BNA Blad #03/10

Page 1

DE winnaar Het revalidatiecentrum Groot Klimmendaal van Koen van Velsen is gekozen tot vijfde winnaar van het BNA Gebouw van het Jaar.

De onzekere toekomst van de samenwerking bij Europese aanbestedingen

De goede buur Veel architecten voelen zich verbonden met de BNA via hun kring. Daar ontmoeten ze lokale vakgenoten en zien ze hun belangen vertegenwoordigd in de regio.

Parkeeroplossingen op zakformaat Met het Zakboek Parkeren voor de Woonomgeving is BNA Onderzoek officieel gelanceerd.

BNABLAD#03/10

Een bekroning van voorbeeldig vakmanschap


a rc h i t e c t m e e t s n o v e l t i e s

ARCHITECT @WORK 3째 EDITIE

Totaalevenement voor (interieur)architecten en voorschrijvers met focus op productinnovaties

AHOY ROTTERDAM 15 - 16 sept. 2010 13:00-20:00

Mediapartner

w w w. a r c h i t e c t a t w o r k . e u

Organisatie: Beurzen Adviesbureau T 030 298 22 93 netherlands@architectatwork.eu


inhoud 04 Uitvergroot

Kees Rijnboutt over The Lighthouse van Martijn de Potter (NWA architecten) en de haven van IJburg.

07 Mastenbroek

De waarde van architectuur

08 Kortom 10

Een bekroning van voorbeeldig vakmanschap

Het revalidatiecentrum Groot Klimmendaal van Koen van Velsen is gekozen tot vijfde winnaar van BNA Gebouw van het Jaar. Tijd voor een terugblik met de vijf winnaars.

22

Parkeeroplossingen op zakformaat

Parkeren heeft zich naar voren gedrongen als conditio sine qua non van een goed stedenbouwkundig ontwerp. Nog voor de eerste schets gemaakt wordt, moet de parkeerbalans kloppen. Het Zakboek Parkeren voor de Woonomgeving biedt creatieve oplossingen.

24 Opinie

Moeten architecten meer debatteren over architectonische kwaliteit? We vroegen het aan een architectuurhistoricus en drie architecten die zich kandidaat stelden voor de ledenraad. De antwoorden verschillen meer van elkaar dan gedacht: een belronde als aftrap voor een nieuw debat.

26

Dossier BIM

15 De Vondst

Tradities en ingesleten gewoontes moeten opzij voor een eerste project in een Bouw Informatie Model. Bureaus ontdekken dan dat BIM heel wat verandert aan overlegstructuren, informatie-uitwisseling en de organisatie – binnen en buiten de deur.

16

De goede buur

28 Reisbagage

19

29 Bureauberichten

Over het polyester gevelelement dat speciaal voor het sportcomplex T-kwadraat in Tilburg werd ontwikkeld.

Het derde deel van de serie over netwerken gaat over kringen. Hier ontmoeten architecten lokale vakgenoten en zien ze hun belangen vertegenwoordigd in de regio.

De onzekere toekomst van de samenwerking bij Europese aanbestedingen

Na een project om het Nederlands cultureel erfgoed in IndonesiĂŤ te bewaren, werd architect Henk Boldewijn gevraagd voor een woningproject in Nicaragua.

30 BNA Academie 32 Nieuwe oogst 33 Het Bureau

Heerkens Architecten

BNABLAD #03/10

3 03


■UITVERGROOT In de bladen zie je vaak dezelfde projecten terug. In deze rubriek daarom aandacht voor architectuur die niet dagelijks in de schijnwerpers staat. Architecten bespreken bijzonder werk van een collega.

De haven van IJburg ‘Als ik denk aan steden, denk ik zelden aan een specifiek gebouw. Het beeld is opgebouwd uit straten, stoepen, bomen en gebouwen met verschillende functies. De stad is een kolossaal orkest dat behoefte heeft aan verschillende instrumenten. Zo ook op IJburg, waar gewerkt wordt aan een nieuwe stad voor 40.000 mensen. Alles wat geleerd is in het Oostelijk Havengebied is hier nog eens in praktijk gebracht: de menging van functies, een hoge dichtheid, gevarieerde bebouwing, aandacht voor de kwaliteit van de openbare ruimte en ook voor het aquatisch milieu. Dat dat goed gelukt is, zie je ook in deze ­haven op Haveneiland. Een fantastische plek, die nog maar weinig mensen kennen. Aan de ene kant van de sluis het weidse uitzicht over het IJmeer, waar je bij helder weer het Paard van Marken kunt zien. Aan de andere kant de beschermde binnenhaven omringd door bijzondere kades. Dit is stedelijkheid ‘in statu nascendi’. Wonen en werken geven elkaar de hand. Je ziet een mix van kantoren, café-restaurants en ­woningen, met daarin ook nog eens een afspiegeling van de Amsterdamse bevolking. De gebouwen aan de kades tonen een aangename variatie. Opvallend is The Lighthouse, het kantoor van AM. Dit ontwerp van Martijn de Potter van NWA architecten staat ingeklemd tussen twee markante panden van Claus en Kaan, waarmee het schouder aan schouder een eigenzinnig stedelijk ensemble vormt. Het kantoorgebouw van De Potter ademt voornaamheid, zowel binnen als buiten. Een waar werkpaleis, met ruiterlijk hoge verdiepingen en opvallende detailleringen, zoals de “muizentrap” van kwartsiet. De verbindingen tussen de staalprofielen zijn bewust in het zicht gelaten; een mooie manier van construeren, die prachtig aansluit bij het milieu van steigers en schepen. De volledig glazen gevel met slimme inkeping doet het uitzicht recht aan. En als de wind gaat liggen, kun je nog een trap hoger naar het dakterras. Dan heb je schitterend zicht op de gridstad op dit nieuwe land.’ Kees Rijnboutt Architect-directeur van Rijnboutt

04

De stad is een kolossaal orkest dat behoefte heeft aan verschillende instrumenten


Het kantoorgebouw van De Potter ademt voornaamheid, zowel binnen als buiten 05


Een waar werkpaleis, met ruiterlijk hoge verdiepingen en opvallende detailleringen

Beeld RenĂŠ de Wit / NWA architecten

06

BNABLAD #03/10


COLUMN

De waarde van architectuur Is de architect een bouwmeester die zijn centrale positie in het bouwproces moet hervinden of een moderne zakenman/vrouw die als een van de adviseurs opereert? Kan de architect zelf zijn prijs bepalen of hebben we baat bij richtprijzen of honorariumformules? Moeten architecten mee in de trend van schaalvergroting en verzakelijking of kunnen ze blijven opereren als onafhankelijke, kleine ontwerpers en bureaus? Hoe kunnen architecten de geweldige teruggang in opdrachten overleven, maar vooral ook, wat doen we na de crisis? Moeten we voor een numerus fixus pleiten om te voorkomen dat er te veel architecten instromen?

COLOFON BNA Blad #03, vierde jaargang, juni 2010 Uitgever Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA, Postbus 19606, 1000 GP Amsterdam, T 020 555 36 66, E redactie@bna.nl, I www.bna.nl. BNA Blad verschijnt zes keer per jaar (oplage 5.500) Advertenties Architectenweb B.V., Postbus 394, 1400 AJ Bussum, T 035 69 20 874, E gm@architectenweb.nl. Adreswijzigingen administratie@bna.nl Druk Drukkerij Tesink Redactie Inge Pit (hoofdredactie), Isabel van Lent, (bladcoördinatie), Natascha Beets (beeldredactie), Wilma Jansen, Femke Rasenberg, Carla Roos Redactiecommissie Michiel Cohen, Maarten Engelman, Sander Mirck Basisontwerp Thonik, Amsterdam Vormgeving Architectenweb, Bussum Beeld omslag Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal. Ontwerp: architectenbureau Koen van Velsen. Foto: René de Wit Tekst Uitvergroot Willemijn de Jonge Foto column Ineke Oostveen ISSN 1874-2696

Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de BNA geheel of gedeeltelijk worden overgenomen. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die onjuist of onvolledig is opgenomen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.

Dit zijn vragen die Karin Laglas en ondergetekende, uw nieuwe voorzitter, op ons af kregen tijdens hun bezoek aan de vijf regio’s. Een duo met dubbele handicap, de één blijmoedig interim, al iets langer dan voorzien, de ander kersvers en onbevangen. Het slechte nieuws is dat we op veel vragen geen pasklaar antwoord hebben maar het goede nieuws is dat vooral voor de eerste vragen geldt dat het beide kan. Dat is fantastisch want zo hebt u de vrijheid om de werkwijze te kiezen die het beste bij u en uw bureau past. Begin 2000 heb ik voor het eerst via de media mijn zorg geuit over negatieve ontwikkelingen die zo onlosmakelijk verbonden zijn met het maken van gebouwen, en daarmee architectuur. Helaas is het sindsdien zelfs verder achteruit gegaan. De corporaties waren net verzelfstandigd en gemeenten wilden, met de vercommercialisering van grond(politiek) en bouw, de boot niet missen. Allianties en fusies tussen bouwbedrijven, ontwikkelaars en financiers hebben sindsdien plaatsgevonden en vanuit onze praktijk merken we aan alles dat dit uw positie in het bouwproces niet ten goede heeft gekeerd. De bouwfraude bracht al een en ander aan het licht. Daarna kwam de vastgoedfraude die een ontluisterend beeld gaf van de bouwsector. De kredietcrisis maakte het geheel af. Onder de bezielende leiding van Eberhard van der Laan hadden wij met dertig andere bureaus overleg over mogelijke acties om hierin verbetering aan te brengen. Eberhard werd minister, de groep werd kleiner en het overleg verliep langzamer, want iedereen had het druk. Toen Jeroen aankondigde te vertrekken als voorzitter leek het mij tijd om een andere weg te zoeken, om ‘verandering’ te organiseren, en na steeds prettiger gesprekken met de BNA leek mij het voorzitterschap een uitgelezen kans om dit zo effectief als mogelijk te doen. Voor het vak architectuur zal het erop aan komen dat we snel een aantal zaken goed regelen anders zal het binnen enkele decennia als versleten speelbal van een te agressief spel over de zijlijn getrapt worden. Laten we dit met open vizier en een goede dosis kennis, vernuft, flexibiliteit en gezond verstand doen en zo de maatschappelijke veranderingen vormgeven. Stilstand is achteruitgang, lef en risico nemen niet. Die leiden op langere termijn tot vooruitgang en verbetering. Ik ben bereid mij hier volledig voor in te zetten want de waarde van architectuur is niet in geld uit te drukken. Bjarne Mastenbroek

BNABLAD #03/10

07


kort nieuws

kortom Crisisronde regio’s: Dag van de Architectuur ­richten op de toekomst Op 26 en 27 juni vindt voor de 24e keer op initiatief van de BNA de Dag van de Architectuur plaats. Dit jaar is het thema Architectuur & Hergebruik. In Delft openen verschillende voormalige universiteitsgebouwen die zijn herbestemd tot onder meer een museum en een architectenbureau. In Arnhem opent het Luxor Theater, een gebouw uit 1915 dat volledig is gerenoveerd. In Den Haag kunnen bezoekers onder meer naar de Caballerofabriek, de Derde Ambachtsschool van architect Duiker en de Energiecentrale, die een tweede leven zijn begonnen als respectievelijk broedplaats, kantoorgebouw en cultureel centrum. In Apeldoorn staat de Dag van de Architectuur in het teken van hergebruik van binnenstedelijke panden als onderdeel van de vernieuwing van de binnenstad en openen een voormalig ROC en de Nettenfabriek de deuren. Het publiek in Amsterdam kan naar spectaculair verbouwde panden, zoals het hoofdkantoor van MTV Benelux (een voormalige scheepstimmerwerkplaats) en de silo’s op het Zeeburgereiland (voormalige opslagtanks voor rioolwaterzuivering), waar een museum wordt gevestigd. In Rotterdam vormt ROTABS style center het epicentrum van de dag: een voormalige brandweerkazerne die is omgetoverd tot een warenhuis van ontwerpers en kunstenaars. Het complete programma verschijnt op 19 juni in een bijlage bij Trouw. Carla Roos, communicatieadviseur Kijk op de website www.dagvandearchitectuur.nl voor het complete programma.

Vernieuwing BNA website In het najaar lanceert de BNA een geheel vernieuwde website. Dit om tegemoet te komen aan de wensen over de website uit het Ledentevredenheidsonderzoek. Op www.bna.nl krijgen BNA bureaus en architect-leden dan de mogelijkheid om een profiel aan te maken en werk te tonen aan de hand van foto’s en tekst. Hierdoor zal de website een aantrekkelijke plek worden voor opdrachtgevers die op zoek zijn naar een architect. Door de diverse zoekmogelijkheden wordt de vindbaarheid van BNAleden en hun werk aanzienlijk verbeterd. Naast de portfoliofunctie wordt een forum geïntroduceerd waarop architecten met elkaar in discussie kunnen gaan, maar ook vragen kunnen stellen aan vakgenoten. De site wordt gebruikersvriendelijker en overzichtelijker doordat de diverse onderwerpen makkelijker vindbaar zijn door geavanceerde zoekfuncties en tags. De nieuwe website zal naar verwachting in september de lucht in gaan.

