Juryrapport BNA Beste Gebouw van het Jaar 2024

Page 1

20 24
Veldstation Groot Saetftinghe Nieuw Namen 23 Van Gogh Village Museum Nuenen 25 Museum Paleis Het Loo Categoriewinnaar 21 Wooncooperatie De Warren 26 Alliander Westpoort Amsterdam 19 Nimeto vakschool Utrecht 17 Stadhuis Den Helder Categoriewinnaar 15 Het Kruishuis Dinxperlo 13 De Kwekerij fase 2 Utrecht Categoriewinnaar 11 Rivierduinen Silvolde 9 IJboulevard Amsterdam Categoriewinnaar 7 BNA BESTE GEBOUW VAN HET JAAR 2024
EN SOCIALE COHESIE PARTICULIERE WOONBELEVING
OMGEVINGEN IDENTITEIT EN ICOONWAARDE EERVOLLE VERMELDING Faculteit ITC Enschede 5
LEEFBAARHEID
STIMULERENDE

Bouwen is zoveel meer dan de fysieke activiteit van het bouwen, ziet de jury van de BNA Beste Gebouw van het Jaarprijs. Met gebouwen geven we niet alleen vorm aan hoe we wonen, werken, leren en zorgen; gebouwen vormen ook straten, pleinen, buurten en wijken - de openbare ruimte waarin wij samenleven. Door te bouwen gebruiken we veel materialen en energie, maar bouwen kan ook bijdragen aan de noodzakelijke transitie van een lineaire naar een circulaire economie door gebouwen te hergebruiken en te werken met hernieuwbare en biobased materialen. Hoewel nieuwbouw nodig blijft, zal bouwen steeds meer gaan over het transformeren van gebouwen en gebieden. De kunst is om te werken met wat er is aan bouwwerken en materialen, maar ook met immateriële waarden: de verhalen van de plek, de aanwezige mensen. Naast het aanpassen en repareren van stukken gebouwen en stad, is het van belang om ook sociaal weefsel te herstellen, en nieuwe ruimtes voor sociale verbindingen te maken. Want de mens vormt zijn omgeving, daarna vormt de omgeving ook de mens.

JURYRAPPORT 4

Faculteit ITC, Enschede

Architectenbureau

Civic Architects & VDNDP, Studio Groen+Schild en DS Landschapsarchitecten Opdrachtgever

University of Twente

Een open en licht

‘leerlandschap’

De faculteit voor geo-informatie en aardwetenschappen van de TU Twente is in de jaren 50 opgericht vanuit het ministerie van ontwikkelingssamenwerking, om buitenlandse studenten op te leiden in de cartografie, ten behoeve van landbouw en waterbeheer. Doordat de faculteit in de binnenstad was gevestigd, was er weinig contact met andere studenten. Met de verbouwing van het Langezijdsgebouw heeft ITC een nieuwe plek gekregen in het hart van de campus. Het 220 meter lange voormalige laboratoriumgebouw, ontworpen in brutalistische stijl, is door Civic Architects getransformeerd in een open en licht ‘leerlandschap’. De draagstructuur en het dak met karakteristiek cassetteplafond zijn behouden. Om licht en lucht in het donkere gebouw te brengen, zijn vier grote atria in de bestaande structuur gemaakt, die zijn ingericht met bomen, planten en een waterpartij. De nieuwe eikenhouten wanden en bamboe vloeren – gevuld met installaties - geven warmte aan het interieur. Achter de bestaande gevellamellen is een nieuwe, goed geisoleerde glazen facade geplaatst. Door toepassing van warmteterugwinning en zonnepanelen werkt het gebouw energiezuinig.

De jury is onder de indruk van de trefzekere ingrepen die de architecten hebben gedaan, waarbij aan een zakelijk en hard gebouw een vriendeljke, poetische laag is toegevoegd. De bijzonder incourante afmeting van het gebouw is daarbij geniaal omgezet in een pluspunt. De inrichting met beplanting is bepalend voor het aantrekkelijke beeld, binnenklimaat en de sfeer in het gebouw. Met de glazen gevel is het gebouw geopend naar de campus, en rond de centrale hal met tribunetrap is een bruisende plek gecreëerd waarvan ook studenten van buiten de faculteit volop gebruikmaken.

BNA BESTE GEBOUW
JAAR
VAN HET
2024
5

Transformatie loont, ook financieel

Dit zijn overwegingen die de jury uitsprak bij aanvang van de Beste Gebouw van het Jaar verkiezing, de prijs die de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus uitlooft voor het gebouw ‘met de meeste meerwaarde voor mens en maatschappij’. Dit jaar werden 96 projecten ingezonden waaruit de jury een gevarieerde selectie maakte, van een kantoorgebouw tot een natuurpaviljoen, van musea tot onderwijsgebouwen, en van een gerenoveerde woonbuurt tot een megafietsenstalling-metboulevard. Wat deze selectie duidelijk maakt, is dat naast het bijbouwen van veel extra woningen ook het renoveren van talloze in slechte staat verkerende schoolgebouwen, stedelijke verdichting rond stations, erfgoed en natuurbeheer aandacht behoeven.

Daarboven hangt de grote opgave van duurzaam bouwen. Die begint met transformeren in plaats van nieuw bouwen, en de inzet van hergebruikte en hernieuwbare materialen. Er wordt vaak geredeneerd

dat renovatie duurder is dan nieuwbouw, of (te) ingewikkeld. Projecten als de renovatie van vakschool Nimeto in Utrecht en de faculteit ITC, gevestigd in een voormalig laboratorium op de campus van de TU Twente, bewijzen het tegendeel: transformatie loont, ook in financieel opzicht. De opdrachtgevers van deze projecten berekenden dat de stichtingskosten lager waren dan wanneer ze een nieuw pand hadden gerealiseerd.

