Boerenbusiness editie 2

Page 1

1E JAARGANG NUMMER 02 BOERENBUSINESS 2011 WWW.BOERENBUSINESS.NL

Ronde Tafel

Bankiers over financiering ondernemers p8

Interview

Boer in Business

Hein Deprez, Bob Crébas: topman van Veeteelt naar PinguinLutosa Rotterdam p18

p50

Verder Welig tierende grondhandel p14 Weerextremen hebben prijs p24 ForFarmers groeit door

p30

Geld verdienen aan mest

p38

Gerda Verburg over voedsel p44

Strategische zetten in het zuivellandschap

Zuivelindustrie wereldwijd aan het concurreren en coöpereren

1E JAARGANG NUMMER 02 BOERENBUSINESS 2011


Boerenbusiness koppelt nieuws met diepgang Welkom bij onze tweede editie van het magazine Boerenbusiness. In dit tweemaandelijkse magazine vindt u interviews, analyses en achtergronden over financieel-economische zaken en agrarische markten. Op Boerenbusiness.nl houden we u continue op de hoogte van de laatste marktprijzen en ontwikkelingen in de agribusiness, financiĂŤn en politiek. Voor het slijpen van de ondernemersgeest zeker een dagelijks bezoek waard. Bezoek onze website:

www.boerenbusiness.nl



Colofon

Uitgave: Het magazine Boerenbusiness is een uitgave van DCA Multimedia in Lelystad

Inhoud Nummer 02, december 2011

Bezoekadres: Middendreef 269, 8233 GT, Lelystad Postadres: Postbus 2298, 8203 AG, Lelystad Tel: 0320 - 269 526 Fax: 0320 - 269 521 Mail: info@dca-markt.nl Internet: www.boerenbusiness.nl Uitgevers: Kees Maas en Edwin Burgers Redactionele doelgroep: Topondernemers in de veehouderij, akkerbouw en agribusiness.

18

De drie agrarische topmannen van Rabobank, ABN Amro en Friesland Bank over financiering van de agrarische sector, de markt en de risico’s.

Met collega-topman Herwig Dejonghe over de stormachtige ontwikkeling van PinguinLutosa en de groei van de Belgische aardappelteelt.

Bankiers over financiering

Oplage: 25.000 exemplaren Frequentie: Tweemaandelijks, 6 keer per jaar Hoofdredactie: Eric de Lijster

Interview Hein Deprez

50

Redactie: Daniëlle Ballast, Herma van den Pol Tel: 0320 - 269 526 Fax: 0320 - 269 521 Mail: redactie@boerenbusiness.nl Design: Aleksander Willemse (art director) Jeroen Rebergen (vormgeving) Dimitry Hamerlink (design en foto cover) Advertenties: Commercieel Manager: Peter Wolfs Relatiebeheer/marketing: Masja Kerver Tel: 0320 - 269 526 Fax: 0320 - 269 521 Mail: sales@boerenbusiness.nl

MULTIMEDIA Copyrights: Het auteursrecht op dit blad en op de daarin verschenen artikelen wordt door de uitgevers voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, vermenigvuldigd, gekopieerd of opgeslagen in een databank zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Aansprakelijkheid: Boerenbusiness magazine wordt met grote zorgvuldigheid en naar beste weten samengesteld. Uitgevers en auteurs streven naar juistheid en volledigheid van informatie. Uitgevers en auteurs aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die het gevolg is van handelingen gebaseerd op informatie uit het magazine.

4

8

2011/02

Bob Crébas

Oké, geld maakt het verwezenlijken van idealen gemakkelijker. Maar duurzaamheid was altijd al zijn passie, ook toen hij nog in de bijstand zat. Boerenzoon en Marktplaatsmiljonair Bob Crébas over het nut van natuur, breien met brandnetels en de toekomst van agrarisch Nederland.


Inhoud

24

38

44

De extremen in het weer nemen toe, dus ook de risico’s voor agrarische ondernemers, zo schetst macro-econoom Edin Mujagic.

Veehouders moeten in de toekomst een deel van hun mestoverschot verplicht verwerken. Als ze het slim aanpakken, verdienen ze er geld aan.

Want als we zuiniger omgaan met ons eten, is er volgens Gerda Verburg (FAO) voldoende om de snelgroeiende wereldbevolking te voeden.

Scan de QR Code!

6 Welig tierende handel in landbouwgrond

Weerextremen hebben een prijs

Boerenbusiness plaatst bij elk artikel een QR-code. Deze barcode kunt u met uw smartphone of tablet scannen, waarna de webbrowser de bijpassende website toont. Het scanprogramma kunt u downloaden via bijvoorbeeld Android-market, Ovi of App Store. Doe een test en scan de barcode hieronder van onze website Boerenbusiness.nl

Geld verdienen aan mest

Tien vragen aan Gerda Verburg

Het aantal landdeals neemt de laatste jaren wereldwijd fors toe. Wie zijn de kopers en wat zijn hun motieven. Is er sprake van roofkapitalisme of ontwikkelingshulp?

29 Is uw grond al ge(her)waardeerd?

Na de onrust over de landbouwvrijstelling is het ‘herwaarderen’. van de grond een optie. Is dit aan te bevelen of een hype? Mr. André Verduijn, fiscalist bij Countus, schetst de mogelijkheden.

30 ForFarmers groeit door

ForFarmers groeit de laatste jaren fors, onder meer door de recente overname van Hendrix. Het concern kan de komende jaren verder profiteren van de concentratie in de mengvoersector.

32 Coverstory: Coöpereren en concurreren op de zuivelmarkt 56 Focus op financiële sturing

Agrarische bedrijven nemen in omvang toe. Door gegevens mobiel te verzamelen en online samen te brengen, ontstaat volgens Agrovision een realistisch beeld.

Het loslaten van het Europese melkquotum, gecombineerd met groeimarkten in Azië, Latijns Amerika en Afrika maakt dat de mondiale zuivelmarkt meer dan ooit aan verandering onderhevig is. De vraag is wie straks de grote spelers zijn en uit welke landen het nieuws valt te verwachten.

58 Pak uw voordeel met de slimste fiscale eindejaarstips

Fiscale eindejaarstips vormen traditiegetrouw het best gelezen belastingproza. Spectaculaire wijzigingen zijn er niet, maar desondanks valt er geld te verdienen met deze negen slimme belastingstips.

En verder in dit nummer:

7 Editorial Eric de Lijster • 13 Office van Theo Koekkoek • 23 Nice to know • 37 Business Internet • 43 Visual landjepik • 49 Buiten bij Wenckebach • 55 Opinie Henry Dunnink • 56 Gadgets • 62 Trends en markttendensen. 2011/02

5


(Advertorial)

Van energieleverancier naar aanbieder van slimme energieoplossingen Met ruim vijftig jaar ervaring als propaanleverancier in de agrarische sector, is Primagaz niet meer weg te denken uit Nederlands’ landelijke gebieden. Maar ook in de toekomst van onze energievoorziening speelt Primagaz een belangrijke rol.

gen wordt nog vaak gebruik gemaakt van kolencentrales. Voor het realiseren van de gestelde klimaatdoelstelling is een overgang naar een andere wijze van elektriciteitsopwekking noodzakelijk.

Het decentraal opwekken van energie is een opHet thema energie houdt de samenleving meer lossing voor deze problematiek. Niet alleen biedt en meer bezig. Waar we nu nog gewend zijn ge- het de mogelijkheid lokale passende oplossingen woon de gaskraan open te draaien of onbeperkt te zoeken met weinig tot geen gebruik van fossiele elektriciteit te hebben, gaan we naar een toekomst brandstoffen, ook wordt alle opgewekte energie toe waar we ook zelf verantwoordelijk zijn voor optimaal benut. De landelijke gebieden spelen het opwekken van energie. Onze huidige centrale hierin een belangrijke rol. energievoorziening, gedomineerd door fossiele brandstoffen, zal moeten veranderen in een nieu- Voor deze nieuwe manier van kijken naar onze we efficiëntere en bovendien lokale energievoor- energievoorziening is een transitie nodig. Binnen Primagaz Nederland hebben wij deze transitie in ziening. gang gezet en proberen we stap voor stap de tranVoor verwarmingsdoeleinden gebruiken Ned- sitie van traditionele propaangasleverancier naar erlandse huishoudens weliswaar de schoonste leverancier van energieoplossingen te maken. Zo fossiele brandstoffen aardgas en – waar dat niet bieden wij, naast propaan, duurzame energieobeschikbaar is – propaan. Propaan en aard- plossingen zoals zonnepanelen, warmtekrachtgas hebben een zeer lage CO2-uitstoot en ver- koppelinginstallaties en gaswarmtepompen aan. waarloosbare uitstoot van fijnstof. Bovendien is Propaan is één van de brandstoffen die zeer propaan een bijproduct bij de raffinage van olie. geschikt is als back up brandstof, vooral in de Wanneer het niet wordt gebruikt, wordt het afge buitengebieden. Voor agrarische bedrijven/ hufakkeld. Voor elektriciteitsopwekking daarente- ishoudens biedt dit dan ook vele mogelijkheden.

Meer informatie vind u terug op: www.primagaz.nl

www.primaenergy.nl


Boerenbusiness Editorial

Inspirerende blik op agrarisch ondernemen

T

oevallig in de polder een sjeik uit het Midden-Oosten rond zien rijden op zoek naar geschikte landbouwgrond? Volgens Cees ’t Hart, topman van FrieslandCampina en boegbeeld van het topteam AgroFood van het ministerie van EL&I, hebben de Arabische oliebaronnen al in Nederland geïnformeerd of hier niet een paar mooie boerenbedrijven te koop zijn voor de nodige dollars. Niet om daar een houweel de grond in te prikken en een oliebron aan te boren, maar om de eigen voedselvoorziening in de toekomst zeker te stellen. Want de veranderingen in het klimaat en de groei van de wereldbevolking maakt dat water in gebieden als het Midden-Oosten nog schaarser worden. Waar de Nederlandse agrarische ondernemer zich kan gaan indekken tegen weersextremen, is het daar sowieso de vraag of er letterlijk brood op de plank komt. ‘Voor ons is voedsel al decennia lang een zekerheid, voor dergelijke landen beslist niet’, zegt ’t Hart dan ook terecht. Niet voor niets roept Gerda Verburg, de Nederlandse vertegenwoordiger van de wereldvoedselorganisatie FAO, in dit nummer om de verspilling van voedsel tegen te gaan. Een derde van het voedsel verdwijnt namelijk in de vuilnisbak. Terwijl andere landen als China flink grond in andere werelddelen als Afrika aan het kopen zijn, met het idee hiermee in de toekomst de eigen bevolking eten te kunnen geven en zo sociale onrust te vermijden. De laatste tien jaar is 227 miljoen hectare op deze wereld van eigenaar veranderd. Dat de Arabieren aan Nederland denken, is niet vreemd. De Nederlandse veehouderij en akkerbouw slagen er in om zich structureel te verbeteren en steeds meer te produceren. En dan ook nog steeds duurzamer, oftewel met meer oog voor welzijn en milieu. ‘We doen het lang niet slecht op deze postzegel in de wereld’, zegt Rabobank-directeur Dick Oosthoek in deze editie

en daarin heeft hij groot gelijk. Daarom mag de Nederlandse samenleving best wel eens trots zijn op de prestaties van de eigen agrarische ondernemers en agribusiness, luidt de oproep van ’t Hart. Het besef moet doordringen dat Nederland bijvoorbeeld de tweede exporteur van agrarische goederen is in de wereld na de Verenigde Staten en dat de agrarische sector en agribusiness 10 procent van de Nederlandse economie vertegenwoordigd. ‘En buiten Nederland kent iedereen Wageningen UR als gezaghebbend instituut in landbouwkennis- en innovatie’, gaf staatssecretaris Henk Bleker kort geleden nog aan. Waardering is één, structureel ook een goed inkomen verdienen aan het uitoefenen van veehouderij of akkerbouw is twee. Want dat is natuurlijk een prettige bijkomstigheid als de consument eten op tafel wil hebben. De melkprijs is niet slecht, de varkensmarkt krabbelt op en de markten voor aardappelen en uien zijn na een goed seizoen ingeklapt. Het topteam Agrofood oordeelt dat vraag gestuurd denken het nieuwe motto is, waarbij de partijen in de keten moeten gaan samenwerken in het leveren wat de consument wil. Ook Hein Deprez, één van de grootste agrarische zakenmannen van België, is deze mening toegedaan, zo vertelt hij exclusief in dit blad. Kortom, deze tweede editie van Boerenbusiness staat garant voor een inspirerende blik op agrarisch ondernemen. Handig, voor als de sjeik straks onverhoopt bij u op de stoep staat. En voor uw gemoedsrust: dit blad verschijnt niet in het Arabisch.

Tekst: Eric de Lijster (Hoofdredacteur) Foto: Aleksander Willemse Meer weten: boerenbusiness.nl

2011/02

7


Rubriek

Het gros van de Nederlandse agrarische ondernemers wordt gefinancierd door Rabobank, ABN Amro of Friesland Bank. Op verzoek van Boerenbusiness praten de drie agrarische topmannen van deze banken over de financiering van de veehouderij en akkerbouw, de marktontwikkelingen en de risico’s van ondernemen. ‘Het vergrootglas ligt er meer op.’

Ondernemer moet beslagen ten ijs komen

8

2011/02


Boerenbusiness Ronde Tafel

D

e begroeting is zowel hartelijk als zakelijk. Met de eerste kop koffie ontspannen in de hand nemen de drie agrarische directeuren van Rabobank, ABN Amro en Friesland Bank bij de informele ontvangst al snel de laatste ontwikkelingen in de agrarische branche door. Hoewel er over de exacte marktaandelen altijd een zweem van mist hangt, is met een gerust hart vast te stellen dat de drie banken tezamen 95 tot 98 procent van de financiering in de Nederlandse agrarische sector vertegenwoordigen. Rabobank neemt hier met ruim 80 procent het leeuwendeel van in beslag, gevolgd door ABN Amro met ruim 10 procent en Friesland Bank met enkele procenten. Op verzoek van Boerenbusiness schuiven Dick Oosthoek, afdelingsdirecteur Food en Agri bij Rabobank, Pierre Berntsen, directeur agrarische bedrijven bij ABN Amro en Jacob van Dijk, directeur agri bij Friesland Bank, bij elkaar aan tafel. Dit voor een discussie over de financiering van de veehouderij en akkerbouw, de marktontwikkelingen en de risico’s van ondernemen.

Wat is jullie mooiste ervaring in de agrarische sector dit jaar? Berntsen reageert als eerste: ‘voor mij de brief van staatssecretaris Henk Bleker waarin hij het nieuwe mestbeleid toelicht. Dit betekent exit quotumkosten. Het plan geeft de sector ruimte en vertrouwen om de regie te nemen en zelf ondernemerschap te tonen, wat de concurrentiekracht versterkt. Cruciaal beleid, zeker als je beseft dat in 2010 bijvoorbeeld 150 miljoen euro enkel aan melkquotum is uitgegeven, kapitaal dat over enkele jaren uit de sector verdwijnt. Zulke enorme bedragen lekken bij de mestplannen niet meer weg.’

Van Dijk: ‘ik zie veel beweging in de kwaliteit van het ondernemerschap. De moderne agrarische ondernemer is hoger opgeleid en oriënteert zich maatschappelijk breder en houdt zich meer met de markt bezig om in te kunnen spelen op prijsfluctuaties. Een goede zaak.’

‘Aflossen is nooit verkeerd voor een ondernemer’ Oosthoek: ‘De laatste maanden is het met de aardappelen en uien weer een stuk minder, maar voor mij is het gegeven dat er weer goed geld is verdiend in de akkerbouw en melkveehouderij positief. Prima resultaten, ook al werken we hier in Nederland op een spreekwoordelijke postzegel. Ben onlangs nog in Oost-Duitsland geweest, maar daar staat 500 hectare voor twee dagen werken. De intensiteit is hier dus veel groter, terwijl de inkomens gelijk zijn.’ Wat heeft jullie het meest aangegrepen? Berntsen: ‘De kanteling van de economie is dichtbij, dat baart me zorgen. Je kan geen pagina in de krant openslaan of het gaat daar over. Met alle negativiteit die er omheen hangt. De consumentenvraag zakt in, ook op eten en drinken wordt bespaard.’ Oosthoek: ‘zonder twijfel de EHEC-crisis en de enorme kwetsbaarheid van de agrarische sector. Dat baart me echt zorgen. In Duitsland wordt iets geroepen en de Nederlandse tuinbouw heeft daar maanden tot jaren schade van. Het kan net zo makkelijk de melkveehouderij of akkerbouw in de export treffen. Een Nederlandse boer of tuinder scoort goed op veiligheid en duurzaam-

heid, maar in het buitenland blijkt dat op zo’n moment weinig meer waard.’ Berntsen: ‘een merkenstrategie en een goed imago maken je wel weerbaarder tegen calamiteiten. Kijk naar de Nederlandse zuivelindustrie, die krachtige merken heeft en bovendien jaar op jaar meer kan uitbetalen dan de omringende landen. Als ook in vlees en groenten wordt geïnvesteerd in merken, met een optimale tracking en tracing, en in imago maakt je dat als sector weerbaarder.’ Een gemiddelde agrarische ondernemer die een spaarpotje op de bank heeft staan. Moet hij in deze periode investeren of aflossen? Van Dijk: ‘Elk bedrijf is natuurlijk verschillend, maar door de bank genomen is het aanleggen van een buffer in deze onzekere tijden verstandig. Neem de melkveehouderij maar als voorbeeld. In 2007 en 2008 is daar flink geïnvesteerd onder de hoge melkprijs. Toen de melkprijs in 2009 onderuit ging, was de financiële ruimte bij veel melkveehouders beperkt.’ Oosthoek: ‘We hebben destijds als banken de melkveehouderij overeind kunnen houden met overbruggingen.’ Van Dijk: ‘Van deze overbrugging worden de laatste leningen nu afgelost. Aflossen is nooit verkeerd voor een ondernemer.’ Oosthoek: ‘Met de te verwachten grotere volatiliteit van de afzetprijzen is een extra buffer noodzakelijk. Een gezonde verhouding tussen eigen spaargeld en de banklening is dan verstandig.’ Berntsen: ‘Bedrijven die zwaar zijn gefinancierd en waarvan de kostprijs hoog is, verlagen hun kwetsbaarheid door af te lossen. Je zit goed bij voldoende eigen vermogen en een lage kostprijs. Heb je voldoende eigen vermogen maar een 2011/02

9


Ronde Tafel

hoge kostprijs, dan doe je er verstandig aan investeringen te doen om de kosten te verlagen. Dat kunnen ook investeringen zijn in vaardigheden, management of samenwerking.’ We kijken even vooruit, naar de agrarische ondernemer van 2025. Welke eigenschappen moet hij bezitten om succesvol zijn onderneming te runnen? Oosthoek: ‘Een lange termijnstrategie hebben ontwikkeld die bij hem past en deze strategie ook consequent uitvoeren. Geen opportunisme, dus bijvoorbeeld niet wachten totdat de aardappelen 30 cent worden, maar tevreden zijn met een vooraf ingedekte prijs van 18 cent. Dat zie je nu al. Op de agrarische bedrijven die er beter voorstaan, hebben de ondernemers een visie. Zij beschikken veelal ook over meer informatie.’ Van Dijk: ‘Mee eens. Daarbij hebben steeds meer jongere boeren gestudeerd aan de HAS en dan praat je over een heel andere categorie ondernemers dan twee decennia terug. Zij moeten een goed oog houden op het maatschappelijk draagvlak voor de agrarische sector en dat kan alleen als er een goede wisselwerking komt tussen de diverse sectoren.’ Berntsen: ‘Het technisch resultaat blijft wel

Dick Oosthoek

Afdelingsdirecteur Food & Agri Rabobank Belangrijkste risico’s voor ondernemer: 1. Prijsrisico 2. Politiek risico 3. Weerrisico 4. Financieringsrisico

10

2011/02

de basis van het bedrijf. Die moet goed zijn. Vanuit je visie ontwikkel je een doel en strategie. Bij de uitvoering van deze strategie maak je het verschil. Daar worden de mannen van de jongens gescheiden.’ Oosthoek: ‘Daarbij zie ik ook clusters van ondernemers ontstaan, die in franchise een agrarisch bedrijf exploiteren. Zo kunnen zij profiteren van de schaalgrootte in bijvoorbeeld de

‘Bij uitvoeren van strategie worden mannen van jongens onderscheiden’ inkoop. Belangrijk daarbij is wel dat de ondernemers elkaar in competentie aan moeten vullen. De één neemt de leiding, de ander de inkoop, de volgende het veldwerk, een ander de financiën, enzovoort. Anders werkt het niet.’ Stel je wilt een agrarisch bedrijf beginnen. Wat is dan de meest sexy sector om in te stappen: de veehouderij of akkerbouw? Oosthoek: ‘Ondernemers die van buiten de sector instappen, presteren doorgaans beter. Zij hebben andere ervaringen opgedaan en daardoor andere visies. Dat kan verfrissend werken. Dan spreek ik niet direct over nieuwkomers, want daarvoor is veel kapitaal nodig, maar van een zoon, dochter of ander familielid van een agrarische ondernemer die eerst buiten de sector werkzaam is geweest. Beide zijn aantrekkelijke sectoren, dus kiezen is moeilijk.’ Van Dijk: ‘Voor een buitenstaander in de agrarische sector stappen, is veel kapitaal nodig. Maar als je dat hebt, is niet aan te geven of de perspectieven in de veehouderij nu beter zijn dan in de akkerbouw. Dat hangt echt van je eigen voorkeuren af.’ Berntsen: ‘In alle sectoren valt een boterham te verdienen. Al wordt de bedrijfsopvolging lastig. De gemiddelde leeftijd van de agrarische ondernemers is hoog en er is een gebrek aan opvolgers. Daarom liggen er veel banen in het verschiet, niet alleen op het agrarisch bedrijf, maar ook in de gehele sector. Daar ligt een uitdaging voor de sector.’ Door de economische crisis worden strengere eisen gesteld aan de banken. Wat betekent dit voor de financiering in de agrarische sector? Oosthoek: ‘Banken moeten voldoen aan het zogeheten Basel III, oftewel extra financiële buf-

Pierre Berntsen

Directeur Agrarische bedrijven ABN Amro Belangrijkste risico’s voor ondernemer: 1. Politiek risico 2. Prijsrisico 3. Financieringsrisico 4. Weerrisico

fers aanhouden. Dat houdt in dat kapitaal schaars wordt, zeker voor multinationals en coöperaties met hoge financieringswensen. Nederlandse agrarische ondernemers hebben daar in de praktijk niet veel last van. Voor hen is geld beschikbaar, al kijken we wel een stuk kritischer naar elk verzoek. De eisen zijn niet strenger geworden, maar het vergrootglas gaat erop. We verlangen een heldere visie en een solide bedrijfsplan. Zo is vaak een eigen visie op risicomanagement ver te zoeken. Een agrarische ondernemer moet beter beslagen ten ijs komen bij de bank dan voorheen.’ Van Dijk knikt bevestigend: ‘We hebben hen in het verleden iets te veel verwend. Bij een aanvraag worden de criteria nu strikt gehanteerd.’ Oosthoek vult aan: ‘Wat mij opvalt, is dat vrouwen vaak niet bij het financieringsplan worden betrokken, ook al zijn zij deelnemer in de maatschap. Vaak zit ik met de ondernemer en zijn opvolger aan tafel en dat is jammer. Als een vrouw wel meepraat, levert dat geregeld goede visies en strategische inbreng op. Zeker als het om de cijfers gaat. ‘ Risicomanagement wordt nog onderschat door veel ondernemers, zeker nu de volatiliteit op de markten toeneemt.


Ronde Tafel

Wat kunnen banken hier voor de ondernemers betekenen? Oosthoek: ‘Ondernemers gebruiken de instrumenten die bij hen passen. Veel boeren zijn rekeningcourant ondernemers, runnen het bedrijf op basis van het banksaldo. Het is natuurlijk frappant dat een systeem als bijvoorbeeld de aardappeltermijnmarkt niet in populariteit toeneemt, terwijl dit toch een prima systeem is om de risico’s af te dekken.’ Berntsen: ‘Bedrijven specialiseren, de risico’s worden groter. Maar er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Zo kunnen ondernemers niet alleen de prijsrisco’s beperken door zelf een buffer in te bouwen, maar ook de kwetsbaarheid aan de opbrengstenkant nivelleren door producten met meer toegevoegde waarde te leveren of juist door kostprijskoning te zijn.’ De Nederlandse agrarische ondernemer gaat zich volgens de bankiers daardoor niet snel ontwikkelen als bijvoorbeeld zijn Amerikaanse collega, die zijn prijsrisico’s afdekt via de termijnmarkten in zowel de kosten (voer) als de opbrengsten (granen). Dit heeft alles te maken met de totaal andere structuur in de Nederlandse toelevering en afname. Van Dijk: ‘In de zuivelsector spelen FrieslandCampina met de garantieprijs en een Agrifirm met een gemiddelde voerprijs een rol in het afdekken van risico’s.’ Oosthoek reageert: ‘FrieslandCampina is inderdaad ook een soort hedgefund: als het goed gaat, betalen zij iets minder. Als het slecht gaat, iets meer. Zulke systemen maken de noodzaak voor agrarische ondernemers om risico’s af te dekken op een termijnmarkt ook minder. Dat wordt dus deels voor hen gedaan. Aan de andere kant lever je hiermee wel vrijheid in.’ Berntsen: ‘In de Verenigde Staten heb je in Iowa een groot varkensbedrijf die zowel aan de kosten- als aan de opbrengstkant werkt met meerdere langdurende afspraken. Zo worden de risico’s aan beide kanten afgedekt en kan je een afgevlakt rendement genereren zonder prijsdalen, maar ook zonder hoogtepunten.’ Wat is interessanter: grond verkopen en pachten (dus kapitaal beschikbaar) of grond als dood kapitaal op de balans houden? Van Dijk: ‘Grond is een fundament voor financiering, dus blijft belangrijk.’ Berntsen: ‘Grond vormt de basis onder een bedrijf en wordt voor melkveehouders belangrijker door het nieuwe mestbeleid. Je kunt straks 14.000 tot 16.000 liter per hectare melken alvorens mest af te zetten. Je hoeft grond echter niet in eigendom te hebben om ze te gebruiken.’

Oosthoek: ‘Je moet het ook relativeren. Er zijn bijna 12.000 geregistreerde akkerbouwers in Nederland, maar het percentage echt praktiserende akkerbouwers die er een echt ondernemersinkomen uit haalt is minder dan de helft. Veel grond is in bezit van derden binnen de familie.’ Van Dijk: ‘Al blijft grondbezit wel emotie, dat speelt zeker een rol mee. ‘ Is het voor het ondernemerschap een goede zaak dat het melkquotum en wellicht het bietenquotum op termijn verdwijnt? Van Dijk: ‘Ik denk dat bij veel ondernemers de vlag uit gaat als het melkquotum verdwijnt. De vrijheid tot ondernemen wordt groter.’ Oosthoek: ‘Je houdt toch je beperkingen vanwege de mineralenbalans. Er komt echt geen tsunami aan melk zoals wel eens wordt beweerd. Via het mineralen- en mestbeleid zijn er weer nieuwe grenzen die de groei te beperken.’ Berntsen: ‘De kosten voor het quotum verdwijnen en dat is uit het oogpunt van de concurrentiepositie goed. Hierdoor komt ook geld vrij voor het doen van investeringen in mest- en milieubeleid, dat is beter voor het draagvlak van de sector. De verwachting is dat de Europese melk-

Jacob van Dijk

productie met 3 procent groeit tot 2020, waarbij deze groei vooral plaatsvindt in Nederland. Ook andere landen kennen beperkende factoren.’ Oosthoek: ‘Wel zou ik het jammer vinden als het bietenquotum verdwijnt. De bietenteelt is door de marktordening een zekerheid in het saldo voor akkerbouwers. Het is jammer als deze beschermde wereld verdwijnt, ook omdat er enorm veel in is geïnvesteerd door de bietentelers om de suikermarkt te hervormen. Nu is de suikerprijs hoog, maar het is uiteraard geen garantie dat dit zo blijft.’

‘Betrek vaker vrouwen bij het opstellen van financieringsplan’ Tot slot: ForFarmers neemt Hendrix UTD over aan de zijde van de toeleverantie, Jumbo koopt C1000 aan de afnamekant. De schaalvergroting rond de agrarische ondernemers neemt toe. Wat betekent dit voor de individuele ondernemer? Berntsen: ‘De schaalvergroting in de agribusiness gaat snel. De stap van ForFarmers en vorig jaar ook Agrifirm betekent weer een uitdaging voor de concurrentie. En voor de fusiebedrijven om de band met hun leden en klanten goed te houden. Ook biedt het weer kansen voor kleinere spelers.’ Oosthoek: ‘ForFarmers en Agrifirm hebben er baat bij als hun afnemers een hoger rendement realiseren. De grotere bedrijfsomvang is nodig om onderzoek te doen en kennis te vergaren om zo de voerproducten verder te verbeteren en internationaal in prijs concurrerend te blijven. Ik hoop wel dat ook supermarkten zich gaan realiseren dat agrarische ondernemers baat hebben bij een gezond rendement. En hen niet tot de laatste cent willen uitknijpen om een tiende procent meer marktaandeel te veroveren. Als supermarkten zich duurzaam willen profileren, moeten zij dat ook richting hun leveranciers doen.’

Directeur Agri Friesland Bank Belangrijkste risico’s voor ondernemer: 1. Prijsrisico 2. Politiek risico 3. Weerrisico 4. Financieringsrisico

Tekst: Eric de Lijster en Herma van den Pol Foto: Aleksander Willemse Meer weten: b oerenbusiness.nl Rabobank.nl Abnamro.nl Frieslandbank.nl

2011/02

11


AGENDA Akkerbouwbijeenkomsten

Rendement, waardering en plezier in het ondernemen. Het speelveld waarbinnen u kunt ondernemen is aan veranderingen onderhevig. De bepalende factoren voor de bedrijfsontwikkeling voor de komende jaren: hervormingen van het Europese Landbouwbeleid, een nieuw mestbeleid, de bodemvruchtbaarheid en de ‘duurzaamheidswensen’ uit de maatschappij. Met als thema ‘Rendabele bedrijfsontwikkeling in een duurzaam evenwicht’ richten wij tijdens de akkerbouwbijeenkomst het vizier op de toekomst. Wij bieden u informatie en inzichten die u helpen bij het maken van uw keuzes voor de komende jaren. Het resultaat: rendement, maatschappelijke waardering en plezier in het ondernemen. U bent welkom We praten u bij door middel van een videopresentatie en met deskundige sprekers over de strategische keuzes voor een gezonde en

Maandag 9 januari 2012 't Voorhuys Emmeloord De Deel 20 Dinsdag 10 januari 2012 't Voorhuys Emmeloord De Deel 20 Woensdag 25 januari 2012 Open Hof Dronten De Zuid 2 Donderdag 26 januari 2012 Open Haven Zeewolde Kerkplein 8

duurzame toekomst. Henk Heinhuis (Stichting Veldleeuwerik) vertelt meer over de maatschappelijke betekenis van ‘duurzaam’ en legt uit hoe multinationals hierop inspelen. De adviseurs van Countus vertellen u meer over het duurzaam inrichten van uw bedrijf, zowel op financieel als maatschappelijk gebied. De avond begint om 19.45 uur, het officiële deel eindigt rond 21.50 uur. Aansluitend kunt u met collega's nader van gedachte wisselen. U bent van harte welkom bij een van de akkerbouwbijeenkomsten.

Aanmelden Aanmelden kan via de aanmeldbutton op: www.countus.nl/agenda.


Boerenbusiness Office

Foto: Aleksander Willemse

Het kantoor van: Eigenaar: Theo Koekkoek Bedrijf: Akkerbouwer- en pluimveehouder, voorzitter coöperatie Agrifirm Locatie: Almkerk (Noord-Brabant) Vindt kantoor: ‘De mooiste kamer van het huis’. Stijl: ‘Ons huis is gebouwd in 1903. Deze authentieke stijl willen we graag aanhouden. Zo zijn de vloerplanken orgineel.’ Gebruik kantoor: ‘Gemiddeld over de hele week zeker enkele uren per dag. Naast de administratie voor het eigen bedrijf, voer ik ook regelmatig overleg met gasten over het boerenbedrijf of over het bestuurswerk bij Agrifirm. Voordelen van kantoor: ‘Vanaf mijn bureaustoel heb ik een mooi uitzicht op het erf en op de oprit. Bovendien is het kantoor bij binnenkomst in ons huis direct naast de voordeur. Zo kan ik werk en privé ook uitstekend scheiden. Bij ons houden we geen vergaderingen aan de keukentafel.’ De boekenkasten staan vol: ‘ordners van de administratie en veel studieboeken en vakliteratuur.’

Phanos-topman Geert Ensing voor zijn kantoor-kasteel in Houten. 2011/02

13


Boerenbusiness Analyse

Landbouwgrond is een waardevaste en dus populaire belegging. Het aantal landdeals neemt de laatste jaren wereldwijd fors toe. Wie zijn de kopers en wat zijn hun motieven? Is er sprake van roofkapitalisme of ontwikkelingshulp?

Welig tierende handel in landbouwgrond

W

ie zich een exact beeld wil vormen van de mondiale hoeveelheid transacties met landbouwgrond en hun omvang heeft een probleem. Veel deals zijn omgeven met geheimzinnigheid, soms zelfs ronduit schimmig. En dan nog. ‘Het ligt er maar helemaal aan wat je meetelt qua type grondgebruik’, zegt Annelies Zoomers, hoogleraar Internationale Ontwikkelingsstudies. ‘We weten het niet, dus moeten we precies in kaart brengen wat er aan de hand is’, zegt collega-

Volatiliteit van de voedingsprijzen

ppt

Total

Metals

Foods

9

ppt

9

6

6

3

3

0 1920

l

l

l

l

1940

l

l

l

l

l

1960

l

l

l

1980

Bron: Reserve Bank of Australia 14

2011/02

l

l

l

l

2000

l

l

l

0 2020

wetenschapper Sandra Evers. Als we aannemen dat recent cijfermateriaal van Oxfam Novib een reëel beeld geeft van de situatie, dan is er serieus wat aan de hand. Volgens de hulporganisatie is er de afgelopen tien jaar maar liefst 227 miljoen hectare land in andere handen overgegaan, een gebied ter grootte van West-Europa. Vooral sinds de internationale voedselcrisis in 2007 is het aantal transacties geëxplodeerd. Veel transacties niet traceerbaar Hoe groot het aandeel van landbouwgrond in de landdeals is, weten we eigenlijk niet. Veel transacties worden niet op een zodanige manier in openbare registers vastgelegd dat aard en omvang traceerbaar zijn. ‘Behalve voor de landbouw wordt er ook met land geschoven ten behoeve van zaken als mijnbouw, natuurbeheer, toerisme, dammen, stedelijke uitbreidingen en andere doeleinden’, zegt Zoomers. ‘Feit is wel dat Indiase en Chinese bedrijven, die in veel gevallen met staatskapitaal opereren, zeer actief zijn om de toekomstige voedselbehoefte van hun landen veilig te stellen.’

Ook landen in het Midden-Oosten, zoals Saoedi-Arabië en Bahrein, met weinig eigen landbouw zijn in de markt voor landdeals. Maar het is vooral China dat grond nodig heeft. Volgens analisten van Goldman Sachs is de agribusiness goed voor een kwart van alle buitenlandse Chinese investeringen. Was het land in 1995 nog in staat om te voorzien in de binnenlandse behoefte aan

445 miljoen hectare aan niemandsland soja, in 2015 koopt China naar verwachting de helft van de via de wereldhandel beschikbare hoeveelheid soja op. Onder andere door middel van een Argentijnse plantage ter grootte van 230.000 hectare. Dat is veel, maar het valt in het niet bij de plannen die het Zuid-Koreaanse bedrijf Daewoo in 2008 had om 1,3 miljoen hectare grond te pachten in Madagaskar voor de productie van palmolie. Dat ging uiteindelijk niet door omdat


Analyse

Top 5 investerende landen in grond 1. China

3. Verenigd Koninkrijk

2. Saudi Arabië

4. Zuid-Korea

Investering: 6.512.300 ha Landen: Congo, Mozambique, Tanzania, Zambia, Filipijnen, Kameroen, Sierra Leone Gewas: Biobrandstof, rijst, suiker, maïs

Investering: 5.520.000 ha Landen: Soedan, Tanzania, Indonesie, Ethiopië Gewas: Rijst, tarwe, groente, gerst, diervoeders

de oppositie in het land grootscheeps te hoop liep tegen de voorgenomen uitverkoop van grond, met als gevolg dat de regering uiteindelijk ten val kwam. ‘Toen dat allemaal speelde, hebben we de boerenorganisaties in Madagaskar niet echt gehoord’, zegt Jur Schuurman die werkzaam is bij Agriterra, een ontwikkelingsorganisatie die het agrarische bedrijfsleven wereldwijd ondersteunt. ‘Veel boerenorganisaties in ontwikkelingslanden zijn nog te zwak’, zegt Schuurman, ‘ze hebben nauwelijks een strategische agenda. Bovendien zijn de boerenbedrijven er uitgesproken kleinschalig en zijn ze lang niet allemaal aangesloten bij een organisatie.’ Een voorbeeld van die kleinschaligheid: in 2008 waren er in een land

Investering: 1.046.348 ha Landen: Soedan, Tanzania, Indonesië, Ethiopië, Egypte Gewas: Rijst, tarwe, groente, gerst, diervoeders

5. Arabische Emiraten

Investering: 707.000 ha Landen: Pakistan, Soedan, Ethiopië Gewas: Maïs, alfalfa, tarwe, aardappelen, bonen

Investering: 715.000 ha Landen: Rusland, Soedan, Indonesië Gewas: Tarwe, palmolie

als Mozambique drie miljoen akkerbouwbedrijven die met elkaar niet meer dan vier miljoen hectare land in gebruik hadden. Miljoen hectare ligt braak ‘Ook veel landbouwdepartementen in ontwikkelingslanden zijn zwak’, zegt Zoomers. ‘De Wereldbank en tal van landen, waaronder Nederland, hebben ontwikkelingslanden in het verleden altijd aangemoedigd om zoveel mogelijk aan de markt over te laten en te zorgen voor een aantrekkelijk investeringsklimaat. Het aantrekken van buitenlands kapitaal werd gezien als een noodzakelijke voorwaarde voor economische groei.’

Bron: UNCTAD

Een achterliggende gedachte was dat westerse bedrijven zouden kunnen helpen met moderne landbouwtechnieken. Volgens Schuurman maken deze landen daar op hun manier dankbaar gebruik van. ‘In ontwikkelingslanden treden ministeries vaak helemaal niet op als belangenbehartiger van de rurale bevolking. Ze spekken liever de staatskas of, als het zo uitkomt, hun eigen portemonnee.’ Dat geldt ook voor speculanten, een ander type investeerder dat graag grond opkoopt in de wetenschap dat dit een solide belegging is. Dat zijn niet alleen internationale partijen, maar ook de lokale elite in ontwikkelingslanden. Van de dit jaar door de Wereldbank beoordeelde 56 mil2011/02

15


ken? e o z e b jf obedri 0 voor m e d 70 een U wilt el 0570 621 stuur een B ak of a r p ac.eu s f een a l naar info@s e-mai

A good farmer life revolutionair: de nieuwe trend in boerderij management TIM (Total Integrated Management) is uw ‘nieuwe medewerker’. In combinatie met de nieuwe SAC RDS Futureline MAX melkrobot voorziet TIM in ‘a good farmer life’!

Toe aan een ‘good farmers life’? Contact één van onze SAC Service Centers: 1. Roeters SAC Melk- en Staltechniek Noord: +31 (0) 592 65 62 86 2

2. SAC Center Castelein, Scharnegoutum: +31 (0) 515 42 50 42

TIM beheert en controleert alle essentiële managementinformatie van uw bedrijf op één centrale en veilige plek, waaronder de melkrobot, voerstation en voermengwagen, maar ook externe koppelingen naar bank, dierenarts, CRV, I&R, EDI etc. ‘Betrouwbaar en Realtime’ overzicht via PC, touchscreen monitors en smartphone! De nieuwe Futureline MAX melkrobot is nòg sneller, slimmer, flexibeler (‘plug and play’ installatie), efficiënter met water en energie; resulterend in de laagste operationele kosten.

3. Holland-Utrecht, Montfoort: +31 (0) 348 41 20 44

TIM en Futureline MAX: MAXimaal voordeel voor koe, melk en melker!

9. LIMKO, Edingen (B): +32 (0) 2 395 85 00

1 3

4

Holland-Utrecht, Tuitjenhorn: +31 (0) 348 41 20 44

5

4. LMB Van Leeuwen, Benthuizen: +31 (0) 79 331 93 11 5. LMB Giessenburg, Giessenburg: +31 (0) 184 65 14 71 6. Fa. De Bruijn, Achtmaal: +31 (0) 76 598 56 51

7

3

6 8

9

7. Rijnvallei Bedrijfstechniek, Barneveld, +31 (0) 342 40 48 50 8. Fa. Gerard Schout, Heikant: +31 (0) 114 31 38 41

10

10. Felten Sárl, Weicherdange (LUX): +352 (0) 92 16 12

SAC Nederland BV • Repelweg 10 • 8316 PV MARKNESSE • Tel. +31 (0)570 62 17 00 • info@sac.eu • www.sac.eu


Analyse

joen hectare in grootschalige landdeals betrokken grond lag tachtig procent nog steeds volledig braak. Dat is een belangrijke indicatie voor speculatie. Speculanten spelen verhoudingsgewijs waarschijnlijk echter een relatief beperkte rol. Volgens Sandra Evers wordt het overgrote deel van land via pachtconstructies uitgegeven. ‘Maar dan wel meteen voor een periode van 99 jaar tegen een lage pacht. Veel investeerders beloven in ruil daarvoor te gaan investeren in lokale infrastructuur, gezondheidszorg en dergelijke.’ De mensen in de gebieden waar het om gaat, wordt echter niets gevraagd. En als dat wel gebeurt, komt er van de voorgespiegelde voordelen vaak niet veel terecht. Volgens de Wereldbank was er mede op basis van satellietbeelden in het jaar 2010 niet minder dan 445 miljoen hectare ‘niemandsland’ beschikbaar voor landbouw. Volgens Jur Schuurman is dit één van de redenen waarom vooral veehouders getroffen worden door de landdeals.

‘Nomadische veehouders zijn vaak de dupe van deze grondtransacties. Zij worden soms van de ene op de andere dag geconfronteerd met een situatie waarin zij niet meer vrij met hun vee kunnen bewegen. Voor akkerbouwers is de situatie minder problematisch. Hun grond is redelijk afgebakend, ze krijgen er als het goed is een vergoeding voor en mogelijk zelfs een nieuwe baan.’ Doodgeschoten door grondopkopers Dan hebben zij het in ieder geval beter getroffen dan de Zambiaanse mijnwerkers die in het recente verleden demonstreerden voor een hoger loon. Sommigen van hen werden volgens Schuurman door Chinese landeigenaren zonder pardon doodgeschoten. Dat heeft sterk de aandacht gevestigd op de praktijken van buitenlandse grondopkopers. Duidelijk is dat zij zich niet zomaar van alles kunnen permitteren. Er is niet veel over bekend maar zeer waarschijnlijk zijn er ook Nederlandse bedrijven wereldwijd aan het investeren in landbouw-

gronden. Denk aan banken, pensioenfondsen en supermarktorganisaties. En zo gek is dat niet, zegt Sandra Evers. ‘Bedrijven gaan daar op uitnodiging naar toe en hebben er ook wat te halen. Als consumenten houden we met elkaar immers dit systeem in stand, doordat we het hele jaar door seizoensgebonden producten willen eten. En we vinden het nodig om bomen te planten ter compensatie van het feit dat we in vliegtuigen zitten.’ Vanuit dat perspectief valt niet te verwachten dat de interesse voor landbouwgrond snel afneemt. Dat hoeft geen roofkapitalisme te zijn, maar een onbaatzuchtige vorm van ontwikkelingshulp is het ook niet.

Tekst: Dirk van der Lit Foto: Shutterstock, Annette Bleeker Illustratie: Daniëlle Ballast Meer weten: b oerenbusiness.nl/grondmarkt agriterra.org fsw.vu.nl

‘Sommige situaties zijn te absurd voor woorden’ Sandra Evers, universitair hoofddocent aan de afdeling Sociale en Culturele Antropologie van de VU, geeft leiding aan een team onderzoekers dat de komende vier jaar de gevolgen van grondtransacties in kaart gaat brengen. Het onderzoek vindt plaats in Ethiopië, Madagaskar en Oeganda en heeft betrekking op verschillende vormen van landgebruik: voor landbouw, mijnbouw, natuurbeheer en andere doeleinden. Oxfam Novib luidt inmiddels de noodklok. ‘Het is natuurlijk goed om aandacht te vragen voor de rurale transformaties die de landacquisities teweeg brengen. Als wetenschapper neem ik direct aan dat dit spel winnaars en verliezers kent, maar ik ben terughoudend in het uitspreken van een oordeel. Mensen uit de activistische hoek komen vaak snel met labels als ‘neokolonialisme’ en ‘roofkapitalisme’ op de proppen. Daarmee bestaat het risico dat ze de discussie doodslaan omdat ze zich afsluiten voor andere ideeën.’ Zijn investeerders niet uitsluitend uit op rendement? ‘Ondanks de negatieve verhalen die je in de kranten leest, zijn de koopcontracten van investeerders juridisch in orde. Of ze dat moreel ook zijn, weet ik niet. Ik weet wel dat investeerders niet gek zijn. Ze werken doorgaans samen met lokaal gevestigde bedrijven. Misschien zijn dat

soms stromannen, maar nogmaals: juridisch is het in orde. Als je vragen gaat stellen wijst de investeerder naar beneden en het lokale bedrijf naar boven, maar in het midden is niemand thuis. Vaak is onduidelijk wie waar voor verantwoordelijk is.’ Wat is de rol van de landen die investeerders lokken? ’Ik heb een Ethiopische minister eens horen beweren dat sommige leefwijzen het niet waard zijn om te behouden. Hun territorium is daarmee als eerste aan de beurt om aan buitenlandse investeerders te worden gegund. Dat geldt ook voor gebieden waar bijvoorbeeld rebellie is. Sommige situaties zijn te absurd voor woorden: dat op hetzelfde vliegveld de prinsessenboontjes voor de export aan boord van het ene vliegtuig worden geladen, terwijl een ander vliegtuig voedselhulp aan het lossen is.’ Uw onderzoek is nog maar net begonnen ‘We kunnen pas nadenken over alternatieve oplossingen als ons beeld compleet is, dat is een basis om beleid te ontwikkelen. Daar zijn lokale groepen, nationale overheden maar ook de investerende bedrijven bij gebaat. Dat voelt als een enorme verantwoordelijkheid, zeker omdat ons werk door de belastingbetaler wordt gefinancierd.’

