Bouwkundewinkel Eindhoven, 30 jarig jubileum

Page 1

Bouwkundewinkel 30 jarig jubileum



Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Facilitair medewerker Wat is de Bouwkundewinkel? Bouwkundewinkel in cijfers Geschiedenis Uitnodiging van PAB naar BWK Begeleidingscommissie Toekomstperspectief Promotie-acties Projecten van oud-winkeliers Slotwoord Sponsoren Colofon

4 5 6 8 9 11 12 13 17 18 21 41 42 43

3


Voorwoord Voor u ligt het jubileumboek ter ere van het 6de lustrum van de Bouwkundewinkel. We hebben als huidige winkeliers van de Bouwkundewinkel hard gewerkt om dit boek tot stand te brengen. We zijn de archieven ingedoken en hebben tussen alle stapels met dozen gezocht naar oude documenten, foto’s en verhalen maar dit hebben we niet alleen gedaan. We hebben namelijk veel hulp gehad van verschillende oud-winkeliers die ons met enthousiasme hun verhalen wilden vertellen. In het jubileumboek hebben we geprobeerd de veelzijdigheid van de Bouwkundewinkel vast te leggen maar vooral wat voor bijdrage de Bouwkundewinkel heeft geleverd aan niet alleen de maatschappij maar ook voor de faculteit Bouwkunde en natuurlijk voor de winkeliers persoonlijk. Wij wensen jullie heel veel lees plezier met 30 jaar Bouwkundewinkel Eindhoven!

Faas Moonen, Kim Vermeulen, Roel Schiffers, Anne Grave en Pieter Deijkers

4


Inleiding We zijn zeer vereerd dat we in 2015 alweer het 6e lustrum van de Bouwkundewinkel Eindhoven mogen vieren. De afgelopen dertig jaar hebben er vele veranderingen plaatsgevonden, zowel in de maatschappij als op de Technische Universiteit Eindhoven. Door steeds weer op deze veranderingen in te spelen en door de inzet van medewerkers en docenten heeft de Bouwkundewinkel haar positie kunnen behouden en versterken binnen de Faculteit Bouwkunde. Waar eens de wetenschapswinkels floreerden aan de Universiteiten in Nederland en België zijn deze de laatste tijd flink in aantal gedaald. Zo ook aan de TU/e, waar voorheen vijf wetenschapswinkels gevestigd waren. Toch blijft er vraag naar de maatschappelijke functie van de wetenschapswinkels. Dit blijkt ook uit het aantal aanvragen die wij, als de Bouwkundewinkel binnen krijgen. Zo werd bij het 20 jarig jubileum aanvraag 1116 in behandeling genomen en zijn we nu al weer aanbeland bij aanvraag 1330. Door in te spelen op de veranderingen binnen de organisatie en het onderwijs aan de TU/e hebben we ervoor kunnen zorgen dat de bouwkundewinkel haar maatschappelijke functie kan blijven vervullen. Waar voorheen de winkel bestond uit 8 winkeliers die alle aanvragen zelf in behandeling namen, is de werkwijze veranderd naar een ‘bemiddelingsbureau’ bemand door 4 studenten. Aanvragen worden nu uitgevoerd door studenten, die worden beloond met studiepunten. Nu de bouwkundewinkel is opgenomen als keuzevak in het ‘Bachelor College’ en de ‘Graduate School’ zal ook in de toekomst de maatschappelijk functie kunnen worden vervuld. Hoe we dit de afgelopen dertig jaar hebben gedaan en hoe de bouwkundewinkel is ontstaan kunt u allemaal vinden in dit boek ter ere van het 6e lustrum. Namens de huidige winkeliers van de Bouwkundewinkel Pieter Deijkers, Voorzitter Bouwkundewinkel 2014-2015

5


Facilitair medewerker “If one cannot direct the wind you better adjust your sails.” 30 jaar Bouwkundewinkel is een mooi moment om terug te kijken op de dynamische periode achter ons. Wat verderop in dit jubileumboekje wordt deze periode treffend beschreven door Reinder Rutgers, die laat zien dat de bouwkundewinkel zich gelijkopgaand met de Faculteit heeft ontwikkeld. Zelf kan ik terugkijkend op ongeveer 15 jaar Bouwkundewinkel. Maar dit is meer dan genoeg om mij te laten glunderen van trots op de opeenvolgende winkeliers, die er steeds weer in zijn geslaagd om een dreigende situatie zodanig om te vormen dat de bouwkundewinkel nu sterker is dan ooit daarvoor. Maar gemakkelijk ging dit nooit. Zo herinner ik me nog diverse beleidsweekenden (waarvan die in Antwerpen, Eerbeek, Utrecht en Molenhoek me het meeste zijn bijgebleven). Urenlang met elkaar overleggen over alle mogelijke scenario’s om de bouwkundewinkel te behouden. Terwijl we ook om ons heen zagen dat de ene na de andere wetenschapswinkels van TU/e het hoofd niet boven water hield. Dus beleidsweekenden met de hele vrijdagavond en zaterdag een strakke agenda en intensieve discussies. Maar ook met een “geheime” activiteit op zondag in het vooruitzicht (zoals kanoën, klimcursus, wandelen met ezeltjes, mountainbiken, et cetera). Daar, tijdens die jaarlijkse beleidsweekenden, heeft gaandeweg het scenario zijn concrete vormen gekregen om opdrachten uit de praktijk meer en meer onder te brengen in het reguliere onderwijs. Om uiteindelijk te belanden in een winkel met maar vier winkeliers, die zelf geen uitvoerders van opdrachten meer zijn. Maar, om met Mies van der Rohe te spreken: less is more, dus met vier winkeliers die erg gedreven zijn geworden in het interpreteren van praktijkvragen, het vertalen van deze vragen zodat ze geschikt worden voor het onderwijs, en -niet minder belangrijk- goede onderwijsopdrachten kunnen opstellen waarmee studenten en docenten aan de slag kunnen. Hierbij is een van de eerste onderwijsopdrachten me het beste bijgebleven. Verderop beschrijft André van Leth deze opdracht ook; het was een vraag van de dorpsraad uit Grubbenvorst of studenten een levendige kern konden ontwerpen. Aanleiding was een nieuwe ringweg om het dorp die er voor had gezorgd dat de oude, doorgaande weg door de dorpskern nu verkeersarm was. Twee studenten gingen voortvarend met deze opdracht aan de gang en werden vervolgens uitgenodigd in het dorpshuis van Grubbenvorst om hun plan te presenteren aan omwonenden. Gewapend met tekeningen, een mooie maquette en een zorgvuldig opgezette presentatie begon een van de studenten met de presentatie. Zijn eerste zin was iets in de stijl van “dit ene huis staat in de weg en vinden we ook niet mooi, dus we hebben besloten het weg te halen”. Als door een wesp gestoken veerde iemand achter in de zaal op -ik schat dat hij 6