Erfgoedstrategieën

Tot voor kort waren er bij het werken met bestaande gebouwen grofweg twee opties: een pand werd

Transformatie loont, ook financieel
JURYRAPPORT 6

Welkome ademruimte in de stedelijke hectiek

LEEFBAARHEID EN SOCIALE COHESIE

Categoriewinnaar

IJboulevard Amsterdam

Categoriewinnaar

Architectenbureau

VenhoevenCS architecture +urbanism

Opdrachtgever gemeente Amsterdam

Achter het centraal station van Amsterdam moest een aanvaarbescherming langs de zuidelijke IJ-oever aangelegd worden en stonden twee fietsenstallingen gepland met in totaal 4000 plekken. Bij de gemeentelijke dienst stedenbouw kreeg men het idee om die twee opgaven te combineren in een ondergrondse fietsenstalling met daarop een boulevard die de achterzijde van het station opent naar het IJ. Architectenbureau VenhoevenCS won de prijsvraag met een plan dat de rechte lijn van het stationsgebouw en de kromming in het IJ slim samenbrengt op de plek van de portierloge, die zo goed overzicht heeft over de gehele ruimte. De plafonds zijn afgewerkt met houten latten met daarin geintegreerde verlichting, de vier in/uitgangen met natuursteen en glazen balustrades. Op de boulevard is een aantal lange banken geplaatst, het steigergedeelte aan het water heeft brede zittreden.

De jury vindt dat de gemeente als opdrachtgever lef heeft getoond om dit complexe ondergrondse bouwproject aan te gaan. Zo is voorkomen dat de IJ-zijde (deels) dichtgebouwd zou worden met fietsenstallingen. In plaats daarvan is een geweldige openbare ruimte gecreëerd, die de kroon vormt op de ontsluiting van de achterkant van het station en stadsdeel Noord. De fietsenstalling is mooi afgewerkt, en functioneert goed. De jury vindt de boulevard de grootste verdienste van dit drie-vliegenin-een-klap-project. Deze biedt welkome ademruimte in de stedelijke hectiek, en voegt verblijfskwaliteit toe aan het stationsgebied. Een aanwinst voor zowel Amsterdammers als de vele reizigers die dagelijks op deze plek komen, van grote betekenis voor de Leefbaarheid en Sociale Cohesie in de stad. Daarom wint de IJboulevard in deze categorie.

7

ofwel geconserveerd in de oude staat, ofwel werd het contrast gezocht door een moderne doos in of naast het bestaande pand te plaatsen. De jury ziet dat er nu een breder palet aan mogelijkheden wordt ontwikkeld; een ontwikkeling die zij toejuicht. Office Winhov bouwt in het Stadhuis van Den Helder voort op de bestaande architectuur, maar geeft daar wel een eigen draai aan; het nieuwe past bij het oude, maar is wel als nieuw herkenbaar. Op Cruquiuseiland in Amsterdam kreeg architectenbureau LEVS het idee om een oude fabrieksloods te herontwikkelen tot woongebouw. Toen dat vanwege de vervuilde grond niet mogelijk bleek, is besloten om de loods te reconstrueren en zo het beeld voor de buurt te behouden. Bij de renovatie van de Melkhal in Enschede is – mede vanwege het beperkte bouwbudget – er juist voor gekozen om bijna niets aan het gebouw te veranderen en gebruikssporen en slijtageplekken in het zicht te laten.

Ontstaan van breder palet mogelijkheden renovatie

Houtbouw

Om de CO2 -reductie doelen uit het Parijsakkoord te halen, is het terugbrengen van de energievraag, door goede isolatie en zuinige installaties noodzakelijk. Daarnaast is het zaak om de overstap te maken van constructies van beton en staal naar biobased materialen zoals hout; in hout wordt immers CO2 opgeslagen, terwijl bij de productie van staal en beton veel CO2 vrijkomt. De jury ziet een aantal interessante houtbouwprojecten, waaronder het Amsterdamse kantoor van netwerkbedrijf Alliander en het Marga Klompé-gebouw op de universiteitscampus in Tilburg.

JURYRAPPORT 8

Voorbeeldopgave betaalbare woningen

LEEFBAARHEID EN SOCIALE COHESIE

Rivierduinen, Silvolde Architectenbureau MIX architectuur Opdrachtgever

Groenvast Arnhem

Het waren de eigenaren van de voormalige buizenfabriek Silvolde die - na de sluiting - in 2019 besloten om de 1,8 hectare grond te herontwikkelen tot een kleinschalige buurt met duurzame woningen voor starters en senioren, gericht op ‘noaberschap’ en zorg voor elkaar. Gekozen is voor houtbouwmodules die naar ontwerp van architectenbureau MIX zijn gestapeld en geschakeld tot 59 woningen en appartementen. Een van de fabriekshallen is behouden en getransformeerd tot een gemeenschappelijke ruimte met een keuken en piano, waar allerlei activiteiten georganiseerd worden. Ook de naastgelegen kas met moestuin en de zonnepanelen op het terrein worden gezamenlijk beheerd door de bewoners. Er is veel aandacht besteed aan de beplanting, en de vormgeving van de schuurtjes, die groene gevels hebben gekregen.

De jury vindt het ‘hartverwarmend dat deze opdrachtgevers voor het collectief de kar trekken’ en mooi dat ze deze bestemming hebben gegeven aan de grond. Het idee om jong en oud samen te brengen rond een collectief landschap – zonder privetuinen - is goed uitgewerkt, en geeft een mooie beleving van groen en vrijheid. Als modulebouwproject vindt de jury dit een project geslaagd, op de architectonische kwaliteit zijn er wel een paar punten van kritiek. De schakeling van de woningen oogt aan de tuinzijde mooi, maar aan de zijde met de parkeerplaatsen wat hard. De duurzaamheid is integraal aangepakt, waarbij een deel van de materialen (in andere bouwprojecten) zijn hergebruikt, en er is gekozen voor een houtbouwsysteem. Jammer dat het hout aan de binnenkant is weggepleisterd. Dit project laat zien hoe de opgave om in de provincies in korte tijd met nieuwe bouwtechnieken goede en betaalbare woningen te maken aangepakt zou kunnen worden.

