Renograaf 205

Page 22

achterzijde van de motorruimte, zeg maar tussen de achterlichten, zag er op enkele plekken na redelijk uit. Bij nadere inspectie aan de buitenzijde bleek dat er toch weer was gerommeld bij een eerdere “restauratie”! Op drie plaatsen, onder de bumper-lijn, was met gaas !!!! en dikke plakken plamuur een en ander strak gemaakt! Dat was natuurlijk wel even schrikken, vooral omdat ik er toch wel een beetje vertrouwen in had dat de wagen “hard” was. Op zo’n moment kun je twee dingen doen. Of je gaat bij de pakken neerzitten en je ziet het niet meer zitten of je gaat ervoor, want je wilt toch een degelijke auto waar je later nog meer plezier van wil beleven. Ik laat het al een beetje merken: niet dat ik op zulke klussen zit te wachten maar ik vind het ook wel weer een uitdaging om dit tot een goed einde te brengen. Zo zie je maar dat je ineens op twee fronten tegelijk bezig bent met het restaureren van je 4CV-tje. Je wilt eigenlijk zo’n project zo kort mogelijk houden, maar ja, als het eenmaal tegenzit..... . Het voordeel is dat de wagen gewoon thuis in de garage staat en als ik een uurtje vrij heb ik weer wat kan doen. En alle beetjes helpen. Bovendien blijft door variatie, dan een startmotor aanpakken en dan weer wat plaatwerk, de klus leuk om te doen. De volgende keer ga ik weer in detail verder met mijn project.

niet meer spreken van “origineel”! Het gevoel wil ook wat. Ik ben dan zo iemand van: Als je iets doet, doe het dan goed! Voorzichtig met een plamuurmes ben ik begonnen om de tectyl er af te steken en dat viel zowaar niet tegen. Onder de tectyllaag zat geen laklaag: wellicht dat bij een vorige restauratie, welke naar mijn gevoel dan ook niet “normaal” (eerst een laklaag en dan een eventuele beschermlaag ) uitgevoerd is, hier geen tijd voor geweest is? Eenmaal begonnen wil ik het dan ook verder netjes afmaken. Een grondige aanpak dus. Ik ben verder gegaan met alle componenten aan de motor te verwijderen: startmotor, dynamo, waterpomp, ontsteking, kleppendeksel, in- en uitlaatspruitstuk en de V-snaarwielen. Ook werden delen als het luchtfilter, spanningsregelaar, accubak, losse beplating en de radiateur gedemonteerd. O ja, de later ingebouwde kachel en de benzine vulbuis zaten

uiteindelijk ook nog in de weg. Resultaat: een kale motorruimte met een kaal motorblok erin. Nu had ik ruimte genoeg om overal lekker bij te komen. Onder de tectyl vandaan kwam een smetteloos uitziende motorruimte beplating: zowel de linker als de rechter zijde. De voorzijde, de scheidingswand tussen de motorruimte en het interieur, welke ontdaan was van de geluiddempende zachtboardplaten, was niet “aangetast” door de lekkende olie. Ze zag er netjes uit en ik heb dat zo maar gelaten. Later komen er toch nieuwe platen zachtboard overheen en dus valt dit gedeelte, ook mede door de radiateur die er voor zit, uit het zicht. De

Heeft hier een R12 model voor gestaan....?


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.