rond de tachtig was- en schreeuwde, voorzien van de nodige krachttermen: “ik woon daar ** al mijn hele leven, ik denk het ** toch niet, snotneus.” De student trok wit weg…, ik heb in mijn leven nog nooit een student gezien, die zo snel tot de ontdekking kwam waar het bij stedebouw echt om draait. Behalve Grubbenvorst waren er veel meer bijzondere projecten met studenten, zoals de klokhuisvragendag (1500 kinderen op bezoek in Vertigo), het jaar dat we op 17 Veldhovense lagere scholen hebben uitgelegd wat een architect doet en hoe je dat kunt worden, en ook alle activiteiten rondom de trekkershut. En heel veel meer, grote en kleine projecten. Het is bijzonder om nu terug te kijken en te zien dat het onafwendbare terugschroeven van TU/e- en faculteitsbudgetten dus niet een doodsteek was, zoals dat bij alle andere wetenschapswinkels heeft uitgepakt, maar dat er juist een sterkere Bouwkundewinkel uit is voortgekomen, dankzij de flexibiliteit en inventiviteit van opeenvolgende winkeliers. Want de verschuiving van eigen opdrachten naar onderwijsopdrachten heeft er toe geleid dat nu aanzienlijk meer opdrachten worden uitgevoerd en dat een veel grotere groep studenten betrokken is bij het vinden van antwoorden op echte vragen. Studenten leren meer en de motivatie om kennis in te zetten om mensen te helpen, is door de 30 jaren heen zeker niet minder geworden. Dus ondanks een woelige zee concludeer ik opgelucht dat de Bouwkundewinkel nu de wind in de zeilen heeft. Maar…., waakzaamheid blijft bittere noodzaak, want ook nu is de horizon niet vrij van stormachtig weer. Bijvoorbeeld de onvermijdelijkheid om alle opdrachten in een keurslijf te persen van 5 studiepunten met een eenduidige vakomschrijving en uniforme leerdoelen. Maar ook deze storm lijkt voor even te zijn afgewend, met een nieuw vak in de bachelor en een in de master. En, l’histoire se répète, ook nu is het weer heel goed mogelijk dat de Bouwkundewinkel er sterker uit komt, doordat er weer meer opdrachten ondergebracht kunnen worden. De Bouwkundewinkel heeft zich keer op keer bewezen als een bijzondere leerervaring die het uitvoeren van “echte” projecten met zich meebrengt. Maar zeker ook een heel bijzondere ervaring voor de vele uitzonderlijke winkeliers die ik daar de afgelopen jaren heb mogen ontmoeten. Hun inzet en creativiteit hebben de winkel gevormd tot wat deze nu is. En dat deze er nu is ..… Faas Moonen

7


Wat is de Bouwkundewinkel De Bouwkundewinkel is een Wetenschapswinkel verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven. Wij helpen groeperingen en individuen die problemen of vragen hebben op bouwkundig gebied, maar niet over de financiĂŤle middelen beschikken om een regulier adviesbureau of architectenbureau in te schakelen. Onze doelgroep bestaat dan ook uit huurders, bewonersgroepen, non-profit instellingen en verenigingen. De winkel wordt bemand door vier studenten en begeleid door Faas Moonen. De projecten die binnen komen worden in het onderwijs geplaatst. Doorgaans gaan de uitvoerende studenten op bezoek bij de aanvrager en bespreken het bouwkundig probleem. Vervolgens wordt op een zo efficiĂŤnt mogelijke wijze een concrete oplossing gezocht voor het probleem. De aanvragen die binnenkomen zijn uitermate geschikt om door studenten te worden uitgevoerd. De studenten van de Faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven doen op deze wijze relevante praktijkervaring op. In ruil daarvoor ontvangen zij studiepunten in hun keuze deel. Het aantal is afhankelijk van de grootte van de opdracht. In overleg kan de opdracht individueel of in groepsverband worden uitgevoerd. Er worden ook regelmatig projecten van de Bouwkundewinkel als bachelor- of master projecten uitgevoerd in het reguliere onderwijs.

8


De Bouwkundewinkel in cijfers De Bouwkundewinkel Eindhoven wordt grotendeels gefinancierd door de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven. Naast de financiering door de faculteit heeft de Bouwkundewinkel ook nog andere inkomstenbronnen, zoals sponsoring en geld van aanvragen. Wanneer bij de Bouwkundewinkel een aanvraag binnenkomt en wordt aangenomen wordt een bedrag van 15 euro aan gevraagd. Met dit kleine bedrag wil de Bouwkundewinkel er voor zorgen dat er alleen serieuze aanvragen worden ingediend. Aan particuliere opdrachtgevers wordt sinds 2012 een bijdrage van 200 euro gevraagd voor het ontvangen van het einddocument. Naast inkomsten uit inschrijfgeld heeft de bouwkundewinkel ook inkomsten uit sponsorgeld. De crisis van de afgelopen jaren heeft echter ook zijn invloed op de sponsorgelden. De afgelopen jaren is er een gemiddelde ₏1500 per jaar aan sponsorgeld binnengehaald. De werkzaamheden en inzet van de Bouwkundewinkel wordt door opdrachtgevers de laatste jaren steeds meer gewaardeerd. Hierdoor zijn zij bereidt om een donatie te doen voor de Bouwkundewinkel. De Bouwkundewinkel streeft erna om naar de opdrachtgever toe een zo goed mogelijk onderzoek af te leveren. Met dit beleid wordt getracht de tevredenheid van de opdrachtgever te optimaliseren. Met de donaties wordt de tevredenheid van de opdrachtgevers bevestigd. Deze inkomsten worden gebruikt om de bouwkundewinkel en alle opdrachten te promoten. Daarnaast wordt hiervan het loon van de winkeliers betaalt. Aanvragen In 2014 zijn 21 aanvragen aangenomen met betrekking tot onderzoek, metingen, advies of informatie. Deze 21 aanvragen hebben geresulteerd in 385 ECT’s, oftewel 28*385 is 10.780 studie-uren. De afgelopen jaren zijn er geen aanvragen meer afgerond binnen de Bouwkundewinkel zelf. Alle opdrachten worden tegenwoordig in het onderwijs geplaatst. Een aantal aanvragen worden

Overzicht van aanvragen in de afgelopen jaren

9


als masterproject in het onderwijs opgenomen en afgerond. Andere opdrachten worden als keuzevak in het onderwijs geplaatst. Zie de grafiek: Overzicht aanvragen. De verdeling van de door de Bouwkundewinkel aangenomen aanvragen over de verschillende klantengroepen is als volgt:

Men kan uit evaluatieformulieren concluderen de aanvragers tevreden zijn over de aanbevelingen die de studenten gedaan hebben. Ze vinden dat de uitkomsten van de verslagen praktisch nut hadden, zoals zichtbaar is in onderstaand figuur. over de tevredenheid van opdrachten in 2014.

10


Geschiedenis Bij een jubileum hoort uiteraard een terugblik. Een terugblik over dertig jaar geschiedenis ĂŠn ontwikkelingen die de Bouwkundewinkel hebben gevormd tot hoe deze nu is. Meer dan 40 jaar geleden is de eerste voorloper van de Bouwkundewinkel al te benoemen. In 1974s start de Themagroep Planning met het verrichten van onderzoek voor maatschappelijk achtergestelde groeperingen. Hieruit ontstond het Planologisch Advies Buro (PAB). Deze organisatie vormde een onderdeel van de afdeling Bouwkunde van de (toenmalige) Technische Hogeschool Eindhoven. In 1985 is het PAB, dat zich vooral bezig hield met stedebouw en stadsvernieuwing, veel breder geworden (en was een wetenschapswinkel een meer geschikte opzet), waardoor het PAB werd omgevormd tot Bouwkundewinkel. (zie ook de uitnodiging op de volgende bladzijde voor het omzetten van de PAB naar de BWK.) Dertig jaar later bestaat de Bouwkundewinkel nog steeds. Waar er ooit vijf wetenschapswinkels te vinden waren op de campus van de Technische Universiteit Eindhoven, is de Bouwkundewinkel op dit moment enige die zich staande heeft weten te houden. Om te overleven heeft de Bouwkundewinkel moeten veranderen; geen acht winkeliers die de opdrachten en onderzoeken zelf aannemen en uitvoeren, maar slechts vier winkeliers die voornamelijk een organiserende rol hebben. Ook de aard van de opdrachten is veranderd. Waar het PAB zich vooral richtte op stedenbouw, bestaat het grootste deel van de huidige aanvragen uit bouwfysische vraagstukken. Dit wordt aangebult met constructieve, bouwtechnische en architectonische vragen. Dat de taken en de rol van de winkeliers de afgelopen vijf jaar veranderd zijn is duidelijk, maar de taak van de Bouwkundewinkel is grotendeels gelijk gebleven: een brug slaan tussen wat er op de universiteit gebeurd en de maatschappij. De focus is gebleven: het helpen van groeperingen en individuen met bouwkundige problemen, die niet direct beschikken over de financiĂŤle middelen om dit via reguliere adviesbureaus aan te pakken. Door veranderingen binnen het onderwijs is de Bouwkundewinkel ook dit jaar weer gedwongen na te denken over haar rol in het onderwijs. In de toekomst van het Bachelor College en de Graduate School zal de Bouwkundewinkel een keuze onderdeel worden in de curricula van studenten.

