FOCUS VAKMANSCHAP

Page 1

2023

magazine met de Focus op Vakmanschap


FOCUS OP VAKMANSCHAP 2

Focus Vakmanschap is een initiatief van Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed en kreeg verder vorm door de nauwe samenwerking met CEMPER, Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG), ETWIE, FARO, Histories, PARCUM en Werkplaats immaterieel erfgoed, met ondersteuning van de Vlaamse overheid.


voorwoord voorzitter

Vakmanschap leeft. In het hoofd, de handen en het hart van vakmensen. Het borgen van dit immaterieel erfgoed wordt steeds belangrijker. Want wat als die traditierijke beroepen op een dag verdwijnen? En toekomstige generaties zich straks geen beeld meer kunnen vormen van de rijke vakkennis en -kunde? Om dat te vermijden lanceerde Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed het meerjarige samenwerkingstraject Focus Vakmanschap. Op voorzet van Werkplaats immaterieel erfgoed ontwikkelde Focus Vakmanschap een basismethodologie om vakmanschappen audiovisueel te documenteren, delen en activeren. Dat theoretische model toetsten we vervolgens aan de praktijk. Samen met erfgoedgemeenschappen en partners uit het erfgoedveld werkten we 10 testcases uit: maritiem erfgoed, teeltselectie, reuzenerfgoed, kloosterambachten, draailierbouw, lemen en vitsen, vlechtwerk, Japanse houtsnede, kuipen en taxidermie. Elk vakmanschap kreeg een eigen traject, montage en publiek. Vakmanschap is brandend actueel. Werken met je handen stimuleert je hersenen om andere verbindingen te maken. Een betere synchronisatie van je breinnetwerken wakkert je creativiteit aan. Het resultaat: nieuwe ideeën en verhelderende inzichten. Tegelijk is het een kans om even op de rem te gaan staan en gewapend met een kritische blik afstand te nemen van de snel veranderende maatschappij. Smartphones en tablets beschikken vandaag over hoogwaardige videofuncties. Het stelt vakmannen en -vrouwen perfect in staat om hun eigen vakmanschap op een kwalitatieve manier audiovisueel te (laten) registreren. Precies dát is het opzet van dit project. Focus Vakmanschap verzamelde alle tips en tricks in een online toolbox: een overzichtelijke en gebruiksvriendelijke inspiratiebron waarmee vakmensen, erfgoedprofessionals en andere erfgoedactoren zelf aan de slag kunnen om hun kennis en kunde ‘vakkundig’ te documenteren. In dit magazine geven we jou een blik achter de schermen van het project. Onze videast ging ruim twee jaar lang op pad. Volg zijn spoor en duik mee in het verhaal van onze partners en de verschillende erfgoedgemeenschappen. Zij vertellen je met veel enthousiasme hoe het project tot stand kwam en nog steeds verder leeft. Veel leesplezier! Igor Philtjens voorzitter vzw Het Domein Bokrijk en gedeputeerde


BOKRIJK | VAKMANSCHAP & ERFGOED

VAKMANSCHAP HERBEKEKEN 4


Toen de minister van Cultuur voor de periode 2020-2023 een projecttoelage toewees aan Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed, koos het landelijk platform voor historisch en hedendaags vakmanschap in Vlaanderen resoluut voor een project dat aansluit bij zowel de noden van de cultureelerfgoedsector als die van de makers. Focus Vakmanschap was geboren. En ging met het actief en wervend uitlichten van tien specifieke vakmanschappen veel dieper dan de reguliere werking van het platform. Het ultieme doel? Nieuwe generaties inspireren om ook in de toekomst aan de slag te gaan met vakmanschap.

Hobbyist of professional: Vakmanschap & Erfgoed maakt geen onderscheid als het gaat over historische én hedendaagse creatieve ambachten. In beide gevallen draait alles om het zichtbaar maken van de gezamenlijke rode draad: erfgoed. Dat doen we door de kennis en kunde van makers te inventariseren, onderzoeken, delen en vervolgens presenteren aan een ruim publiek. Daarvoor steunt Vakmanschap & Erfgoed intern niet enkel op de expertise van het Openluchtmuseum, maar doet het ook een beroep op de knowhow en het netwerk van VAKlab, dé broedplaats voor creatief ondernemerschap in Bokrijk.


Borgingsmissie “Focus Vakmanschap is een aanvulling op onze reguliere werking”, vertelt Hilde Schoefs, conservator Openluchtmuseum en diensthoofd Vakmanschap & Erfgoed. “Samen met de andere pijlers binnen de Campus van het Vakmanschap zetten we in op sensibilisering, communicatie, onderzoek, borging, kennisdeling, methodieken, werkinstrumenten, samenwerking en netwerking. Dat doen we met een bijzondere aandacht voor de hedendaagse relevantie van hout en historische bouwtechnieken. Maar dit audiovisuele project reikt veel verder door tien heel diverse vakmanschappen innovatief en participatief te documenteren om ze vervolgens breed en aansprekend te delen met partners, vakmensen, erfgoedorganisaties en het geïnteresseerde publiek buiten de sector. Zowel on- als offline en aangevuld met een activatieluik in de vorm van workshops, netwerkevents, masterclasses en themadagen. Een verregaande borgingsmissie met één duidelijke drijfveer: de expertise over de betreffende vakmanschappen maximaal verspreiden zodat ze fungeert als inspiratie en bouwblok bij toekomstige toepassingen. Over de verschillende sectoren heen.”

Internationale methodologie De selectie van de vakmanschappen gebeurde in nauw overleg met de partners die samen met Vakmanschap & Erfgoed een trekkersrol opnemen binnen een van de UNESCO-domeinen immaterieel erfgoed: CAG, CEMPER, ETWIE en Histories, aangevuld met PARCUM. “Voor de ontwikkeling van de overkoepelende methodologie, de afstemming op de werking rond immaterieel erfgoed in Vlaanderen en de toolbox schoven we aan tafel met Werkplaats immaterieel erfgoed (WIE)”, vult Hilde Schoefs aan. “FARO zorgde voor de algemene ondersteuning. De uitbouw van de methodiek was cruciaal voor het welslagen van het project. We toetsten onze aanpak internationaal en stuurden gaandeweg bij waar nodig. Dat leidde finaal tot een vernieuwende toolbox in het Nederlands én het Engels, een gediversifieerde handleiding waarmee kleine en grote erfgoedorganisaties en -gemeenschappen in en buiten Vlaanderen hun immaterieel erfgoed innovatief kunnen documenteren met het oog op maximale borging, deling en activatie. Zo blijft het vakmanschap uit Vlaanderen zich heruitvinden, krijgt het kansen om actief en grensoverschrijdend toegepast te worden binnen diverse disciplines en inspireert het straks een nieuwe generatie makers om ermee aan de slag te gaan en op die manier heden, verleden en toekomst met elkaar te verbinden in een continuüm.” www.bokrijk.be/vakmanschapswerking www.focusvakmanschap.be 6


VAKlab

In het Openluchtmuseum Bokrijk staat de cultuur van het dagelijks leven vandaag, gisteren én morgen centraal. Het museum wil onder andere de hedendaagse relevantie van al dat vakmanschap aantonen en steunen. Wat heeft het vakmanschap van vroeger ons vandaag te vertellen? Hoe laten eigentijdse vakmensen zich inspireren door oude vakmanschappen en technieken? Maar ook: hoe wordt het vakmanschap getransformeerd door nieuwe technologieën?

In Bokrijk zijn we steeds op zoek naar gedreven vakmensen met een passie voor hun vak en een hart voor mensen. Ben jij onderlegd in lederbewerking, smeden, pottendraaien, molendraaien, baarden scheren, houtbewerken, … én toon je dat graag aan een breed publiek? Dan zoeken wij jou!

Interesse? Neem gerust contact op met katrien.eckelmans@limburg.be.

