Bejo Echo - NL versie

Page 1

KANS OP EEN OPLEIDING

20 JAAR CENTRO EDUCATIVO IN GUATEMALA

BEJO IN ZUIDOOST-AZIË

“HET POTENTIEEL IS ENORM”

BEJO MEXICO HET GEHEIM ACHTER DE SNELLE GROEI

SPINAZIE

VEELBELOVEND PROGRAMMA IN DE VS PLANTENVEREDELING DE NIEUWSTE ONTWIKKELINGEN

2024

Hoofdredactie

Jelger van Weydom

Redactie

Thea van der Eng, Daniëlle Bruin, Mirjam Both, Jorien Smak, Yvonne Bijvoet, Ilse Oorthuis, Nathalie España.

CEO

John-Pieter Schipper

Vormgeving en opmaak

Nathalie España

Mieke Schilder (Studio Mieke)

Fotografie en beeldredactie

Petra Tesselaar

Kim van Straaten

Design In Beeld | visuele communicatie

Vertalingen

Vertaalbureau Wilkens c.s., DeepL

Drukkerij

Koopmans’ Drukkerij, Zwaag

Vragen of suggesties over de inhoud van het magazine?

Neem dan contact op met Jelger van Weydom: jelger.vanweydom@bejo.nl.

De Echo verschijnt eenmaal per jaar voor alle Bejo-medewerkers. Het magazine is met zorg samengesteld en onder voorbehoud van druk- en spelfouten.

4. DE SNELLE GROEI

VAN BEJO MEXICO

Directeur Carlos Leal en area businessmanager Ralph Koopman over het ontstaan en de toekomstplannen.

8. MAKING AN IMPACT TOGETHER

Een interview met Programma Manager Duurzaamheid Peter Buter.

12. DUURZAAMHEIDSCASUS BROER BV

Welke acties heeft de plantuienleverancier ondernomen?

14. VEELBELOVEND

SPINAZIEPROGRAMMA

Bejo’s kansen in de Amerikaanse markt.

16. BEJO BOUWT OP DE KAART

Lees meer over een aantal recente bouwprojecten.

23. ANTICIPEREN

John-Pieter Schipper over veranderingen binnen Bejo.

24. INNOVATIE

Bejo’s nieuwe rassen en zaadbehandelingsmethoden.

27. BEJO IN INDONESIË EN ZUIDOOST-AZIË

Het potentieel is enorm, zien collega’s Agung Pratama en David Fisher.

32. PLANTENVEREDELING

R&D Director Bert schrijver over de ontwikkelingen.

36. CULINAIR: GERECHTEN MET UI

Collega’s Juan Vinicio Sánchez Escobar en Sara Alaoui delen een favoriet recept.

40. 20 JAAR CENTRO EDUCATIVO

Een kans om een agrarische opleiding te volgen voor kinderen in Guatemala.

43. BIET IT!

Ontdek de bietenrevolutie.

44. 7 VRAGEN OVER BIO

Het antwoord op veel gestelde vragen.

46. BEJO DICTIONARY

De bron voor uniforme omschrijvingen en consistente vertalingen.

Over sommige onderwerpen binnen Bejo is het lastig om er níets van meegekregen te hebben. Ook collega’s die niet in Warmenhuizen werken zullen op Yapp gelezen hebben over de bouw en opening van het nieuwe kantoor. En ook over verschillende projecten, Simple bijvoorbeeld, is volop gecommuniceerd.

In de Echo proberen we dan ook ieder jaar ook aandacht te geven aan onderwerpen die iets minder vaak voorbijkomen. In deze editie lees je over de ontwikkelingen bij onze vestiging in Mexico, die inmiddels meer dan 20 jaar geleden werd opgericht. Je leert meer over de groei die we doormaken in Indonesië en Zuidoost-Azië, en de mogelijkheden die directeur Agung Pratama en Area Business Manager David Fisher in de regio zien. Onze spinazieveredelaars vertellen over het veelbelovende programma dat zij hebben ontwikkeld voor de Amerikaanse markt.

Over Amerika gesproken: vorig jaar heb je kunnen lezen over de bouw van de zaadschoningsfaciliteit in Pasco. Deze is inmiddels volop in gebruik en collega’s Rich Pollard en Brandon Kania delen hun ervaringen.

Ook vanuit de directie vallen mooie bijdragen te lezen. In zijn column gaat John-Pieter Schipper in op de uitdagingen die een groeiende organisatie met zich meebrengt en Bert Schrijver vertelt uitgebreid over moderne veredelingstechnieken.

We hebben opnieuw twee collega’s bereid gevonden een keukenschort aan te trekken en een aantal heerlijke recepten te bereiden. Juan uit Guatemala en Sara uit Marokko maken hun favoriete gerecht met uien.

Maar lees het allemaal vooral zelf. We denken dat we er met zijn allen in geslaagd zijn weer een mooie en afwisselende Echo van te maken.

We wensen jullie veel leesplezier, en tot de volgende editie!

08
36 Echo 2024 P. 3
Jelger van Weydom Hoofdredacteur Bejo Echo
16

HET GEHEIM ACHTER DE SNELLE GROEI VAN BEJO MEXICO

Een mooi portfolio aan rassen, een team van 25 collega’s en regelmatig nieuwe productintroducties. De Mexicaanse Bejo dochter bestaat ruim twintig jaar en in die tijd is er veel bereikt. Ook de toekomst ziet er veelbelovend uit qua groei en verkoopactiviteiten. We spreken de directeur van Bejo Mexico Carlos Leal en area businessmanager Ralph Koopman over het ontstaan en de toekomstplannen van Bejo Mexico.

DE START

“Bejo is in 2002 gestart in het kleine stadje Celaya. Dit is al ver voordat ik zelf in dienst kom”, begint Carlos te vertellen. “Er werken op dat moment vier mensen voor Bejo Mexico en de zaden worden geïmporteerd vanuit Bejo USA. De focus ligt in die tijd op wortelen en uien. Zes jaar later verhuist het bedrijf naar Querétaro, waar het nog steeds gevestigd is.”

De verhuizing zorgt meteen voor extra vacatures, legt Carlos uit. Er worden nog een aantal verkopers aangenomen en de eerste productontwikkelaar in Mexico komt in dienst. Ook start het bedrijf met de verkoop van fruit crops. Zelf begint hij in 2012, in een groeiend team met een assortiment dat snel uitbreidt.

“In dat jaar zijn wortel en ui nog steeds de belangrijkste gewassen”, gaat Carlos verder. “Hier worden radicchio, selderij, bloemkool (industrie- en versmarkt) en spinazie aan toegevoegd. Dit geeft Bejo een sterke positie in het land, het bedrijf wordt onder meer nummer één in de verkoop van bloemkoolzaden”. De directeur voegt er trots aan toe: “Met onder andere Skywalker en Altamira verkrijgt Bejo Mexico 65 procent marktaandeel in het industriesegment. In het versmarktsegment weten we zelfs 90 procent marktaandeel te behalen.”

Ook de verkoop van de fruit crops heeft impact op het bedrijf, vervolgt Carlos. “Zodra je start met de verkoop van tomatenzaden word je door zowel de telers als de concurrenten in de gaten gehouden. Ze gaan je zien als een grote speler.”

Met de verkoop van het tomatenras Torreon en peper Rioverde weet Bejo zich in Mexico te profileren als fruit crops bedrijf. De marktvraag en het klimaat in Mexico vereisen extra aandacht van de veredelaars en

die aandacht geven ze. De samenwerking met de veredelaars van Bejo Zaden wordt versterkt en dit leidt tot een breder assortiment en sterkere rassen speciaal voor Mexico. Al snel verkoopt Bejo rassen in veel verschillende area’s binnen het land, hebben ze een breder assortiment en komen er meer samenwerkingen met dealers. “De aandacht voor Bejo Mexico werpt haar vruchten af”, concludeert Carlos dan ook.

HUIDIGE SITUATIE

Een sprongetje in de tijd: in 2024 heeft Bejo Mexico inmiddels meer dan 25 medewerkers in dienst en een nog breder assortiment voor de verschillende area’s in Mexico zelf. Die verscheidenheid is een groot voordeel, legt area businessmanager Ralph Koopman uit: “Door het brede assortiment in de verschillende segmenten kan Bejo snel inspringen op veranderingen in de markt. Daarnaast zijn we niet afhankelijk van een specifiek gewas, maar meerdere gewassen zorgen voor de stabiele inkomsten van het bedrijf. Dit geeft ons een sterke positie voor zowel de korte als de lange termijn.”

Ralph noemt het onlangs gelanceerde broccoliras Salinas als voorbeeld. “We hebben hier hoge verwachtingen van. Ook is Bejo een aantal jaar geleden gestart met de ontwikkeling van de slicer komkommermarkt.

Echo 2024 P. 5 MEXICO

Er is veel tijd en aandacht gestoken in dit gewas, waarbij de focus met name gericht is op de ontwikkeling van de Mexicaanse markt. In drie jaar tijd heeft het komkommerras Marvila dan ook de markt veroverd. Marvila is nu zelfs het sterkste ras voor de binnenlandse markt”. Ralph gaat verder: “Radijs mag zeker niet in dit rijtje ontbreken. Met onze nieuwe hybride rassen Recife, Rhino en Rafting hebben we ontzettend mooie genetica in handen om dit marktsegment verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan onze paprika’s en pepers, waardoor een groei in deze gewassen niet kan uitblijven”.

BELANG VAN EXPORT

Een andere belangrijke ontwikkeling in de groei van Bejo Mexico is de export van groenten vanuit het land. Mexicaanse telers kopen zaad bij onze vestiging in Mexico,

maar de opbrengst, dus het eindproduct exporteren zij naar omringende landen. Met name de Verenigde Staten en Canada zijn populaire bestemmingen. Mexico wordt een steeds groter exportland en Bejo Mexico profiteert hiervan. Ralph legt uit: “We zien een productieverschuiving van het zuiden van de VS naar Mexico. Mexico is namelijk een zeer aantrekkelijk exportland; het weer is stabiel, veel gewassen kunnen jaarrond geteeld worden, er is inmiddels voldoende beschikbaarheid van water en de arbeidskosten liggen in vergelijking met omringende landen veel lager”.

Inmiddels wordt 70% van de opbrengst van telers uit Mexico geëxporteerd en het gaat om flinke bedragen. Als we kijken naar tomaat, het meest geëxporteerde gewas, dan hebben we het over een omzet van 40 miljoen dollar. Sommige gewassen, vertelt Ralph, zijn zelfs volledig bedoeld voor export.

Gele ui bijvoorbeeld: “Er worden heel veel gele uien geteeld in Mexico, maar dit product wordt in Mexico zelf niet geconsumeerd, want de Mexicanen eten vooral witte uien. 100 procent van de gele uienproductie is dus voor export.”

DE TOEKOMST

In ruim twee decennia is er veel bereikt in Mexico. En als het aan beide mannen ligt is de groei nog lang niet ten einde. “Twintig jaar geleden begon Bejo Mexico als kleine onderneming in Celaya”, vertelt Carlos. “Inmiddels zijn we naar een groter kantoor verhuisd met een groot pakhuis, maar het ziet er naar uit dat deze locatie ook in de toekomst te klein gaat worden. Waarschijnlijk moet er al snel meer ruimte komen voor een grote opslag.”

En er zit meer aan te komen, vult Ralph aan: “Op dit moment zijn we bezig met de realisatie van een eigen fruit crops faciliteit in Culiacán. De grond waar de locatie op komt te staan is al gekocht en binnenkort start de bouw. De locatie is strategisch gekozen; het is een heel belangrijk teeltgebied voor fruit crops gewassen met name tomaten, paprika’s en pepers.”

MEER OVER DE BOUW VAN DE NIEUWE FRUITCROPS FACILITEIT LEES JE IN HET BEJO BOUWT ARTIKEL OP PAGINA 21.

Op de vraag wat Bejo Mexico ons in de toekomst nog gaat brengen antwoordt Carlos: “Wij gaan onze positie in alle gewassen verder ontwikkelen. Met name in het korte dag segment van de witte uien voorzie ik een enorme groei. Ook broccoli, tomaten, pepers en paprika zijn belangrijke gewassen die een grote rol gaan spelen in de doorontwikkeling van onze vestiging. Bejo moet hiermee in de top vijf van beste veredelingsbedrijven in Mexico komen. We hebben al een sterk team en dat blijft groeien. Samen doen we er alles aan om onze doelstellingen te behalen”.

Beide mannen hebben er vertrouwen in dat deze doelen gerealiseerd kunnen worden. Carlos: “De kracht van Bejo Mexico en de successen die we behaald hebben komt door ons sterke verdelingsprogramma’s. De goede samenwerking met de veredelaars heeft hier een belangrijke rol in gespeeld.”

Maar het ‘geheim’ van het succes, benadrukken beiden, zit hem toch vooral in alle medewerkers die zich inzetten voor Bejo Mexico. Carlos, met trots: “De collega’s zetten zich met veel enthousiasme en toewijding in. Samen zorgen we ervoor dat Bejo Mexico blijft groeien. Het is de combinatie die voor succes zorgt: een uitgebreid assortiment, goede genetica en een sterk team!”

Carlos Leal

Ik ben een actief persoon, met een aantal extreme activiteiten die me plezier en adrenaline geven en mijn leven op zijn kop zetten. Ik beoefen paragliding op verschillende plaatsen in Mexico en ook in andere landen zoals Colombia en Peru. Al 16 jaar. Ik doe ook aan duiken, een activiteit die me in staat stelt om prachtige plaatsen te leren kennen zoals Cozumel in de Caribische Oceaan en Los Cabos in Baja. Ik tennis 2 tot 3 keer per week als ik niet op reis ben en ik fiets wat, maar niet te veel.

