5 minute read

Natuur.gebied: Oude Landen

Parkgebied Oude Landen: vol van water?

Tekst & foto’s: Willy Ibens

Advertisement

Ten oosten van het natuurreservaat Oude Landen ligt – tussen de spoorlijn van Antwerpen naar Roosendaal en het ringspoor naar het havengebied – een open ruimte van zo’n 50 ha groot. Op de ruimtelijke bestemmingsplannen, opgesteld op het einde van de jaren ’70, werd die ingekleurd als parkgebied. Dit is de laaggelegen vallei van de Donkse beek, de Oude Landsebeek en de Laarse beek. Ooit was ze een onderdeel van de polders van Ekeren. Eeuwenlang was deze vallei in gebruik als akker, weiland en hooiland. Deels tot op vandaag, al zijn de bloemrijke en kleinschalige velden van weleer nu vervangen door grote maisteelten.

De aanleg van een park in functie van de aansluitende woonzones van Ekeren-Centrum, Donk en Merksem werd nooit gerealiseerd en het gebied is nauwelijks toegankelijk voor wandelaars. Natuurpunt heeft meermaals getracht om hier terreinen aan te kopen en ze te beheren als natuurreservaat. Niet zo lang geleden nog voerden wij onderhandelingen met NMBS over de aankoop van een aantal percelen. Maar finaal lukte dat niet. Geleidelijk werd hier het leefgebied van kieviten, scholeksters, leeuweriken en roodborsttapuiten ingenomen door intensieve landbouw.

Pogingen om dit parkgebied planologisch op te waarderen tot natuurgebied botsten op het verzet van de landbouwsector. In natuurgebieden geldt bij verkoop van percelen immers een nul-bemesting om de natuurdoelen te kunnen realiseren. In een parkgebied geldt die beperking niet. Het oog van Infrabel viel op het parkgebied Oude Landen.

Door de Vlaamse regering werd in 2006 een procedure opgestart om deze plannen te realiseren. Daarvoor moest de bestemming van een deel van het parkgebied worden omgevormd tot spoorweginfrastructuur. En dat zonder afbreuk te doen aan de waterbergingscapaciteit.

Een plan-MER (milieueffectenrapport) werd opgesteld. Nieuwe hoge spoorbermen zorgden uiteraard voor onrust bij de omwonenden en het Antwerpse stadsbestuur had oor voor een ondergrondse kruising van de spoorlijnen om de ruimtelijke impact en de omgevingshinder te beperken.

Het plan-MER van 2011 werd geactualiseerd en de ondergrondse varianten voor de aanleg van de nieuwe sporen werden onderzocht.

Wateroverlast

Soms spelen toevalligheden een cruciale rol. Na dagenlange plensbuien liep in september 1989 het ganse parkgebied en het natuurgebied Oude Landen onder water. Het spoorverkeer op de lijn Antwerpen-Roosendaal en het goederenvervoer van en naar het Antwerpse havengebied werden noodgedwongen onderbroken. Delen van Merksem, Donk en Ekeren stonden blank of werden bedreigd door wateroverlast. Het parkgebied Oude Landen en het natuurreservaat Oude Landen konden het grootste deel van het regenwater dat vanuit de Kempen bleef toestromen bufferen en zo erger voorkomen. De overtuiging groeide snel dat de inrichting van het parkgebied als overstromingsgebied noodzakelijk was om de gevolgen van de klimaatverandering te milderen en zo het overstromingsrisico voor de woonwijken in de buurt te beperken tot één keer in 100 jaar.

