Scabal in De Standaard Magazine

Page 1

DIPLOMATISCH SHOPPEN MET SVEN GATZ Over Sven Gatz is de afgelopen weken veel gezegd en geschreven. Zelf had hij het over ‘een bijna-heiligverklaring’. Helemaal onverwachts werd hij onlangs Vlaams minister van Cultuur. Hoog tijd om hem de ministerstijl aan te meten. Door Anja OttE, foto’s Lucas Daniëls, STYLING LINDA VAN WAESBERGE

18

19


liFe SVEN GATZ Ministerieel gestyled

Het einde van de Volksunie, een tumultueuze overstap naar Open VLD, de partij waarvoor hij uiteindelijk fractieleider in het Vlaams Parlement werd, afscheid van de politiek en de bijbehorende heisa over zijn uittredingsvergoeding. Een groentje is Sven Gatz (47) allang niet meer. De jaren en ervaringen hebben wellicht sporen nagelaten, maar daar valt bij de Brusselaar niet veel van te merken. Zijn passage bij de Belgische brouwers doorstond hij zonder bierbuik. Zijn gezicht telt wat extra groeven, maar verder ziet Gatz er nog altijd even jongensachtig uit. Een eeuwig ketje. ‘Dat ligt aan mijn fysionomie en aan mijn haar’, zegt hij zelf. ‘Aan moederskant wordt niemand in onze familie grijs. Ik heb die genen meegekregen. Zelf heb ik er dus geen enkele verdienste aan.’ ‘Over dat haar gesproken’, valt stiliste Linda in, terwijl ze een stevige pot wax bovenhaalt. Gatz aarzelt even – ‘Ik heb zo meteen nog een belangrijke vergadering bij Roularta. Wat gaan ze denken?’ – maar laat haar dan toch maar begaan.

O p e en s va lt on s o ok e en oude Wetstraatwijsheid te binnen: als er één kledingstuk is dat een minister nooit nodig heeft, dan is het wel een overjas. Ministers worden altijd netjes door hun chauffeur voor de deur afgezet, wat zouden ze zich druk maken om een beetje kou of regen? Weg overjas, dus. Op vraag van de verkoopster probeert Gatz vervolgens een lichtblauw vest met lange rits. Veel te braaf, besluiten we. Gatz’ woordvoerster Eva Vanhengel lacht. ‘Zoiets draagt mijn vader ook.’ Staat de Brusselse excellentie Guy Vanhengel niet bekend voor zijn maatpakken? ‘Ja, maar op zondag draagt hij die niet. Dan zit hij in zijn zetel met precies zo’n outfit.’ Het volgende silhouet dan maar: een paarse blazer, nog altijd op de roestkleurige broek, die zich stilaan in de gunst van de minister werkt. Blazers beschouwt Gatz niet als ‘zot’. Integendeel, we kunnen ons hem niet inbeelden zonder, een beetje als een scoutsleider die per ongeluk in de volwassen wereld beland is en zich daar maar naar kleedt. Blijkbaar laat ons geheugen ons daar wel wat in de steek: ‘A ls fractieleider in het Vlaams Parlement droeg ik haast uitsluitend pakken. Maar het klopt wel hoor, ik draag veel blazers.’ Meteen het sein voor stiliste Linda om vermanend tussen te komen. ‘Een blazer kan heel mooi zijn, maar hij moet wel de juiste maat hebben. Anders zit je daar in Terzake met een scheefgezakt jasje, of met van die opwippende schouders.’ Het gekozen exemplaar voldoet aan Linda’s criteria, maar stuit vanwege de paarse kleur bij Gatz op meer gefrons. Maar hij heeft de boodschap begrepen: ‘Een jasje moet vooral comfortabel aanvoelen. Een van mijn vorige jasjes was een half maatje te klein. Heel vervelend. Van de weeromstuit heb ik het volgende jasje een half maatje te groot gekocht. Ook niet goed, dus. Nu heb ik twee pakken besteld bij Café Costume, net iets smaller dan wat ik meestal draag, maar wel op maat gemaakt.’ Oef, horen we Linda net niet » luidop denken.