Ik heb 2 kleinkinderen, een jongen en een meisje en ik geniet er echt van om hen te bezoeken en in mijn armen te hebben. Dat is de glans van het leven.

In mijn werk bij Bejo México vind ik het heerlijk om deel uit te maken van de groei van het bedrijf, in de verkoop maar ook in het team. We zijn meer collega’s op de verschillende afdelingen en ik help ze graag in hun persoonlijke ontwikkeling en als team. Dat is het sterkste punt van Bejo México, de mensen.

Ralph Koopman

Samen met mijn vrouw en drie kinderen wonen wij in het kleine dorpje Valkkoog, aan de rand van Schagen. Het is een mooi druk gezin met opgroeiende tieners en veel van mijn vrije tijd gaat op aan het gezin. Met mijn vrienden biljart ik op de vaste donderdagavond en ik mag graag een rondje fietsen en wandelen. Ik ben een echte liefhebber van muziek en probeer jaarlijks wel een aantal concerten te bezoeken.

Echo 2024 P. 7 MEXICO

DE AFDELING DUURZAAMHEID, DAT ZIJN WE ALLEMAAL! MAKING AN IMPACT TOGETHER

DUURZAAMHEID

Als Programma Manager Duurzaamheid is Peter Buter verantwoordelijk voor de implementatie van de duurzaamheidsstrategie binnen Bejo. Hij zorgt ervoor dat projecten op een goede en verantwoorde manier worden aangestuurd. Een complexe taak, omdat er heel veel gebeurt op dit gebied. We spreken hem over de ontwikkelingen.

WAT IS JE EERSTE INDRUK VAN DUURZAAMHEID BIJ BEJO?

Veel collega’s voelen zich betrokken bij het onderwerp. Dat merk ik in de gesprekken die ik heb, maar ook uit de reacties op de “Waste Challenge”. Ik ben onder de indruk van het veelvoud aan projecten en initiatieven die er internationaal met betrekking tot duurzaamheid lopen. Iets waar ik vóór mijn huidige functie nog geen weet van had. Dit stemt mij positief!

GAAN WE HET NU HELEMAAL ANDERS DOEN?

Nee, zo moet je het niet zien. Vergeet niet dat we ook vanuit onze kernactiviteiten (core business) altijd al bezig zijn geweest met verduurzamen. Denk aan de veredeling van meer resistente groenterassen, onze bio activiteiten en ons zaadtechnologisch onderzoek, met als concrete resultaten de duurzame coating en B-Mox®.

WAT IS NU DAN HET EXACTE VERSCHIL?

We nemen de impact van onze processen op mens en milieu onder de loep. Het gebruik van energie en water, de uitstoot van CO2 en de inzet van chemie en synthetische meststoffen. Kan het minder of kan het op een andere meer duurzame manier?

BEJO DUURZAAMHEID

1 AMBITIE EN 3 THEMA’S

IN ELKE MARKT WAARIN WE ACTIEF ZIJN, STREVEN WE ERNAAR OM VOOROP TE LOPEN ALS HET GAAT OM DUURZAAMHEID EN TEGELIJKERTIJD EEN OMZETGROEI VAN 65% TE REALISEREN IN 2030.

THEMA’S

1. VERKLEINEN VAN CO2-VOETAFDRUK

2. WERKEN AAN DUURZAME ZAADPRODUCTIE

3. WERKEN AAN DUURZAME VEREDELINGSPROCESSEN

Echo 2024 P. 9

WE WÍLLEN TROUWENS NIET

ALLEEN VERDUURZAMEN, MAAR IS HET NIET OOK EEN KWESTIE VAN MÓETEN?

Naast dat Bejo graag wil verduurzamen vanuit eigen intrinsieke motivatie is er ook nog een ‘moeten’ als gevolg van de Europese regelgeving; de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Vanaf 2026 moeten grote bedrijven zoals Bejo (met een omzet groter dan 40 miljoen euro) rapporteren over hun impact op mens en milieu, en wat ze daaraan doen. Bejo volgt hiervoor een CSRD implementatietraject via Plantum en extern adviseur PwC (PricewaterhouseCoopers). Samen met 20 bedrijven uit onze sector bepalen we over welke relevante duurzaamheidsthema’s we willen gaan rapporteren. Hiervoor stellen we gezamenlijk een raamwerk voor duurzaamheidsrapportage op. Onze eerdere voetafdrukmetingen komen hierbij goed van pas. Wij merken dat we als Bejo best voorop lopen met de CO2 footprint meting in vergelijking met andere bedrijven in onze sector. Momenteel zijn we bezig met de derde footprint meting, terwijl andere bedrijven nog niet eens zijn begonnen, of nog bezig zijn met hun eerste meting.

WAAR LOOP JE TEGENAAN?

Eerder is al benoemd dat duurzaamheid een breed begrip is. Dus waar begin je? Als direct aanspreekpunt krijg ik vanuit de organisatie de meest uiteenlopende vragen over het onderwerp. Vragen waar ik ook niet altijd een antwoord op heb.

Ik probeer dan de verbinding binnen Bejo te zoeken, en de vrager te koppelen aan de juiste persoon. Een ander punt is tijd. Duurzaamheid is voor de meesten van ons nog een taak die ‘erbij’ komt. Dat moet veranderen. Duurzaamheid dient onderdeel te zijn van ons dagelijkse werk. Gelukkig zie ik hier en daar mooie initiatieven in de organisatie, en dat is mooi.

KUN JE IETS ZEGGEN OVER DE

VORDERINGEN MET BETREKKING

TOT DE DOELEN?

Ik ben blij met de concrete doelen die bij Bejo gesteld zijn. Om daadwerkelijk de voortgang te kunnen meten hebben we een startpunt nodig waaraan we toekomstige resultaten kunnen meten. Dat doen we met de voetafdrukmetingen. De derde meting is bij het uitkomen van deze Echo (bijna) afgerond. We hopen nu zo ver te zijn dat we twee opvolgende jaren nauwkeurig kunnen vergelijken.

OKÉ, DAN WETEN WE DUS HOE

WE DE RESULTATEN KUNNEN

GAAN METEN, MAAR HOE GAAN

WE DAN CONCREET ONZE

VOETAFDRUK VERKLEINEN?

Er gebeurt echt al heel veel. Zeker binnen het thema energie. Ik denk aan de energiebesparingen die zijn gerealiseerd bij Plantuienleverancier Broer BV (redactie: lees meer hierover in het Broer artikel in deze Echo). En voor de beoogde transitie van fossiele naar hernieuwbare energie,

brengen we op dit moment het energieverbruik van alle gebouwen en processen in Nederland in kaart. Eind 2024 wordt van elk gebouw een roadmap opgeleverd, met daarin het plan van aanpak om de gestelde doelen te behalen. Voor de gehele Trambaan wordt bovendien een masterplan energievoorziening uitgewerkt. Dit houdt in dat alle gebouwen (van 1A tot en met 8) middels een energiestraat met elkaar verbonden worden en gebruik kunnen maken van elkaars warmte en koude. Dit gebeurt al op kleinere schaal bij het nieuwe gedeelte van 2A, waarbij de warmte uit de klimaatcellen naar de kassen wordt getransporteerd, en het nieuwe kantoorgebouw op 1A. Beide gebouwen zijn individueel voorzien van een warmtepomp, maar zullen uiteindelijk onderdeel worden van de Trambaan energiestraat.

WAAROM BEGINNEN IN NEDERLAND?

Simpelweg omdat alle gebouwen en processen in Nederland bij elkaar het hoogste energieverbruik laten zien. Onze ervaringen in Nederland zetten we vervolgens om in een blauwdruk voor de Bejo vestigingen wereldwijd.

IS DUURZAME ZAADPRODUCTIE EEN COMPLEX PROCES?

Bejo heeft wereldwijd ruim 6.000 ha grondoppervlakte in gebruik voor de zaadproductie, zowel in eigen beheer als van partners (contractors). Tijdens de internationale summit zaadproductie

DUURZAAMHEID

hebben we gezamenlijk vier thema’s (water, chemie, kunstmest en afval) gedefinieerd waar we ons in eerste instantie op gaan richten. De afdeling zaadproductie zal zich in eerste instantie richten op verduurzamen van deze thema’s, maar in de toekomst kan ook het bouwen aan bodemgezondheid en biodiversiteit, zaken die onder regeneratieve landbouw vallen, worden opgepakt. Maar zover zijn we nog niet, stapje voor stapje.

DRAAGT ONS VEREDELINGSPROCES OP ZICHZELF

NIET AL PRIMA BIJ AAN VERDUURZAMING? WE VEREDELEN IMMERS VOOR MEER DUURZAME

RASSEN, DIE RESISTENT ZIJN EN ROBUUST.

Zeker, maar in dit geval richten we ons ook hier op onze eigen activiteiten en kijken we naar gebruik van energie, water, chemie, bestrijdingsmiddelen en (synthetische) meststoffen. Een werkgroep binnen Veredeling definieert momenteel de concrete doelen, waarna er acties kunnen worden uitgezet. (redactie: bij het ter drukke gaan van deze Echo was de output hiervan nog niet bekend)

Bejo wil een duurzaam en verantwoordelijk bedrijf zijn voor mens en omgeving. Mede daarom zijn we al meer dan 25 jaar geleden gestart met de biologische zaadproductie geïnitieerd door Ger Beemsterboer en gedragen door oud-collega’s Fred van de Crommert en Dick van der Zeijden. Vandaag de dag hebben we ambitieus gestelde doelen op het gebied van energie en CO2 uitstoot en voelen we een grote verantwoordelijkheid en passie voor duurzame landbouw en voedselvoorziening. Onze business is dan ook afhankelijk van de natuur; denk aan de bodem, bijen en klimaat. We kunnen niet zonder.

Er is een lange weg te gaan, maar de initiatieven zijn veelbelovend. Onze slogan “Exploring nature never stops” vat het mooi samen. Zo is het, de oplossingen voor de grote uitdagingen die we hebben, waaronder klimaatverandering, zijn verborgen in de natuur. We moeten het gewoon ontdekken.

Ik ben Peter Buter, woonachtig in het mooie Tuitjenhorn in Nederland. Ik ben inmiddels ruim 13 jaar werkzaam bij Bejo, voorheen als Business Area Manager in de Americas en Verkoopleider voor Bejo Benelux.

Sinds 1 juli 2023 ben ik Programma Manager Duurzaamheid bij Bejo, en verantwoordelijk voor de implementatie van de duurzaamheidsstrategie binnen Bejo wereldwijd. Ik zorg ervoor dat alle initiatieven, projecten en activiteiten op een goede en verantwoorde manier worden aangestuurd. Verder is mijn taak om het duurzaamheidsbewustzijn en de betrokkenheid bij het onderwerp te vergroten in de organisatie.

Het onderwerp duurzaamheid ligt mij nauw aan het hart. Samen op een verantwoorde manier en duurzame wijze omgaan met onze bedrijfsactiviteiten voor een positieve bijdrage aan mens en milieu. Dit geeft mij veel energie, inspiratie en werkplezier. Uiteindelijk zorgen we met elkaar voor een betere en leefbare wereld, nu en in de toekomst.

Door Thea van der Eng

Echo 2024 P. 11

DUURZAAMHEIDSCASUS BROER BV

Plantuienleverancier Broer BV maakte grote stappen in efficiënt gebruik van energie. Welke acties hebben zij ondernomen en welke impact had dat op de organisatie?

Broer BV is onderdeel van Bejo en De Groot en Slot. Samen met Broer en De Groot en Slot veredelt Bejo nieuwe plantuienrassen, die onder de merknaam ‘Quality inside’ op de markt worden gebracht. Broer produceert, verwerkt en verkoopt al meer dan 70 jaar plantuien, naar ruim 50 landen in Europa en Azië. Tevens wordt er geëxporteerd naar de Verenigde Staten en Canada. Er werken 20 (vaste) medewerkers op twee vestigingen in Nederland, en daarnaast nog vier collega’s bij Broer Iberica, in Spanje.

WAT WAS DE AANLEIDING?

Broer heeft in totaal bijna vier hectare aan bedrijfshallen staan. Voor een deel hiervan (2,5 hectare) is al in 2012 een warmtepompinstallatie geplaatst; de grootste binnen de uienwereld, volgens zeggen. Broer werd hiermee een grootverbruiker van stroom, dat toen nog relatief goedkoop was. Echter, met het stijgen van de gasprijs in 2022, ging ook de stroomprijs drastisch omhoog. En wel zodanig, dat er serieuze problemen zouden kunnen ontstaan voor de continuïteit van het bedrijf. Dat was het moment om verder na te gaan denken over vermindering en verduurzaming van het energiegebruik binnen het bedrijf.

WELKE ACTIES ZIJN ER UITGEVOERD?

• In 2023 is een tweede warmtepompinstallatie geplaatst, waardoor nu alle bedrijfspanden draaien op stroom. Als gevolg van het lokale congestieprobleem (het kabelnetwerk

kan de stroomtransport op drukke tijden niet meer aan) wordt bij uitzondering nog gas gebruikt om te verwarmen.

• Broer is overgegaan op progaangas, opgeslagen in propaantanks. Progaangas is veelal goedkoper dan aardgas en heeft tevens een hoger rendement, waardoor er in totaliteit minder gas wordt verbruikt.

• Er wordt niet meer continu geventileerd in de bewaring, maar in uurblokken wanneer de stroomprijs laag is. Elke dag om 15.00 uur wordt door de medewerkers het ventileerschema voor de volgende dag ingesteld, op basis van de actuele stroomprijzen.

• Ter isolatie is er zeil rondom de droogwanden geplaatst, waardoor koude lucht vanuit de loods wordt geweerd. De plantuitjes komen hierdoor sneller op sorteertemperatuur.