VAKlab is het expertiseen dienstencentrum van Bokrijk rond vakmanschap en ondernemerschap. Met een uitgebreide kalender van meer dan 50 activiteiten per jaar verwelkomt VAKlab gepassioneerde mensen om van elkaar te leren, nieuwe ideeën op te doen, de handen uit de mouwen te steken en gelijkgestemde zielen te ontmoeten. Samen met partners versterken en ontwikkelen we hedendaags vakmanschap als een meerwaarde voor de economie en andere sectoren.

www.bokrijk.be/ vakmanschapswerking

openluchtmuseum

VAKlab: hedendaags vakmanschap


8

FOCUS OP VAKMANSCHAP



Fotografe Femke den Hollander Femke den Hollander (1979) studeerde sociaal en cultureel werk en volgde later nog een opleiding fotografie aan de Academie voor Schone Kunsten in Brugge. Documentaire fotografie en film boeit haar al van kindsbeen af. Als fotografe komt ze dicht bij mensen die ze niet kent, maakt ze kennis met hun leefwereld en ziet ze wat ze doen en maken. Ze luistert naar hun verhalen en probeert dit vast te leggen in haar beelden. Dat deed ze ook voor Focus Vakmanschap: “Elke opdracht is weer helemaal anders, maar telkens boeiend. Het is een combinatie van een stuk journalistiek werk, documentair werk, mensenwerk en ‘bewaarwerk’. Zo draag ik bij aan het borgen en ontsluiten van vakmanschappen en praktijken die er misschien binnenkort niet meer zullen zijn.” 10


ERFGOED IN ZICHT!

MSTNBWRS

ETWIE MAAKT FILM OVER MEESTERLIJKE MASTENBOUWERS


Vissersschepen uit vervlogen tijden restaureren en reconstrueren. Bij de maritieme erfgoedvereniging De Scute, in Blankenberge, zijn ze wat dat betreft niet aan hun proefstuk toe. Zo bouwden veertig vrijwilligers tussen 1992 en 1999 een perfecte replica van de B1 Sint Pieter. In 2022 snakte het schip naar een nieuwe mast. De ideale gelegenheid voor de Expertisecel voor Technisch, Wetenschappelijk en Industrieel Erfgoed (ETWIE) om het bonkige en buitengewone vakmanschap vast te leggen op bewegend beeld.

Een mast bouwen voor een historisch zeilschip. Niet meteen een alledaagse bezigheid. Maar voor de enthousiastelingen van vzw De Scute is geen zee te diep. Gedreven door hun liefde voor zowel maritiem erfgoed uit het vissersverleden als scheepsbouwtechnieken, kozen ze voor een gelamineerde mast: dat is een mast die wordt samengesteld met op maat gemaakte balken die met elkaar worden verlijmd tot één oersterk geheel. “Het gaat om een nieuwere techniek, een mooi bewijs dat immaterieel erfgoed en vakmanschap mee evolueren met de maatschappij”, klinkt het bij De Scute. “Ook voor ons was dit trouwens nog onbekend terrein.” Naast de constructie zelf bepalen de houtsoort, de zaagmethode, het droogproces en de afwerking mee het finale resultaat. Kortom: vakmanschap in elke vezel, van binnenmast tot en met mastvoet. En zó specifiek dat ETWIE meteen van wal stak om dit stukje waardevol erfgoed audiovisueel te portretteren. 12


trale als de door erfgoed geïnspireerde kijker onderdompelen in de passie van de vrijwilligers bij De Scute.”

Verdiepen in de materie “Vanuit het Industriemuseum in Gent verzamelen, stimuleren en ondersteunen wij particulieren en professionals die zorg dragen voor technisch, wetenschappelijk en industrieel erfgoed”, vertelt kennismedewerker Lieselot Cornelis over de werking van ETWIE. “Met een film over het verhaal van de mast wilden we een methodologie testen om immaterieel erfgoed te documenteren. Wat werkt en wat niet? Wie kan zo’n project trekken? En wat zijn de uitdagingen? Met onze bevindingen konden we andere erfgoedgemeenschappen gericht op gang zetten bij het concretiseren en professionaliseren van hun documentatieopdrachten. Algemener moest de montage een goed beeld geven van het constructieproces van de mast en zowel de neu-

ETWIE verbond daarmee zijn lot aan dat van de West-Vlaamse bootbouwers. “Ons video-experiment kon enkel slagen als het mastproject succesvol werd afgerond”, stelt Lieselot. “Dat was best spannend. Het is een technische uitdaging waarbij je uiterst nauwkeurig moet werken. Een half millimetertje afwijking aan de basis van de mast maakt op een afstand van ongeveer dertien meter een fout van één centimeter. Gelukkig kon de vzw rekenen op de hulp van ervaren scheepsbouwer Jan Vandamme. Toch was het bang afwachten tot de plaatsing op het schip en de eerste testvaart. Gaat de mast het houden of knapt hij? Gelukkig gebeurde dat niet. Dat zou niet alleen zonde geweest zijn van al ons werk, maar ook van het filmen en het intensieve studietraject vooraf.”

Lijmen en klikken Om elke fase duidelijk te documenteren moest ETWIE regelmatig alle zeilen bijzetten. “Bepaalde werken waren afhankelijk van weersomstandigheden, technieken of leveringen. Dan was het schipperen om een tijdstip te prikken of soms net heel snel schakelen. Zoals bij de samenstelling van de buitenmast. Als de lijm zou uitdrogen, pakte hij niet meer op het hout. Dat gaf wel wat stress. Voor de binnenmast moest er dan weer extra lijmoppervlakte gecreëerd worden. De onderdelen moesten daarom, heel precies, onder een schuine hoek worden ingekort. Maar als al die stoere teamleden dan plots een visserslied aanheffen, zit je meteen in de juiste sfeer. De samenwerking verliep heel aangenaam. Temeer omdat alle afspraken duidelijk op papier stonden. Meteen mijn belangrijkste tip: bouw een vertrouwensband op met de erfgoedgemeenschap. Als het klikt krijg je zoveel meer voor mekaar.”

boegbeeld voor borgers Geïnspireerd door de indrukwekkende houten tweemaster, loodste Lieselot haar team naar een dubbele montage: één over de bouwtechniek van een gelamineerde mast, de andere over de gedrevenheid en het vakmanschap van de vrijwilligers. “Met dit geslaagde experiment zetten we samen met andere erfgoedactoren koers naar soortgelijke initiatieven om vakmanschap en ambacht te borgen. Het lijkt allemaal zo simpel, maar niets is minder waar. Aan een stevig, mooi en werkbaar resultaat gaat ontzettend veel denken doewerk vooraf.” En het bijzonderste is ongetwijfeld het samenhorigheidsgevoel. “De samenstelling van de mast gebeurde op één dag door maar liefst twintig vrijwilligers, net in de periode van coronaversoepelingen”, verduidelijkt men bij De Scute. “Alsof iedereen dit moment had uitgekozen om uit zijn veilige cocon te komen. Je kunt je wel voorstellen wat voor hartelijk weerzien dat werd! Ook de plaatsing van de mast op de Blankenbergse schuit zorgde voor een bijzonder moment: de bekroning op een prachtig project dat we samen hadden gerealiseerd.”


VIDEAST ALEXANDER KERKHOF

BRUGGENBOUWER IN BEELD 14

Alexander Kerkhof is een van de videasten binnen het project Focus Vakmanschap. Hij engageert zich sinds 2005 professioneel en multidisciplinair binnen de audiovisuele sector. In zijn projecten zoekt hij de raakvlakken op tussen vier grote passies: beeld, geluid, kunst en erfgoed. Alexander was dan ook de geknipte man om alle vakmanschappen in hun puurste vorm in beeld te brengen.

“Als videast kreeg ik het voorrecht om de meeste trajecten van dichtbij te zien evolueren en te helpen realiseren”, opent Alexander. “Alles vertrok vanuit die ‘waarom’-vraag, gelinkt aan de methodologie. Het was erg interessant om te volgen hoe de partnerorganisaties tijdens de voorbereidingsfase tot hun specifieke keuzes kwamen.”

Vertrouwensband “Er is een groot verschil tussen werken met gemeenschappen en filmen in een commerciële context”, legt Alexander uit. “Het is belangrijk om je tijd te nemen om een vertrouwensband op te bouwen. Pas als dat vertrouwen er is, krijg je toegang tot de kennis. De eerste afgewerkte montage, de video over houten mastenbouw van ETWIE, voelde als een ware mijlpaal. Maar eigenlijk hadden alle afgewerkte montages die daarop volgden een gelijkaardige impact. Het hele project voelde als één grote mijlpaal!”

Intensieve trajecten “De meeste vakmanschappen waren voor mij onbekend terrein. Dat maakte het des te boeiender. Bij de video over het Brussels grondwitloof volgden we bijvoorbeeld de volledige cyclus, van zaadje tot plant. Dat verloop hangt af van het ritme van de natuur. Het meest intensieve traject was het documenteren van de bouw van een draailier voor CEMPER. Hier zijn we een jaar mee bezig geweest, met een wekelijkse afspraak op woensdag. Een uitvoerig proces met veel detailwerk. Als leek besef je amper wat belangrijk is en wat niet. Zonder de hulp van de erfgoedorganisaties zou mijn taak veel complexer of zelfs onmogelijk zijn geweest. Zo volgden de collega’s van CEMPER de productieplanning en opnames op, waardoor ik me volledig kon focussen op het technische aspect.”