9

Ook in de modulebouw wordt steeds meer met hout gewerkt. Voorbeelden zijn woongebouw Juf Nienke in Amsterdam en het project Rivierduinen in Silvolde. Delen van de gevel van het Amsterdamse woongebouw De Warren en het Veldstation in Nieuw Namen zijn opgetrokken uit hergebruikt hout.

Aanjagende rol

De jury stelde zich bij elk project de vraag wat er van het oorspronkelijke plan is waargemaakt in het gebouwde eindresultaat, en keek daarbij ook naar de rol en positie die de architect

Ook in modulebouw steeds meer hout

in het proces innam. Durft de architect een niet scherp geformuleerde opdracht te bevragen om tot een verbeterd ontwerp te komen? Kan de ontwerper in de rol van initiatiefnemer en (mede)ontwikkelaar nieuwe ontwikkelingen in gang zetten? Voorbeelden daarvan zijn de Melkhal in Enschede waar IAA Architecten zelf nu ook gevestigd is, en het Kantongerecht in Tilburg dat Bedaux de Brouwer herontwikkelde tot zijn eigen kantoor, met op de begane grond een café. De jury ziet ook opdrachtgevers die een aanjagende rol op zich nemen, zoals de leden van wooncoöperatie De Warren in Amsterdam, en de eigenaren van de voormalige buizenfabriek in Silvolde, die besloten om hun terrein te herontwikkelen tot een duurzame woonbuurt. Een ander voorbeeld is de gemeente Amsterdam, die het initiatief nam om de opdracht voor een aanvaarbeveiliging langs de IJ-oever achter het centraal station te combineren met de aanleg van een fietsenstalling en een opwaardering van de openbare ruimte.

JURYRAPPORT 10

Bovengemiddelde woonkwaliteit

PARTICULIERE WOONBELEVING

De Kwekerij fase 2, Utrecht Categoriewinnaar

Architectenbureau Arons en Gelauff architecten

Opdrachtgever Jebber

De gebiedsontwikkeling De Kwekerij in Utrecht ontleent zijn naam aan de kwekerij die hier ooit was, voordat het een kantorengebied werd. Nu zijn op deze plek zes torens met studentenwoningen verrezen met namen van inheemse bomen als nyssa en betula. Dezelfde boomsoorten worden aangeplant in de openbare ruimte, en dienden als inspiratie voor de vormgeving van de gevels. De gezette aluminiumcassettes zijn uitgevoerd in de felle kleuren die bomen hebben, en hebben kleine uitgevouwen ‘blaadjes’ die het zonlicht reflecteren.

De jury is onder de indruk van dit project, en dan met name de manier waarop architectenbureau Arons en Gelauff de stedenbouwkundig uitdagende opdracht om op een beperkte hoeveelheid grond veel woningen te bouwen heeft aangepakt. De positie van de torens en de woningen is zo bepaald dat elke woning (44m2) zo veel mogelijk zonlicht en uitzicht heeft. De hoogte van de torens varieert van 9 tot 11 lagen, met op elke verdieping vier woningen. Iedere woning heeft op deze manier tweezijdig uitzicht, via grote ramen die dubbelen als Franse balkons. Op de begane grond zijn de gemeenschappelijke ruimte, een café, restaurant en een fietsenwinkel.

De duurzaamheid zit met name in de organisatie van de installaties en het demontabele casco, met kanten-klare badcel. Het idee om de voormalige atoombunker op het terrein om te vormen tot een waterpartij met zitplekken, vindt de jury goed gevonden. Over de opvallende gevels verschillen de meningen: een jurylid vindt de kleuren te fel, een ander juist gedurfd, en passend bij de tektoniek. Met een goed doordachte, rationele aanpak is het gelukt om deze kleine appartementen een bovengemiddelde woonkwaliteit te geven.

11

Met de vele ruimtelijke vraagstukken waarvoor we staan – wonen, mobiliteit, klimaatadaptie – is het zaak om projecten zo veel mogelijk op deze integrale manier aan te pakken. Daarmee wordt de relevantie van de architect eens te meer duidelijk.

Beoordelingscriteria

De inzendingen zijnnet als in voorgaande jaren - ondergebracht in vier categorieën: Identiteit & Icoonwaarde, Particuliere Woonbeleving, Stimulerende Omgevingen en Leefbaarheid & Sociale Cohesie. De jury had de mogelijkheid om

Relevantie

architect

eens te meer duidelijk

inzendingen in een ander categorie te plaatsen, als zij die passender vond. De projecten zijn op drie onderdelen beoordeeld: de score binnen de categorie; architectonische criteria (stedenbouwkundige inpassing, conceptuele kracht, consistente uitwerking, materialisatie en detaillering) en de samenwerking tussen architect en opdrachtgever in relatie tot de opgave (proces, planning, omgang met budget, communicatie).

Op basis van het ingezonden materiaal is een eerste selectie gemaakt, waarna de jury een longlist heeft samengesteld. Tijdens een (fysieke) vergadering besprak de jury deze longlist en selecteerde negentien gebouwen voor een bezoek.

Per categorie kon de jury maximaal drie projecten nomineren, waarvan één categoriewinnaar. Daarnaast bestond de mogelijkheid om maximaal drie projecten een Eervolle vermelding toe te kennen. De jury nomineerde in totaal elf projecten. Daaruit is tot slot het BNA Beste Gebouw van het Jaar 2024 gekozen.

JURYRAPPORT 12

Verfijnd en passend in de omgeving

PARTICULIERE WOONBELEVING

Het Kruishuis, Dinxperlo

Architectenbureau Architectenbureau

Vincenth Schreurs BNA

Opdrachtgever particulier

Een huis met veel ruimte en glas, dat opgaat in de groene omgeving, en ‘bedrieglijk eenvoudig’ oogt, waarbij de luxe in de details zit. Dat was de wens van de particuliere opdrachtgever van deze villa in het Gelders Dinxperlo. Architectenbureau Vincenth Schreurs ontwierp een kruisvormig huis; de vleugel met kap omvat de – open –woonruimtes, de haaks daarop geplaatste vleugel met plat groendak de slaapvertrekken en de als een etalage vormgegeven parkeergarage. Het huis is opgetrokken uit kruislaaghout dat tegelijk constructie en binnenafwerking is. De dichte geveldelen en het dak zijn bekleed met geprofileerde staalplaten; de vormgeving daarvan is door de opdrachtgever – eigenaar van een staalbedrijf - uitgedacht. Grote glazen puien openen naar de wilde tuin, waar een veld met zonnepanelen is aangelegd en een wadi voor de opvang van regenwater. Voor koeling en verwarming wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp en WTW-installatie.

Wat een ruimte, wat een comfort, is de eerste reactie van de jury. Er is lof voor de keus om, anders dan bij de omringende buurpanden, niet voor een traditioneel baksteenhuis, maar houtbouw te kiezen; best bijzonder in de villabouw. Binnen geeft het hout een mooie warme sfeer en is een mooie indeling met fijne plekken en hoekjes gemaakt, met fraai uitzicht op de tuin en de oldtimer in de glazen garage. Over de groen-stalen gevelbekleding verschillen de juryleden van mening; de een vindt het erg hard, de ander juist verfijnd en passend in de omgeving. De jury denkt dat met een paar extra duurzaamheidsmaatregelen het gebouw energieneutraal had kunnen functioneren.

13

BEVINDINGEN

Woonbeleving

In de categorie Particuliere

Woonbeleving zocht de jury naar projecten die vernieuwend zijn op het gebied van duurzaamheid, de woonplattegrond of als gebouwtypologie. Zo is onder meer het Amsterdamse nieuwbouwproject The Doors besproken, een gebouw met woonwerkhuizen die elk twee voordeuren hebben; een voor de woning en een voor de (belastingtechnisch aftrekbare) werkruimte of kangoeroewoning. Uit de verschillende landelijk gelegen villa’s sprong het Kruishuis in Dinxperlo eruit, door de bijzondere –kruisvormige - plattegrond en de draagconstructie van kruislaaghout.

De jury bezocht ook de Amsterdamse Gentiaanbuurt; de renovatie en verduurzaming van corporatiewoningen in Amsterdam Noord. De Loods in Amsterdam is een gereconstrueerde fabriekshal waarin acht bijzondere loftwoningen zijn gemaakt. Het project de Kwekerij bestaat uit

een zestal (studenten) woontorens die door Arons en Gelauff zorgvuldig gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar, zodanig dat de appartementen –allemaal hoekwoningen - zo veel mogelijk zon en uitzicht hebben. De jury besluit om dit project, ingezonden in de categorie Leefbaarheid en Sociale Cohesie, naar deze categorie te verplaatsen.

Vernieuwend op duurzaamheid of woonplattegrond

Stimulerende Omgevingen Stimulerende Omgevingen zijn plekken en ruimtes die gebruikers ondersteunen in werk- en leerprocessen, bijvoorbeeld doordat ze uitnodigen tot ontmoeting en samenwerking of juist een goede concentratie mogelijk maken. In deze categorie zijn veel sterke

JURYRAPPORT 14

Prachtig voorbeeld van voortbouwen op het bestaande

STIMULERENDE OMGEVINGEN

Stadhuis Den Helder

Categoriewinnaar

Architectenbureau

Office Winhov en Van Hoogevest Architecten

Opdrachtgever

Ontwikkelingsmaatschappij

Zeestad i.o.v. gemeente

Den Helder

Het nieuwe stadhuis van Den Helder is een prachtig voorbeeld van hoe je voortbouwend op het bestaande een nieuw hoofdstuk aan het verhaal van de stad kunt toevoegen. Het project begon met een lange zoektocht naar een locatie voor een nieuw stadhuis, die uiteindelijk leidde naar de rijkswerf Willemsoord. Dit marineterrein wordt stapsgewijs herontwikkeld tot een nieuw stuk stad. In de voormalige mastenloods met zijn markante houten kapconstructie – een rijksmonument - is de publiekshal met aangrenzend de raadszaal en trouwzaal gemaakt. Het oude houten hokje dat ooit in de loods was gebouwd, bood inspiratie bij het ontwerpen van het houten wandsysteem waarmee de nieuwe ruimtes zijn gemaakt. In deze wanden zijn akoestische voorzieningen, ventilatie en techniek weggewerkt. De naastgelegen zeilmakerij is getransformeerd tot een kantoorgebouw voor 125 ambtenaren. Dit gebouw is tot het betonnen casco gestript, waarna grote gaten in de betonnen vloeren en het dak zijn gezaagd om een atrium te maken. Daaromheen liggen de werk vertrekken, die grote ramen hebben met uitzicht op de werf. De nieuwe gevels zijn gemaakt van bruinrode aluminium panelen.

De jury is vol lof over dit project. De keuze van de gemeente om op deze plek te gaan zitten is gedurfd, de publieke functie van het stadhuis vormt een verrijking voor het gebied. De architecten hebben goed gekeken naar de identiteit en kwaliteiten van de bestaande gebouwen. In plaats van het contrast te zoeken – de gangbare aanpak – hebben ze in de nieuwe bouwdelen op een eigentijdse manier op het bestaande voortgeborduurd. De ruimtelijke beleving is daardoor versterkt; als je de publiekshal binnenstapt, proef je de historie. Onderdeel van die beleving is dat de installatietechniek buiten beeld is weggewerkt; heel knap gedaan. Ook is veel aandacht besteed aan gebruik van materiaal, licht en (historisch) kleurgebruik. Mooi detail: op de houten balken zijn de oude ingekerfde teksten bewaard. Dit alles maakt een uitnodigende publieke plek en prettige werkruimte.