2011/02

17


Rubriek

18

2011/02


Boerenbusiness Interview

Voedingsbedrijf PinguinLutosa maakt in België onder de hoede van topman Hein Deprez en operationeel manager Hewig Dejonghe een stormachtige ontwikkeling door in de verwerking van groente. Bovendien is het Belgisch marktleider in de verwerking van aardappelen tot frites. ‘Onze teeltgebieden zijn nóg beter dan in Nederland’

Hein Deprez en Herwig Dejonghe, topmannen PinguinLutosa

België de aardappelmijn van Europa

‘B

intje is beslist de lekkerste aardappel die er bestaat’. Hein Deprez, topman en grootaandeelhouder van PinguinLutosa, windt er geen doekjes om. Het bewijs ligt ook letterlijk op tafel in de vorm van een groot bord vol goudgele frites. ‘Ik heb veel variëteiten geproefd’, vertelt Deprez, terwijl hij enkele frieten aan een vork prikt. ‘Maar zij kunnen geen van allen tippen aan de smaak van Bintje.’ Als Deprez en Herwig Dejonghe, de operationele manager (COO) van het voedingsconcern, vergaderen in het kantoor van Lutosa op de fritesproductielocatie in het Waalse Leuze-enHainaut komt er tijdens de lunch regelmatig een bord frites op tafel. ‘En als gast moet u natuurlijk ons product proeven’, zegt Dejonghe joviaal. ‘Daarbij is de aardappel ook een zeer bijzondere groente, de meest succesvolle’, vult Deprez aan. ‘Want frites is één van de weinige groenteproducten die kinderen direct eten. In het eten van veel andere groenten moeten zij worden opgevoed. Daarom is bij ons onderzoek en veredeling in smaak heel belangrijk.’ PinguinLutosa, dat in 2010 een jaaromzet kende van ruim 483,5 miljoen euro, combineert

de verwerking van groenten tot diepvriesgroenten met de productie van diepgevroren frites en aardappelproducten. Het concern is in 2007 ontstaan uit een fusie van groenteverwerker Pinguin en aardappelverwerker Lutosa. Met deze deal troefde Pinguin destijds onder meer Cosun af, dat Lutosa ook graag wilde inlijven bij Aviko. Groente- en aardappelverwerking onder één vlag is een sterke combinatie, benadrukt Dejonghe. ‘We betrekken onze groenten en aardappelen uit dezelfde wereld: telers in de kring van België, Noord-Frankrijk, West-Duitsland en Zuid-Nederland.’ Deprez voegt toe: ‘wij kunnen de agrarische ondernemer zo een belangrijk breed pakket aan gewassen aanbieden die goed is voor de teeltwisseling. Door onze omvang kunnen wij ook investeren in teeltbegeleiding en kennisoverdracht naar de telers.’ Het laatste jaar is PinguinLutosa met name in de groenteverwerking flink gegroeid met de overnames van conservenfabrikant Scana Noliko in Bree en het inlijven van de diepvriesgroenteactiviteiten van de Franse coöperatie CEBAB. Hiermee is het Belgische concern één van de belangrijkste spelers op de Europese markt van diepvriesgroenten en conserven.

Met Lutosa is het voedingsconcern één van de hoofdrolspelers in de Belgische aardappelverwerking. De divisie neemt met een productiecapaciteit van 665.000 ton ongeveer een kwart van de Belgische productie voor haar rekening. In totaal beschikt de groep nu over 17 productievestigingen in vijf verschillende landen (België, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Polen en Hongarije) en 19 filialen en verkoopkantoren verspreid over de vijf continenten. Participatie van de Boerenbond PinguinLutosa is beursgenoteerd met een notering in Brussel. De groei en ontwikkeling van het concern heeft ertoe geleid dat de Belgische Boerenbond via haar investeringsmaatschappij een belang van tien procent heeft genomen in PinguinLutosa. ‘De Boerenbond wil dichter bij de verwaarding in de keten zitten, om zo meer inzicht te krijgen in de relatie tussen handel, verwerking en retail. De transactie is dus niet alleen financieel, maar ook strategisch’, verklaart Dejonghe. Voor Deprez is de participatie van de Boerenbond ook het bewijs dat opvattingen over samenwerking en krachtenbundeling onder 2011/02

19


Interview

Belgische boeren en tuinders aan het veranderen is. ‘Zij hebben hier heel lang geloofd in horizontaal bundelen in coöperaties of verenigingen. Wij geloven daar niet in, maar wel in de kracht van verticaal bundelen. Oftewel de productie afstemmen op de markt. Dat besef is er al dertig jaar in de groenteverwerking.’ Als voorbeeld noemt Deprez, tevens eigenaar van groente- en fruitgigant Univeg, de vorming van The Greenery in Nederland. ‘Daar hebben telers zich ook horizontaal gebundeld zonder zich te committeren aan afspraken over productie en variëteiten. Je ziet waar dat toe heeft geleid: dramatisch slechte prijzen en een bijna bankroet van de glastuinbouw.’ Het argument dat de vrijheid van ondernemen in een verticale keten wordt beperkt, doordat telers niet zelf de gewassen, de rassen en het areaal kunnen kiezen, schuift Deprez terzijde. ‘Wat is vrij ondernemerschap als je in een strop aan de bank hangt? Als je zegt: ik bepaal welk ras en welk areaal ik zet, dan is dat geen vrijheid maar domheid. Veel beter is om product te telen waar de markt om vraagt met kwalitatief betere rassen. Met de betere resultaten die daar uit voortvloeien, voel je je ook vrijer.’ Aardappelteelt groeit door fastfood De aardappelteelt is in België de laatste jaren met rasse schreden gegroeid. Was het aardappelareaal in 2008 nog 64.000 hectare, dit jaar was dat 79.750 hectare. Door een goede oogst is dit goed voor een recordproductie, inclusief pootgoed, van 3,7 miljoen ton. België lijkt hierdoor komend

jaar voor het eerst meer aardappelen tot frites te verwerken dan Nederland. Herwig Dejonghe heeft hier een verklaring voor. ‘België is reeds al decennia lang een goed teeltgebied voor aardappelen met een florerende aardappelhandel. In België heeft de laatste jaren de fritesproductie op private label voor met name de retail en de foodservice een grote opmars gemaakt, een segment waar Nederland al vele jaren eerder in actief is. Ketens als McDonald’s zijn wereldwijd sterk gegroeid, dus ook de consumptie. Over heel de wereld kan

‘Wat is vrij ondernemer­ schap als je in een strop aan de bank hangt?’ je frieten eten.’ Lutosa heeft echter nooit voor deze strategie gekozen, benadrukt hij. ‘Wij hebben een merkenstrategie en kiezen voor een kwalitatief hoger segment. Dus bijvoorbeeld voor het leveren aan foodservice met specifieke kwaliteitsverwachtingen.’ De rek is er nog niet uit, zo verwachten Deprez en Dejonghe. Zij rekenen erop dat de Belgische aardappelteelt de komende jaren nog verder gaat groeien. De ingrediënten zijn hiervoor aanwezig. ‘Wij zijn strategisch goed gelegen in Zuidwest België voor het verschepen van diepvriesproducten en bovendien hebben we hier

goede grond en is de teelt professioneel en sterk gemechaniseerd. Wij zitten hier op de Potato Belt van Europa.’ ‘Onze teeltgebieden zijn nóg beter dan in Nederland’, haakt Deprez in. ‘Bovendien zijn wij als teelt en industrie in staat om beter en efficiënter aardappelproducten aan bijvoorbeeld China, Polen of Brazilië te leveren dan de lokale leveranciers in deze landen. Dat is onze kracht.’ Mede dankzij het verkoopapparaat van Pinguin beschikt Lutosa over een uitgebreid exportnetwerk, waardoor veel aardappelproducten letterlijk worden verscheept. Niet gelukkig met lage aardappelprijs Laat één ding echter duidelijk zijn: met de extreem lage aardappelprijzen in deze periode zijn Deprez en Dejonghe absoluut niet gelukkig, net zomin als met de extreem hoge prijzen vorig seizoen. ‘Al ontvangen onze telers op hun contract uiteraard niet de twee euro die de markt doet, dat is vanzelfsprekend meer’, voegt Deprez toe, zonder overigens de contractprijs te noemen. ‘Maar binnen een half jaar in prijs van tien naar één gaan, is je reinste waarde vernietiging. Daar heeft niemand iets aan. Dat gaat ten koste van de opbouw van toevoegde waarde in de keten.’ Voor de aardappelmarkt dit seizoen ziet Deprez qua prijsvorming alleen in de staart van het bewaarseizoen eventueel nog een lichtpuntje. Lutosa signaleert dat menig aardappelteler in België problemen heeft met het bewaren van de aardappelen met rotte knollen. ‘Je komt het vooral tegen in andere variëteiten dan Bintje,

Hein Deprez Als oprichter en topman van Univeg is Hein Deprez één van de belangrijkste agrarische zakenlieden van Europa. Univeg is een multinational in groenten en fruit met een jaaromzet van circa 3,3 miljard euro en actief in 25 landen. De Univeg-groep bestaat uit 4 business units: groenten en fruit, bloemen en planten, convenience én logistiek en transport, met een personeelsbestand van 9.500 mensen. Bovendien is Deprez de grootste aandeelhouder en topman van voedingsgroep PinguinLutosa.

20

2011/02


Interview

Herwig Dejonghe De familie Dejonghe is al sinds de oprichting aan Pinguin verbonden, want in 1965 begonnen de broers Georges, André en Frans Dejonghe met de productie van diepvriesgroenten. Herwig Dejonghe begon in 1986 bij Pinguin en werd in 1992 CEO van het bedrijf. In de nieuwe organisatie is Dejonghe heden ten dage formeel verantwoordelijk voor de operationele zaken bij PinguinLutosa, maar is hij samen met Deprez gedelegeerd bestuurder. De familie Dejonghe heeft nog een deel van de aandelen van PinguinLutosa in bezit.

zoals een Fontane’, reageert Deprez veelbetekenend. ‘Tot eind maart verandert er naar onze inschatting weinig op de markt. Wellicht hebben we aan het einde van het seizoen nog een probleem met de beschikbaarheid van kwalitatief goede aardappelen.’ Lutosa koopt de aardappelen in bij circa 350 telers op contract en bij een vijftigtal handelaren. Ongeveer de helft van het benodigde volume is contractueel vastgelegd tegen een vooraf bepaalde prijs, zegt Dejonghe. Het overige volume koopt Lutosa in bij een vijftigtal handelaren, met wie het concern al jaren samenwerkt. ‘Dat is goed geweest voor de stabiliteit en groei van onze organisatie.’

want dan worden we in een jaar als deze uit de markt gedrukt. We moeten mee surfen.’ Deprez gaat ervan uit dat in de toekomst echter vaste contracten en loyaliteit aan de afnemer voor telers het credo worden. ‘Het opportunisme moet eruit in de aardappelteelt. De ene keer produceren we te veel, de andere keer te weinig, In

Liefst met vaste contractprijs werken ‘Maar laten we realistisch zijn’, reageert Deprez. ‘Het aantal handelaren met wie wij samenwerken gaat de komende jaren sterk afnemen. Wij willen directer op de teler zitten.’ PinguinLutosa streeft stabiele prijzen na voor de aardappelen en daarvoor zou Deprez het liefst met vaste contractprijzen gaan werken en niet, zoals nu, met contracten waarover deels een volume wordt vastgelegd tegen de op dat moment geldende marktprijs. ‘Ik ben er van overtuigd dat we meer en meer naar vaste termijnafspraken toegaan’, verwacht Deprez, ‘dit resulteert in stabiliteit in prijzen, wat ook goed is voor de telers. Daar hebben we de andere partijen echter ook bij nodig. Ik kan nu niet zeggen dat wij tachtig procent van ons volume tegen een vaste prijs gaan vastleggen,

verticale ketens kunnen we dit goed organiseren, zodat een kapitaalintensieve teelt als de aardappelen structureel rendabel kan zijn. We zoeken daarom naar stabiele relaties met telers.’

‘De rentabiliteit in de fritesindustrie is bedroevend slecht’

Financiële onzekerheid probleem PinguinLutosa merkt als export gedreven organisatie de gevolgen van de eurocrisis de economische malaise deels in de bedrijfsvoering, schetst Dejonghe. Zo moet het bedrijf door de dalende koers van de euro goed opletten met de wisselkoersen aan de landen die het beleverd, zoals Polen. ‘Het probleem is wel de financiële onzekerheid’, vindt Deprez. ‘Investeringen worden met de recessie in zicht uitgesteld en vandaag de dag remt de consument ook het aankopen van voedsel. In klassiek West-Europa is er absoluut geen groei. Daarom moeten wij de groei in de

afzet ook verder weg zoeken.’ Als beursgenoteerd bedrijf publiceert PinguinLutosa elk kwartaal de financiële resultaten. Hieruit komt naar voren dat het concern al enige tijd zwakkere resultaten kent. Dit valt deels te verklaren door de moeilijke marktomstandigheden in diepvriesgroenten sinds 2009, verklaart Dejonghe, ‘maar die zijn gelukkig positief veranderd met het nieuwe seizoen 2011-2012.’ De krappe marges op de fritesmarkt spelen daarbij ook een rol. ‘Wij zijn open en transparant, maar als je de cijfers van de andere partijen in de fritesindustrie opvraagt dan zie je dat ook daar de rentabiliteit bedroevend is’, licht Deprez toe. Zelf noemen Dejonghe en Deprez de beursnotering een groot voordeel. ‘De openheid en transparantie spreekt partijen zeer aan’, aldus Dejonghe. ‘Wij hebben geen verborgen agenda’s, waardoor wij voor andere partijen een lage drempel hebben om mee samen te werken.’ En zet PinguinLutosa na samenwerkingsverbanden met Franse partijen binnenkort ook een stap naar Nederland? Deprez, die met Univeg al diverse Nederlandse bedrijven zoals Bakker Barendrecht heeft ingelijfd, glimlacht, maar zwijgt. ‘Voor ons is er geen noodzaak stappen te zetten richting Nederland’, reageert Dejonghe. ‘De fysieke afstand wordt dan ook al snel te groot. We zitten hier bovendien al in het hart van de aardappelmijn.’ Tekst: Eric de Lijster Foto: Peter Roek Meer weten: PinguinLutosa.com/nl

2011/02

21


Wij hebben wat te vieren!

Wintershow

4 dagen show 4 topmerken Komt dat zien: spectaculaire overhandiging van Fendt 720 Vario SCR aan twee ‘schaatscracks’ op vrijdagmiddag 30 december 2011. Houd onze website in de gaten: www.devor.nl!

Gebr. De Vor Achterveld BV Hessenweg 164 • Postbus 2 • 3790 CA ACHTERVELD Tel. 0342 45 95 41 • Fax 0342 45 95 00 • info@devor.nl

www.devor.nl

Gebr. De Vor Achterveld heet u, uw partner, medewerkers en kinderen van harte welkom in Achterveld tijdens de jaarlijkse Wintershow:

Di. 27 t/m Vr. 30 december 2011 Hessenweg 164 - Achterveld (Utr.) Openingstijden: 10.00 - 17.00 uur • Met 4 i.p.v. 3 showdagen is de vraag niet of u komt, maar wanneer! • Volop informatie en noviteiten, w.o. complete Fendt 700 Vario SCR serie, incl. Fendt 714, Fendt 716 en Fendt 718, Topcon GPS systeem en Kubota actiemodellen M7040 DTHQ en M9540 DTHQ • Sfeervol ingerichte Fendt, Holder (nieuw!) en Kubota showroom • Vertrouwde gastvrijheid incl. overheerlijke oudejaarstraktaties • Rondleidingen langs werkplaats, showroom en magazijn • Graag tot ziens in Achterveld!


Boerenbusiness Nice To Know

Elke dag zes bedrijven minder

Op 1 april 2011 waren er nog ruim 70.000 agrarische bedrijven in Nederland. Dat is 3 procent minder dan vorig jaar. Dit betekent een teruggang van bijna 6 bedrijven per dag. Ten opzichte van het jaar 2000 is het aantal bedrijven gedaald met 28 procent. De oppervlakte cultuurgrond is 1,85 miljoen hectare, een daling van 1 procent ten opzichte van een jaar eerder. Sinds het jaar 2000 is het areaal cultuurgrond met 6 procent afgenomen. Daarmee komt het aandeel cultuurgrond op 55 procent van de totale Nederlandse grondoppervlakte.

Nederland wordt minder kippig

Nederlandse pluimveebedrijven houden dit jaar 96 miljoen kippen, ruim 5 miljoen minder dan een jaar eerder. De kippenpopulatie bestaat uit 43 miljoen vleeskuikens en 44 miljoen leghennen. Een jaar eerder waren dat 2 miljoen vleeskuikens en 4 miljoen leghennen meer. Zij worden gehouden op 2.200 bedrijven, 200 minder dan vorig jaar. Het aantal leghennen daalt voor het eerst sinds jaren. Na de vogelgriep in 2003 is het aantal aanzienlijk toegenomen. In 2004 en 2005 was er een forse groei (5 miljoen per jaar) en daarna groeide het aantal gemiddeld bijna 1,5 miljoen per jaar tot 2010. Het aantal vleeskuikens schommelt sinds 2003 rond de 44 miljoen. Het laatste jaar is dit aantal met ruim 1 miljoen gedaald.

Boost in export fokvaarzen

Nederland heeft vorig jaar ruim 51.000 fokvaarzen geĂŤxporteerd. Dat waren er 25.000 meer dan een jaar eerder. Ook in de eerste helft van dit jaar zijn meer fokvaarzen uitgevoerd dan in de eerste zes maanden van 2010. Bovendien is de exportwaarde van de fokvaarzen in de eerste helft van dit jaar met 12 procent gestegen ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Totaal is in 2010 voor 81 miljoen euro aan fokvaarzen uitgevoerd. Ook in aantallen dieren krijgt de export een boost. Ter illustratie: in het hele jaar 2008 gingen slechts 9.800 Nederlandse fokzuivere vaarzen de grens over, maar dit ligt in het eerste deel van dit jaar al bijna een factor 3 hoger.

Tarwe boekt winst in akkerbouw

Tarwe boekt letterlijk terreinwinst in de Nederlandse akkerbouw. Het areaal tarwe kwam het afgelopen jaar uit op ruim 150.000 hectare, ruim 10 procent meer dan in het jaar 2000. Hiermee neemt tarwe 28,3 procent van het totale areaal aan akkerbouwgewassen in. Dit aandeel lag begin deze eeuw nog op 21,6 procent. Wel heeft afgelopen jaar door het natte weer in najaar 2010 een verschuiving plaatsgevonden in de seizoenstarwe. Het areaal wintertarwe was met 22.000 hectare gedaald tot 113.000 hectare, terwijl de oppervlakte aan zomertarwe bijna was verdubbeld tot circa 38.000 hectare. Het areaal zaaiuien en suikerbieten is afgelopen jaar eveneens toegenomen met respectievelijk 5 en 4 procent. Dit betekent een recordareaal zaaiuien en de eerste toename van de oppervlakte suikerbieten sinds 1999.

Veel meer drainageslangen uitgerold

Agrarische ondernemers werken steeds meer drainageslangen de grond in voor een goede waterhuishouding van de percelen. Het afgelopen jaar was eenderde van de agrarische grond gedraineerd, tegen 14 procent in 2003. Hiermee is het areaal met een functionerende drainage met 350.000 hectare gegroeid, oftewel een toename van 130 procent. De grootste uitbreidingen waren te vinden bij de graasdierbedrijven (+180 procent) en de akkerbouwbedrijven (+140 procent). Van de provincies had Flevoland met 50.000 hectare (+215 procent) de grootste toename. De provincie Utrecht had met 650 hectare (+24 procent) de kleinste groei.

+19%

Bron: CBS Illustraties: DaniĂŤlle Ballast / Shutterstock Meer weten: b oerenbusiness.nl/nieuws/top5 cbs.nl

2011/02

23


Rubriek

24

2011/02


Boerenbusiness Finance

Langdurige droogtes, overstromingen of - zoals in Nederland - bijna zomer in oktober. De extremen in het weer nemen toe, dus ook de risico’s voor agrarische ondernemers in de teelt van gewassen, zo schetst macro-econoom Edin Mujagic. Deze weerextremen hebben een prijs, maar dan kan je als agrarische ondernemer wel rustig slapen.

Weerextremen hebben een prijs

‘D

it is zonder twijfel het jaar met het vreemdste weer in dertig jaar hier in de Verenigde Staten.´ Zo luidt de conclusie van Andrew Weaver, een klimaatwetenschapper aan de University of Victoria in de VS, in een interview onlangs.
In augustus en september was de hele Amerikaanse staat Oklahoma officieel uitgeroepen tot een droogtegebied: 99,92 procent van de naburige staat Texas had volgens de US Drought Monitor ook die status. Beide staten zijn belangrijke producenten van agrarische producten als vlees, tarwe, citrusvruchten en noten in de Verenigde Staten. Het was zo heet in het Zuiden van de VS dat er berichten te lezen waren over Texanen die teleurgesteld waren dat ze aan een tropische storm ontkwamen. In het oosten van de Verenigde Staten, waar onder meer New York en Washington liggen, moesten mensen op grote schaal worden geëvacueerd. Tropische stormen en veel regenval waren levensbedreigend. Onverwacht was er ook sneeuw. Zo veel sneeuw zelfs dat de Amerikanen, meesters in het smeden van nieuwe woorden bij uitzonderlijke omstandigheden, al snel repten van
Snowcalips en Snowmageddon. Ook buiten de Verenigde Staten was het raak. Extreme overstromingen en droogtes in Rusland, Australië en Argentinië waren schering en inslag. De beelden van ondervoede miljoenen OostAfrikanen eerder dit jaar, overigens gevolg van extreme droogte in de regio, waren dagenlang in elk journaal te zien. En dan is de tsunami in Japan er natuurlijk ook nog, net als de overstromingen in Thailand enkele weken geleden.