Lessons learned “Elk traject heeft me wel iets geleerd. Ik ontdekte bijvoorbeeld dat grondwitlooftelers niet enkel in de winter met hun witloof bezig zijn, maar daar het hele jaar door aan werken. Dat reuzen bouwen veel tijd in beslag neemt, en dat dat vanuit de gemeenschap gedragen moet worden. Dat een ingenieus, samengeplakt hol geheel van houten balken steviger is dan een volle mast. Dat er oplossingen beschikbaar zijn voor de complexe constructie van een draailier. Dat kloosterlingen afhankelijk zijn van hun productie en dat ze ondernemend moeten zijn – binnen een propvolle dagindeling. Dat we dankzij de Japanse houtsnede herontdekken hoe we de westerse houtsnede opnieuw kunnen verfijnen. Dat vlechtwerk duurzame én functionele natuurproducten oplevert, … nog iets (lacht)?”


Alexander Kerkhof tijdens het filmen bij de reuzen in Ternat. Winnende inzending voor Wiki loves Living Heritage in Belgium.

Bijna-bloopers

Nieuwe generaties inspireren

“Natuurlijk loopt het ook al eens fout. Zoals bij de video over het kloostervakmanschap in de Abdij van Postel. Tijdens het gebed in de abdijkerk filmde ik de zingende broeders met de camera op mijn schouder. Plots begaf mijn broeksriem het en kreeg ik het gevoel dat mijn broek ging afzakken. Gelukkig gebeurde dat niet, maar het was toch even spannend. En tijdens een andere gebedsdienst, bij de trappistinnen in Brecht, wist ik niet dat midden in de dienst de lichten worden gedoofd, en dat de mis in het duister wordt verdergezet. Op zich een unieke ervaring, maar qua beeld was dat natuurlijk allesbehalve ideaal!”

“Elk vakmanschap evolueert en innoveert. Het is dus belangrijk om alles grondig te documenteren. Zo kunnen we specifieke kennis over vakmanschappen blijven doorgeven en nieuwe generaties inspireren. Ik hoop dat de video’s erfgoedorganisaties aanzetten om ook aan de slag te gaan met audiovisueel documenteren, en ook dat er hiervoor blijvend middelen beschikbaar gemaakt worden voor de sector. Stiekem hoop ik ook dat de videocamera een vast onderdeel wordt van de gereedschapskist van vakmensen en gemeenschappen”, besluit Alexander.


ONGEGROND ONDERGEWAARDEERD CAG KWEEKT RESPECT VOOR TEELTSELECTIE

TLT

En de boer, hij ploegde voort. Maar niet zonder eerst zorgvuldig de juiste planten te selecteren om mee te kweken. Al sinds het ontstaan van de landbouw verfijnen en verbeteren mensen het potentieel van gewassen met het oog op hun behoud en het perfectioneren van verschillende soorten. Vandaag is teeltselectie bijna volledig in handen van grote bedrijven waardoor de diversiteit sterk afneemt. Projectmedewerker Laura Danckaert van het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) ging de boer op en maakte twee documentaires over het bedreigde vakmanschap.

16


Endives de Bruxelles, Brussels Chicory of Brüsseler Chicorée. Het Brusselse grondwitloof wordt wereldwijd gesmaakt, maar komt al een tijdje niet meer uit onze hoofdstad. De laatste witloofboer stierf er in 2018. Bovendien verwijst de naam niet zozeer naar de plaats waar het witte goud gekweekt wordt, maar eerder naar de teeltwijze: in volle grond, onder een deklaag. En met eigen zadenteelt als cruciale voorwaarde om het BGA-label ‘Brussels grondwitloof’ te kunnen gebruiken. Dat vakmanschap staat steeds meer onder druk en dus was de erfgoedgemeenschap van grondwitlooftelers maar wat blij met de filmplannen van het CAG. Naast het witloofverhaal kwam er ook een algemene documentaire over het vakmanschap van zaadteelt en teeltselectie.

“Als kenniscentrum voor agrarisch erfgoed in Vlaanderen en Brussel is het onze opdracht om de traditierijke geschiedenis van de landbouw, onze voeding en het landelijk leven te bestuderen, bewaren, borgen en ontsluiten”, stelt Laura Danckaert. “Het doel: bijdragen aan een zorgzame en duurzame samenleving. Door het vakmanschap van teeltselectie met, door en voor de erfgoedgemeenschap in beeld te brengen, vergroten we het erfgoedbewustzijn van de telers én introduceren we hun knowhow en technieken bij een geïnteresseerd publiek. Denk maar aan moestuiniers. Maar we laten ook een bredere doelgroep beseffen dat ons voedsel niet zo vanzelfsprekend is als het lijkt. Daarom verwerkten we al het verzamelde materiaal in een popup-expo en komt er ook nog een lessenpakket aan.”

Een ras apart Volgens Laura is teeltselectie onterecht een te weinig gewaardeerde kunde. “Het spreekt misschien minder tot de verbeelding dan sommige verfijnde handwerktechnieken, maar de onderliggende stielkennis en -kunde is rond-

uit indrukwekkend en ligt mee aan de basis van ons huidige voedingsaanbod. Het is echt een stiel apart. Op basis van hun eigen set aan kenmerken selecteert een boer-vermeerderaar die planten waarvan het best de zaden worden geoogst. Dat doet hij door telkens opnieuw uit te zaaien en daarna de teelten continu te observeren, meten en wegen. Zijn ze uniform of net veelvormig? Hebben ze een korte of lange oogstperiode? Hoe weerbaar zijn ze?

En wat wil de klant? Het aanhoudend selecteren en kruisen van bepaalde eigenschappen leidde door de eeuwen heen tot verschillende rassen en variëteiten. Raskenmerken verankerden zich steeds verder en zo kreeg iedere streek zijn eigen varianten, aangepast aan de lokale omstandigheden. Hun geschiedenis vertelt het verhaal van generaties zadentelers.”


sensibiliserende kiem

Dat verhaal wordt nu dus audiovisueel verteld. “We stapten in het project van Focus Vakmanschap op vraag van de erfgoedgemeenschap”, benadrukt Laura. “Zij zien hun vak steeds meer opgaan in de moderne technieken van grote spelers, vaak ten koste van de diversiteit. Gelukkig zijn er organisaties als Vitale Rassen die het vakmanschap van zadenteelt levend houden en verspreiden via workshops. En door hun zaden op de markt te brengen, kunnen moestuiniers overal weer kennis maken met lokale variëteiten. Vanuit een sensibiliserende insteek leggen wij met onze documentaires de kiem om dit vakmanschap weer breder bekend te maken. Daarvoor gaan we door weer en wind. Letterlijk, want teeltselectie is sterk afhankelijk van de seizoenen en weersomstandigheden. Vooraf opnamemomenten vastleggen, was dan ook niet evident. Daarom prikten we altijd data en tijdstippen ‘onder voorbehoud’ die we dan een tweetal dagen voordien definitief afklokten. Het zaaien was intensief, maar de oogst is rijkelijk.”

www.cagnet.be

18


DRLRBWR

CEMPER NEEMT EEN JAAR LANG INTREK IN ATELIER VAN DRAAILIERBOUWER


We schrijven de jaren tachtig. Wanneer Marc Reymen op een avond door Amsterdam loopt, hoort hij in de verte een doedelzak. Hij volgt het geluid en ziet tot zijn verbazing iets helemaal anders. Het blijkt een draailier. Sinds die dag is de Rumstenaar begeesterd door het bijzondere snaarinstrument en bouwt hij ze volgens een steeds evoluerende traditie in zijn eigen thuisatelier. CEMPER, Centrum voor Muzieken Podiumerfgoed, volgde hem een jaar lang om zijn vakmanschap te filmen. Het resultaat klinkt immaterieel erfgoedfans als muziek in de oren: ruim dertig uur aan beeldmateriaal, een waardevolle manier om zijn kennis door te geven voor de toekomst.

