 24 uur lang rondjes gefietst.

Chelsea FC–FC Copenhagen. Nu de Europese campagne van RSC Anderlecht onherroepelijk voorbij is, ga ik graag in op de uitnodiging van een vriend uit Londen. Het is tijd om het vaderlandse clubvoetbal even te laten voor wat het is. De transfer van de kleine Prins van het Park, de Babylonische spraakverwarringen over de competitiehervorming, de vele geblesseerden bij paars-wit en andere heikele dossiers stuwen me naar de Britse hoofdstad. De overbodige terugwedstrijd in de Champions League – de Londenaars wonnen eerder met 0-2 in Denemarken – is een welkome afwisseling. De eerste niet-RSCA-wedstrijd sinds ik voor de Brusselse club werk. De eerste match waarover ik me vooraf geen zorgen hoef te maken. Hugo Borst, geprezen Nederlandse columnist, journalist maar vooral supporter van Sparta Rotterdam, beschrijft het treffend: “Ik ben de gevangene van Sparta.” Voor een club werken, voor de club van je hart in de stad van je hart, is een graad erger. Ik ben de uiterst gewillige gevangene van RSCA. Borst wil zich ooit, na zijn loopbaan als journalist, wanneer de maatschappelijke plichten vervuld zijn, inzetten voor ‘zijn’ club. Hij wil bestuurder worden. Is dat wel een goed idee? Het comfort is dan helemaal weg. Borst zit op de eretribune, waar hij met oude gloriën van de club zijn tevredenheid en zijn ongenoegen kan uiten. Hij en de vermaarde Rotterdamse dichter Jules Deelder beleven de wedstrijd als fans. Die hebben het recht om zich onmiddellijk over te geven aan zuivere emotie. Als clubdienaar is het aangeraden om het overzicht te behouden en de gevolgen van de prestaties in te schatten. Afstand houden van de emotie, de vergankelijkheid en het eeuwige herbeginnen is een hele opdracht. ’s Ochtends, in het prachtige St Pancras Sta-

de belangrijkste samenkomsten van scouts en gidsen uit heel België, van wie er een tienduizendtal worden verwacht. Zij kunnen naast de aflossingswedstrijd ook genieten van stands en activiteiten als een potje rugbyen, de keel smeren voor karaoke of genieten van een demonstratie trial of optredens. Prijzen zijn er voor de mooiste folkloristische fiets, voor fair play, technische prestaties en uiteraard voor de snelste fietser. Die prijzen TS worden op 3 april uitgereikt. www.24heuresvelo.be


BDW 1272 PAGINA 26 - DONDERDAG 24 MAART 2011

aflevering 6

leesbee in Koekelberg zitten echte ol ho sc es ek de Ka de n va In de derde graad

. . . m o o b n e e n i Hoog

© SASKIA VANDER STICHEL

E

chts) O Leesbeesten Mariem (re en Veysel (links). De wonden op hun hoofd zijn nep: ze rd’. hebben ze zelf ‘gefabricee de Lees er meer over in rubriek ‘Missing link’!

©2009 Turtle Industries

dat mee. Dat is het ma ximum ijd alt je mag meenemen. Ik kijk of het eerst naar de titel. En ook en of s goed verdeeld is in alinea’ orden er niet te veel moeilijke wo die in staan. Anders moet ik oek, opzoeken in een woordenb dat vind ik niet zo leuk. en V: Ik ga bijna elke woensdag r voo zaterdag. Meestal kies ik t té dik ke boeken, maar ook nie s de lee Ik dik, zoals Harry Potter. pag ina achter flap en ook altijd één of het ik in het boek zelf. Zo weet erhalen spannend genoeg is. Stripv neem ik ook vaak mee.

zoals gang! Op heel wat plekken, de n aa p lo vo er we is k ee en De Jeugdboekenw organiseerd rond boeken ge s le al n va er t rd wo n, le deren bibliotheken en scho school! Maar lezen deze kin es ek de Ka de n va d aa gr e verhalen. Ook in de derd waar? Wij ontfutselden ze En al? zo n da ze n ze le t wá uit Koekelberg graag? En en. enkele van hun leesgeheim ingsplek om Hebben jullie een lievel te lezen? egentien kinderen zitten er naar het ad gra de der fe tof e dez M: Ja, in een boom! Als we in kruip ik ik. park gaan in Molenbeek, dan van de Kadeekes. Drie t mijn boek. aan lezen, altijd hoog in een boom me van hen hebben een hekel t lezen? he n aa s iet nu lie jul n Zij in het park k en maar Ook als de andere kinderen van k vijf vinden het een beetje leu boe een ik eg kre en M: Ja, gister eentje. Ik vind t hun neus spelen, lees ik vaak in m’n liefst elf (!) zitten graag me tijd van de de r doo s Rei t hee dat , iha Fat d. Als het Een klas het gewoon superspannen on, beg in een boek, krant of strip. ik n Toe n. lto Sti o im muis Geron huilen met van die triestig is, moet ik weleens vol leesbeesten, dus! Twee en. Het is lez uit n tee me het ik de wil tegelijk ook (10) en dat boek. Dat is eng, maar n eri leesbeesten heten Mariem en ord wo ge mi som , dan weet goed omdat babbel wel goed. Als ik moet wenen Veysel (11). We hadden een : zoals het zijn n eve chr ges al cia spe chreven is. ook te rijstik dat het boek echt goed ges de op met hen over leesbomen, gro dan ze n late dat en, woord spring bed, htmerries V: Ik lees het liefst in mijn met-k rentenhonden en nac g springen. hoo om ook s cie pre ina pag tje licht. ’s avonds, met een klein bee die soms uitkomen. Grappig! . Soms lees Bijna altijd voor ik ga slapen Academie rrie me cht Na De k boe t He V: bijvoorbeeld . Wat ik ook op het internet. Om ezen, gel n Jullie houden van boeken ede gel g lan zo t nie heb ik nog keer in de te weten wat er de volgende lezen jullie het liefst? De naam . oek gsb elin liev jn mi is dat geheimen tv-serie gaat gebeuren. Mariem (M): Boeken met rijver ken ik niet meer. (De sch de van het erin, want ik heb graag dat Het gaat schrijver is Dean Lorey, red.) ken vind boe ge ppi gra k Gaan jullie soms naar de Oo is. end nn spa gen die zich alleen jon e rijk een r ove ag. gra ik alles bibliotheek? en zijn ik heel leuk. Eigenlijk lees lt. Als hij op kamp gaat, kom voe vier boeken van est me M: Ja, en dan neem ik altijd lig! eze gri Veysel (V): Ik hou het ker Lek . uit t ech ies nachtmerr

N

sten

l fantasie. spannende verhalen met vee euren, bedoel Waar gek ke dingen in geb

s Lezen mama en papa som nog voor? en V: Mijn mama heeft me ler het lezen toen ik nog maar in t een me , tweede kleuterklasje zat Dat boek van mijn grotere broer. t nie ze was tof. Maar nu leest meer voor. ar M: Bij mij ook niet meer, ma a. Ik vroeger wel. Vooral mijn pap ltje haa herinner me nog een ver van Jip en Janneke van de midt. schrijfster Annie M.G. Sch Jip Dat ging over de kinderen r naa eg en Janneke die onderw te de schoenmaker een heel gro ten we dalmatiër zien. Maar ze het dan niet wat dat is. Ze noemen ond’ nh nte maar ‘een rijst-met-kre die (lacht). Dan kruipen ze op en oen hond en gaan ze de sch is lang van Janneke ophalen. Het ltje geleden dat ik dat verhaa in hoorde, ik woonde toen nog me het Nederland. Maar ik kan En nu nog heel goed herinneren. aan r, voo lees ik soms ook zelf mijn kleine broert jes. t3 Jeugdboekenweek, tot en me eek.be nw eke april. Op ww w.jeugdbo eim kan je onder andere een geh ry mo me ver volgverhaal lezen en spelen!


BDW 1272 PAGINA 27 - DONDERDAG 24 MAART 2011

za ZI

N 9 TOT A V

E

V OOR DW

JAAR • B 3 1

DOOR PATRICK JORDENS

K

LIN G N SI

D EREE N IE

LE

Het bloederige geheim

van Cluedo

© SASK IA VANDERST ICHE

MIS

© SASKIA VANDER STICHEL

E

IDENTIKIT

, derde graad g er b el ek o K n va s e ek e ad De K en kan je horen in de klas? Hoeveel verschillende tal en Nederlands.” “Elf, waaronder Albanees enschap? Jullie meest bijzondere eig én onze juf zwemt soms “We zijn grappig en artistiek graag op de banken.” Favoriete schooldag? ” ze hersenen weer wakker. “Maandag, dan worden on Jullie droomuitstap? “Op fietskamp!”

ATELIER

Met hoeveel zijn jullie? “Met negentien.”

dan denk je Als jullie de foto links zien, e arme meisjes misschien: wat is er met dez misschien? gebeurd?? Te hard gevochten uit... Het is te Ze zien er behoorlijk gewond lf en bij elkaar zeggen: ze hebben bij zichze e dat zo komt? wondes gemaquilleerd. Ho enweek dit jaar Het thema van de Jeugdboek ft de derde is ‘geheimen’, en daarom hee voorbije weken een graad van de Kadeekes de zonnen: Cluedo. In spannend moordverhaal ver uit hun klas in de dat verhaal wordt een jongen ord. Heel wat zaken kelder van de school vermo heeft de moord geraken niet opgelost. Wie t welk wapen? gepleegd? Waarom? Me te detectives al De leerlingen moeten als ech lossen. Dat doen ze die vragen proberen op te neelspel, waarin tijdens een soort moord-to het slachtoffer en de vijfde- en zesdek lassers len. Want Zineb, de vele hoofdverdachten spe allemaal op het Yasmina, Fatiha... ze waren kelder. moment van de moord in de ren de kids Toen Zazie langsk wam, wa den, zodat zich volop aan het voorberei gelijk zou het toneelstuk er zo echt mo epjes zich uitzien. Ter wijl sommige gro taal verzinnen of bezighielden met een geheim rden anderen hoe vingerafdruk ken nemen, lee quilleren. Met ze lelijke wondes kunnen ma vooral véél bloed wa x, bruine of rode ver f en even leek het of – nepbloed nat uurlijk! Heel ar op de afdeling we niet in de klas zaten, ma andere horror film. special effects van de een of van de andere Benieuwd of de leerlingen te mysterie van klassen uiteindelijk het gro ? Kijk nu zondag Cluedo weten op te lossen ssel vandaag op om 18 uur zeker naar Bru moordenaar is! tvbrussel en ontdek wie de griezelig Wil je meer weten over dit oject? geheimzinnige Cluedo-pr tussen 12 en 13 uur Luister dan zaterdag ook (98.8). Of sur f naar naar Klets op FM Brussel ww w.klasindemedia.be...

dicht van Ece... Een heerlijk akelig ge ast is van Mariem) (en het afficheontwerp hierna

Later als ik groot ben Later als ik dood ben Slaap ik in een houten kist Zweef ik ’s nachts als mist Jullie sleutelgaten door


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.