APm : Allard Pierson mededelingen, afl. 30

Page 14

Archaische en Klassiek Griekse periode (tot 330 v. Chr.) bestaat hij uit een rietachtige stengel met knopen op regelmage afstanden en wordt hij vereenzelvigd met de "narthèx", reuzevenkel, een scherm-achtige plant die enige meters hoog kan worden maar zeer licht is (afb. 15). De stengel lijkt op die van de bereklauw. Het merg van de venkel werd gebruikt in tondel-dozen, want het smeult onmiddellijk als een vonkje, geslagen met een vuursteen, erin valt. Met hehulp van het merg van de narthex had Prometheus, zo zegt de mythe, het vuur uit de hemel gestolen. De thyrsusstaven op de vazen vertonen duidelijk de structuur van de venkel. Meestal bestaat de bekroning uit een bos hartvormige klimopbladeren die aan het uiteinde zijn vastgebonden (soms is dit koord aangegeven). In latere tijd komen ook andere vormen van de thyrsus voor. Niet alleen de wijnrank, maar ook de klimop was gewijd aan Dionysus: het is merkwaardig dat de god van de wijn en zijn gevolg vaker met klimop zijn getooid dan met de wijnrank. Een belangrijk attribuut van de Dionysus-cultus was, althans na 330 v. Chr., de cista mystica. Een Romeins schrijver, Valerius Flaccus (eerste eeuw n. Chr.) noemt de eisten "vol stille verschrikking" (plenae tacita formidine; II 276): en inderdaad, de deksel van deze ronde mand wordt bijna altijd opgelicht door een grote, kronkelende slang die eruit te voorschijn kruipt (op onze sarcofaag: D6 en A16). De eigenlijke betekenis van de cista is overigens niet duidelijk; zij vormde vermoedelijk een onderdeel van de mysteriën. Veelvuldig voorkomend op latere afbeeldingen van heiligdommen van Dionysus is de wan (liknon of, Latijn, vannus). Dit was een mandje met twee hengsels, gebruikt voor het scheiden van graan en kaf: bij stevige wind werd het graan hoog in de lucht gegooid, het kaf werd weggeblazen en alleen het koren viel terug in de mand. Wan-manden werden ook voor veel andere doeleinden gebruikt, bijv. als wieg voor babies. Dionysus wordt "liknites" genoemd, waarschijnlijk omdat hij, evenals Hermes, als baby in een liknon had gelegen. Ook werd de wangebruikt om er gerei in te dragen tijdens een offerprocessie. In de latere mysteriën speelt de wan een grote rol: naar analogie van het reinigen van het koren, kan de wan voor het reinigen van ingewijden gebruikt zijn. In de processies voor Bacchus is de wan meestal bedekt met een doek; toch kan men zien dat hij gevuld is met vruchten en, in het midden, een grote phallus.

15. Reuzevenkel: dezeplant kon als thyrsusstaf gebruikt worden.

Zes verschillende instrumenten zijn no.g te herkennen: cither, dubbelfluit, ,Panfluit, tamboerijn, cymbalen of bekkens, castagnetten of krotala. Deze instrumenten worden zo goed als nooit door Dionysus zelf bespeeld, doch alleen door zijn gevolg. Zoals de cither met Apollo wordt verbonden, zo behoren de dubbelfluit en vooral de tamboerijn (Grieks: tympanon) bij Dionysus. Het tympanon bestond uit een ronde

J.H. d. Muziekinstrumenten . Muziek nam een belangrijke plaats in bij de Dionysus-cultus. Ook op onze grote Dionysus-sarcofaag, zijn veel figuren afgebeeld met instrumenten in de handen . 14

16. Fluitspeelster(inv. nr. 6308).

houten doos die aan twee kanten (niet aan één zijde, zoals de huidige tamboerijn) bespannen was met een vel. Met de rechterhand roffelde men op het instrument (zie afb. 31, 32: B4, C2). Het opzwepende rythme dat de maenaden hierbij produceerden was kenmerkend voor de Dionysus-cultus. Andere slagwerkinstrumenten waren castagnetten of kleppers (Grieks : krotala) en de bekkentjes of cymbalen (Grieks: kymbala). De krotala bestonden uit heel kleine holle plankjes van hout of metaal. Op de sarcofaag bespeelde de maenade C4 waarschijnlijk de krotala. Cymbalen zijn twee kleine bekkentjes die met een leren riempje of een kettinkje aan elkaar gebonden waren (zie afb. 29, 31; AS, B3). De bekkentjes werden paarsgewijs gebruikt, maar zijn helaas zelden per paar bewaard gebleven. Naast slagwerk waren er ook blaas- en snaarinstrumenten. De dubbelfluit (of "auloi") was het belangrijkste blaasinstrument; een juistere benaming zou zijn dubbel-hobo, omdat beide instrumenten aangeblazen worden met een dubbel rietje: het blazen op de twee dubbelrieten werd vergemakkelijkt door een mondstuk dat met een hoofdstel voor de mond was vastgebonden (phorbeia) (afb. 16). Allerlei variaties waren mogelijk, maar het was zeer ongebruikelijk slechts één fluit te bespelen. De dubbelfluit die oorspronkelijk uit Phrygië afkomstig was, werd als opzwepend en niet bijzonder verheven beschouwd. Het is dan ook een geliefd instrument bij satyrs: zie Al, Cl en Dl op onze sarcofaag.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.