15

projecten ingezonden dit jaar, wat kiezen moeilijk maakte. De jury ging onder meer kijken in het Stadhuis Den Helder, vakschool Nimeto in Utrecht en het kantoor van Alliander in Amsterdam. Wat deze projecten met elkaar gemeen hebben is dat ze georganiseerd zijn rond een aantrekkelijke (semi) openbare ruimte. Het kantoor van Alliander en Stadhuis Den Helder hebben grote atria, Nimeto ligt aan een binnentuin die ook toegankelijk is voor de buurt. De jury bezocht ook het in de Zeeuwse natuur gelegen Veldstation Groot Saeftinghe en de ondergrondse fietsenstalling aan de Amsterdamse IJboulevard, met daarop een openbare ruimte die de voorheen door het (centraal) station afgesloten zuidelijke IJ-oever naar het water opent. Na het bezoek besloot de jury dat ze de IJboulevard vooral van betekenis vindt voor de Leefbaarheid en Sociale Cohesie in de stad, en het Veldstation voor de identiteit van de streek. Daarom zijn deze projecten naar de betreffende categorieën verplaatst.

Aantrekkelijke (semi-)openbare ruimte stimuleert

Leefbaarheid en Sociale Cohesie

In de categorie Leefbaarheid en Sociale Cohesie zijn relatief veel woongebouwen ingezonden. Wat daarbij opvalt is de zoektocht naar nieuwe gezamenlijke en/ of betaalbare woonvormen, waarbij voorzieningen gedeeld worden. In de wooncomplexen Lariks in Amsterdam en Highnote in Almere zijn zogenoemde Friends woningen voor starters gerealiseerd. Daarbij delen twee of drie bewoners een woning, waarbinnen zij een eigen kamer met badkamer hebben. In de complexen zijn ook gemeenschappelijke (buiten)ruimtes mee ontworpen.

JURYRAPPORT 16

Met beperkte ingrepen, een hernieuwde eenheid

STIMULERENDE OMGEVINGEN

Nimeto vakschool, Utrecht

Architectenbureau

Maarten van Kesteren

Architecten

Opdrachtgever

Nimeto

Duurzaam bouwen begint met de keuze voor renovatie in plaats van nieuwbouw. Vanuit die overtuiging koos de mbovakschool Nimeto ervoor om zijn verouderde gebouwencomplex in Utrecht te verbouwen. Naast achterstallig onderhoud en slechte isolatie, kampte de school met ruimtegebrek, en was de wens om de bouwdelen aan weerszijden van de weg beter met elkaar te verbinden. Voor de architectenselectie zocht de school samenwerking met de Stichting Mevrouw Meijer, die zich inzet voor renovatie van na-oorlogse scholen, en daarbij jong ontwerptalent een kans wil geven. Dit project was voor architect Maarten van Kesteren zijn eerste bouwopdracht. De jury vindt dat hij die opdracht meer dan goed heeft volbracht.

De architect heeft allereerst de kelderverdieping ‘opgeschoond’ en drie grote vides in de vloeren gezaagd, waardoor daglicht binnenvalt. Hier zijn de nieuwe lesruimtes gemaakt. De nieuwe bouwdelen, uitgevoerd in eikenhout, zijn duidelijk herkenbaar en contrasteren fraai met de betonnen draagstructuur. De studenten hebben geholpen met het maken van de meubels en het schilderwerk. De tweede grote ingreep betreft de colonnade die onder de (vernieuwde) loopbrug is ontworpen. Aan de colonnade heeft de architect, op de plek van de oude parkeerplaats, een (buurt)tuin aangelegd. Daarop aansluitend heeft de architect een plan voor vergroening van de hele omgeving gemaakt, dat met inzet van de opdrachtgever en financiering van de gemeente wordt uitgevoerd. Op die manier versterkt het plan de openbare ruimte van en binding met de wijk. Met een beperkt aantal ingrepen zijn de bestaande gebouwen tot een hernieuwde eenheid gesmeed.

17
Hoe kan een gebouw een gebied versterken?

Een andere beloftevolle ontwikkeling is de wooncoöperatie waarbij bewoners - zonder winstoogmerk -samen een wooncomplex vormgeven en beheren. Het complex De Warren in Amsterdam is een pilot op dit gebied. Het hoogbouwcomplex Crossover, ook in Amsterdam, biedt een combinatie van kantoren en (sociale) huurwoningen met gezamenlijke ruimtes zoals werkplekken, fitnessruimte en wasserette. Ook het project Rivierduinen in Silvolde is gericht op gemeenschappelijkheid; de woningen zijn rond een collectief groengebied gebouwd, met in het midden een ontmoetingsruimte.

De ITC faculteit in Enschede is ontworpen als het nieuwe kloppende hart van de TU-campus.

Identiteit en Icoonwaarde

Hoe kan een project de identiteit van een gebouw, plek of gebied versterken, of een beeldbepalende kwaliteit daaraan toevoegen? Dat is de vraag die centraal staat bij de categorie Identiteit en Icoonwaarde. De jury bespreekt uiteenlopende projecten. Gebouw Mercado in de Groningse binnenstad is een voorbeeld van binnenstedelijke verdichting, met een combinatie van functies, waarbij de speciaal voor dit project ontwikkelde keramische gevel het gebouw tot een blikvanger maakt. Het Van Gogh museum is een gebouw dat de identiteit van Nuenen als ‘Van Gogh dorp’ vergroot. Bij de uitbreiding van Museum Paleis Het Loo was de ambitie om een uitbreiding te maken die het museum internationale allure zou geven.

