APm : Allard Pierson mededelingen, afl. 17

Page 15

4-6

Egypte dat het kopje moet dateren uit de jaren dertig van de vierde eeuw v. Chr., de tijd van Alexander de Grote. In 332 verovert de Macedonische veldheer Egypte . Tot op dat ogenblik is het gebied een Perzische satrapie. Een gouverneur van de Grootkoning bestuurt het land vanuit de oude hoofdstad Memphis. Alexander sticht in 331 v. Chr. de stad Alexandrië die in weinige jaren tot een van de grootste steden van de oudheid uitgroeit 4 . Na de dood van Alexander wordt een generaal uit diens leger, Ptolemaeus de zoon van Lagos, stamvader van de dynastie der Ptolemaeën. Drie eeuwen zullen zij als farao's over Egypte heersen. Cleopatra is de laatste regerende vorstin uit deze familie. Het hier besproken kopje is een goed voorbeeld van het samengaan van twee beschavingen: een Egyptische techniek wordt gepaard aan Griekse vormen. Een ander miniatuurkopje in hetzelfde materiaal, ditmaal lichtblauw van kleur, geeft nog een aanwijzing voor de datering. Het is in Haags privé bezit en 3 cm hoog (afb. 4-6) 5 . Het stelt een baardige man voor het hoofd gedekt door een puntige muts of tulband die de oren en de haren op het voorhoofd vrijlaat. Vergelijken wij dit kopje met het Amsterdamse dan valt een aantal overeenkomsten op. Zo zijn vormgeving van wenkbrauwboog en wangen sterk gelijkend. Ook de overeenkomst van de diep in de baard liggende monden is treffend. Op grond van deze stylistische overwegingen zijn de stukken contemporain. Nu kan het kopje in Den Haag op grond van het hoofddeksel in verband gebracht worden met voorstellingen in het graf van Petosiris, priester van Hermopolis die in het begin van de Ptolemaeïsche periode overleed. Egyptische, Perzische en Griekse stijlelementen bepalen het karakter van de reliëfs. Op één wand staan mannen afgebeeld die op de velden werken. Zij dragen baarden en op hun hoofd zien wij hetzelfde tulbandachtige hoofddekse! 6 . Die 'tulband' is voor Egypte een zo opmerkelijke zaak dat, in combinatie met de stijlkritische overwegingen, dit iconografisch gegeven een aanwijzing vormt voor een datering omstreeks 330 v. Chr. of iets later. Overigens is

het boeiend om te zien dat dit hoofddeksel ook voorkomt op de reliëfs van Persepolis. De mannen die er mee getooid zijn worden door sommigen als Syriërs, door anderen als Lydiërs gezien 7 • Het faience kopje in Den Haag is misschien een portret, eerder een typering. Dergelijk soort scherp waargenomen weergaven van mensentypen zijn een specialiteit van het Hellenistische tijdvak 8 , dat wil zeggen, de periode die loopt van de veroveringen van Alexander de Grote tot het begin van de jaartelling. Het Amsterdamse kopje daarentegen moet welhaast een portret zijn. iet alleen de zeer uitgesproken gelaatstrekken wijzen daar op, ook het bestaan van een 12,5 cm hoge terracotta kop uit Tarente, een afbeelding van dezelfde man (afb. 7) 9 . Bij het vergelijken tussen de twee plastieken moet natuurlijk rekening gehouden worden met de geografische afstand tussen Egypte en Tarente, met het verschil in materiaal en afmeting, met de persoonlijkheid van de twee kunstenaars. Al deze elementen die licht tot een geheel divergerende opvatting van een portret zouden kunnen leiden, staan een opmerkelijke overeenkomst niet in de weg. Beide koppen hebben dezelfde karakteristieke gelaatsstructuur en sterk overeenkomende uiterlijkheden zoals de baard en de krans in het haar. Heel opvallend zijn de schuin omhoogstaande wenkbrauwen. Helga Herdejürgen die de Tarentijse kop publiceerde, brengt hem in verband met terracotta ' s van omstreeks 340-330 v. Chr. , dezelfde tijd dus als die van de faience kopjes. De identiteit van de voorgestelde blijft een raadsel. Als wij de hier gesuggereerde overeenkomst tussen beide koppen accepteren , is dat een extra aanwijzing dat wij met een portret van een bekende persoonlijkheid te maken hebben. Alexander de Grote of een van diens opvolgers is het zeker niet. Er is enige overeenkomst met een onlangs in Macedonië gevonden ivoren portretkopje dat door de opgraver geïdentificeerd is als een vermoedelijk portret van Philippus II, de vader van Alexander 10 . De gelijkenis echter is eerder stylistisch dan fysionomisch. Met Herdejürgen moeten wij ons tot nader order tevreden stellen met het vermoeden dat een historische persoonlijkheid , bekend zowel in Tarente als in het laat vierde eeuwse Egypte weergegeven is. Wie is voorlopig onduidelijk. Wat echter wél duidelijk zal zijn is dat dit soort voorwerpen weliswaar klein van formaat is, maar dat het oudheidkundig belang er van groot kan zijn.

7

15


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.