Vaker extreem weer De frequentie van droogtes, overstromingen, tsunami´s en andere extreme weerverschijnselen is dit jaar zodanig hoog, dat er al snel de indruk ontstaat dat het extreme weer tegenwoordig vaker voorkomt dan voorheen. Volgens een uitdijende groep experts is dat niet alleen de indruk, maar ook een feit. Bovendien is de kans zeer groot dat de nabije toekomst geen verandering brengt. Meer overstromingen en droogtes, niet alleen in Oklahoma en Texas maar over de hele wereld, liggen in het verschiet, zo valt te lezen in onder meer het vierde rapport van het Intergouvernementele Panel over klimaatveran-

Weersfactoren bepalen meer dan ooit een goed of slecht jaar dering (IPCC) van de Verenigde
Naties. IPCC heeft de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen in 2007.
Zo lijkt de El Nino, een klimaatverschijnsel dat ongeveer elke vijf jaar plaatsvindt in de Stille Oceaan, vaker dan in het verleden voor te komen. Bij een El Nino ontstaan er grote temperatuurveranderingen in het water en de lucht. Het oceaanwater koelt af, waardoor de luchttemperatuur ook daalt. Koude lucht kan veel minder vocht absorberen dan warme lucht. Iets waardoor onder meer de luchtdruk verandert, wat op zijn beurt weer effect heeft op de

windpatronen. De effecten van El Nino beperken zich niet tot de landen rondom de Stille Oceaan maar zijn wereldwijd voelbaar. Dit omdat de Stille Oceaan zo groot is, dat storingen in windpatronen daarboven leiden tot storingen in de wind wereldwijd.
 Toenemende vulkaanactiviteit Tot slot is ook de toegenomen vulkaanactiviteit belangrijk voor het weer. De laatste jaren zijn er vulkaanerupties geweest bij de polen, zoals in Alaska en in afgelegen gebieden in onder meer Chili en Rusland. Omdat het vaak om onbewoonde gebieden gaat, hebben die erupties het nooit tot nieuws geschopt in de bewoonde gebieden op de aarde.
Behalve dat vliegtuigen om moeten vliegen, kunnen die erupties ook het weer beïnvloeden. Als as van die vulkanen hoog genoeg in de stratosfeer komt, de laag in de dampkring op 10 tot 17 kilometer hoogte, kan er minder zonlicht doordringen tot de aarde. Dat betekent dat de lucht koeler wordt. Het effect ervan is gelijk als bij El Nino: veranderingen in windpatronen op aarde en, als het
regent, hevigere regenval dan gebruikelijk. Weersveranderingen hebben invloed op ons dagelijks leven. Niet alleen direct, via meer regenachtige dagen of zomerachtige oktobermaanden zoals wij in Nederland hebben meegemaakt dit jaar, maar ook indirect via invloed op de economie. De agrarische sector is één van de sectoren die er veel van merkt, omdat het weer voor agrarische ondernemers en de agrarische industrie een belangrijker rol speelt dan in veel andere sectoren. Bovendien speelt de verregaande glo2011/02

25


Boerenbusiness werkt sinds kort samen met E.ON. Kees Maas, Edwin Burgers en een tiental agrariërs gingen bij ze op bezoek in Rotterdam.

“We ontvingen de boeren op ons hoofdkantoor in Rotterdam. In korte presentaties werd de gasten uitgelegd wie E.ON is en wat we doen”, vertelt Elke Gijsbrechts, accountmanager agrarische markt bij E.ON.

Boeren bezoeken warmtekrachtcentrale Cleaner & Better “De boeren kregen onder meer een uitleg over onze Cleaner & Better strategie en de ambities tot 2030. Cleaner is simpel te verklaren; CO2-reductie en investeren in nieuwe technieken voor het opwekken van schonere energie.” Maar wat wil Better zeggen, vroegen de boeren zich terecht af. Elke: “Better staat voor: lagere totale kosten voor energieverbruik. Ook wij zijn ondernemers en denken graag mee over energiebesparing en het zelf opwekken van energie. Vaak wordt dit gezien als tegenstrijdigheid, een energieleverancier die advies geeft over energiebesparing. Bij E.ON zien we dat anders. Wij geloven in samenwerken en oplossingen voor de lange termijn.” Vragenvuur De boeren toonde zich ook erg geïnteresseerd in de werking van een warmtekrachtcentrale. In aanloop naar een rondleiding later op de middag volgde er een uitleg over deze centrale. Door CO2-houdende rookgassen aan de glastuinbouw te leveren, wordt de jaarlijkse CO2-uitstoot van de centrale met 130.000 ton teruggebracht. Dit

is vergelijkbaar met de uitstoot van 40.000 auto’s die elk 25.000 kilometer afleggen. Er volgde een waar vragenvuur over netverliezen, warmtekrachtkoppelingen en de relatie tussen kosten van warmte en de elektriciteitsprijs. Energie opwekken in het groot Een schot in de roos bleek tot slot de rondleiding door de warmtekrachtcentrale RoCa3. De boeren kregen de centrale, die vast zit aan het hoofdkantoor, van binnen te zien. “Je ziet dat het verhaal opeens meer begint te leven bij de boeren. Een aantal van hen wekken ook zelf energie op, maar zien het nu in het groot“, verklaart Gijsbrechts. Ook hier kwamen vragen naar voren over de elektriciteits- en gasprijzen, het onderscheid dat E.ON kan bieden en de angst voor bureaucratie. Meer weten over energie? Kees en Edwin kijken terug op een interessante middag. Wilt u ook meer weten over de wereld van energie? E.ON organiseert met regelmaat bijeenkomsten en energieworkshops. Stuur een e-mail naar elke.gijsbrechts@eon.com of bel naar (040) 257 7600 voor meer informatie.

De warmtekrachtcentrale RoCa3, op de grens van Rotterdam en Capelle aan den IJssel, kenmerkt zich door een innovatief proces. Zij heeft daardoor een zeer hoog energie- en milieurendement. Daarnaast wordt een deel van de rookgassen uit de gasturbine door naverbranding verrijkt met CO2. Deze voedingsstof wordt naar het glastuinbouwgebied ten noorden van Rotterdam getransporteerd. Ook de warmte uit de centrale wordt daar naar toe getransporteerd en ingezet voor kasverwarming.

E.ON Benelux Dr. Holtroplaan 2-28 5652 XR Eindhoven

(040) 257 7600 zakelijk@eon.nl www.eon.nl/zakelijk


balisering een niet te onderschatten rol. Door de globalisering zijn de economieën van China tot Chili en van Zweden tot Zuid-Afrika veel meer met elkaar verbonden dan ooit. Dat betekent dat droogtes in China of overstromingen in
Latijns-Amerika sneller en heviger voelbaar zijn in Lelystad, Doetinchem of Hoorn, al is het maar via hogere prijzen van tomaten, om een willekeurig agrarisch product te noemen.
 Meer volatiliteit in prijzen De gevolgen van veranderingen in weerpatronen voor de agrarische sector zijn veelzijdig en verschillen ook per onderdeel van die sector. De auteurs van het eerder genoemde vierde rapport van IPCC stellen onder meer dat de kans 99 procent is dat de wereld meer te maken krijgt met
extreme hitte dan met extreme kou. Dat houdt in dat periodes van droogte langer duren, ook daar waar tarwe, soja, rijst en andere soortgelijke producten worden verbouwd. Zoals een agrarische ondernemer die bijvoorbeeld voer moet kopen, zijn kosten zeer waarschijnlijk ziet stijgen als
hij niet tijdig actie onderneemt. De grote kans dat droogtes vaker dan voorheen voorkomen, wijst erop dat de trend in de prijzen van landbouwproducten omhoog is gericht. Immers, zelfs als de vraag naar voedsel niet stijgt - iets wat zeer onwaarschijnlijk is - stijgen de prijzen. Droogtes gaan immers het aanbod verlagen. Veel oogsten mislukken of leveren veel minder op. Afnemend aanbod en stijgende vraag leiden maar één kant op: hogere prijzen. De vraag naar voedsel stijgt naar verwachting juist sterk door factoren als bevolkingsgroei en welvaartsgroei in de zogeheten opkomende landen en inflatiegevaar in de wereld, waarover in het eerste nummer van Boerenbusiness uitvoerig is geschreven. Dat de trend voor landbouwprijzen omhoog is gericht, is echter niet het hele verhaal. Tegelijkertijd neemt namelijk ook de volatiliteit, de schommelingen van prijzen, toe. Een nieuwe vulkaanuitbarsting of een periode van droogte dan wel overstromingen, is immers niet te voorspellen en komt dus bijna per definitie

als een verrassing. Daardoor kunnen de prijzen soms fors stijgen, maar ook dalen en langdurig laag blijven. Zodat het heel goed mogelijk is dat het zaaien - en dus inkopen van zaden - in een periode van extreem hoge prijzen ligt, terwijl het
oogsten juist in een rustige periode valt met relatief lage prijzen. Weerderivaten tegen risico’s Voor de Nederlandse agrarische sector lijkt het allemaal gunstiger uit te pakken dan voor landbouwsectoren in andere landen. Immers, de kans op vaker extreem weer is groot, maar niet zozeer in Nederland maar ook in andere landen. Daardoor gaan zoals gezegd de prijzen van veel landbouwproducten vaak fikse stijgingen vertonen. Wat de Nederlandse agrarische ondernemers produceren, komt uiteraard op de wereld-

Tijdig actie ondernemen tegen stijgende kosten markt tegen die hogere prijs.
Het slechte nieuws is dat de volatiliteit zodanig groot lijkt te worden in de nabije toekomst, dat weersfactoren voor agrarische ondernemers nog meer dan voorheen het verschil uitmaken tussen een (redelijk) goed en een ronduit slecht jaar. Voorspellingen doen over marktbewegingen, in normale tijden een hachelijke onderneming, wordt helemaal lastig. Iets wat zelfs nog meer opgaat met betrekking tot het weer.

Het goede nieuws is echter dat geen enkele agrarische ondernemer stevige hoofdpijn moet hebben als aan het einde van een avond hagel uit de hemel komt vallen of op het achtuurjournaal beelden worden vertoond van onverwachte droogte in belangrijke landbouwgebieden. Ondanks hagel en die beelden kan iedere ondernemer rustig slapen, omdat er weerderivaten zijn. Zij stellen ondernemers in staat zich in te dekken tegen risico’s die met een gewone verzekering niet in te dekken zijn, zoals temperatuur-

wisselingen, regen, sneeuw, hagel of wind. Weerderivaten zijn vooral populair geworden na 1997 en 1998, toen als gevolg van één van de zwaarste El Nino’s het weer behoorlijk veranderde en veel schade aanrichtte in de landbouw wereldwijd. Indien het weer inderdaad blijvend extremer en instabiel is geworden, dan is het te verwachten dat de populariteit van weerderivaten opnieuw fors toeneemt. Daarbij zou het vreemd zijn als weerderivaten niet duurder worden. Immers, door een grotere volatiliteit komt er ongetwijfeld meer vraag naar. Het aanbod gaat ook stijgen, maar hoogstwaarschijnlijk minder dan de vraag omdat de verkoper van weerderivaten zelf meer risico loopt, namelijk tot uitbetaling over te gaan bij uitbundige regen, sneeuw of droogte. Vandaar ook deels de hogere prijzen voor de weerderivaten in de toekomst. Het is allemaal volstrekt logisch. Weerkennis broodnodig Weerderivaten zijn in feite niets anders dan een verzekering tegen slecht weer. Zoals met alle verzekeringen geldt ook hiervoor dat hoe groter de kans dat de gebeurtenis waartegen je verzekerd bent zich voordoet, hoe hoger de premie uitvalt. Dat is de prijs die de agrarische sector moet betalen voor veranderingen in weerpatronen. Maar verzekeren blijft mogelijk en dat is het allerbelangrijkste. De noodzaak steeds op de hoogte te zijn van ontwikkelingen met betrekking tot het weer is al groot, maar wordt in de toekomst nog veel groter.

Tekst: Edin Mujagic* Foto: Shutterstock Meer weten: i nflatieblog.nl boerenbusiness.nl

*Auteur van onder meer ´Het inflatiespook: waarom de inflatie in Nederland
zal toeslaan en hoe u uw vermogen kunt beschermen´, oprichter van
www.inflatieblog.nl en monetair en macroeconoom aan de Universiteit van
Tilburg. 2011/02

27


Fortifying Crops Sterkere gewassen,

Improving Nutrition

verbeterde voeding

Science For A Better Life Science For A Better Life

In de hele wereld worden gewassen bedreigd door ziektenthe en plagen. Vaak wordt gevaar nog All around world, harvests aredat under threat verergerd door droogte, extreme hitte of verzilting van from pests and disease. In many regions, these de bodem, waardoor enorme oogstverliezen kunnen dangers are also compounded by enduringly ontstaan.

poor conditions such as drought, excessive

heat Bayer and CropScience soil salinization, resulting in huge zoekt permanent naar duurzame oplossingen waarmee deze problemen losses. Bayer CropScience is working toverminderd minivoorkomen kunnen worden. Zoals de ontwikkeling mizeofthese problems and find lasting solutions – van teelten en rassen die beterthat aansluiten op productive plants and varieties are better

omgevingsfactoren, minder vatbaar zijn voor extreme klimaatomstandigheden en die dus een betere to the stressesgaranderen. of climate extremes. productie

suited to their environment and more resilient

Bayer CropScience also cultivates and pro-

Tevens cultiveertseeds en produceert Bayer CropScience duces high-quality for crops, including zaden van hoge kwaliteit voor teelten zoals tomatoes, carrots, cucumbers, onions and tomaten, komkommer, meloenen melons, and peen, conducts researchuien intoenboosting

en voert onderzoek uit naar verbetering van gewaseigenschappen. Met als doel betere oogsten en Withvoldoende the goal of achieving long-term improvehoogwaardig voedsel voor mensen overal ments in human nutrition. www.bayer.com ter wereld.

properties of crops that are beneficial to health.


Boerenbusiness Opinie

Is uw grond ge(her)waardeerd? De onrust over de landbouwvrijstelling leidt ertoe dat veel adviseurs agrarische ondernemers aanraden de grond te ‘herwaarderen’. Is dit aan te bevelen of een hype? Mr. André Verduijn, fiscalist bij Countus, schetst de mogelijkheden.

Tekst: André Verduijn Foto: Aleksander Willemse Meer weten: Countus.nl

I

n de afgelopen twee jaar is er veel onrust geweest over het voortbestaan van de landbouwvrijstelling, de belastingvrijstelling voor winst op landbouwgrond. De onrust leidt ertoe dat veel adviseurs agrarische ondernemers aanraden de grond te ‘herwaarderen’. Daarmee willen zij de realisatie van de meerwaarde in de grond vervroegen en zo de toepassing van de landbouwvrijstelling op deze meerwaarde zeker stellen. Is het ‘geforceerd’ herwaarderen inderdaad aan te bevelen? Om te beginnen: afschaffing van de landbouwvrijstelling lijkt niet op de agenda te staan van het huidige kabinet. Maar dat kan altijd veranderen. Als de landbouwvrijstelling wordt afgeschaft, rekent iedereen wel op een passende overgangsregeling. Die overgangsregeling moet waarborgen dat op het moment van afschaffing aanwezige, maar nog niet gerealiseerde meerwaarden bij toekomstige verkoop of bedrijfsbeëindiging nog vrijgesteld blijven. Niet alleen de ondernemer, maar ook de staatskas heeft belang bij een overgangsregeling. Namelijk om nog niet gerealiseerde waardedaling ook na afschaffing van de vrijstelling niet als verlies in aftrek toe te staan. Immers zijn niet alleen winsten vrijgesteld, ook verliezen zijn niet aftrekbaar. Waarom dan toch nu herwaarderen? De nuchtere ondernemer zegt: baat het niet, schaadt het niet. En daar heeft hij gelijk in. Wie zijn grond nu geherwaardeerd krijgt, is in zoverre niet meer afhankelijk van wat er in de toekomst met de landbouwvrijstelling gebeurt. Meer specifiek wordt door herwaardering ook gewaarborgd dat , als na een spoedige afschaffing van de landbouwvrijstelling de grond in waarde zou dalen, deze daling ook werkelijk bij realisatie als verlies in aftrek kan worden gebracht. Hoe gaat het herwaarderen dan in zijn werk? Je hebt een incidentele herwaardering en een structurele herwaardering. Incidentele herwaar-

dering mag niet zomaar: een ondernemer moet een ‘bestendige gedragslijn’ aanhouden in zijn boekhouding en mag niet naar willekeur grond die altijd voor de aanschafprijs op zijn balans stond, ineens opwaarderen naar de actuele waarde. Daarom moet die herwaardering worden ‘geforceerd’. Vaak gebeurt dat door binnen de maatschap te schuiven met de (economische) eigendom van de grond Het geforceerd herwaarderen is veel meer dan een boekhoudkundige truc en vereist maatwerk. De praktische en juridische uitwerking is niet iets voor een ‘achternamiddag’. Als na incidentele herwaardering de waarde van de grond stijgt, ontstaat op enig moment de behoefte om opnieuw een herwaardering te forceren. Bij ‘structurele’ herwaardering is dat niet nodig. Daarbij wordt niet eenmalig, maar jaar in jaar uit de grond op de fiscale balans te boek wordt gesteld op de actuele waarde. Dat wordt bereikt door een zogenaamde ‘stelselwijziging’: door over te stappen van een stelsel van balanswaardering op kostprijs naar een stelsel van (jaarlijkse) waardering op actuele waarde. Jaarlijks wordt dan de waardeverandering van het afgelopen jaar direct tot de winst gerekend met toepassing van de landbouwvrijstelling daarop. De Belastingdienst meent dat een dergelijke stelselwijziging fiscaal juridisch niet is toegestaan, waardoor deze mogelijkheid geen zekerheid is. Binnen een paar jaar oordeelt de Hoge Raad hier naar verwachting over. In afwachting daarvan kan een ondernemer wel inzetten op stelselwijziging. Daarover zijn praktische afspraken gemaakt met de Belastingdienst. Al met al daarom het volgende advies: laat u niet meeslepen in een hype. Herwaardering is geen noodzaak, maar mogelijk een kans, afhankelijk van uw situatie en persoonlijke wensen. Bespreek het eens met uw fiscaal adviseur en neem een besluit met gezond boerenverstand. 2011/02

29


Boerenbusiness Bedrijfsscan

ForFarmers groeit de laatste jaren fors, onder meer door de recente overname van Hendrix. Het voerconcern kan de komende jaren onder druk van een krimpende markt en hogere grondstofprijzen via fusies en allianties verder expanderen.

ForFarmers groeit door

M

engvoerfabrikant ForFarmers, gevestigd in Lochem, is ontstaan uit fusies tussen diverse coöperaties. Het bedrijf is producent en leverancier van zowel regulier als ecologisch veevoer en handelsartikelen als akker- en weidebouwproducten. ForFarmers is actief in Nederland, België en Duitsland. Nu zijn er omgerekend naar een volledig dienstverband 840 mensen werkzaam voor het bedrijf. Het bedrijf produceert 2,9 miljoen ton voeders, waarvan 2,4 miljoen mengvoer, 404.000 ton bijproducten, 68.000 ton enkelvoudige grondstoffen, 60.000 ton meststoffen en 1.500 ton zaaizaad en pootgoed. Voor de mengvoeractiviteiten heeft ForFarmers tien productielocaties in zowel Nederland als Duitsland. Vanuit deze locaties worden meer dan 10.000 boeren van producten en diensten voorzien. Naast activiteiten in voeders en handelsartikelen heeft Forfarmers diverse groepsmaatschappijen waaronder Cefetra, waar het bedrijf een belang in heeft van 57,7 procent. Cefetra is een grote internationale handelsonderneming en logistieke dienstverlener in grondstoffen voor voeding, voedsel en brand-

2000

Fusie ABC uit Lochem en CTA uit Delden tot ABCTA, later ForFarmers genoemd Historie

2003

stof. Verder heeft ForFarmers minderheidsbelangen in onder meer Agrovision (23 procent), Probroed (33,4 procent), Cebeco Agrochemie (5 procent), Cebeco Meststoffen (10,5 procent) en Onderzoekscentrum de Schothorst (3,7 procent). De coöperatie had eind 2010 ruim 91 procent van zijn eigen aandelen in handen. Records in omzet en afzet Over 2010 heeft ForFarmers een recordafzet behaald van 2,4 miljoen ton. De omzet over heel 2010 kwam, mede door consolidatie van deelnemingen, uit op een record van 4,2 miljard euro. Over 2009 bedroeg de omzet nog 1,9 miljard euro en zodoende was er sprake van een omzetstijging van maar liefst 113 procent. De nettowinst kwam uiteindelijk uit op ruim 40 miljoen euro en over 2010 is een dividend uitgekeerd van 9 eurocent per aandeel. Verder heeft de coöperatie sinds vorig jaar november een handelsplatform dat het mogelijk maakt om op efficiënte wijze te handelen in voerequivalenten, participatierekeningen van Coöperatie FromFarmers en certificaten in ForFarmers Group B.V. Het is daarbij mogelijk

2005

Verkoop CAE, RI, Esbro

Nieuwe koers 2003: Groei in kernactiviteiten, afbouw niet-kern activiteiten

30

2011/02

2006

om participatierekeningen om te wisselen in certificaten. In tegenstelling tot de voerequivalenten en participatierekeningen zijn de certificaten ook te verkopen aan niet-leden van Coöperatie FromFarmers. Hierdoor is het voor niet-leden ook mogelijk om te handelen in certificaten. Een sterke strategische zet van ForFarmers was de uitbreiding van zijn belang in het Duitse HaBeMa in oktober 2009. Het belang in HaBeMa is toen vergroot tot 50 procent, waardoor er meer zeggenschap is binnengehaald. De andere 50 procent van de aandelen is in handen van HaGe Kiel. HaBeMa is gevestigd in de haven van Hamburg en verzorgt de op- en overslag van agrarische producten. Hierdoor kan ForFarmers de voederveiligheid en de voedselzekerheid beter waarborgen en de vervoerskosten onder controle houden. In omvang verdubbelen Verder hebben ForFarmers en Nutreco begin november een intentieverklaring getekend voor de overname van Hendrix UTD. Deze voorgenomen acquisitie is bijzonder omdat het niet vaak voorkomt dat een coöperatie een niet-coöperatie van deze omvang overneemt. De deal past precies

2007

Koop (rest) Cebeco Ruwvoeders, koop BMG, Rapshagen, Start Vermogen op naam (VON)

Koop Bela Groep


Bedrijfsscan

Bert-Jan Ruumpol, de topman van ForFarmers

De hoofdlocatie van ForFarmers in Lochem

in de strategie van ForFarmers, die gericht is op groei in Europa. Met de overname van Hendrix breidt ForFarmers zijn activiteiten flink uit. Nu heeft het concern tien productielocaties in Nederland en Duitsland, maar met de overname wordt dit meer dan verdubbeld. Bovendien krijgt ForFarmers een stevige positie in België door de overname van Hendrix Haeck. De voerafzet stijgt van ruim 3 miljoen ton naar 6 miljoen ton en daarmee wordt ForFarmers één van de grootste voerbedrijven van Europa. Door het samenvoegen van beide bedrijven ontstaat een onderneming met 4,5 miljoen ton mengvoer, 1,5 miljoen ton enkelvoudig voer en natte en droge bijproducten, 1.500 medewerkers en een omzet op jaarbasis van circa 5 miljard euro. ForFarmers is van plan om de komende jaren verder te groeien in Noordwest en Centraal Europa. De grootste uitdaging voor het concern wordt echter om Hendrix en haar dealernetwerk vlekkeloos te laten integreren in de verkooporganisatie. Een gevolg van de fusie met Hendrix is dat ForFarmers geen nieuwe vestiging in Oss gaat bouwen. De mengvoercoöperatie had hiervoor al een stuk grond gekocht op industrieterrein

Jan Markink, voorzitter raad van commissarissen

Elzenburg-Noord. ForFarmers verwacht dat het met de overgenomen vestigingen van Hendrix in Helmond en Oosterhout voldoende mogelijkheden heeft om de markt in Zuid-Nederland te bedienen. Met de nieuwe fabriek in Oss zou een investering van 40 miljoen euro gemoeid zijn. Ook gaat de geplande uitbreiding van de fabriek in het Duitse Rees niet door. Alleen groeien door overnamen De fusie met Hendrix onderstreept wel dat ForFarmers alleen door overnames verder kan groeien. Zo liet ForFarmers tijdens de persconferentie over de fusie weten dat deze het bedrijf weerbaarder maakt tegen de teruglopende verkoop van varkensvoer. Het concern verwacht namelijk een krimp in de varkenssector, aangezien er in november al sprake was van een lagere afzet in de varkenssector. Ten opzichte van vorig jaar laat de verkoop van varkensvoer een daling zien van 5 tot 10 procent in de maand oktober. Tot oktober waren de verkoopcijfers nog gelijk aan 2010. ForFarmers verwacht dat de varkenshouderij in Nederland onder druk blijft staan. Voor de komende drie jaar

2009

Verkoop Plukon (Cebeco), belang Cefetra van 50,2 naar 57,7 procent. Belang HaBeMa van 42,5 naar 50 procent.

