Maas & Waal 4ALL XL september 2018

Page 21

Toekomstbouwers

Medewerkers van RTP uit Afferden leggen zonnepanelen

Olaf Senden (l) en Wijnand Lemmers (r)

Windmolens langs de Maas

in het gebruik van grondstoffen. Je ziet al dat de wet- en regelgeving steeds meer gericht is op circulair bouwen en leven. Er worden andere eisen gesteld dan voorheen. Discussies daarover zijn echter nog wel tegenstrijdig.”

DE MARKT BEPAALT Olaf ziet dat ook de wensen van de consument veranderen. “De markt wordt door internet steeds transparanter en wordt dan ook steeds meer door de consument bepaald.” Wijnand knikt. “Wij merken dat al bij het eerste contact, dat in acht van de tien gevallen met vrouwen plaatsvindt. Zij stellen vaak vragen over de relatie tussen bouwen en gezondheid, bijvoorbeeld over radon-straling in de woning en over de gevolgen van ‘luchtdicht’ bouwen. Daarnaast merk je dat mensen steeds specifiekere wensen hebben als het gaat om het gebruik van (duurzame) materialen. We merken dan ook dat houten skeletbouw steeds populairder wordt, al kiest de massa nog steeds voor stenen bouw. Op zich is dat logisch als je kijkt naar de verkrijgbaarheid. Hier in de regio is volop klei te vinden, dus steen is nog altijd gemakkelijker dan hout. Op termijn verwacht ik echter dat de snelheid en het gemak van houten skeletbouw de stenen bouw in zal gaan halen.”

“Het is van belang dat jongeren in de regio blijven wonen en een goede woning kunnen vinden.” NOG WEINIG VARIATIE In de wet- en regelgeving ziet Wijnand dat steeds meer bouwbesluiten worden aangepast. Volgens Olaf sluit dat aan bij het circulaire denken en het innovatiestreven. Wijnand: “Helaas merk je nog steeds dat er weinig differentiatie is in de bouw; er is nog veel eenheidsworst. De consument kiest daarbij zo veel mogelijk voor onderhoudsvrij wonen; metselwerk en kunststof kozijnen zijn nog steeds populair.” Olaf vult aan dat bouwers vakidioten zijn die graag willen vernieuwen, maar dat de consument nog vaak traditionalistisch denkt. “De eigen portemonnee is nog steeds leidend. Dat is op zich logisch, maar het beperkt visionaire bouwers wel in hun mogelijkheden. Je moet er als bouwer dus tegen kunnen dat je niet kunt vernieuwen zonder weerstand.”

Zonnepanelen - foto Giesbers Wijchen

moet de wetgever het initiatief nemen. Wat de acceptatie daarvan betreft merken we gelukkig wel dat het besef is ingedaald dat we verantwoorder met onze leef- en woonomgeving moeten omgaan.” Wijnand is het met Olaf eens. “We hebben niets aan halfslachtige maatregelen. Ik vind dus dat de overheid in het nemen van bouwbesluiten meer lef mag tonen.”

PRIORITEIT VOOR JONGERENVOORZIENINGEN Als het gaat om de toekomst van Maas en Waal vindt Wijnand dat er te veel wordt ingezet op de belangen en wensen van de agrarische sector en het toerisme. “We lopen hier écht vijftien jaar achter; bouwgrond is hier veel te weinig te vinden.” Olaf vindt dat het een eerste belang is om ervoor te zorgen dat jongeren in de regio blijven. “Zij moeten hier een goede woning kunnen vinden en goede basisvoorzieningen. Zíj zijn het immers die de regio naar een nieuwe toekomst moeten voeren.”

GROTER DURVEN DENKEN Wijnand is van mening dat de voorwaarden voor een zonnige toekomst van Maas en Waal alleen kunnen worden geschapen als lokale overheden groter durven denken. “Met name de welstandscommissies bakkeleien te veel onderling over het interpreteren van kwaliteitsplannen. Voor mij mogen ze die opheffen en overgaan op één orgaan voor bouwvergunningen.” Olaf begrijpt op zich wel dat eenheidsworst niet altijd te vermijden is. “Het is immers goedkoper om dezelfde woningen te onderhouden dan verschillende. Een toets op beeldkwaliteit moet wel plaatsvinden, maar volgens mij kan dat ook door het inschakelen van een ‘supervisor’, bijvoorbeeld de architect. Daarbij geldt dat afstemming met de omgeving belangrijker is dan objectbeoordeling. De Duitse ‘Prüfstätiker’, die beoordelen of alle calculaties kloppen, zouden daarbij als voorbeeld kunnen dienen. Regelgeving mag echter nooit verstikkend zijn voor innovatie. Dat moet je juist faciliteren.” Volgens Olaf gaat het nog lang duren voordat de bouw visueel verandert. “De veranderingen van nu zijn vooral onderhuids. De buitenkant van gebouwen blijft vooralsnog hetzelfde door de traditie van de regio.” Wijnand merkt wel dat Nederland qua bouwen aan het veranderen is. “Dit jaar is er al twintig procent meer vrij gebouwd en daarbij zie je ook steeds meer toepassingen van hout. Er vindt dus wel degelijk een mooie ontwikkeling plaats, al gaat die nog maar langzaam.”

LEF TONEN IN BOUWBESLUITEN Olaf is van meningen dat besluiten om de bouw te vernieuwen genomen móeten worden. “Als je dat nalaat vindt innovatie nooit plaats. Daarin

TEKST: RVL FOTO’S: RVL, WL EN GIESBERS WIJCHEN

21


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.