20


Draailier-draaiboek

Draailierbouw Plannen om draailieren te bouwen zijn er nauwelijks. “Na zes jaar zoeken, vond ik er eentje in het Centrum voor muziekinstrumentenbouw in Puurs”, herinnert Marc zich. “Na mijn opleiding zwierf ik langs Europese musea en breidde ik mijn collectie uit tot een twintigtal. Ik heb ze allemaal gedigitaliseerd en stel ze samen met mijn kennis en ervaring ter beschikking van collega-bouwers over de hele wereld. Zelfs tot in Nieuw-Zeeland.” De gewezen studiebureaumedewerker met een diploma ingenieur elektronica houdt ervan om zijn vakmanschap te delen. “Straks ben ik er niet meer en zijn mijn jarenlange zoektochten en opleidingen voor niets geweest. Ik geef les in draailierbouw en maakte er samen met een van mijn leerlingen een boek over. Een tijd geleden klopte ik aan bij Bokrijk om eventueel demo’s te geven. Samen met CEMPER zocht ik al een tijdje naar een manier om draailierbouw te documenteren. Focus Vakmanschap bood ons hier de nodige tijd en middelen voor, dus toen CEMPER me vroeg om mee te werken aan de toolbox, was ik meteen enthousiast. Een jaar lang werd er elke woensdag gefilmd in mijn atelier. We brengen de bouw van een draailier in beeld vanaf de eerste tot de allerlaatste stap. De video is vooral bedoeld voor draailierbouwers en -spelers die zelf aan de slag willen . Enige kennis van houtbewerking is wel noodzakelijk.”

Voor CEMPER was Marc al lang geen onbekende meer. “Ons team adviseert en begeleidt iedereen die met muziek- of podiumerfgoed in aanraking komt”, verduidelijken stafmedewerkers immaterieel erfgoed Debora Plouy en Anaïs Verhulst, die samen mee de schouders zetten onder het project. “In die hoedanigheid ondersteunden we hem destijds bij zijn aanvraag voor een meester-leerlingbeurs voor het doorgeven van vakmanschap. Toen al was duidelijk dat hij zijn passie maximaal wilde borgen, onder meer via video. Dat maakte hem dé geknipte persoon voor Focus Vakmanschap. Omdat hij het proces wilde tonen van a tot z en zonder stappen over te slaan, stelden we samen met Marc een draaiboek op. Een onmisbaar gegeven voor een intensief en langlopend traject als dit. Als vakmens is Marc aan het werk, en heeft hij geen handen vrij om alles in beeld te brengen. De veelheid aan materiaal zorgt ook dat de montage een uitdaging is voor iemand die daar niets van kent. Door de nauwe samenwerking tussen de filmmaker, de erfgoeddrager en wij als erfgoedorganisatie leer je ontzettend veel bij. In geen tijd ontstond er een sterke vertrouwensband, wat een premisse is voor het slagen van het project.”

in het ritme Samen met het instrument zijn nu ook de video’s klaar, goed voor zowat dertig uur film. “Het was een echt titanenwerk: het vergde een minutieuze voorbereiding om alles stap voor stap in beeld te brengen”, klinkt het bij Marc. “Tegelijkertijd was het ook ontzettend fijn. Ook tussen het filmen door. Als ’s morgens de crewleden één voor één binnendruppelden, vroegen ze steevast of mijn vislijm al opgewarmd was. Dan wisten ze dat ze er meteen konden invliegen. Op de duur raak je zó ingespeeld op elkaar en vindt iedereen zijn plek. Zelfs in mijn piepkleine atelier (lacht).” “Daarom was het goed om dat wekelijkse ritme aan te houden”, vult Debora aan. “Dan blijf je in het verhaal en schaaf je gestaag je eigen kennis bij. Al hadden we ons vooraf wel verdiept in de materie. Dat lijkt me noodzakelijk om tot een kwalitatief eindresultaat te komen. Marc filmde alles zonder script. Door het draaiboek goed in de gaten te houden en aandachtig te luisteren, konden wij inschatten of alle uitleg duidelijk was en of hij geen stappen oversloeg. Want voor een vakmens zijn sommige stappen zo’n evidentie, dat hij ze gemakkelijk over het hoofd ziet. Ook in de montagefase is het belangrijk om de snaren constant op elkaar af te stemmen. Is alles duidelijk? Passen de verschillende delen mooi in elkaar? En zit de opbouw nog goed? Door voldoende feedbackmomenten in te lassen, los je élk euvel op. Mijn advies? Sta niet te veel stil bij een sporadische valse noot, maar ga voluit voor een indrukwekkend slotakkoord.” www.cemper.be


ZOEKTOCHT NAAR EEN KWALITATIEVE METHODOLOGIE

WERKPLAATS IMMATERIEEL ERFGOED

Waarom sprongen jullie meteen mee aan boord?

Shana: “Wij zijn er voor iedereen die in Vlaanderen bezig is met immaterieel erfgoed. Dat levendige erfgoed versterken, borgen en doorgeven – onder meer door middel van documentatie – is een van onze beleidslijnen. Dat maakte ons in dit verhaal tot de uitgelezen partner.” Jorijn: “Te meer omdat we ons al twintig jaar toeleggen op immaterieel erfgoed, met een sterke inzet op methodiekontwikkeling en internationale werking. Als organisatie voor immaterieel erfgoed staan wij mee in voor het inventariseren en documenteren van alle levendige tradities in Vlaanderen, een van de doelstellingen van UNESCO. Dat gebeurt vaak op papier, maar een audiovisuele aanpak is natuurlijk veel doeltreffender om levend erfgoed te capteren. Zowel voor de erfgoedgemeenschap als het brede publiek.”

www.toolboxfocusvakmanschap.be 22


Werkplaats immaterieel erfgoed trok van bij de start mee aan de kar van Focus Vakmanschap. Jorijn Neyrinck en Shana Van Hauwermeiren gaven mee vorm aan de basismethodologie en de toolbox om immaterieel erfgoed te documenteren via film. Zij blikken terug en kijken vooruit. werkdag Focus Vakmanschap bij Werkplaats immaterieel erfgoed

Wilden jullie dan al niet langer hiermee aan de slag gaan??

Uitdagingen? Iedereen kan tegenwoordig toch filmen?

Is Vlaanderen met die toolbox een pionier?

Jorijn: “Ja, de nood aan een audiovisuele aanpak is ons al een tijdje duidelijk. In 2014 organiseerden we ‘In klank en beeld’, een studiedag waar we samen met internationale experts nadachten over het participatief documenteren van immaterieel erfgoed. In 2020 zetten we nieuwe stappen met een werktafel en masterclass samen met Tamara Nikolić Đerić, een internationale collega-experte rond deze thema’s. Intussen gingen ook de collega’s van CAG en ETWIE aan de slag met een aantal pilootprojecten. Al die ervaringen leverden bruikbare inzichten op, terwijl er tegelijk ook weer heel wat nieuwe vragen en uitdagingen aan de oppervlakte kwamen.”

Shana: “Klopt, toch kwamen er heel wat vragen naar boven. Waarom kies je voor video? Wat wil je precies bereiken? Hoe begin je eraan? En wie maakt uiteindelijk de film? De erfgoedgemeenschap zelf, een betrokken erfgoedcel of een externe partij?”

Jorijn: “Er gebeurt internationaal al heel wat rond audiovisueel documenteren, zeker in Azië zijn er veel film- en andere audiovisuele producties. Maar op methodologisch vlak is dit pionierswerk.”

Jorijn: “Met de toolbox mikken we nu in de eerste plaats op de professionele erfgoedwerkers. We willen heel graag dat gemeenschappen zelf aan de slag kunnen rond het documenteren. Maar vandaag is dat vaak nog een stap te vroeg. Niet alle gemeenschappen zijn al vertrouwd met de referentiekaders van immaterieel erfgoed. En dan is er nog de filmtaal. Het was dus een zoektocht naar de beste verwoordingen voor de toolbox. We streefden enerzijds naar dagdagelijks taalgebruik, maar wilden tegelijk zo dicht mogelijk aansluiten bij onze gezamenlijke inzet rond het borgen van immaterieel erfgoed met UNESCO.”

Shana: “In 2021 ontwikkelde Werkplaats een eerste basismethodologie voor Focus Vakmanschap. Die schaafden we gaandeweg bij op basis van de bevindingen uit de tien testcases. Het finale concept rollen we nu uit naar een zo breed mogelijk publiek. Tot ver buiten de landsgrenzen. De website is niet toevallig beschikbaar in het Engels.”

Hoe zien jullie de toekomst?