‘Modal shift’ voor haventrafiek

Het bleef bij plannen tot op het moment dat langzaam maar zeker het wegennet rond Antwerpen dicht slibde. Met de groei van de goederentrafiek van en naar de Antwerpse haven en de noodzaak om meer goederen te vervoeren via de binnenvaart en het spoor – de zogenaamde ‘modal shift’ – werd er terecht uitgekeken naar een verbetering van de spoorinfrastructuur en naar bijkomende ruimte voor spoorbundels in de Antwerpse rand. Deels werd dit een meevaller, want op basis van inspraak en meer inzicht verdwenen de plannen voor onderhoudsinstallaties in de prullenmand en werden de bijkomende sporen beter gebundeld. Al kan dit laatste altijd nog beter. Deels ook een tegenvaller, want het Antwerpse stadsbestuur draaide haar kar en bleek plots geen vragende partij meer voor een ondergrondse spoorkruising. Vooral de torenhoge kost van een tunnel, de ruimtelijke impact tijdens de jarenlange werken en de onteigening van een aantal woningen langsheen het ringspoor deden het stadsbestuur kantelen.

Ruimte voor water, natuur en natuurbeleving

Het blijft bijzonder jammer dat zowat 20 ha van het parkgebied – of zo’n 40% van de huidige open ruimte – wordt opgeofferd aan nieuwe spoorinfrastructuur. Een betonstop mag niet enkel betrekking hebben op het aansnijden van bijkomende ruimte voor wonen. Een betonstop betekent eveneens een stop aan allerhande projecten die onze verstedelijkte open ruimte verder fragmenteren en verharden en de kwaliteit van de natuur en van onze leefomgeving aantasten.

Voor Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen was dit wel een unieke kans om met Infrabel en Tuc Rail aan tafel te gaan zitten om de inrichting van dit nieuwe overstromingsgebied te optimaliseren.

6 Intussen zijn de natuurinrichtingsplannen uitgetekend. Nu het GRUP (Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoerings Plan) definitief is goedgekeurd kan einde 2019 een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden ingediend.

Het basisprincipe is dat het overblijvende deel van het parkgebied wordt afgegraven tot op het niveau van de gemiddelde grondwatertafel. De Laarse beek, die nu vanuit het Peerdsbos in de kokers van de Omgelegde Schijns stroomt, wordt omgeleid om doorheen dit overstromingsgebied te meanderen. Het zorgt én voor buffering van het oppervlaktewater én voor bijkomende waterinfiltratie. Doorheen dit nieuwe natuurgebied slingert een wandelpad. Bij overstroming blijft het nieuwe natuurgebied toegankelijk via een verhoogd vlonderpad. Welke natuurlijke habitats hier zullen ontstaan, hangt deels af van de kwantiteit en de kwaliteit van het aangevoerde water en van het ingestelde natuurbeheer.

Uiteraard is Natuurpunt Antwerpen Noord & Kempen kandidaat-beheerder. Indien de hoge spoorwegbermen worden begraasd door schapen kunnen bloemrijke bermen ontstaan die ideaal zijn voor allerlei vlindersoorten. Een jaarlijks maaibeheer gekoppeld aan extensieve begrazing door Galloway-runderen van de natte graslanden zorgt op langere termijn voor gevarieerde vegetaties met rietkragen en open water, goed voor allerlei rietvogels en zeldzame planten. In de meanderende Laarse beek is nu al plaats voor de rivierdonderpad, een uiterst zeldzame riviervis die Europees beschermd is. Wij verwachten dat zijn leefgebied hier kan worden uitgebreid.

Zodra de kwaliteit van de Oude Landsebeek en de Donkse beek op punt staat – en daaraan wordt volop gewerkt door Aquafin – is het de bedoeling om via zonnepompen of via een knijpstuw en een vistrap water aan te voeren naar het natuurreservaat Oude Landen. Hiermee kan de verdroging van de natte hooilanden en de rietlanden beter worden opgevangen.

Om de huidige versnippering ongedaan te maken komen er eveneens nieuwe spoorbruggen voor de Oude Landsebeek en de Laarse beek zodat water, dieren en natuurliefhebbers veilig onder de sporen door kunnen.

Op plan ziet het overstromingsgebied Oude Landen er heel veelbelovend uit. Maar we blijven waakzaam. Ook in andere natuurcompensatiedossiers waarin NMBS en Infrabel zijn betrokken, zoals de Opstalvallei in Berendrecht, is er een hemelsbreed verschil tussen planning en uitvoering.

This article is from: