vakblad HoutBedrijf

Page 1

HoutBedrijf MAART 2021 #13

Verantwoordelijke uitgever: François De Meersman, Belgische Houtconfederatie, Koningsstraat 163, 1210 Brussel - #13 - Maart 2021

LE MAGAZINE PROFESSIONNEL TRIMESTRIEL LA FILIÈREHOUTSECTOR BELGE DU BOIS. HET TRIMESTRIEEL VAKBLAD VAN DEDE BELGISCHE

05 ACTUALITEIT

CE-MARKERING VAN STRUCTUURHOUT 6-13 DOSSIER

BOSVERJONGING 14 AAN HET WOORD

DE SLAGMOLEN

“VAN KLEINE ZAGERIJ NAAR MODERNE HOUTHANDEL” www.houtconfederatie.be


VRAAG ANTWOORD

Hout Info Bois beantwoordt uw vragen

Waarom is er zoveel verwarring rond naaldhoutsoorten?

Vuren.

Wanneer architecten en ingenieurs op zoek gaan naar een naaldhoutsoort die geschikt is voor een specifieke toepassing, blijken ze vaak verward te zijn doordat eenzelfde houtsoort gecommercialiseerd kan worden onder verschillende namen. Zo bestaan er soms discrepanties tussen verschillende commerciële benamingen en de algemene, genormeerde benaming van een houtsoort. Een kort overzicht volgt hieronder: Douglas: Hout van de douglasspar Pseudotsuga menziesii. Oregon: Eveneens Pseudotsuga menziesii. Douglas en Oregon zijn dus dezelfde houtsoort. Oregon is ingevoerd vanuit Noord-Amerika, douglas komt van andere delen van de wereld, bij ons voornamelijk uit Europa. Oregon Kroon: Opnieuw Pseudotsuga menziesii. Een pak oregon Kroon wordt samengesteld uit de planken oregon van de hoogste kwaliteit. Dennenhout: Is afkomstig van de zilverspar Abies alba. In onze contreien komt deze boom niet veel voor, het hout wordt dan ook niet veel verhandeld bij ons. Lorken: Hout van de Europese (Larix decidua) of Japanse (Larix kaempferi) lork. Wordt ook als lariks of larix verhandeld. Grenen: Hout van de grove den Pinus sylvestris, ook vaak gecommercialiseerd als ‘Rood Noorse Den’ (RND), wanneer het hout uit Scandinavië geïmporteerd wordt.

2 HoutBedrijf #13 - maart 2021

Grenen.

Vuren: Hout van de fijnspar Picea abies, ook vaak gecommercialiseerd als ‘Wit Noorse Den’ (WND), opnieuw wanneer het hout uit Scandinavië komt. Let voor de laatste twee soorten op de kleuren die in de commerciële benaming worden gebruikt: ‘Rode Noorse den’ slaat dan op grenenhout, het kernhout is roodbruin, het spint is wit-geel. Vandaar dus de kleur rood in de benaming. ‘Witte Noorse den’ slaat op vurenhout, waarin normaal gezien geen kleurverschil zichtbaar is tussen kern en spint, en wat een volledig bleke (wat gelige) houtsoort is. Waarom heet vurenhout in het Nederlands dan ‘vuren’hout? Vuur doet denken aan de kleur rood, wat dus best voor grenenhout zou worden gebruikt. Blijkbaar komt dat inderdaad van een ‘vertaalfout’, waarin beide namen voor deze twee soorten in een ver verleden omgekeerd zijn, en is dat ingeburgerd vandaag de dag. Grenen had dus vuren moeten heten, en omgekeerd! Om verwarring te voorkomen worden architecten aangeraden om in hun bestek de gewone, genormeerde naam van de houtsoort gevolgd door de wetenschappelijke naam tussen haakjes te vermelden.

Vragen? Neem een kijk op www.houtinfobois.be of contacteer de houtadviseur van Hout Info Bois via info@hout.be


EDITO

en sterke stijging van E de vraag naar hout

2021 startte in het teken van de verdere evolutie van de corona-epidemie die met verschillende varianten onrust blijft zaaien. Toch zijn er tekenen van hoop. De vaccinatiecampagne kwam eindelijk van de grond, en wij hopen met u dat de veiligheidsmaatregelen nu geleidelijk aan afgebouwd kunnen worden. Een 'nieuw normaal' wenkt aan de horizon. De houtsector heeft zeker te lijden gehad onder de gevolgen van deze crisis, vooral tijdens de eerste lockdown. Maar de maatregelen die in de tweede helft van 2020 genomen moesten worden, bleken voor de economische activiteit in de houtsector minder zware gevolgen te hebben. Al brachten de verplichte quarantaines van het personeel grote organisatorische uitdagingen mee voor de bedrijven. Maar desondanks kan er een grote vraag naar hout opgetekend worden, en dat is toch goed nieuws! De stijging is vooral toe te schrijven aan de toegenomen activiteit van de doe-hetzelvers en de hoge vraag vanuit de Verenigde Staten. Voor sommige producten begint de bevoorrading zelfs moeilijk te worden. De valorisatie van nevenproducten blijft daarentegen problematisch.

De uitdagingen van de bosverjonging

De natte winter en de koudegolf van begin februari doen hopen op een verbetering van de gezondheidstoestand van de bossen. Het blijft echter koffiedik kijken hoe de situatie na de droogteperiodes van de voorafgaande jaren zal evolueren en wat de gevolgen op middellange termijn zullen zijn. Intussen wordt er stevig gedebatteerd over de verjonging van onze bossen. De vrees van de sector met betrekking tot de bevoorrading op middellange en lange termijn is gegrond. Naar de toekomst toe wijzen alle indicatoren op het toenemende belang van hout als materiaal. Maar terwijl de politieke visies meer en meer richting circulaire en korte keten economie neigen, blijft deze essentiële vraag vooralsnog onbeantwoord: zullen we in de toekomst nog over de nodige grondstoffen beschikken om aan de groeiende vraag naar hout te kunnen voldoen? De Belgische Houtconfederatie heeft in een dossier (zie blz. 6 tot 13) de balans opgemaakt van de toekomstige bosverjonging. Daarin stellen we het fundament van de bosbouwproductie zélf voor, namelijk de selectie, de oogst en de commercialisering van zaden. Zonder zaden is er namelijk geen bos in de toekomst. Ondanks de jarenlange waarschuwingen vanuit de sector, wordt uit ons onderzoek helaas duidelijk dat het gebrek aan investeringen in genetisch onderzoek onmiskenbaar bijdraagt aan de problemen rond de beschikbaarheid van bosbouwkundig teeltmateriaal.

E-markering van C structuurhout: nieuwe regels voor de auditprocedure

Eind 2020 vernamen we dat Wood.be de auditprocedure voor bedrijven in het kader van de CE-markering van structuurhout had gewijzigd. Voor de houtkeurders zijn een opleiding en certificaat (examen) niet langer vereist. Hun competenties op het gebied van houtklassering zullen tijdens de audits door Wood.be getest worden. Blijkt tijdens de audit dat deze niet toereikend zijn, dan maakt Wood.be melding van een ernstige tekortkoming en krijgt het bedrijf in kwestie 3 maanden de tijd om zich in orde te stellen door zijn houtkeurder(s) bij te scholen. De Belgische Houtconfederatie en Hout Info Bois werken samen met de opleidingsinstellingen (Woodwize, Wallonie Bois, VDAB) om de opleidingsprogramma's aan te passen aan deze nieuwe situatie. Wij benadrukken wel dat de nieuwe procedure door de auditor werd opgelegd zonder enig overleg met de sector. Maar de opleiding zal wellicht zo aangepast kunnen worden dat ze beter inspeelt op de behoeften van de bedrijven. In het kader van dit onderwerp verwijzen we ook naar het artikel op blz. 5 waarin we een stand van zaken geven over de controles van FOD Economie.

www.houtconfederatie.be

HoutBedrijf is het trimestrieel vakblad van de Belgische houtsector.

Veel leesplezier!

Veerle Ramael Adjunct-Algemeen Secretaris van de Belgische Houtconfederatie

Verantwoordelijke uitgever: François De Meersman, Belgische Houtconfederatie, Koningsstraat 163, 1210 Brussel, 02/219.27.43, contact@houtconfederatie.be, www.houtconfederatie.be Redactiecomité: Veerle Ramael, François De Meersman, Andries Saerens, Lucie Ghijsens, Pascal Mageren Concept & realisatie: Bold & pepper, info@boldandpepper.be, www.boldandpepper.be Abonnementen & advertentiewerving: contact@houtconfederatie.be Behoudens de uitdrukkelijke bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerde gegevensbestand of openbaar gemaakt worden, op welke wijze ook, zonder de voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.