2008

Coöperatie CDL ingelijfd

2010

verwacht het concern een opeenvolgende daling van 8, 3 en 3 procent. Voor Duitsland is ForFarmers beduidend positiever gestemd en verwacht het geen krimp van de varkensstapel. Het concern gaat daarom uit van een stabiele omzet uit varkensvoer bij onze oosterburen. Afgewacht moet worden in hoeverre ForFarmers door middel van schaalvergroting zijn voerprijzen significant weet te verlagen en de efficiënte weet op te voeren. Eén van de grootste voordelen is dat er betere mogelijkheden zijn om grondstoffen in te kopen door de prijsrisico’s te beperken. Door de overname van Hendrix wordt ForFarmers een van de grootste veevoederbedrijven in Europa en ontwikkeld het zich tot een producent van complete diervoeders. Verwacht wordt dat de fusie niet de laatste gaat zijn in de markt. Als ForFarmers in staat blijkt te zijn om de schaalvoordelen te benutten, moeten andere middelgrote bedrijven in actie komen. Daar kan zowel de markt als ForFarmers van profiteren. Tekst: Christian Slagter Foto: ForFarmers Meer weten? forfarmers.eu

2011

Verkoop Cebeco Agrochemie en Meststoffen. Koop grond Oss en Heidenau

Verkoop 50 procent Cebeco Groep. Belang Probroed van 29 naar 33 procent. Start CropSolutions, Start Handelsplatforms.

2011

ForFarmers kondigt overname Hendrix aan

2011/02

31


Strategische zetten in het zuivellandschap Zuivelindustrie: wereldwijd concurreren en coรถpereren

32

2011/01


Boerenbusiness Coverstory

Het loslaten van het Europese melkquotum, gecombineerd met groeimarkten in Azië, Latijns Amerika en Afrika maakt dat de internationale zuivelmarkt meer dan ooit aan verandering onderhevig is. De vraag is wie straks de grote spelers zijn en uit welke landen de komende jaren nieuws valt te verwachten.

D

e zuivelmarkt is volop in beweging. Bedrijven gaan partnerschappen en joint-ventures aan, maar te midden van al het rumoer is één beweging overduidelijk: de zoektocht naar schaalgrootte in een steeds minder gereguleerde markt. Het Nederlandse Royal FrieslandCampina heeft bijvoorbeeld een strategie geformuleerd in het programma ‘route2020’, die gericht is op groei en waardecreatie in geselecteerde markten en productcategorieën. Om te groeien in het segment baby- en peutervoeding investeert FrieslandCampina de komende twee jaar 100 miljoen euro in haar productielocaties te Beilen en Bedum. Ook is er stevig ingezet op de R&Dcapaciteiten van de zuivelcoöperatie, onder meer door in Wageningen een nieuw centrum voor onderzoek en ontwikkeling te bouwen. Niet zozeer de stagnerende Europese economie, maar de opkomende economieën in Azië en Afrika zijn de motoren van de verwachte groei waar de Nederlanders op willen anticiperen. Cees ’t Hart, CEO van FrieslandCampina, zegt in het laatste halfjaarverslag (medio 2011) dat zijn bedrijf op schema ligt met de route2020-strategie en benoemt wereldwijde ontwikkelingen in de markt: ‘Dankzij onze brede portfolio van op zuivel gebaseerde dranken, baby- en peutervoeding, kaas, boter, room, desserts en functionele ingrediënten, gecombineerd met geografische spreiding van onze activiteiten, zijn we in de positie om teleurstellende ontwikkelingen in één segment of regio te compenseren met positieve

ontwikkelingen in andere segmenten en regio’s.’ Expansie na het melkquotum tijdperk Ook agrarische ondernemers beginnen uit te breiden, waarbij zij anticiperen op het opheffen van het Europese melkquotum in 2015. ‘Een aantal landen in het noordwestelijk deel van de Europese Unie verwachten een stijging van vijftien tot twintig procent in de melkopbrengst’, zegt Onno van Bekkum van CO-OP Champions, die de ontwikkelingen in de zuivelsector beroepsmatig nauwgezet volgt. ‘In een land als Ierland,

dat later is toegetreden tot de EU en nog minder heeft kunnen profiteren van Europese regelingen dan de andere lidstaten, ligt de verwachte stijging zelfs op vijftig procent.’ Een verwachting is dat in de minder gereguleerde markt zuivelconcerns clusters gaan vormen. Van Bekkum denkt dat daarom voor deze bedrijven veel afhangt van de juiste keuzes in partnerschappen en manieren waarop zij hun rendement willen herinvesteren. Coöperaties doen dit anders dan beursgenoteerde ondernemingen, maar dat wil nog niet zeggen dat zij in het nadeel

Meer ruimte voor nichemarkten Harm Evert Waalkens was van 1998 tot 2010 Tweede Kamerlid namens PvdA en fractiewoordvoerder in agrarische vraagstukken en is daarnaast biologisch melkveehouder. Hij denkt dat de gevolgen van de opheffing van het melkquotum voor zijn bedrijf gering zijn. ‘Het voordeel is dat je stopt met op het scherpst van de snede te produceren, waarbij het verschil tussen het quotum en de productiestroom precies op nul moet uitkomen. Die druk valt eraf. Er komt meer ruimte om met de seizoenen mee te bewegen, wat voor een biologisch bedrijf heel belangrijk is. Ons quotum is nu 1,2 miljoen liter melk per jaar, waar bovenop we nog 400 miljoen liter huren. Die kosten komen te vervallen, maar ik houd er tevens rekening mee dat de melkprijs naar beneden gaat.’ De trend van schaalvergroting is wel duidelijk zichtbaar, ziet hij. ‘Ook wij zijn de laatste jaren 15 procent gegroeid, maar het is niet de enige route die bedrijven kunnen volgen. Wat betreft schaalgrootte is de markt terechtgekomen in een ‘ratrace’ van vraag en aanbod. De vraag uit de retailmarkt clustert zich en een natuurlijke reactie is dat het aanbod zich dan ook gaat clusteren. Het is een beweging die nauwelijks te stoppen is. Maar als je steeds grotere cirkels trekt, dan ontstaat er tussen die cirkels ook meer ruimte voor nichemarkten. Dat kunnen buitenboordmotoren zijn van onverwachte coalities, onderschat deze ruimte niet.’

2011/02

33


Onno van Bekkum: ‘Er ontstaan enkele mondiale coöperatieve netwerken, geclusterd rondom één of twee krachtige coöperaties.’

zijn. Maarten Vijverberg, partner bij adviesbedrijf Boer & Croon, dat FrieslandCampina begeleidde bij verschillende onderdelen van de fusie waaruit het bedrijf in 2008 ontstond: ‘Een coöperatie moet letten op belangen van leden, die uiteindelijk te maken hebben met de melkopbrengst. In vergelijking tot een beursgenoteerd bedrijf heeft een coöperatie beperktere toegang tot de kapitaalmarkt. Het voordeel is wel dat je als coöperatie in zekere mate een beschermde status hebt.’ Grote overnames hoeven we volgens Vijverberg in de nabije toekomst niet te verwachten van de Nederlandse coöperatie. ‘FrieslandCampina heeft de capaciteit tot mondiale speler uit te groeien en is zeker in staat tot nieuwe overnames. Maar daarvoor moet het wel eerst de integratie afronden van de twee grote bedrijven waaruit het is ontstaan. Dat is een heel proces.’ Lappendeken aan concurrenten Een blik op de Europese zuivelkaart biedt een ingewikkelde lappendeken van bedrijven die elkaar hevig beconcurreren. In Scandinavië is Arla een sterke speler, in Nederland is FrieslandCampina dat, maar de situatie is per land verschillend. Van Bekkum: ‘In Duitsland 34

2011/02

bestaat het speelveld uit zo’n tweehonderd grote en kleine coöperaties. Al deze coöperaties beconcurreren elkaar sterk en maken praktisch geen winst want zij betalen zo veel mogelijk uit aan hun leveranciers, waardoor ze niet investeren in hun infrastructuur. Een mondiale speler komt daarom niet snel uit Duitsland. Daarvoor is het al te laat.’

Een mondiale speler komt niet uit Duitsland Behalve Duitse samenwerkingsverbanden hebben ook Amerikaanse coöperaties te weinig geïnvesteerd om tot internationale spelers van importantie uit te groeien, schetst Van Bekkum. Ze zijn weliswaar zeer groot en qua omvang sterk vertegenwoordigd, maar hebben weinig mogelijkheden om nog verder te groeien. Zij houden zich vooral bezig met de verkoop van rauwe melk aan de industrie. Dairy Farmers of America heeft twee keer de melkopbrengst van FrieslandCampina, maar dat laatste bedrijf is veel meer aanwezig door de keten heen: van boerenerf tot consument. Van Bekkum:

‘Wil je waarde toevoegen aan twintig miljard liter melk, dan moet je investeren. In mijn ogen laten Amerikaanse bedrijven zich het kaas van het brood eten.’ Een voorbeeld dat hij daarbij geeft is de kaasfabriek die het Ierse Glanbia onlangs in de VS bouwde. ‘De Amerikaanse coöperaties leveren hiervoor de melk aan, maar daarna is het voor hen ook einde oefening en kunnen de Ieren waarde toevoegen aan het product. In de VS produceert Glanbia inmiddels net zoveel kaas als in Ierland.’ Kapitaal aantrekken van beurs Coöperaties in Frankrijk hebben het van oudsher ook niet eenvoudig, net als hun Duitse en Amerikaanse collega’s. Het land produceerde jarenlang veel te veel melk en omdat er zich onder de coöperaties geen krachtige spelers bevonden, konden verwerkende bedrijven als Nestlé en Danone de coöperaties qua melkprijs altijd net overbieden. Coöperaties vallen er steeds net niet om, maar kunnen te weinig investeren in versterking van hun marktposities. De Ierse coöperaties daarentegen deden het anders: zij haalden in de jaren tachtig kapitaal op van de beurs. Ze maakten vervolgens een enorme groei door, maar de Ierse zuivelactiviteiten bleven achter en het coöperatieve eigendom verwa-


Coverstory

Top 25 van mondiale zuivelcoöperaties Rang

Naam

Land

Omzet

Nettowinst

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

Fonterra FrieslandCampina Land O’Lakes Dairy Farmers of America Arla Foods DMK Sodiaal Tine Agropur California Dairies Glanbia Emmi Irish Dairy Board Valio Murray Goulburn Amul Darigold / Westfarm Foods AMPI Kerry Co-operative Creameries Hochwald Bayernland Prairie Farms Dairy Laïta Foremost Farms Maryland & Virginia Milk Producers

NZ NL USA USA DK DE FR NO CA USA IR CH IR FI AU IN USA USA IR DE DE USA FR USA USA

12128 8992 8410 7395 6577 4175 4021 2411 2351 2236 2167 2153 1905 1822 1573 1527 1468 1290 1180 1148 1146 1136 1087 1035 920

470,6 458,0 134,4 33,0 170,1 2,5 23,3 116,3 27,9 108,6 69,1 11,4 38,6 19,7 36,2 10,8 1,5 0,3

6,6

Omschrijving Grootste wereldspeler zuivelcommodities; expandeert mondiaal; CEO: NLer Spierings Bekend Zuivelomzet 33%; voer 30%; akkerbouwaanvoer 33%; mooi zuivelmerk: Land O’Lakes Vooral doorverkoop rauwe melk; handelt via DairyAmerica op beurs Fonterra Deens-Zweeds-Duitse coöperatie; grootst in VK, ook in NL, FI, CN enz.; mooi merk Apr11 fusie Nordmilch & Humana; 70% omzet is Duits; merkontwikkeling Kocht Entremont (kaas) in Jul10; 50% dochter Yoplait sinds Mei11 bij General Mills Noorse bijna-monopolist met sterk kaasmerk Jarlsberg in VS Grote speler consumentenproducten vanuit Quebec; bouwt markt op in de VS Grote speler in boter; ook dagverse melk en poeders; amper 500 leden-aanvoerders! 46% beursgenoteerd sinds ‘89; groeit in kaas VS en wei-nutritionals; groei melkplas! Sinds Dec04 beursgenoteerd; 63% boereneigendom; gestage groeier internationaal ‘Dochtercoöperatie’ van o.a. Glanbia en Dairygold; export commodities; botermerk Finse topcoöperatie; groeit in Baltische staten; vecht thuis tegen Arla Foods Laatste resterende zuivelcoöperatie in AU! Sterke commodity speler; JV partner FC Prachtige Indiase coöperatie met enorm fijnmazig systeem aanvoer en afzet Range consumentenzuivel o.a. merk Darigold; ingrediënten poeders, boter, wei, kaas Vooral Amerikaanse cheddar kaas en boter voor huismerken en verwerking Nog 17% aandeelhouder in sinds 86 beursgenoteerde Group; was succesverhaal Sterke club, klaar voor volgende groeisprong; kocht Nestle fabrieken oa. Bolsward Zuidduitse topcoöperatie; weinig spectaculaire ontwikkelingen Verse zuivel onder merk farmer-owned “Prairie Farms”; toeleverancier ijs, desserts enz. Jun10 fusie van Even met zuiveltakken Coopagri Bretagne en Terrena Kaas, wei-eiwitten, boter en doorverkoop rauwe melk Doorverkoop rauwe melk, dagverse melk, ingrediënten: room, poeders

Samenstelling: CO-OP Champions Database, www.coopchampions.com

terde. ‘Kerry Group en Glanbia zijn nu prachtige ondernemingen, met internationaal mooie marktposities in ingrediënten en voedingssupplementen, maar een krachtige coöperatieve structuur ontbreekt om de extra melkplas op te kunnen vangen’, zegt Van Bekkum. ‘Bij die herstructurering kan een internationale coöperatie wel een rol spelen.’ Helemaal aan de andere kant van de wereld heeft het Nieuw-Zeelandse Fonterra, waar de Nederlander Theo Spierings (voormalig topman van Royal Friesland Foods) sinds september van dit jaar CEO is, zich ontwikkeld tot de grootste wereldspeler in zuivelcommodities. Het grootste bedrijf van Nieuw-Zeeland is verantwoordelijk voor 30 procent van de wereldexport en in de ogen van Van Bekkum het verst in de ontwikkeling van alle zuivelbedrijven. ‘Fonterra heeft negentig procent van de melkmarkt in NieuwZeeland in handen en heeft middels joint ventures ook op de belangrijke andere plekken op de wereld strategische posities ingenomen, zowel in de afzetmarkten als in de toegang tot lokale melk en de melkverwerking’, zegt hij. Van Bekkum vervolgt: ‘Gevaar bij Fonterra is wel dat zij sterk kijkt naar het aandeelhoudersbelang van de leden. Ik hoop echt dat ze, ook met de verhandelbare certificaten die ze nu introdu-

ceren, niet toch de Ieren achterna gaan. Dat is voor de mondiale coöperatieve samenwerking niet handig.’ Blik naar internationale speelveld In veel landen zijn de zuivelondernemingen wel klaar met het nationaal fuseren. De blik verschuift

‘Amerikaanse coöperaties laten de kaas van het brood eten’ nu naar het internationale speelveld. Dat denkt ook Vijverberg: ‘Wat betreft fusies en overnames zijn we in Nederland wel zo’n beetje klaar in de melkverwerkende industrie en de coöperatieve zuivel. Een fusie van DOC Kaas met het Duitse DMK was dan ook helemaal geen gekke gedachte’, verwijst hij naar het recente afketsen van fusieplannen tussen de Hoogeveense kaasmaker en de Duitse zuivelcoöperatie. ‘Schaalgrootte geeft meer mogelijkheden om waarde toe te voegen aan producten en de trend is dat schaal een steeds grotere rol speelt in de zuivelmarkt.’

Het Nederlands-Duitse bedrijf is er niet gekomen, maar duidelijk is dat het internationale bal is begonnen. Wie gaat wie overnemen? Van Bekkum denkt dat van de internationale top-25 van zuivelcoöperaties de komende jaren ongeveer een derde van de namen verdwijnt. ‘De vraag is nu welke netwerken straks overblijven. Ik heb het dan niet over fusies, maar enkele mondiale coöperatieve netwerken, geclusterd rondom één of twee krachtige coöperaties.’ Een fusie tussen FrieslandCampina en Arla had voor de hand gelegen, gezien de posities van de twee bedrijven in Europa en belangen in groeimarkten. Maar doordat Arla het deel van FrieslandCampina overnam dat na de fusie tussen Friesland Foods en Campina wegens de mededingingswetgeving overbleef, is een fusie inmiddels erg onpraktisch. Van Bekkum: ‘Dat is niet erg, ze kunnen Europees concurreren en mondiaal coöpereren. Met Fonterra. Een één-tweetje tussen Arla Foods en Fonterra, dát zou ik een gemiste kans vinden voor FrieslandCampina.’ Tekst: Koos Plegt Foto: Aleksander Willemse Ilustratie: Dimitry Hamerlink Meer weten: boerenbusiness.nl/melkmarkt coopchampions.com

2011/02

35


Het Melkprijs Garantiecertificaat is een afspraak tussen twee partijen om gedurende een bepaalde periode de melkprijs verschillen te verrekenen tussen een geïndexeerde, variabele melkprijs (garantieprijs Friesland Campina) en een vaste melkprijs. Op deze wijze kan de variabele melkprijs worden gefixeerd (vastgezet). Gedurende de looptijd van het Melkprijs Garantiecertificaat wordt de variabele melkprijs maandelijks opnieuw vastgesteld. Maandelijks verrekenen de partijen het saldo van de vaste- en de variabele melkprijs over de maand. MPGC MPGC

melkprijs melkprijs

€ 39,00 € 37,00 € 39,00 € 35,00 € 37,00 € 33,00 € 35,00 € 31,00 € 33,00 € 29,00 € 31,00 € 27,00 € 29,00 € 25,00 € 27,00

Het Melkprijs Garantiecertificaat biedt u de mogelijkheid om een vaste melkprijs te ontvangen gedurende een bepaalde periode. Eén MPCG staat voor een hoeveelheid van 50.000 kg melk op jaarbasis. U kunt zelf bepalen welke hoeveelheid van uw melkquotum u wilt afdekken met het MPGC.

2. Wat is de referentieprijs? Dat is de standaard garantieprijs van FrieslandCampina bij de gehalten van 4,41% vet en 3,47% eiwit. In de toekomst is het wellicht oowk mogelijk te verrekenen op basis van referentie-prijzen van andere verwerkers, zoals DOC.

3. Aan wie lever ik mijn melk? U blijft uw melk gewoon leveren aan uw huidige afnemer. Het certificaat staat los van uw melkstroom.

4. Wat zijn de kosten?

MPGC € 39,00 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec € 37,00

Garantieprij s FC…

€ 35,00 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

Garantieprij s FC…

melkprijs

€ 25,00

1. Wat is een Melkprijs Garantiecertificaat?

€ 33,00

Het vaste instapbedrag,ongeacht het aantal certificaten, bedraagt €250, -. Daarnaast worden er administratiekosten à € 0,15 per 100kg melk in rekening gebracht. Indien er bijv. 5 certificaten (250.000 kg melk) met een looptijd van één jaar worden aangeschaft zijn de totale kosten €625,-.

€ 31,00

€ 29,00 variable melkprijs

Melkveehouder

DTO

€ 27,00

vaste melkprijs

€ 25,00 Jan Feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

variable melkprijs

melk

Melkafnemer

vaste melkprijs

variable melkprijs

Hedgepartij

Voor meer vragen en antwoorden over de mogelijkheden Garantieprij s FC… en risico’s van het certificaat kijk op:

www.dairytradingonline.nl en klik op “Veelgestelde vragen”

Wilt u vrijblijvend op de hoogte gehouden worden? Meld u dan aan op de website: www.dairytradingonline.nl of bel naar: 0527 - 630505 Het Melkprijs Garantiecertificaat is een product dat uitsluitend aan professionalsin de zuivelbranche wordt aangeboden. DTO onthoudt zich van meningen omtrentverloop van de melkmarkt en treedt zuiver op als tussenpersoon zonderadviserende rol.