Jorijn: “We hopen dat zoveel mogelijk erfgoedwerkers de toolbox uitproberen en nadien hun bevindingen met ons delen. Zo kunnen we blijven groeien.” Shana: “Met deze toolbox geven we een basis mee. Erfgoedpraktijken mogen er een eigen touch aan geven, vanuit hun specifieke noden. Wanneer dit project geslaagd is? Als we met de erfgoedgemeenschappen een brug weten te slaan en de methodologie doorstroomt naar zoveel mogelijk beoefenaars in het veld.”

www.filminglivingheritage.org


BID, WERK … EN FILM

KLSTR

PARCUM BRENGT KLOOSTERVAKMANSCHAP IN BEELD

24

Ora et Labora. Bid en werk. Het was van meet af aan duidelijk wat Sint-Benedictus van zijn monniken verwachtte. De vader van het kloosterleven pleitte daarmee voor een leven in eenvoud. Op het niveau van de hardwerkende man. Zo ontwikkelden zich binnen klooster- en abdijmuren tal van ambachten en vakmanschappen. Museum en expertisecentrum voor religieuze kunst en cultuur PARCUM vereeuwigde acht kloosterberoepen op video. Monnikenwerk of hard labeur? Adviseur Julie Aerts klapt uit de biecht.


Dat trappisten en andere kloostergemeenschappen bierbrouwen en kaas maken, is in Vlaanderen al lang geen geheim meer. Maar weinigen weten nog dat ze soms ook hosties, wassen beelden, zeep en keramiek produceren. Gestoeld op eeuwenoude tradities en met een alziend oog voor kwaliteit. Benedictus’ ‘labora-leuze’ werd ruim geïnterpreteerd en leidde door de jaren heen tot een zeer gevarieerde waaier aan vakmanschappen. Zelden zichtbaar voor het buitenstaandersoog door het gesloten karakter van contemplatieve kloostergemeenschappen en hun teruggetrokken levenswijze. Anno eenentwintigste eeuw staat de poort gelukkig steeds meer op een kier. En gunnen monniken, paters en zusters ons voorzichtig een blik op het leven in gebed en werk. Ook de camera’s van PARCUM waren welkom. “Je zou verbaasd zijn hoeveel Vlaamse kloostergemeenschappen vandaag nog vakmanschap herbergen”, vertelt adviseur religieus erfgoed Julie Aerts. “We moesten echt een selectie maken. Prachtig om die verscheidenheid in beeld te brengen, maar tegelijk een erg moeilijke keuze. We claimen met dit project dan ook geen volledigheid, maar geven een blauwdruk van de rijkdom aan vakmanschap in onze kloosters en abdijen.”

Twee voor twaalf Vanuit de feeërieke Abdij van Park in Leuven begeleidt PARCUM immaterieel-erfgoedgemeenschappen bij het borgen van levende erfgoedpraktijken

uit verschillende religies en levensbeschouwingen. “Kloostervakmanschap als immaterieel erfgoed hangt nauw samen met roerend en onroerend erfgoed van een klooster of abdij”, stelt Julie. “Gezien het dalend aantal uitoefenaars is het cruciaal om oude kloosterberoepen nú in kaart te brengen. Of nog beter: in beeld. In het voorjaar van 2022 gingen we op prospectie in twaalf Vlaamse kloosters en abdijen. Het uitgangspunt hadden we eerder al scherpgesteld: een zo breed mogelijk beeld schetsen vanuit de noden van de erfgoedgemeenschappen, zowel wat betreft ambachten en vakmanschappen als op het vlak van gender en culturele diversiteit. Uiteindelijk weerhielden we acht locaties. Overal werden we ontvangen met open armen. Kloosterlingen zijn zich meer dan wie ook bewust van hun sterfelijkheid én die van hun nalatenschap. In de loop van het traject keken ze steeds meer met een erfgoedbril naar hun activiteiten.”

de tradities in een hypermodern jasje steken. Al kaarten ze bij de zusters Clarissen in Oostende wellicht nog na over die drone-opname. Zalig, al die verwonderde blikken!”

Kijken, luisteren én lezen De montage werd op luid applaus onthaald tijdens een studiedag in de Abdij van Park. “Ik nodig iedereen uit om het eindresultaat te bekijken op www.parcum.be!” klinkt Julie enthousiast. “Voor wie zich verder wil verdiepen in ‘Ora et labora’ is de podcast met professor Thomas Quartier een absolute must. Binnen de reeks PARCUM Pockets verschijnt binnenkort ook een publicatie over het kloostervakmanschap in Vlaanderen. Dat klinkt als een afrondende ‘amen’, maar geloof me: dit verhaal is nog lang niet uit.”

Verschillen die verrassen Ondanks dezelfde religieuze basis vult elke gemeenschap haar ‘labora’ in op een andere manier. “Net die verschillende aanpak maakt de video tot een verrassend kijkstuk”, benadrukt Julie. “In bepaalde kloosters heeft elke bewoner een rol in het productieproces terwijl andere gemeenschappen samenwerken met leken. Ook de gehanteerde methodes zijn erg uiteenlopend. Het ene moment waant de kijker zich in een historisch prentenboek, het andere tonen we hoe sommigen eeuwenou-

Beluister hier de podcast met professor Thomas Quartier!


boetseren in balans

De geschiedenis van de zusters Clarissen in Oostende gaat terug tot 1862. Vandaag zijn ze nog met veertien. De ene al wat ouder dan de andere, maar allemaal steken ze de handen uit de mouwen om in hun levensonderhoud te voorzien. “Onze inkomsten komen onder meer uit de hostie- en pottenbakkerij”, vertelt zuster Trees. “Altijd in stilte. Ons vakmanschap is voor ons een moment van bezinning en meditatie. Al moeten we ons soms in bochten wringen om het werk gedaan te krijgen. Wie veel werk verzet met een rustig hart, brengt ora en labora in perfecte balans.” “Dan heb je maar beter geen klei meer aan je handen als de bel gaat voor het gebed”, lacht zuster en pottenbakster Caroline. “Met strikte werk- en gebedstijd blijven we de gedachte van Benedictus trouw. Maar het ene loopt over in het andere. Doe je je werk met hart en ziel, dan kun je beter bidden. Ook wat je maakt, is bepalend. Als ik doopkruikjes draai, denk ik aan de kindjes die ermee gedoopt worden. Zo blijven we tijdens de labora altijd in de sfeer van de ora.”

www.parcum.be 26


HET VLECHTVAKMANSCHAP

VLCHTWRK

VAKMANSCHAP & ERFGOED LINKT TRADITIE AAN INNOVATIE


Ooit was Stokkem hét epicentrum van de vlechtnijverheid. In de tweede helft van de 19e eeuw werden er tot 15.000 manden per week gemaakt. Tot begin jaren 1960 was er zelfs een riet- en teenvlechtschool. Vandaag telt Vlaanderen nog maar een handvol vakmensen die deze stiel beheersen. Velen van hen willen de onderlinge banden aanhalen en de op-en-top duurzame stiel verstrengelen met de toekomst. Met een video over de wilgenvlechterij zet de werkgroep die werd opgericht door Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed die ambitie kracht bij.

Van broodmand tot wasmand: wilgenvlechtwerk is van alle tijden. Al lijkt de periode van puur handmatige productie al even vervlogen. Zeker in Vlaanderen. Wilgen (of ‘wissen’) stropen, uitsorteren op lengte en dikte, laten weken en vervolgens testen op soepelheid is dan ook een tijds- en arbeidsintensief voorbereidingsproces. “Maar wel puur natuur en daarom opnieuw brandend actueel”, stelt de werkgroep. “Het vakmanschap biedt een mooi antwoord op ’s werelds meest prangende vragen inzake ecologie, transport, duurzaamheid en circulariteit. Bovendien gaat het over veel meer dan enkel manden vlechten. Sterker nog: door traditionele skills te combineren met innovatieve technieken wordt het toepassingsgebied alsmaar breder. Van designmeubelen tot verlichtingsarmaturen en van tuinschuttingen tot kunstwerken.”

Creatieve community Wilg groeit waar water is. Het verklaart meteen waarom Stokkem destijds boomde als vlechtcentrum. Het Maasstadje telde enkele honderden korvers, elk met hun eigen specialiteit. “Vandaag zijn er in heel Vlaanderen nog maar een paar vlechters over”, klinkt het bij de werkgroep. “In tegenstelling tot Nederland is er bij ons geen echte gemeenschap van vlechters. Daarom willen we met de video een aanzet geven tot het oprichten van een com28

munity waaruit samenwerkingen ontstaan tussen vakmensen en partners die een link hebben met vlechtwerk. In binnen- én buitenland. Daarnaast trekken we vooral de educatieve kaart en focussen we op het aanleren van de techniek. Met oog voor zowel verleden als toekomst en een permanente link naar de ecologische, maatschappelijke en persoonlijke meerwaarde. Heel veel mensen zijn vandaag op zoek naar vertraging en zingeving. Ook jongeren. Uiteindelijk is het die nieuwe generatie die we warm moeten maken voor dit veelzijdige vakmanschap.”

Van A tot Z Een van die jongelingen is Jefke Geysels (20). Zijn moeder Jeanny Bouwen gaf hem de liefde voor de stiel in met de paplepel. “Fijnscheenwerkspecialist Jefke begon op zijn vijftiende een meester-leerlingtraject bij de Nederlandse vlechtwerkvormgever Esmé Hofman en geeft nu samen met Jeanny de kneepjes van het vak door via opleidingen, demo’s en workshops”, verduidelijkt projectcoördinator Lieve De Saedeleer. “Ze zitten alle drie in de montage. Het was fantastisch om hen van dichtbij aan het werk te zien. Het verre uitstapje naar Esmé voelde als een schoolreis en mandenmakerij de Ratelaar van Jefke en Jeanny straalde zoveel rust uit dat zelfs labrador Zara zich niets leek aan te trekken van de cameraploeg. Ook leerkracht François Des-

planches was ter plaatse met vlechters uit Vlaanderen en Nederland. De wilg is er wet en ze doen álles zelf: kweken, oogsten, tonnen, sorteren en creëren. Daardoor konden we het proces perfect in beeld brengen van a tot z.”

Seizoensgebonden Hoe vlot het filmen verliep, zo intensief waren de voorbereidingen. “Net omdat we het traject van oogst tot productie wilden vatten”, benadrukt projectcoördinator Lieve De Saedeleer. “Naast enkele rasechte vlechters schoven we ook aan tafel met vertegenwoordigers van de stad Dilsen-Stokkem. Daar zat al heel wat borgingskennis dankzij de recente opening van Visitor Center De Wissen, dat onder meer het erfgoedverhaal van de lokale vlechtnijverheid vertelt. Uiteindelijk waren we net op tijd klaar en konden we het snoeien van de wilgen nog meepikken. Geloof me: als de seizoenen je planning bepalen, wordt het allemaal net iets spannender. Maar daardoor kregen we ook een heel mooi en volledig verhaal. Het blijft wonderlijk hoe deze vakmensen erin slagen om een natuurlijk iets om te toveren tot een prachtig en functioneel handgemaakt stuk. Precies dát wonder zit vakkundig vervlochten in de boeiende reportage en beroert keer op keer de kijker.”


De werkgroep vlechtwerk bestaat uit de volgende deelnemers: Stad Dilsen-Stokkem, Mandenmakerij de Ratelaar (Jeanny Bouwen en Jefke Geysels), Mandenmakerij Cattelant (Lydia Bamps), De Ullewanne (Ann Vrancken) en vlechtvormgeefster Esmé Hofman.

Binnen dit traject konden we ook foto’s nemen in het atelier van mandenvlechtster Lieve Lieckens.


MOKUHANGA MAGIC!

JPNS HTSND

VERENIGT KUNST EN AMBACHT

30

Vladimir Ivaneanu geeft avondles grafiek aan de Gentse Academie voor Beeldende Kunst DKO. Gedreven door zijn voorliefde voor Mokuhanga, Japanse houtsnijkunst, trok hij in 2007 naar Japan om er de kneepjes van het vak te leren. Eens terug in België, zat er op een dag een gedreven pupil in zijn klas: beeldhouwer/tekenaar Soetkin Everaert. Sinds januari 2023 nemen ze samen deel aan een beurs voor het doorgeven van vakmanschap via een meester-leerlingtraject van de Vlaamse overheid. Zo kwamen ze bij Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed terecht en kwam ook een deelname aan Focus Vakmanschap op hun pad. Met hun videomateriaal willen ze het publiek op een poëtische manier laten kennismaken met hun bijzondere vakmanschap.

Vakmanschap of kunst? De grafisch kunstenaar houdt wel van de discussie tussen vakmanschap en kunst. “Binnen grafiek en voor ons is technisch vakmanschap heel belangrijk als wij onze beelden uitwerken, maar dat is lang niet altijd een voorwaarde voor een goed werk in de kunstwereld. Zo kun je alle juiste stappen doorlopen en je vakmanschap perfect uitvoeren, en toch niet tot een sterk beeld komen. Wij zien ons werk vooral als een artistieke expressie die wel werd uitgevoerd met het nodige vakmanschap, zodat de techniek het beeld versterkt. We willen de kijker meenemen in onze beeldende wereld en laten zien hoe technisch complex zo’n houtsnede is, en hoeveel werk erin kruipt.”


Vladimir en Soetkin kiezen er bewust voor om in hun video niet zozeer de nadruk te leggen op het educatieve en procesmatige, maar op sfeerschepping en artisticiteit. “De montage is bedoeld voor een breed publiek, en iedereen die geïnteresseerd is in de Japanse houtsnijkunst, kan er iets uit halen”, opent Vladimir.

Interessante contacten Tijdens de coronapandemie vernam het duo dat er speciale beurzen worden uitgereikt door de Vlaamse overheid voor de promotie en het behoud van vakmanschap: de meester-leerlingenbeurzen. Hun eerste dossier werd niet weerhouden, maar gaf hun wél de kans om interessante contacten te leggen. “Toen kwamen we voor het eerst in contact met Bokrijk, en natuurlijk het project Focus Vakmanschap. We wisten eigenlijk niet echt waaraan we begonnen”, bekent Soetkin. “Het is een veel groter project geworden dan we eerst dachten. De combinatie van het filmen zelf, de mini-expo waaraan we werken, en dan ook nog eens alle deeltrajecten, maakte het enorm intensief. Maar het was erg plezant om te doen. En, dit even terzijde, we sleepten bij een volgend indienmoment de meester-leerlingbeurs alsnog in de wacht!”

van japan naar europa Vladimir zal Soetkin twee jaar lang onder zijn vleugels nemen om haar al zijn knowhow over de techniek van het houtsnijden en drukken door te geven. In 2024 staat er opnieuw een reis naar Japan op de planning. “Daar zullen we samenwerken met Japanse meesters om te bekijken hoe we in de toekomst ons vakmanschap nog beter kunnen inzetten als toegankelijke, innovatieve en ecologische techniek in Europa”, klinkt het.


Bekijk hier de video

Overtuigingskracht Toch leek het er even op dat hun video er nooit zou komen. Want het kostte Vladimir heel wat moeite om Soetkin, die helemaal niet graag in the picture staat, over de streep te trekken. “Toen Vladimir me voorstelde om samen aan een prent te werken voor het filmproces, had ik inderdaad wel wat twijfels”, lacht Soetkin. “Maar hij wist me dan toch te overtuigen.” Vladimir: “En de ironie wil dan nog dat ik vooral zenuwen had tijdens de eerste opnamedag, terwijl Soetkin veel meer ontspannen was. Eigenlijk typeert dat onze wisselwerking helemaal, want – geloof het of niet – voor de indiening van het subsidiedossier heeft Soetkin dan weer alles uit de kast moeten halen om mij te overtuigen!”

Intussen zijn de opnames afgerond en blikt het kunstenaarsduo tevreden terug. “Wat het zo leuk maakte, was de ruimte voor flexibiliteit die we kregen van Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed én van videast Alexander Kerkhof”, vertelt Soetkin enthousiast. “Hij heeft ons heel goed op ons gemak gesteld gedurende de volledige filmperiode. Ook kregen we veel gelukkige toevalstreffers op ons pad, da’s natuurlijk dankbaar materiaal voor de video.” Vladimir beaamt dat: “Toen ik de eindmontage zag, kwam alles voor mij mooi samen. Bij het zien van het ganse proces, bekroop me wel een wauw-gevoel!”

www.mokuhangamagic.be

32


FARO FOCUST MEE OP VAKMANSCHAP

In dit project boog FARO zich mee over het audiovisueel documenteren van vakmanschappen. “Al kropen we niet zelf achter de camera en bleven we gedurende het hele traject in onze vertrouwde rol van ondersteunend adviseur”, verduidelijkt Elien Doesselaere. “De grootste uitdaging? De verschillende methodologieën om de vakmanschappen in beeld te brengen. Hiervoor haalden we de mosterd bij de visuele antropologie. Naargelang de gekozen functie, bijvoorbeeld onderzoek of promotie, werd elk vakmanschap op een andere manier in beeld gebracht. Het kostte tijd om die zienswijze en bijhorende methodologie helemaal in de vingers te krijgen. Bovendien bleek de theorie niet altijd te matchen met de praktijk. Afhankelijk van de noden en wensen van de betrokken erfgoedgemeenschappen moesten we hier en daar afwijken van de vooropgestelde methodologie. Die flexibiliteit en pragmatische aanpak waren nodig om tot een werkbaar eindproduct te komen. Een theorie willen toepassen is één ding, maar je mag er niet over struikelen. Je zet hem net in om mogelijk te maken waar het uiteindelijk om gaat. In dit geval het borgen van vakmanschap.”