François De Meersman Algemeen Secretaris van de Belgische Houtconfederatie

HoutBedrijf #13 - maart 2021 3


ACTUALITEIT

Webinar valorisatie nevenproducten symbioseplatform Op woensdag 10 februari organiseerde de Belgische Houtconfederatie in samenwerking met OVAM een webinar over het symbioseplatform. Deze webinar lichtte de werking van dit platform toe als mogelijke manier om nieuwe, hoogwaardige afzetkanalen te vinden voor het overaanbod aan nevenproducten zoals houtsnippers, zaagsel, brandhout, … over sectoren heen. De conclusie was dat dit platform wel degelijk potentieel heeft, maar dat het vandaag de dag nog te beperkt is om echt al optimaal te functioneren. Bovendien hadden de aanwezigen twijfels bij de mogelijkheid voor intersectorale samenwerking, en dan vooral m.b.t. economische en logistieke haalbaarheid. Enkele bedrijven die deelnamen aan de webinar lieten wel hun interesse blijken om te experimenteren met dit platform. Dit wordt zeker vervolgd. Meer info: www.smartsymbiose.com

Agenda 19 maart

Slotevenement van de Europese projectenportefeuille Feel Wood

Webinar (van 9u30 tot 12u) waarin de resultaten voorgesteld worden van de acties gerealiseerd door de projecten ProFilWood, Forêt Pro Bos en Formawood. Meer info over het programma www.feel-wood.eu

7 mei

Rencontres Filière Bois (online)

De klimaatopwarming is geen fataliteit. Het verder ontwikkelen van houtproductie en -gebruik zou een efficiënte bijdrage kunnen leveren aan de klimaatstrijd. Toch is dit onvoldoende bekend. En wordt het - tegen alle logica in - niet altijd aanvaard. Dit zijn betreurenswaardige, zelfs gevaarlijke vaststellingen. We bevinden ons immers niet in een positie om kansen te verspillen. Op de 15e editie van de Rencontres Filière Bois slaan we alarm. "Iedereen heeft hout nodig!" Een strijdkreet... Een oproep tot mobilisatie... Info en inschrijving: www.rfbois.be

4 HoutBedrijf #13 - maart 2021

Hoe wordt het Belgische bos georganiseerd en beheerd? Waarom een huis in hout bouwen? Hoe plaats je op professionele wijze je parket of gevelbekleding? Om een antwoord te geven op veelgestelde vragen over hout en bossen, realiseerde Hout Info Bois 10 spotjes over verschillende thema's. Ze zijn een ideale gelegenheid om bestaande vooroordelen over hout de wereld uit te helpen, en om alle gebruiksmogelijkheden van hout, dat bij uitstek een materiaal van de toekomst is, onder de aandacht te brengen. Vanaf 15 maart zijn de spotjes te bekijken op www.hout.be en op alle sociale netwerken van Hout Info Bois (Facebook, Twitter en LinkedIn).

Laureaten binnenkort bekend Hout is hip! Dat bewijzen de meer dan honderd houtprojecten die werden ingestuurd voor de eerste en dus bijzonder succesvolle editie van de Belgian Timber Construction Awards (BTCA) georganiseerd door Hout Info Bois. De originaliteit en de kwaliteit van de projecten illustreren het eigen karakter van de houtarchitectuur en houtbouw in België. De prijsuitreiking zal vrijdag 26 maart 2021 om stipt 16u in een reeks blitse spots uitgezonden worden op www.timberawards.be. De genomineerde projecten en de winnaar van elk van de 5 categorieën worden dan in de kijker gezet. Ook alle projecten die in de eerste selectieronde werden weerhouden, zullen terug te vinden zijn op de website.


ACTUALITEIT

CE-MARKERING

Hoe staat het met de controles op het terrein?

In de loop van 2019 en 2020 controleerde de FOD Economie een totaal van 172 bedrijven: • 43 fabrikanten in de zin van artikel 11 van de Bouwproductenverordening * • 3 importeurs in de zin van artikel 13 van de Bouwproductenverordening • 16 operatoren (importeurs/distributeurs) die beschouwd worden als fabrikanten in de zin van artikel 15 van de Bouwproductenverordening • 110 distributeurs in de zin van artikel 14 van de Bouwproductenverordening voor alle materialen en voor alle doe-het-zelfzaken, maar ook in gespecialiseerde winkels. Van deze 172 bedrijven waren er 108 gevestigd in Wallonië, 55 in Vlaanderen en 9 in Brussel. De meest voorkomende problemen De conclusies van het rapport dat door de FOD Economie op 1 april 2020 werd gepubliceerd, blijven na twee jaar controlecampagne nog steeds actueel. Het volledige rapport is beschikbaar bij de publicaties op de website van de FOD Economie. Bij fabrikanten en operatoren die als fabrikant worden beschouwd, bleek bij de controles dat de CE-markering en de prestatieverklaring dikwijls ontbraken. Bovendien blijkt een aangebrachte CE-markering vaak onvolledig te zijn, met name het ontbreken van het referentienummer van de prestatieverklaring of van het identificatienummer van de genotificeerde instelling (artikel 9, lid 2, van de Bouwproductenverordening). Ook de inhoud en het toepassingsgebied van eerdergenoemd artikel 15 van de Bouwproductenverordening zijn in het algemeen niet gekend: namelijk de gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op

importeurs en distributeurs. Operatoren die geclassificeerd structuurhout kopen en dit vervolgens zelf impregneren, of operatoren die structuurhout, dat reeds is geclassificeerd, nadien schaven boven de drempels die door de toepasselijke geharmoniseerde normen zijn vastgelegd, bleken vaak niet op de hoogte dat zij als fabrikant worden beschouwd. Waar er wel een prestatieverklaring was opgesteld, werden inbreuken op de inhoud of de verstrekking ervan vastgesteld (artikels 6 en 7 van de Bouwproductenverordening).

Controleverslag 2019

© stock.adobe.com

De FOD Economie startte 2 jaar geleden een controlecampagne op de toepassing van de normen met betrekking tot de CE-markering van bouwproducten in de houtsector. Catherine Grimonpont (FOD Economie) maakt een balans op van de campagne.

Controlecampagne in de sector hout gebruikt als bouwproduct

Bij de distributeurs constateerden de controleurs een groot gebrek aan informatie. Zij waren helemaal niet op de hoogte van het bestaan en het toepassingsgebied van de Bouwproductenverordening. Het verklaart waarom de distributeurs zich niet bewust zijn van hun verantwoordelijkheden. Een concreet voorbeeld dat tijdens de inspecties herhaaldelijk werd vastgesteld: een distributeur koopt hout van zijn leverancier (importeur of fabrikant), die echter niet de intentie heeft hout in de handel te brengen dat onder de geharmoniseerde norm EN 14081-1 valt. Dit hout - voor zover geen enkele andere toepassing ervan onder een geharmoniseerde norm valt (gevelbekleding, parketvloeren) - valt niet onder de vereisten van de Bouwproductenverordening en moet dus niet voorzien zijn van een CE-markering. Het probleem is dat de distributeur die niet op de hoogte is van de wettelijke bepalingen, dit hout verkoopt aan bijvoorbeeld timmerlieden, terwijl het niet voor structurele doeleinden gebruikt mag worden. Daarom is het van essentieel belang dat elke operator in de bevoorradingsketen de koper correct informeert over het feit dat het hout enkel voor niet-structurele toepassingen bedoeld is. Bovendien moeten de economische operatoren in de toeleveringsketen die deze keuze maken, consequent zijn met wat zij te koop aanbieden (geen structuurhout aanbieden op hun website).

De distributeurs moeten op verzoek een kopie van de prestatieverklaring kunnen voorleggen. In heel wat gevallen hadden zij hier de grootste moeite mee. Er kwam heel wat mailverkeer bij kijken en zelfs dan nog soms zonder succes. We geven nog mee dat er tot op vandaag nog geen PV's werden opgesteld wegens niet-regularisatie na een waarschuwing. Wat brengt 2021? In 2021 zal de administratieve campagne in de houtsector voor dezelfde standaardproducten worden voortgezet, en dit voor de hele productie-, import- en distributieketen. Het jaarlijkse controleplan is terug te vinden op de website van de FOD Economie.

* Bouwproductenverordening: verordening (EU) nr. 305/2011 (CPR)

Meer info Als u vragen heeft over dit onderwerp, neem dan contact op met Hout Info Bois via info@hout. be. Het volledige interview met Catherine Grimonpont is te vinden op www.houtinfobois.be (rubriek 'Nieuws')

HoutBedrijf #13 - maart 2021 5


DOSSIER

Bosverjonging Over de toekomst van de bossen wordt in heel Europa verwoed gedebatteerd. Hoe zit het in België? Welke plaats ziet het politieke beleid weggelegd voor houtproductie? Wat met het evenwicht tussen loofhout en naaldhout? Zullen er nog fijnspar en andere productiesoorten mogen groeien in het bos van de toekomst? En hoe kunnen we het bos veerkrachtiger maken? In dit 8 pagina’s tellende themadossier benaderen we de vele vragen rond bosverjonging vanuit verschillende invalshoeken: de visie van de Belgische Houtconfederatie, een overzicht van de verschillende mogelijkheden voor financiële steun, een reportage over de 'Comptoir Forestier' in Wallonië (p8-9), een interview met het ANB (p10) en getuigenissen over de situatie op het terrein (p11-13).

De visie van de Belgische Houtconfederatie Welk bos voor morgen? In tegenstelling tot diegenen die zich exclusief op biodiversiteit richten, stelt de Belgische Houtconfederatie een duurzaam en multifunctioneel bosbeheer voor dat rekening houdt met: • de biodiversiteit: van alle ecosystemen op ons grondgebied heeft het bos de grootste biodiversiteit, • de recreatieve rol, • de socio-economische aspecten, • de milieuaspecten waarbij de klimatologische rol van het bos als koolstofput en de ecologische rol van hout als bouwmateriaal niet vergeten mag worden, • de productie van een natuurlijk, ecologisch en hernieuwbaar materiaal. Het bos heeft de laatste jaren zwaar geleden onder droogte- en hitteperiodes. Zoals al aan bod kwam in vorige nummers van Houtbedrijf, heeft de opeenvolging van ongunstige weersomstandigheden bepaalde fijnsparren verzwakt, waardoor ze makkelijker aangevallen konden worden door de schorskever (die de ideale omstandigheden vond om zich snel te vermenigvuldigen). Maar we mogen zeker niet uit het oog verliezen dat de fijnspar niet de enige soort is die te lijden heeft onder de extreme weersomstandigheden en dat het lang niet de enige boomsoort is die te kampen krijgt met gezondheidsproblemen. Denk maar aan de beuken- en eikensterfte, de

6 HoutBedrijf #13 - maart 2021

essenziekte, de gezondheidsproblemen bij esdoorn, douglas, den, lariks en nog andere soorten. Het bos heeft het zwaar te verduren, zoveel is zeker. Maar is de situatie wel zo dramatisch als sommigen ons willen laten geloven? Die vraag is moeilijk in 1-2-3 te beantwoorden. Want wanneer het over hout en bos gaat, spreken we over een productietermijn die zich over decennia uitstrekt. Moeten we onze bosbouwmethodes aanpassen om te anticiperen op de klimaatverandering? Waarschijnlijk wel. Maar tegelijk moeten we er ons voor behoeden de slinger te ver te laten doorslaan naar het andere uiterste. Laten we er dus voor zorgen dat een gezond evenwicht tussen loof- en naaldbomen gerespecteerd wordt, zodat een zekere diversificatie gewaarborgd is. Laten we er ook voor zorgen dat er voldoende hout geproduceerd kan worden, zodat we tegelijk de klimaatdoelstellingen kunnen halen en de socio-economische ontwikkeling verder kunnen stimuleren. Voor ons zijn de net opgesomde doelstellingen perfect combineerbaar met het in stand houden - en ja - zelfs het verder ontwikkelen van de biodiversiteit in onze bossen. Net dat uitgangspunt vormt de basis van duurzaam bosbeheer! Het valt te verwachten dat boseigenaars bij de verjonging van hun bos zullen diversifiëren om de gezondheidsrisico's

te verlagen. Diversificatie betekent echter niet dat er niet langer aan houtproductie kan gedaan worden. En ze betekent ook niet dat naaldhout door loofhout vervangen wordt. Het evenwicht tussen loof- en naaldhoutsoorten in Wallonië staat trouwens vermeld in de Waalse boswetgeving. Diversificatie betekent ook geenszins dat we alle ervaring uit het verleden of de wetenschappelijke grondslagen van bosbeheer naast ons neer moeten leggen. Selectie van bosbouwkundig teeltmateriaal met het oog op aanpassing en evolutie Diversificatie zal de boseigenaars in staat stellen om de risico's te beperken. Ze zal echter geen einde maken aan de gezondheidsproblemen waarmee verschillende boomsoorten te kampen hebben. In het beste geval kan ze deze verlichten. Om de gezondheidsrisico's maximaal te beperken en zo een veerkrachtig bos te ontwikkelen, zullen we ons moeten richten op de aanpassing van de soorten aan de standplaats en de klimaatverandering. Jammer genoeg werden de investeringen in het genetisch bosonderzoek al geruime tijd tot een minimum herleid. Nochtans is het net door de selectie van klimaat- en ziektebestendig bosbouwkundig teeltmateriaal dat we onze bossen op een veerkrachtige manier kunnen


verjongen. Dit is geen pleidooi voor genetische modificatie maar voor een wetenschappelijk onderbouwde selectie. Om een veerkrachtig bos te garanderen, hebben we zaden nodig van resistente opstanden of van bomen die zich goed aan de evolutie kunnen aanpassen en moet de keuze gemaakt worden voor loof- en naaldhoutsoorten die het meest standplaatsgeschikt zijn. Wat is de werkelijke impact van de schorskevercrisis vandaag? De schorskevercrisis heeft grote gevolgen gehad voor het Waalse bos, waar de fijn­ spar 34% van het bosareaal uitmaakt. De impact was minder groot in de Vlaamse bossen, waar sowieso maar weinig fijn­ spar te vinden is wegens weinig standplaatsgeschikt. Daarentegen hebben de bossen in onze buurlanden Duitsland en Frankrijk het zwaar te verduren gehad. Het is jammer dat de schorskevercrisis nu aangegrepen wordt om de fijnspar in een slecht daglicht te stellen. Maar hoe staat de situatie op het terrein er op dit moment werkelijk voor? In het Waals Gewest wordt het volume schorskeverhout in de periode 20182020 tussen 2 en 2,5 miljoen m³ geraamd op een totaal staand volume van ongeveer 44 miljoen m³. Als we rekening houden met de cijfers die beschikbaar zijn voor de openbare bossen, komen we uit op ongeveer 4,71% van de fijnspar­ volumes in Wallonië die door schorskever werd aangetast. Daarbij moet natuurlijk rekening gehouden worden met het feit dat het oogsten van schorskeverhout vaak gepaard gaat met het verwijderen van gezonde bomen. Het ziet er echter niet naar uit dat de hoeveelheid fijnspar die in de periode 2018-2020 geoogst werd, groter is dan de hoeveelheid die in voorgaande jaren in de openbare bossen

Steun voor bosverjonging In het Vlaams gewest In het kader van de verbintenis van het Vlaamse Gewest om 4.000 ha te bebossen, wordt aan eigenaars een subsidie toegekend voor de aanleg van bossen met inheemse soorten, eventueel gecombineerd met populier. Daarnaast zijn er ook nog subsidies voor herbebossing, de aankoop van percelen met het oog op bebossing en ter compensatie van het grondwaardeverlies voor eigenaars die overgaan tot bebossing. In het Waals Gewest Het Waals Gewest kent momenteel geen steun toe voor herbebossing, behalve als aanvulling op de provinciale steun (aanplantpremie van de provincie Luxemburg voor particuliere eigenaars). Maar de Waalse regering heeft een budget van 3 miljoen euro aan regionale steun goedgekeurd om particuliere en openbare boseigenaars ertoe aan te zetten hun aanplantingen te diversifiëren. De voorwaarden voor de toekenning van deze steun zijn nog niet bekend. Koninklijke Belgische Bosbouwmaatschappij De KBBM coördineert voor haar leden een privé-steunfonds voor aanplanting. Het fonds wordt gefinancierd met sponsorgeld van bedrijven (aftrekbare giften via de Koning Boudewijnstichting). Kijk voor meer informatie over de bedragen van de verschillende steunmaatregelen in de rubriek 'Nieuws' op www.houtconfederatie.be

werd geoogst. Dat zou erop wijzen dat het globale bosbestand niet bijzonder getroffen is door de schorskevercrisis, aangezien de oogst van gezond hout door de boseigenaars vaak werd uitgesteld. De cijfers over de volumes aangetaste fijnspar tonen duidelijk aan dat vooral het zuiden van het land door schorskever werd getroffen (Directie Aarlen). We kunnen ervan uitgaan dat daar een bepaalde samenhang was tussen de massale schorskeveraanvallen en de Afrikaanse varkenspest. Uit onderstaande tabel blijkt echter dat het percentage aangetaste bomen veel beperkter is in gebieden waar de fijnspar standplaatsgeschikt is, t.t.z. in de Ardennen.

Volume fijnspar (m³) DNF Directies

In tegenstelling tot sommige beweringen, lijkt de fijnspar in het Waalse Gewest dus stand te kunnen houden. Wij hopen dat de dalende trend (met uitzondering van de DNF Directies Aarlen en Malmedy) betreffende de aantasting door schorskever verder bevestigd zal worden in de cijfers van 2020. Laten we werk maken van een gediversifieerd, evenwichtig en veerkrachtig bos. Laten we een toereikende houtproductie handhaven, zodat onze bossen de klimatologische en socio-economische uitdagingen aankunnen. Want voor ons gaat de economische functie van het bos hand in hand met biodiversiteit en recreatie!

Volume aangetaste fijnspar (schorskever) (m³) 2018

2019

2020

Total

Aandeel aangetast

AARLEN

1.975.130

40.047

147.867

188.608

376.522

19,06%

DINANT

946.471

11.291

15.408

9.208

35.907

3,79%

LUIK

2.623.259

21.904

51.180

24.230

97.314

3,71%

MALMEDY

5.951.719

38.457

54.412

57.185

150.054

2,52%

MARCHE

3.662.667

31.310

50.605

23.119

105.034

2,87%

BERGEN

181.652

3.282

8.047

3.858

15.187

8,36%

NAMEN

806.616

9.669

23.289

15.610

48.568

6,02%

3.703.939

34.484

44.677

28.072

107.233

2,90%

19.851.453

190.444

395.485

349.890

935.819

4,71%

NEUFCHATEAU TOTAAL

Aandeel aangetaste fijnspar in 2018, 2019 en 2020 in openbaar bos (bron DNF - cijfers op 3/2/2021) ten opzichte van het staande volume fijnspar in openbaar bos (bron Inventaire Permanent des Ressources Forestières de Wallonie, meetcampagnes T13 t/m T17).

HoutBedrijf #13 - maart 2021 7


DOSSIER

LE COMPTOIR FORESTIER IN MARCHE-EN-FAMENNE

Bijna 150 miljoen boompjes in 25 jaar! Le Comptoir Forestier, de 'Waalse dienst voor bosbouwkundig teeltmateriaal' in Marche-en-Famenne, is al 25 jaar een van de belangrijkste zaadleveranciers voor de Waalse boomkwekerijen. Maar hoe werkt deze instelling en wat zijn haar belangrijkste uitdagingen? Alain Servais, medeoprichter en beheerder van - kortweg - 'Le Comptoir', geeft een antwoord op onze vragen. Het idee van een zaadbank is zeker niet nieuw. Meer dan een eeuw geleden zagen staten al het strategisch belang in van zelfvoorziening voor boszaden. Alleen op die manier zijn oorsprong en kwaliteit van het teeltmateriaal gegarandeerd. In de meeste landen waren het dan ook overheidsinstellingen die verantwoordelijk werden voor het selecteren, oogsten en verwerken van zaden voor de bos- en houtsector. In België werd het eerste ‘Handelskantoor voor boszaden van de Staat’ opgericht in 1923 in Groenendaal. Het was in feite de zaaddrogerij van de Staat. Het doel was een snelle herbebossing mogelijk te maken. Er werd vooral ingezet op naaldhout om een snelle houtproductie te garanderen. Die was nodig om aan de grote vraag naar hout, en dan vooral mijnhout, te kunnen voldoen. Met de regionalisering van 1990 ging dit eerste Belgische zaadcentrum volledig over in Vlaamse handen, om enkele jaren later de deuren te sluiten. Van balk tot zaad In 1995 werd, onder implus van de DNF, een nieuwe zaadbank opgestart in Wallonië. Medeoprichter Alain Servais is tot op vandaag beheerder van de instelling: Het Waalse Gewest wilde 'heer en meester blijven' over zijn bos. In die tijd vertegenwoordigde houtbouw slechts een verwaarloosbaar deel van de Waalse markt. De architecten die Le Comptoir ontworpen hebben, wilden als het ware een vitrine voor de houtbouw van de toekomst neerzetten. Vandaar de slogan 'Van balk tot zaad': starten bij een iconisch gebouw om van daaruit de verdere ontwikkeling van de houtsector te laten 'ontkiemen'. Nog voor het gebouw volledig operationeel was, startte le Comptoir zijn activiteiten om te profiteren van een uitzonderlijk goed oogstjaar. Bij de start in 1995 werd

8 HoutBedrijf #13 - maart 2021

In 1995 vertegenwoordigde de houtbouw slechts een zeer klein deel van de Waalse markt. De architecten hebben de Comptoir dan ook opgevat als een vitrine voor de houtbouw van de toekomst.

747 kg zaad verkocht, na 25 jaar staat de teller van het team van Alain op een totaalhoeveelheid van 67 ton! De oogst omvat 33 belangrijke bosboomsoorten. Volgens schattingen leverde het werk van Le Comptoir in 25 jaar tijd ongeveer 109 miljoen naaldboomplantjes en 38 miljoen loofboomplantjes op. Dat staat gelijk aan een herbebossing van om en bij de 75.000 hectare! Hoeft het nog gezegd dat de totale return on investment ontegensprekelijk positief uitvalt voor het bos? De oogst Driekwart van het zaad is afkomstig van zaadboomgaarden en het overige kwart van zaadbestanden. Elk bestand met een bovengemiddelde waarde voor één van de selectiecriteria komt potentieel in aanmerking voor erkenning. De zaden worden geselecteerd aan de hand van

reproductiecriteria die door elk land apart vastgelegd worden (groei, moment van uitlopen, kwaliteit...). Voor de oogst in het bos worden, afhankelijk van de soort, verschillende methoden gebruikt: manueel via boomklimmers of rechtstreeks op de grond, op dekzeilen of in netten. In de zaadboomgaarden gebeurt de oogst met behulp van hoogtewerkers. De geoogste zaden worden in Le Comptoir Forestier mechanisch bewerkt om zo zuiver mogelijke loten te verkrijgen. Als bewaring mogelijk is, worden de zaden vervolgens opgeslagen in koelcellen. Het beheer van zaden in koelcellen is complex, omdat er bij elke soort zaad rekening moet worden gehouden met een verschillende kiemrust en koeltemperatuur, vooraleer ze in de handel gebracht kunnen worden. Voor naaldhout bedraagt de kiemrust doorgaans zes weken,


DOSSIER

maar ze kan gemakkelijk oplopen tot zes maanden voor heesters. Voor meidoorn, een soort waar momenteel veel vraag naar is voor het Waalse overheidsproject Yes We Plant (1 miljoen bomen en 4.000 km hagen planten tegen 2024) is dat zelfs een jaar of langer. Dit betekent dat in elke fase van het productieproces geanticipeerd moet worden. Iedereen gelijk Van bij de start heeft Alain Servais service, kwaliteit en nabijheid hoog in het vaandel gedragen. Deze troeven worden door heel wat actoren op het terrein onderschreven. Het zaadgoed gratis weggeven hebben we nooit overwogen omdat het synoniem is met verspilling. De zaden worden verkocht aan marktconforme prijzen. Wij verkopen via een jaarlijkse catalogus en de prijzen zijn voor iedereen gelijk, ongeacht of het om een grote of kleine koper gaat. Er geldt ook geen prioriteitsregel. Als de vraag groter is dan het aanbod, verkopen wij pro rata op basis van de aankopen van de voorgaande jaren. Het systeem is billijk en beloont de trouw van onze klanten. Aan export doen we niet. Het is de bedoeling dat de zaden via onze Belgische producenten naar de Waalse bossen terugkeren, zegt Alain. Le Comptoir Forestier wil de verjonging van het Waalse bos garanderen door het best mogelijke materiaal te produceren en door op lange termijn te werken. Herbebossing spreiden in de tijd is dus even belangrijk als de kwaliteit van het plantgoed. Net daarom wordt een quo-

Een deel van de zaadoogst opgeslagen in de koelkamer.