De BNA organiseerde dit jaar opnieuw in alle vijf regio’s informatiebijeenkomsten over de economische crisis. Deze serie voor directeuren-eigenaren was een vervolg op de bijeenkomsten in 2009. Tijdens de bijeenkomsten kregen deelnemers de meest recente crisiscijfers, informatie over de maatregelen die bureaus hebben genomen en over de lobby die de BNA heeft gevoerd. Daarnaast was er vooral ruimte voor leden om ervaringen uit te wisselen en was er gelegenheid kennis te maken met de nieuwe bestuursvoorzitter, Bjarne Mastenbroek. Uit de reactie van de leden blijkt dat bureaus weliswaar nog steeds onder zware druk van de crisis staan, maar dat de invloed hiervan langzaamaan als gegeven wordt beschouwd. Duidelijk is dat de concurrentie zwaar is en verwacht wordt dat deze nog verder zal toenemen. Bij enkele bureaus worden lichtpuntjes aan het einde van de tunnel waargenomen. De aandacht is dan ook vooral gericht op de toekomst van de branche na de crisis: veel bureaus zien in de situatie in meer of mindere mate aanleiding om zich op andere of nieuwe markten te oriënteren, zich meer als concurrerende onderneming op te stellen of hun rol in het bouwproces te heroverwegen. Veel van de aanwezigen zijn van mening dat architecten zich dienen te richten op het leveren van kwaliteit en van de juiste kennis, vooral vroeg in een project. Ontwikkelingen op het gebied van samenwerking in de bouw gaan snel en het is zaak voor architecten even snel op deze ontwikkelingen te anticiperen. Andere onderwerpen die aanleiding gaven tot discussie waren het honorarium en de prijsconcurrentie onder architecten, de manier waarop opdrachtgevers met contracten omgaan, en de Europese aanbestedingsregels. De bijeenkomsten maakten duidelijk dat veel bureaus behoefte hebben aan cijfers over de gevolgen van de crisis op de branche. De BNA zal een nieuwe halfjaarlijkse conjunctuurmeting opzetten en meer informatie en cijfers over markt(segmenten) bieden. Daarnaast heeft de BNA het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid opdracht gegeven te onderzoeken hoe de bouwomvang op termijn er uit gaat zien, met het oog op de afvlakkende bevolkingsgroei. Dit onderzoek heeft tot doel met uitkomsten architecten te ondersteunen bij het ontwikkelen van lange termijn strategie is binnenkort afgerond. Jasper Etten, beleidsmedewerker ondernemerschap De belangrijkste cijfers in het kader van de crisis staan op www.bna.nl/economischecrisis. De ­presentatie die is getoond bij de bijeen­ komsten is daar ook terug te vinden.

Inge Pit, manager communicatie

08

BNABLAD #03/10


kort nieuws

Uitkomst verkiezingen Ledenraad In de afgelopen periode hebben de eerste verkiezingen voor de Ledenraad plaatsgevonden. De Ledenraad is het nieuwe orgaan dat de Algemene Vergadering en de Ledenadviesraad vervangt. Aan de oproep voor kandidaatstelling in de verschillende segmenten gaven 45 leden gehoor. Vervolgens hebben 427 leden hun stemmen uitgebracht, dat betekent een opkomst van 18,2%. De stemcommissie, die bestond uit Aletta van Aalst, Leo Stoute en Nico Zimmermann, heeft de stemming beoordeeld en de uitslag vastgesteld. De samenstelling voor de Ledenraad is als volgt: Maurits Algra, de Jong Gortemaker Algra architecten en ­ingenieurs (Grote bureaus) Thijs Asselbergs, architectuurcentrale Thijs Asselbergs (Middelgrote bureaus) Thomas Bedaux, Bedaux de Brouwer Architecten b.v. (Regio Zuid) Janneke Bierman, Henket & partners architecten (Regio Zuid) Roel Bosch, DKV Architecten (Regio Delta) Jos van Eldonk, Soeters Van Eldonk architecten B.V. (Grote bureaus) Arnoud Gelauff, Arons & Gelauff Architecten (Middelgrote bureaus) Kees van der Hoeven, Kavander Architectenbureau BNA (Kleine bureaus) Gerard van Hoorn, Meyer en Van Schooten Architecten BV (Grote bureaus) Rein Jansma, Zwarts & Jansma Architecten (Regio Noordwest/Centrum) André Jekel, IAA Architecten (Regio Oost) Angela Lott, Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen Architecten (Grote bureaus) Titia Luiten, JHK Architecten (Middelgrote bureaus) Marnix van der Meer, Zecc Architecten B.V. (Kleine bureaus) Arnoud Olie, Bureau B+O Architecten B.V. (Regio Oost) Max Pape, Ector Hoogstad Architecten (Regio Delta) Manon Pattynama, PAA (Kleine bureaus) Björn van Rheenen, Sponge, Architects (Regio Noordwest/Centrum) Annet Ritsema, Bureau Ritsema (Kleine bureaus) Alexander Smeets, BURO 5 MAASTRICHT (Regio Zuid) Pim van der Ven, Juli ontwerp en advies (Regio Delta) Beate Vlaanderen, ARCADIS Nederland (Regio Noordwest/Centrum) Allart Vogelzang, Onix (Regio Noord) Vera Yanovshtchinsky, Vera Yanovshtchinsky Architecten b.v. (Middelgrote bureaus) De eerste vergadering van de Ledenraad vindt plaats op 23 juni 2010. Daarin zullen kennismaking, de taak en positie van de Ledenraad en de bespreking van het beleidsplan centraal staan. Wilma Jansen, manager brancheontwikkeling en marketing Zie voor meer informatie over de Ledenraad www.bna.nl > over BNA > organisatie.

BNABLAD #03/10

Meet uw bureau­ prestaties met het Bedrijfsvergelijkend ­Onderzoek Uit een in april gehouden peiling over ondernemerschap blijkt dat BNA-leden prognose- en jaarcijfers het belangrijkste instrument vinden bij het verder ontwikkelen van hun onderneming. Aan de hand van jaarcijfers zijn uw bureauprestaties gemakkelijk te vergelijken met concurrenten in de branche. Het jaarlijkse Bedrijfsvergelijkend Onderzoek (BVO) van de BNA biedt BNAleden een instrument om deze cijfers te verzamelen, te vergelijken en te duiden. Voor een zo volledig mogelijk beeld van de branche en van de verschillende bureaugroottes, is het belangrijk dat zo veel mogelijk bureaus meedoen. In mei hebben alle BNA-bureaus per e-mail een uitnodiging ontvangen om mee te doen aan het onderzoek, met daarin een inlogcode voor de online vragenlijst over de jaarcijfers van 2009. Elke deelnemer ontvangt een eigen rapportage over het bureau en een online tool die eenvoudig inzicht geeft in de effecten van veranderingen in de bedrijfsvoering. In augustus wordt het jaarrapport van de branche opgemaakt door onderzoeksbureau Stratus. Bureaus die de cijfers voor half juli hebben ingevuld, ontvangen dit rapport automatisch en kosteloos. De BNA wil leden verder ondersteunen door het bieden van meer cijfers en zal dit najaar een nieuwe halfjaarlijkse conjunctuurmeting opzetten, met een update van prognoses en vooruitzichten in de branche. Meer informatie hierover volgt na de bouwvak. Vragen kunt u stellen aan Jasper Etten, beleidsmedewerker ondernemerschap, E jetten@bna.nl.

Architectuur in verkie­ zingsprogramma’s In de tijd van het opstellen van de partijprogramma’s heeft de BNA contact gezocht met de programmamakers van de grootste politieke partijen. De BNA vindt dat de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland een belangrijke plek moet hebben in de verkiezingsprogramma’s, en verwoordt dit zo: 1. Stimuleer ontwerpend onderzoek om oplossingen te vinden voor de ruimtelijke opgaven waar Nederland voor staat (krimp, vergrijzing, herbestemming); 2. Neem stimuleringsmaatregelen om de stilgevallen bouwproductie weer op gang te brengen (financiering, beperken regelgeving, herstel consumentenvertrouwen); 3. Wees een voorbeeldig opdrachtgever (geen disproportionele eisen bij Europese aanbestedingen, selecteer op kwaliteit); 4. Betrek architecten breder (o.a. bij infrastructurele projecten, herstructurering van bedrijventerreinen en kantorenparken). Eva Vrouwe, beleidsmedewerker architectuur en marktontwikkeling De volledige lobbybrief is te vinden op www.bna.nl > dossiers > verkiezingen

09


ARTIKEL

Een bekroning van voorbeeldig vakmanschap 10

BNABLAD #03/10


ARTIKEL

Het revalidatiecentrum Groot Klimmendaal van Koen van Velsen is gekozen tot BNA Gebouw van het Jaar 2010. Voor de jury, bestaande uit voorzitter Nathalie de Vries van MVRDV, Adri Duivesteijn, wethouder in Almere, architect Marlies Rohmer, Ronald Schleurholts van cepezed en Fred Schoorl, directeur strategie van Ymere, is Groot Klimmendaal een evidente winnaar. ––

Tekst Hans Ibelings

Het revalidatiecentrum is het eerste onderdeel van de transformatie van Groot Klimmendaal, een bosrijk gebied aan de rand van Arnhem. Het masterplan, dat net als dit gebouw is ontworpen door Koen van Velsen, voorziet in het opschonen van het nu nog nagenoeg volgebouwde parklandschap. Uiteindelijk zal de woekering van laagbouw worden samengebracht in drie grote nieuwe objecten: een woongebouw, een school en de als eerste opgeleverde revalidatiekliniek. Van Velsen wilde alles wat hem tegenstond aan de gemiddelde ziekenhuisomgeving vermijden. Hij ontwierp daarom een gebouw dat er niet uitziet als een ziekenhuis. Met veel kleur, en een afwerking in materialen die prettig aandoen, zodat niemand er zich zieker hoeft te voelen dan hij of zij is. Dat er extra programma aan de polikliniek en kliniek kon worden toegevoegd, maakte het nog beter mogelijk om Groot Klimmendaal de ziekenhuissfeer te ontnemen en te zorgen dat het een onderdeel van het normale leven kan zijn. Er is een Ronald McDonaldhuis waar ouders van jonge patiënten kunnen logeren, en er zijn een klein theater, een fitnessruimte, een sportzaal en een creativiteitscentrum, die niet alleen zijn bestemd voor patiënten en hun familieleden maar ook voor buurtbewoners. Schoolkinderen uit de buurt gebruiken bijvoorbeeld de sportzaal voor hun gymnastieklessen. Om zo min mogelijk impact te maken op het glooiende boslandschap heeft Van Velsen het

BNABLAD #03/10

11


ARTIKEL

gebouw een minimale voetafdruk gegeven. Het gebouw waaiert naar boven toe uit, zonder boven de boomtoppen uit te komen. De gevels zijn van glas en bruin geanodiseerd aluminium, waardoor ze naar de achtergrond verdwijnen in het boslandschap. De indeling van Groot Klimmendaal is helder. Op de dubbelhoge hoofdverdieping bevinden zich de publieke functies. Daaronder liggen de kantoren, erboven de verdiepingen voor de poliklinische en klinische behandeling. Op het dak ligt het Ronald McDonaldhuis. Net zo overzichtelijk als de stapeling van functies is de ordening van de verdiepingen rond patioachtige vides die daglicht tot in het hart van het gebouw laten doordringen. De jury van de prijs BNA Gebouw van het Jaar heeft voor Groot Klimmendaal louter superlatieven: ‘Poëzie in het bos’; ‘verbluffend en uniek vakmanschap’; ‘een fenomenale omgang met het programma en met de omgeving’; ‘licht, feest en geluk.’ Volgens de jury hebben ‘het verbluffende vakmanschap van de architect’ en zijn ‘onbevangen en frisse blik’ geleid tot dit ‘unieke zorggebouw,’ dat ‘herinneringen oproept aan gebouwen met de grandeur van Zonnestraal.’ Koen van Velsen ziet de prijs als een stimulans, zeker omdat de realisatie van het gebouw een lastig proces was. Met de kritische kijk op zijn eigen werk zegt Van Velsen: ‘Ik vind dat het nog veel beter had kunnen zijn.’ Gelijktijdig erkent hij dat hij daarmee misschien uit het oog verliest dat het best wel goed is geworden. En in dat opzicht is de prijs voor hem een opsteker. Groot Klimmendaal is de vijfde winnaar van de prijs BNA Gebouw van het Jaar, die in 2006 voor het eerst is uitgereikt. Daarbij is steeds dezelfde formule gevolgd. Eerst worden per regio prijzen en nominaties toegekend. Nederland is hiervoor verdeeld in vijven (noord, zuid, oost, en het westen dat weer uit een noordelijk/centraal en een zuidelijk deel bestaat). Daarna volgt een finale waarbij een jury uit de regionale winnaars en alle andere nominaties een nationale winnaar kiest. Ditmaal was er het recordaantal van 294 inzendingen, waarvan de regionale jury’s 23 gebouwen, inclusief vijf regiowinnaars, heeft voorgedragen aan de landelijke jury. Samen geven deze 23 projecten een brede doorsnede van hetgeen leden van de BNA, voor bijzonders tot stand brengen. Binnen korte tijd is de titel BNA Gebouw van het Jaar is een begrip geworden en met de vijf winnaars is een reeks opmerkelijke gebouwen bekroond. Ze lopen in programma en verschijningsvorm sterk uiteen maar ze zijn elk op eigen wijze uitzonderlijk en voorbeeldig te noemen, en laten zien wat architectuur vermag. De jury’s zijn meer dan eens getroffen door ‘ouderwets architectonisch vakmanschap’. In

12

BNABLAD #03/10


ARTIKEL

2006 stond in het juryrapport dat ‘na een periode waarin de meeste architectuurprijzen en mediaaandacht waren voorbehouden aan projecten die vooral in conceptueel opzicht vernieuwend waren, nu de aandacht en waardering lijkt te verschuiven naar projecten die vooral vernieuwend zijn in de manier waarop een min of meer conventioneel gebouwconcept is uitgewerkt en gematerialiseerd.’ In het licht daarvan is de bekroning van Museum Belvédère in Oranjewoud, een ontwerp van Eerde Schippers van Inbo, te begrijpen. De jury prees de ‘voorbeeldige integratie van architectuur en landschap.’ Dit project laat zien ‘dat bouwen in het landschap – als je het goed doet – geen aantasting van het schaarse open landschap hoeft te betekenen, integendeel.’ Het jaar daarop won Jo Coenen van Coenen & Co met de Vestedatoren in Eindhoven. Volgens de jury is dit een ‘stedenbouwkundige precisieoperatie in een voormalig niemandsland.’ Verder prees de jury de eigenzinnigheid van het gebouw ‘in zijn schaamteloze flirt met traditionele, iconografische beelden, die in ieders geheugen zijn opgeslagen’ en speelden in de beoordeling ‘de zorgvuldigheid en elegantie’ van deze architectuur een rol in de keuze om dit project te bekronen. In 2008 ging de prijs naar Station Amsterdam Bijlmer ArenA, waarvan het dak op de jury een ‘buitengewone’ indruk maakte: de ‘weergaloze dynamiek, lichttoetreding en ruimtelijkheid in een even genereus als adembenemend gebaar dat het station vormt’, zo omschreef de jury het. Dit ontwerp van Neven Sidor van Grimshaw & Parners en Jan van Belkum van Arcadis heeft geleid tot ‘een superieur stationsgebouw’ dat ‘met zijn weergaloze uitstraling en zijn vanzelfsprekende ligging uniek is in Nederland. Het heroïsche gebouw is op alle fronten een toonbeeld van vakmanschap.’ In 2009 koos de jury voor Forensisch Psychiatrisch Centrum De Oostvaarderskliniek in Almere van Martien Jansen en zijn bureau Studio M10, dat de jury omschreef als: ‘Een gevangenis is een gesloten bastion, althans zo staat zij op het netvlies gebrand. De tbs-kliniek in Almere logenstraft dit verwachtingspatroon. Het is een opmerkelijk tralieloos en transparant gebouwencomplex, vlakbij een woonwijk, waarin geraffineerd is gespeeld met openheid en geslotenheid. De jury is erg onder de indruk van de interpretatie van de opgave en van de uitmuntende manier waarop een complexe opzet is gebaseerd op het principe van de herhaling.’ Meer in het algemeen constateerde de jury vorig jaar, in een variant op de observatie over vakmanschap uit 2006, dat ‘uit de nominaties een herwaardering blijkt van een meer klassieke opvatting van architectuur: minder snel en trendy, meer inhoud en vakmanschap, beter overdacht.’