DISCUSSIE

De jury heeft tijdens de drie bezoekdagen intensief met elkaar gesproken over wat zij zag, kijkend vanuit verschillende perspectieven: architectonisch, sociaal-

JURYRAPPORT 18

Duurzaam pand, gericht op toekomstig hergebruik

STIMULERENDE OMGEVINGEN

Alliander Westpoort Amsterdam

Architectenbureau De Zwarte Hond Opdrachtgever Alliander N.V.

Van de Amsterdamse Spaklerweg, waar bedrijvigheid plaats maakt voor woningbouw, is netwerkbedrijf Alliander verhuisd naar een nieuw gebouw in het Westelijk havengebied. De ambitie was om een duurzaam pand te maken, met circulaire materialen en gericht op hergebruik in de toekomst. Architectenbureau De Zwarte Hond ontwierp een ensemble van drie gebouwen – werkgebouw, parkeergarage, kantoor - met cortenstalen gevels. Het werkgebouw herken je aan het zaagtanddak, de parkeergarage is gemaakt met een demontabel staalskelet, het kantoor is – op de betonnen liftkernen na – opgetrokken uit dikke vurenhout kolommen en liggers. De werkvloeren, georganiseerd rond een metershoog atrium, zijn flexibel indeelbaar, waardoor het gebouw relatief gemakkelijk is aan te passen. Elektriciteit wordt opgewekt met de zonnepanelen op het dak, energie voor verwarming en koeling met een WKOinstallatie.

De jury vindt dit een ‘stoer werkgebouw’ dat met zijn roestige gevels goed past op zijn plek in de havens. Binnen ontvouwt zich een verrassende houten wereld rond het atrium, met een prettige sfeer, en een aangename akoestiek en (hout)geur. De open trappen rond de centrale vide nodigen uit tot bewegen en contact tussen medewerkers. Er is goed nagedacht over duurzame maatregelen, tot en met de mogelijkheden voor toekomstig hergebruik, als woongebouw of hotel. Door de cementdekvloer die op de houten vloer is aangebracht, is het gebouw niet geheel demontabel; dat is de laatste stap die nog ontbreekt in de circulaire gedachte.

19

maatschappelijk, financieel. Dat leidde tot levendige discussies, waarbij positieve bevindingen overheersen. De discussie over de categoriewinnaars en de overall winnaar verliep parallel.

In de categorie particuliere woonomgeving kiest de jury De Kwekerij als winnaar: een project dat laat zien hoe je in een hoge dichtheid voor een beperkt budget goede (sociale) woningen kunt maken. In combinatie met de collectieve voorzieningen op de begane grond biedt het complex veel woonkwaliteit, waarbij bijzondere aandacht is besteed aan de inrichting van de openbare ruimte en

Levendige discussies met positieve bevindingen

de gevelafwerking. De jury prijst het initiatief van de architect om grote massieve stedenbouwkundige massa’s op te knippen in slanke woontorens, waarmee ingezet is op hoge verblijfskwaliteit in de woning en in de openbare ruimte. Dit is gelukt door ongewoon slimme en efficiënte plattegronden. Een doordachte, integrale aanpak die navolging verdient.

Een tweede voorbeeld van wat een integrale ontwerpbenadering kan opleveren is de IJboulevard met zijn aanvaarbeveiliging, fietsenstalling en openbare ruimte. Met name die laatste ruimte overtuigt de jury, als bijdrage aan de Leefbaarheid en Sociale Cohesie en als welkom tegenwicht voor stedelijke verdichting. Daarom wint de IJboulevard in deze categorie.

De eindstrijd voor Beste Gebouw van het Jaar 2024 gaat tussen drie projecten: de ITC faculteit, het Stadhuis Den Helder en Museum Paleis het Loo.

Het Stadhuis van Den Helder geeft een enorme impuls aan een vergeten plek in

JURYRAPPORT 20

IDENTITEIT EN ICOONWAARDE

Museum Paleis Het Loo

Categoriewinnaar

Architectenbureau

KAAN Architecten

Opdrachtgever

Stichting Paleis Het Loo Nationaal Museum

Paleis Het Loo, in de 17e eeuw gebouwd als ‘Versaillaans’ jachtslot met tuinen en fonteinen, was na vele verbouwingen toe aan een grote onderhoudsbeurt. Directe aanleiding was de aanwezigheid van asbest, daarnaast bestond de wens om een betere entree en expositieruimte te realiseren. Om het bestaande beeld niet aan te tasten, werd besloten om de uitbreiding onder het voorplein te realiseren. Kaan architecten won de prijsvraag met een ontwerp dat voortborduurt op de strikt symmetrische plattegrond van het corps de logis. De grasvlakken in het plein zijn vervangen door grote glasplaten waardoor daglicht in de ondergelegen grand foyer valt. Op het glas ligt een laagje water dat samen met de fontein en spuwers een waterkunstwerk vormt, en in de zomer dubbelt als speelplek. Vanuit de nieuwe ingangen in oost- en westvleugel leiden twee trappartijen naar de majestueuze grand foyer, met aan weerszijden de expositiezalen en op de kop de toegang tot het paleis. De ruimtes zijn afgewerkt met natuursteen en notenhout. De verduurzaming bestaat uit het plaatsen van extra voorzetramen, LED-verlichting en het opwekken van energie met een WKOinstallatie.