tum toegepast wanneer voor bepaalde soorten een tekort dreigt in de zaadbronnen. Niet alle zaden zijn even lang houdbaar. Het zaad van naaldbomen kan verscheidene jaren bewaard worden, terwijl de zaden van bladverliezende soorten, zoals inlands eiken, zelden langer dan een jaar houdbaar zijn. Voor naaldhout laten goede oogstjaren dus toe om een strategische voorraad aan te leggen waaruit we jarenlang kunnen putten. Voor bepaalde loofhoutsoorten is dat helaas slechts een utopie. Onze missie houdt dus altijd een grote onzekerheidsfactor in, voegt hij eraan toe. Inspelen op de marktvraag Hoe kan men enkele jaren op voorhand anticiperen op de vraag? Dat is onmogelijk, antwoordt Alain. Alles hangt af van de boseigenaars en van financiële stimulansen zoals subsidies. De kwekers zijn slechts tussenpersonen in het hele proces. Tussen de zaadoogst en het aanbieden van plantsoen ligt makkelijk 4 tot 5 jaar. Dit maakt het moeilijk om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. En de nieuwe boomsoorten? Momenteel wordt vanuit verschillende hoeken gevraagd om het aanbod en de diversiteit van de zaden te vergroten. Volgens Alain Servais is dat zelfs met de beste wil ter wereld niet mogelijk. Om zaadcollecties te vermeerderen, zijn meer financiële middelen en personeel nodig. En die heb ik niet. En daar komen ook andere problemen bovenop. Voor linde hebben we bijvoorbeeld geen zaadbestanden. Bovendien zou de paar kilo die we eventueel kunnen oogsten, toch niet volstaan. We kijken ook naar het buitenland. In de loop der jaren heb ik uitstekende contacten gelegd met buitenlandse collega's. Die helpen soms om oplossingen te vinden, maar omdat sommige landen hun zaden zeer goed afschermen is dat niet altijd gemakkelijk of mogelijk. Die tendens neemt zelfs toe. Enerzijds door de bestaande tekorten en anderzijds doordat de groeiende vraag naar diversificatie zich in heel Europa tegelijk aandient. Waar wij absoluut een enorme nood aan hebben, is een departement toegepaste genetica dat zaadonderzoek kan verrichten met het oog op evolutie en aanpassing. We hebben het dan niet over een verbetering van de groei, maar over evolutie, om zich beter aan te passen aan veranderingen in het bos en het klimaat. Op lange termijn zal de behoefte aan een dergelijk departement alleen maar toenemen binnen onze sector, want de bossen zullen zich hoe dan ook moeten aanpassen aan de klimaatverande-

Demonstratie van mechanische zaadbehandeling door Alain Servais.

ring. Alain Servais spreekt vanuit eigen ervaring. Vooraleer hij zich op Le Comptoir Forestier toelegde, werkte hij tien jaar in het genetisch onderzoek. Probeer u eens voor te stellen hoeveel duizenden kubieke meters de sector per jaar kan winnen als het genetisch onderzoek een productiestijging van zelfs maar 1% mogelijk zou maken! Wij hadden 10 tot 15 jaar verder kunnen staan op het gebied van selectie, maar wegens een gebrek aan investeringen zijn wij vandaag afhankelijk van het buitenland. Nochtans is het mogelijk om houtproductie en biodiversiteit te combineren. Dat is zelfs noodzakelijk als we tegemoet willen komen aan de groeiende vraag naar hout en bos binnen onze samenleving. Alain Servais is uiteraard niet tegen natuurlijke verjonging. Maar hij wijst erop dat die niet noodzakelijk goedkoper is, omdat natuurlijke verjonging meer tijd, vaardigheden en regelmatiger bosbouwkundige ingrepen met hoger gekwalificeerde arbeidskrachten vergt. Natuurlijke verjonging is ook niet altijd het best aangepast aan de site, de klimatologische context en de diversificatie. Het voornaamste blijft om het bos te verjongen los van elk dogma, door rekening te houden met zijn rol als ecosysteem én als bron van houtproductie - want die is noodzakelijk voor de Waalse economie.

HoutBedrijf #13 - maart 2021 9


DOSSIER

En in Vlaanderen? We laten Gudrun Van Langenhove, beleidsmedewerker bij het ANB (Agentschap voor Natuur en Bos) aan het woord. Bosbouwkundig teeltmateriaal dat verhandeld wordt, moet onder meer voldoen aan de voorwaarden overeenkomstig de Europese richtlijn 99/105/ EG. Deze richtlijn biedt garanties op genetisch geschikt teeltmateriaal voor de diverse plaatselijke omstandigheden en op teeltmateriaal van hoge kwaliteit. Zo wordt een bijdrage geleverd aan de instandhouding en vergroting van de biologische diversiteit van onze bossen, met inbegrip van de genetische diversiteit van de bomen, als onderdeel van een duurzaam bosbeheer. 47 commercieel belangrijke Europese boomsoorten (inclusief populus spp. en kunstmatige hybriden van die soorten) zijn hierdoor gevat. De richtlijn werd in 2003 in Vlaamse wetgeving omgezet. Vlaanderen heeft er toen voor gekozen om deze regelgeving met betrekking tot erkenning van uitgangsmateriaal en controle op de kwaliteit van het teeltmateriaal, facultatief toepasbaar te maken op de belangrijkste autochtone struik- en boomsoorten voor Vlaanderen. Teeltmateriaal wordt gecontroleerd tijdens het volledige traject van oogst, opkweek tot bij de levering aan de eindgebruiker door de Dienst Kwaliteit van het departement Landbouw & Visserij. Hoe verloopt de selectie van zaadlocaties in Vlaanderen? Het Besluit van de Vlaamse Regering van 3/10/2003* regelt onder meer de erkenning van zaadlocaties d.w.z. de plaatsen waar het officieel toegestaan is zaden te oogsten om te verhandelen. In Vlaanderen gebeurt de erkenning van het bosbouwkundig uitgangsmateriaal door het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek). Verschillende soorten zaadlocaties kunnen erkend worden. Teeltmateriaal in Vlaanderen wordt voornamelijk verhandeld als teeltmateriaal in de categorieën ‘van bekende origine’ en ‘geselecteerd’. Het zaadmateriaal voor de opkweek van deze categorieën van teeltmateriaal is afkomstig van zaadbronnen of bestanden. Zo zijn er in Vlaanderen heel wat autochtone populaties van inheemse struik- en boomsoorten erkend als zaadbron.

10 HoutBedrijf #13 - maart 2021

Daarnaast zijn deze populaties per soort ook samengebracht in zaadboomgaarden om de zaadoogst te optimaliseren. Naast de autochtone ‘in situ’ locaties en zaadboomgaarden zijn er ook heel wat erkende bestanden van hoofdzakelijk hoofdboomsoorten geselecteerd waarbij o.a. sprake is van een verhoogde houtmassaproductie, groeivorm en eventueel houtkwaliteit. Alle erkende zaadlocaties moeten verplicht worden opgenomen in een register dat gepubliceerd wordt op de website van het INBO. Daarnaast publiceert het INBO ook een Lijst van Aanbevolen Herkomsten voor Vlaanderen om bosbeheerders te ondersteunen bij het maken van de juiste herkomstkeuze. Het INBO is niet alleen verantwoordelijk voor de opmaak van de erkenningsdossiers maar ook voor het actueel houden van het register. Daarbij wordt nagegaan of het bestand nog aanwezig is, of de omvang van het bestand nog voldoende is om een goede zaadoogst te kunnen garanderen. Er wordt ook continu geprospecteerd naar nieuwe zaadlocaties om voldoende aanvoer van zaadgoed te kunnen garanderen. Een boseigenaar kan op elk moment een erkenning als zaadlocatie aanvragen bij het INBO, dat zal nagaan of de locatie voldoet aan de voorwaarden die in de wetgeving zijn vastgelegd. In 2020 werden zo 22 nieuwe zaadlocaties erkend. Het merendeel van de erkende oogstlocaties wordt beheerd door Natuur en Bos. Van welke boomsoorten wordt het zaad geoogst? Van alle soorten die van commercieel belang zijn voor de boomkwekers en die gevat zijn door de betreffende regelgeving. Wie staat in voor het oogsten van de zaden? In principe mag iedereen die de toestemming van de eigenaar heeft, zaden oogsten, maar indien je de zaden wenst te verhandelen of plantsoen wenst op te kweken binnen het commerciële circuit, dan kan dit enkel indien je erkend bent