BNABLAD #03/10

Behalve dit vakmanschap delen de architecten van het BNA Gebouw van het Jaar dat ze man zijn, en achterin de vijftig. Slechts een winnaar was op het betreffende moment nog substantieel jonger (Eerde Schippers, geboren in 1956) en een aanzienlijk ouder dan gemiddeld, Jan van Belkum (geboren in 1937). Diens coarchitect Neven Sidor van Grimshaw & Partners behoort echter tot dezelfde generatie als Jo Coenen (geboren 1949), Martien Jansen (geboren 1950), en Koen van Velsen (geboren in 1952) die zich dit jaar in de rij winnaars voegt. Als er na vijf ronden van de prijs een voorlopige conclusies kunnen worden getrokken, dan is het dat het bekroonde gebouw steeds een rijp werk is, van een architect met ruime ervaring, en een leeftijd die hoger ligt dan die van het gemiddelde

Beeld Revalidatiecentrum Groot-Klimmendaal. Ontwerp: Koen van Velsen, architectenbureau Koen van Velsen. Foto’s: René de Wit

Van Velsen heeft alles wat hem tegenstaat aan de gemiddelde ziekenhuisomgeving vermeden BNA-lid, dat net jonger dan vijftig is. Statistisch gezien zijn vijf rondes te weinig om tot stellige gevolgtrekkingen te komen, maar dat van de vijf Nederlandse architecten er een aan de TU in Delft is opgeleid, twee aan de TU Eindhoven, en twee aan een Academie van Bouwkunst (in Groningen en Amsterdam) is een nuancering van de aanname dat de afdeling bouwkunde van de TU Delft de belangrijkste opleidingsplek is voor architecten: vooralsnog in elk geval niet voor

13


ARTIKEL Beeld Station Amsterdam Bijlmer ArenA, Amsterdam. Ontwerp: Jan van Belkum, ARCADIS Architecten en Neven Sidor, GrimshawArchitects. Foto: Robert Oerlemans

Beeld Museum Belvédère, Oranjewoud. Ontwerp: Eerde Schippers, Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen Architecten.

Beeld FPC de Oostvaarderskliniek, Almere. Ontwerp: Martien Jansen, Studio M10. Foto: René de Wit

Beeld Vesteda Toren, Eindhoven. Ontwerp: Jo Coenen en Geert Coenen, Jo Coenen & Co Architekten. Foto: Kim Zwarts

winnaars van de BNA Gebouw van het Jaarprijs. De vijf winnende gebouwen zijn behalve rijp ook relatief omvangrijk. Drie van de vijf zijn openbaar of goeddeels openbaar toegankelijk: het museum, het station en ook de revalidatiekliniek, die niet alleen bedoeld is voor patiënten maar nadrukkelijk ook voor de buurt. De woontoren en de

Voor alle winnaars is de prijs een erkenning van de kwaliteit justitiële inrichting zijn niet openbaar, hoewel de laatste weer wel overheidsarchitectuur is. Slechts twee van de vijf gebouwen hebben een stedelijke context: de woontoren en het station. De tbs-instelling ligt aan de rand van Almere, de revalidatiekliniek aan de rand van Arnhem in de bossen, en het museum buiten Heerenveen. Dat is een verrassende verhouding voor iedereen die de overtuiging heeft dat er meer architectuur in de stad is te vinden dan daarbuiten.

14

Voor alle winnaars, voor de architecten maar ook voor de opdrachtgevers, geldt dat de bekroning – in Coenens woorden – ‘een bevestiging is, een erkenning van de kwaliteit.’ Schippers benadrukt net als Jansen dat de werking van de prijs ook is dat opdrachtgevers en potentiële opdrachtgevers meer vertrouwen geven. Geen van de winnaars tot nu toe kan echter een rechtstreeks effect of een direct (zakelijk) rendement van de prijs aanwijzen, wat zeker ook te maken heeft met het gegeven dat alle winnaars een ruime ervaring hebben, waardoor moeilijk is na te gaan wat het oorzakelijke verband is tussen de prijs en een nieuwe opdracht. En juist in deze economisch barre tijden geldt wat Jansen puntiger verwoordt dan wie dan ook: ‘De vraag is meer wat had het me gebracht als er geen crisis was geweest.’ De nieuwste winnaar Van Velsen verwacht niet dat het hem direct iets zal opleveren: ‘Ik hoop, en dat geldt dan niet speciaal voor mijn gebouw dat nu de prijs heeft gekregen maar in het algemeen, dat de aandacht voor het Gebouw van het Jaar kan bijdragen aan een sfeer waarin het belang wordt gezien van de architectuur om een iets betere wereld te maken.’

BNABLAD #03/10


RUBRIEK

■De Vondst

Waarom ziet een gebouw eruit zoals het eruitziet? De architect van het gebouw bespreekt een slimme oplossing in zijn ontwerp.

Tekst Kirsten Hannema Beeld bo2 architecten (links) Norbert van Onna (rechts)

Polyester gevelelement

samen met het plein aan de voorzijde, te verbijzonderen. Met een gesloten gevel, ovale ramen en een robuuste maatvoering wilden we een statement maken.’ In eerste instantie zouden de enorme gevelpanelen (15 × 1 m.) vervaardigd worden uit prefab polyesterbeton. Doordat de betonleverancier – de enige in Nederland die dit type beton binnen het budget kon leveren – en de aannemer echter ‘niet met elkaar klikten’, werd uiteindelijk gekozen voor polyester. De sandwichpanelen zijn 2,80 meter breed, bij een maximale hoogte van eveneens 2,80 meter. ‘Dat is groot, de maat van een slaapkamer’, zegt Van de Pol. Die grote maat maakt dat het gebouw zich in schaal kan meten met zijn omgeving. Maar de architect wilde het gebouw ook een bepaalde verfijning geven, die zichtbaar wordt wanneer je het benadert. Dan wordt de focus verplaatst naar het lijnenpatroon in de gevel en het relief in de panelen. Daar zijn nog heel wat studies aan vooraf gegaan. ‘We wilden repetitie in het patroon voorkomen, en zochten zodoende naar een vorm die kan draaien.’ Zo kwam bo2 uit bij de letter T – het logo van de gemeente Tilburg.

‘Een spontane vondst zou ik het niet willen noemen, het is een idee dat in de loop van anderhalf jaar stap voor stap zo is gegroeid’, zegt Dirk van de Pol van bo2 architecten over het polyester gevelelement dat speciaal voor het sportcom­ plex T-kwadraat in Tilburg werd ontwikkeld. Het ontwerp voor het zwarte sandwichpaneel, dat gedecoreerd is met een reliefpatroon van T’s, begon met de stedenbouwkundige situatie, legt Van de Pol uit. Op de gegeven locatie, aan de

BNABLAD #03/10

Stappegoorweg, ligt het gebouw enigszins weggedoken achter een, eveneens nieuwe, bioscoop en een woontoren. ‘De beste manier om het complex toch een duidelijk gezicht te geven, was om het,

Project Sportcomplex T-kwadraat en Ireen Wüst schaatbaan, 2009 Architect Bo.2 architectuur en stedenbouw i.s.m. van Hoogmoed architecten Opdrachtgever Consortium Stappegoor (Synchroon bv, Crapts onroerend goed bv, Bouwfonds ontwikkeling) Gevelproducent Smit Kunststoffen, Alkmaar

15


SERIE Netwerken

De goede buur

Veel architecten voelen zich ­verbonden met de BNA via hun kring. Daar ontmoeten ze lokale vakgenoten en zien ze hun ­belangen vertegenwoordigd in de regio. ––

Tekst Ellen Meijer

Ieder BNA-lid is automatisch verbonden aan een kring. Architecten kunnen zich aansluiten in de plaats waar ze wonen of waar ze werken. In totaal telt de BNA twintig kringen. Afgelopen jaar stond hun rol ter discussie bij het denken over een nieuwe BNA-verenigingsstructuur. Een voorstel tot opheffing van de besturen van de kringen had echter onvoldoende draagvlak.

’Kringen maken de BNA lokaal zichtbaar’ Lonneke Bakkeren, regiocoördinator Delta

Beeld Kring Midden-Brabant op excursie. ‘We zijn een bovengemiddeld actief netwerk.’

16

‘Binnen het vakgebied bieden de kringen een netwerkfunctie. Architecten kunnen er op een laagdrempelige manier onderling contact leggen. Bovendien horen BNA-medewerkers via de kringen wat er op lokaal niveau speelt. Naar de buitenwereld is een aantal kringen gesprekspartner voor politiek, onderwijs, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties. Niet alle kringen zijn even actief. Hun functioneren hangt af van de inspanningen van de leden. Verder maakt het verschil of het netwerk zich in een stedelijke dan wel landelijke omgeving bevindt, welke speerpunten het bestuur heeft en de maatschappelijke positie van de kring. De ene richt zich meer op de netwerkfunctie, de andere meer op de architectuurpraktijk. De kringleden bepalen zelf de financiële bijdrage van de leden; het gemiddelde ligt op vijftig euro per lid per jaar. De BNA verstrekt ook een jaarbijdrage van 2.500 euro. Niet alle leden voelen zich met hun kring verbon-

BNABLAD #03/10


SERIE Netwerken

Beeld Kring Midden-Brabant: ‘Ons werk concentreert zich rond de Dag van de Architectuur.’

Beeld Kring Stedendriehoek bij Radio Kootwijk. ‘We zijn vakinhoudelijke activiteiten gaan bedenken om mensen bij elkaar te krijgen.’

den. Sommigen vinden het lokale niveau voor collegiale ontmoeting minder relevant en praten liever in breder verband over inhoudelijke thema’s, anderen achten de landelijke belangenbehartiging van primair belang. Toch stond tijdens de laatste Algemene Vergadering voor de meerderheid de toegevoegde waarde buiten kijf, want een voorstel om de kringbijdrage facultatief te stellen haalde het niet. Voor mij als regiocoördinator zijn de kringen nuttig omdat ze de BNA op lokaal niveau zichtbaar maken. Via dit kanaal dragen we landelijk BNA-beleid uit en koppelen we terug hoe architecten dat in de praktijk ervaren. We helpen elkaar bovendien met activiteiten en netwerken. Wat mij betreft een vruchtbare samenwerking met wederzijdse versterking.’

beurt in samenwerking met onze BNA-­ regiocoördinator. Ons werk concentreert zich rond de Dag van de Architectuur. Elke twee jaar schrijven we een prijsvraag uit voor alle architecten in dit gebied. Het andere jaar kunnen BNA-leden gerealiseerde projecten indienen voor het Gebouw van de Kring. Door het jaar heen organiseren we Architectencafés. Dat zijn lezingenreeksen met een thema. In 2009 gingen ze over wat architecten in het verleden hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de stad Tilburg. We merken dat veel leden zich sterker betrokken voelen bij de kring dan bij de BNA. Ze kunnen samen iets betekenen voor hun omgeving, wisselen kennis uit. De toegevoegde waarde zit in het kunnen terugvallen op een collega. Naar buiten toe zijn we op allerlei fronten vertegenwoordigd. We hebben regulier overleg met de gemeente Tilburg, worden gevraagd voor werkgroepen, praten met het onderwijs. Veel Brabantse bureaus ervaren dat landelijke beleidslijnen niet altijd op hen van toepassing zijn. Neem DBFMOconstructies, die zijn hier niet aan de orde. Het draait om relaties. We hebben een bouwsociëteit waarin aannemers, architecten, projectontwikkelaars en de gemeente elkaar ontmoeten. Verder werken we samen met het Centrum voor Architectuur en Stedenbouw Tilburg. Het CAST heeft mensen in dienst en krijgt subsidie. Bij ons is alles vrijwilligerswerk en we hebben steeds minder te besteden. Daarom maken we vaker van elkaars diensten gebruik. Dat gaat prima, onze leden nemen actief deel aan activiteiten van het CAST over architectuuronderwerpen in de stad.’

’Kunnen terugvallen op collega’s’ Arno Kolen, kringsecretaris Van den Hout & Kolen Architecten in Tilburg kring Midden-Brabant aantal leden: 70 ‘We zijn een bovengemiddeld actief netwerk, waarschijnlijk mede doordat we klein zijn. We hebben korte lijnen en een relatief groot bestuur. Tilburg voert de boventoon in de kring. We hebben hier een Academie voor Bouwkunst waar veel mensen die in de stad werken hebben gestudeerd. We komen ook geregeld bij elkaar met de andere Brabantse en Limburgse kringen, dat ge-

BNABLAD #03/10

17


SERIE Netwerken

organiseren. Ons bestuur telt zeven leden, daardoor zijn niet alsmaar dezelfde mensen aan de beurt. De kring krijgt steeds meer vorm. We trekken jonge architecten, maar ook BNA-leden die zich al jaren niet meer lieten zien. Misschien speelt de tijdgeest mee. We kunnen niet langer als losse eilandjes fungeren. Meer delen luidt het devies en in dat opzicht biedt de kring meerwaarde. Binnen de groep ontstaan weer nieuwe netwerkjes, bijvoorbeeld over BIM. Dat enthousiasme geeft energie.’