11


Uitnodiging van PAB naar BWK In een schoenendoos op de zolder van Joris Hendriks (een van de eerste winkeliers) is de hieronderstaande uitnodiging gevonden. Hierdoor weten we nu exact het moment van het ontstaan van de Bouwkundewinkel: 24 mei, 15,45 uur.

12


Van BAB tot BWK. Praktijkopdrachten en de tijdsgeest Een bouwkundewinkel komt niet uit de lucht vallen. De ontwikkeling was nauw verbonden met de ontwikkeling van de afdeling - later faculteit - bouwkunde. Aan het eind van de roemruchte jaren zestig - toen de Technische Universiteit nog Technische Hogeschool heette - was het roerig in de maatschappij. Men wilde zich losrukken van het paternalisme van de naoorlogse periode. Dit uitte zich onder andere in ruimtelijke ordening en stedebouw. Dat was tot dan toe vooral een zaak die van boven af werd georganiseerd en waarbij ‘nieuw’ per definitie als beter werd beschouwd. Concreet betekende dit dat oude vertrouwde, maar in de ogen van architecten, stedebouwkundigen en beleidsmakers slechte of onwenselijke woonsituaties, bij voorkeur moesten worden vervangen door geheel nieuwe omgevingen die in weinig of niets meer aan het oude herinnerde. Nieuwe woonwijken werden op een strakke ‘moderne’ en rationele leest geschoeid. Uiteraard gebeurde dat met de beste bedoelingen en hadden de plannen zeker positieve aspecten, maar er werd voorbij gegaan aan de affiniteit die mensen met hun woonomgeving hadden. Daarbij kwam dat de esthetische voorkeuren van de elite zeker niet die waren van een groot deel van de bevolking. Men voelde zich al met al in de nieuwe omgevingen ontheemd. Daarnaast bleven er - ondanks alle inspanningen en resultaten slechte woonsituaties bestaan en was er aan betaalbare woningen een tekort. Alles bij elkaar leidde het tot toenemende onvrede over de woonomgeving. Op universiteiten en hogescholen tekende zich tegelijkertijd onvrede af. In het oude hiërarchische systeem hadden hoogleraren en bestuurders het alleenheerserschap en hadden studenten niets in te brengen. Onder bepaalde groepen studenten werd de universiteit als onderdeel van de bestaande orde gezien en met die orde was in hun ogen veel mis. Universiteiten dienden volgens hen uitsluitend de belangen van de elite, terwijl een groot deel van de bevolking van relevante kennis verstoken bleef. De universiteiten moesten uit hun ivoren torens komen en de maatschappij ten dienste zijn.

“veel dat in die roerige tijden gebeurde had geen officiële status, onderwijs bevond zich in een flux” Adviesburo Tegen deze achtergrond besloot een groep studenten van de faculteit Bouwkunde in Eindhoven om bewoners van achtergestelde buurten te gaan ondersteunen in hun strijd voor betere woonomstandigheden en meer op hun behoeften toegesneden woonomgevingen. De groep noemde zich Bouwkundig 13


AdviesBuro, kortweg BAB. Enkele medewerkers ondersteunden het initiatief, maar het had in de begin periode geen officiële status. Dat was niet erg want veel dat in die roerige tijden gebeurde had geen officiële status, het onderwijs bevond zich als het ware in een flux. Het idee van een adviesbureau gerund door studenten sloot mooi aan bij de didactische opvattingen van die tijd, opvattingen waarin de faculteit Bouwkunde in Eindhoven een duidelijke voorloper was. Het idee was dat studenten het beste leerden door in studieprojecten aan realistische opgaven te werken waarbij het initiatief bij de studenten zélf lag. Er werd gesproken van zogenaamd ‘vrij projectwerk’. Studenten droegen de onderwerpen die zij van belang vonden aan en maakte het project. Daarbij behoorde ook zaken als de opzet maken, basis materiaal verzamelen, relevante kennis verzamelen en zelf de voortgang bijhouden en in onderling overleg de beoordelingscriteria vaststellen. De staf was er om te coachen, niet om te sturen. In het verlengde daarvan droegen studenten ook onderwerpen aan voor colleges en cursussen. Projecten vormden minimaal de helft van het aantal uit te reiken studiepunten maar de studenten hadden de vrijheid om tot 70% van hun studiepunten in de vorm van projecten te behalen . Tegenwoordig is het in de eerste drie jaar van de studie nog slechts zo’n 30%. Het BAB richtte zich nadrukkelijk op die groepen in de maatschappij die zich geen dure ondersteuning door deskundigen konden veroorloven. Daarbij is een heel leerproces doorlopen. Aanvankelijk dachten de BAB-ers bewoners te kunnen helpen met bewustmaking en politieke vorming, in het verlengde van talrijke mede door hen geïnitieerde discussies op de universiteiten. Maar bewoners bleken vooral behoefte te hebben aan expertise en al gauw doken de studenten in de ouderwetse bouwkundige leerboeken die ze daarvoor vaak nog als achterhaald hadden bestempeld. Organisatie Vanuit deze kiem heeft het door studenten gerunde adviesbureau zich parallel aan de veranderingen in maatschappij en onderwijs ontwikkeld. Parallel aan de versnippering van de faculteit aan het eind van de jaren zeventig van de twintigste eeuw in maar liefst 12 vakgroepen en vele subgroepen komen er versnipperde studenten adviesbureaus: een stedebouwkundig adviesbureau, een planologische adviesbureau en sommige technische studenten die autonoom opereren. Met de jaren wordt het onderwijs strakker georganiseerd, het aandeel projectwerk in het curriculum neemt af en projecten worden meer en meer door docenten voorbereid. De losse studentencollectieven worden omgevormd tot een meer formele organisatie die zich in navolging van vergelijkbare studentenadviesbureau’s elders ‘winkel’ gaat noemen. Als in de studie de 14