Gudrun Van Langenhove

als zaadhandelaar of bosboomkweker door het departement Landbouw en Visserij. Zij doen de controle bij de oogst en leveren de basisdocumenten af. Het ANB (Natuurinvest) verkoopt ook ieder jaar de ‘oogstrechten’ aan erkende bosboomkwekers en zaadhandelaars. Meestal gaat het om een 3 of 4-tal kandidaat-kopers. Het oogsten zelf wordt georganiseerd door de kopers van oogstrechten. Vooraleer ze kunnen oogsten, moeten de kopers zowel Natuur en Bos als de dienst Kwaliteit van het departement Landbouw en Visserij (belast met de kwaliteitscontrole) op de hoogte brengen. De kwaliteitsinspecteurs gaan ter plaatse, wegen de zaadoogst en stellen vervolgens een basiscertificaat op dat o.a. de herkomst en de geoogste hoeveelheid vermeldt. Deze gegevens worden geregistreerd door de Dienst Kwaliteit, zodat alles traceerbaar is van het zaad tot en met de verkoop van de plantjes. Wanneer de boomkweker plantsoen voor bosbouwkundige doeleinden verkoopt, moet er een leveranciersdocument (certificaat van oorsprong) meegeleverd worden. Dit document vermeldt o.a. de herkomst van het materiaal en een aantal basiskenmerken zoals leeftijd, teeltwijze en geleverde aantallen. Gebruiken jullie ook buitenlandse zaden, van herkomsten die beter aangepast zijn aan de klimaatverandering? Sinds jaar en dag staan er op de Lijst Aanbevolen Herkomsten ook herkomsten uit Brussel, Wallonië, Nederland en Frankrijk. Dit zijn herkomsten die gelijkaardige groei-omstandigheden kennen en op de lijst zijn gezet om tekorten aan teeltmateriaal te kunnen opvangen. Sinds enkele jaren wordt veel onderzoek verricht in de ons omringende landen naar het gebruik van herkomsten uit meer zuidelijke en continentale streken, die beantwoorden aan de verwachte klimaatwijziging. Het INBO dat verantwoordelijk is voor de samenstelling van de Lijst Aanbevolen Herkomsten is voorlopig zeer terughoudend om dergelijke herkomsten aan te bevelen. Ze stellen dat in


DOSSIER

de wetenschappelijke literatuur voorlopig geen eenduidig beeld is te vinden dat aanleiding kan geven tot een gerichte uitbreiding van te gebruiken herkomsten (zie ook INBO.A.3898: Advies over te gebruiken bosbouwkundig teeltmateriaal bij bosaanleg). Tot dusver blijven ze voorzichtig. Enkel voor wintereik en zomereik zijn er op uitdrukkelijke vraag van Natuur en Bos momenteel meer zuidelijke Franse herkomsten op de Lijst geplaatst. We blijven deze thematiek in elk geval op de voet volgen voor mogelijke uitbreidingen zowel op vlak van herkomsten als op vlak van soorten. Heeft het ANB openbare kwekerijen? Nu niet meer. In het verleden exploiteerden wij twee openbare kwekerijen, maar deze activiteit is stopgezet. We concentreren ons nu volledig op de privékwekerijen.

Goed om te weten In het kader van het Vlaamse bosuitbreidingsproject (4.000 ha binnen de huidige legislatuur) heeft het ANB raamovereenkomsten afgesloten voor de teelt van 3 miljoen zaailingen van 7 verschillende hoofdboomsoorten. De boompjes zullen vanaf plantseizoen 2022-2023 tot 2024-2025 beschikbaar zijn. Een deel ervan is bestemd voor het ANB, maar de rest kan aangekocht worden door alle partners in de bebossingsprojecten (inclusief privé-boseigenaars, bijvoorbeeld via de Bosgroepen). Gevraagd naar het advies van Natuur en Bos over herbebossing in de context van klimaatopwarming, raadt Gudrun aan om aangepaste soorten en herkomsten zoveel mogelijk te mengen om zo de genetische diversiteit te verhogen en de risico’s te spreiden, en om vroeg genoeg in het seizoen te planten om de slaagkansen van de aanplanting te maximaliseren gegeven de droge lentes van de afgelopen jaren. * Besluit Vlaamse Regering van 03/10/2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal

Meer info www.vlaanderen.be/inbo/ bosbouwkundig-teeltmateriaal/

Getuigenissen 1

2

Frédéric Petit, voorzitter van NTF (Waalse vereniging plattelandseigenaars)

Jurgen Tack, Algemeen Directeur Landelijk Vlaanderen (Vlaamse vereniging plattelandseigenaars)

De meeste boseigenaars zijn uiteraard voorstander van bosverjonging en ze staan zeker open voor overheidssteun. Maar de resultaten zullen vooral afhangen van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden. Laten we hopen dat die niet te restrictief zullen zijn, want veel eigenaars zijn zwaar getroffen door de schorskevercrisis en een aantal onder hen is niet van plan om nog te gaan herbeplanten. Ik heb de indruk dat vooral de kleinere boseigenaars ontmoedigd zijn, maar ook sommige grotere eigenaars delen dat gevoel. De eigenaars stellen zich veel vragen over welke boomsoorten voorrang moeten krijgen. Dat is een ingewikkeld probleem. De laatste twee jaar merk ik een toenemende diversifiëring van de aanplantingen om de risico's te beperken. De situatie verschilt ook van regio tot regio. In laag- en midden-België (tot ongeveer 300 m hoogte) hebben de eigenaars de neiging om niet langer voor naaldhoutsoorten te kiezen. In de andere delen van het land blijft naaldhout een traditie. Ik denk dat de sector zich terecht zorgen maakt over een dalende bevoorrading met vurenhout op middellange termijn. Tegelijk zal fijnspar vervangen worden door andere naaldhoutsoorten, zoals douglas. Dit zou een kans kunnen zijn voor de sector, omdat douglas productiever is dan fijnspar en in principe dus een hoger volume naaldhout zal opleveren. Ik betreur dat de populier door een bepaalde ecologische stroming in een slecht daglicht wordt geplaatst. Deze soort verdient het om bevoordeeld te worden op plaatsen die er perfect geschikt voor zijn. Laten we vooral doorgaan met populier te planten, want anders vrees ik dat het aanbod de vraag niet meer zal kunnen volgen.

We zijn tevreden met de huidige steunmaatregelen, maar we vrezen dat de huidige premies niet zullen volstaan om de beoogde doelstellingen tegen het einde van de legislatuur te realiseren. Er is een te groot verschil tussen de premie voor het grondwaardeverlies en de werkelijke marktwaarde van de geschikte en beschikbare gronden, wat een indicatie is van een verstoord marktevenwicht. Indien we de grote massa eigenaars willen overtuigen om mee te doen, moet de waarde van de premie omhoog. De druk op de grond is ook zeer hoog. Een deel van de gronden die theoretisch kunnen ingezet worden, zijn nu niet beschikbaar omwille van lange pachtovereenkomsten. Daarnaast zijn er nog grote projecten die in natura moeten worden gecompenseerd (400 ha voor de Oosterweelverbinding en 100 ha voor de Brusselse ring). Deze komen bovenop de nog uit te voeren compensaties in natura uit het verleden. Het zal dus een moeilijke periode worden. Het is een feit dat de sector, die een langetermijnvisie over verschillende generaties hanteert, trager reageert dat wat beleidsvoerders in het vooruitzicht van de verkiezingen wensen. Net daarom moeten alle mogelijke knelpunten systematisch aangepakt worden. Eigenaars hebben naast éénmalige premies ook toekomstperspectieven nodig. In het kader van de klimaatverandering zijn private eigenaars vragende partij om de inmenging van uitheemse houtsoorten toe te laten. Het is noodzakelijk om de bevoorrading op termijn te kunnen garanderen. We hebben dus een bredere, tolerantere visie nodig indien we over 100 jaar over sterke bossen willen beschikken. Nog 10 of 20 jaar wachten maakt de problemen alleen maar erger. Wat populierteelt betreft, vind ik dat we een

HoutBedrijf #13 - maart 2021 11


DOSSIER

vergissing maken in Vlaanderen door populieren te bannen. Studies tonen aan dat de populier een meerwaarde biedt om bepaalde (landbouw)bodems op termijn voor te bereiden op andere houtsoorten. Het kan dus helpen om de bosoppervlakte te vergroten en economische activiteiten (met erfgoedwaarde) te ondersteunen.

3 Jan Coussement, ir.Bosbouw - Sylva boomkwekerijen bvba In heel Europa is er momenteel een tekort aan bosplantsoen. Voor sommige soorten is er een tekort aan zaden en daarnaast voelen we ook de niet te onderschatten impact van de klimaatsveranderingen. De afgelopen 3 jaar waren de lentes zeer droog met veel wind waardoor de kieming geremd wordt en veel zaailingen verdrogen. Al deze factoren samen zorgen ervoor dat de kloof tussen de toegenomen vraag en het beschikbare plantsoen nog groter wordt. We proberen uiteraard onze teelttechnieken aan te passen aan de wijzigende omstandigheden maar dit vraagt tijd en middelen. Daarenboven wordt het ook steeds moeilijker om personeel te vinden. Aangezien er een aantal jaren overgaan tussen het inzaaien en het aanbieden van bosplantsoen is het cruciaal om de communicatie tussen de beleidsvoerders en de kwekers te verbeteren. Wat de aanbevolen herkomsten betreft, kan ik de terughoudendheid van de bevoegde instanties begrijpen om de lijsten uit te breiden maar op een dag zullen ze realiteit onder ogen moeten zien. Een tekort aan zaden is het slechtst denkbare scenario voor de sector. Een weloverwogen uitbreiding van de herkomsten is een kwestie van gezond verstand. Het lijkt aangewezen om de genenpoel uit te breiden om de weerbaarheid van de bossen te vergroten.

