3 minute read

KEICOOL

Snor en Eikeldop zien ‘helikopters’ boven de Oudelandse beek …

Tekst: Mart Pauwels

Advertisement

Tekening: Pascale Vantieghem, Ann De Deken

Het fraaie voorjaarsweer heeft de libellen uit het water gelokt. Samen met Snor en Eikeldop nemen we een kijkje in de wondere wereld van deze insecten.

Waterjuffers en glazenmakers

Het is niet altijd gemakkelijk om een libel op naam te brengen. Maar als je ze ziet rondzweven in de Oude Landen kan je er gemakkelijk twee grote groepen uit halen. Waterjuffers zijn de kleintjes onder de libellen en zijn minder opvallend dan de grotere soorten, die we glazenmakers noemen. Waterjuffers houden in rust hun vleugels netjes boven het lichaam samengevouwen. Als je goed kijkt zal je merken dat alle vier de vleugels vrijwel even groot zijn. Glazenmakers houden in rust de vleugels altijd geopend. Ze zijn veel betere vliegers. Soms lijken ze wel op helikopters.

Zwenkend en draaiend jagen ze op muggen, vliegen en vlinders.

Libelleneieren in het water

Met ritselende vleugels vliegt een libel over de Oudelandse beek. Ze maakt een scherpe bocht langs het riet en duikt naar beneden. Heel even blijft ze op een plaats boven het water hangen. Daarna laat ze zich zakken op een takje dat op het water drijft. Ze kromt haar achterlichaam en steekt het uiteinde ervan in het water. Een eindje verderop herhaalt ze dit. Zo legt de libel, op verschillende plaatsen in de beek, haar langwerpige eieren. Het kunnen er wel een paar honderd zijn. Drie tot zes weken later kruipen de kleine larven uit de eieren.

Hoe lang blijven libellenlarven onder water? Eén tot drie jaar. Dit is afhankelijk van de temperatuur van het water, de hoeveelheid voedsel en de soort libel. De larven vangen waterdiertjes zoals muggenlarven, watervlooien en kikkervisjes. Hun onderlip

is uitgegroeid tot een ‘vangmasker’. Dit heeft aan het uiteinde scherpe grijptangen. Is de libellenlarve dicht bij de prooi, dan klapt het vangmasker naar voor en wordt het voedsel gegrepen.

Boven water

De larve groeit door veel te eten. Zijn huidpantser groeit echter niet mee. Het wordt te klein en scheurt.

M a a r g e e n n o o d ! O n d e r die oude huid zit al een nieuwe. Een libellenlarve vervelt zo’n keer of twaalf. Voor de laatste vervelling is er een rustperiode. In de larvehuid ontwikkelt zich een volwassen insect. De larve kruipt uit het water, grijpt zich vast aan een plantenstengel. Ze begint aan de laatste stap naar het volwassen leven: de laatste vervelling. Dat gebeurt meestal in de vroege ochtend en duurt enkele uren.

Nog even drogen

Naarmate het lichaam opdroogt en er lucht wordt ingepompt, krijgt het insect zijn uiteindelijke vorm en grootte. De huid en de vleugels worden hard en het duurt niet lang of de libel is klaar voor haar eerste vlucht.

Jagers met superogen

‘Waterjuffers’ of ‘glazenmakers’ zijn klein en tenger. Ze hebben vier gelijke vleugels en facetogen die ver uit elkaar liggen. Ze hebben sprookjesachtige namen: bosbeekjuffer, koraaljuffer, lantaarntje, watersnuffel, weidebeekjuffer, … De ‘echte libellen’ daarentegen zijn groter en forser en hun facetogen staan zeer dicht bij elkaar. Hun voorste vleugels zijn een stuk kleiner dan de achterste. Ze hebben namen als: glassnijder, grote keizerlibel, paardenbijter, smaragdlibel, platbuik, viervlek, … Ondanks hun spectaculaire jachttechnieken hoef je niet bang te zijn van deze rovers. Ze bijten of steken niet!

Nieuwsgierig geworden? Dan moeten jullie beslist eens op speurtocht in de Oude Landen!

This article is from: