Boekje Bokkeriejersfestival

Page 17

Duimschroeven, beenschroeven en wipgalg Voor de arrestatie en strafvervolging binnen een bank, ook jurisdictie genoemd, was de schout of drossaard als officier van justitie verantwoordelijk. Veel heerlijkheden hadden het recht op de hogere justitie en mochten daarom zelf criminele zaken afhandelen. Werd een inbreker opgepakt en bekende hij zijn daden niet meteen, dan werd hij onder tortuur verhoord. Destijds paste de beul als eerste graad de duimschroeven toe. Als tweede en derde graad volgden de beenschroeven en wipgalg. De beul combineerde vaak de eerste en tweede graad van tortuur. De helse pijnen leidden vaak tot de gewenste antwoorden en bovendien een aantal namen van personen, die eveneens bij de overvallen betrokken zouden zijn geweest. Door het folteren van deze personen ontstond een kettingreactie van massale arrestaties, vervolgingen en berechtingen, met name ook in Schinnen. Volgens de autoriteiten telde de goddeloze bende inmiddels enkele honderden leden. In de heerlijkheid Schinnen werden tenminste zeventien inwoners verdacht complice te zijn van dit geheime roversgenootschap. In 1743 en 1744 vonden in een tijdsbestek van zeven maanden vijfenzestig personen de dood door executie, waarvan vijf uit de bank Schinnen. Geerlingh Daniëls Een aantal complicen wist arrestatie te ontvluchten, waaronder Geerlingh Daniëls, de geletterde schoenlapper en dagloner uit Wolfhagen, door de autoriteiten als een van de belangrijkste leiders van de Bokkerijders gezien. Justitie beschikte over veel verklaringen en bekentenissen waarin zijn naam steeds weer opdook. Zo verklaarde de nog jonge Nol Caldenbergh uit Nagelbeek hoe hij in het huis van zijn oom Geerlingh Daniëls in de bende werd opgenomen door het zweren van de eed op de dode hand.

1


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.