Een enorme verrijking

FARO is het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed. Hun missie? Erfgoedwerkers ondersteunen, en hen doen groeien. Dankzij advies, begeleiding op maat en allerhande trainingen. Want cultureel erfgoed actueel en relevant houden, daar zet FARO zich voor in. De samenwerking binnen Focus Vakmanschap stond dan ook in de sterren geschreven. Een vanzelfsprekend partnerschap, dat zeker, maar wel eentje dat de deuren opende naar een nieuw universum: dat van de visuele antropologie.

Ondanks het intensieve proces kijkt Elien voldaan terug op de afgelegde weg. “De interdisciplinaire aanpak bleek zeer geschikt voor deze opdracht. Het vele videomateriaal dat elk van de tien geselecteerde piloottrajecten opleverde, biedt heel veel rijke kennis. Met de goedgevulde toolbox geven we erfgoedwerkers en erfgoedgemeenschappen krachtige instrumenten om hun praktijken audiovisueel op een kwalitatieve manier vast te leggen. Wij zijn fier dat we hier met onze kennis, ervaring en inzichten konden toe bijdragen. Dankzij de vele unieke momenten, duurzame samenwerkingen en opgedane expertise was Focus Vakmanschap ook voor mij persoonlijk een enorme verrijking.”

www.faro.be


34

LMN


LEEM- EN VITSELWERK IN BOKRIJK DE HEDENDAAGSE RELEVANTIE VAN EEN HISTORISCHE BOUWTECHNIEK Bouwen op basis van leem bestaat al sinds mensenheugnis. Pas enkele decennia geleden verdween de techniek uit onze streek. Maar dankzij de vele voordelen op het vlak van duurzaamheid, brandveiligheid, akoestiek, vocht- en temperatuurregulatie is het vakmanschap helemaal terug van weggeweest.

Toen de leembouw midden vorige eeuw steeds meer plaats maakte voor ‘eigentijdse’ bouwtechnieken, ondernam Openluchtmuseum Bokrijk actie. Bezieler en conservator Jozef Weyns gaf enkele voorbeelden van leembouwarchitectuur een plek in het pas geopende museum. Als expert ter zake beschreef, tekende en fotografeerde hij de verschillende regionale varianten. Een borgingstraditie was geboren. De generaties museumwerkers na hem zetten zijn werk voort met de uitbouw van de fotocollectie, de opleiding van vakmensen, uitgeschreven handleidingen en cursussen. “Omdat we het ook vandaag belangrijk vinden om bouwhistorische technieken te borgen, kozen we bij Focus Vakmanschap voor lemen als een van de testcases”, aldus conservator Hilde Schoefs.

Eigen huis, andere videast “We kozen voor een werf in Bokrijk als setting voor de video. Simpelweg omdat de vaklui het volledige proces zo goed beheersen”, verklaart projectcoördinator Lieve De Saedeleer. “Tot het wateren van de stokken en het draaien van de leem toe. Bovendien bleek een samenwerking met commerciële partijen moeilijk. Ze vonden het project zeer waardevol, maar kampten met tijdsgebrek. Net als veel andere historische bouwtechnieken is lemen sterk seizoensgebonden. Zo is nachtvorst uit den boze. Door in eigen huis te blijven, bepaalden we zelf de timing. Gelukkig hadden we de week van de opnames schitterend weer. Onze vaste videast was niet beschikbaar voor dit project, maar Lieve Willekens sprong graag bij. Het bleek de ideale gelegenheid om de toolbox en methodologie te testen.”

leem (her)leeft! Lieve Willekens is visueel antropologe en was vertrouwd met dit soort opdrachten. “Samen met Zabi, Aïcha en Guy, de vaklui van Bokrijk, tekenden we het scenario uit om het volledige proces te borgen. Het was fantastisch om dat van op de eerste rij mee te maken. Straf hoe een ogenschijnlijk oersimpele mengeling van leem, water, kalk en stro letterlijk staat als een huis. Net als de video zelf. Daarin brengen we het verleden tot leven, tonen we ook de vele voordelen en toepassingsmogelijkheden voor de toekomst.”

“In Bokrijk staat de tijd allesbehalve stil”, pikt Lies Haesebrouck, diensthoofd Parkbeheer en coördinator restauraties in. “Het museum kijkt met een hedendaagse bril naar dit vakmanschap en volgt de innovaties in de leembouw op de voet. Een goed voorbeeld is de Schuur uit Meeuwen die we in 2017 ombouwden tot bakkerij. Bij de restauratie vervingen we het gebruikelijke vitselwerk door kepers en brachten we onder de leemlaag een isolerende kalkhennep-specie aan. Zo kwamen historische en hedendaagse bouwtechnieken mooi samen. Met de extra borgingstool stuwen we deze slimme bouwmethode verder de 21e eeuw in.”


Michiel Tilley van Tilley Creations taxidermy in zijn atelier.

Vroeger zag je ze enkel in een museum of op de schoorsteen van oma en opa, vandaag zijn opgezette dieren weer helemaal in. Van een everzwijn tot een vos en van een marter tot een meer exotische soortgenoot. Ook het vereeuwigen van een geliefd huisdier is al lang geen uitzondering meer. Het achterliggende vakmanschap evolueerde mee met de tijd. Waar taxidermisten in de 17e eeuw nog adviseerden om een opgezet dier regelmatig in de pan te gooien om ongedierte te doden, zijn er vandaag heel andere technieken in gebruik.

TAXIDERMIE VAKMANSCHAP VAN KOP TOT STAART

Escape game Taxidermie betekent letterlijk ‘het verplaatsen van de huid’. In de praktijk is het veel meer dan dat. Als taxidermist moet je kennis hebben van anatomie, biologie en chemie. Houtbewerking, huiden naaien, boetseren en looi- en beeldhouwtechnieken maken het lijstje essentiële skills compleet. Kortom: vakmanschap van kop tot staart. De één leert het van een ervaren rot, de andere volgt een gespecialiseerde vorming. Bij gebrek aan een langdurige opleiding trekken geïnteresseerden naar het opleidingscentrum Bos en Fauna in Nederland. Daarom werkt ETWIE nu aan een video over de veelzijdigheid van taxidermie en zelfs een escape game. Geen opgezet spel, maar een ludieke manier om de technische kneepjes van het vakmanschap te ontdekken. Foto’s: © Griet Vandepitte

36

Meer weten? Check het op www.etwie.be!


RZNBW

HOE HISTORIES REUZENBOUWERS LIET GROEIEN IN HUN VAKMANSCHAP

Als kind begeesteren ze al en ook later blijven reuzen tot de verbeelding spreken. Vlaanderen telt er een duizendtal. In alle formaten, vormen en kleuren. Steevast verbonden aan traditie, verhalen en geschiedenis. De rijkdom en diversiteit aan maaktechnieken maakte het in beeld brengen van het creatieproces tot een boeiende opgave. Histories koos daarom voor een grootse aanpak en volgde maar liefst vijf verschillende reuzengemeenschappen.


Bekijk hier de video

Historische helden en lokale persoonlijkheden, mythische figuren en mindere goden, houten poppen en stalen kolossen: de diversiteit onder de Vlaamse reuzenpopulatie is enorm. Maar één ding hebben ze allemaal gemeen: bij elke publieke verschijning prikkelen ze onze verbeelding. Of het nu gaat om een processie, optocht of volksfeest. Omdat ze kracht uitstralen door hun imposante verschijning en dankzij hun specifieke betekenis een gevoel van verbondenheid creëren bij de plaatselijke inwoners. Logisch dus dat iedere gemeenschap zelf kiest hoe haar reus eruitziet en tot stand komt.

“Er bestaat dan ook niet zoiets als DE handleiding voor het maken van een reus”, stelt expert immaterieel erfgoed Frea Vancraeynest. “Bij Histories deden we al veel onderzoek. Dat leidde onder meer tot een reuzendatabank. Ook bij de collega’s van Reuzen in Vlaanderen zit massa’s knowhow en leverde het erfgoedzorgtraject ‘Rond de rokken van de reus’ sinds zijn start in 2013 al heel wat inzichten op over de verschillende bouwtechnieken. Maar de vraag ‘Hoe worden reuzen gemaakt?’ blijft relevant. Focus Vakmanschap was een nieuwe kans om aanvullende antwoorden te vinden en zo de rijkdom aan methodes en reuzengemeenschappen in beeld te brengen.”