• In de koffie- en lunchpauzes gaan de processen, zoals verlichting, hefttrucks en machines, uit.

• De deuren van warmte en koude cellen worden zo veel mogelijk gesloten gehouden.

• In- en uitgaande vrachtauto’s worden binnen in de koelcel in- en uitgeladen.

WAT ZIJN DE RESULTATEN EN LEERPUNTEN?

Het stroom- en gasverbruik is in 2022 met respectievelijk 25% en 50% afgenomen ten opzichte van 2021. Een prachtig resultaat.

Broer heeft daarbij ervaren dat het werkt om de medewerkers deelgenoot te maken. De extreem hoge energierekeningen zijn gedeeld met alle medewerkers, waardoor iedereen zich bewust is geworden van de urgentie. Ook de huidige verbruikscijfers zijn inzichtelijk, waardoor energieverbruik

voor iedereen tastbaar wordt. Medewerkers zijn zich meer bewust van hun eigen impact op energieverbruik en komen zelf met nieuwe ideeën.

HOE NU VERDER?

In 2030 wil Broer energieneutraal zijn. Daarvoor wordt ook de inzet van zonnepanelen in de toekomst onderzocht. Punt van aandacht hierbij is dat Broer juist in de winter veel stroom verbruikt (wanneer er weinig zon is) en in de zomer weinig (veel zon). Een teveel aan stroom kan (nog) niet worden teruggeleverd aan het net. Een optie is dan het zelf opslaan van stroom in een grote batterij. Dat zijn allemaal zaken die verder onderzocht moeten worden.

Naast energieverbruik zijn er ook andere milieuzaken die de aandacht van Broer hebben. Denk bijvoorbeeld aan behoud van voldoende zoet water in de omgeving. Met het grote dakoppervlak van de bedrijfshallen gaat veel regenwater verloren. Broer voelt het als een plicht aan de samenleving dit op te vangen voor verder gebruik, in de vorm van waterberging. En het afval dat vrijkomt tijdens het sorteren wordt afgevoerd naar een biogas installatie waar natuurlijk gas wordt gewonnen. Dit zijn mooie voorbeelden van verduurzaming.

Om af te sluiten met een quote van Siem Beers, Directeur van Broer BV: “Climate change is ook voor ons een change. En daarin zullen we allemaal ons steentje moeten bijdragen.”

Door Thea van der Eng Echo 2024 P. 13 DUURZAAMHEID

VEELBELOVEND SPINAZIEPROGRAMMA VOOR DE AMERIKAANSE MARKT

Bejo veredelt al 30 jaar spinazie, maar nog niet eerder hadden onze nieuwe rassen zoveel potentie als nu. Pershing, MacArthur en Marshall tonen goede teeltresultaten en zijn resistent tegen valse meeldauw fysio’s 1 tot en met 19. Pershing werd in het najaar van 2021 op de markt in de Verenigde Staten gebracht en de verkoop van Marshall en MacArthur is in 2022 gestart. Reden genoeg om Crop Research manager Roel Veenstra en spinazieveredelaar Raimon Laan alles te vragen over deze nieuwe kansen in de markt en hun rol daarin.

“Spinazie viel jarenlang onder de gewasgroep ‘Diverse Gewassen’, maar deze diverse gewassen, waaronder ook bieten, bleekselderij en knolselderij vielen, werden steeds groter en belangrijker voor Bejo en hadden daardoor steeds meer aandacht nodig”, vertelt Roel. “In de jaren ’90 was Bejo redelijk succesvol in spinazie, maar de resistenties tegen valse meeldauw werden steeds sneller doorbroken dan dat wij konden veredelen. Bejo gaf relatief te weinig aandacht aan spinazie en concurrenten ontwikkelden sneller door. We liepen achter de feiten aan.”

Eind 2013 was er een ‘Crop Strategy Meeting’, waarbij de toekomst van het spinazieprogramma werd besproken. Er werd besloten om de focus te leggen op de ‘baby leaf markt’ in de Verenigde Staten. Op initiatief van Bert Schrijver (directeur Research) werd spinazie weggehaald bij de gewasgroep ‘Diverse Gewassen’ en ondergebracht onder een eigen kolom, waar Roel verantwoordelijk voor werd. Er moest een nieuw team komen met een eigen veredelaar.

Het zoeken naar de geschikte veredelaar was een uitdaging,

maar in 2016 kwam Raimon Laan in dienst om deze functie te vervullen.

Vanuit Fytopathologie werd Jordi Boshoven bij het project betrokken en Steven Kaandorp (van de afdeling Merkertechnologie) maakte het team compleet. Inmiddels zijn beide onderzoekers opgevolgd door Joëlle Schachtschabel en Iris Haverkorn en heeft Nicole Kollerie als junior veredelaar het team versterkt.

RESISTENTIEVEREDELING

“Doordat ziekten zich blijven aanpassen wordt de resistentie van rassen doorbroken, dit betekent dus dat een ras op een gegeven moment vatbaar wordt. Het is een constante race tegen de valse meeldauw schimmel. Wanneer de resistentie doorbroken wordt, gaan wij weer op zoek naar een nieuwe resistentie”, legt Raimon uit. “Toen het spinazieteam in 2016 startte waren er al 16 fysio’s en konden wij geen volledig resistente hybride maken. Er moest dus een resistentieveredelingsplan opgesteld worden. Elly Stam en Jack van Dorp hadden al goede kwalitatieve ouderlijnen ontwikkeld. Hier konden wij dus op voortborduren.”

Het lukte het spinazieteam vrij snel om terugkruisingen te maken met wilde verwante spinaziesoorten die unieke resistenties hadden. De resistentie werd eerst gevolgd met ziektetoetsen, waarna merkers, genetische structuren in het DNA die erop wijzen dat de eigenschap wel of niet aanwezig is, werden ontwikkeld. Op deze manier konden de resistenties goed gevolgd worden. Door veel inspanning van het spinazieteam, en een beetje geluk, is het binnen vier jaar gelukt om een uniek Bejo nummer te maken. Dit nummer, nu de Pershing, is namelijk resistent tegen de negentien benoemde fysio’s van valse meeldauw.

Inmiddels worden ook de Marshall en de MacArthur verkocht. Twee nieuwe hybrides die naast de negentien benoemde fysio’s ook resistent zijn tegen een nieuw isolaat. “Wat onze nieuwe rassen zo bijzonder maakt, is de unieke kruising vanuit wild materiaal,” legt Raimon uit. “Daarnaast ligt de nieuwe resistentie op een ander chromosoom dan gebruikelijk, waardoor je meer resistentiegenen kunt combineren. “Normaliter heb je een moeder- en een vaderlijn. Als je deze lijnen kruist, dan krijgt het ras het resistentiepakket van de vader en de moeder.” Hij vervolgt: “Doordat deze genen allemaal op dezelfde locatie op het chromosoom liggen kun je maximaal twee genen combineren. Onze nieuwe resistentie ligt op een ander chromosoom, waardoor je meer resistenties in kunt kruisen. Dit is echt uniek.”

KANSEN IN DE MARKT

Vooralsnog veredelt Bejo alleen spinazierassen voor de markt in de Verenigde Staten. De zaadprijzen zijn relatief hoog en er gaan 8 tot 10 miljoen zaden op een hectare. Bejo is de laatste jaren geen grote speler geweest in spinazie, maar heeft een goede naam in de markt en wordt gezien als een betrouwbare en professionele partner. Hierdoor is er vertrouwen onder de telers. “Op dit moment hebben wij rond 6 procent marktaandeel en is zaadhoeveelheid de beperkende factor,” geeft Roel aan. “We streven ernaar om het marktaandeel stabiel te vergroten naar 20 procent.”

De echte grote speler in spinazie was Pop Vriend, met een marktaandeel van 60 procent. Seminis en Rijk Zwaan waren goed voor het overige deel van de markt. Deze bedrijven hebben de laatste tijd echter veel marktaandeel verloren en vooral Nunhems is gegroeid. Ook Bejo wint nu meer terrein.

HOE NU VERDER?

Roel is blij dat er vanuit de praktijk veel interesse is in de nieuwe rassen en over het goede contact met de Amerikaanse dealers. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor Crop Manager Gordon Spurgin, omdat hij de contactpersoon tussen Verkoop en Veredeling is. “Spinaziezaad is erg grof, waardoor het veel opslagruimte in beslag neemt. Hierdoor kunnen we niet al te grote voorraden hebben,” legt Roel uit. “Het is dus de bedoeling dat we alleen produceren wat we het jaar erna verwachten te verkopen. Een goede afstemming tussen vraag en aanbod is dus zeer belangrijk.” Daarnaast, vervolgt hij, moet het ras ook onder de aandacht gebracht worden bij spinazietelers: “Het ras Patton heeft hierin al een belangrijke rol gespeeld. Hoewel dit ras niet volledig resistent is, wordt het toch zeer gewaardeerd in de Verenigde Staten vanwege zijn uitmuntende kwaliteit. Patton wordt dan ook goed verkocht. Door deze goede prestaties heeft het ras ons veel positieve naamsbekendheid opgeleverd onder de spinazietelers. Hierdoor krijgen wij nu de kans om proeven uit te zetten.”

Bejo’s drie nieuwe rassen zijn de eerste volledig resistente rassen die verkocht worden. Inmiddels liggen er meer potentiële nummers op de plank en zit er nog veel meer in de pijplijn. Raimon verwacht dan ook dat deze rassen snel zullen worden opgevolgd door nog sterkere rassen. Roel vult aan: “Dankzij deze ontwikkeling kan Bejo een grotere rol gaan spelen in de spinaziemarkt.”

Echo 2024 P. 15 SPINAZIE
Door Jorien Smak

BEJO BOUWT OP DE KAART

Met FOCUS 2030 richten we ons op het behouden van onze leidende marktposities en waar mogelijk het versterken en uitbreiden daarvan. Om dit te realiseren en om klaar te zijn voor de toekomst is het belangrijk dat we blijven investeren in nieuwe locaties of het vernieuwen van bestaande locaties. Een aantal van deze locaties is afgerond en nieuwe projecten staan in de startblokken om uitgevoerd te worden. Een update van deze projecten lees je hieronder.

BEJO BOUWT

NIEUWE PLANTOPKWEEKLOCATIE, WARMENHUIZEN

Bejo’s nieuwe locatie voor de plantopkweek in Warmenhuizen is afgelopen september in gebruik genomen. Voor de collega’s die niet zo bekend zijn met de doeleinden van het gebouw: Trambaan 8 biedt onderdak aan de activiteiten die voorheen op de Oudevaart plaatsvonden (plantopkweek en handmatige bestuiving). Het bevat daarnaast een aantal kantoren en opslagruimte. Het totale complex is indrukwekkend; een gebouw van 100 x 25 meter met aangrenzend 2,8 hectare aan kassen.

Bouwadviseur John Klaver geeft met plezier een kijkje achter de schermen: “Er werken twee teams van 6 of 7 mensen per team, dus de vaste bezetting is niet heel hoog. Tijdens een periode in het jaar vindt hier handmatige knopbestuiving plaats, daar zijn dan zo’n 30 tot maximaal 45 à 50 dames mee bezig. Dan is het hier wel een stuk voller.” John benadrukt dat er bij de bouw rekening is gehouden met de groei van Bejo en dat er gedacht is aan de toekomst: “Flexibiliteit qua indeling is voor ons van groot belang geweest.”

GROENE WERKZAAMHEDEN

Het team van de afdeling Plantopkweek zal naar schatting per jaar 15 miljoen planten zaaien en opkweken. Een groot gedeelte hiervan bestaat uit planten van proefkruisingen die later buiten op de proefvelden door onze veredelaars beoordeeld worden op gewenste eigenschappen. Daarnaast is de plantopkweek nodig voor de productie van zaad en voor de aanplant van de demovelden voor de Bejo Open Dagen. Tijdens de bestuivingsperiode in het voorjaar werkt een team van gespecialiseerde seizoenkrachten aan de bestuiving van de gewassen voor de ontwikkeling van nieuwe proefkruisingen en ouderlijnen.

VOORUITGANG MET TECHNIEK

Het complex is gebouwd voor de toekomst en voorzien van nieuwe technologieën die zorgen voor een optimaal werkklimaat voor de medewerker en de beste omstandigheden voor de planten.

John blikt terug: “Het was een project van behoorlijke omvang: in oppervlakte en qua techniek, maar ook financieel. We kwamen na een goede voorbereiding terecht in een roerige tijd van prijsstijgingen en onzekere leveringen. Een extra uitdaging bovenop het toch al best complexe project. Uiteindelijk kan ik zeggen dat we met het projectteam een prachtig resultaat hebben bereikt. Ik denk ook een hele fijne werkplek voor onze collega’s.”

Projectmanager Koen Beemsterboer sluit af: “We werken nu een aantal maanden op deze prachtige locatie en we hebben nog volop ruimte om de komende jaren te groeien en de kwaliteit te verhogen en waarborgen”.

• Sproeibomen voor de waterverneveling voorzien van CleanLight UV licht dat op een biologische wijze planten beschermt tegen schimmels, virussen en bacteriën.

• Speciaal led licht dat is afgestemd op verschillende gewassen, dit bevordert de gewasgroei in donkere dagen en zorgt voor verlenging van het seizoen.

• Hogedrukverneveling helpt bij de beheersing van een optimaal binnenklimaat.

• 39 gecompartimenteerde ruimtes met elk een eigen klimaataansturing die ingesteld kan worden op de behoeften van het gewas in de betreffende ruimte.

• Fysiek gescheiden afdelingen (opkweek en handbestuiving) met een speciale wand, waardoor bestuivers (zoals bijen) niet kunnen overvliegen en pathogenen (zoals schimmels) binnendeurs blijven.