’BNA-lid vanwege de kring’ Jovita Dorigo, kringvoorzitter functie: architect bij Archikon in Goes kring Zeeland aantal leden: 47 Beeld Kring Zeeland: ‘De kring voorziet in een culturele en vakinhoudelijke uitwisseling.’

’Meer delen geeft energie’ Hans Roothaert, kringvoorzitter functie: directeur-eigenaar Architectenburo Vorm³ in Heerde kring Stedendriehoek aantal leden: 75 ‘Een paar jaar geleden stapte ik over van Zwolle naar de kring Stedendriehoek. Dat bleek een ingeslapen netwerk. Ik wilde de boel best oppeppen en meer leden hadden daar oren naar. We zijn vakinhoudelijke activiteiten gaan bedenken om mensen bij elkaar te krijgen. Dat werkte aanstekelijk, maar er zat nog geen lijn in. Ondertussen werd ik kringvoorzitter en sloten zich meer mensen aan bij het bestuur. Met die groep hebben we een programma opgesteld met een duidelijke richting en doelstelling. Hoogtepunten van afgelopen jaar waren een Pecha Kucha Night en een bezoek aan Materia in Enter, een bedrijf dat tot voor kort bijzondere bouwmaterialen presenteerde. In samenwerking met Bouwhuis Apeldoorn hebben we een workshop gegeven over energieneutraal bouwen. Dit jaar maken we een boek over onze activiteiten in 2009. Daarin stellen ook kringleden hun bureau voor. Het boek moet hen onder de aandacht brengen bij overheden en bedrijven. De frustratie leeft dat er lijstjes met architecten rond gaan die altijd als eerste worden gebeld. Wij willen bevorderen dat opdrachtgevers verder kijken. Een kring levend houden vraagt dat je mensen actief benadert. Het doel is elke zes weken iets te

18

‘Wij participeren in een driehoeksverhouding met Het Zeeuwse Gezicht en het Centrum voor Beeldende Kunst Zeeland. Het CBK ondersteunt ons bij het architectuur- en stedenbouwkundig jaarprogramma dat we samen met Het Zeeuwse Gezicht vorm geven. In 2009 luidde het thema “Verblijf in Zeeland”. Tijdens lezingen belichtten we bijvoorbeeld de komst van 300 studenten van de Roosevelt Academy naar Middelburg. Er waren ook workshops waarin gemeenten locaties konden inbrengen die ze onvoldoende benutten. Werkgroepjes van stedenbouwkundigen, architecten en kunstenaars hebben voor zes locaties voorstellen uitgewerkt. Het thema van 2010, “laagWATER”, verwijst naar de stagnatie in opdrachten en de bezinning die de crisis teweeg lijkt te brengen. De kring voorziet in een culturele en vakinhoudelijke uitwisseling. Verder komen we op voor onze beroepsgroep. Vorig jaar maakten we ons zorgen dat veel architectenbureaus in Zeeland droog vielen. Dat kwam deels door de crisis, maar we zien ook dat gemeenten zich steeds meer richten op grote projecten en daarvoor grote bureaus inschakelen. Om onze leden zichtbaar te maken hebben we een pamflet geschreven waarmee we langs wethouders zijn geweest. Dat heeft de lokale architecten weer op de kaart gezet. Tot nu toe richten we ons vooral naar buiten. Afgezien van twee kringbijeenkomsten per jaar zijn bij al onze activiteiten anderen betrokken. Mogelijk gaan we meer doen voor de eigen kring om de minder actieve leden sterker te binden. Met het voorstel van de BNA om de kringen gelijk te trekken met andere netwerken voelden we ons tekort gedaan. Wij vinden dat de kring een unieke rol heeft omdat we de laagdrempelige instap vormen voor de landelijke organisatie. Driekwart van onze leden zegt BNA-lid te blijven vanwege de kring. Juist dat lokale waarderen ze.’

BNABLAD #03/10


ARTIKEL

De onzekere toekomst van samenwerking bij Europese aanbestedingen De BNA signaleert bij Europese aanbestedingen twee tegengestelde ontwikkelingen. De opdrachten worden steeds groter waardoor samenwerking met andere partijen aan de inschrijving noodzakelijk is. Opdrachtgevers stellen echter steeds vaker nadere eisen aan samenwerkingsvormen; het aantal combinanten wordt beperkt en op onderaannemers mag slechts door één gegadigde een beroep worden gedaan. ––

Tekst Evelien van Es met medewerking van Nelleke van Thiel-Wortmann

Architecten moeten niet beperkt worden in het kiezen van de partijen waarmee ze willen samenwerken, vindt de BNA. Niet alleen leiden deze beperkingen tot onterechte uitsluiting van vele geschikte partijen, ook de opdrachtgever snijdt zich hiermee in de vingers. Het kan namelijk gebeuren dat hij de voor de opdracht meeste geschikte landschapsarchitect misloopt, omdat deze zich al aan een van de niet-winnende architectenbureaus had verbonden. Of hij loopt de meest geschikte architect mis, omdat die er in de run op het geringere aantal constructeurs niet in slaagde een voor de opdracht benodigde constructeur aan zich te binden.

Beperking of verruiming? Frank Segaar (de Architekten Cie.) schetst het probleem waar architecten tegenaan lopen als volgt: ‘Opdrachtgevers kaderen de aanbesteding dusdanig in, dat de vrije keus van inschrijven steeds moeilijker wordt. Opdrachtgevers vragen niet alleen een architect, maar een heel bouwteam. Er zijn verhoudingsgewijs echter veel minder technische adviseurs dan architecten. Dus wie het eerst komt, het eerst maalt. Een andere werknemer van hetzelfde bedrijf inschakelen kan niet; ook niet een werknemer van een nevenvestiging aan de andere kant van het land. Het hele bedrijf wordt namelijk als combinant beschouwd. Bovendien stelt de opdrachtgever niet alleen aan de architect, maar aan alle combinanten dezelfde

BNABLAD #03/10

hoge eisen, waardoor nog minder technische adviseurs overblijven. Omdat veel architecten geen partijen meer kunnen vinden, kunnen zij niet aan een aanbesteding meedoen.’ Dik van Manen (juridisch adviseur AT Osborne) deelt de mening van de BNA en Segaar niet: ‘De mogelijkheden voor combinatievorming, met inachtneming van de recente jurisprudentie op dat punt, zijn serieus verruimd, nu partijen binnen een groep van ondernemingen de mogelijkheid hebben om in meerdere combinaties, hetzij als combinant, hetzij als onderaannemer, mee te doen. Gelet op het feit dat het hier om recente

Horizontale samenwerking Combinatieovereenkomst Van een combinatieovereenkomst is sprake als twee of meer zelfstandige ondernemingen gezamenlijk op een aanbesteding inschrijven. Partijen zijn dan gezamenlijk gegadigde. De aanbestedende dienst wordt opdrachtgever van alle combinanten. Deze vorm van samenwerking wordt ook wel horizontale samenwerking of combinatievorming genoemd. Verticale samenwerking Onderaanneming Als een architect inschrijft op een aanbesteding, kan hij aangeven dat hij na verwerving van de opdracht gebruik zal maken van de diensten van onderneming X. Alleen de architect is dan gegadigde in de aanbestedingsprocedure, en alleen hij is opdrachtgever van ondernemer X, niet de aanbestedende dienst. Deze vorm van samenwerking wordt ook wel verticale samenwerking of onderaanneming genoemd.

19


ARTIKEL

Dick van Manen

Frank Segaar

Henk Nij Bijvank

uitspraken gaat zal dit nog niet algemeen bekend zijn. Het spreekt vanzelf dat vanuit het oogpunt van transparantie, zuivere marktwerking en het voorkomen van collusie bij het indienen van de inschrijvingen, partijen moeten kunnen aantonen dat de verschillende inschrijvingen wel op een onafhankelijke wijze tot stand zullen komen. Wij hebben ervaren dat dit, zowel wat betreft het stellen van eisen als het daadwerkelijk kunnen aantonen van deze onafhankelijkheid nog niet zo eenvoudig is.’ Van Manen begeleidt de aanbesteding van de nieuwbouw van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Radboud Universiteit Nijmegen. Deze aanbesteding is onder architecten omstreden vanwege de beperkingen die zowel aan combinaties als aan onderaanneming zijn gesteld. Inschrijving in combinatie of met onderaanneming was mogelijk, maar daarbij gold een maximum van drie combinanten, onderaannemers mochten zich slechts één keer inschrijven, en bij de referentieprojecten moest gewerkt zijn met de onderaannemers waarop in de onderhavige procedure een beroep werd gedaan. Van Manen verklaart waarom AT Osborne gewoonlijk adviseert het aantal combinanten tot drie te beperken: ‘Dat is gedaan om te voorkomen dat er voor combinanten zodanig complexe gezagsverhouding ontstaan dat dit tot problemen voor de aanbesteder leidt tijdens de uitvoering van de overeenkomst. Onze ervaring leert dat dit een reëel probleem is bij combinaties met meer dan drie combinanten. Voor een, ook voor de opdrachtgever, hanteerbare samenwerking met combinaties van partijen adviseren wij daarom normaal gesproken om het aantal combinanten tot drie te beperken. Daarnaast is aan het aantal onderaannemers geen beperkingen gesteld en was er geen verplichting om bij referentieprojecten samengewerkt te hebben met onderaannemers waarop een beroep werd gedaan.’

20

Yushi Uehara

Segaar meent dat de steeds strikter wordende regelgeving uiteindelijk ook leidt tot een beperking van keuzemogelijkheden voor de opdrachtgever. ‘Het zijn steeds dezelfde ontwerpteams die inschrijven. Deze groepsvorming zie je al bij PPSconstructies en die kant gaat het ook op met de Europese aanbestedingen. Dat verkleint de markt aanzienlijk. Niet alleen voor architecten, maar uiteindelijk ook voor opdrachtgevers.’ In het geval van de Faculteit der Rechts­ geleerdheid merkt Van Manen op dat de veronderstelde beperkingen in de praktijk van deze aanbesteding niet tot een serieuze beperking van het aantal geschikte gegadigden heeft geleid. ‘Uiteindelijk bleken er veertien (combinaties van) gegadigden te kunnen voldoen aan de door ons gestelde minimumeisen. Van een substantiële verkleining van de markt, zoals architecten als argument tegen deze voorwaarden aanvoeren, is in mijn ogen dan ook geen sprake.’ De BNA vindt de recente ontwikkelingen zorgelijk, en gaat hierover in gesprek met instanties als NEPROM, VNG, Aedes en de Rijksgebouwendienst. Ook de bouwmanagementbureaus worden benaderd.

Combinaties van architecten zijn niet langer zonder meer toelaatbaar Tot voor kort bestond er een vrijstellingsbesluit op grond waarvan alle combinatieovereenkomsten waren toegestaan. Dit vrijstellingsbesluit is inmiddels vervallen. Daarvoor in de plaats heeft het ministerie van Economische Zaken ‘Beleidsregels Combinatieovereenkomsten’ opgesteld. Aan de hand van deze beleidsregels toetst de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) of bepaalde combinaties wel of niet in strijd zijn met het kartelverbod. Combinatieovereenkomsten tussen ondernemingen die geen concurrenten van elkaar zijn, maar

BNABLAD #03/10


ARTIKEL

die complementaire specialismen bundelen (zoals een architect en een ingenieur), zijn in principe toegestaan. Ook van combinaties van architectenbureaus die elkaars specialisme aanvullen (bijvoorbeeld een nieuwbouwarchitect en een restauratiearchitect), verwacht de BNA geen mededingingrechtelijke complicaties. Anders ligt dat bij combinaties waarbij een groot bureau samenwerkt met een klein bureau, of een ervaren bureau met een minder ervaren bureau. De beleidsregels zeggen hierover: ‘Als voor één of meer partijen bij een combinatieovereenkomst, de opdracht zelfstandig uitvoerbaar is, kan de combinatieovereenkomst mogelijk wél ontoelaatbaar zijn. In dat geval moet er gekeken worden naar het effect van de combinatie op de concurrentie op de markt.’ Dit kan mogelijk betekenen dat het aangaan van dergelijke combinaties niet geheel zonder risico is. Het grote en ervaren bureau is immers in staat de opdracht zelfstandig uit te voeren. Volgens Yushi Uehara (architectenbureau Yushi Uehara Zerodegree Architecture) zijn drie elementen van het samenwerkingsverband van belang voor de opdrachtgever: de creativiteit van de architect, het architectenbureau als een kwaliteitsmachine, en technische gegevens als harde feiten. ‘De ene opdrachtgever wil alleen een ontwerp of idee, de andere ook nazorg. Ik kan een ontwerp of idee leveren en nazorg bieden, maar voor nazorg bij grootschalige projecten zoek ik liever aansluiting bij een groot bureau dat dergelijke faciliteiten kan bieden.’ Niet alleen het kleine bureau heeft voordeel bij samenwerking. Segaar: ‘Mits er een synergievoordeel bestaat, is de combinatie ook voor grote architectenbureaus interessant. Door specifieke kennis van kleine bureaus binnen te halen, kan de combinatie de markt verbreden en zich met onderscheidende ontwerpen profileren. De opdrachtgever heeft er ook voordeel bij; door deze combinaties krijgt hij de kans om andere architecten te ontmoeten.’ Een recent voorbeeld van een Europese aanbesteding van architectendiensten is het stadhuis van Almelo. De inschrijving stond open voor combinaties met kleine en jonge bureaus. Henk Nij Bijvank (projectmanager gemeente Almelo): ‘Omdat het in Almelo om een grote en prestigieuze opdracht gaat, wilden we een architect met veel ervaring. Maar wij hebben kleine en onervaren architecten wel de mogelijkheid geboden om met een groot en ervaren bureau in te schrijven. Dat is zelfs nadrukkelijk geformuleerd. Maar er heeft zich geen enkele combinatie ingeschreven.’ Nij Bijvank loopt het lijstje af. Het zijn voornamelijk de gevestigde Nederlandse bureaus die zich voor de aanbesteding van het Almeloos stadhuis hebben ingeschreven. Het wekt bij Uehara geen verbazing dat weinig combinaties op Europese aanbestedingen in-

BNABLAD #03/10

schrijven. Vanwege de omslachtige procedure die de strikte reglementering met zich meebrengt, kost het zeer veel tijd om in te schrijven. ‘Als aanbestedingsprocedures genormaliseerd zouden zijn en opdrachtgevers een protocol zouden hanteren, zou het voor architecten veel eenvoudiger en minder tijdrovend zijn om te filteren of het wel de moeite loont om mee te doen.’ Segaar begrijpt de handelswijze van de opdrachtgever, maar meent dat hij zich in de vingers snijdt door voorbij te gaan aan het concurrentiebeginsel. ‘Opdrachtgevers willen alle risico’s uitbannen en stellen daarom zulke hoge eisen. Dat heeft als neveneffect dat kleine architectenbureaus geen kans krijgen, terwijl ze een dergelijke opdracht best aankunnen. Het gaat erom dat je het project georganiseerd krijgt, niet om de grootte en omzet van het bureau.’