The big five Histories gebruikte de beschikbare gegevens en bestaande samenwerkingsverbanden als basis voor een grondig vooronderzoek. “Dat was erg intensief, maar cruciaal voor het succes van het project”, stelt Frea. “Daarna tekenden we een plan van aanpak uit met de verfilming van vijf cases als speerpunt. Omdat we als erfgoedorganisatie voor en door erfgoedvrijwilligers rotsvast geloven in een participatieve aanpak, maakten we die selectie in nauw overleg met onder meer Reuzen in Vlaanderen. Geen gemakkelijke keuze gezien de enorme diversiteit. Er zijn zoveel boeiende reuzenverhalen. We pretenderen dan ook geen volledigheid, maar zien de film eerder als een eerste bloemlezing van maaktechnieken en een uitnodiging om verder op te zoek te gaan naar meer informatie op onze website en die van onze partners.”

Traject naar trots Ook in aanloop naar en zelfs tijdens de videoproductie was participatie het sleutelwoord. “Zo’n traject staat of valt met het engagement van de erfgoedgemeenschappen”, benadrukt Frea. “Zonder sterke vrijwilligers, geen erfgoedzorg. Daarom stelden we ons 38


zinderend effect

nederig op en luisterden we van meet af aan heel aandachtig naar hun wensen en bezorgdheden. Toegegeven: dat was met vijf verschillende makers niet altijd eenvoudig. Het maakte de planlast nóg pittiger. Om die reden werkten we constant met twee coördinatoren volgens een duidelijke taakverdeling. De reuzengemeenschappen toonden zich aanvankelijk wat onzeker, maar door hun nauwe betrokkenheid groeiden ze uit tot zelfzekere vakmensen die zich bewust zijn van hun expertise. Meer dan ooit zijn ze vandaag trots op hun vakmanschap en voelen ze connectie met de reuzencultuur en de borging ervan. Dat was voor mij misschien wel de belangrijkste mijlpaal.”

Al zal Frea ook het toonmoment van de video niet snel vergeten. “Alle betrokkenen waren uitgenodigd als vips. Na afloop was iedereen het erover eens: de samenwerking met videast Alexander leidde tot een adembenemend resultaat waarin we niet enkel alle bouwers aan het woord en werk laten, maar ook experts en ervaringsdeskundigen een bijdrage leveren. Zelfs het lerend netwerk dat tijdens het traject drie keer samenkwam, komt aan bod. Dat blijft trouwens ook in de toekomst bestaan. Alles wat we onderweg opstaken, krijgt een plaats in het bestaande erfgoedzorgtraject en wordt vervat in een uitgebreid onderzoeksrapport. Je merkt het: dit verhaal zindert nog heel lang na.”

www.histories.be


ZOLANG ER LEVEN IS IN DE BROUWERIJ IS ER TOEKOMST VOOR DE KUIPERIJ

KPR

Het vakmanschap om houten kuipen, tonnen en vaten te maken is met uitsterven bedreigd. En dat in een bierland als België. Gelukkig zweren traditionele brouwerijen als Rodenbach bij zogenaamde foeders voor de gisting en rijping van hun gerstenat. Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed trok naar Roeselare en trakteert erfgoedliefhebbers op een inspirerende montage kuipersberoep.

40


Bekijk hier de video

Voor alle duidelijkheid: kuiperij gaat over veel meer dan houten tonnen voor de bierbrouwerij. Ook voor het vervoeren van water, olie, vis en uiteraard wijn tapten de kuipers eeuwenlang uit hetzelfde vaatje. Maar wie vandaag nog een glimp wil opvangen van het nagenoeg verdwenen vakmanschap, komt automatisch uit bij onze wereldvermaarde biercultuur. Onder meer Brouwerij Rodenbach houdt de traditie levend door haar bier twee jaar te laten rijpen op 294 eiken rechtopstaande foeders, gebouwd en onderhouden door een eigen team van vaklui. “De kuipers zijn de trots van onze brouwerij”, benadrukt brouwmeester Rudi Ghequire. “Ze controleren dagelijks op lekken en herstellen waar nodig. Sommige vaten hebben een capaciteit van maar liefst 65.000 liter. De bacteriële flora en wilde gisten in het hout geven ons bier zijn typische zachtzure smaak. Met inox vaten en eender welke moderne technologie krijg je dat nooit voor elkaar. Logisch dus dat we vasthouden aan het authentieke vakmanschap. Wist je dat enkele van onze foeders teruggaan tot 1836?”

Al doende leren

Kuiperij weer cool maken

Bij Rodenbach is het doorgeven van de stiel dan ook van levensbelang. “Dat doen we zelf aangezien er in ons land geen specifieke opleiding bestaat”, stelt Rudi. “Kuipen kun je dus enkel leren in de praktijk. En dat kost best wel wat tijd. Duigen plaatsen, biezen aandrukken en de metalen ringen rond het vat drijven: reken op minstens een jaar voordat je alle aspecten onder de knie hebt. Een vat herstellen is trouwens moelijker dan een nieuw bouwen. Dat ondervond ook onze kersverse kuiper, Jordie. Zijn voorganger Pol ging recent na veertig jaar met pensioen. Dat leertraject en de overdracht van oude kennis naar jonge kunde was de geknipte gelegenheid om het vakmanschap te borgen voor de toekomst. En net op dat moment was er het videoproject van Bokrijk.”

“We konden Pol nog net strikken voor een interview”, sluit projectcoördinator Lieve De Saedeleer aan. “Dat was uniek. Net als de setting. Bijna driehonderd reusachtige vaten bij elkaar. De mix van nationale geschiedenis met het verfrissende enthousiasme van ’s lands jongste kuiper maakte ons nederig en tegelijk hongerig om dit aspect van de kuiperij te borgen. De motivatie van Jordy en de overlevering van Rodenbach ten spijt: dit beroep heeft meer bekendheid nodig. Met de video mikken we op een groot publiek, maar evengoed op specifiekere doelgroepen zoals vormingsinstellingen voor houtbewerking. Hoe mooi zou het zijn als dit leidt tot gespecialiseerde opleidingen? De leeftijd van onze hoofdrolspeler is alleszins een troef om meer jongeren warm te maken voor het vak.”


Timing is alles 42

Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed ging ook te rade bij Marleen Bonami van het Kuipersmuseum Nevele. “Zij maakt vooral kleinere tonnen en kuipen en diende recent nog een aanvraag in voor een meester-leerlingtraject”, verduidelijkt Lieve. “We klopten trouwens ook aan bij Brouwerij Boon. Daar werken ze eveneens al generaties met liggende foeders voor hun lambiekbieren, maar de opnames pasten niet in hun planning. Er was net beslist om het bedrijf door te geven en dat zorgde intern voor heel wat veranderingen. Commerciële bedrijven als Boon en Rodenbach staan constant voor grote uitdagingen. Erfgoed en het documenteren ervan is voor hen slechts een klein onderdeel in een veel groter geheel. Gelukkig konden we van meet af aan rekenen op veel hulp en flexibiliteit. Ook de steun van Erfgoedcel TERF/BIE Midwest voor de uitwerking van het activiteitenluik was super. We voelden aan alles en iedereen de wil om de kuiperij in ere te herstellen. En dat is nodig. Want vechten tegen de bierkaai doe je beter niet alleen.”


COLOFON Een uitgave van vzw Het Domein Bokrijk, Bokrijklaan 1, 3600 Genk www.bokrijk.be VU Tamara Otten, Bokrijklaan 1, 3600 Genk

Coördinatie: Bokrijk

Redactie: ZINNIG

Vormgeving: InterMedia NV

Druk: Haletra

Dank aan alle partners en hun erfgoedgemeenschappen die dit project mee uitbouwden, Femke den Hollander, Alexander Kerkhof, Lieve Willekens, Luc Daelemans, Martin Corlazzoli, VAKlab en Openluchtmuseum Bokrijk. vzw Het Domein Bokrijk - Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt worden voor druk, fotokopie, microfilm, of welke andere wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Depotnummer: D/2023/7.979/01

Dit magazine kwam tot stand binnen het kader van Focus Vakmanschap. Focus Vakmanschap is een meerjarig project (2020-2023) dat Bokrijk | Vakmanschap & Erfgoed realiseert samen met het partnernetwerk. Dat bestaat uit: Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG), CEMPER, ETWIE, Histories, PARCUM, FARO. Vlaams Steunpunt voor cultureel erfgoed en Werkplaats immaterieel erfgoed. Het project krijgt de steun van de Vlaamse overheid.


www.focusvakmanschap.be

44


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.