Boerenbusiness Internet

Internet en ondernemen Groot aanbod aan onroerend goed

Agrarische ondernemers die willen expanderen en continue op zoek zijn naar interessante kavels of buitenkansjes aan bedrijven, doen er goed aan Grond-markt.nl frequent te checken. Deze website is, net als Boerenbusiness.nl lid van de DCA-familie, ontsluit het grootste aanbod aan toeslagrechten, productierechten en agrarisch onroerend goed op één plaats. Ook het laatste nieuws met de ontwikkelingen op de grondmarkt kan je lezen. Met een regio alert krijg je elke twee weken een sms met het laatste aanbod in je regio, dus je kan buurmans grond als die vrijkomt niet missen. www.grond-markt.nl

Investeerders linken aan de voedselketen

Landbouw is terug in de hoofden van investeerders. En Agrimoney is voor deze investeerders de link met de voedselketen, zo claimt de Britse website. Agrimoney wordt gemaakt door de Britse financieel-journalist Mike Verdin en staat bol met informatie over de laatste ontwikkelingen op commoditymarkten als maïs, katoen, melk, vee, tarwe en suiker. Ook ontbreekt vanzelfsprekend niet het nieuws van agrarische multinationals. Voor elke ondernemer die breed is georiënteerd op de agrarische markten, het nieuws komt vooral uit de Verenigde Staten, Rusland, India en LatijnsAmerika, vindt op Agrimoney zeker iets van zijn gading. www.agrimoney.com

Agrarische sector vertaalt in statistieken

Om het heden goed te kunnen duiden, moet je het verleden weten te begrijpen. In dat opzicht is de statistische informatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een uiterst handig hulpmiddel. Het CBS presenteert onder het thema Landbouw een scala aan nieuws, cijfers en publicaties over de diverse agrarische sectoren en agribusiness. Goed, je mag statistische informatie wellicht saai vinden, maar het is wel essentieel om te kijken in welke omgeving je aan het ondernemen bent . Wil je de diepte in, dan kan je alle agrarische data via het CBS vinden bij Statline. www.cbs.nl

Behoed u voor het inflatiespook

In de afgelopen drie decennia is de inflatie bijna nooit een probleem geweest in de Westerse wereld. Maar na 30 jaar afwezigheid keert de oude kwelgeest genadeloos terug. Inflatie van 10 procent of meer ligt in het verschiet, zo waarschuwt marco-econoom en journalist Edin Mujagic, die ook deze Boerenbusiness van economische analyses voorziet, op zijn website. Daar houdt hij bezoekers op de hoogte van de laatste inflatieontwikkelingen, onder meer via een blog, en voorziet ze van duiding en commentaar. www.inflatiekomteraan.nl

Video’s Youtube.com/agritechnica

Gemi.st/13393102

Agritechnica in Hannover, de grootste agrarische vakbeurs in Hannover, trok vorige maand ruim 10.000 Nederlandse bezoekers van de 415.000 in totaal. Wil je de Agritechnica nog een keer herbeleven, dan is dat geen probleem want de organisatie heeft een eigen kanaal op Youtube.

Stijgende voedselprijzen zijn voer voor menig televisieprogramma om documentaires over te maken. Deze keer is het de VPRO met Tegenlicht: is er te weinig voedsel of zijn speculanten de oorzaak van de stijgende prijzen? Kijk en oordeel.

2011/02

37


Boerenbusiness Analyse

Het mestbeleid gaat op de schop. Veehouders moeten in de toekomst een deel van hun mestoverschot verplicht laten verwerken. Als ze het slim aanpakken, kunnen ze er geld aan verdienen. Maar dat vergt wel een omkering in het denken over mest.

Probeer eens geld te

N

ederland kent een grote intensieve veehouderijsector die een grote hoeveelheid mest produceert. Overmatig gebruik van mest leidt ertoe dat er teveel stikstof en fosfaat in het grondwater, sloten en vaarten terechtkomen, stelt het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Om daar verandering in aan te brengen, gaat het mestbeleid op de schop. Het ministerie heeft dit najaar een nieuw meststelsel aangekondigd, waarin zij samenwerkt met LTO Nederland en de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV). Dat er juist nu nieuw beleid wordt ontwikkeld, is geen toeval. Er spelen twee zaken. Ten eerste wordt het stelsel van dierrechten in 2015 afgeschaft. Daardoor ligt de weg open voor nieuwe manieren om de hoeveelheid mest te 38

2011/02

beperken. Ten tweede verwacht het ministerie dat rond 2025 de vraag naar meststoffen stijgt. ‘Het gaat erom in de periode ernaartoe het mestbeleid zodanig vorm te geven dat mest al zoveel mogelijk als een nuttige grondstof wordt gebruikt en niet als afvalproduct’, aldus een woordvoerder van EL&I. Het ministerie verwacht op de lange termijn zelfs dat de markt het mestprobleem definitief oplost, waardoor de overheid haar bemoeienis met mest drastisch kan verminderen. LTO Nederland en de NVV zijn positief over de visie voor het nieuwe stelsel. Het feit dat ondernemers in de toekomst meer eigen verantwoordelijkheid krijgen van de overheid valt goed, dat er wellicht geld kan worden verdiend aan mestafzet valt nog beter. Een belangrijke manier om van het overschot af te komen, is mestverwerking, wat het ministerie betreft. Veehouders laten

in de toekomst hun mestoverschot deels verwerken door een gecertificeerde verwerker, een ander deel zetten ze af bij Nederlandse akkerbouwers of exporteren ze naar andere landen. Wiebren van Stralen, beleidsadviseur mest en milieu bij LTO, vat het samen: ‘Het doel is dat het mestoverschot wordt weggewerkt. Hoe die boer dat doet, moet hij zelf weten.’ Denken over mest veranderen De crux van het nieuwe beleid wordt volgens de belangenbehartigers dat veehouders hun denken over mestafzet moeten veranderen. Het vergt bijna een revolutie in het denken, maar is wel nodig om het mestprobleem op te lossen en er tegelijkertijd geld aan te verdienen. Veehouders moeten niet meer inzetten op mest afzetten tegen zo laag mogelijke kosten, maar zich afvra-


Analyse

verdienen met mest gen: wat wil de klant die mijn mest afneemt? ‘De mestmarkt is tot nu toe aanbodgericht, die moet vraaggericht worden’, stelt Jaap Haanstra, voorzitter van LTO Akkerbouw. Als veehouders meer mest gaan afzetten bij onder meer akkerbouwers, moeten zij meer aandacht schenken aan verwerking dan nu gebeurt. Dat vergt investeringen in verwerkingsinstallaties. Haanstra zegt te begrijpen dat veehouders het geld niet kunnen missen. Maar tegelijkertijd zegt hij dat als de samenstelling van mest meer aansluit op de behoefte van bepaalde gewassen, akkerbouwers eerder bereid zullen zijn mest af te nemen en hier de beloning op af te stemmen. De NVV zet in op zodanige bewerking van mest dat het kan worden afgezet in Nederland én in het buitenland. ‘Onze prioriteit moet zijn dat we zoeken naar afnemers die grote partijen dikke

fractie willen afnemen’, zegt NVV-voorzitter Wyno Zwanenburg. ‘Het zou goed zijn om een hoogwaardig product te verwerken voor export, niet alleen naar Duitsland maar ook naar andere landen.’ Mestverwerkers staan klaar Cumela Nederland, de vereniging van mestdistributeurs, ziet ook mogelijkheden voor export. De belangenbehartiger wil wel graag dat Nederland op dit onderwerp aansluit op wat ‘Brussel’ wil, zegt Hans Verkerk, secretaris meststoffendistributie bij de vereniging. ‘Als we voor de eisen aan de verplichte mestverwerking aansluiten bij Europese wetten, kunnen we mest over de grens vervoeren.’ Er staan al bedrijven klaar om meer mest te gaan verwerken, volgens Verkerk. Hij adviseert initiatiefnemers voor mestverwerking

om meer marktonderzoek te doen om te weten te komen wat hun (toekomstige) klanten willen. Het teveel aan fosfor en stikstof kan ook worden teruggedrongen door het veevoer aan te passen. Dit tweede spoor dat het ministerie voorstaat, wordt nu al gevolgd door veehouders, maar volgens LTO-beleidsadviseur Wiebren van Stralen kan het nog een tandje hoger. ‘Als dieren efficiënter worden gevoerd, dan scheelt dat ondernemers ook nog eens aan kosten.’ Hij wijst erop dat er rekenprogramma’s zijn waarmee boeren kunnen uitrekenen hoe ze kunnen voeren zonder te verspillen. Het ministerie probeert een bijkomend voordeel uit mestverwerking te halen, dit wordt het derde spoor met betrekking tot het terugdringen van het overschot. In een aantal proefprojecten wordt onderzocht of het produceren van mine2011/02

39


een Friese blik staart zich niet blind op gouden kalveren

Dankzij onze Friese afkomst zijn wij altijd nuchter en eerlijk. En met die nuchtere en eerlijke blik adviseren we u ook als het bijvoorbeeld gaat om een financiering voor uw agrarisch bedrijf. We zien dan natuurlijk de kansen, maar kijken ook naar de risico’s, nu en in de toekomst. En vertellen u altijd de waarheid, ook als die niet is wat u verwacht. Want als we elkaar zeggen waar het op staat, kunnen we elkaar altijd in de ogen blijven kijken. frieslandbank.nl Friesland Bank, Adviesteam Agrarisch, agri@frieslandbank.nl, telefoon (058) 299 58 88


Het scheiden van mest ralenconcentraten uit dierlijke mest op basis van bepaalde technieken een product oplevert dat vergelijkbaar is met een kunstmeststof. De resultaten zijn zo gunstig dat staatssecretaris Bleker zich gaat inspannen in de Europese Unie om deze hoogwaardige mineralenconcentraten niet langer onder dierlijke mest te scharen. Mestoverschot neemt niet af Bleker gaat zijn beleid mede baseren op gegevens van het Landbouw Economisch Instituut (LEI), dat onlangs een rapport presenteerde over de mestmarkt tussen 2006 en 2010 en een vooruitzicht op de nabije toekomst. De productie van dierlijke mest is gestegen, evenals de export en de verwerking ervan. Het LEI-rapport is in lijn met

wat andere betrokkenen ook vinden. Zo stellen de onderzoekers dat de export en/of de verwerking van dierlijke mest moet toenemen om het overschot weg te werken. Daarnaast kunnen ook mestscheiding en een vermindering van de hoe-

‘Mestoverschot neemt de komende jaren niet af ’ veelheid fosfaat in het voer een bijdrage leveren. LEI-onderzoeker Tanja de Koeijer verwacht dat het mestoverschot de komende jaren niet afneemt. De belangrijkste manier om het over-

Stijgende vraag naar meststoffen Met het nieuwe mestbeleid lijkt staatssecretaris Henk Bleker (Landbouw) twee vliegen in een klap te willen slaan. Door het overschot aan mest te bewerken zullen veehouders beter gaan voldoen aan de Europese richtlijnen voor milieu en natuur én mestverwerking stelt hen in staat om in te spelen op een verwachte stijging in de vraag naar meststoffen. De visie die Bleker eind september presenteerde, is tot stand gekomen mede dankzij inhoudelijke inbreng van LTO Nederland en NVV. Als het aan de staatssecretaris ligt, gaat het nieuwe beleid in 2013 in. Betrokkenen houden er rekening mee dat het een jaar later wordt.

schot weg te werken, is mestverwerking, stelt ze. Volgens haar is de huidige verwerkingscapaciteit te klein. Investeren in mestverwerking is tot nu toe risicovol, want door een kleine verschuiving in de vraag kan verwerking minder of zelfs niet rendabel worden. Maar omdat de overheid de verplichting instelt tot mestverwerking, neemt dat risico voor verwerkers af. Veehouders kunnen, in meer of mindere mate, ook besluiten om mest te verwerken op het eigen bedrijf. ‘Je hebt op z’n minst een scheiding tussen dunne en dikke fractie nodig’, zegt De Koeijer. De deskundigen zijn het met elkaar eens over het te volgen beleid met betrekking tot mest, nu ligt de bal bij de agrarische ondernemers zelf en de Tweede Kamer die ook nog hun zegje mag doen. De komende tijd wordt het beleid verder uitgewerkt. Definitieve plannen worden voorgelegd aan de Europese Commissie, die het laatste woord krijgt over het nieuwe Nederlandse meststelsel. LTO-beleidsmedewerker Wiebren van Stralen vertrouwt erop dat de Commissie de Nederlandse plannen goedkeurt. LTO heeft goed gekeken naar de verwikkelingen bij de zuiderburen. In 2004 ging de Belgische regering over tot het instellen van een verwerkingsplicht. Brussel heeft het mestbeleid, waar de Nederlandse plannen op lijken, goedgekeurd. Bovendien wierp het stelsel vruchten af. ‘Vier jaar na invoering van het mestbeleid was in België het stikstofoverschot van 30 miljoen kilo weggewerkt’, zegt Van Stralen.

Tekst: Ana Karadarevic Foto: Distrimex, Shutterstock Meer weten: B oerenbusiness.nl/mestmarkt lto.nl nvv.nl

2011/02

41


Heeft u uw prijsrisico afgedekt? Handel in agrarische termijncontracten. Op Eurex Exchange. U loopt prijsrisico’s op aardappelen, biggen en varkens en op boter en magere melkpoeder. U kunt deze onvoorspelbare risico’s afdekken op de agrarische termijnmarkt van Eurex Exchange. Zodat u zich kunt concentreren op uw bedrijf en uw productie. Ontdek Eurex Exchange.

www.eurexchange.com/agriculture

Van alle markten thuis

- Melkquotum - Varkensrechten - Toeslagrechten - Pluimveerechten

- Jongvee - Export vaarzen - Complete veestapels - Rauwe melk en melkproducten

Als agrarisch ondernemer denkt u altijd een stap vooruit. U ziet kansen, die er om vragen benut te worden. Dat begrijpen wij als geen ander. Steegro bemiddelt al ruim twintig jaar op de agrarische markt. Bij in- en verkoop op bijna alle denkbare agrarische terreinen. In eigen land en over de grens. Snel, helder en met eerlijke prijzen. Benut uw kansen en bel ons gerust voor een waardevol advies. STEEGRO BV, Penning 4, 8305 BH Emmeloord Tel. 0527-630500 - fax 0527-630510 Email info@steegro.nl Website www.steegro.nl


Foto: Aleksander Willemse

Boerenbusiness Rubriek Visual

2011/01 2011/02

43


Boerenbusiness Questions

Een derde van de voedselproductie verdwijnt in de vuilnisbak. Het wordt tijd dat we de verspilling terugdringen, zegt Gerda Verburg, de Nederlandse permanente vertegenwoordiger bij de wereldvoedselorganisatie FAO. Want als we zuiniger omgaan met ons eten, is er voldoende om de snelgroeiende wereldbevolking te voeden.

Tien vragen aan Gerda Verburg Nederlandse vertegenwoordiger FAO

I

n Europa gooien consumenten 95 kilo voedsel per persoon per jaar weg. In de Verenigde Staten, kampioen verspillen, is dat nog meer, zegt Gerda Verburg. ‘Als we wereldwijd de helft minder weggooien, hebben we voldoende voedsel voor de hele wereldbevolking van zeven miljard mensen. Bannen we alle verspilling uit, dan hebben we genoeg te eten voor negen miljard mensen.’ De wereldvoedselorganisatie FAO kwam eerder dit jaar met een nieuw rapport. Wereldwijd verdwijnt een derde van de voedselproductie in de vuilnisbak; ofwel 1,5 miljard ton van de 4,5 miljard ton die we jaarlijks produceren. Dat we veel weggooien was natuurlijk al bekend. ‘Maar de verspilling is niet eerder zo nauwkeurig in kaart gebracht’, zegt Verburg. We weten nu wat er in de prullenbak verdwijnt, wat is de volgende stap? ‘Consumenten en producenten moeten minder voedsel weggooien. Dat spreekt voor zich. Maar het valt in de praktijk niet mee. We zijn zo lang gewend op deze manier met ons eten om te gaan. We willen rechte komkommers, gelijkvormige frietjes en worteltjes van dezelfde dikte. We moeten af van de gewoonte om perfect uitziend voedsel op ons bord te willen. Bij mij in de tuin groeien ook tweepoters en die zijn hartstikke lekker.’ Hoe bannen we zo’n hardnekkige gewoonte uit? ‘Iedereen moet zich bewust worden van de ver-

44

2011/02

spilling. Veel mensen gooien spullen weg zodra de THT-datum aanbreekt. Ze ruiken of proeven niet eens. Terwijl THT toch echt staat voor tenminste houdbaar tot. Een pak melk blijft na die datum nog zeker drie dagen goed. Mensen kunnen geld besparen door minder voedsel te verspillen. Bovendien is minder verspilling goed voor het milieu, want de landbouw is verantwoordelijk voor een derde van de broeikasgassen.’ Wie moet het voortouw nemen in de strijd tegen verspilling? ‘Alle betrokken partijen hebben daarin een rol. Overheden, supermarkten en voedselfabrikanten moeten zich inzetten om verspilling onder de aandacht van de consument te brengen en zelf tegen te gaan. Ook Nederlandse boeren kunnen hierin een rol spelen. Consumenten vragen steeds vaker om producten die duurzaam zijn gemaakt, met oog voor het milieu. Daar horen ook de imperfecte komkommers en aardappelen bij. Boeren willen die ook graag leveren tegen een reële prijs.’ Toch liggen er geen kromme komkommers in de winkel. Hoe kan verspilling bij de productie ingeperkt worden? ‘Supermarkten zeggen vaak dat consumenten dat niet willen. Dat is onzin. Ze moeten juist uitleggen dat er niets mis is met dat voedsel; dat het zelfs goed is voor het milieu. Laat een designer een dunschiller ontwerpen voor kromme komkommers en biedt die aan. Als supermarkten aan

marketing doen, zijn er volop mogelijkheden. Vier jaar geleden lag er nauwelijks duurzaam vlees in de supermarkt. Nu kent de consument het en wordt het overal verkocht.’ Maar de honger is de wereld toch niet uit als het rijke westen stopt met verspillen? ‘Nee, helaas is de oplossing niet zo eenvoudig. Europa en de VS zijn weliswaar de grootste verspillers, maar de verspilling moet ook omlaag in landen waar de nood juist het hoogst is. In veel Afrikaanse landen gaat dertig tot veertig procent van de voedselproductie verloren en in enkele extreme gevallen loopt dat zelfs op tot zestig procent. Dat moet veranderen.’ Waarom is de verspilling ook daar zo groot? ‘Het ontbreekt in veel Afrikaanse landen aan adequate verwerking, opslag en distributie. Zonder goede infrastructuur halen producten de winkel niet, dus gaan ze voor consumptie verloren. Het is heel simpel. Als een boer ’s morgens de koeien melkt dan weet hij: als de melk niet snel genoeg wordt gekoeld of gepasteuriseerd, dan is die aan het einde van de dag zuur.” Wat moet er gebeuren in landen die geregeld kampen met voedseltekorten? ‘Overheden moeten ongeveer tien procent van hun budget investeren in het verbeteren van de voedselvoorziening en de infrastructuur. Dat is veel meer dan ze nu doen. Gebrek aan finan-


Questions

ciering is voor lokale boeren ook een groot probleem. Hier kunnen boeren naar de bank om geld te lenen voor investeringen. Die mogelijkheid bestaat in Afrika niet of nauwelijks. Daarnaast moeten boeren meer en beter gaan samenwerken door zich als coöperaties te organiseren. Door samenwerking kunnen ze op grotere schaal produceren tegen lagere kosten. Bovendien kunnen ze inkoopmacht creëren en hebben ze een groter netwerk om hun producten te verkopen. Ondernemerschap en handel trekken investeringen aan.’ Kan de voedselproductie de snelle bevolkingsgroei wel bijbenen? ‘We maken ons grote zorgen of we over dertig tot veertig jaar wel genoeg voedsel kunnen produceren voor de alsmaar groeiende wereldbevolking. Toch is dat absoluut mogelijk. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Maar het kan door de productie in sommige landen te intensiveren en door minder voedsel weg te gooien. Juist in veel

Afrikaanse landen kan de productie omhoog. Neem een land als Ethiopië. Daar kan vier keer zoveel productie van een hectare grond worden gehaald. Met goede technieken is het beslag op de bodem en het milieu ook veel minder. Meer produceren met minder milieubelasting, dat is de toekomst. Een Nederlandse boer werkt zo efficiënt dat hij er zeven keer zoveel vanaf kan halen. Dat zijn hoopvolle cijfers, maar investeringen zijn nodig om die toename ook echt te realiseren.’ Is hier een rol voor Nederland en Nederlandse boeren weggelegd? ‘We kunnen kennis overdragen over innovatie, verduurzaming, het werken als coöperatie en het opzetten van boerenleenbanken. Nederland heeft daar meer dan tweehonderd jaar ervaring mee. Ook kunnen Nederlandse boeren helpen bij het opzetten van veterinaire diensten om sterfte door dierziekten te beperken. Op veel plekken in de wereld zijn boeren al actief voor boeren. Bijvoorbeeld doordat agrarische ondernemers

hun collega’s in andere landen op weg helpen. Het is wel heel belangrijk dat het bij ondersteuning blijft. We mogen niet op de stoel gaan zitten van de boeren daar.’ Er is veel ophef over China en andere landen die in Afrika voedsel verbouwen voor de thuismarkt. Hoe kijkt u daar tegenaan? ‘Het is nog te vroeg om daar conclusies over te trekken. Enerzijds levert het werk op voor de lokale bevolking en dat betekent ook koopkracht. Anderzijds is de productie niet bestemd voor de Afrikaanse markt en blijven de winkelschappen ter plaatse dus leeg. De FAO doet onderzoek naar de effecten.’

Tekst: Thomas Olivier Foto: Aleksander Willemse Meer weten: fao.org

2011/02

45


20

% KORTING OP

Aardappelmarkt | Melkmarkt | Varkensmarkt

Marktkennis bepaalt het rendement op uw bedrijf. DCA kenniscentrum ademt marktkennis binnen zijn team. Heeft u vragen over abonementsvormen, onze dienstverlening, termijnmarkten of risicomanagement? 0320 - 269520

- Markt kennis - Markt informatie - Markt prijzen - Markt specialisten - Markt analyse - Markt berichten

Stuur de kaart in of kijk op www.boerenbusiness.nl/kenniscentrum


Marktkennis door marktkenners! Ontvang de marktberichten op uw telefoon en nieuwsbrief en

Online en offline marktkennis...

dagelijkse analyses op internet!

Stuur de kaart in of kijk op www.boerenbusiness.nl/kenniscentrum


Graag ontmoeten wij u op de Landbouwbeurs te Leeuwarden in stand 4252!


Boerenbusiness Buiten

Naam: Enno Wenckebach (74)

Bedrijf: Cabana Isla de Texel (Fokbedrijf Het Eiland Texel) en de boerderij Los Nogales (De Notenbomen)

Waar: Dayman, Uruguay

Soort bedrijf: Agrarisch bedrijf (onder meer schapen, runderen, paarden en kalkoenen)

Zakenpartners: Diverse lokale boeren

Afstand tot Utrecht: 11.345 kilometer

Enno Wenckebach houdt op de pampa in Uruguay schapen runderen, paarden, biggen, kalkoenen en zo nog wat dieren. Hij introduceerde in 1972 het Texelse schaap in Zuid-Amerika, een feit dat het komende jaar reden is voor een feestje.