Architectencombinaties stimuleren nieuw talent en innovatie De BNA is groot voorstander van combinaties waarbij kleine en onervaren bureaus de kans krijgen in het kielzog van een groot en ervaren bureau mee te doen aan een aanbesteding. Zelfstandig voldoet een klein en onervaren bureau niet aan de selectie-eisen (omzet en ervaring), in combinatie wel. Zulke combinaties stimuleren nieuw talent en stimuleren daarmee de innovatie. De BNA hoopte dan ook dat dergelijke combinaties door de NMa toelaatbaar zouden worden geacht. Maar dit is niet het geval, zo blijkt uit de volgende email van de NMa: ‘De NMa verwijst naar de Beleidsregels Combinatieovereenkomsten voor een gedetailleerd beoordelingskader, maar geeft aan dat als bijvoorbeeld twee architectenbureaus uitsluitend in combinatie kunnen inschrijven op een aanbesteding – en om wat voor reden dan ook ieder voor zich niet zelfstandig – het vormen van een combinatie volgens de beleidsregels is toegestaan. Omdat de twee bureaus ieder voor zich niet zelfstandig kunnen inschrijven, wordt door het vormen van de combinatie het aantal inschrijvers immers niet beperkt.’ De NMa gaf aan nog geen zaken behandeld te hebben waarop de Beleidsregels konden worden toegepast. Het is dan ook nog niet te voorspellen in hoeverre de NMa daadwerkelijk zal ingrijpen indien een groot en een klein bureau – zonder aanvullende specialismen – een combinatie vormen.

De Beleidsregels Combinatieovereenkomsten zijn te vinden op www.bna.nl/helpdesk

21


ARTIKEL

Beeld De Witte Keizer, Rotterdam. Ontwerp: KCAP. Foto: Jan Renier van der Vliet

Parkeer­oplossingen op zakformaat Parkeren heeft zich naar voren gedrongen als conditio sine qua non van een goed stedenbouwkundig ontwerp. Nog voor de eerste schets gemaakt wordt, moet de parkeerbalans kloppen. Het Zakboek Parkeren voor de Woonomgeving biedt creatieve oplossingen. ––

Tekst Kees de Graaf Foto’s Jan Renier van der Vliet, uit besproken boek

Van goede ideeën weet je vaak nog wel waar en wanneer ze werden geboren. Dat geldt zeker voor het Zakboek Parkeren voor de Woonomgeving, dat de voormalige BNA-studiestichting Stawon (inmiddels opgegaan in BNA Onderzoek) heeft opgesteld. Architect en Stawon-bestuurslid Joost Hovenier (Wingender Hovenier Architecten) reconstrueert: ‘Drie jaar geleden zaten we tijdens een excursie in de trein van Warschau naar Krakau bij elkaar voor een bestuursvergadering. Ik liep zelf al een tijdje rond met het idee om een keer iets aan parkeren te doen, omdat ik in mijn eigen praktijk had gemerkt hoe belangrijk dat thema was geworden. Het bestuur nam dat idee enthousiast over en al snel waren we het erover eens dat het weer een

22

Zakboek moest worden.’ Eerder had Stawon al een Zakboek over de woonomgeving gemaakt en die formule was goed bevallen: een compact vormgegeven inventarisatie van voorbeeldige projecten, die dient als inspiratie en lering voor ontwerpers die worstelen met deze materie.

Groei aantal auto’s Want dat van een worsteling sprake is, mogen we gerust opmaken uit de woorden van Liesbeth Brink (Brink architectuur & stedenbouw), die samen met Hovenier de totstandkoming van het Zakboek begeleidde. ‘Het parkeren is de afgelopen tien jaar steeds belangrijker geworden in stedenbouw­ kundige plannen. Sterker nog: als je geen goede parkeeroplossing vindt, kom je er niet uit. Voordat je tegenwoordig een streek op papier zet, bel je eerst de gemeente hoe het met parkeernorm zit en probeer je een goede parkeerbalans te vinden.’ Volgens Brink zijn er twee ontwikkelingen debet aan dit primaat voor de auto in de stedenbouw­ kundige planning: ‘Het autobezit blijft maar toenemen, in de komende tien jaar nog met 600.000 tot 2,2 miljoen exemplaren, volgens de cijfers van kennisplatform CROW. Die auto’s nemen steeds meer ruimte in en moeten ergens worden gelaten. Daar komt bij dat we veertig procent van de bouwproductie binnenstedelijk moeten gaan oplossen, waar het gebrek aan ruimte toch al nijpend is. Dat maakt de opgave buitengewoon urgent. We moeten voorkomen dat de kwaliteit van de leefomgeving onder druk komt te staan.’

BNABLAD #03/10


ARTIKEL

Gesprek aangaan Aan onderzoeker Frederique van Andel van de TU Delft (Leerstoel Woningbouw) werd gevraagd om inventieve parkeeroplossingen uit heden en verleden te inventariseren en onderzoeken. Brink: ‘Niet om ze één op één over te nemen, maar vooral om erdoor geïnspireerd te raken en het gesprek met je opdrachtgever hierover aan te gaan. De formule van het Zakboek is dat het gerealiseerde projecten in beeld brengt en zelf geen stelling neemt.’ De onderlinge vergelijkbaarheid van de projecten is bevorderd door op vergelijkbare wijze te analyseren, tekenen en fotograferen. Ook zijn de kosten van de parkeeroplossingen door Inbo Adviseurs inzichtelijk gemaakt. Dat alles met een positieve insteek, aldus Brink: ‘Met het Zakboek laten we zien dat een goede parkeeroplossing juist een versterking van een plan kan betekenen. Mits er op tijd voldoende aandacht wordt geschonken en het parkeren op een integrale manier in de planontwikkeling wordt behandeld. Dat levert voor iedereen winst op.’

parkeergarages in de wijk. Of een plan uit Doorwerth waarbij de gemeente al vroeg een stringent parkeerbeleid heeft gehanteerd, nota bene voor een locatie in het bos. Het resultaat is dat er bij de woningen ondergronds wordt geparkeerd en de kwaliteit van het complete woonmilieu erop is vooruit gegaan. En dat voor een plan in lage dichtheden, buiten de Randstad. Het bos loopt hier door tot aan de woningen, heel bijzonder. Die veelvormigheid van de beschreven voorbeelden is naar mijn idee zeer vruchtbaar.’

‘Als je geen goede parkeeroplossing vindt, kom je er niet uit.’

Breed palet Het Zakboek Parkeren brengt een kleine dertig projecten in beeld, met een behoorlijke diversiteit: van hoogstedelijk tot landelijk, uit diverse tijden en verspreid over Nederland. Ook zijn een essay en een verslag van een rondetafelgesprek in het boek opgenomen, waarin verschillende disciplines – onder andere ontwikkelaars en beleidsmakers – hun perspectief op parkeren geven. Joost Hovenier is blij met het resultaat: ‘Het is een handzaam inspiratieboekje, waar we prima op kunnen terugvallen. Het geeft overzicht, maar laat ook zien wat de onderliggende mechanismen zijn die op elkaar inwerken. En welke consequenties dat heeft.’ Interessant vond Hovenier dat een aantal onbekende projecten uit het wat verdere verleden is teruggevonden, die ook nu nog steeds actueel zijn. ‘Er zaten echte verrassingen bij, zoals een plan in Zoetermeer van architect Benno Stegeman waarbij het parkeren is opgelost in kleinschalige

BNA Onderzoek gelanceerd Met de feestelijke presentatie van het Zakboek Parkeren voor de Woonomgeving is onlangs BNA Onderzoek gelanceerd. BNA Onderzoek is de nieuwe en verbrede onderzoekspoot van de beroepsvereniging, waarin de studiestichtingen van de BNA (Stawon, Staro en naar alle waarschijnlijkheid Stagg - voor onderzoek naar woon-, onderwijs-, zorggebouwen) zijn opgegaan. De bundeling van expertise, aangestuurd door een programmateam (Nathalie de Vries (voorzitter), Siebren Baars, Peter Defesche, Anke van Hal, Ton Venhoeven, Pieter van Wesemael), moet leiden tot een betere inhoudelijke afstemming en daarmee tot een meerjaren onderzoeksprogrammering voor de BNA – voor en door de leden.

Beeld Gerard Noodtstraat, Nijmegen. Ontwerp: Dick van Gameren en Bjarne Mastenbroek.

BNABLAD #03/10

Meer informatie op www.bna-onderzoek.nl

Beeld Parkflat Merlot, Den Haag. Ontwerp: J.J. (Co) Brandes.

23


rubriek

■opinie

Zoveel mensen, zoveel meningen. In deze rubriek komen verschillende mensen aan het woord over een speciaal onderwerp.

Discussie over de discussie Moeten architecten meer debatteren over architectonische kwaliteit? We vroegen het aan een architectuurhistoricus en drie architecten die zich kandidaat stelden voor de ledenraad. De antwoorden verschillen meer van elkaar dan gedacht: een belronde als aftrap voor een nieuw debat.

–– Tekst Willemijn de Jonge

Beeld Sander Stoepker

‘Huur een grote loods af en beoordeel de kwaliteit van het werk van BNA-architecten eens over de volle breedte.’ Thijs Asselbergs, architect/directeur architectuurcentrale Thijs Asselbergs ‘De BNA is naast Bond van Nederlandse Architecten ook de Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst. Het gaat dus niet alleen over cao’s en honorariums, maar ook over de culturele waarde van gebouwen. En die laat nog wel eens te wensen over. Wat om ons heen in stad en polder wordt neergezet, had vaak veel beter gekund. Er worden te veel projecten gerealiseerd waar de

24

architect liever geen ruchtbaarheid aan geeft. De beroepsgroep, en met name de BNA-architect, mag zich wel wat verantwoordelijker voelen voor de resultaten. Het besef moet doordringen dat je opdrachtgevers niet eindeloos naar de mond kunt praten, dat er een kwalitatieve grens is waar je niet onder wilt zakken. Je kunt kwaliteit van bovenaf stimuleren door de hele goede te onderscheiden, zoals bij het Gebouw van het Jaar gebeurt. Maar ik stel voor het ook andersom aan te pakken. Laten we de discussie over kwaliteit veel breder trekken en alle BNA-leden verplichten om niet alleen hun mooiste werk te laten zien, maar alles wat ze de afgelopen drie jaar hebben opgeleverd. Dan huren we een grote loods af en beoordelen we de kwaliteit van elkaars werk. Dat hoeft niet met de pers erbij, ik denk aan een besloten bijeenkomst waarin vakgenoten verantwoording aan elkaar afleggen over hun werk. Niet om elkaar af te branden, maar om te praten over de kwaliteit. En als er prutswerk tussen zit, moet je daar vragen over kunnen stellen. Het zou mooi zijn als de BNA ook voor de culturele component beleid gaat ontwikkelen. Er wordt nu vooral gepraat over architectuur van opvallende kopstukken als Soeters of Benthem Crouwel; het middle of the road segment komt nauwelijks aan bod. Er is niets mis met middle of the road, maar het kan vaak wel beter. Ik denk dat het interessant is om te onderzoeken waar

dat aan ligt. Als de BNA een kwaliteitskeurmerk wil zijn, moeten ze er ook voor zorgen dat hun leden optimaal presteren. Het toetsen van het werk van leden op culturele, gebruiks- en toekomstwaarde kan daaraan bijdragen.’

‘Ik heb geen behoefte om elkaars werk af te kraken’ Joost Vos, architect/partner Benthem Crouwel ‘De architectonische kwaliteit kan bij sommigen omhoog natuurlijk, maar ik heb niet zo’n behoefte aan meer debatteren. Je kunt op allerlei plaatsen terecht als je wilt praten over architectuur, er zijn platforms genoeg. De BNA doet ook behoorlijk veel: de BNA Academie, het Gebouw van het Jaar,

BNABLAD #03/10


rubriek

het BNA blad. Ik ben daar vrij positief over. Ik heb het idee dat architecten uit zichzelf altijd al heel kritisch naar eigen en andermans werk kijken. Hoe stel je je zo’n beoordeling dan voor? Moeten we elkaars werk gaan afkraken? Er zullen altijd goede en slechte architecten blijven. De mensen die zich daadwerkelijk voor dit vak interesseren zijn er uit eigen beweging al dag en nacht mee bezig, ik geloof niet zo in afdwingen. Het is de verantwoordelijkheid van de architect zelf om de kwaliteit van zijn werk en de professionaliteit van zijn manier van werken in de gaten te houden. Het lijkt me een beetje gevaarlijk om die verantwoordelijkheid bij de BNA te leggen. Want wat doe je als blijkt dat bepaalde architecten niet voldoen aan de criteria, moeten we die dan royeren? Vooropgesteld dat je het eens kan worden over de criteria. Het lidmaatschap van de BNA zou wel iets moeten zeggen over de kwaliteit van een architect of bureau, maar ik zie een ballotage niet zitten.’