aandacht verschuift naar een meer technische of op de professie gerichte benadering verandert de doelgroep die het studentenadviesbureau voor ogen heeft: niet meer per definitie de zwakken in de samenleving maar ook het meer welvarende deel dat desalnietemin niet over de nodige kennis kan beschikken. In de praktijk juist meer dát deel omdat die eerder geneigd zijn om op een universiteit af te stappen. Daar draagt toe bij dat de ‘student-winkeliers’ niet meer op de samenleving afstappen, zoals hun voorgangers, maar wachten op de opdrachten, zoals normale adviesbureaus. Het zit eigenlijk al in de naam ‘winkel’ besloten. Uiteraard wordt er wél het nodige gedaan om de winkel bekendheid te verschaffen. In de maatschappij wordt in de jaren tachtig de ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ die universiteiten sinds de jaren zestig wordt toegedacht en die tot dan toe vaak werd geïnterpreteerd als ‘voor de burger’, vooral gezien in het licht van economie en bedrijfsleven. Studenten denken weer aan carrière maken, iets dat in de periode van engagement vaak een ondergeschikte rol speelde in de studie. Een keuze voor het maken van een praktijkopdracht wordt niet meer grotendeels ingegeven door maatschappelijke betrokkenheid, maar mede - en wellicht later vooral - door wat het bijdraagt aan de eigen studie. Waarmee niet gezegd is dat die twee strijdig zouden zijn. Hogere eisen Met het steeds verder door-organiseren en formaliseren van de studie worden ook de eisen aan de Bouwkundewinkel hoger. De meest recente ontwikkeling is dat hij in de nieuwe studieomgeving van Bachelors College en Graduate School moet worden ingepast. Er moeten criteria komen en kwaliteit moet worden geborgd. Enigszins overdreven gesteld: daar waar vroeger het feit dát studenten onder verantwoordelijkheid van een docent iets met techniek en maatschappij deden als een voldoende positief gegeven werd beschouwd om het werk te belonen met studiepunten - de motivatie was immers voorgegeven door de keuze voor een bouwkundewinkel-project - wordt nu de nadruk gelegd op formele verantwoording. Daarnaast staan studenten onder druk om snel te studeren. Iets doen dat wellicht (maar niet noodzakelijkerwijs) wat meer tijd en inspanning kost dan reguliere programmaonderdelen en eventueel tot vertraging zou kunnen leiden vereist tegenwoordig enige moed.

“laten we hopen dat de spanning en het plezier voor studenten blijft” Wellicht wederom een goede afspiegeling van ontwikkelingen in maatschappij en onderwijs, maar laten we hopen dat de spanning en plezier die winkelprojecten 15


zo nuttig en stimulerend maken voor studenten blijft. Want wat is realistischer dan projecten waar het er écht op aankomt, waar niet alles is voorgekookt en waar opdrachtgevers of gebruikers geen abstracte categorie blijven. Dan kan bijvoorbeeld worden ontdekt dat zij zaken soms heel anders zien dan je zou denken of dat ze vaktaal niet kennen. Hoe nuttig ook, het bestaan van een bouwkundewinkel was nooit vanzelfsprekend en zal het waarschijnlijk ook niet worden. In het onderwijs vinden door veranderende externe omstandigheden - minder geld, meer controle - veel veranderingen plaats. Het is niet vanzelfsprekend dat een bouwkundewinkel daarin een plek heeft. Omdat het principe van de nieuwe Graduate School er van uitgaat dat studenten in hun afstuderen participeren in het onderzoek van de faculteit zou gesteld kunnen worden dat ze daarmee automatisch een ‘echte’ opdracht doen. Maar meewerken in het kader van lopend onderzoek is toch iets anders dan burgers die een beroep doen op je kennis als was het maar omdat je dan als student zelf moet nadenken over het kader en de organisatie van de opdracht. Het is te prijzen dat de leiding van de faculteit de bouwkundewinkel sinds jaar en dag heeft ondersteund en haar nu een kans geeft in het curriculum van de nieuwe Graduate School die in 2015 van start gaat. Daarbij telt zeker dat de bouwkundewinkel niet alleen vragende partij is maar de faculteit ook wat te bieden heeft op onderwijsgebied. Er zijn gelukkig ook nog altijd studenten, medewerkers, beheerders en beleidsmakers die de meerwaarde van ‘winkelopdrachten’ inzien en zich daar voor inzetten. Wie weet hoe het zich in de toekomst ontwikkelt als maatschappij en onderwijs verder evolueren. Wellicht wordt het woord ‘winkel’ ooit vervangen, zoals dat bij ‘adviesbureau’ is gebeurd. ‘Netwerk’ misschien, of ‘b-app’, dan is de cirkel wat betreft de naam rond! Creativiteit van de ‘winkeliers’ bij het inpassen van de winkel in het onderwijs zal in ieder geval nodig blijven en dat is al leerzaam op zichzelf. Reinder Rutgers Docent stedebouw Lid van de begeleidingscommissie van de Bouwkundewinkel

16


Toekomst perspectief Zoals u al eerder heeft kunnen lezen is de structuur van de Bouwkundewinkel de laatste jaren steeds weer veranderd. In 2014 kwam het voortbestaan van de Bouwkundewinkel even in gevaar door de grote aankomende verandereingen in het onderwijs. Op de universiteit zijn het Bachelor college en de Graduate school in gang gezet waardoor de Bouwkundewinkel ook dit jaar weer werd gedwongen om na te denken over haar rol in het onderwijs. Door goed overleg met de Faculteit Bouwkunde mag de Bouwkundewinkel blijven voortbestaan en kan ze de rol blijven vervullen om studenten en het onderwijs dichter bij de praktijk te brengen.

“opdrachten worden keuze vakken in het curriculum� De opdrachten van de Bouwkundewinkel zullen als keuze vakken in het curriculum worden opgenomen. Hierdoor krijgt elke student de mogelijkheid om een van zijn of haar keuzevakken in te delen met een opdracht van de Bouwkundewinkel. Wat ook betekend dat studenten meer tijd in het rooster zullen krijgen om een opdracht van de Bouwkundewinkel uit te voeren. Alle opdrachten zullen 5 ECTS gaan bedragen in plaats van de 2 en 3 ECTS vakken. Dit zal betekenen dat de inhoud van de opdrachten zal stijgen en dat er per student meer tijd aan een opdracht wordt besteed. Om de kleinere opdrachten nu toch te kunnen aannemen zullen de winkeliers combinatie opdrachten gaan samenstellen. Bijvoorbeeld een opdracht akoestiek kan bestaan uit twee kleinere akoestische vraagstukken. Met de veranderingen in het systeem van de Bouwkundewinkel hopen we de komende jaren verder te gaan met het vervullen van onze taak. Hopelijk zullen er veel opdrachten worden afgerond en zullen de studenten veel praktijk ervaring opdoen.

17


Promotie acties Waar de Bouwkundewinkel toch wel om bekend staat zijn opvallende promoacties. Sinterklaas is een keer langs geweest, er zijn samen met de andere wetenschapswinkels frietjes gebakken en voor het jubilieum zijn er roze koeken uitgedeeld. En dan vergeten we nog de al jaren beroemde ijsjes actie!

18


IJsjes Actie

Gratis raketjes Dinsdag 16 September 12.30-13.30 Entree Vertigo

19


20


Projecten van oud-winkeliers Om terug te kijken op de afgelopen jaren van de Bouwkundewinkel hebben we aan verschillende oud-winkeliers gevraagd om een stukje te schrijven over de Bouwkundewinkel, persoonlijke ervaringen en wat de Bouwkundewinkel betekend heeft. Ook worden in de stukjes bijzondere projecten besproken die de oud-winkeliers zijn bijgebleven.