4 Jonathan Rigaux, voorzitter van Union Ardennaise des Pépiniéristes (Ardense boomkwekers) De eerste echo's omtrent het project van minister Tellier klonken bemoedigend. Maar ik vind het jammer dat de aankondiging nogal abrupt gebeurde en ik vrees dat de premie niet voldoende omkaderd en gebudgetteerd wordt. Hoe gaan we voldoende zaailingen vinden? Er is nu al een tekort aan zaden en zaailingen, en het project "4.000 km hagen" zal een deel van de oorspronkelijk voor het bos voorziene zaailingen in beslag nemen. Dit geweldige project had perfect kunnen zijn als het opgestart was vanaf het zaadje en niet vanaf de zaailing. In het ideale geval zou er eerst en vooral geïnvesteerd zijn in het oogsten van zaden via de Comptoir Forestier. Die heeft helaas niet de middelen om voldoende kwaliteitsvolle zaden te oogsten. Er moet eerst geïnvesteerd worden in teeltmateriaal, vooraleer wij 2-3 jaar later de gevraagde zaailingen kunnen aanleveren. Momenteel heeft de Comptoir Forestier te weinig personeel en financiële middelen om de extra werklast aan te kunnen die het oogsten van de nodige zaden met zich meebrengt. En onze sector heeft het de laatste jaren ook niet gemakkelijk gehad met de Afrikaanse varkenspest, de schorskevers en de droogteperiodes.

12 HoutBedrijf #13 - maart 2021

Helaas beantwoordde de overheidssteun noch aan onze verwachtingen, noch aan onze behoeften. Er werd veel beloofd, maar het feit blijft dat de sector te weinig ondersteund werd. Bovendien kunnen er heel wat vraagtekens gezet worden bij de manier waarop de verschillende crises werden aangepakt. Ook het grote aantal betrokkenen is niet bepaald een voordeel. Is het niet ironisch dat onze zagerijen overspoeld werden met Duits hout omdat dat land een premie invoerde voor het oogsten van schorskeverhout, terwijl onze bossen stonden af te takelen? Heel wat kleinere kwekerijen zijn er de afgelopen jaren mee gestopt wegens de wurgende buitenlandse concurrentie. Steeds meer eigenaars stellen zich de vraag hoe de toekomst van het bos eruit zal zien. Om het werk te vergemakkelijken zouden de organisaties die kleine boseigenaars ondersteunen gecentraliseerd moeten worden. Dit kan misschien helpen vermijden dat zij - letterlijk - het bos de rug toekeren. Daar komt uiteraard heel wat communicatie en informatie aan te pas. Ik ben alvast voorstander van een werkgroep die zaadoogsters en -handelaars, kwekerijen, (grote en kleine) boseigenaars en de hele bos- en houtkolom verenigt zodat we éénsgezind de beleidsvoerders kunnen aanspreken. We moeten laten zien dat we nog in het bos geloven! Laten we niet vergeten dat het bos van morgen vandaag gezaaid wordt!

5 Nicolas Berrewaerts, voorzitter van Union des Entrepreneurs de Travaux forestiers de Wallonie (Unie Waalse bosbouwers) De vraag naar nieuwe aanplantingen is sterk toegenomen. Het aandeel fijnsparren gaat achteruit maar er worden meer loofbomen en minder courante naaldboomsoorten zoals tsuga, ceder en zwarte den aangeplant. Ik zie dat zowel particuliere als publieke landeigenaren steeds meer bereid zijn om te herbeplanten. De beloofde premies zullen daar zeker een rol in spelen, maar de aankondiging ervan was helaas slecht getimed. Heel wat werkzaamheden zijn uitgesteld naar het najaar omdat eigenaren liever op de premies wachten. Ik betreur het totale gebrek aan overleg met de bosbouwers, terwijl wij in de frontlinie zullen staan bij de herbebossing in Wallonië. De sector verwacht een toename van de bosbouwactiviteit maar aan uitdagingen is er geen gebrek. De opdrachten in openbare bossen lijken jaar na jaar af te nemen maar we hopen dat die trend dankzij de herbebossingsprojecten wordt omgebogen. Een billijke verloning voor ons werk blijft een gevoelige kwestie, net als de concurrentie van laaggeschoolde arbeidskrachten. Het wordt ook moeilijk om garanties te geven dat de aanplantingen aanslaan met de steeds vaker voorkomende droogteperiodes, althans op gronden met een beperkte watertoevoer. De natuurlijke verjonging die momenteel wordt gepromoot, kan voor ons een kans zijn. Het vereist immers technisch werk dat alleen gekwalificeerde bosbouwers kunnen uitvoeren. Maar natuurlijke verjonging heeft alleen een toekomst als de bestanden worden opgevolgd en dus regelmatig worden onderhouden. Sommige particuliere en openbare beheerders zien dat niet zitten, hetzij om financiële redenen, hetzij bij gebrek aan gekwalificeerd personeel. Helaas worden wij voor dit soort werk te weinig gevraagd, terwijl de vraag net zou moeten toenemen.


DOSSIER

6 Francis Pirothon, Ebrafor, bosexploitant Ik begrijp wel dat men de ecologische, recreatieve en landschappelijke aspecten van het bos in stand wil houden, maar daarnaast mag het socio-economische aspect niet vergeten worden. Naaldhout neemt een belangrijke plaats in bij dat laatste. Als het aandeel naaldbomen afneemt, zullen onze bedrijven niet anders kunnen dan hun import te verhogen. Wat de privé-eigenaars betreft, ben ik ervan overtuigd dat zij vooral naaldhout zullen blijven aanplanten. Laat ons duidelijk zijn: loof- en naaldhoutsoorten hebben evenveel te lijden gehad onder de droogte. De problemen worden niet veroorzaakt door insecten maar door het klimaat. Een gezonde boom wordt niet aangevallen. Het probleem is dat de beleidsvoerders verlangen dat de natuur evolueert op het ritme van de politiek. Laten we zorgen voor een goed evenwicht in het bos. Ik zie de fijnspar niet verdwijnen binnen dit en tien jaar, maar we mogen de fouten uit het verleden, zoals monocultuur, zeker niet herhalen. Misschien kunnen nieuwe soorten ook een meerwaarde zijn voor bepaalde standplaatsen. Thuja bijvoorbeeld, geeft prachtig gezaagd hout. Dat is te bekijken in functie van de afzetmogelijkheden en toepassingen.

7

kopen uit Belgische bossen. Het is een vrij stabiel gegeven. Dat aandeel willen we graag verhogen. Mede daarom hebben we onlangs 5 miljoen euro geïnvesteerd in een nieuwe installatie. De bedoeling is om alternatieve houtstromen (zowel naald- als loofhout met moeilijke afzetmarkten) aan te spreken. Zo willen we onder andere bevoorradingsproblemen op de langere termijn vermijden en anticiperen op klimaatverandering. We moeten anders omgaan met onze bossen en meer investeren in aanplantingen en onderhoud. Aanplantingen en onderhoud zijn cruciaal voor onze toekomst. Jammer genoeg hangt het beheer door boseigenaars vaak af van de visie van de overheid, die hier in Vlaanderen erg sturend is en hoofdzakelijk de recreatieve- en biodiversiteitskaart speelt. Als industrie vinden we dat spijtig, want we bufferen veel CO2 en betalen daarvoor. Het is heel goed mogelijk om recreatie, biodiversiteit en productie te combineren. Maar dat moet een beleidskeuze zijn, ondersteund door een plan van uitvoering en de juiste financiële steun. Op dit moment komt die steun bijna uitsluitend vanuit de EU en is die gekoppeld aan natuurdoelstellingen. In Vlaanderen is er echter weinig plaats en dus wordt er veel bos gekapt voor andere natuur, nog altijd zonder boscompensatie. Vanuit Norbord vloeit er, door onze grondstofaankopen, jaarlijks 9 miljoen euro naar de Vlaamse bossen, zonder dat wij de indruk hebben dat dit echt ten goede komt aan het bos.