‘Je mond houden, is je taak als kunstenaar in een culturele setting veronachtzamen’ Dirk Baalman, architectuurhistoricus en adjunct-directeur Het Oversticht ‘Architecten manifesteren zich veel te weinig in het openbare debat, de wereld merkt nauwelijks iets van de mening van de architect. Architecten die statements doen over de kwaliteit van de architectuur zijn een uitzondering, en altijd dezelfde. Het schrijven en spreken over de kwaliteit van het werk wordt meestal gedaan door journalisten en architectuurhistorici, zelden door

BNABLAD #03/10

de ontwerpers zelf. Daarom vind ik die rubriek aan het begin van het BNABlad zo leuk waarin de ene architect vertelt wat hij zo goed of interessant vindt aan een project van een ander. Wat mij betreft mag de beroepsgroep zich veel actiever opstellen in het debat. Dat begint bij de bond zelf, waar je als vakbroeders onder elkaar kunt bepalen wat je nu eigenlijk onder architectonische kwaliteit verstaat. Ik heb het gevoel dat de taken van de Koninklijke Maatschappij ter Bevordering van de Bouwkunst wat ondergesneeuwd zijn. Het voorstel van Asselbergs om elkaars projecten te bespreken vind ik zo slecht nog niet. Stap twee is het publieke debat, dat door iedereen gevoerd wordt, behalve door architecten zelf. Beleidsmakers en adviseurs zijn daarmee vaak de voren aan het ploegen, waarin de architect zijn zaadjes kan planten. Zo’n asymmetrie is niet bevorderlijk voor de kwaliteit. Ik denk dat de passieve opstelling van de meeste architecten te maken heeft met hun tegenstrijdige rollen als kunstenaar én ondernemer. Als ondernemer dreigen ze hun taak als kunstenaar in een culturele setting te veronachtzamen. Het is nuttig en nodig om daar iets aan te doen.’

maakt tussen vijf architecten? Dat leidt nergens toe, dat zijn vijf individualisten die hun mening langs elkaar heen verkondigen. We zijn niet in staat tot een goed gesprek over kwaliteit. En het beoordelen van elkaars werk wordt handgranaten gooien, dat gaat op een veel te negatieve toon. Kortom, debatteren over kwaliteit met zijn allen heeft geen zin. Mijn stelling is heel simpel: de architectonische kwaliteit is te laag omdat onderwijsinstellingen gigantisch tekort schieten. Daar moet je als BNA wat aan proberen te doen. Wij hebben momenteel een vacature op ons kantoor. De sollicitanten die van de TU Eindhoven en de academies in Arnhem en Maastricht komen, hebben echt een rampzalig niveau. Ik denk dat dat is omdat die instituten betaald worden per student. Er zitten teveel studenten tussen die beter iets anders hadden kunnen kiezen. Naast het slappe toelatingsbeleid is er nog iets wat misgaat. De aanpak is verschoven van ambachtelijk naar quasi-wetenschappelijk. Vroeger leerde je ontwerpregeltjes waarop je kon terugvallen, maar die zijn in de afgelopen decennia bewust overboord gegooid. Wij zijn stuk voor stuk componisten, maar we hoeven kennelijk niet meer te leren hoe je nou eigenlijk een gevel componeert. Je moet met het huidige onderwijs wel een uitzonderlijk natuurtalent zijn wil je een goede architect worden. Aan architectonische kwaliteit moet dus absoluut iets gedaan worden, maar ik zou het bij de wortel aanpakken, niet met een debat.’

Beeld Jannes Linders

‘Zo’n debat over kwaliteit wordt een Poolse landdag. Je kunt dit probleem beter bij de wortel aanpakken: dat is het onderwijs.’ Rob Kleuskens, architect/directeur Loxodrome architects & planners ‘Heb je wel eens een debat meege-

Reageren? Mail naar redactie@bna.nl

25


DOSSIER

■dossier BIM

Onderwerpen uit de dagelijkse praktijk van de architect worden in een uitgebreid dossier van alle kanten belicht.

BNA en BIM • Iedereen snakt naar kennis over de praktijk van BIM. Daarom vormen veertien bureaumanagers in de BNA-regio Delta een BIM-netwerk dat twee keer per jaar bijeenkomt. BNA-regiocoördinator Lonneke Bakkeren: ‘We praten bijvoorbeeld over opleidingen. Doe je dat intern of extern, hoeveel dagen duurt het? Aan je eerste BIM-project ben je zo vier weken extra manuren kwijt. De groep BIM-voorlopers groeit, dus ik zie mogelijkheden voor zo’n netwerk in andere regio’s’ BNA-leden kunnen bij de regiocoördinatoren terecht voor het starten van een eigen BIM-netwerk. • Innovatienetwerk Syntens, BNA en adviesbureau Spekkink C&R komen met praktische workshops voor bureaus die de stap naar BIM willen maken. Zo’n traject duurt een jaar. • Op verzoek van de BNA en NLingenieurs werkt Dik Spekkink aan een BIMversie van de Standaard Taakbeschrijving: ‘De verschuiving van werk uit de bestekfase naar het voorlopig ontwerp moet ook gevolgen hebben voor het honorarium. Architecten zijn doodsbenauwd dat een opdrachtgever in een BIM-project afhaakt na de VO-fase. Dan hebben ze er meer uren ingestoken dan verantwoord voor het standaardhonorarium en eindig je dus met een flinke scheur in de broek.’ Spekkink komt voor het eind van het jaar een voorstel en hij nodigt alle belangstellenden uit om daarover te discussiëren. ‘Ook opdrachtgevers en aannemers mogen meedoen.’ • De BNA richt dit voorjaar een klankbordgroep BIM op die het BIM-beleid van de BNA toetst aan de dagelijkse beroepspraktijk. • De BNA werkt samen met de Bouw Informatie Raad (BIR) en brancheorganisaties aan een succesvolle invoering van BIM in de hele bouwketen.

26

Als BIM meer dan een ­pilot moet zijn Tradities en ingesleten gewoontes moeten opzij voor een eerste project in een Bouw Informatie Model. Bureaus ontdekken dan dat BIM heel wat verandert aan overlegstructuren, informatie-uitwisseling en de organisatie - binnen en buiten de deur.

–– Tekst Miro Lucassen

Beginnen met BIM betekent sleutelen aan de motor van je bedrijf, zegt architectdirecteur Frederik Vermeesch van bureau Rijnboutt. ‘Als die gaat sputteren heb je echt een probleem.’ Na twee jaar voorbereiding schakelde Rijnboutt vorig jaar over op ArchiCAD. ‘Het is de toekomst. Net zoals we ooit de tekentafel aan de kant hebben gezet, maken we nu de stap naar 3D-tekenen, gekoppeld aan intelligente informatie.’ Met partners uit de keten in één computermodel werken is bij Rijnboutt nog nauwelijks aan de orde, ook niet toen een opdrachtgever interactief aan de slag wilde met alle betrokkenen. ‘Wij wisselden gegevens uit met de constructeur en de installatie-adviseur via het universele bestandsformaat IFC. Als je in één model werkt, moet je steeds van elkaar weten wat de wijzigingen zijn. Daar zitten behoorlijk wat haken en ogen aan.’ Uitwisselen met constructeurs verloopt het soepelst, merkt Vermeesch. ‘Momenteel werken wij bijvoorbeeld aan een bioscoop. De staalconstructie kunnen we direct inlezen in ons ArchiCAD-model. Maar bij installatie-adviseurs moet het nog echt doordringen. Er moet nog veel gebeuren voor we werken op de manier die ons allemaal voor ogen staat. Iedereen beseft dit, maar je krijgt op dit moment de tijd en het geld niet.’ Constructeurs lopen voorop doordat BIM direct rendement oplevert in hun werk, zegt Hans Ketel van CAE Nederland. Hij bestrijdt faalkosten tijdens de uitvoering al jaren met Revit. ‘3D-informatie geeft ook

vakmensen veel meer inzicht dan 2D. Hoe beter de instructie, des te beter de uitvoering en dat is goed voor de veiligheid.’ Het verbaast hem niet dat installatie-adviseurs achterblijven in BIM-samenwerkingsvormen: ‘Zij zijn gewend niet verder te denken dan de besteksfase. De uitwerking gebeurt op de bouwplaats door de mensen met de handjes.’ Werken met BIM verschuift de uitwerking juist naar voren in het proces en dat heeft voor constructeur en architect ook zakelijke gevolgen, constateert Ketel: ‘Bij het voorlopig ontwerp gaat een doordacht 3D-plaatje met bankjes, groen en bestrating veel opdrachtgevers te ver. Ze zijn daar nog niet aan toe. Wij kunnen in zo’n VO ook de constructie niet uitwerken, want de opdrachtgever wil die kosten nog niet maken. Voor ons verschuift de uitwerking naar de uitvoering. Dan doen we het in opdracht van de aannemer en die bespaart op zijn faalkosten. Voor ons is dat wel werkbaar.’ Woonzorgcomplex Beth San in Aalten van Poolen Architekten won dit jaar de nationale competitie Hoe slim is uw BIM’ van TNO en Bouwend Nederland. Architect, constructeur en installatie-adviseur werkten gezamenlijk aan een model op basis van IFC. ‘Iedere partner voedt het model vanuit zijn eigen expertise en software. Op vooraf afgesproken momenten communiceerden we via het software-onafhankelijke IFC. Zo voerde onze installatieadviseur op basis van ons IFC-bestand zijn calculaties uit. Daarna kregen we een 3D-installatiemodel terug.’

BNABLAD #03/10


DOSSIER

dossier■ BIM

Herken een goed BIM Enthousiasme • Liever klein beginnen dan wachten op de grote doorbraak Paul Bos, Poolen Architekten: ‘Wij hebben de rol van BIM-manager naar ons toe getrokken. Wij willen investeren en anderen overtuigen, ook de opdrachtgevers. Wij tekenen alles in 3D met ArchiCAD en we voegen zoveel mogelijk relevante informatie toe aan het model. Zo werken we momenteel in al onze projecten. Een kleine BIM is ook BIM, zeg ik dan. Opdrachtgevers zijn er heel blij mee. Het draagvlak groeit bij alle partners.’ Basiskwaliteit • 3D-weergave van het hele ontwerp en de onderliggende delen; • Afspraken over standaarden voor bestandsuitwisseling; • Deelname van de belangrijkste partijen in het bouwproces: minimaal architect, constructeur, installatie-adviseur en een optie voor de opdrachtgever om mee te kijken; Paul Bos: ‘Je moet elkaars informatie vertrouwen om ermee te rekenen en terug te koppelen. Willen we die verantwoordelijkheid nemen? Als architect geef je veel informatie, anderen maken hun planning en kostencalculaties op die basis. Iedereen moet garant kunnen staan voor de informatie die hij inlevert.’ Frederik Vermeesch van Rijnboutt: ‘Bij een pilot staat iedereen open voor verandering. Daarbuiten wisselen wij graag informatie uit met constructeurs. We zien de meerwaarde van elkaar.’ Controle • Herhaalde clash control bij elke wijziging; Paul Bos: ‘Het softwarepakket Solibri is een middel om menselijke fouten uit het model te halen. Dat gaat om clash controle, dubbele plaatsingen van materiaal, ruimtes die niet op elkaar aansluiten. Tussen elke communicatieslag is zo’n controle nodig om te kunnen vertrouwen op elkaars gegevens. De opdrachtgever kan meekijken, want Solibri heeft voor hem een gratis viewer.’

BNABLAD #03/10

Standaarden • Information Delivery Manual legt vast wie welke informatie nodig heeft, in welke vorm en op welk tijdstip. Paul Bos: ‘Voor ons was het nulpunt de bovenkant van de afgewerkte vloer, de constructeur ging uit van de bovenkant van de constructieve vloer. Dan heb je centimeters verschil. Zo’n IDM achteraf herstellen betekent heel veel extra werk aan het gezamenlijke model. Wij hebben daarom ons eigen ArchiCAD-model aangepast zodat het aansloot op de informatie van de constructeur.’ Hans Ketel van CAE Constructeurs: ‘Maak wel goede afspraken over de rechten. Als ik een kolom teken en de architect vindt dat die op de verkeerde plek staat, dan moet hij niet de kolom verplaatsen, maar overleggen. Het gaat namelijk om de veiligheid. Softwarematig is dat prima te regelen, maar het grote belang is dat we stoppen met apart zoemen in onze eigen coconnetjes. Je moet echt praten met elkaar.’ Pluspunten • Aanvullende informatie, verslagen, brieven en rapporten te raadplegen in dezelfde computeromgeving als het 3D-model. • Overdracht gegevens energieverbruik en onderhoud aan afnemer; • Gegevens komen slechts op één locatie voor in de BIM-bestanden. • Integratie van het model met geografische informatiesystemen uit de omgeving van het gebouw. Zo kan bijvoorbeeld de brandweer in haar gegevens opnemen waar de brandkranen in het nieuwe gebouw zitten en hoe de vluchtwegen lopen. • Eén model waaraan alle partijen in het bouwproces direct bijdragen, zonder lokale kopieën, inclusief real time kennis over wijzigingen.

Bekende ­regels, nieuwe afspraken Samen aan een 3D-model werken verandert niets aan de wezenlijke taak van architecten, adviseurs en aannemers: aan het slot van het proces moet er op tijd een kwalitatief goed gebouw staan dat voldoet aan de wensen van de opdrachtgever. Toch is aandacht voor juridische kanten vereist, blijkt uit een recent artikel van directeur Monika Chao-Duivis van het instituut voor bouwrecht, tevens hoogleraar aan de TU Delft. Zij dringt aan op nieuwe standaardafspraken. Met of zonder BIM, iedereen blijft verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage. Wie een probleem ziet opduiken, is gewoon verplicht zijn partners daarop te attenderen. Werken de deelnemers in elkaars computermodel, dan moeten er afspraken liggen over de taakverdeling. Daaruit vloeit voort wie aansprakelijk is voor bepaalde aspecten en wie rechten bezit op wat er tijdens het proces wordt bedacht. Het niet om het instrument maar om de producten, betoogt Chao-Duivis. De constructie blijft een zaak van de constructeur en de algemene opzet van het gebouw ligt in handen van de architect. Gaat de opdrachtgever er tijdens het proces met het voorlopig ontwerp vandoor, dan is dat een onrechtmatige daad, net als wanneer hij een traditioneel plan op papier overneemt zonder toestemming. Bron: Juridische implicaties van het werken met BIM, door prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Tijdschrift voor Bouwrecht, maart 2009.

