Hogeschoolgids Instituut Bouw & Bedrijfskunde

Page 220

hogeschoolgids 2010-2011

bijlage Reglement Klachtenprocedure

pagina 220

ARTIKEL 13

2. Indien uit het overleg, bedoeld in het eerste lid, moet worden geconcludeerd dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat de desbetreffende persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een minderjarige student van de instelling, doet het instellingsbestuur onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 127 juncto artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, en stelt het instellingsbestuur de vertrouwensinspecteur daarvan onverwijld in kennis. Voordat het instellingsbestuur overgaat tot het doen van aangifte, stelt het de ouders van de betrokken student, onderscheidenlijk de betreffende ten behoeve van de instelling met taken belaste persoon, hiervan op de hoogte. 3. Indien een personeelslid bekend is geworden dat een ten behoeve van de instelling met taken belaste persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een minderjarige student van de instelling, stelt het personeelslid het instellingsbestuur daarvan onverwijld in kennis.

(Seksuele) Intimidatie, Agressie, Geweld, Treiteren of Pesten”. Deze procedure vervangt de vóór die datum vigerende regelingen.

Faciliteiten Het bevoegd gezag biedt de vertrouwenspersonen, de begeleidingsfunctionarissen en (de leden van) de klachtencommissie de faciliteiten die nodig zijn voor de uitvoering van de opgedragen taken.

ARTIKEL 14

Zorgvuldigheid Alle betrokkenen zullen uiterste zorg besteden aan de vertrouwelijkheid van de gegevens die hen ter kennis komen. Vermelding van namen en personen in de rapportage of anderszins geschiedt slechts als dit naar de mening van de commissie noodzakelijk is. ARTIKEL 15

Verplichting tot overleg en aangifte inzake zedenmisdrijven 1. Indien het instellingsbestuur op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ten behoeve van zijn instelling met taken belast persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden als bedoeld in Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht jegens een minderjarige student van de instelling, treedt het bevoegd gezag onverwijld in overleg met de vertrouwensinspecteur, bedoeld in artikel 6 van de Wet op het onderwijstoezicht.

ARTIKEL 16

Citeertitel en inwerkingtreding Deze procedure treedt in werking met ingang van 1 september 2010 en kan worden aangehaald als “Klachtenprocedure Discriminatie,

Brieven aan de klachtencommissie kunnen worden gericht aan het volgende adres: HOGESCHOOL ROTTERDAM t.a.v. de secretaris van de klachtencommissie ongewenst gedrag Postbus 25035 3001 HA ROTTERDAM Als secretaris van de klachtencommissie fungeert op dit moment: Mevr. mr. J.H. Trimpe.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.