• Efficiënt gebruik en hergebruik van water. Een ingenieus voorbeeld is dat het condens in de kas opgevangen wordt om de plantenkratten mee te wassen.

Echo 2024 P. 17

USA, PASCO

BEJO BOUWT OP DE KAART

USA - ARVIN

De bouw van de zaadschoningsfaciliteit is voltooid. Met deze faciliteit zijn we minder afhankelijk van derden en hebben we volledige controle over de planning en de kwaliteit van het proces.

In Arvin komt er een geconditioneerde opslag voor korte-dag uien waarbij we zelf de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen bepalen. De opslag wordt gebruikt voor het veredelingsprogramma en de moederbollen die gebruikt worden voor de zaaizaadteelt.

MEXICO, CULIACÁN

Locatie voor een nieuw proef- en demonstratiestation en beslaat tien hectare: drie hectare voor open veld, drie hectare netkassen en 3,8 hectare voor diverse functies. De bouwactiviteiten starten het najaar van 2024.

BEJO BOUWT

WARMENHUIZEN - PLANTOPKWEEK

Een nieuwe locatie voor plantopkweek voor alle vollegrondsgroente en handmatige bestuiving.

Per jaar worden 15.000.000 planten verwerkt voor Veredeling en Productie.

Bij de handbestuivingsafdeling is er ruimte voor 24.000 planten.

WARMENHUIZEN - KANTOOR

Het kantoor heeft 326 werkplekken en 52 vergaderruimtes. De 3.000 m2 aan beglazing reflecteert onze open en transparante cultuur. Het pand is volledig gasloos en voldoet aan de huidige energienormen.

Kijk op Yapp voor meer leuke feitjes over het nieuwe kantoor!

Echo 2024 P. 19

PASCO, HET RESULTAAT VAN EEN AMERIKAANSE DROOM

In de vorige Echo kon je lezen dat de bouw van de zaadschoningsfaciliteit in Pasco is voltooid en dat men klaar was voor de volgende stappen: het installeren van machines en het opleiden van personeel. Inmiddels zijn we weer wat stappen verder: de eerste partijen zijn geschoond en klaar voor verzending naar Warmenhuizen.

Een perfect moment voor een terugblik met Regional Production Manager

Brandon Kania en Director of Seed Production Rich Pollard, die intensief bij het project betrokken waren. Beiden zijn enorm trots op de faciliteit en hun team.

Rich begint: “We zijn in oktober 2023 begonnen met het schonen van zaad. Interne experts uit Nederland en Tasmanië kwamen langs en doorliepen het proces stap voor stap, om zo het personeel te trainen in het praktisch schonen van het zaad.”

Hij vervolgt: “Dit was zo’n positieve ervaring voor ons: werken met Mattijs de Vries, Arjen Slagter en Grant Pearce. Een internationaal team dat nauw samenwerkt aan het project met één focus: de beste resultaten en kwaliteit behalen. We zijn er dagelijks intensief mee bezig geweest.“

Brandon voegt toe: “Na de training hebben we een partij zaad opgesplitst tussen een externe schoner en onszelf om een controle uit te voeren. De resultaten vertelden ons dat bij ons de hoeveelheid bruikbaar zaad hoger was en dat ook de kwaliteit beter was. Als je zo lang aan dit project hebt gewerkt en je krijgt deze eerste resultaten te zien: wat een moment! En dat is wat we hoopten te bereiken met onze faciliteit.” Maar, zo plaatst hij een kanttekening: “Dat is wat de resultaten ons deze keer laten zien, in het kleine beetje dat we hebben gedaan.”

Wat het volgende doel (of de volgende droom) wordt? Brandon laat zijn originele potloodtekening zien die hij in 2017

in Frankrijk heeft gemaakt en zegt: “Voor mij persoonlijk was de realisatie van deze tekening mijn grootste droom voor een lange lange tijd. Mijn doel voor de toekomst is om de beste te zijn in wat we doen. En op een dag zal Warmenhuizen zaad naar ons verschepen om te schonen om de last daar weg te nemen. We willen niet alleen zaden schonen voor de VS, maar Nederland wereldwijd ondersteunen in wat we doen.”

Brandon eindigt: “Met dit project hebben we de ‘American Dream’ gerealiseerd. En ik moedig iedereen aan om te dromen, fouten te maken en hoge doelen te stellen! Het was een geweldige ervaring en het resultaat is dat we onszelf steeds meer willen ontwikkelen.” Wat Rich geweldig vond aan dit project is dat het echt een kans was om mensen te laten groeien. “Er was ruimte om fouten te maken, te leren en te verbeteren. We hebben onszelf professioneel, persoonlijk en als team ontwikkeld. Het volgende project dat we doen zal zoveel beter zijn door deze ervaring.”

Rich, ter afsluiting: “Dit project was echt een visie van Ger Beemsterboer: het gaat terug tot 2012 om een zaadschoningsfaciliteit in Noordwest-Amerika te hebben. Hij was de aanjager van al deze ontwikkelingen in de VS. Hij gaf ons het gevoel: probeer, faal, leer ervan. Het zorgde ervoor dat we ons aangemoedigd voelden. We hebben echt het gevoel dat hij deel uitmaakt van ons team.”

NIEUWE FRUIT CROPS LOCATIE IN CULIACÁN, MEXICO

Mexico is één van de grootste en belangrijkste landen voor de productie van vruchtgewassen gericht op de America’s. Deze productie vindt voornamelijk plaats in Culiacán, in de staat Sinaloa, aan de Mexicaanse westkust. Dit gebied heeft een perfecte ligging en vruchtgewassen zoals tomaten (indeterminate en semi-determinate), slice komkommers, jalapeño pepers en paprika’s groeien hier uitstekend.

De streek heeft naast het unieke klimaat nog vele andere voordelen. Area Business Manager Americas Ralph Koopman legt uit: “De grond is er uitstekend en het gebied ligt nabij de exportmarkt in de Verenigde Staten. In de winter is het, ondanks de lage temperaturen, voornamelijk dankzij de hoeveelheid zonlicht mogelijk om groenten van hoge kwaliteit te produceren. De telers in dit gebied hebben een enorme technische expertise en de juiste strategie voor de productie. Zij hebben een belangrijke invloed op de rest van de landbouwgebieden. Om hen te overtuigen van nieuwe fruitgewassen moet het aangeboden assortiment echt van hoge kwaliteit zijn.”

Hij vervolgt: “Op dit moment werken we in Mexico met externe partijen, maar eigenlijk wil je ook een stuk land in eigen beheer hebben voor je fruit crops activiteiten. We zijn daarom in Sinaloa op zoek gegaan naar een stuk land om een proef- en demonstratieveldstation te bouwen. En met succes: de grond is aangekocht en de bouwactiviteiten starten in het najaar van 2024.”

VOORDELEN VAN EIGEN LOCATIE

Het proef- en demonstratiestation in Culiacán beslaat tien hectare: drie hectare voor open veld, drie hectare netkassen en 3,8 hectare voor diverse functies. Ralph legt uit wat de voordelen zijn van het investeren in een eigen locatie: “Momenteel zijn we afhankelijk van externe telers en de hectares die zij beschikbaar kunnen stellen voor onze proeven. Met een eigen locatie kunnen we deze het hele jaar door uitvoeren en zelf de veredelingsactiviteiten (zoals screenings en VO’s) evalueren.”

Dit zorgt volgens Ralph voor een versnelling in de veredelings- en selectieactiviteiten. En, zo sluit hij af: “Door al deze ontwikkelingen zijn we in staat om altijd klanten te ontvangen en de nieuwe commerciële rassen onder de juiste omstandigheden, zonder enige beperkingen te tonen.”

UIENOPSLAG VOOR MOEILIJK

BEWAARBARE UIEN, ARVIN

Een nieuw bouwproject staat voor de deur en wel in Arvin in Californië. Op deze locatie staat een veredelingsstation gericht op de korte dag-ui. De focus ligt op het veredelingsprogramma en de vermeerdering van onze commerciële ouderlijnen.

Korte dag-uien zijn van nature slecht bewaarbaar omdat ze zachter zijn en minder droge stof bevatten. Bijkomend voordeel is wel dat de smaak daardoor milder is. Eigenlijk zijn dit uien die geschikt zijn voor de versmarkt en niet voor bewaring. Het bewaren van deze bollen is dan ook een grote uitdaging voor onze collega’s aldaar.

Crop Research Manager Timo Petter vertelt: “In Arvin is het najaar dé periode om de bollen te planten voor zaadteelt. Deze bollen komen van de proefvelden die we al oogsten in het voorjaar. Bollen die niet goed bewaarbaar zijn en die niet goed tegen hitte kunnen, moeten we dus bewaren van mei tot oktober in een periode waar de temperatuur tot 40 graden oploopt. Het is voor ons team best een klus om de uien zo op te slaan, dat ze in het najaar nog te gebruiken zijn. We verliezen op dit moment dus ook best veel materiaal in die tussenliggende periode.”

Echo 2024 P. 21 BEJO BOUWT

JUISTE CONDITIES MET NIEUWE OPSLAG

De opslagmethode die nu toegepast wordt, wordt vaker gebruikt op onze Alliumveredelingslocaties: een overkapte schuur waar uien in zakjes en kisten bewaard worden en met behulp van een ventilator wordt er lucht door het materiaal geblazen. Een werkbare oplossing voor veel van onze locaties, maar voor de korte dag-ui moesten de collega’s met een andere oplossing komen. Er is besloten om te investeren in een geconditioneerde opslag waarbij we zelf de temperatuur en luchtvochtigheid kunnen bepalen.

Veredelaar Ryon Ottoman, die werkt in Arvin, vult aan: “We zijn sinds 2012 al aan het testen welke opslag en condities het beste zijn voor deze uien. De resultaten van jaar 1 wil je testen in jaar 2 en 3 enzovoorts. Want de opzet kan hetzelfde zijn, het weer verandert continu. Daarnaast wil je na de geteste opslag ook zien hoe het materiaal vervolgens weer groeit op het veld en of er goed zaad van wordt geproduceerd.”

Deze geconditioneerde opslag zal gebruikt worden voor het veredelingsprogramma en

voor de moederbollen die gebruiktworden voor de zaaizaadteelt. Dit zaaizaad van de commerciële ouderlijnen wordt vervolgens weer gebruikt voor de hybridezaadproductie.

Wat zijn de verwachtingen van deze nieuwe opslag? Timo: “Het veredelingsteam en de zaaizaadplanning maken vooraf planningen en berekeningen voor hoeveel bollen we nodig hebben en hoeveel daarvan je opbrengst is, zodat we weten waar we in het najaar mee kunnen werken. Als je tijdens de bewaring dan veel bollen verliest, haal je nooit je planning waar je mee begonnen bent en waar je voor uitgezaaid hebt op het proefveld. We hopen met deze geconditioneerde opslag minder uniek veredelingsmateriaal en moederbollen te verliezen. En daarmee te voldoen aan de behoefte van veredelings- en zaaizaad.”

WAAROM NU?

Na 30 jaar veredelen op milde uien zijn we erin geslaagd om een korte dag uienassortiment te ontwikkelen dat Bejo kan introduceren in de markt. Om in deze nieuwe markt een goed marktaandeel te

behalen, is het essentieel dat we voldoende zaaizaad hebben van onze ouderlijnen. We kunnen het ons dan ook niet meer permitteren dat we belangrijk materiaal verliezen.

MET DANK AAN DE COLLEGA’S

Ryon sluit af: “Dat we staan waar we nu staan, is te danken aan een geweldige keten van hardwerkende en geduldige mensen die met korte dag-uien verbonden zijn. Denk aan de zeer kundige collega’s op het lab, de mensen in het veld die met veel zorg werken in een zeer uitdagende omgeving, het doorzettingsvermogen van de veredelaars en de investering vanuit de directie. Al deze inzet helpt enorm mee om een goed assortiment te creëren.”

Als deze Echo uitkomt, dan is de bouw al gestart. De verwachting is dat deze eind 2024 klaar is.

BEJO BOUWT
Door Yvonne Bijvoet

ANTICIPEREN

Anticiperen op dingen waarvan je verwacht dat ze zullen gebeuren of waarvan je zeker weet dat ze zullen gebeuren; dat is positief en slim om te doen, nietwaar?

Maar de anticiperende actie zelf is misschien niet altijd leuk, veroorzaakt stress of maakt je nerveus. Deze winter moesten in Nederland mensen hun huis verlaten vanwege het stijgende water als gevolg van hevige regenval en een zuidwesterstorm. Dat was verstandig, maar erg stressvol en zeker niet leuk.

Op zulke heftige zaken hopen we bij Bejo niet te hoeven anticiperen.

Toch bereiden we ons ook voortdurend voor op gebeurtenissen waarvan we weten of verwachten dat ze zullen plaatsvinden en die een andere aanpak nodig hebben dan onze huidige werkwijze.

Simpele voorbeelden zijn de bouw of uitbreiding van gebouwen om de verdere groei en ontwikkeling van onze primaire processen mogelijk te maken. Of het doen van investeringen in nieuwe technologieën, waarvan we overtuigd zijn dat ze een verschil zullen maken richting de toekomst.

Een ander voorbeeld van anticiperen is de herinrichting van de centrale organisatie, waar we in het project Bejo 3.0 aan werken. Wij weten zeker dat onze wereldwijde activiteiten zich verder zullen ontwikkelen en in aantal zullen groeien.

Dat betekent activiteiten op meer locaties en in meer landen. Deze groei gaat gepaard met verdere professionalisering, complexere strategische puzzels en een grotere organisatie met meer mensen. Omdat we op sommige punten al tegen onze grenzen aanlopen in wat we met de staande organisatie aankunnen, weten we dat we op de genoemde ontwikkelingen moeten anticiperen.

Met Bejo 3.0 streven we naar het creëren van een meer onafhankelijke senior managementlaag die rapporteert aan de directie en een sterkere verbinding tussen de landenorganisaties en de centrale organisatie. Ook willen we meer tijd van de directieleden vrijmaken om extra aandacht te besteden aan strategische onderwerpen en relaties.

Tevens anticiperen we met Bejo 3.0 op het pensioen van twee directieleden: Bert Schrijver en Martin van der Voort. In plaats van ze simpelweg één op één te vervangen, denken we in het project vooruit over welke samenstelling we nodig denken te hebben in de directie voor de toekomst.

Het zijn allemaal logische besluiten, gezien de ontwikkelingen die Bejo doormaakt en die voor de komende jaren zijn voorzien.

Maar maakt het sommigen van ons niet zenuwachtig? Natuurlijk, op bepaalde plekken in de organisatie wel! Voor de posities die het meest veranderen veroorzaakt dit onzekerheid. Maar ook kansen, en beide brengen een zekere mate van stress met zich mee. Ook sluiten de veranderende rapportagelijnen van de landenorganisaties niet altijd aan bij persoonlijke voorkeuren.

Terug naar mijn opmerkingen over ‘stressvol’ en ‘niet leuk’: als ik voor mezelf spreek, vond ik de complexiteit van de Bejo 3.0-puzzel absoluut leuk. Maar ik kijk ook met enige spanning vooruit naar de nieuwe structuur. Ik ben ervan overtuigd dat het plan goed is, maar het uitvoeren van een plan is iets anders dan het maken ervan. De komende maanden moeten de dingen samenkomen en dan zullen we ervaren hoe het allemaal uitpakt. Een nieuwe structuur, met nieuwe mensen en nieuwe manieren van werken. Ik kijk ernaar uit om met een deels nieuw directieteam te werken en de nieuwe dynamiek die het team zal geven. Maar ik ben ook benieuwd wie we gaan vinden om de vacante posities in te vullen en of het team net zo hecht en gemakkelijk zal samenwerken als het bestaande.

Door John-Pieter Schipper
Echo 2024 P. 23 COLUMN

INNOVATIE NIEUWE RASSEN EN

METHODEN

Bejo heeft elk jaar nieuwe introducties, zowel op het gebied van rassen als van zaadbehandelingsmethoden. Onze veredelaars en researchers staan niet stil!

Zij zijn continu bezig met het verbeteren van onze rassen, bijvoorbeeld op het gebied van ziekteresistenties, opbrengst, smaak en oogstgemak. Dit levert een mooi eindproduct op voor de teler. Maar er wordt ook gekeken naar nieuwe productvormen, voor bijvoorbeeld een goede start van het zaad. We lichten graag een aantal belangrijke introducties toe.

B-MOX® VERBETERDE PRIMING VOOR UIENZAAD

Voor een gezond, uniform gewas is het belangrijk dat jonge planten een sterke start krijgen. Daarom hebben onze onderzoekers en specialisten de innovatieve zaadverrijkingstechnologie B-Mox® ontwikkeld. B-Mox® maakt de kiemplant krachtiger, waardoor de groei in het vroegste stadium wordt gestimuleerd en de plant robuuster wordt. Gedurende de gehele groeiperiode vertonen planten een verhoogde stresstolerantie en een betere algehele gezondheid als gevolg van een sterker ontwikkeld wortelgestel. Voor de teler betekent dit minder risico’s in de kwetsbare vroege groeifase van de plant, stressbestendigere planten en hogere opbrengsten. In 2017 introduceerden we met veel succes de B-Mox® technologie voor wortelen en nu is deze ook beschikbaar voor uien.

B-MOX® IS SPECIAAL ONTWIKKELD VOOR MODERNE TEELTMETHODES WAARBIJ DE NADRUK WORDT GELEGD OP EEN STERKE PLANT DIE MINDER GEVOELIG IS VOOR STRESS. WE ZIJN ER TROTS OP DAT WE NU UIEN KUNNEN TOEVOEGEN AAN ONS B-MOX® ASSORTIMENT, NAAST WORTELEN EN WORTELPETERSELIE. ONS ONDERZOEK GAAT DOOR. OP DE LANGERE TERMIJN ZIEN WE OOK POTENTIE IN ANDERE GEWASSEN.

DR. LIESBETH VAN DER HEIJDEN, SENIOR RESEARCHER SEED TECHNOLOGY

NIEUWE RASSEN

Ook op het gebied van rassen zijn er mooie ontwikkelingen. Op het gebied van de leafy crops, zoals andijvie en sla, zijn er meerdere nieuwe introducties. In het ‘Italiaanse’ gewas venkel en komkommer bijvoorbeeld. Een aantal korte highlights:

ALL YOU NEED FOR SALAD – WE HAVE IT!

In radicchio, treviso, green hearted chicory en sla hadden we al een sterk assortiment. Ook voor andijvie hebben we nu mooie stappen gemaakt. We introduceren drie nieuwe andijvierassen: de gekrulde soorten Kimolos (Bejo 3581) voor het najaar, Krokos (Bejo 3582) voor de vroege winterteelt en de gladbladige soort Savalia (Bejo 3222). Deze nieuwe rassen zijn voornamelijk bedoeld voor de Franse, Italiaanse en Spaanse markt en zijn zeer geschikt voor de versmarkt en de verwerkende industrie. Met deze lancering is Bejo’s assortiment bladgroente compleet en profileert Bejo zich verder als kennispartner en producent van slagewassen.

‘NA DIVERSE PROEVEN TE HEBBEN GEZIEN EN MET DE TELERS EN VERWERKERS TE HEBBEN GESPROKEN, GELOOF IK DAT BEJO WEER EEN ECHTE ANDIJVIESPELER KAN WORDEN EN VOOR DE LANGE TOEKOMST EEN MEERWAARDE KAN BETEKENEN VOOR ONZE ‘SALADEKLANTEN’.’

JOLANDA DUINEVELD, AREA CROP MANAGER WEST-EUROPA

Echo 2024 P. 25 INNOVATIES

RESISTENTIES

Daarnaast blijven we sterk op bremia in onze slarassen. In 2023 werden er drie nieuwe bremia fysio’s in sla geïdentificeerd. Uit diverse testen bleek dat bijna al onze commerciële rassen met resistentie tegen Bl:16-37EU ook resistent zijn tegen Bl:16-40EU. Of vanaf nu Bl:29-40EU, de nieuwe resistentiebeschrijving voor hoog resistente rassen. Het ijsbergsla ras Cherice, een nieuw ras voor Noord-Europa dat geschikt is voor de voorjaarsteelt, is een veelbelovende lancering en wordt in meerdere landen gepromoot. Ook onder mindere groeiomstandigheden is Cherice zeer productief. Dit ras kan prima gebruikt worden voor zowel snijderij als versmarkt, zodat de consument al vroeg van een heerlijk knapperige ijsbergsla kan genieten!

Tenslotte geven we nog even aandacht aan onze eerste mini romaine sla die we commercieel lanceren: Bejo 51-227. Dit ras is vooral voor de Duitse mini romaine markt ontwikkeld, maar kan daarnaast prima geteeld worden in bijvoorbeeld Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Mini romaine sla kennen we vooral vanwege het gebruik in de beroemde Caesar salad.

KOMKOMMER MARVILA

Een nieuwkomer in het segment en zeer geschikt voor Mexico, Midden-Amerika en Chili. Een zeer groeikrachtige, gezonde en productieve ‘slicer cucumber’ voor voorjaars- en herfstteelt. Ook geschikt voor winterteelt in subtropische gebieden. Marvila behoudt uitstekende vruchtgroottes tijdens de oogstperiode, wat een groot voordeel is.

VENKEL

Een veelzijdig gewas dat vooral in Italië bekend is en veel gegeten wordt. We introduceerden een aantal nieuwe rassen voor deze markt, zoals Indus en Positano. Beide zijn een mooie aanvulling op het huidige venkelassortiment. Indus is geschikt voor de herfstteelt, groeit makkelijk en heeft een hoge opbrengst. Positano heeft een uitmuntende knol met een prachtige witte kleur en een goede huidkwaliteit. Venkel zien we steeds meer verschijnen in de andere Europese keukens en wordt derhalve veel door Italië geëxporteerd.

Naast bovengenoemde nieuwe introducties zijn er meerdere nieuwe ontwikkelingen geweest waar we ook het komende jaar meer over zullen horen. Broccoli Salinas (geschikt voor Mexico, de Verenigde Staten en Spanje) bijvoorbeeld, maar ook wortel Natuna. Deze heeft een enorme opmars gemaakt en komt qua verkoop in de buurt van ons grootste ras Nerac. Daarnaast zullen ook de Rhizomanie resistente rode bietenrassen (zoals Bazzu, Manzu, Rhizu) zich nog in veel aandacht mogen verheugen!

Met al deze introducties hebben onze veredelaars en onderzoekers weer mooie resultaten behaald. Zij hebben wederom bewezen ware topsporters te zijn die kijken naar de lange termijn om successen voor Bejo te behalen!

INNOVATIES
Door Daniëlle Bruin

AGUNG PRATAMA EN DAVID FISHER OVER BEJO IN INDONESIË EN ZUIDOOST-AZIË

POTENTIEELIS ENORM: HET IS AAN ONS OM DAT TE BENUTTEN’ P. 27 Echo 2024 ZUIDOOST-AZIË
‘HET

Sinds 2017 staat Indonesië op de groeiende lijst landen waarin Bejo actief is. Directeur Agung Pratama was destijds betrokken bij de oprichting van de dochteronderneming. Een kleine zeven jaar later kijkt hij terug op wat sindsdien bereikt is, en naar de mogelijkheden die hij ziet.

David Fisher is Area Business Manager voor Noordoost-Azië en werkt nauw samen met Agung. Beiden zien zij nog voldoende uitdagingen, maar stellen zij vooral: “Met 280 miljoen inwoners heeft Indonesië een enorm potentieel.”

Hoewel de meeste activiteiten in Indonesië enigszins onder de radar zijn gebleven, zal de regelmatige lezer van Yapp de voornaamste ontwikkelingen wel hebben meegekregen. Zoals de oprichting van het Bejo Allium Training Center, waar Bejo telers leerde hoe je goede opbrengsten kunt behalen met sjalotten uit zaad. In april 2022 volgde het bericht dat een nieuwe mijlpaal was bereikt: onder de naam PT. Bejo Benih Indonesia werd een wettelijke vestigingsvergunning verkregen.

In de tussenliggende jaren gebeurde er ook het nodige op het personele vlak. Na een periode waarin hij kon spreken van ‘best druk in je eentje’, wordt Agung nu bijgestaan door een compleet team: General Admin and Marketing Support Rania Reforasera, Tri Wiratama (Product Specialist Eastern Indonesia), Kosmas Sitorus (Product Specialist Western Indonesia), Darmawan Susilo (Trial and Regulatory Manager) en Niko Pradekso (Export and Import Specialist).

Agung zelf kon daardoor doorgroeien naar een rol waarin hij de verantwoordelijkheid draagt over de area Zuidoost-Azië, waaronder ook onder meer Thailand en de Filipijnen vallen. “Ik ben blij met de groei van het team en het vertrouwen dat ik krijg van Bejo”, zegt hij daarover.

“De ondersteuning van een team is erg belangrijk voor de bedrijfsontwikkeling van Bejo. De collega’s doen hun werk uitstekend en met veel toewijding, terwijl we allemaal weten dat het niet altijd makkelijk is om te werken bij een startende onderneming.”

Om praktische redenen, die vooral met het tijdsverschil te maken hebben, behartigt David de belangen van Agung tijdens crop meetings en andere strategische overleggen. Het is voor hem dan ook belangrijk dat hij goed op de hoogte is van wat er speelt in de markt van Agung. Op de, uiteraard met een kwinkslag gestelde, vraag of Agung het vertrouwen waarover hij spreekt ook

terugbetaalt reageert David: “Absoluut. De cijfers die ik zie uit de regio zijn erg positief, zo is Bejo erin geslaagd de omzet van vier jaar geleden te verdubbelen. Ik denk dat we een goede weg zijn ingeslagen.”

Agung voegt daaraan toe: “David en ik werken goed samen. Het doel van Bejo is om Azië als complete markt te ontwikkelen en daar streven wij gezamenlijk naar. Er zit tussen beide regio’s ook geen verschil in de wijze waarop wij met onze klanten werken, dus daar kunnen we samen in optrekken.”

PORTFOLIO

De benadering die nodig is voor de area Zuidoost-Azië wijkt wel behoorlijk af van wat Bejo gewend is, zo legt Agung uit.

“Een belangrijk verschil zit hem in de grootte van de verpakkingen. De boeren in Indonesië en andere ZuidoostAziatische landen werken zeer kleinschalig en kunnen zich de grotere hoeveelheden zaden waarmee Bejo werkt niet veroorloven. Dealers verdelen de zaden in kleinere verpakkingen en verkopen deze door aan de boeren.”

Dat is, zo weet hij, geen manier van werken die binnen Bejo gebruikelijk is, maar die dus wel ondersteund wordt.

“Voor de toekomst hebben we de toezegging voor steun van de directie om onze activiteiten in Zuidoost-Azië uit te breiden. We zien bijvoorbeeld al dat er vanuit Veredeling aandacht wordt besteed aan het ontwikkelen van rassen voor tropische klimaten.”

Geen overbodige luxe, omdat de verkoop in Zuidoost-Azië lange tijd heeft gesteund op rassen van soms tientallen jaren oud, zoals de broccoli Lucky. “We zijn druk bezig het portfolio uit te breiden”, aldus Agung. “In het algemeen zien we dat er in Indonesië meer vraag komt naar nieuwe groentes als boerenkool en bieten. In de achterliggende periode hebben we onder meer het bietenras Boro, sjalot Maserati en ui Trophy geïntroduceerd.”

Bejo Benih Indonesia
Echo 2024 P. 29 ZUIDOOST-AZIË

Daarnaast ziet hij enorme mogelijkheden voor producten als bloemkool en Chinese kool: “In dat geval is het niet zozeer een kwestie van zaden hierheen verschepen. Het grootste deel van het Bejo-assortiment is geschikt voor een continentaal klimaat, en maar weinig voor tropische klimaten. De ondersteuning vanuit de veredelaars is daarom onmisbaar.”

Hij vervolgt: “Ook is er een Zuidoost-Azië een veelbelovende ontwikkeling gaande om groenten in kassen te verbouwen. In navolging van Vietnam wordt ook in landen als Thailand, de Filipijnen en Indonesië meer en meer groenten in kassen verbouwd. Zo is de vraag naar tomaten exponentieel toegenomen en wordt het portfolio aan Fruit Crops uitgebreid. Daar kan Bejo ook goed op inspringen.”

GROEIENDE MARKT

Een uitdaging waar Bejo in met name het zuidelijke deel van Azië mee kampt, vertelt David, is het feit dat de prijzen er lager liggen dan in de rest van de wereld. Daar wordt binnen Bejo over gesproken, beaamt Agung, terwijl die constatering allang niet meer de volledige waarheid is: “De markt is aan het veranderen, wij zijn als land aan het ontwikkelen. En andere bedrijven zien de mogelijkheden ook: Enza Zaden is in Maleisië gevestigd en is vertegenwoordigd in alle Zuidoost-Aziatische landen, terwijl Rijk Zwaan via distributeurs ook uitgebreid aanwezig is.”

Agung haalt ter ondersteuning van zijn opmerking een onderzoek aan van Statista Market Forecast, een wereldwijd statistieken- en rapportageplatform. Hierin wordt de verwachting uitgesproken dat de Indonesische groentemarkt jaarlijks met 7,29 procent zal groeien. Andere

onderzoeken tonen aan dat de middenklasse in de regio groter wordt en dat consumenten bereid zijn verder te kijken dan traditionele Aziatische groenten.

Om te slagen in Zuidoost-Azië zal de aandacht dan ook moeten uitgaan naar het uitbreiden van het portfolio. Een flinke verlaging van de prijzen – wat sowieso niet volgens het bedrijfsbeleid is – zou volgens David weinig zin hebben: “Het past niet in de filosofie van Bejo, over het kwaliteitsproduct dat wij leveren.

En je werkt in de hand dat zaden vanuit Indonesië worden doorverkocht aan landen in de regio. En daarnaast, er moet natuurlijk ook gewoon geld worden verdiend aan onze zaden.”

TOEKOMSTVISIE

In relatief korte tijd is er al het nodige bereikt in Indonesië en de omringende landen. Welke verwachtingen heeft Agung voor de komende jaren, kijkend naar bijvoorbeeld de producten? “Laat ik voorop stellen dat ik blij ben met hoe het nu gaat, we kunnen groeiende omzetcijfers overleggen. Maar de vooruitgang gaat in kleine stappen en het is geen kwestie van zitten en achterover leunen. Elke dag vraagt om een nieuwe oplossing, het is heel dynamisch werk.”

Hij vervolgt: “Als ik naar de hele regio kijk, denk ik dat we daar een volwassen bedrijf kunnen zijn dat goed is in bepaalde producten. We kunnen geen kampioen zijn in alle producten, maar wel in bijvoorbeeld belangrijke Bejogewassen als brassicas en allium.”

David: “Waar we wat mij betreft nog een goede stap hebben gezet: enige tijd geleden hebben we een meeting gehouden in Indonesië met alle Aziatische collega’s, en Bart Kuin namens Nederland. Daar hebben we veel kennis en begrip opgedaan van de markten in Indonesië en Zuidoost-Azië. Waardevolle informatie, waarmee we de gewasteams van input voorzien die zij nodig hebben om nieuwe producten te ontwikkelen. Of om bestaande in te zetten. De broccoli Lucky is hier een mooi voorbeeld van: deze was niet specifiek voor Indonesië ontwikkeld, maar bleek het er toch bijzonder goed te doen.”

Met de juiste aanpak, daar zijn beiden het over eens, kan Bejo veel bereiken in Azië. Agung, ter afsluiting: “De vooruitgang zal zeker nog de nodige tijd kosten. Maar alleen al in Indonesië wonen 280 miljoen mensen, die er voor openstaan om onze producten te proberen. Het potentieel is enorm: het is aan ons om dat te benutten.”

Door Jelger van Weydom

Agung Pratama

Functie:

Managing Director PT. Bejo Benih Indonesia en Area Business Manager Southeast Asia

Opleiding:

Queensland University of Technology, Brisbane, Australië

Persoonlijk:

Echtgenoot en vader van twee kinderen. We leven in zonnig Jakarta; mijn vrouw werkt in de transportindustrie voor consumentenartikelen. Onze kinderen zitten nog op school: Dio op de middelbare school en Lulu op de basisschool. Ik houd van reizen, zowel met het gezien als voor het werk. Ik geniet het meest van de interactie met boeren en het uitwisselen van kennis. Het reizen met kleine propellervliegtuigjes in de regio is leuk, maar uitdagend met slecht weer. Ik speel graag golf in het weekend en geniet van muziek uit de jaren ’80.

David Fisher

Functie:

Area Business Manager Northeast Asia

Opleiding:

M.Sc (Plant Sciences)

Wageningen University and Research

Persoonlijk:

Ik houd van buitenactiviteiten als hiken en vissen. Al reizend door Azië grijp ik elk moment aan om karaoke te doen met klanten of collega’s. Ik zie dit als een perfecte manier om het ijs te breken. Gelukkig is onze zaadverkoop op geen enkele manier verbonden aan mijn zangkwaliteiten, dan zouden we onze klanten in Azië snel verliezen. Ik heb een kleine obsessie voor squash en houd ook van tennis, padel en een aantal andere sporten.

Echo 2024 P. 31 ZUIDOOST-AZIË

“ER VALT NOG VEEL TE ONTDEKKEN OP HET

GEBIED VAN NIEUWE

TECHNIEKEN”

BERT SCHRIJVER OVER DE ONTWIKKELINGEN

BINNEN PLANTENVEREDELING

In veredeling en onderzoek van planten gaan innovaties in techniek alsmaar door, maar wet- en regelgeving over de toelating hiervan loopt niet in de pas mee en wereldwijd zijn er grote verschillen in regulatie voor deze Nieuwe Genomische Technieken (NGT’s). Rassen waarbij gebruik is gemaakt van nieuwe verdelingstechnieken worden in sommige delen van de wereld wel gezien als GGO (Genetisch Gemodificeerd Organisme) en op andere plekken niet.

In bijvoorbeeld de Verenigde Staten zijn bepaalde categorieën producten in de markt al toegestaan die ontwikkeld zijn met nieuwe veredelingstechnieken. Het belangrijkste criterium hierbij is dat het product geen plantensoort-vreemd DNA bevat.

Tot begin 2023 vielen een aantal nieuwe veredelingstechnieken in Europa standaard onder GGO-wetgeving. Sinds begin 2023 zien we hier verandering in komen, gedreven door doelen om tot voldoende en meer duurzame voedselproductie te komen. Zo heeft Engeland de Precision Breeding Act opgesteld, waarbij bepaalde categorieën niet meer als GGO worden gezien, afhankelijk van het proces dat gevolgd is en de techniek die gebruikt is.

In juni 2023 heeft de Europese Commissie een vergelijkbaar voorgenomen besluit genomen. Het voorstel onderscheidt verschillende categorieën. Rassen die met klassieke veredeling ontwikkeld hadden kunnen worden, gebaseerd op in de natuur voorkomende mutaties, vallen daarbij hoofdzakelijk in categorie I. Dat wil zeggen dat deze rassen na een relatief eenvoudige beoordelingsprocedure in de Europese Unie (EU) ontwikkeld en in de markt aangeboden mogen worden. Voor Bejo is deze categorie relevant en de procedure haalbaar. Het definitieve besluit wordt in april 2024 verwacht.

Onze R&D Director Bert Schrijver volgt de ontwikkelingen op het gebied van plantenveredeling al ruim 40 jaar. We zijn benieuwd naar zijn visie en laten hem aan het woord in dit interview.

WAT VIND JIJ VAN DE ONTWIKKELINGEN ROND TOELATING VAN NGT’S IN DE EU?

‘Gene editing’ kan sterk bijdragen aan de ontwikkeling, versnelling en innovatie van nieuwe rassen voor de toekomst, zoals rassen met resistentie tegen biotische stress (ziekte) en abiotische stress (hitte en droogte). Ik ben daarom grote voorstander van versoepeling van de regelgeving. Ik vind het overigens wel zeer belangrijk dat de toegang tot de complete technologie breed toegankelijk wordt voor alle zaadbedrijven middels het verstrekken van betaalbare licenties door partijen die de eigendomsrechten hebben op de technologie. Dit is nu bijvoorbeeld met CRISPR-Cas ook het geval. In het verleden is dat bij ontwikkeling in veredelingstechnieken niet altijd zo geweest en dan was ik ook een stuk terughoudender.

Indien het gebruik van NGT’s toegestaan wordt, zal het voor ons belangrijk zijn om na te denken welke keuzes we gaan maken in veredeling. Naast de eerdergenoemde voordelen, zal het ons ook kans geven om te veredelen op bijvoorbeeld meer consument gerelateerde eigenschappen als smaak en inhoudsstoffen. Deze namen we mogelijk eerder niet in onze veredelingsprogramma’s in overweging omdat de genetische variatie niet voorhanden was of de technische mogelijkheden te beperkt waren.

Echo 2024 P. 33 VEREDELING

DE MEEST BEKENDE NIEUWE GENETISCHE TECHNIEK IS CRISPR-CAS. MAAR IS ER NOG MEER?

Ja, er zijn al meerdere technieken beschikbaar, zoals MAD7 en TALEN. Ze doen allemaal wat in het Engels ‘gene editing’ heet. Dat wil zeggen: heel gericht op een bepaalde plek een gen veranderen, uitschakelen of activeren. Dit gaat sneller en veel preciezer dan de reeds bestaande klassieke mutatietechnieken. Bejo heeft enkele jaren geleden gekozen om een licentie te nemen op CRISPR-Cas en deze techniek toepasbaar te maken in eerste instantie voor onze core crops, ui, wortel, Brassica en rode biet. Afhankelijk van de resultaten kan in de toekomst overwogen worden ook een licentie te nemen op één van de andere technieken. Er valt hier nog veel te ontdekken wat waar goed voor werkt.

HEB JIJ HOGE VERWACHTINGEN VAN DE NIEUWE TECHNIEKEN?

Met de nieuwe technieken heb je een belangrijke extra tool beschikbaar in je gereedschapskist die je kunt gebruiken in je veredeling. Maar er spelen bij veredeling vaak meer factoren een rol om succes te kunnen behalen. Zelfs als we weten wat we zouden willen ontwikkelen, betekent dat namelijk nog niet dat we dat dan ook meteen kunnen. Zo zijn bijvoorbeeld koprot (Botrytis) en witrot (Sclerotium) al jarenlang wereldwijde ziekten in ui waar we graag een genetische oplossing voor zouden vinden. Een grote uitdaging zou zijn om met behulp van gene editing een resistentie te ontwikkelen voor deze ziekten. We zullen echter dan toch eerst nog moeten ontdekken wat de vatbaarheidsgenen zijn die de ziektes veroorzaken alvorens we deze genen kunnen aanpassen.

HOE SNEL ZAL BEJO DEZE NIEUWE TECHNIEKEN

KUNNEN TOEPASSEN?

Bejo heeft de licenties voor CRISPR-Cas al enkele jaren geleden geregeld. Vanwege de regelgeving in EU passen we de techniek op dit moment uitsluitend toe voor onderzoeksdoeleinden. Dat betekent dat we al ervaring opdoen en snel kunnen schakelen zodra we de techniek mogen toepassen voor de ontwikkeling van commerciële rassen.

ZIJN NIEUWE VERDELINGSTECHNIEKEN

GESCHIKT VOOR ALLE GEWASSEN?

In feite wel. Maar de genoomsequentie van het gewas en de betreffende genen moet bekend zijn. Daarnaast wordt de techniek toegepast op individuele plantcellen die na de mutatiebehandeling weer via weefselkweek moeten uitgroeien tot een volledige plant. Bij veel van onze gewassen is dit mogelijk, maar niet bij allemaal.

IN DE NIEUWE VOORGENOMEN REGELGEVING

WORDEN BIOLOGISCHE GEWASSEN UITGESLOTEN

WAT VIND JIJ DAARVAN?

Qua regelgeving is dit vreemd en mijns inziens niet mogelijk. In de GGO-regelgeving wordt beschreven wanneer een ras genetisch als een GGO wordt gezien en wanneer niet. Dat betekent dat een ras slechts één status kan hebben. Bij Bejo hebben wij rassen die zowel conventioneel als biologisch aangeboden worden.

Het enige verschil is de wijze van zaadproductie en dat bepaalt niet of een ras wel of niet GGO is. Ik ben benieuwd hoe de wetgever hiermee om zal gaan. De biologische sector is verdeeld over het gebruik van NGT’s bij veredeling. Veel telers wensen dat zij in de toekomst rassen kunnen telen die dankzij technologische ontwikkeling een betere en meer zekere oogst geven. Juist de biologische sector is zeer gebaat bij goede rassen. Ik zou willen dat er keuzevrijheid voor hen blijft. Wij kunnen aangeven indien een ras met NGT’s is ontwikkeld en telers kunnen dan kiezen of ze dat wel of niet willen.