27


rubriek

■Reisbagage

Tekst Miloe van Beek Beeld Henk Boldewijn Beeld 1, 2 en 3 Ziekenhuis, Tanzania. Ontwerp: Anthony Folkers, 1990-2000

Goede ideeën zijn overal te vinden. Deelnemers aan architectuurreizen beschrijven wat hen het meest bijbleef van de reis.

1

2

3

‘Lokale mensen weten zelf het beste wat nodig is’ Wie Henk Boldewijn, oprichter KAW Architecten Waar Nicaragua en Tanzania

Van het een kwam het ander. Na een project om het Nederlands cultureel erfgoed in Indonesië te bewaren, werd architect Henk Boldewijn gevraagd voor een woningproject in Nicaragua. ‘De gemeente Groningen heeft een stedenband met het stadje San Carlos in Nicaragua. Zij kregen de vraag of er iemand uit Nederland kon helpen met de bouw van een woonwijk.’ Nicaragua kent veel informele bouw: op een stukje grond wordt een hutje gebouwd dat uitgroeit tot een huisje. In San Carlos kwam een gestructureerd woningbouwproject. Een lokale NGO

28

zorgde voor de ontwikkeling, Boldewijn hielp bij de aankoop van de kavels en de financiering. ‘Het is niet direct architectonisch werk, maar wel hard nodig.’ In Tanzania hielp hij bij de bouw van een ziekenhuis. De gezondheidszorg wordt daar gratis, wat zorgt voor veel nieuwe patiënten. Boldewijn hielp bij het maken van de plannen en coachte lokale architecten. ‘Kennisoverdracht is heel belangrijk. Architecten zijn gewend meteen een potlood te pakken, maar lokale mensen weten zelf het beste wat nodig is. Ik geef alleen mijn kennis door.’ Over een tijdje gaat hij naar Rwanda, ook daar om te helpen bij de bouw van een ziekenhuis. De ervaringen met deze ontwikkelingsprojecten noemt Boldewijn zeer verrijkend. ‘Als je

ergens gaat werken, kom je het wezen van de cultuur tegen. Ik leer zo veel over het land.’ Zo zag hij hoe het in de Afrikaanse maatschappij niet gaat om individuele prestaties, maar om de gemeenschap als geheel. ‘Hoe kan de ander er beter van worden, is daar steeds de vraag. Een mooie benadering.’ Zijn mondiale blik helpt Boldewijn ook in zijn Nederlandse werk. ‘Door mijn werk in ontwikkelingslanden ben ik me nog meer gaan realiseren dat je als architect gebouwen voor de gebruikers ontwerpt. Je staat dus in dienst van anderen.’ Een interessante reis gemaakt? Mail naar redactie@bna.nl

BNABLAD #03/10


rubriek

Bureau berichten

rondaywinkelaararchitecten schrijft een prijsvraag uit voor gemeenten Het concept van de prijsvraag watergaten.nl is een betonnen bak in het water, waardoor een nieuwe ruimte gecreëerd wordt om in te bouwen. De gemeente is vrij om een afgebakend gebied te kiezen, dus zelf aan te dragen, zolang deze locatie geschikt is voor de drijvende woningen. De winnaar krijgt op de voorgestelde locatie een volwaardig uitgewerkt schetsplan met watergaten.nl gemaakt door ronday­ winkelaararchitecten. Voor meer informatie zie www.watergaten.nl Het Vlietland Ziekenhuis in Schiedam van EGM Architecten heeft de NVTG BouwAward 2010 gewonnen in de categorie ‘cure’. Het thema van de Nederlandse Vereniging voor Technisch facilitair management in de Gezondheidszorg was dit jaar ‘Bouwen voor zorg met een menselijke maat’. SPONGE viel in de prijzen voor het ontwerp van VU Kinderstad in de categorie ‘bijzonder’.

Overleden leden Op 10 februari 2010 is op 68-jarige leeftijd architect J.E. Philips, wonende te ­ St. Odiliënberg, overleden. Op 27 februari 2010 is op 87-jarige leeftijd architect W.J. Kuipers, wonende te ­Amstelveen, overleden. Op 07 maart 2010 is op 71-jarige leeftijd architect ir. J.H.C.G. Calis, wonende te Den Bosch, overleden. Beeld Watergaten. Ontwerp: rondaywinkelaararchitecten

Op 08 maart 2010 is op 88-jarige leeftijd architect H. Schultinge, wonende te ­Haarlem, overleden. Op 27 maart 2010 is op 72-jarige leeftijd architect W. Kramer, wonende te ­Amersfoort, overleden.

Vanaf januari 2010 zijn Feekes & Colijn en MONK architecten samengegaan onder de naam Feekes & Colijn + MONK architecten. Rik Lagerwaard architecten BNA heeft de vijfde architectuur publieksprijs ontvangen voor het ontwerp van de “rietgedekte villa” in Amersfoort. De ontwerpopgave bestond uit het vergroten en verbijzonderen van een bestaande cataloguswoning door middel van een rieten kap.

Beeld Het Vlietland Ziekenhuis, Schiedam. Ontwerp: EGM Architecten. Foto: Evert van Reijswoud

De naam van bureau Burger Grunstra Architecten en Adviseurs Alkmaar is veranderd in SEED architects. Het gemeentehuis in Terschelling van De Zwarte Hond heeft de Gouden Kikker 2010 gewonnen. De prijs richt zich op geslaagde projecten die zich op een aantal punten onderscheiden op het gebied van duurzaam bouwen. Roeleveld-Sikkes Architects heeft een vernieuwde website: www.roeleveld-sikkes.eu.

Beeld Rietgedekte villa, Amersfoort. Ontwerp: Rik Lagerwaard architecten BNA

De nieuwbouw en restauratie van de gebouwen van GGZ Nooord- en Midden-Limburg in Venray van Greiner Van Goor Huijten Archi­ tecten is de winnaar van de Architectuurprijs Venray 2010. KCAP Architects&Planners heeft de internationale prijsvraag voor een masterplan voor Keqiao Water City in Shaoxing, China, gewonnen. Het 45 ha grote terrein, dat momenteel gebruikt wordt door verouderde textielindustrie en wonen, zal worden herontwikkeld voor wonen, sport en commerciële voorzieningen.

BNABLAD #03/10

Beeld Gemeentehuis, Terschelling. Ontwerp: De Zwarte Hond

Bureaubericht? E-mail naar redactie@bna.nl

29


rubriek

De ervaring van Karel Kamman, eigenaar van het in 2009 opgerichte bureau Groningen Architecten, volgde dit jaar de vierdaagse training Ondernemen voor startende architecten van de BNA Academie. Bood de training hem nuttige informatie voor de start van zijn eigen bureau? ‘Nadat ik bij verschillende bureaus gewerkt had, zette ik in 2009 de stap om mijn eigen bureau te beginnen. Toen ik zag dat de BNA Academie deze training aanbiedt, dacht ik direct dat ik daar veel aan zou hebben. De praktische opzet van een vierdaagse cursus waarbij je input krijgt voor je eigen ondernemingsplan, sprak mij enorm aan.’ De training Ondernemen voor startende architecten staat sinds de start van de BNA Academie twee keer per jaar op het programma. In vier trainingsdagen komen verschillende aspecten van de start van een bureau en het ondernemerschap aan bod. Startende ondernemers bereiden onder professionele begeleiding gebaseerd op specifieke branchekennis in vier dagen tijd hun eigen ondernemingsplan voor. Daarbij is ook aandacht voor de bijzondere kanten van een creatieve onderneming in een zakelijke omgeving. Karel Kamman was erg te spreken over de training: ‘De cursus is goed verzorgd en erg informatief. Je krijgt een globaal maar compleet beeld van wat er allemaal bij komt kijken als je voor jezelf begint. Wat ik ook prettig vind, is dat er genoeg ruimte was voor informeel overleg met de medecursisten.

30

Even voorstellen: Han Michel Dat vind ik erg belangrijk, want zo krijg je te horen hoe je collega’s bepaalde zaken aanpakken. Ook blijkt dan dat iedereen een andere invalshoek heeft voor zijn bureau en zo leer je van elkaar.’ Volgens Kamman is de training een goed initiatief van de BNA. Het geeft (jonge) startende architecten de kans vaardigheden aan te leren die vaak op de architectuuropleidingen onderbelicht blijven, zoals marketing, acquisitie, onderhandelen, de omgang met opdrachtgevers en de juridische, fiscale en financiële aspecten van het hebben van je eigen bureau. Kamman: ‘Als je overweegt om voor jezelf te beginnen, of net voor jezelf begonnen bent, is dit een ideale training. In het begin moet je een heleboel zaken uitzoeken. Door deze cursus wordt je op weg geholpen en dat bespaart je een hoop tijd.’

De training Ondernemen voor startende architecten wordt van 23 tot en met 26 augustus 2010 gegeven in Utrecht. De cursus is geschikt voor architecten die op het punt staan te gaan ondernemen of dat nog niet zo lang geleden hebben gedaan. Ook architecten die overwegen voor zichzelf te beginnen, kunnen meedoen. Zij krijgen inzicht in wat daar allemaal bij komt kijken. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna-academie.nl.

Han Michel verzorgt als gastdo­ cent de inleiding van de cursus Acquireren en presenteren van bureau AIM. Han Michel was direc­ teur van De Key en De Principaal en heeft nu een bureau voor conceptregie. Hij belicht tijdens de cursus het perspectief van de opdrachtgever. ‘Tijdens de inleiding van de cursus vertel ik wat volgens mij de belangrijkste ontwikkelingen zijn in de architectuuropgaven en belicht ik het diverse palet aan opdrachtgevers. Het is een groot verschil of je voor een particulier of voor een grote professionele opdrachtgever, bijvoorbeeld een overheidsinstantie aan het werk gaat. Tijdens de tweedaagse cursus presenteren de deelnemers hun opgave, en krijgen vervolgens commentaar van Han Michel vanuit zijn oogpunt als opdrachtgever. ‘Het belang van de cursus is dat architecten geconfronteerd worden met het contact met hun opdrachtgever. Normaal gesproken zal een architect niet of weinig feedback krijgen. Belangrijk is bijvoorbeeld dat een architect zich specialiseert, en van zichzelf weet wat zijn specialismen zijn. Ik geef ze ook als tip mee om zich te verdiepen in de opdrachtgever. Wat zijn de belangen van die opdrachtgever, waar staat hij? Het belang van de cursus tijdens de huidige omstandigheden is evident. Architecten vissen in dezelfde vijver. Er zijn nu te weinig vissen voor iedereen dus is het de kunst om goed te leren vangen.’

Op 14 en 21 oktober 2010 biedt de BNA Academie opnieuw de cursus Acquireren en presenteren met medewerking van Han Michel aan, in Regio Oost. Zie voor meer informatie en aanmelding: www.bna–academie.nl.

BNABLAD #03/10


rubriek

Uit het cursusaanbod JUNI 2010 Wabo voor architecten omgaan met de omgevingsvergunning Wanneer 15 en 17 juni 2010 Waar Utrecht Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 295. Anderen: € 395 In deze eendaagse cursus komen aan de orde: een introductie, de relatie met andere wetswijzigingen, de juridische en organisatorische consequenties en een praktijkcasus.

AUGUSTUS 2010 Ondernemen voor startende ar­ chitecten Een vliegende start Wanneer 23, 24, 25 en 26 augustus 2010 Waar Utrecht Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 395. Anderen: € 495 Vierdaagse cursus voor startende architect/ ondernemers. De startende ondernemers maken hun eigen ondernemingsplan. Alle aspecten komen daarbij aan bod: van acquisitie en onderhandelen tot belasting en rechtsvorm. Wabo voor architecten omgaan met de omgevingsvergunning Wanneer 31 augustus 2010 Waar Utrecht Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 295. Anderen: € 395 In deze cursus komen aan de orde: een introductie op de Wabo, de relatie met andere wetswijzigingen, de juridische en organisatorische consequenties en een praktijkcasus.

SEPTEMBER 2010 Bureaumanagement Alles over bedrijfsvoering Wanneer 13, 20, 27 september en 4 oktober 2010 Waar in het midden van het land Tijdstip 14.00 – 20.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 995. Anderen: € 1.395 Vierdaagse praktijkcursus over strategie, marketing & beleid, financiën, opdrachten & contracten, medewerkers, en andere aspecten van de bedrijfsvoering, zoals kwaliteitszorg en het ondernemingsplan.

Het ontwerpen van duurzame groene daken ook Voor projectleiders en tekenaars Wanneer 16 september 2010 Waar Gorinchem Tijdstip 14.00 – 20.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 235. Anderen: € 295 In deze cursus komen alle aspecten van het ontwerpen en technisch uitwerken van groene daken aan bod. Ook is er aandacht voor innovatieve voorbeeldprojecten. NIEUW Het ontwerpen van duur­ zame rieten daken en gevels Ook voor projectleiders en tekenaars Wanneer 23 september 2010 Waar Gorinchem Tijdstip 13.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 125. Anderen: € 175 Studiebijeenkomst over het goed doordacht en technisch juist ontwerpen van rieten daken en gevels. Aan de orde komen ondermeer ontwerprichtijnen, bouwfysische opbouw, rietkwaliteit en detaillering. NIEUW Masterclass baksteen 2010 Creatief en duurzaam ontwerpen Wanneer 30 september 2010 Waar Velp Tijdstip 10.00 – 16.30 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 75. Anderen: € 125 Onder de inspirerende leiding van twee masters in baksteenarchitectuur worden kennis, inzicht en ervaring uitgewisseld over baksteenmetselwerk. Het thema is baksteen in duurzame gebouwen.