De jury is onder de indruk van deze – ook constructiefgedurfde ingreep, die tegelijk ingetogen en monumentaal is, en waar de kwaliteit vanaf spat. De verbinding tussen het paleis met zijn historie en de hedendaagse uitbreiding is prachtig uitgewerkt; in de plattegrond, de waterpartij en de fraaie doorzichten. Door het sprankelende licht, hoogwaardig materiaalgebruik en de bijzondere belijning in het plafond heeft de ondergrondse ruimte – die makkelijk somber had kunnen worden – een feestelijk karakter gekregen. Van de windroos in de vloer tot het met oranjebloesemmotieven gedecoreerde hout; over elk detail is nagedacht. Een tot in perfectie uitgevoerd gebouw, dat imponeert en (icoon)waarde toevoegt aan het bestaande monument.

21 Tot in perfectie uitgevoerd

de stad, waar een nieuw hart voor de democratie is gemaakt. Mensen gaan weer naar de werf op belangrijke momenten; voor aangifte bij geboorte, om te trouwen. De herbestemming als openbaar gebouw binnen de – nog steeds als zodanig functionerende - rijkswerf is bijzonder, alsook de integratie tussen oud en nieuw. Daarbij is knap voortgebouwd op de bestaande gebouwstructuren en tegelijk een eigen idioom gecreëerd. Dit is een

Architectuur in essentie; een spel met ruimte, licht en materiaal

stimulerende omgeving voor de mensen die er werken, voor de stad, en voor dit soort transformatieopgaven. Stadhuis Den Helder wint in deze categorie.

Museum Paleis Het Loo is uniek als opgave en exceptioneel in architectonische kwaliteit. Dat het gegeven gebouw al prachtig is en het bouwbudget bovengemiddeld betekent niet dat dit een makkelijke opgave was. Want hoe maak je een uitbreiding die recht doet aan de monumentaliteit van het bestaande paleis? Het ondergronds bouwen vormde daarbij een extra uitdaging. De jury is ‘omvergeblazen’ door hoe deze complexe opgave uiteindelijk in een ogenschijnlijk eenvoudig – onzichtbaar - gebouw is opgelost. Zoals een jurylid het zegt: dit is architectuur in essentie; een spel met ruimte, licht en materiaal. De nieuwbouw is respectvol richting het rijksmonument, maar ook monumentaal in zichzelf, en voegt een bijzondere ruimtelijke kwaliteit toe aan het bestaande. Een subliem ontwerp, dat perfect is uitgevoerd, en een impuls geeft aan de waardering en beleving van het erfgoed. Als onmiskenbaar icoon wint Het Loo in deze categorie.

JURYRAPPORT 22

Inspiratie voor natuurinclusief bouwen

IDENTITEIT EN ICOONWAARDE

Veldstation Groot Saetftinghe Nieuw Namen

Architectenbureau

RO&AD Architecten

Opdrachtgever

Provincie Zeeland

Het Veldstation bij Nieuw Namen vormt de uitvalbasis voor natuurwandelingen en -onderzoek van stichting Het Zeeuwse Landschap. Het project is onderdeel van het Grenspark Groot Saeftinghe, dat ontwikkeld wordt door de provincie Zeeland. Een van de aanleidingen daarvoor is het aan de natuur ‘teruggegeven’ Hedwigepolder, waarover heftige discussie ontstond. Dit project fungeert mede als ‘sociale verzoeningsstrategie’. Doel is versterking van de natuurbeleving en de identiteit van gebied. Het Veldstation is een van vijf ‘grensparkiconen’ die worden gerealiseerd naar ontwerp van RO&AD Architecten.

Het gebouw, dat een oude keet vervangt, is op voorstel van de architecten een stuk verderop op palen in de slikken gebouwd; hier heb je prachtig uitzicht over het natuurgebied. Het is ontworpen als een archetypisch paviljoen met grote dakoverstekken, en omvat een groepsruimte met terras en slaapvertrekken voor onderzoekers. In de langsgevels zijn met klei en mos openingen gemaakt waarin vogels, vleermuizen en insecten zich kunnen nestelen. Het gebouw is opgetrokken uit hergebruikt hout, afkomstig uit de nabijgelegen havens.

De jury vindt dit een knap gemaakt project waarbij met beperkte middelen, veel creativiteit en inzet van talloze vrijwilligers een bijzondere plek is ontstaan. De architecten hebben goed nagedacht over de mogelijkheden van de plek, bouwmaterialen, het (zelfbouw) proces en de verhouding tussen mens en natuur. Het paviljoen is een inspirerende proeftuin geworden voor natuurinclusief bouwen, klimaatadaptie en circulariteit. Een volgende mogelijke stap zou het loskoppelen van elektriciteit en riolering zijn, waarbij het gebouw autarkisch functioneert.

23

Het Loo is een project in de buitencategorie, maar als je kijkt naar de sociale en duurzame bouwopgave waarvoor Nederland staat, dan zijn de faculteit ITC en stadhuis Den Helder voorbeeldstellende transformaties. Bij het Stadhuis van Den Helder is de oude gebouwstructuur identiteitgevend, bij de faculteit ITC is een spannende combinatie van oud en nieuw gemaakt. Daarbij is over elk aspect nagedacht, van de atria die licht en lucht in het gebouw brengen tot hergebruik van gevelelementen en plafonds en de nieuwe verdiepingsvloer, waarin alle installatietechniek is weggewerkt. En dat in een gebouw dat mede door zijn ongebruikelijke afmetingen behoorlijk lastig was. De jury is onder de indruk van de ogenschijnlijk eenvoudige, maar messcherpe ingrepen die de architecten hebben weten door te voeren, waarbij een functionele ontwerpbenadering uiteindelijk resulteert in een ruimtelijk verrassend, bijzonder comfortabel en ronduit poëtisch gebouw. Het gebouw met zijn variatie aan les- en studieplekken

rond vier weelderig begroeide binnentuinen werkt als een magneet op studenten, en vormt het nieuwe hart op de campus.

Ogenschijnlijk eenvoudige, maar messcherpe ingrepen

ITC heeft de jury het meest verrast. Niet alleen in de categorie Leefbaarheid en Sociale Cohesie, maar ook als stimulerende omgeving, en als een gebouw dat de identiteit van de TU-campus versterkt. Daarom roept de jury de ITC faculteit uit tot Beste Gebouw van het Jaar.