BEGRIJP JE DAT HET TOEPASSEN VAN NIEUWE VEREDELINGSTECHNIEKEN

DOOR MENSEN ALS SPANNEND

ERVAREN KAN WORDEN?

Ja, ik snap dat wel. Maar ik blijf het wel bijzonder vinden dat nieuwe genetische technieken in de medische wereld al volledig geaccepteerd zijn. De meeste technieken zoals CRISPR-Cas zijn in de medische wetenschap ontwikkeld en worden wereldwijd veelvuldig toegepast.

Bij plantontwikkeling ontstaat iedere keer discussie omdat men vraagtekens stelt bij de introductie van planten in het milieu en de voedselveiligheid bij consumptie door de mens.

Het gaat niet zozeer over wetenschap, of regelgeving, maar over sentiment.

DAAR ZOUDEN WE ONS NIET DOOR MOETEN LATEN TEGENHOUDEN: DE NIEUWSTE VEREDELINGSTECHNIEKEN KUNNEN ONS OOK IN ONZE SECTOR ENORM HELPEN. ZE GAAN ESSENTIEEL WORDEN IN DE VOEDSELVOORZIENING EN BEJO KAN HIER EEN BELANGRIJKE ROL IN SPELEN.

Echo 2024 P. 35 VEREDELING
Door Mirjam Both

CULINAIR: GERECHTEN MET UI

Voor iedere Echo vragen we twee collega’s om hun favoriete recept met een Bejo-gewas te maken. In deze editie maken Juan uit Guatemala en Sara uit Marokko heerlijke gerechten met ui.

Uien zijn een van de belangrijkste groentes in de Guatemalaanse keuken. Ze worden vaak als basis gebruikt in stoofgerechten en sauzen, je komt ze tegen in salades en vlees wordt vaak vergezeld van geroosterde ui. “Je zou het zeker een onmisbare groente kunnen noemen” aldus Juan. “Voor mij is de ui een van de meest veelzijdige groentes. Hij past zich goed aan verschillende bereidingswijzen, geeft een goede smaak aan gerechten én heeft goede voedingswaarden.

Bij ons thuis ontbreekt de ui nooit.”

Aan ervaring geen gebrek; Juan werkt al 23 jaar voor Bejo Guatemala. “Ik houd me bezig met het ondersteunen van veredelingsproeven met diverse gewassen binnen ‘Farm Parramos’, maar ook andere proeven die onder Bejo Guatemala vallen en het ondersteunen van de Open Dagen.”

Wat hij het leukste vindt aan zijn werk?

Met name de kans om elke dag weer iets nieuws te leren. “De natuur en gewassen leren ons zoveel”, vertelt Juan. “Daarnaast is het mooi om te zien hoe veredelaars, telers en verkopers samenwerken om betere rassen te ontwikkelen voor nu en de toekomst.”

Op de vraag of hij koken net zo leuk vindt als zijn werk, komt een twijfelend antwoord.

“Ik sta niet heel vaak in de keuken. Mijn vrouw is een geweldige kok en vindt het heel leuk om nieuwe recepten uit te proberen. Ik assisteer meestal en maak zo af en toe de bijgerechten.”

De fajita’s met rundvlees en uien is echt een traditioneel recept. Elke familie, in elke regio heeft zo zijn eigen variant die het gerecht een unieke touch geeft en van generatie op generatie wordt doorgegeven. Het gerecht wordt meestal gemaakt ter gelegenheid van een verjaardag of jubileum of geserveerd op zondag.”

Dat uien wereldwijd medicinale wonderen verrichten blijkt als ook Juan de gezondheidsvoordelen van uien benoemt.

“Uien worden gebruikt als natuurlijk medicijn om maagklachten en griepsymptomen te verlichten en hoesten tegen te gaan.

Een echte alleskunner dus!”

RECEPTEN

FAJITA’S MET RUNDVLEES EN UIEN JUAN VINICIO SÁNCHEZ ESCOBAR

Manager Farm Parramos, Guatemala

Ingrediënten

3 witte uien ‘Santamaria’

1 rode ui ‘Red Sensation’

1 kg rundvlees

1 rode paprika

1 groene paprika

1 gele paprika

½ kg witte rijst

4 eetlepels olijfolie

Halve eetlepel paprikapoeder

Zout

Peper

Sojasaus

1 komkommer

2 tomaten

1 limoen (optioneel)

1 avocado (optioneel)

Bereidingswijze

Voeg olijfolie toe aan een pan en verwarm deze op middelhoog vuur. Breng ondertussen het vlees op smaak met peper en zout en laat het een kwartiertje rusten zodat het vlees goed de smaken kan opnemen. Snij de ui in julienne-reepjes en de paprika in iets bredere reepjes. Snij vervolgens het vlees in korte dunne reepjes en voeg deze toe aan de voorverwarmde pan. Voeg ook de ui en de paprika toe en bak het gezamenlijk tien minuten.

Voeg vervolgens drie eetlepels sojasaus, een halve eetlepel paprikapoeder en een half glas water toe en laat het geheel op laag vuur ongeveer vijftien minuten koken. Maak ondertussen een salade van komkommer, tomaat en ui. Serveer het gerecht warm met witte rijst en salade. Voeg eventueel plakjes avocado en limoen toe en maak het gerecht helemaal af met tortilla’s en hibiscusrozendrank.

Geniet ervan!

Echo 2024 P. 37

MAROKKAANSE VLEESTAJINE MET

UIEN EN ROZIJNEN

SARA ALAOUI

Verantwoordelijke logistiek, marketing en sales support, Marokko

Ingrediënten

1 kg rundvlees

1 kg ui (mix van geel en rood)

250 g rode rozijnen

Kruiden;

1 theelepel zout

1/2 theelepel zwarte peper

1 theelepel kurkumapoeder

Bereidingswijze

1 theelepel kaneelpoeder

1 theelepel gemberpoeder

1 theelepel gemalen koriander en peterselie

½ kopje olijfolie

3/4 liter heet water

1 theelepel honing (optioneel)

Week de rozijnen in water en meng alle specerijen en kruiden met wat heet water en zet apart. Pel de uien en snijd ze in plakjes. Probeer de uien in kegelvorm te snijden. Leg het vlees op de bodem van de tajine en bedek met de gesneden uien. Laat de rozijnen uitlekken en strooi ze over de uien. Giet de gekruide saus over alle ingrediënten en besprenkel met de olijfolie. Voeg de rest van het hete water toe en dek de tajine af. Laat de tajine garen (indien niet op houtskool, dan op zeer laag vuur).

Maak na een uur de tajine open met een lepel onder het deksel van de tajine en laat hem gaar worden. Hierdoor zal het water verdampen waardoor je een dikkere saus krijgt. In dit stadium moet je de tajine goed in de gaten houden. Het kookwater kan snel verdampen en dan loop je het risico dat alle saus verdampt. Eventueel kun je aan het einde van het koken wat honing over het gerecht sprenkelen en het een paar minuten extra laten borrelen. Serveer de vleestajine warm met brood.

HET GEHEIM VAN EEN HEERLIJKE TAJINE

De rijke smaken van Marokko komen vaak voort uit de tajine. De tajine is een geurige stoofschotel en vormt de basis voor de Marokkaanse keuken, vertelt Sara. Het is misschien wel het meest gegeten gerecht in Marokko. De naam verwijst zowel naar het gerecht als naar de terracottapotten waarin het eten wordt gekookt. Er bestaan heel veel varianten met rundvlees, lamsvlees of kip. Maar het echte geheim van een heerlijke tajine? Dat is de kooktijd volgens Sara. Je moet er de tijd voor nemen en lang en langzaam koken op houtskool of laag vuur.

De Marokkaanse vleestajine met uien en rozijnen is een traditioneel familierecept. Het heeft zowel zoete als zoute smaken in zich. Sara hoefde niet heel lang nadenken over haar favoriete recept. “Ik vind het heerlijk om in mijn vrije tijd de boerderij van mijn grootouders te bezoeken. We brengen daar vaak samen met de familie de weekenden door. Mijn tante is een zeer goede kok en bereidt dan de heerlijkste maaltijden. De vleestajine is een van haar specialiteiten.”

Sara werkt nu alweer vijf jaar voor Bejo. “Ik ben begonnen als administratie assistent, maar inmiddels verantwoordelijk voor de logistiek, sales support en marketingactiviteiten. Ik ben heel blij met mijn huidige functie.” Het leukste aan haar baan? “Blije klanten, wanneer een order verstuurd wordt en zonder vertraging bij de klant aankomt.” In haar vrije tijd kun je Sara ook tegenkomen in de bergen. Wandelen, trektochten en nieuwe plaatsen ontdekken, Sara is er dol op. “Afgelopen zomer hebben we de hoogste berg van Turkije beklommen, een hele gave ervaring. Je kunt de foto’s daarvan terugvinden op Yapp.”

De bergen hebben ook een bijzondere link met uien. In het Midden-Atlas gebergte in de Fes-Meknes regio is een speciale locatie ‘El Hajeb’. Lokale boeren gebruiken deze locatie nog steeds voor de traditionele opslag van uien.

Uien zijn een erg populaire groente in Marokko. In elk huishouden en elke keuken zijn uien eigenlijk onmisbaar. “Ik ben zelf ook dol op uien en gebruik het in bijna alle recepten, van stoofschotels tot salades. De uien zijn zelfs zo ongekend populair dat de Marokkaanse bevolking in opstand komt als de kiloprijs van de uien omhooggaat omdat het de lokale uienconsumptie beïnvloedt.” Dat uien gezond zijn, is bij de meeste mensen wel bekend. Maar dat uien ook als medicijn kunnen dienen? Bij hardnekkige hoest raadt Sara haar grootmoeders recept aan. “Een uitgeperste rode ui mengen met wat honing en elke avond een theelepeltje innemen. Ik heb het al vaak geprobeerd en kan je verzekeren dat het werkt.”

Door Ilse Oorthuis Echo 2024 P. 39 RECEPTEN

20 JAAR

CENTRO EDUCATIVO GUATEMALA

‘MELANIE BEEMSTERBOER’

BEJO BIEDT KINDEREN DIE BUITEN HET

SCHOOLSYSTEEM VALLEN EEN AGRARISCHE OPLEIDING

Het is dit jaar 20 jaar geleden dat Bejo in Guatemala een project startte om kinderen uit agrarische families een kans te geven op een betere opleiding. In 2004 zag Centro Educativo Agricola Guatemala “Melanie Beemsterboer” het levenslicht, een school waarop jaarlijks zo’n 24 kinderen onderwijs krijgen. Twee decennia later zijn een kleine 400 kinderen afgestudeerd, werd (in 2023) een tweede school geopend en – in januari van dit jaar – zelfs een derde. Mainor España, directeur van Bejo Guatemala, vertelt over de ontwikkelingen.

Voor degenen die niet bekend zijn met de stichting, een korte achtergrond: in veel landen vallen kinderen op het platteland buiten het traditionele schoolsysteem, ook in Guatemala is dit regelmatig het geval. Op de in Parramos (50 kilometer ten westen van hoofdstad Guatemala City) gevestigde school krijgen deze kinderen algemeen basisonderwijs en praktijkgericht landbouwonderwijs. Op deze locatie heeft Bejo tevens een vestiging en hier worden jaarlijks open dagen georganiseerd.

Tientallen leerlingen haalden jaarlijks hun diploma en velen slaagden er daarna in mooie verdere stappen te maken in hun loopbaan. Zo deelde de stichting in 2019 dat van de 348 geslaagde leerlingen er 90 een vervolgopleiding hadden afgerond of nog studeerden, 92 in loondienst werkten en 58 zelfstandig ondernemer waren geworden.

Het zijn mooie resultaten, zo terugblikkend. Op de vraag of Mainor het project ook als een succes ziet, antwoordt hij met enthousiasme. “Ja, absoluut. Het idee om les te geven aan kinderen tussen de 12 en 15 jaar komt van mijn vrouw Magdalena”, vertelt hij. “Dit is een leeftijd waarop ze hun persoonlijkheid ontwikkelen en nieuwe dingen makkelijk oppikken. De lessen die we geven staan voor 95 procent in het teken van praktische landbouw en we zien dat afgestudeerde kinderen daar profijt van hebben. De school biedt een goede opstap voor een vervolgopleiding. Dat hebben meerdere studenten gedaan en sommigen zijn uiteindelijk zelfs agronoom of landbouwingenieur geworden. Deze mensen hebben kansen gekregen die ze anders niet hadden gehad.”

Guatemala City Parramos Monjas
Echo 2024 P. 41 GUATEMALA

JONGENS ÉN MEISJES

Op de school in Parramos, waar Magdalena ook zelf lesgeeft, zijn de studenten uitsluitend jongens. In september werd de tweede school geopend, deze is gevestigd in Monjas (zo’n 80 kilometer ten oosten van de hoofdstad). Op deze school krijgen ook meisjes de kans een opleiding te volgen.

De verklaring voor het ‘waarom hier wel en op de andere school niet’ zit hem in het feit dat de kinderen in Parramos op school overnachten en in Monjas een dagopleiding gevolgd wordt. “In Guatemala ligt het heel gevoelig om jongens en meisjes op dezelfde plek te laten overnachten”, zegt Mainor daarover. “We willen wel een experiment doen waarbij de studenten op school slapen – dan doen de ene week de jongens dat en de week erop de meisjes.”

En waar het bijna twee decennia duurde voordat een tweede school geopend werd, volgde de derde al minder dan een half jaar later.