OKTOBER 2010 Gefeliciteerd, u wordt partner! / Workshop De volgende stap Wanneer 12 oktober 2010 Waar in het midden van het land Tijdstip 16.00 – 19.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 95. Anderen: € 145 Partner, aandeelhouder, een directiefunctie: de volgende stap in uw loopbaan? Een workshop van één dagdeel voor architecten die meer willen weten over partnerschap. Acquireren en presenteren Hoe haal ik opdrachten binnen? Wanneer 14 en 21 oktober 2010 Waar regio Oost Tijdstip 9.30 – 17.00 uur

BNABLAD #03/10

Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 575. Anderen: € 795 Tijdens de tweedaagse training scherpt u uw vaardigheden aan voor een adequate acquisitie en voor presentaties waarmee u opdrachten verwerft. Spontane Strategie Persoonlijk en flexibel Wanneer 19 oktober 2010 Waar in het midden van het land Tijdstip 14.00 – 20.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 395. Anderen: € 445 ‘Formele planning heeft nooit geleid tot strategisch denken en is nooit een levensvatbaar alternatief geweest voor het alledaagse oordeel van de manager, laat staan voor de intuïtie.’ Minzberg, 1994.

NOVEMBER 2010 NIEUW Masterclass architect en gebiedsontwikkeling Cases: Waalfront en Op Buuren Wanneer 10 november 2010 Waar Amsterdam Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 195. Anderen: € 295 Wat is de rol van het ontwerp en van de ontwerper bij gebiedsontwikkeling? En welke kansen biedt het voor architecten, landschapsarchitecten en stedenbouwkundigen? Managementvaardigheden voor projectleiders Ontwikkel uw competenties Wanneer 10, 17 en 24 november 2010 Waar in het midden van het land Tijdstip 10.00 – 17.00 uur Kosten BNA-leden en hun medewerkers: € 795. Anderen: € 995 In de driedaagse cursus komen zowel managementvaardigheden (processturing, teambuilding en omgaan met fricties) aan bod als strategie en communicatie.

Meer cursussen op ­ www.bna-academie.nl Kijk op de website voor de andere cursussen in het najaar van 2010 De vermelde prijzen zijn exclusief btw. Voor inschrijven en meer informatie over alle cursussen, zie www.bna-academie.nl. Met vragen kunt u terecht op 020 555 36 31.

31


rubriek

Nieuwe oogst

Sander Bouw (26, TU Delft 2010) werkt sinds begin dit jaar als zelfstandig architect bij FOAM in Rotterdam. Paul Diederen (51, TU/e 1986) is zelfstandig architect bij Diederendirrix in Eindhoven sinds 1986. Bert Dirrix (55, TU/e 1978) is sinds 1984 zelfstandig architect bij Diederendirrix in Eindhoven. Walter Dresscher (30, TU Delft 2005) werkt als architect in dienstverband bij OIII Architecten in Amsterdam sinds 2008. Bas van Egmond (32, TU Delft 2006) is werkzaam als zelfstandig architect bij Abab architectuur en planontwikkeling sinds 2010. Voorheen is hij bij hetzelfde bureau in dienst geweest als architect/ projectmanager van 2006-2009. Burton Hamfelt (45, Faculty of Architecture, Landscape and Design, Toronto, Canada) werkt als zelfstandig architect bij Burton HamfeltArchitectuur Stedenbouw Prototypes, Amsterdam sinds 2008. Voorheen is hij van 1995-2008 zelfstandig architect geweest bij S333 Architecture + Urbanism BV in Amsterdam en Londen. Rozemarijn de Jong (38, TU Delft 1998) werkt als zelfstandig architect sinds 2008 bij Van Herk De Kleijn Schroeder & De Jong architecten in Amsterdam.

architect bij Mijn Architect in Arnhem. Voorheen heeft hij gewerkt bij AGS Architekten & Planners Arnhem van 2007 tot april 2010. Tineke Meerman (37, TU Delft 1996) is sinds maart 2010 zelfstandig architect bij bureau TIEN+architecten. Daarvoor was zij vanaf 1997 werkzaam bij Architecten足 bureau Hienkens BNA te Delft. Rob Meurders (38, TU/e 1997) werkt als architect bij Diederendirrix in Eindhoven sinds 1999. Remco Mulder (34, TU/e 2000) is werkzaam als architect bij Diederendirrix in Eindhoven sinds 2000. Bas Overweg (30, TU Delft 2005) werkt sinds 1 maart 2010 als zelfstandig architect bij BSAA in Amsterdam. Van 2007 tot 2009 heeft hij bij Architectuur足 studio Herman Hertzberger gewerkt. Fabianne Riolo (34, ETH in Z端rich, Zwitserland) werkt als architect bij Diederendirrix sinds 2000. Jeroen Roorda (36, TU Delft 1998) is sinds begin 2010 zelfstandig architect bij Roorda Architectuurstudio te Arnhem. Daarvoor onder andere vanaf 2005 werkzaam bij ENGITEX te Andorra.

Student-leden Dani谷lle Bakkes (30) studeert aan de AvB in Arnhem. Dit is haar 4e studiejaar en de studierichting die zij volgt is Architectuur. Robert Bijl (27) studeert aan de AvB in Amsterdam, zijn studierichting is Architectuur en hij zit in zijn 3e studiejaar. Serge Coumans (36) studeert aan de TU in Eindhoven. Zijn studierichting is Architectuur en dit is zijn 8e studiejaar. Maartje Franse (27) studeert aan de AvB in Rotterdam. Haar studierichting is Architectuur en dit is haar 2e studiejaar. Zij werkt als freelance ontwerper bij OOZE architecten in Rotterdam. Hendrik-Jan Haarink (32) studeert aan de TU/e sinds 2004 en zijn studierichting is Architecture Building en Planning. Patricia Snel (38) studeert aan de TU in Delft. Dit is haar 3e studiejaar en haar studierichting is Bouwkunde.

Jeroen Schipper (36, TU/e 2000) werkt sinds 2000 als architect bij Diederendirrix in Eindhoven.

Maarten Laout (47, AvB Amsterdam 1996) is werkzaam als architect bij Van den Berg Architecten in Houten sinds 1998.

Noud Schroeder (37, TU Delft 1997) is werkzaam als zelfstandig architect bij Van Herk de Kleijn Schroeder & de Jong architecten in Amsterdam sinds 2008.

Vione van Leeuwen (36, TU/e 2001) werkt als zelfstandig architect per 1 maart 2010 bij VLA Architectuur en Ontwerp in Den Bosch. Voorheen is zij werkzaam geweest bij KOW Architectuur.

Tim Vermeend (28, TU Delft 2007) werkt als zelfstandig architect bij Urban Climate Architects in Den Haag sinds november 2007. Daarnaast werkt hij ook als partner/architect bij Van Helden architecten sinds november 2007.

Roeena Mahdi (58, TU Delft 1978) werkt als zelfstandig architect sinds 1983 bij Code 90 in Den Haag.

Michiel van der Wielen (36, AAS/Tilburg 2004) werkt als architect bij Diederendirrix in Eindhoven sinds 1999.

Roy van Mechelen (38, AvB Arnhem 2004) is per 1 april 2010 zelfstandig

32

BNABLAD #03/10


rubriek

■Het Bureau

Architectenbureaus die zijn gevestigd op een bijzondere locatie.

Heerkens ­Architecten Tekst Carla Roos Beeld René de Wit

Toen twee meubelmakers, inmiddels de tachtig ruim gepasseerd, besloten te stoppen met hun meubelfabriek midden in Nijmegen, greep Maarten Heerkens samen met twee andere architecten de kans om het pand te kopen. Ze renoveerden het maakten in het gebouw twee appartementen en twee architectenbureaus, waarvan Heerkens Architecten er een is. ‘Het stond klemvol met hout en machines van voor de oorlog, maar aan de ruimtes hebben we zo weinig mogelijk veranderd,’ vertelt Heerkens. ‘Het was een werkruimte en dat hebben we zo gehouden. De geest en de oude sfeer van de ruimtes hebben we in stand gehouden. Minimale aanpassingen en duidelijke, beperkte ingrepen hebben veel effect gesorteerd, waardoor we nu een heldere en moderne inrichting in een oorspronkelijk, oud gebouw hebben.’ Zijn eigen werkplek beschouwt Heerkens als een visitekaartje van zijn bureau, dat zich veel bezighoudt met herbestemming en renovatie van onder meer rijksmonumenten. ‘Hierbij zoeken we altijd de juiste combinatie van oud en nieuw en besteden we veel aandacht aan de details. Ik hecht veel waarde aan ambachtelijk vakmanschap: een doordachte detaillering om zo veel effect met weinig middelen te creëren.’ Juist daardoor geeft De Fabriek Heerkens inspiratie: ‘Hier zijn alle ingrediënten aanwezig die volgens mij een goed ontwerp maken. Licht, ruimte, eenvoud, een goede detaillering vormen voor mij de basis voor ieder ontwerp,’ aldus Heerkens. Een bijzondere luxe kent zijn werkplek ook: een beschut klein balkon op het zuiden. ‘Daar kunnen we zelfs in de winter buiten onze boterham eten. Alsof je op wintersportvakantie bent.’ Locatie ‘De Fabriek’, een voormalige meubelfabriek in het centrum van Nijmegen Zit daar sinds 2003 Projecten o.a. Herbestemming Carmelklooster (rijksmonument) tot acht woningen, herbestemming Brouwerij Boxmeer (rijksmonument) tot zeven appartementen, woningen in Frankrijk en Costa Rica

BNABLAD #03/10

Een bijzondere bureaulocatie? E-mail naar redactie@bna.nl

33


BEVERWIJK

THE MALL Architecten BNA is een middelgroot architectenbureau van 14 personen, bestaande uit architecten, interieurontwerpers, bouwkundigen en projectleiders. Het bureau is gevestigd in Bever wijk. Het bureau is sterk gelieerd aan de retailmarkt. Naast het ontwikkelen en implementeren van winkelformules worden hieraan gerelateerde opdrachten uitgevoerd zoals winkelcentra, winkelgebouwen, distributiecentra, ver werkingsbedrijven, parkeergarages en woningbouw. Kenmerkend voor het bureau zijn het groot aantal gelijktijdig in uitvoering zijnde projecten, de variatie in projecten en de strakke planningen. De uitdaging is het in het ontwerp samenbrengen van winkelformules, reclame-uitingen, logistieke afhandeling, wetgeving, parkeren en wonen. www.the-mall.nl

Archipunt zoekt een architect/directielid voor THE MALL Voor de continuering van het bureau wordt, in eerste instantie naast de huidige directeur, een ervaren architect met affiniteit voor retail-projecten gezocht, die voldoet aan het het volgende profiel: s MINIMAAL TOT JAAR RELEVANTE ERVARING s BEWEZEN CAPACITEIT TOT ZELFSTANDIG UITVOEREN EN VER WERVEN VAN s PROJECTEN s HEEFT AANTOONBARE COMMERCIEĂ‘LE VAARDIGHEDEN s @PEOPLE MANAGER IN HART EN NIEREN s IS ONDERNEMEND s IS FLEXIBEL EN BESCHIKT OVER RELATIVEREND s VERMOGEN s KAN ZICH VOEGEN IN HET HUIDIGE NETWERK

Bij belangstelling kunt u contact opnemen met Archipunt, drs. Jaap Neijzen, telefoon 050 – 3133636 of 06 – 53931664. Schriftelijke sollicitaties kunt u mailen naar info@archipunt.nl of per post sturen naar Archipunt, Postbus 70063, 9704 AB Groningen.

www.archipunt.nl

Nieuw

Verkrijgbaar in de Architectenweb bookstore www.architectenweb.nl/bk2045 î ł 39,50


ALLES OF nIETS

R O B E R T V A N ’T H O F F

architect van een nieuUUe samenleving

ALL OR NOTHING | ARCHITECT OF A NEW SOCIETY | KRÖLLER-MÜLLER MUSEUM OTTERLO | 02.04.2010 - 29.08.2010 | WWW.KMM.NL

Archipunt zoekt voor VRP vrp architecten bna is opgericht in 1968, en heeft zijn naam in de afgelopen 40 jaar gevestigd met opdrachten van diverse aard en omvang. Inmiddels is het uitgegroeid tot een middelgroot bureau, gevestigd op een mooie locatie in Rijpwetering, maar werkzaam in heel Nederland. Bij het bureau werken veelzijdige en vakkundige medewerkers aan het ontwerpen en begeleiden van de uitvoering van zeer uiteenlopende projecten op het gebied van wonen, werken, interieur en renovatie. Het beleid van vrp architecten is erop gericht creativiteit te koppelen aan een gedegen praktijkervaring.

www.vrparchitecten.nl

ambitieuze architect met een ondernemende geest of intensieve samenwerking met een klein bureau met een relatief jonge ontwerper, een aantoonbaar netwerk en orderportefeuille, met fusie als doel. De architect kan, bij gebleken geschiktheid, binnen afzienbare tijd doorgroeien naar de positie van partner, om gezamenlijk met de huidige partners het bureau verder uit te bouwen. Hij of zij heeft minimaal 5 jaar werkervaring als zelfstandig architect met aantoonbare ontwerpvaardigheden, een grondige technische kennis en oog voor detail, is een teamspeler die in staat is zelfstandig projecten te ontwerpen en te realiseren. Hij of zij heeft talenten op het gebied van acquisitie en management. Uiteraard beschikt de beoogde kandidaat over een goed netwerk. Bij belangstelling kunt u contact opnemen met Archipunt, drs. Jaap Neijzen, telefoon 050 – 3133636 of 06 – 53931664. Schriftelijke sollicitaties kunt u mailen naar info@archipunt.nl of per post sturen naar Archipunt, Postbus 70063, 9704 AB Groningen.

www.archipunt.nl


ARCHITECTEN & BOUWPARTNERS

Darmstadtium, Wissenschafts- und Kongresszentrum Darmstadt, Germany Architects: fs-architekten Paul Schröder Architekt BDA and Chalabi architects & partners Photo: Claus Graubner ©

OPEN

SAMENWERKING TUSSEN

Wie goed kijkt, kiest voor ArchiCAD ArchiCAD scoort keer op keer als de beste keuze voor de architectenpraktijk. Het resultaat van jarenlange ontwikkeling voor en door architecten betekent bouwkundig gebruikersgemak, sterk in ontwerpfase maar ook in uitwerkingsfase, makkelijk te leren en perfecte aansluiting op en samenwerking met alle disciplines. Kortom: ArchiCAD = architectuur

www.kubusinfo.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.