21


Van Huisstofmijt tot Geit De bouwkundewinkel; voor mij persoonlijk een ontzettend belangrijke en leerzame tijd (2002 - 2003). De bouwkundewinkel is de verbinding van de academische opleiding met de maatschappij en de praktijk. De kennismaking met de praktijk en het werken met en voor opdrachtgevers bij de bouwkundewinkel is van grote waarde. Aspecten die in het dagelijkse werk van een architect, bouwkundige of stedenbouwkundige ontzettend belangrijk zijn, maar tijdens de studie aan de universiteit helaas onderbelicht blijven, zeker na het afschaffen van de verplichte stage. Als medewerker van de bouwkundewinkel werkten we destijds nog als ingenieursbureau/ architectenbureau zelf aan de opdrachten die binnenkwamen en dat waren niet alleen maar schimmel-problemen.

“enthousiast een nieuw onderkomen voor kippen, konijnen en geiten getekend� Twee opdrachten waren voor mij bijzonder. De ene was een onderzoek naar een woning waar een bewoner ernstig allergisch was voor huisstofmijt en waarbij een rapport gemaakt moest worden over de staat van het binnenklimaat; o.a. ventilatie, luchtvochtigheid en aanwezigheid van stof en huisstofmijt (letterlijk door de inhoud van de stofzuigerzak minuscuul te bestuderen) werden onderzocht. Onze aanbevelingen om deze punten te verbeteren konden vervolgens een subsidieaanvraag ondersteunen. Een tweede was een ontwerpstudie voor een kinderboerderij. Ze wilden graag verbouwen of uitbreiden en aan ons de vraag of wij mee konden denken. Dit grepen we natuurlijk met beide handen aan en hebben enthousiast een nieuw onderkomen voor de kippen, konijnen en geiten getekend (uiteraard iets te ambitieus). Met name de vergaderingen met en presentaties voor onze opdrachtgevers waren enorm leerzaam.

22


Het ontleden van een stofzuigerzak Sinds de afronding van mijn studie ben ik als architect en stedenbouwkundige werkzaam bij Jo Coenen Architects & Urbanists in Amsterdam. Ik ben projectleider en supervisor van het stedenbouwkundig plan Leidsche Rijn Centrum (LRC) en werk o.a. aan de verbouwing van de OBA in Amsterdam. Eerder heb ik aan diverse stedenbouwkundige projecten gewerkt en als architect o.a. aan de gerealiseerde Innovatoren in Venlo en de Stadsbaantunnel in LRC. Willem Lucassen

23


Onderzoek binnenklimaat Vanaf september 2006 ben ik een jaar lang werkzaam geweest als winkelier van de Bouwkundewinkel. Als beginnend masterstudent bouwfysica was ik op zoek naar een goede manier om mijn opgedane theoretische kennis te kunnen toepassen in praktijksituaties. De Bouwkundewinkel leek, én bleek de ideale omgeving om dit te kunnen verwezenlijken. Door de projecten in de Bouwkundewinkel werd je als student in staat gesteld om je kennis naar de praktijk te vertalen. Hiernaast zorgden de projecten ervoor dat je zelfstandig op onderzoek uit moest gaan, uiteraard wel op afstand begeleid door van een lid van het wetenschappelijk personeel, en was je ook een soort van projectmanager voor de binnengekomen aanvragen. Zelf heb ik als winkelier twee aanvragen behandeld waarin het binnenklimaat als problematisch werd ervaren door de opdrachtgever, wat precies paste bij mijn interessegebied als masterstudent bouwfysica. Aan de hand van metingen konden we een objectief oordeel geven over het aanwezige klimaat, waarna aanbevelingen volgden voor de opdrachtgever. Het werken voor opdrachtgevers uit de praktijk gaf mij veel voldoening en heeft me tevens veel geleerd. Een van de opdrachten die we destijds uitvoerden was voor een weduwnaar op leeftijd die vrij recent zijn vrouw had verloren. Tijdens onze bezoeken werden niet alleen onze analyses van het binnenklimaat gewaardeerd, maar ook de afleiding die we gaven aan deze man die nog duidelijk in het rouwproces zat. Uiteindelijk verlieten we deze opdrachtgever telkens met vele dankwoorden, enkele versnaperingen voor de reis terug naar Eindhoven, en een gemaakte belofte dat we snel weer terug zouden komen (voor onderzoek én een leuk gesprek).

“interesse voor bouwfysich onderzoek is sinds mijn tijd bij de Bouwkundewinkel niet meer verdwenen” Na mijn master bouwfysica ben ik vier jaar als promovendus werkzaam geweest aan de TU Eindhoven en de Katholieke Universiteit Leuven op het gebied van ventilatiestromingen in gebouwen, waarop ik in 2012 ben gepromoveerd onder leiding van Prof. Blocken. Op het moment ben ik als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven. Je zou dus kunnen zeggen dat mijn interesse voor bouwfysisch onderzoek sinds mijn tijd bij de Bouwkundewinkel niet meer is verdwenen. Twan van Hooff 24


Busje komt zo Als public relations medewerker en later als voorzitter heb ik de mogelijkheid gehad om de Bouwkundewinkel in de spotlights te zetten. Het leren organiseren, contacten onderhouden met - soms wat excentrieke - aanvragers, maar ook sponsoren, studenten en docenten was leuk en leerzaam om mee te maken. Naast de theoretische kennis die je op doet tijdens je studie leer je met vallen en opstaan ook hoe je dit praktisch in kunt zetten.

“de directeur van de Rwandese busmaatschappij werd naar Nederland gehaald en moest met iedereen handenschuddend op de foto” Het project ‘busje komt zo’, voor de buitenwereld overigens met politiek correcte titel ‘ontwerp busterminal Rwanda’, leverde een divers palet van ontwerpen op voor een busterminal en distributiecentrum in Kigali, de hoofdstad van Rwanda. Een gedreven gepensioneerde vrijwilliger van een hulporganisatie begeleidde de groep studenten. Enthousiaste verhalen en fantastische foto’s, zoals een kamer stampvol gegooid met papier; hét archief van de organisatie, schetsten

Bussstation in Rwanda 25


de complete chaos van het land en ook van de busmaatschappij. De directeur van de Rwandese busmaatschappij Codace werd naar Nederland gehaald en moest met iedereen al handenschuddend op de foto! Naast een mooie herinnering denk ik helaas dat de busterminal nog niet gerealiseerd is… Eind 2010 ben ik afgestudeerd als architect en bouwtechnicus. In mijn rol als omgevingsmanager bij aannemer Heijmans bedenk ik creatieve oplossingen vanuit verschillende invalshoeken. Op dit moment werk ik aan de bouw van parkeergarage Vonk & Vlam in het centrum van ’s-Hertogenbosch. Deze ondergrondse parkeergarage met 1040 plekken is bijna letterlijk in de achtertuin van de bewoners gebouwd en loopt zelfs onder de Middeleeuwse stadsmuur door. Het onderhouden van diverse contacten met belanghebbenden, de opdrachtgever, het uitvoeringsteam en de bevoegde gezagen geven mij veel plezier. Verder haal ik veel voldoening uit de begeleiding van de verschillende ontwerpende partijen, in de rol van architect, om tot één integraal ontwerp te komen. Bert Bakker

26


Klokhuisvragendag De Bouwkundewinkel was voor mij een winkel die bruiste van verschillende activiteiten en waar ik kon ontdekken waar mijn affiniteit binnen de bouwkundige sector lag. Juist de koppeling tussen praktijk en theorie leerde me veel over waar ik zelf stond en waar mijn grootste interesses naar uitgingen. Bovendien kwam ik door de verschillende projecten en acties met projecten en situaties in aanraking, welke vernieuwend en verrassend voor me waren. Juist de blik in de keuken van medewinkeliers en professoren toonde hoe niet enkel een specifiek onderdeel van een project ontwikkeld wordt maar hoe een compleet onderzoek van A tot Z wordt aangepakt.