Deze is gevestigd bij het Bejo veredelingsstation in Salamá en is ook bedoeld voor jongens en meisjes. Met deze derde school (zo’n 160 kilometer boven de hoofdstad) erbij, kan Bejo aan studenten uit een groot gebied rond Guatemala City onderwijs bieden. En dat is precies het idee, legt Mainor uit. “We willen kinderen uit meer gebieden de kans geven om zichzelf te onwikkelen, zowel op persoonlijk als professioneel vlak.”

POLITIEKE ONRUST

De opening van de school in Salamá bleek nog niet zo voorspoedig te gaan als vooraf ingeschat. Omdat het vinden van gekwalificeerd personeel tijd in beslag neemt, maar vooral vanwege de politieke situatie in Guatemala. In de nasleep van de onrustig verlopen presidentsverkiezen kampte het land met veel wegblokkades, waardoor de levering van de benodigde materialen lang duurde.

“Ik denk dat we daardoor sowieso een maand of vijf vertraging hebben opgelopen”, aldus Mainor. “Het was op het laatste moment dus nog even druk om alles gereed te krijgen.”

Tussen de drie vestigingen zit geen verschil als het gaat om het soort opleiding dat gegeven wordt, of de grootte van de klassen. De snelle uitbreiding in korte tijd betekent dat het aantal kinderen dat onderwijs kan worden geboden plotseling verdrievoudigd is. En na alle mooie reeds behaalde resultaten, betekent dat dat er meer zit aan te komen. Mainor: “Ik ben erg blij met alles wat we in de afgelopen jaren bereikt hebben en kijk uit naar wat we nog gaan doen. Het is een goede zaak dat zoveel kinderen de kans op een beter bestaan krijgen door middel van een opleiding. En ik ben er trots op dat Bejo Guatemala hierbij betrokken is.”

Door Jelger van Weydom

GUATEMALA

ONTDEK DE BIETENREVOLUTIE: BIET IT!

EEN SMAKELIJKE CAMPAGNE VOOR DUURZAAMHEID EN GEZONDHEID

Wist je dat… bij één op de drie huishoudens rode biet maar vier keer per jaar op tafel komt?

Tijd om aandacht te genereren voor dit heerlijke gezonde en veelzijdige product! Afgelopen jaar is daarom de Bietenclub in het leven geroepen, bestaande uit telers, groenteveredelaars (waaronder Bejo) en verwerkers van rode bieten.

Dit samenwerkingsverband is tot stand gekomen om de rode biet vanuit de hele keten top of mind te maken bij de Nederlandse consument. Daarnaast wil de Bietenclub met de biet een praktisch en concreet antwoord geven op maatschappelijke issues op het gebied van duurzaamheid (teelt) en gezondheid. Dit gaat gebeuren met de campagne Biet it!

Met deze campagne motiveren we mensen om bieten toe te voegen aan hun favoriete maaltijd. Doe wat je al doet, maar maak er een bietenversie van. Oftewel: Biet it! Bieten zijn niet alleen erg gezond, maar ook voordelig: je helpt dus je portemonnee, je lijf en de planeet. Wil je meer weten over de bietenclub of inspiratie opdoen, kijk dan eens op bietenclub.nl!

Echo 2024 P. 43 PRODUCTEN

7 VRAGEN OVER BIO

Meer dan 25 jaar geleden begon Bejo met haar biologische groentezaden programma. In al die jaren is veel ervaring en kennis opgedaan en investeren we in onze biologische processen teneinde toonaangevend te blijven. Hiermee dragen we bij aan een duurzame productieketen voor gezond en smakelijk voedsel, en dat zullen we ook in de toekomst blijven doen. In dit artkel 7 veelgestelde vragen over onze biologische activiteiten.

1. HOE BELANGRIJK IS BIO VOOR BEJO?

Ons biologisch assortiment, inclusief het NCC zaad geleverd aan biologische telers, is goed voor zo’n 9% van de omzet. Dit is vergelijkbaar met bijvoorbeeld onze totale omzet in het gewas rode ui. Minstens net zo belangrijk zijn de innovaties die bio met zich meebrengt. Denk aan onze biovriendelijke zaadbehandelingstechnieken, de duurzame zaadcoating en het onderzoek rondom geïntegreerde bestrijdingsmethoden bij productieresearch. Innovatie geeft ons een voorsprong in de markt en speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van nieuwe duurzame landbouwmethoden. Kortom: bio is een aanjager van het omdenken naar duurzame oplossingen en draagt daarmee bij aan de innovatiekracht van Bejo.

2. IS BIOLOGISCH GELIJK AAN DUURZAAM?

We zijn ervan overtuigd dat de biologische teelt een belangrijke rol speelt bij het verduurzamen van ons voedselproductiesysteem. Aan de andere kant produceren biologische telers per hectare zo’n 20% minder (bron: Bionext) dan gangbare telers en hebben zij dus meer grondoppervlak nodig. Bij Bejo zien wij biologisch en gangbaar niet als twee gescheiden werelden, maar proberen we het beste van beide te benutten. Wij zorgen ervoor dat biologisch en gangbaar elkaar versterken, zodat we uiteindelijk over onze gehele business verduurzamen.

3. WAT BETEKENT “BREEDING FOR ORGANIC”?

Bejo vindt dat ook de biologische sector toegang moet hebben tot groenterassen die voldoen aan de hoogste kwaliteitsnormen en de nieuwste ziekteresistenties. Omdat biologisch (nog) maar een klein deel van de markt is, zou een specifiek biologisch veredelingsprogramma waarbij de proefselecties, proefvelden en ouderlijnen allemaal volgens biologische uitgangspunten uitgevoerd worden, ons te veel beperken.

Daarentegen levert veredeling voor het biologisch assortiment vanuit het gangbare veredelingsprogramma een enorm aanbod aan uitgangsmateriaal. Om die reden heeft Bejo gekozen voor een “breeding for organic” strategie. Nieuwe (gangbare) kruisingen testen we zo vroeg mogelijk op geschiktheid voor het biologisch programma. Bij geschiktheid vinden vervolgens de zaadproductie en alle handelingen daarna volgens biologische standaard plaats.

4. WAAROM VOERT BEJO HYBRIDE BIO-RASSEN?

Veredeling met hybriden maakt het mogelijk om preciezer nieuwe eigenschappen in te kruisen. Dit leidt sneller tot verbeterde resistenties en eigenschappen ten aanzien van kwaliteit, houdbaarheid, uniformiteit en opbrengst. De uniformiteit op het veld is bijvoorbeeld belangrijk voor de mechanisatie van onkruidbestrijding en oogst van het product. Bij zaadvaste rassen ontbreekt de uniformiteit, waardoor verlies tijdens de teelt en oogst veel hoger is en de houdbaarheid van het gewas minder. Met uniforme planten en hoogwaardige hybriden zijn we veel beter in staat om innovatieve biologische landbouwsystemen te ontwerpen die tegelijkertijd productief, duurzaam en regeneratief zijn. De hybride rassen passen dus uitstekend in de moderne biologische teelt.

5. GAAN BIO EN NGTS SAMEN?

Technologische ontwikkelingen, waaronder nieuwe veredelingstechnieken (NGTs), zijn van cruciaal belang om de uitdagingen op het gebied van duurzame voedselproductie en klimaatverandering aan te gaan.

NGTs zoals CrisprCas9 gaan ons hierbij helpen, omdat deze methodes sneller en nauwkeuriger zijn dan de klassieke veredeling. Natuurlijk is ook Crispr slechts een hulpmiddel. De veredelaar zal zijn of haar werk gewoon in het veld moeten blijven uitvoeren, omdat de complexiteit van raseigenschappen nooit (alleen) te beoordelen zal zijn in een lab. Het blijft toch gewoon ‘werken met de natuur’.

(redactie: Lees meer over veredelingstechnieken in het interview met Bert Schrijver in deze Echo).

6. HOE ZIET ONS BIO-LANDSCHAP ER WERELDWIJD UIT?

Ons biologisch zaad wordt bijna in zijn geheel afgezet in Europa en Amerika. Beide markten verschillen van elkaar. De biologische markt zoals we die nu in de Europese Unie kennen is ontstaan vanuit de biologisch-dynamische (BD) landbouw, ooit begonnen in Duitsland. In 1991 kwam er regelgeving op Europees niveau. Deze Europese regelgeving wordt aangevuld met private standaarden vanuit de BD-beweging, zoals bijvoorbeeld het BD-keurmerk Demeter.

In de VS begon de biologische certificering ook in de jaren 90 met de Organic Food Production Act van 1990. In 2000 leidde dat tot het opstellen van het National Organic Program (NOP), gericht op regelgeving en richtlijnen voor biologische verwerking, zoals toegestane en verboden stoffen in de landbouw. Een groot verschil is dat de BDbeweging in de VS weinig invloed heeft op de regels van het NOP.

Samenvattend kun je stellen dat de EU een veel striktere biologische wetgeving hanteert dan de VS. Dit uit zich bijvoorbeeld in het gebruik van biologisch zaaizaad.

Hoewel het uitgangspunt voor gebruik van bio zaaizaad hetzelfde is als in de EU, wordt dit in de VS maar matig gestimuleerd, laat staan afgedwongen zoals in veel EU landen. De meeste biologische telers in de VS gebruiken zaad dat gangbaar geproduceerd is maar waar in de zaadcoating geen gewasbescherming is toegevoegd, we noemen dit bij Bejo Naturally Cleaned and Coated (NCC) zaad.

7. HOE IS DE TOEKOMST

VAN BIO BIJ BEJO?

Duurzaamheid en innovatie zijn belangrijke onderdelen van de Bejo bedrijfsvisie. Beide worden mede aangejaagd door onze bio activiteiten. Wij investeren al meer dan 25 jaar in de biologische zaadproductie. Bejo zal zich ook in de toekomst onverminderd voor de biologische markt en verduurzaming van de sector blijven inspannen en hiervoor alle toegestane veredelingstechnieken gebruiken. Daarbij zijn we wel van mening dat de vrije keuze voor zowel biologische veredelaars als telers essentieel is voor verdere ontwikkeling van de biologische sector.

Eng Echo 2024 P. 45 ORGANIC
Door
Thea van der

BEJO DICTIONARY:

DE BRON VOOR UNIFORME OMSCHRIJVINGEN

EN CONSISTENTE VERTALINGEN

Wat is het verschil tussen seed enhancing en seed upgrading? Wat maakt raw seed anders dan raw seed contract clean? En, voor de collega’s die bij de afkorting CMS vooral denken aan een Content Management System; waar staan die letters in de zaadveredeling nou eigenlijk precies voor? Er zullen binnen Bejo vaak genoeg mensen met dergelijke vragen rondlopen. Informatie en kennis waren er voldoende voorhanden. Alleen staat die kennis vaak op verschillende plekken en zijn de beschrijvingen niet uniform en de vertalingen niet consistent. Een vernieuwde Bejo Dictionary moet uitkomst gaan bieden.

Vorig jaar werd een projectgroep opgestart om dit doel te realiseren, bestaande uit Bert Stam (Manager Global Master Data Management), Ilona Kars (Market Acces & Compliance Manager) en Management Assistant Corina Huiberts. Namens de afdeling Marketing & Communication sluiten Mirjam Both en Jelger van Weydom aan en vanuit het directiesecretariaat denkt Margret Goudsblom met haar jarenlange ervaring kritisch mee en verzorgt de controles. De benodigde inhoudelijke kennis om het document met correcte informatie te vullen wordt ingewonnen bij de betreffende afdelingen.

“Binnen het project SIMPLE, in de opstartfase van het MDM-project, kwam de behoefte naar voren om veel gebruikte termen binnen Bejo vast te leggen en te verklaren”, vertelt Bert.

“Hiervoor is er een ‘Wiki’-bestand gemaakt waarin zoveel mogelijk termen vast- en uitgelegd zijn, maar vaak kwamen deze uit een verouderd computerprogramma. Nieuwe medewerkers en ook buitenlandse collega’s begrijpen deze termen niet. Internationaal geaccepteerde termen moeten ervoor zorgen dat iedereen dezelfde uitleg geeft als we het bijvoorbeeld hebben over een Sales Forecast.”

Het Wiki-bestand wordt samengevoegd met een al bestaande Bejo Dictionary die in meerdere talen beschikbaar is, vult Mirjam aan. “Momenteel gaat dat om Nederlands, Spaans, Italiaans, Russisch, Frans, Duits en Pools. Het is een flinke klus, want we checken alle omschrijvingen; er zijn veel dubbelingen en we zien behoorlijk wat verschillen in interpretatie.

Maar als dit klaar is hebben we een grote kwalitatieve slag gemaakt in onderling begrip van betekenis van Bejo terminologie, consistent taalgebruik in onze teksten en correctheid van onze vertalingen.”

Gezien de omvang - het gaat om vele honderden begrippen - wordt de vernieuwde Dictionary gefaseerd uitgerold. Volgens planning worden halverwege dit jaar de eerste vorderingen gepubliceerd (de letters worden stuk voor stuk afgewerkt) en samengevoegd met de huidige Dictionary. De inhoud van de bestaande versie zal dus in stappen aangevuld en verbeterd worden.

De Bejo Dictionary zal ook na livegang altijd in ontwikkeling blijven. Met nieuwe woorden, of verdere verbeteringen van bestaande begrippen. Zodra er meer voortgang te melden is, zal dit via Yapp gecommuniceerd worden.

En, voor degenen die het zich al sinds de eerste alinea afvragen: binnen Bejo staat de term CMS in de meeste gevallen voor Cytoplasmic male sterility.

Echo 2024 P. 47 DICTIONARY
Door Jelger van Weydom

Blijf op de hoogte van Bejo’s actuele ontwikkelingen via Global en Local News.

Nieuwsgierig naar je collega’s?

Kijk onder Personal om te zien wat zij doen bij Bejo of om zelf iets te delen.

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.