Prima ondernemen in Uruguay

H

ij was bestemd voor het bedrijfsleven. De geboren Hagenees Enno Wenckebach bezocht het Nederlands Opleidings Instituut voor het Buitenland, de voorloper van de Nyenrode Business Universiteit in Breukelen, de oudste particuliere universiteit van Nederland die mensen opleidt voor het internationale bedrijfsleven. Na zijn studie ging Wenckebach werken voor een textielbedrijf in Rotterdam, dat hem naar Uruguay stuurde in 1965. Na twee jaar had hij moeten terugkeren naar Nederland, maar Wenckebach had zijn hart in de tussentijd verpand aan Uruguay en aan een vrouw. Hij trouwde en besloot aan de andere kant van de oceaan te blijven. ‘Ik was met merinoschapen in de weer, die mooie wol opleveren maar weinig vlees’, zegt Wenckebach. Hij kreeg twintig drachtige ooien en twee rammen van Texel cadeau en ging aan de slag als schapenfokker. Hij kocht een flinke lap grond bij Salto, een stad in het noorden van Uruguay. Na enkele jaren ging hij schapen exporteren naar andere landen in Zuid-Amerika, waaronder Brazilië. Zowel het vlees als de wol vinden gretig aftrek. In Latijns-Amerika is schapenvlees lang niet zo gewild als rundvlees. Naast schapen

houdt Wenckebach dan ook koeien, van de rassen Limousin en Aberdeen Angus. Ook handelt hij in landbouwmachines en in grond. Volgens Wenckebach is het klimaat voor ondernemers in Uruguay prima. Het is voor buitenlanders makkelijk om landbouwgrond te kopen, die bovendien relatief goedkoop is. Volgens hem kost grond gemiddeld zo’n vijfduizend euro per hectare. Hij ziet veel boeren uit omringende landen naar Uruguay komen. ‘Dit land is vijf keer zo groot als Nederland, maar er wonen slechts drie miljoen mensen. Genoeg ruimte voor uitbreiding dus.’ Eens per jaar heeft Wenckebach heimwee naar Nederland: wanneer de haringvloot de haven van Scheveningen in komt varen. Verder mist hij weinig van zijn vaderland. ‘De kou en de regen mis ik alleen maar als hier de droogte ernstig toeslaat.’ Hij peinst er dan ook niet over om naar Nederland terug te keren. Wenckebach zegt het wel jammer te vinden dat de ‘Hollandse kolonie’ in Uruguay de afgelopen jaren kleiner is geworden. ‘Veel Nederlandse boeren zijn vertrokken naar Brazilië, waar zij nog betere kansen zien dan hier.’ De 74-jarige Wenckebach, sinds vier jaar weduwnaar, is niet van plan binnenkort met

pensioen te gaan. ‘Welnee, ik heb nog steeds veel plezier in de schapenfokkerij.’ Hij heeft enkele duizenden schapen op de boerderij rondlopen, en een onbekend aantal runderen en andere dieren. ‘Te weinig om boter naar het plafond te kunnen slingeren en te veel om onverantwoordelijk te lanterfanten’, zegt de ondernemer, die ook buiten zijn bedrijf volop actief is. Hij heeft zich ingezet voor de bouw van fatsoenlijke woningen voor tienduizenden plattelandsbewoners die in krotten woonden. Ook heeft hij in de omgeving van zijn boerderij dammen en stuwmeertjes aangelegd, een uitkomst in tijden van droogte. Wenckebach doet het wel iets rustiger aan, nu hij ouder wordt. Hij heeft schapen ondergebracht bij andere boeren, die de dieren voor hem bewaken. Zij krijgen de helft van de wol en de lammeren. Maar dat betekent niet dat hij alle werk aan anderen overlaat. Hij bezoekt regelmatig alle boeren die zijn schapen houden, al was het maar om de dieren te vaccineren. Zijn geheim? ‘Het buitenleven houdt me gezond.’

Tekst: Ana Karadarevic Illustratie: Dimitry Hamerlink Meer weten: morrenconsultores.com

2011/02

49


Rubriek Boer in Business

Extensieve

50

2011/02 2011/01


Boeren in Business

Oké, geld maakt het verwezenlijken van idealen gemakkelijker. Maar duurzaamheid was altijd al zijn passie, ook toen hij nog in de bijstand zat. Boerenzoon en Marktplaatsmiljonair Bob Crébas over het nut van natuur, breien met brandnetels en de toekomst van agrarisch Nederland. ‘De veeteelt moet naar het industrieterrein, het liefst in Rotterdam.’

landbouw hoort hier niet

D

e Poldertoren in Emmeloord bezetten, gaat hij niet snel meer doen. Sadder, wiser en milder is hij geworden. Maar hij mag dan inmiddels 60 jaar zijn, in het gareel lopen is er voor Bob Crébas niet bij. Nog steeds niet. Het hoofdkantoor van Brennels BV in Kraggenburg, opgericht na de verkoop van Marktplaats.nl in 2004, is daarvan hét bewijs. Vanuit de verte lijkt het een prefabschuur, zo één waarvan het wemelt hier in de Noordoostpolder. Wie dichterbij komt, ziet een strak gebouw met grote raampartijen en gevels die doorlopen in losstaande muren, een soort terrasafscheiding. En dan is er nog een voordeur met bel die in een doorzonwoning niet misstaat. Is dit een kantoor? Jawel. Het personeel, druk in de weer met de nieuwe Brennels knitwaercollectie, en de koffieautomaat zeggen genoeg. Maar zo was het niet bedoeld. Crébas kocht en verbouwde de schuur met het plan er zelf te gaan wonen. Al snel stond de gemeente Noordoostpolder op de stoep. Er was geen vergunning aangevraagd. Of hij het landhuis binnen zes weken maar even wilde afbreken. ‘Miljonair of geen miljonair, binnen deze gemeente gelden voor iedereen dezelfde regels’, sneerde de verantwoordelijke wethouder in de regionale krant. Dat van die vergunning klopte; die had Crébas expres niet aangevraagd. Als hij altijd alles volgens de regels had gedaan, was het met Marktplaats ook nooit iets geworden, luidde zijn verweer. Uiteindelijk trok de gemeente aan het

langste eind. Crébas woont tijdelijk in Wapenveld, op de kop van de Veluwe. Maar zijn strijd tegen de bureaucratie gaat door. ‘In deze polder staan zo’n 1.500 boerderijen. Daarvan staat tweederde leeg. Dat zijn prachtige locaties voor nieuw ondernemerschap. Laat duizend bloemen bloeien, zou ik zeggen. Maar nee, we houden strak vast aan regels die dateren uit de pionierstijd. Alsof de klok al die tijd heeft stilgestaan.’ Sector moet op de schop De Noordoostpolder als broedplaats voor entrepreneurs: een van de vele ideeën uit het brein van Bob Crébas. Een brein dat nooit stil staat en hem ver heeft gebracht, met dank aan zijn boerenkomaf. Een sector die hem nog steeds nauw aan het hart gaat. Maar ook één die nodig op de schop moet. Aan Boerenbusiness legt hij uit welke rol zijn agrarische wortels hebben gespeeld bij zijn succes, waar de landbouw in Nederland naartoe moet en wat hij daaraan zelf denkt bij te dragen. Een bescheiden bijdrage leveren aan een betere wereld. Niet hoogdravend, nee, praktisch, dicht bij huis, met twee voeten in de klei en heldere, concrete plannen waar hij, zodra hij er de schouders onder zet, helemaal voor gaat. Dat was en is de rode draad in het leven van Bob Crébas. Die idealen heeft hij niet van een vreemde. Zijn vader en moeder, beide een paar jaar geleden overleden, gingen hem voor. Vader groeide op als boerenzoon in Finsterwolde, in het hart van de

Bob Crébas Bob Crébas (60) belandde in 2004 met stip in de Quote500 door de verkoop van Marktplaats.nl aan de veel grotere Amerikaanse branchegenoot eBay. Toch is hij bepaald geen typische Dotcom-miljonair. De in de Noordoostpolder (Bant) geboren Crébas raakte begin jaren zeventig na tal van baantjes – hij was zelfs een tijdje doodgraver – in de bijstand. Hij stapte naar de gemeente en de uitkeringsinstanties met het plan om in Emmeloord een kringloopwinkel op te zetten, toen nog een vrij onbekend fenomeen. Na lang lobbyen lukte dit. Goedzooi, zoals de eerste winkel heette, groeide in de loop der jaren uit tot een landelijke keten: Het Goed. De winkel in Emmeloord ontwikkelde zich zo voorspoedig dat Crébas en een aantal andere medewerkers daar na een aantal jaren van konden bestaan. Omdat hij vreesde voor digitale concurrentie kocht Crébas eind jaren negentig Marktplaats.nl. Die veilingsite groeide snel. In 2004 verkochten Crébas en zijn kompaan Reinier Bouman Marktplaats aan eBay. De Amerikanen betaalden in totaal € 224,5 miljoen. Crébas kon € 78,5 miljoen bijschrijven op zijn bankrekening.

2011/02

51


Boer in Business

laatste communistische enclave in Nederland. Net als zijn broer wilde Crébas-senior graag het bedrijf overnemen. Luciferstokjes bepaalden het lot. Vader trok aan het kortste eind. Hij solliciteerde vervolgens naar een van de nieuwe boerenbedrijven in de Noordoostpolder. Na een strenge selectieprocedure, waarbij de toelatingscommissie zelfs thuis de kledingkasten kwam inspecteren, kreeg Crébas tussen Bant en Lemmer een 48 hectare groot bedrijf toegewezen. Hij stortte zich vol overgave op het spiksplinternieuwe bedrijf, iets wat hij tot op hoge leeftijd is blijven doen. Op innovatieve wijze. Nieuwe aardappelrassen kweken, het fokken van Welsh pony’s, kerstbomen: geen kans bleef onbenut. Moeder was lerares op de landbouwschool, lid van de gemeenteraad en bracht daarnaast ook nog eens negen kinderen op de wereld. Felle politieke discussies Bob, geboren in 1951, was de middelste van dit gezin. Hij volgde de middelbare land- en tuinbouwschool, aanvankelijk met het idee zelf ook in het vak terecht te komen. Mede door de vaak felle politieke discussies aan de keukentafel veranderde hij van gedachte. Crébas: ‘Na de Tweede Wereldoorlog stond de landbouw volledig in het teken van groei. Toen ik op de middelbare school 52

2011/02

zat, kwam er steeds meer aandacht voor de keerzijde: de nadelige effecten van kunstmest en andere landbouwchemicaliën op mens, dier en milieu. Bij ons waren die gevolgen ook zichtbaar. Roofvogels vielen dood uit de boom, in het water mocht je niet meer zwemmen. Dat zette mij aan het denken.’ Even heeft Crébas nog overwogen om te gaan

‘Lege boerderij prachtig voor nieuw ondernemerschap’ werken in de biologische landbouw. Echter, de Duitse punktlichheit die de pioniersfase van het biologische boeren kenmerkte, stuitte hem tegen de borst. Hij trouwde. Om aan de kost te komen aanvaardde hij tal van baantjes. Eind jaren zeventig, midden in de vorige crisis, belandde hij in de bijstand. In die periode bedacht hij het plan voor een kringloopwinkel. Dat werd een succes. Eind jaren negentig kwam internet opzetten. Uit vrees weg te worden geconcurreerd, kocht Crébas de website Marktplaats.nl. Hij

raadpleegde tal van webdesigners en andere IT-specialisten. Die brachten niet wat hij had gehoopt. ‘Het was allemaal veel te ingewikkeld. Leuk voor de gevorderde internetgebruiker, maar niet voor de doelgroep waar wij op mikten. We wilden een laagdrempelige site die zoveel mogelijk mensen zou bereiken. Dezelfde doelgroep als die van de kringloopwinkel.’ Vertrouwen op boerenverstand Met behulp van een techneut gingen de heren zelf aan de slag. Bijna dag en nacht. ‘We wilden ons bewijzen. Iedereen zei: die domme boeren daar in die oude loods in de polder, die zijn gek. Wij wilden laten zien dat we het wel konden. Gewoon door te vertrouwen op ons gezonde boerenverstand.’ Dat lukte. Marktplaats begon te lopen. Probleem was echter nog een goed verdienmodel. De verkoop van advertentiebanners leverde onvoldoende op. De geruisloze introductie van een tarief voor verkooptransacties van boven de 200 euro maakte de veilingsite commercieel tot een succes. Ineens stonden de kopers in de rij. Nadat eerder al uitgevers als Wegener en De Telegraaf tevergeefs op de stoep hadden gestaan, gingen Crébas en Reinier Bouman, zijn kompaan, in 2004 overstag.


Boer in Business

In een klap was Crébas financieel onafhankelijk. Achterover leunen was er echter niet bij. Hij was toe aan een nieuwe uitdaging, het liefst iets met de natuur. ‘Ik ben en blijf een jongen van buiten.’ Via via stuitte Bob bij toeval op brandnetels. Hij raakte enthousiast. ‘Bij brandnetels dacht ik altijd alleen maar aan schoffelen of platspuiten, maar het is een prachtig gewas, uitstekend geschikt om bijvoorbeeld kleding van te maken en milieuvriendelijk.’ Lachend: ‘Prikkelend bovendien. Letterlijk en figuurlijk.’ Brennels zag het levenslicht. Een familiebedrijf dat onder meer uit de vezels van brandnetels nieuwe producten ontwikkelt. Een kostbaar en tijdrovend procédé dat momenteel verder wordt geperfectioneerd en inmiddels zijn eerste vruchten heeft opgeleverd, waaronder een samen met G Star ontwikkelde spijkerbroek en de nieuwe knitwaercollectie. Zoon Frank runt Brennels Racing, een stal met 40 drafpaarden en zoon Robin zwaait de scepter over dagrecreatiepark Brennels Buiten. Activiteiten die meer met elkaar samenhangen dan het op het eerste oog lijkt – Brennels Racing, een ‘uit de hand gelopen hobby’, uitgezonderd. Met Brennels wil Crébas op een concrete manier en dicht bij huis een bijdrage leveren aan een verdere verduurzaming van de samenle-

ving. Zowel op ecologisch als op sociaal gebied. Brennels’ brandnetelproducten horen bij de ecologische kant, Brennels Buiten, waar mensen in een parkachtig landschap aan de waterkant kunnen ontspannen en genieten van de natuur, bij de sociale. Revival van de volkstuintjes ‘Mensen kunnen niet zonder natuur’, meent Crébas. ‘Iedereen wil genieten van die rust en ruimte. Kijk maar naar de revival van de volkstuintjes. Maar in Nederland hebben de landbouw en de natuurorganisaties de mens de natuur ontnomen. Met Brennels Buiten, 48 hectare natuur en ontspanning, wil ik ze daar weer iets van teruggeven. Pure natuur, zoals de Oostvaardersplassen waar mensen de toegang is verboden, daar is Nederland veel te klein voor. Datzelfde geldt voor de extensieve landbouw. Die hoort niet hier, maar in landen als Brazilië en Rusland. Daar hebben boeren alle ruimte. Dan heb ik het zowel over akkerbouw als over veeteelt. Veeteelt wordt helemaal onhoudbaar. Daar is geen grond meer voor nodig. Dat is pure industrie. Die bedrijven moeten zoveel mogelijk worden verplaatst naar de plaats waar ze thuishoren: het industrieterrein. Het liefst in de buurt van de Rotterdamse haven.’ Niet dat Crébas de agrarische sector hele-

maal uit Nederland wil verbannen. Maar op grote schaal voedsel exporteren, dat moeten ‘we’ niet meer willen, luidt zijn stellige overtuiging. Meer investeren in innovatie en ontwikkeling, activiteiten waarmee ons land op agrarisch gebied wereldwijd toonaangevend is, heeft zijn voorkeur. Dan kan de bulk naar het buitenland; als het aan Crébas ligt bij voorkeur in de vorm van geïntegreerde landbouw: chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn alleen toegestaan als de opbrengst door een ziekte of plaag in gevaar komt. Met de brandnetelproducten van Brennels levert Crébas alvast zijn eigen bescheiden bijdrage. ‘Daar zijn we hier in de Noordoostpolder mee begonnen. Maar als dat productieproces volwassen is en de verkoop loopt eenmaal, iets dat naar ik verwacht nog zo’n vier jaar zal gaan duren, is Nederland daarvoor ook te klein. Dan gaan we weer op zoek naar iets anders.’

Tekst: Jan Smit Foto: Aleksander Willemse Meer weten: brennels.nl

2011/02

53


U kunt op ons rekenen Voerwinst is het resultaat van voerkosten, technische resultaten en uitbetalingsprijs. Een kwestie van rekenen. Daarvoor bieden wij u het concept Voerwinst. Samen met uw specialist analyseert u uw voer- en afleverstrategie en rekent u alternatieven door. Voor de hoogste voerwinst. Meer weten? Bel Agrifirm Feed, sector Varkens, (088) 488 10 15 of kijk op www.voerwinst.nl


Boerenbusiness Opinie

Productierechten opgeslokt Waar in de zuivel en de akkerbouw dit jaar goede prijzen zijn gemaakt, klimt de varkenshouderij langzaam uit een duistere periode in de markt omhoog. Henry Dunnink, marktspecialist van DCA, schetst de ontwikkelingen in de sector.

Tekst: Eric de Lijster Foto: Aleksander Willemse Meer weten: boerenbusiness.nl/varkensmarkt

E

indelijk! Sinds oktober verbeteren langzaam de biggenprijzen. Daarbij zijn de prijzen van vleesvarkens in deze periode record hoog, al is het jammer dat de varkenshouder daar door de hoge voerprijzen in de praktijk weinig van merkt in zijn rentabiliteit. Maar het is goed te merken dat de varkenshouderij eindelijk het dal van de varkenscyclus achter zich laat. Zo stijgen de prijzen van de biggen traditioneel zeker tot februari. De vooruitzichten op de varkensmarkt zijn gunstig. Zo neemt vanaf dit voorjaar de varkensstapel in de Europese Unie geleidelijk af. Deze trend zet zich de komende jaren door. Zo verwacht een Duits marktbureau dat de varkensstapel in de EU in 2012 daalt met 3 tot 4 procent en in 2013 met 7 tot 8 procent. In zulke cijfers zit pijn en leed voor de individuele varkenshouder die stopt, maar voor de markt is krimp in het aanbod natuurlijk geen slechte zaak. Juist in deze periode valt op dat relatief meer varkensbedrijven nu gaan stoppen. Met name in het oosten van het land geven de nodige ondernemers er de brui aan. Dan zou je zeggen dat er voldoende varkensrechten op de markt komen, maar opvallend genoeg gebeurt dit niet. Deze worden direct opgeslokt door grote varkensbedrijven die continue op zoek zijn naar expansie. Ondanks de lage prijzen van de afgelopen tijd hebben zij investeringsruimte om de rechten te kopen, in plaats van te leasen. Dit geeft aan dat de banken vertrouwen hebben dat we omhoog klimmen op de varkensmarkt en groen licht geven voor investeringen in varkensrechten. En dit terwijl de dierrechten formeel in 2015 worden afgeschaft met het nieuwe mestbeleid. Daar

wordt steeds openlijker aan getwijfeld of dit in de korte periode van vier jaar haalbaar is. Het nieuwe mestbeleid vergt veel geld en innovatie en wie de regie in de uitvoering gaat nemen, is niet duidelijk. Gelet op de slechte markt het afgelopen jaar en de Europese eisen voor 2013 met luchtwassers en groepshuisvesting, valt het aanbod van de stoppers mee. Veel varkenshouders die deze investeringen in milieu en dierenwelzijn niet gaan doen, zingen het nog even uit of verkopen hun rechten en leasen er terug. De verhalen gaan zelfs dat er varkenshouders zijn die in het zicht van de finish varkens houden zonder rechten, maar dat lijkt me levensgevaarlijk. De boetes voor een economisch delict als deze zijn levensgroot. Dit alles leidt ertoe dat de familiebedrijven, de middenklasse, in de varkenshouderij geleidelijk aan het verdwijnen is. De rechten worden gekocht door de grotere ondernemers die niet meer in de stal staan, maar hun bedrijf als een echte organisatie met gespecialiseerd personeel runnen. Met een strak beleid en een heldere visie, waardoor zij van de banken ook de ruimte krijgen om te investeren. De resultaten in zijn totaal bewijzen dat, want als je als Nederland de derde kostprijs in de EU hebt dan doe je het – zeker met ons mestbeleid – gewoon goed. De kritische omvang van een varkensbedrijf wordt zo langzaam groter. Heb je nu een bedrijf van pakweg 300 tot 400 zeugen, dan wordt het in de toekomst al lastig. Als de bank tegen deze ondernemers zegt: niet investeren, maar je bedrijf consolideren dan heb je een probleem. Wat dat betreft, is stilstand achteruitgang in de varkenshouderij.

2011/02

55


Boerenbusiness Gadgets

Terwijl agrarische bedrijven in omvang toenemen, dient informatie juist steeds gedetailleerder te zijn. Zeker voor de juiste financiële sturing. Door gegevens mobiel te verzamelen en online samen te brengen, ontstaat volgens Agrovision een realistisch beeld.

Meer focus op financiële sturing

‘E

en agrarisch bedrijf als bijvoorbeeld een zeugenhouderij heeft behoefte aan veel operationele informatie over zijn bedrijfsprocessen’, zegt Karel Heijink, directeur van Agrovision. ‘Het gebruik van software is voor hem essentieel in de bedrijfsvoering.’ Agrovision ontwikkelt software waarmee ontwikkelingen in varkens-, rundvee en akkerbouw zijn te monitoren. Eenvoudig gezegd, het zijn programma’s die je kunt zien als een attentielijst. Je legt de meest belangrijke ontwikkelingen vast. Het mooie is volgens Heijink echter dat de verzamelde informatie ook is te gebruiken voor analyses. ‘Je ziet snel welke zeug het goed doet en welke er juist uit moet.’ En snel weten welke actie je het beste kunt ondernemen is cruciaal voor een kennis gedreven land als Nederland. We beschikken over prima hoogopgeleide agrarische ondernemers. Er is echter een constant gevecht om de groene ruimte. ‘Dat maakt ondernemen topsport’, vindt Heijink.