“de Vertigo werkplaats werd omgetoverd tot een waar Lego-bouw-paradijs� Ik kan met de Klokhuisvragendag nog erg goed herinneren. Een project waarin Klokhuis met Bouwkunde TU/e allerlei bouwkundige vragen van kinderen behandelde. In eerste instantie hebben de winkeliers online samen diverse vragen van kinderen beantwoord. Vervolgens hebben we samen met andere TU/e instanties een dag georganiseerd die helemaal in het teken stond van bouwkunde voor kinderen. Een enorm energieke dag waarbij zelfs de Vertigo werkplaats werd omgetoverd tot een waar lego-bouw-paradijs.

Klokhuis vragendag 27


Klokhuis vragendag Na mijn afstuderen in 2012 als architect, heb ik als meubelmaker gewerkt en vervolgens bij Frisse Blikken. Hierbij heb ik serious games ontwikkeld. In een serious game wordt door middel van een fysiek spel metaforisch een bepaalde situatie nagebootst. Door het spel krijg je inzicht in je eigen taak, rol en verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld een veranderende bedrijfssituatie. Inmiddels heb ik mijn droombaan gevonden bij een jong en fris architectenbureau, toevallig hier in Eindhoven. Bij Voss doen we diverse projecten: exterieur, interieur incl. meubels. Centraal daarbij staat de verregaande samenwerking met alle partijen. Mijn ervaringen bij de Bouwkundewinkel komen hier dus weer ideaal van pas. Daarnaast ben ik nog steeds betrokken bij architectuurlessen. Ruben Merkx

28


Op onderzoek uit Als architectuurstudent wilde ik mij graag breed oriënteren. De Bouwkundewinkel gaf mij die mogelijkheid. De projecten die mij het beste bijgebleven zijn, zijn dan ook de projecten waarbij ik, samen met een medewinkelier, op pad ging om een huurder met vochtproblemen te helpen of de akoestiek van een kerk beter geschikt te maken voor live bandjes. Ook zal ik nooit de mensen vergeten in hun woonboerderij, die het prima vonden dat hun woning niet geïsoleerd is. Ze dragen gewoon iedere dag thermo ondergoed.

“ontwikkeling, uitvoering en gebruik vragen een andere manier van denken” Bij de Bouwkundewinkel heb ik ook mijn eerste adviesvaardigheden opgedaan. Ik werk nu voor HetEnergieBureau als adviseur duurzaam bouwen. Daarbij richt ik mij voornamelijk op duurzame energie in woningen en gebouwen, maar ook op het grotere niveau van de totale gebouwde omgeving. De ontwikkelingen gaan snel. Woningen kunnen nu nul-op-de-meter gebouwd worden. Voor bestaande bouw is dit nog lastiger, maar niet onmogelijk. Zo heb ik meegewerkt aan een concept om bestaande woningen geheel geautomatiseerd te voorzien van prefab voorzetgevels en daken. In deze nieuwe schil zijn de nieuwe installaties zoveel mogelijk geïntegreerd. In de nabije toekomst zijn er nog veel meer nieuwe technieken nodig om zonder fossiele energie te kunnen. Ontwikkeling, uitvoering en gebruik vragen vaak wel een andere manier van denken. Dat maakt het een zeer interessant gebied om in te werken. Brede oriëntatie maakte het voor mij mogelijk om deze richting op te gaan. Merian Koekkoek

29


Blijkbaar was het de maatschappelijke betrokkenheid In de afgelopen decennia heb ik regelmatig de vraag gekregen over de vreemde match tussen mijn opleiding (bouwkunde) en mijn werk. Ik heb namelijk nooit een hele directe lijn gehad tussen mijn beroep en de bouwkundeopleiding. Tenminste? Hoe kwam ik dan toch terecht in het opbouwwerk, in het management van een welzijnsorganisatie en nu alweer vele jaren als wijkmanager bij de gemeente voor de Deventer Wijkaanpak? Werkend als verbinder tussen bewoners en de gemeentelijke organisatie. Bewoners activeren om met eigen initiatieven te komen die hun leefomgeving te verbeteren. Faciliteren van groepen die iets positiefs willen met hun buurt, of tegenwicht willen bieden tegen een bedreiging. Verbinden van groepen en organisaties in de wijk die vooruit willen. Soms afwijken van de gebaande paden, vaak schipperen tussen wat ‘hoort’ en wat toch “gewoon” beter werkt in de praktijk. Kortom het spannende gebied tussen de leefwereld en de systeemwereld.

“In de Bouwkundewinkel kwam het samen en het is in mijn genen gaan zitten” Dit alles kan niet anders dan dat het voor een belangrijk deel zijn oorsprong heeft in mijn keuze om tijdens mijn bouwkunde opleiding in Eindhoven mij al snel aan te sluiten bij het Planologies Advies Buro (PAB) dat in 1985 overging in de Bouwkundewinkel. Omdat ik in 1986 ben afgestudeerd, heb ik meer PAB meegemaakt dan Bouwkundewinkel. Ik ben erg blij met de ervaring die ik daar heb opgedaan, met name in het verbinden van de leefwereld van bewonersen actiegroepen, de systeemwereld van de provincie of gemeente en de wetenschappelijke wereld van de universiteit. In de Bouwkundewinkel kwam het samen en het is in mijn genen gaan zitten. Een prachtige ervaring was bijvoorbeeld een verkeersonderzoek met vele studenten en bewoners samen, gewapend met tellertjes, pen en papier, nummerborden noteren, om hele verkeersstromen te analyseren op bestemmingsverkeer en doorgaand verkeer. Monnikenwerk waarbij de voldoening voor ieder echter erg groot was. De bewoners konden met de resultaten het nodige tegenwicht bieden. Mooi werk. Joris Hendriks

30


Zuid-Afrika De start van mijn tweede jaar Bouwkunde: een architectuurproject seniorenhuisvesting in Simon’s Town, Zuid-Afrika. De opdracht was afkomstig van een locale kerkgemeenschap die de Bouwkundewinkel om advies had gevraagd. Een mooi voorbeeld van een maatschappelijke vraag die ondergebracht kon worden in het onderwijs. En tevens mijn eerste kennismaking met de Bouwkundewinkel.

Ontwerp seniorenhuisvesting in Simon’s Town Enkele jaren later hoorde ik van een oud-ateliergenoot dat er een vacature was, en daar heb ik toen direct op gereageerd. Ik kwam binnen op het moment dat de Bouwkundewinkel een ‘hoogtepunt’ kende, een klein jaar na het 25-jarig jubileum met o.a. de succesvolle ‘Duurzame Trekkershut-opdracht’ als vervolg. De winkel telde toen 7 medewerkers, een heel fijn gezelschap dat zijn eigen plek binnen de faculteit had en waar je altijd terecht kon. In de twee jaar dat ik bij de winkel werkte, hebben grote veranderingen plaats gevonden. De financiële steun vanuit de faculteit werd sterk teruggeschroefd, wat ons dwong tot het ontwikkelen van een nieuwe strategie. De bezetting van de winkel werd teruggebracht naar 4 medewerkers en voortaan zou iedere opdracht in het onderwijs uitgezet worden. Daar waar andere TU/e wetenschapswinkels opgeheven zijn, heeft de Bouwkundewinkel hiermee de kans kunnen grijpen om zich door te ontwikkelen en een (nog) belangrijkere rol te gaan spelen in het onderwijs van de faculteit Bouwkunde. 31


Na deze eerste fase van transformatie, was het voor mij tijd om het stokje over te dragen aan mijn drie nieuwe collega’s. Ik ben toen afgestudeerd en gaan werken bij Tentech. Daar ontwerp en bereken ik structuren voor festivals en evenementen, tijdelijke bouw en permanente textiele architectuur. Na daar 1.5 jaar gewerkt te hebben is er nu een nieuwe uitdaging op mijn pad gekomen. Ik ga verhuizen naar de plek waar mijn reis bij de Bouwkundewinkel ooit begon: Zuid-Afrika.