JURYRAPPORT 24

Hedendaags icoon

IDENTITEIT EN ICOONWAARDE

Van Gogh Village Museum Nuenen

Architect

Diederendirrix

Opdrachtgever

Van Gogh Sites

Vincent van Gogh schilderde meer dan een kwart van zijn oeuvre in Nuenen, waar hij van 1883 tot 1885 woonde en werkte. In het Van Gogh Villagemuseum, gevestigd in het voormalige gemeentehuis uit 1853 – pal tegenover Van Gogh’s ouderlijk huiswordt verteld over de plekken en taferelen die de schilder vastlegde, en hoe hij te werk ging. Het museum werd te klein voor de 40.000 bezoekers die er jaarlijks komen, en is daarom uitgebreid met een nieuwe entree, museumcafe en -winkel en expositieruimte. Voor de vorm van het gebouw liet architectenbureau Diederendirrix zich inspireren door de boerderijen die hier ooit stonden. De aardse kleuren van de gevelleien en de grof gekeimde binnenwanden zijn gebaseerd op het schilderij ‘de aardappeleters’. De museumwinkel is afgetimmerd met Brabants populierenhout.

De jury vindt dat dit gebouw goed op zijn plek staat, en is gecharmeerd van de compositie en het uitgesproken kleuren materiaalgebruik. Het bestaande gebouw – voormalig gemeentehuis en rijksmonument – en de nieuwbouw zijn mooi verbonden met vides en doorzichten. Buiten voel je direct de bijzondere sfeer, door de grote snede die in de gevel is gemaakt. In de voorgevel is ook een groot venster precies zo gepositioneerd dat het uitzicht op het tegenovergelegen ouderlijk huis van Van Gogh als een schilderij wordt omlijst. In vergelijking met deze hoge en lichte entreeruimte, die als ‘dorpshuiskamer’ werkt, vindt de jury de andere ruimtes minder indrukwekkend. Het project blinkt niet uit in een duurzame aanpak. De jury ziet wel dat het een gevoel van trots geeft aan de vrijwilligers die er werken. Met dit gebouw is een hedendaags icoon toegevoegd aan het Van Goghopenluchtmuseum dat Nuenen is.

25

Wooncooperatie De Warren

Architect Natrufied architecture

Opdrachtgever wooncoöperatie De Warren

Woongebouw De Warren is gerealiseerd door de gelijknamige wooncoöperatie, een vorm van collectief wonen waarbij bewoners als (mede) eigenaars van hun woongebouw bepalen hoe zij dat willen bouwen en beheren. Het betreft een pilotproject van de gemeente Amsterdam, die deze aanpak wil stimuleren. De bewonersgroep (50 volwassenen, 5 kinderen) heeft in acht ontwerpsessies met architectenbureau Natrufied het plan uitgedacht. Het complex omvat onzelfstandige studio’s die keuken en badkamer delen, en grotere studio’s en gezinswoningen. Op elke verdieping is er een gezamenlijke woonkeuken, daarnaast is er een grote gemeenschappelijke ruimte met werkplekken, een muziekstudio, en sportzaaltje, een gedeelde tuin en dakterras met moestuin. De gevelbekleding is gemaakt met hout van damwanden en meerpalen. Elektriciteit wordt opgewekt met zonnepanelen op het dak, energie voor verwarming met warmtepompen. Regenwater wordt opgevangen in de wadi in de tuin.

De jury waardeert de inzet van de bewoners om dit pioniersproject van de grond te krijgen, van het zelf geoogste bouwmateriaal tot het opzetten van een vereniging waarvan zij huren. De hoofdthema’s duurzaamheid en gemeenschappelijkheid zijn consequent uitgewerkt. De metershoge woonkeuken is een warme en leefbare ruimte, de rest van het gebouw vindt de jury minder indrukwekkend. De structuur van het gebouw oogt wat rommelig, er zijn onpraktischsteile trappen en het gevelhout is op sommige plekken groen uitgeslagen. De jury mist hier de regie van de architect.

De eervolle vermelding is voor het opzetten van het coöperatiemodel met een sociale en financiële structuur. Daarbij is een slim spaarsysteem met een terugvloeiregeling ontwikkeld, waardoor huurders in de loop van twintig jaar financieel iets kunnen opbouwen. De jury hoopt van harte dat dit woonmodel voor meer doelgroepen zal gaan werken.

Pioniersproject duurzaam en collectief wonen

VERMELDING
EERVOLLE

DE JURY

Marcia Luyten

Juryvoorzitter

Elsebeth te Kiefte

TKA Atelier

Ronald Dielwart

Dura Vermeer

Marja Appelman

Directeur woningbouw

bij BZK

Jeroen Schipper

Orange Architects

Maarten Castelijns

Rijnboutt

JURYRAPPORT

Kirsten Hannema

zelfstandig journalist

SPONSOREN

Hoofdsponsor

Strategisch sponsor

Eventsponsor

FOTOGRAFEN

Eva Bloem

Alliander Westpoort

Sebastian van Damme

De Kwekerij fase 2

Stijn Bollaert

Faculteit ITC

Auke van der Weide

Het Kruishuis

Ossip van Duivenbode

IJboulevard

Simon Menges

Museum Paleis Het Loo

Max Hart Nibbrig

Nimeto Utrecht

Reinier Ubels

Rivierduinen

Max Hart Nibbrig

Stadhuis Den Helder

Ossip van Duivenbode

Van Gogh Village Museum

Katja Effting

Veldstation Groot Saeftinghe

Jeroen Musch

Wooncoöperatie de Warren

EINDREDACTIE

Liselore Zoeteweij

Mariska Jonker

Uitgave BNA

27 Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus

20 24 20 24

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.