9

Manfred Pauls, zaakvoerder van zagerij Holzindustrie Pauls –

Eric Meurisse, aankoopverantwoordelijke hout

Het krimpende aanbod naaldhout is een ramp voor onze sector. Hout is steeds populairder in de bouw, maar huizen worden voor zover ik weet nog altijd niet met berkenhout gebouwd. Het zijn vooral de naaldhoutsoorten die de sector in stand houden. De huidige evolutie brengt de zagerij- en houtbouwindustrie voor de volgende generaties in gevaar. De schorskevercrisis bewijst dat het niet verstandig was om overal en tot elke prijs fijnsparren aan te planten. In gebieden die minder geschikt zijn voor deze soort, zou ik landeigenaren aanmoedigen om voor douglas te kiezen. Die soort zit in de lift, de verkoopprijs blijft stijgen en hij groeit sneller dan de gewone spar. In nieuwe soorten zoals tsuga, ceder of thuya heb ik minder vertrouwen, omdat we nog niet veel weten over de kwaliteit van het gezaagde hout. De markt wordt bovendien steeds internationaler. Ik ben er niet van overtuigd dat wie fijnspar wil, zich tevreden zal stellen met alternatieven: hij zal simpelweg ergens anders aankopen. Daarnaast zal de overschakeling op gemengde bestanden de houtkap nog ingewikkelder maken en de bevoorradingsproblemen van de zagerijen nog verergeren. Zij worden immers steeds groter en hebben dus grote volumes nodig om competitief te blijven. Ik vrees dat het huidige beleid onze sector en vele banen opoffert ten voordele van buitenlandse bedrijven.

Een van de specifieke kenmerken van Burgo Ardennes is dat wij uitsluitend loofhout verwerken. 95% van de aangekochte volumes is rondhout dat rechtstreeks uit het bos komt. De overige 5% is samengesteld uit nevenproducten van de zagerijen. Als we naar de herkomst kijken, komt 14% van onze aankopen uit België. Dat cijfer komt overeen met de beschikbaarheid op de markt. Natuurlijk willen wij het Belgische aandeel graag vergroten want dat zou onze concurrentiepositie nog verstevigen. Hoe vreemd het ook mag lijken, de grote hoeveelheden naaldhout die momenteel op de markt zijn als gevolg van de schorskevercrisis hebben de druk op de loofhoutbevoorrading enigszins verlaagd. Waarschijnlijk gaat het om een tijdelijk fenomeen, want we riskeren al in de nabije toekomst geconfronteerd te worden met een tekort aan naaldhout. De uitdagingen liggen niet altijd daar waar we denken. Op middellange tot lange termijn is de zwakste schakel in onze bevoorradingsketen niet zozeer de beschikbaarheid van grondstoffen, maar de beschikbaarheid van geschoolde houthakkers. Het beroep is niet aantrekkelijk genoeg en wellicht zal de oplossing voor het nakend tekort gedeeltelijk gezocht moeten worden in een verdere mechanisering. Wat overheidssteun betreft, zijn wij uiteraard voorstander van alle initiatieven die genomen worden om bossen te herbebossen en uit te breiden. Maar dan wel op voorwaarde dat het een coherent beleid betreft dat minstens een periode van 15 à 20 jaar overspant. Voor kortere periodes zullen dat soort maatregelen van weinig nut zijn. Bovendien moeten ze ook de houtindustrie ondersteunen. Het streefdoel moet altijd het bewaren van een goed evenwicht tussen de verschillende functies zijn, dus zowel gericht op de houtproductie als op de sociale en ecologische rol van het bos.

Barthel Pauls SA

8 Bert Wierbos, Wood Purchase bij Norbord Ik maak me geen zorgen over onze bevoorrading voor de korte termijn. Op dit moment komt 30 tot 35% van onze aan-

bij Burgo Ardennes

HoutBedrijf #13 - maart 2021 13


BEDRIJF

HOUTHANDEL DE SLAGMOLEN IN BILZEN

Van kleine zagerij naar moderne houthandel In Bilzen, op een steenworp van Maastricht, ligt Houthandel De Slagmolen. Het familiebedrijf gaat al vijf generaties mee, maar kende de laatste jaren een sterke groei.

Houthandel De Slagmolen dankt zijn naam aan de slagmolen die er tussen 1000 en 1300 gebouwd werd voor het persen van olie en oliekoeken. Kort voor de eerste wereldoorlog kwam de molen in handen van Pierre Theunissen, die er in 1922 een houtzaag installeerde. Onder het beleid van zoon Mathieu werd in 1933 definitief gestopt met de productie van olie en werd er overgestapt op elektriciteit. Diens zoon Chrétien nam de zagerij over in de jaren 60. Samen met zijn vrouw maakte hij er een bloeiende zaak van, die intussen wordt uitgebaat door de 4de generatie: hun twee zonen Luc en Raf en schoonzoon Guy Vanspauwen. Inmiddels is ook de 5de generatie werkzaam in het bedrijf.

Lockdown is boost voor verkoop De klanten zijn voor 50% particulieren uit een straal van 20 tot 30 km rond het bedrijf. In deze streek doen heel wat particulieren zelf hun renovatieklussen. Door de lockdown van de laatste maanden is dat aantal alleen maar gestegen. Mensen konden niet op vakantie, dus investeerden ze maar in de renovatie van hun huis. Er stonden hier files op de parking zoals nooit tevoren. Ondanks de coronacrisis hebben we met hetzelfde team toch hogere verkoopscijfers gehaald in 2020. Ik heb er met verschillende collega’s over gesproken en ik denk dat het een tendens is in de hele sector. Afwachten hoelang het zal duren. Zelf verwacht ik dat de vraag zal dalen na het bouwverlof, vervolgt hij.

Zo’n tien jaar geleden verhuisde de houthandel naar een ruimere site in een industriezone in Bilzen. De kleine zagerij die vooral eik verwerkte, is ondertussen uitgegroeid tot een moderne houthandel met een grote voorraad aan daktimmer, plaatmaterialen, gevelbekleding, deuren, kits op maat, tuinhuizen, doe-het-zelfmateriaal … Onze kracht schuilt in het aanbieden van maatwerk. We beschikken over een waaier aan machines, waarmee we alle soorten bestellingen aankunnen en het onze klanten makkelijk maken, vertelt Raf Theunissen (coverfoto), een van de drie zaakvoerders. Ook op snelle leveringen en levering aan huis zet het bedrijf sterk in.

Volgens Raf Theunissen zit er nog groei in als het bedrijf zich aanpast aan professionele klanten, bijvoorbeeld door een apart onthaal te voorzien voor hen, zodat zij niet moeten wachten. De combinatie van particulieren en professionals is niet altijd makkelijk.

Opleiding ter plaatse Het bedrijf stelt zo’n dertig mensen te werk. We proberen te kiezen voor polyvalente profielen. Vaak zijn het schrijnwerkers of bachelors. Niemand is meteen inzetbaar. Daarom bieden we een interne opleiding en selecteren we vooral op motivatie, vertelt Raf.

Bericht voor de Confederatie Lid worden van een federatie doe je natuurlijk om op de hoogte te blijven van wat er reilt en zeilt in de sector, maar ook voor de contacten met collega’s. Ik zou het fijn vinden als de Belgische Houtconfederatie meer kansen zou creëren om collega’s te ontmoeten. Bezoeken of informatiesessies zoals over CE-markering zijn altijd interessant.

14 HoutBedrijf #13 - maart 2021

Het merendeel van het geïmporteerde hout komt uit Noord-Europa, of douglas uit Frankrijk. Soms kopen ze rechtstreeks aan bij zagerijen, maar meestal werken ze met tussenpersonen. Een goede relatie met de leveranciers is enorm belangrijk in onze sector. Des te meer omdat de beschikbare volumes hout in Europa momenteel onder druk staan. De sterke stijging van de vraag op de Amerikaanse markt verstoort het evenwicht op ons continent. Een paar jaar geleden had de houthandel nog een FSC-label, maar intussen niet meer. De vraag was erg beperkt en de administratieve rompslomp maakte het werk er niet makkelijker op. Het zou zoveel simpeler zijn als al het hout op de markt gelabeld zou zijn, zonder een certificeringssysteem, werpt hij op. Wat brengt de toekomst? Focus op maatwerk betekent meer artikelen in voorraad, wat het beheer bemoeilijkt en veel opslagruimte vergt, om nog maar te zwijgen van de kosten. We gaan zeker terug naar meer standaardisering, bijvoorbeeld qua maten. We werken nu al met goed en modern materiaal. We blijven investeren in de modernisering van ons machinepark (zoals de CNC-machine), maar bijkomende grote investeringen in infrastructuur zullen toch voor de volgende generatie zijn, lacht hij.

De Slagmolen Kieleberg 20 3740 Bilzen www.deslagmolen.be info@deslagmolen.be

✆ 089/41.14.24 deslagmolen


Philippe Theunissen is de 5de generatie werkzaam in het bedrijf.

De CNC-installatie is één van de meest recente investeringen van De Slagmolen.

Voor ieder wat wils in de ruime toonzaal.

Het aanbieden van kits op maat is een belangrijke troef van het familiale bedrijf.

HoutBedrijf #13 - maart 2021 15



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.