“waar andere wetenschapswinkels zijn opgeheven, is de kans gegrepen zich door te ontwikkelen om een (nog) belangrijkere rol in het onderwijs te spelen” Werken bij de Bouwkundewinkel betekende voor mij een geweldig leuke en leerzame tijd, waar ik met veel plezier aan terug denk; de beleidsweekenden, de ijsjes-PR-actie, het zelf uitvoeren van metingen aan een ventilatiesysteem, de opdrachten ‘Centraal Wonen Wageningen’ en ‘herbestemming Lambertuskerk’, de ontwerpwedstrijd ‘Matrigo’ en de talrijke lunchpauzes waarbij ik met een gezellig team om tafel heb mogen zitten om dit alles samen in goede banen te leiden. Nikie van Veen

32


Infraroodopnames Tijdens het derde jaar van mijn bouwkundestudie ben ik aangenomen als ‘winkelier’ (destijds werd dat zo genoemd) bij de bouwkundewinkel. Mijn afstudeerrichting was bouwfysica en omdat bij de bouwkundewinkel veel bouwfysica-gerelateerde projecten binnenkwamen leek het me erg interessant om daar te werken. Ik werd een ontzettend leerzame en leuke tijd.

“luisteren naar de werkelijke klachten was heel belangrijk” Enerzijds was er de ervaring van praktijkproblemen en het contact met opdrachtgevers. Ik heb er geleerd om aan leken uit te leggen wat het desbetreffende bouwkundige probleem was en hoe we dat aanpakte. Ook bleek dat luisteren naar de werkelijke klachten heel belangrijk was. Soms was het onderliggende probleem niet bouwkundig van aard. We hadden wekelijks overleg bij de bouwkundewinkel wat een sterke binding creëerde met medewinkeliers en hun projecten. Ook leerde we daar overleggen en vergaderen. De jaarlijkse beleidsweekenden kan ik me ook nog goed herinneren, die vond ik erg leuk!

Infrarood-openamen in de vroege ochtend

33


Ik heb diverse interessante projecten gedraaid. Ik kan me nog herinneren dat ik samen met een medewinkelier een infraroodopname ging maken van een woning in Eindhoven. Zo’n opname levert de beste resultaten op wanneer het buiten het koudst is: ’s ochtends vroeg dus. Ik weet nog goed dat ik erg vroeg op stond en door een ijzige kou gefietst heb om infraroodopnames te gaan maken. Het was even afzien maar de resultaten brachten wel aan het licht waarom de bewoners vochtproblemen hadden. Je moest wat over hebben voor je project! Op dit moment werk ik zelf bij de faculteit bouwkunde in Eindhoven als universitair docent. Mijn vakgebied is akoestiek. Ik geef les aan Bachelor en Masterstudenten, begeleid promovendi en doe onderzoek naar de akoestiek van de gebouwde omgeving. Mijn contact met de bouwkundewinkel is dus nog niet verdwenen! Maarten Hornikx

34


Geluidsoverlast Ik ben in de Bouwkundewinkel terecht gekomen via mijn jaargenoot Marion Swinkels, die toen al in de Bouwkundewinkel zat. Ze vroeg of ik zin had om winkelier te worden. Om te kijken wat het was zat ik bij een vergadering van de Bouwkundewinkel en besloot daarna om mee te doen. Het merendeel van de winkelaanvragen had te maken met vochtproblemen en geluidsoverlast. Zelf ben ik geen bouwfysicus, dus ik ben betrekkelijk weinig op pad geweest met meetinstrumenten en dergelijke. Ik heb vooral meegewerkt met de andere winkeliers wat betreft literatuuronderzoek en technisch onderzoek. Voor mij was het erg leerzaam om te zien met welk soort problemen mensen te maken hadden in hun directe woonomgeving. Eén casus die me bijna de hele periode dat ik in de winkel zat heeft beziggehouden was een mijnheer uit Maastricht die te kampen had met geluidsoverlast van de buren. Een belangrijk ding dat ik geleerd heb uit die periode is dat eenmaal ervaren geluidsoverlast zeer moeilijk te verhelpen is – het is niet alleen een technisch probleem maar ook een psychologisch probleem; men blijft het ervaren ook als er technisch gesproken geen reden meer voor is. De coördinator in die tijd, Jan van Geest, heeft me geleerd dat je ook een keer een probleem los moet laten omdat er geen reële uitkomst mogelijk is. Ik heb ook namens de Bouwkundewinkel in het overleg van alle Wetenschapswinkels van de TU/e deelgenomen.

“niet alleen een technisch probleem maar ook een psychologisch probleem” Zoals gezegd ben ik geen bouwfysicus; ik ben afgestudeerd als architect bij Thijs Bax en Gerard van Zeijl en daarna doorgegaan met promotie-onderzoek op het raakvlak computer-ontwerptheorie & methoden. Ik ben post-doc en universitair docent geweest bij de groep Ontwerpsystemen tot 2010. Sinds 2005 werk ik op de Faculteit Architectuur van de Tsjechische Technische Universiteit in Praag in de groep Architectonisch Modelleren. Hier doe ik onderzoek op het gebied van computers en ontwerptheorie, geef les in het master- en promotie-programma en leidt een experimentele ontwerpstudio. Henri Achten

35


De Dorpsraad Toen ik bij de Bouwkundewinkel werkte zat de winkel in de overgang van het loutere idealisme naar zelfstandig overleven binnen de organisatie van de universiteit. Binnen de winkel heerste nog het idee dat we partijen als huurders, stichtingen en minderbedeelden moesten helpen. Anderzijds werden we geconfronteerd dat er steeds minder budget voor ons zelf tot beschikking stond en de andere wetenschapswinkels van de universiteit stuk voor stuk verdwenen. Het was een spannende tijd voor de winkel, omdat we onze eigen weg moesten vinden tussen idealistische hulpverlening en commercieel bestaansrecht.

“overgang van loutere idealisme naar zelfstandig overleven binnen de TU/e� Tijdens mijn werk werd ik met beide zijden geconfronteerd. Naast de dagelijkse vocht- en schimmelprojecten kwam de vraag van de dorpsraad uit Grubbenvorst. In het centrum van dit Limburgse dorpje zorgden verkeers- en parkeerproblematiek voor steeds meer ongemak. Om het tij te keren wilde de dorpsraad een voorstel met een nieuw stedenbouwkundig plan voorleggen aan de gemeente. Vanuit de winkel leek het ons interessant om dit project niet intern aan te pakken, maar door studenten als een keuzevak te laten uitvoeren. Zodoende ben ik twee studenten gaan begeleiden in dit project. Zoals te verwachten valt, besteedden zij veel meer tijd en energie in het ontwerp dan die paar studiepunten die ze er voor kregen waard waren. Maar in tegenstelling tot bij de meeste reguliere projecten op de universiteit zagen ze bij dit project ook in wat de relevantie was om te werken voor echte opdrachtgevers en een mogelijkheid dat hun plan gerealiseerd kon worden. Ik werkte voornamelijk als intermediair tussen de partijen te werken, waarbij het primair de communicatie tussen beide partijen betrof. Juist het ontwikkelen en kaderen van de opgave naar aanleiding van het probleem van de klant was voor mij interessant.