Twee zotte stukken Plaats van de afspraak is de Brusselse vestiging van Scabal, een Belgisch huis voor fijne maatpakken dat ook een volledige prêt-à-portercollectie heeft. Het eerst aan de beurt is een roestkleurige broek, dito suède schoenen en een vrij klassiek, donkerblauw hemd. Dat laatste noemt Gatz ‘een veilig basisstuk’ en het haalt hem over de streep voor de volledige outfit. ‘Een keer iets zots kan, maar twee zotte stukken tegelijk zal ik niet snel dragen. Die broek, 99 procent van de Belgische mannen draagt zoiets niet. Maar gecombineerd met het hemd kan het wel, vind ik.’ Een donkerbruine overjas van zijde – lichter en tegelijk warmer dan hij eruitziet – doet de balans opnieuw te veel richting ‘zot’ overhellen. ‘Mooi, hoor, maar om zoiets te dragen ben ik veel te praktisch. Ik vraag me meteen af of er nu nog een jasje onder kan of niet. En waar moet ik zoiets dragen? Geef me wat tijd om daarnaar te evolueren’, lacht Gatz. 20


liFe SVEN GATZ Ministerieel gestyled

keren per dag om te kleden. Schoenen vind ik belangrijk. In Barcelona vond ik blauwe mocassins die goed zitten. Die wou ik al heel lang. Mijn vrouw vind ze maar niks, maar mijn moeder zag ze graag.’ Tijd voor een echt pak. We halen een staalblauw van het rek, met een wit hemd eronder. Mooi, ministerieel ook, maar een op maat gemaakt exemplaar verdient de voorkeur, is het gezamenlijke oordeel. Een donkere regenjas daarbovenop haalt opnieuw herinneringen boven. ‘Op een Open VLDcongres moest ik ooit een belangrijke speech geven. De Standaard heeft me de dag ervoor geïnterviewd. Op de bijbehorende foto droeg ik precies zo’n jas. Toen mijn vader dat zag, zei hij: “Nu ben je een burger geworden”. Ik besefte dat hij gelijk had.’

‘Op de middelbare school situeerde ik me ergens tussen punk en new wave. De vroege Spandau Ballet, of David Sylvian, zo wou ik eruitzien’ ‘A ls minister zal ik wat anders voor de dag moeten komen. Bij de brouwers kleedde ik me hoogstens eens op voor het directiecomité. Gelukkig zal ik door mijn bevoegdheden vooral met creatieve types te maken krijgen. Het mag allemaal wat minder ministerieel, wat origineler.’

Een De Guchtje Omdat de wintercollectie in de rekken hangt, gaan we nog op zoek naar een stuk voor bij de open haard. Gatz kiest zelf voor een dikke, gebreide vest, in veilig marineblauw. Perfect, zo blijkt. Bij wijze van folie haalt Linda nog een laatste blazer boven. Een van het klassieke type met metalen knopen. Echt iets voor de nieuwjaarsreceptie van de partij, vindt Linda. Zelf denken we meteen aan het Knokke van Leopold Lippens en dat blijkt geen toeval: de print die er van ver als ankers uitziet, blijkt te bestaan uit golfsticks en -vlaggetjes. Gatz staat er verrassend goed mee, maar beseft meteen dat dit niet zijn wereld is. ‘Is het kinky of is het kitsch? In elk geval is het meer iets voor traditionele liberalen. Herman De Croo, of Rik Daems.’ Als de fotograaf hem vraagt met uitgestreken gezicht te poseren voor de spiegel, schiet hem nog iets te binnen. ‘Weet je wie dit ook zou dragen? Karel De Gucht. Hij komt daarmee weg. Maar kiest hij zijn kleren ook zelf? Dat weet niemand. En een ding is zeker: ik koop ál mijn kleren zelf.’

Het pak van David Sylvian ‘Duizend bommen en granaten, heb je geen pijpje voor hierbij?’ Een korte stoere jas in marinestijl – ‘Zeg maar kapitein Haddock!’ – werkt op Gatz’ lachspieren, maar lijkt verder wel voor de minister gemaakt. Het doet de Brusselaar aan zijn tienerjaren denken. ‘Ik ben altijd in mode geïnteresseerd geweest. Bij ons op de middelbare school werd daar ook echt over gesproken. Een klasgenoot is bevriend met (de Luikse ontwerper) Jean-Paul Lespagnard en leerde ons de Antwerpse Zes kennen. Zelf situeerde ik me ergens tussen punk en new wave. Vooral het glamkantje van de new wave sprak me aan: de vroege Spandau Ballet, voor ze karikaturen werden, of David Sylvian, zo wou ik eruitzien.’ Gatz: ‘Mijn vader was totaal niet geïnteresseerd in hoe hij erbij liep, mijn moeder was het andere uiterste. Ik zit ergens tussenin. Ik geef waarschijnlijk meer uit aan kleren dan de gemiddelde man, maar er zijn grenzen. Het moet allemaal wat functioneel blijven. Ik heb geen zin om me meerdere

www.scabal.com einDe

22


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.