‘We halen 28 biggen per jaar. Dat kan alleen als je over gedetailleerde informatie beschikt. In het zeugenpakket zijn daarom wel honderd analyses te draaien.’ Agrovision ontwikkelt geen hardware als melkmachines, maar de software die ze maakt, is er wel mee te koppelen. Hetzelfde geldt voor voermachines. ‘Na de afkalfdatum krijgt de voercomputer vanuit ons systeem een signaal dat de nieuwe cyclus moet ingaan. Het is dan ook mogelijk om het kalfje automatisch te laten registreren bij I&R’, geeft Heijink als voorbeeld. Hierdoor heeft de zogeheten eerste schil om agrarische ondernemers heen, zoals afnemers, leveranciers en accountants, ook voordeel aan de informatie uit de systemen. Rekeningen diep keten ingedrukt Kijkt hij naar de toekomst, dan ziet Heijink dat in 2020 het grootste gedeelte van de boekhoudpakketten is geautomatiseerd. ‘Dat wil zeggen dat jaarrekeningen digitaal worden geaccordeerd,

zonder dat er een dure accountant voor nodig is die eigenlijk alleen een handtekening hoeft te zetten.’ Agrarische ondernemers moeten volgens hem meer kijken naar financiële sturing. Juist een hoogopgeleide ondernemer moet niet te technisch blijven kijken naar zijn bedrijf. ‘Je moet niet zoeken naar kengetal 201, maar kijken naar de zorgen voor financiële sturing op de korte termijn. Een voorbeeld: familiebedrijven halen het beste technische resultaat, maar we zien dat er tussen bedrijven een financieel verschil van 60 tot 80 duizend euro zit op jaarbasis. Rekeningen worden altijd zo diep mogelijk de keten ingedrukt, dat neemt schrijnende vormen aan.’ Een ontwikkeling die al een tijdje aan de gang is, is de toename in schaalgrootte. En die vraagt om multisite reporting met een blik die verder afstaat van de stal. ‘De ondernemer zit in de cockpit naar beneden te kijken, met gebruik van een dashboard’, legt Heijink uit. ‘Mensen in de stal zorgen met mobiele oplossingen voor het snel en lokaal invoeren van de juiste gegevens.’ Individueel sturen levert meer op Tegelijk met de schaalvergroting is er ook de ontwikkeling van precisielandbouw. In de teelt zijn kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen met behulp van gps nauwkeurig toe te dienen. Heijink: ‘Dat geeft lagere kosten, is milieuvriendelijker en geeft een hogere opbrengst.’ Voor veeteelt betekent precisie onder andere het individueel herkennen van dieren. ‘Met name bij vleesvarkens is er veel voordeel de behalen. De groei stokt, want agrarische ondernemers sturen ze als groep aan. Door ze individueel, tussentijds te wegen kun je nauwlettend de voortgang monitoren. Dat maakt de duizendgramstrategie haalbaar.’

Tekst: Niels Achtereekte Foto: Agrovision Meer weten: Agrovision.nl

56

2011/02


Gadgets

Lengte gras bepalen in stappen

Altijd al snel de lengte van het gras in de wei willen bepalen? Over een tijdje kan de rolmaat de kast in, want even wandelen door de wei en je bent klaar. Dat kan vanaf komende lente met de Grassometer. Dit is een apparaatje dat je aan je schoen bevestigd en via geluidsgolven tot 200 metingen kan verrichten van de lengte van het weidegras. Via GPS en Bluetooth krijgt de boer dan alle informatie automatisch binnen op zijn smartphone. En dat is bijzonder makkelijk als je de koe de wei in wilt jagen of het gras wilt gaan maaien. De fabrikant, het Ierse Monford Ag Systems, rekent op afzet in landen waar weidegang gemeengoed is zoals Nederland, Ierland en Nieuw-Zeeland.

Bron: Grassometer.com

Dunste smartphone tot nu toe

Vind je het als agrarische ondernemer ook altijd vervelend als die mobiele telefoons als een molensteen in je broekzak zitten? Daarvoor zijn de fabrikanten al een tijdje in een verhitte strijd gewikkeld wie de dunste smartphone kan maken. Het Japanse Fujitsu claimt volgend jaar met de dunste smartphone ooit op de markt te komen: de Arrows is slechts 6,7 millimeter dik. Ter vergelijking: de Galaxy II is 8,5 millimeter en de iPhone 4s is 9,3 millimeter dik. Nu niet te enthousiast worden, want het Androidtoestel komt eerst in de Verenigde Staten uit.

Bron: Nu.nl

Android helpt Oegandese boeren

Ontwikkelingshulp bestond eerst uit het sturen van afgedankte mobieltjes naar Afrika. Het Grameen Foundation Technology Center verstrekt microkredieten aan boeren in Oeganda om daarmee een spikplinternieuwe Android smartphone te kopen. Eentje die bovendien energiezuinig is en waarvan de batterijen kunnen worden opgeladen met zonlicht. Voor de Android is bewust gekozen, omdat de boeren hierdoor eenvoudig informatie kunnen vergaren over het telen van de gewassen, het houden van vee en informatie over de agrarische markten.

Bron: Grameenfoundation.org

APPS

Fendt zonder bestuurder volgt

Handig voor als je personeel te kort komt en toch een beetje op wilt schieten met de werkzaamheden: de Guide Connect van Fendt. Met deze vinding, die op de Agritechnica in november een gouden innovatiemedaille kreeg, werkt een tweede trekker in hetzelfde veld zonder bestuurder in een andere werkgang. De eerste trekker met bestuurder staat hierbij door navigatie via de satelliet en een rechtsreekse draadloze verbinding in contact met de tweede trekker. Deze trekker krijgt informatie waar hij obstakels moet mijden. De bestuurder kan de tweede trekker zo opdracht geven hem te volgen in de volgende werkgang. Het bestuurloze exemplaar is van een noodstop voorzien voor als de verbinding wegvalt.

Bron: Fendt.com

Laat je alarmeren met aardappelklok Aardappelen zijn bijna niets waard, dus wat kan je dan beter doen dan er wat wetenschap op los laten? Dan is deze aardappelklok een leuk hebbedingetje om de blits te maken bij je vrienden. Het wetenschappelijk proces is simpel: je prikt wat elektrodes van zink en koper in een aardappel en het proces van oxidatie en verwarming leidt tot een lage voltage aan energie. En daar kan een alarmklokje op draaien, zonder batterijen en zonder stopcontact. Je moet de aardappelen natuurlijk niet te lang laten liggen, maar ze na een dagje of wat opeten kan natuurlijk ook.

Bron: Geekalerts.com

Agribusiness

FF-bestellen

Farmerama

Bron: Sandapps.com

Bron: ForFarmers.eu

Bron: Farmerama.nl

Agribusiness bundelt 312 interactieve rapporten over agrarische commoditymarkten wereldwijd. De Amerikaanse app-bouwer Ian Vink heeft veel informatie van de agrarische markten voor bijvoorbeeld granen, zuivel, ma誰s en ook mest en biobrandstoffen op een rijtje gezet. Handig om eens rustig door te kijken op de iPad of iPhone.

ForFarmers komt als eerste Nederlands mengvoerbedrijf met een app om eenvoudig en snel voer te bestellen. De FF-bestellen app is geschikt voor zowel Android als iPhone. Klanten kunnen via de smartphone in eerste instantie eenvoudige bestellingen doen. Later worden de mogelijkheden uitgebreid, zodat alle klanten ook voer kunnen bestellen.

De grootste promotor van de agrarische sector bij het grote publiek wereldwijd is waarschijnlijk het browserspel Farmerma. Bij het spel, waarbij je zelf boer mag spelen, hebben zich bijna 35 miljoen gebruikers aangemeld. Het heeft even geduurd, maar binnenkort komt er ook een app voor de iPhone en iPad beschikbaar. In de gaten houden dus.

2011/02

57


Pak uw voordeel met de negen slimste fiscale eindejaarstips Fiscale eindejaarstips vormen traditiegetrouw het best gelezen belastingproza. In de agro-fiscaliteit is de oogst dit jaar echter mager. Spectaculaire wijzigingen zijn er niet en de datum van 31 december boet aan belang in. Desondanks valt er geld te verdienen, zoals met deze negen slimme belastingstips.

58

2011/02


Boerenbusiness Analyse

Verliesverrekening

Hebt u verlies geleden in 2002 of in de jaren daarvoor? Deze verliezen zijn dit jaar nog te verrekenen met de belastbare winst, volgend jaar kan het niet meer. Dus is het tijd om nu actie te ondernemen, want het zou natuurlijk zonde zijn als u de mogelijkheden onbenut laat. Hoe? U zou bijvoorbeeld kunnen nadenken over bedrijfsbeëindiging. Ook als u nog lang niet overweegt te stoppen met uw bedrijf, kunt u uw beoogde opvolger al een aandeel in de maatschap verkopen. Daarmee realiseert u een bijzondere winst die u nu nog kunt verrekenen met de oude verliezen. Dat is natuurlijk veel aantrekkelijker dan om over vijf of tien jaar het volle pond aan de Belastingdienst te betalen.

Crisisinvesteringen

Dit is een door de overheid in het leven geroepen regeling om de economie te stimuleren. U kunt daarmee extra afschrijvingspotentieel creëren. Als u bijvoorbeeld nu twintigduizend euro investeert in nieuwe machines of werktuigen, kunt u de helft van dat bedrag direct afschrijven. Dat mag trouwens ook minder dan de helft zijn als dat u beter uitkomt. Het crisisregime verdwijnt in principe per 1 januari 2012, maar de crisis is nog niet voorbij dus je weet maar nooit.

Zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek verandert. In 2012 wordt dit een vast bedrag: elke zelfstandige krijgt een vaste aftrekpost van 7.280 euro. Voor 2011 geldt nog het oude regime. Bij een lage winst kunt u maximaal 9.484 euro in aftrek brengen. Dus is het zaak om uw resultaat dit jaar te drukken om van het maximale aftrekbedrag te profiteren. Wat te doen? U kunt bijvoorbeeld investeren in roerende goederen die onder het crisisregime vallen (zie tip 2).

Voorzieningen / reserves

Voor toekomstige kosten die samenhangen met de huidige bedrijfsvoering mag u een voorziening op de balans treffen. Daarbij kan het gaan om ingewikkelde kosten die samenhangen met claims, garanties of andere terugbetalingsverplichtingen. Stel: u bent actief in de tuinbouw en u levert uw afnemers plantmateriaal. Als er dan in uw sector sprake is van een wortelziekte – die zich natuurlijk pas na levering openbaart – kunt u daarvoor alvast een voorziening, gebaseerd op de kans dat u aangesproken wordt, treffen op de balans. Maar het kan ook eenvoudiger: voor groot onderhoud kunt u eveneens reserveren. Vereist is dat het gaat om toekomstige piekuitgaven die veroorzaakt worden door de activiteiten in het huidige jaar. Voor groot onderhoud bestaande uit de vervanging van een asbesthoudend dak is onder voorwaarden de VAMIL regeling opengesteld. Let op: er moet een duidelijke link zijn met de huidige bedrijfsvoering. Als u zich op die manier wilt voorbereiden op nieuwe milieuwetgeving, vist u achter het net. En als u uw melkveebedrijf wilt omvormen tot een kinderboerderij mag u natuurlijk ook geen voorziening treffen.

Investeren

Het lijkt misschien een open deur, maar het is wel degelijk iets om rekening mee te houden: het bedrag dat u als investeringsaftrek in mindering mag brengen op uw belastbare winst wordt kleiner naarmate de investering groter wordt. Als u ongeveer een ton investeert, mag u maximaal 15.211 euro in aftrek brengen. Bij een investering groter dan drie ton levert deze aftrekfaciliteit u helemaal niets meer op. Reden genoeg om uw investeringen te spreiden over meerdere jaren. Iedere drie jaar een ton is misschien niet zo praktisch, maar twee opeenvolgende jaren telkens anderhalve ton is misschien wel interessant. En had u al gedacht aan het eventueel uitstellen of naar voren halen van bepaalde investeringen?

2011/02

59


Grond-markt.nl Het grootste onafhankelijke platform van agrarisch onroerend goed!

- Grond markt nieuwsbrief

- Grond prijzen monitor

- Grond transacties

- Grond markt informatie

- Grond aanbod

Omdat uw buurman maar ĂŠĂŠn keer te koop is!

www.grond-markt.nl


Analyse

Lijfrentes

Het regime ten aanzien van lijfrentes is veranderd. In het verleden was het mogelijk om tot en met drie maanden in het nieuwe jaar een lijfrente te storten ten laste van het inkomen van het vorige jaar. Dat mag nu niet meer. Dus als u dit jaar hogere resultaten uit uw bedrijf haalt en een lijfrente overweegt, dan moet u het nu doen. In dat geval profiteert u nog maximaal van de lijfrenteaftrek.

WOZ-waarde

Dit is niet zozeer een eindejaarstip, maar meer een begin-van-het-jaar tip. In januari of uiterlijk begin februari geeft de gemeente een WOZ-beschikking af. Het verdient aanbeveling om deze WOZ-beschikking met een kritische blik te bekijken. Niet zozeer vanwege de gemeentelijke belastingen, want zo heel veel financieel gewicht legt dat niet in de schaal. De WOZ-waarde van het onroerend goed is echter ook van belang voor de afschrijvingsmogelijkheden die u heeft. Voor onroerend goed in gebruik bij de eigen onderneming kunt u maximaal afschrijven tot 50 procent van de WOZ-waarde. Een lagere WOZ-waarde verruimt dus uw afschrijvingsmogelijkheden. Het financiële belang wordt dan ineens een stuk groter.

Urencriterium

Het gaat misschien niet meteen over big money, maar toch is het zinvol om scherp te zijn op het urencriterium op basis waarvan u recht hebt op fiscale faciliteiten als zelfstandigenaftrek en meewerkaftrek. De zelfstandigenaftrek bijvoorbeeld gaat volgend jaar van een variabel bedrag nu naar een vast bedrag van 7.280 euro per jaar in 2012. Om daar recht op te hebben moet er wel minimaal jaarlijks 1.225 uur worden gewerkt. Het kost enige inspanning, maar het loont de moeite om gedurende pakweg twee maanden bij te houden hoeveel uren u en uw eventueel meewerkende partner aan welke bedrijfsmatige werkzaamheden besteden. Dat voorkomt gezeur achteraf. Want als u geen goed verhaal hebt over uw urenbesteding bij een controle van de fiscus, kan dat maar zo tot een vervelend probleem leiden.

Oprichten BV

Er hangt een wijziging in de lucht met betrekking tot het BV-recht. Mogelijk per 1 juli 2012, maar dat kan ook nog best later worden. Het oprichten van een BV wordt flexibeler en brengt minder kosten met zich mee. Tegelijkertijd worden de eisen op het gebied van aansprakelijkheid groter. Zo vallen dividenduitkeringen in de toekomst onder een strenger regime: komt de BV binnen één jaar in de financiële problemen, dan moet er mogelijk dividend worden terugbetaald. Het is in ieder geval iets om rekening mee te houden nu agrarische bedrijven steeds groter worden, het kapitaalsbeslag navenant groeit en de winsten fluctueren. Als u een melkveebedrijf hebt, krijgt u te maken met een verdwijnend afschrijvingspotentieel op melkquotum. Wat doet dit vanaf 2015 met uw bedrijfswinst? Misschien is een andere rechtsvorm als een BV dan wel een verstandige optie. Dan kunt u maar beter voorbereid zijn.

Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Frank Rademaekers, belastingadviseur bij Accon AVM. Tekst: Dirk van der Lit Illustratie: Daniëlle Ballast, Shutterstock Meer weten: acconavm.nl

2011/02

61


Boerenbusiness Trends

Trends op de agrarische markten Agrarische markten veranderen dagelijks, per uur en soms zelfs per seconde. Wat is echter de algemene tendens op een markt? Boerenbusiness zet elke editie een aantal markten op een rij. Handel houdt rekening met krimpende graanvoorraad beperkte graanoogst, dan wel een krimpende mondiale graanvoorraad. De goede graanprijzen hebben het areaal voor het nieuwe graanseizoen laten groeien. Daar heeft ook de uiteindelijk mooie herfst een belangrijke bijdrage aan geleverd. Telers die al hun graan vrij telen, kunnen overwegen een deel van hun oogst op de huidige termijnmarktprijzen af te dekken. Een andere mogelijkheid die telers kunnen kiezen is het fysiek vermarkten van het huidige en het komende oogstjaar te combineren.

De granenmarkt maakt na het afsluiten van het maaltarwecontract van november 2011 op de Matif in Parijs ruimte voor een beter zicht op het nieuwe graanseizoen 2012/13 (introductie nieuwe handelsmaanden). Hoewel oogstramingen van het nu nog lopende seizoen in positieve zin worden bijgesteld, was de termijnmarkt voor maaltarwe op de periode november 2012 met 180 euro per ton enigszins opvallend. Het lijkt erop alsof de graanhandel rekening houdt met weer een seizoen met een

(Beursnotering Groningen tarwe, in euro per ton) € 250,00

€ 225,00

€ 200,00

€ 175,00

€ 150,00

€ 125,00

Bron: DCA Kenniscentrum 62

2011/02

Oogst 2007

Oogst 2008

Oogst 2009

Oogst 2010

Oogst 2011

wk 26

wk 25

wk 24

wk 23

wk 22

wk 21

wk 20

wk 19

wk 18

wk 17

wk 16

wk 15

wk 14

wk 13

wk 12

wk 11

wk 9

wk 10

wk 8

wk 7

wk 6

wk 5

wk 4

wk 3

wk 2

wk 52

wk 51

wk 50

wk 49

wk 48

wk 47

wk 46

wk 45

wk 44

wk 43

wk 42

wk 41

wk 40

wk 39

wk 38

wk 37

wk 36

wk 35

wk 34

wk 33

wk 32

wk 31

€ 100,00


Trends

Trendbreuk op de varkensmarkt Aan de grafiek van het verloop van de Europese varkensprijzen is goed te zien dat er in heel Europa vanaf week 40 een soort van trendbreuk is opgetreden. Normaal is de varkensprijs dalende in het najaar, maar dit jaar stijgt de varkensprijs en lijkt het einde nog niet in zicht. Er zijn nog 2 dingen die opvallen: tijdens de zomermaanden ontbreekt de piek die we normaal wel zien en het hoge prijsniveau. Ondanks het relatieve hoge prijspeil is er in de

afgelopen tijd geld verloren door de varkenshouders met de hoge voerkosten. Het hoge prijspeil verklaart ook meteen waarom de slachterijen zoveel moeite hebben met de prijsverhogingen van de laatste tijd. Het is op dit niveau lastig om het vlees makkelijk af te zetten. Het hoge prijspeil heeft er daarom in geresulteerd dat de zomerpiek niet heeft plaatsgevonden.

Varkens (in kilo per geslacht gewicht)

Biggen (DPP in euro per big van 23 kg) € 50,00

€ 1,70

€ 45,00

€ 1,60

€ 40,00

€ 1,50

€ 35,00

€ 1,40

€ 30,00

€ 1,30

€ 25,00

€ 1,20

€ 20,00

€ 1,10

€ 15,00

€ 1,00

€ 10,00

Bron: DCA Kenniscentrum

2007

2008

2009

2010

wk 1 wk 3 wk 5 wk 7 wk 9 wk 11 wk 13 wk 15 wk 17 wk 19 wk 21 wk 23 wk 25 wk 27 wk 29 wk 31 wk 33 wk 35 wk 37 wk 39 wk 41 wk 43 wk 45 wk 47 wk 49 wk 51

wk 1 wk 3 wk 5 wk 7 wk 9 wk 11 wk 13 wk 15 wk 17 wk 19 wk 21 wk 23 wk 25 wk 27 wk 29 wk 31 wk 33 wk 35 wk 37 wk 39 wk 41 wk 43 wk 45 wk 47 wk 49 wk 51

€ 1,80

2011

2007

2008

2009

2010

2011

Spotprijs rauwe melk terug op niveau 2007

Suiker

(Londen Daily Price, in cents per pound)

Melkspot (DCA Spotnotering, 4,4% vet, franco fabriek, in euro per 100 kg) € 50,00 € 45,00 € 40,00 € 35,00 € 30,00 € 25,00 € 20,00 € 15,00 € 10,00 wk 1 wk 3 wk 5 wk 7 wk 9 wk 11 wk 13 wk 15 wk 17 wk 19 wk 21 wk 23 wk 25 wk 27 wk 29 wk 31 wk 33 wk 35 wk 37 wk 39 wk 41 wk 43 wk 45 wk 47 wk 49 wk 51

De spotprijs bevindt zich november 2011 weer op het niveau van 2007. Daar houdt elke vergelijking met het succesjaar op. Zo was er eind 2007 al een dalende trend gaande toen de prijs tegen het einde van het jaar verder onderuitging. Geen nieuw verschijnsel voor de melkmarkt, want met uitzondering van 2010 schiet de notering voor rauwe melk rond de kerstperiode altijd omlaag. De vraag is dan: krijgen we een herhaling van 2010 en wordt 2011 het nieuwe succesjaar? Het antwoordt lijkt: ‘waarschijnlijk niet’. In 2010 profiteerde Nederland van de onverwachte vraag naar kaas vanuit Rusland. Deze resulteerde in een gebrek aan voorraden bij kaasproducenten en als gevolg daarvan voor een gezonde markt. In 2011 tekent zich een heel ander beeld af, nu de vraag vanuit de Russische zijde ontbreekt en Zuid-Europese afnemers kampen met de schuldencrisis. Hier staat tegenover dat de dollar langzaam sterker wordt, waardoor het Europees product weer meer terrein wint op de exportmarkt.

2007

2008

2009

2010

Bron: DCA Kenniscentrum

Notering Zuid vleesvarkensdrijfmest

(Ophaalbijdrage Deurne, Tilburg, Uden, Lichtenvoorde, in euro per ton) € 30,00

£ 40,00

€ 27,50

£ 35,00 £ 30,00

€ 25,00

£ 25,00

€ 22,50

£ 20,00

€ 20,00

£ 15,00

€ 17,50

£ 10,00

€ 15,00 1 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 37 39 41 43 45 47 49 51

£ 5,00 jan.-00 mei-00 sep.-00 jan.-01 mei-01 sep.-01 jan.-02 mei-02 sep.-02 jan.-03 mei-03 sep.-03 jan.-04 mei-04 sep.-04 jan.-05 mei-05 sep.-05 jan.-06 mei-06 sep.-06 jan.-07 mei-07 sep.-07 jan.-08 mei-08 sep.-08 jan.-09 mei-09 sep.-09 jan.-10 mei-10 sep.-10 jan.-11 mei-11 sep.-11

£ 0

Bron: DCA Kenniscentrum

2008

2009

2010

2011

Bron: DCA Kenniscentrum 2011/02

63


Het wordt helemaal jouw bedrijf. Dat is het idee. Als je het bedrijf van je ouders gaat overnemen, wordt het steeds meer jouw bedrijf. Met ruimte voor je eigen ideeën en aanpak. Maar de tijd ontbreekt vaak om je blik op de horizon te richten. Het Rabo Opvolgers Perspectief brengt je een stap vooruit. Je ontdekt waar je eigen kracht ligt en wat je financiële mogelijkheden zijn. Ontwikkel net als Jan Pennings een strategie die past bij jou en je bedrijf. En bepaal jouw plek op de horizon.

Ontwikkel je eigen strategie met het Rabo Opvolgers Perspectief. Rabobank. Een bank met ideeën.

www.rabobank.nl/agrarisch


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.