36


Maquette stedenbouwkundigplan dorpskern Grubbenvorst

Mijzelf beviel het begeleiden van studenten en het contact met klanten erg goed. Na mijn werk bij de winkel ben ik dan ook 3 jaren studenten gaan begeleiden in het eerstejaars projectonderwijs. Na werk in onder andere Denemarken en BelgiĂŤ werk ik nu bij Kadawittfeldarchitektur in Aken bij de afdeling wettbewerbe aan prijsvragen en acquisitie voor nieuwe projecten AndrĂŠ van Leth

37


Wiet in Weert Als medewerker van de Bouwkundewinkel heb ik veel geleerd van het behandelen van aanvragen en het voorbereiden en begeleiden van onderwijsprojecten. Ik ben ook een jaar voorzitter geweest. Hierbij heb ik het organisatorisch overzicht bewaard, contacten onderhouden met sponsoren, aanvragers, docenten en studenten. Verder heb ik geleerd om een begroting op te stellen en een jaarverslag te schrijven. Dit zijn leuke vaardigheden die ook in mijn huidige werk goed van pas komen.

“conclusie van het onderzoek: er zijn geen oorzaken voor gezondheidsklachten gevonden” Ik heb destijds het project ‘Wiet in Weert’ uitgevoerd, waarbij de bewoonster last had van een voormalige wietplantage die de vorige bewoner in haar huis had gehad. Zij dacht dat ze hierdoor allerlei gezondheidsklachten ondervond. We zijn bij haar thuis geweest en hebben verschillende onderzoeken uitgevoerd, die we vooraf samen met prof.dr. Van Bronswijk bepaald hadden. De conclusie van het onderzoek was dat we geen oorzaken van haar gezondheidsklachten hebben kunnen vinden die samenhingen met de voormalige wietplantage.In 2010 ben ik afgestudeerd als stedenbouwkundige.

Zuur-Base metingen Ik heb een jaar bij de gemeente Bernheze gewerkt om mijn afstudeerproject, waarin ik een herinrichting van een centrumgebied heb gemaakt, verder uit te werken zodat het daadwerkelijk gerealiseerd kon worden. Op dit moment werk ik bij advies- en ingenieursbureau Tauw op de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Hier houd ik met bezig met omgevingsmanagement, beheeren onderhoudsplannen voor de openbare ruimte, coördinatie, ruimtelijke inrichtingen, ontwerpen en risicomanagement. Anne van Boxtel 38


Duurzame Trekkershut Toen de uitnodiging voor het jubileum van Bouwkundewinkel in mijn mailbox stond, was ik direct benieuwd hoe het met de Bouwkundewinkel zal zijn. Wat zal er allemaal veranderd zijn, en wat is nog het zelfde? Eerst maar eens even op de site kijken. Vier winkeliers, Faas die natuurlijk nog steeds betrokken is een flinke lijst met opdrachten. Op facebook zie ik dat studiepunten nog steeds niet zomaar uit de lucht komen vallen maar raketjes wel. Volgens mij gaat het goed met de Bouwkundewinkel! Ik zal mij even voorstellen ik ben Floris van Rooijen en heb bij de Bouwkundewinkel gewerkt van 2010 tot 2012. Eerst als Winkellier en later als voorzitter. In mijn periode was de Bouwkundewinkel flink in beweging om ons heen verdwenen de WeWi’s en is de Bouwkundewinkel terug gegaan van zeven naar vijf winkeliers. Daarom vind ik het leuk om te zien dat de Bouwkundewinkel gewoon goed draait! Ik denk dat dat te maken heeft met de sterke formule; een goede bijdrage leven aan het onderwijs en de maatschappij.

Duurzame trekkershut

(Bron: Tim van der Grinten)

Tijdens mijn periode bij de Bouwkundewinkel heb ik mooie projecten mogen begeleiden. Het mooiste project was zeker die van de Duurzame Trekkershut. Na een prijsvraag is het winnende ontwerp in een multidisciplinair team uit gewerkt. Door het keiharde werk van het team is er een prachtig resultaat neergezet. Inmiddels staan er al 15 trekkershutten in Nederland.

39


Ik ben trots dat de Bouwkundewinkel aan de wieg heeft mogen staan van dit succes waarbij studenten een ontzettend mooie praktijkervaring opgedaan hebben en de stichting die de trekkershutten beheerd een waanzinnig mooie trekkershut heeft gekregen.

“advies met een maatschappelijk sausje� Mijn huidige baan heb ik deels te danken aan mijn werk bij de Bouwkundewinkel. Op dit moment ben ik werkzaam bij een woningbouwcorporatie waar ik adviseer op het gebied van energie en duurzaamheid. De ervaring die ik opgedaan heb bij de Bouwkundewinkel op het gebied van technisch onderzoek en advies met een maatschappelijk sausje maakte dat ik de juiste ervaring had opgedaan voor de job. Ik zie een mooie toekomst voor de Bouwkundewinkel en voor de winkeliers en studenten die allemaal hun bijdrage leveren! Floris van Rooijen

40


Slotwoord Bij deze willen we iedereen bedanken die heeft bijgedragen aan het jubileum boek. Maar vooral ook iedereen die heeft meegeholpen de Bouwkundewinkel te laten groeien. De winkeliers, facultaire medewerkers, de begeleidingscommissie, de docenten en studenten, de opdrachtgevers en natuurlijk alle sponsoren die ons de afgelopen 30 jaar hebben ondersteund. Bedankt voor alle inzet, ideeĂŤn en enthousiasme waarmee de Bouwkundewinkel is geworden zoals we deze vandaag de dag kennen.

Sponsoren 2015

41


Sponsoren 2010 -2015 Hieronder staan de sponsoren van de afgelopen 5 jaar vermeld. Zonder de hulp van deze sponsoren had de Bouwkundewinkel nooit zo kunnen groeien in de afgelopen 5 jaar. Advin regio Zuidoost 2007-2010 Ingenieurs B.V. 2007-2012 DGMR 2009-2012 Continu Engineering 2007-2013 WTA Nederland – Vlaanderen 2012-2013 Nelissen Ingenieursbureau B.V. 2014-2015 Koninklijke BAM Groep nv 2008-heden Rabobank Eindhoven – Veldhoven 2009-heden Hurks groep BV 2011-heden TU Eindhoven Hoofdsponsor

42


Colofon Bouwkundewinkel Eindhoven Bezoekadres Vertigo vloer 5 Groene Loper Navigatie De Zaale (navigatie uitzetten wanneer u op de TU/e campus bent.) Postadres Vertigo vloer 6 Postbus 513 5600 MB Eindhoven info@bouwkundewinkel.nl tel: 040-2472621 Jubileumverslag mede mogelijk gemaakt door: Winkeliers bouwkundewinkel Pieter Deijkers (Voorzitter) Kim Vermeulen (Secretaris) Roel Schiffers Anne Grave Facultair medewerker Faas Moonen Begeleidingscommissie Reinder Rutgers Henk Schellen Juliette Bekkering Bijdrage oud-winkeliers Willem Lucassen Twan van Hooff Bert Bakker Ruben Merkx Merian Koekkoek Joris Herndriks Nikie van Veen Maarten Hornikx Henri Achten AndrĂŠ van Leth Anne van Boxtel Floris van Rooijen



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.