cMER Locatiespecifiek deel Westermeerdijk binnen

Page 35

Pondera Consult

29

Groenknolorchis De groenknolorchis komt voor in het habitattype overgangs- en trilvenen. Deze komt niet voor op de locatie van de geplande opstelling maar met name aan de Friese IJsselmeerkust. Overigens zijn de windturbines gepland op akkerbouwgrond, dit is geen habitat van de groenknolorchis. De transportbewegingen voor de bouw van het windpark en ten behoeve van onderhoud zijn verwaarloosbaar ten opzichte van de autonome vervoersbewegingen in en om het plangebied. Het windpark, in aanleg- en exploitatiefase, heeft dan ook geen effect op de depositie van stikstof welke van invloed kan zijn op de groenknolorchis in andere delen van het IJsselmeergebied. Geconcludeerd wordt dat de realisatie van het voornemen geen effect heeft op de groenknolorchis. Rivierdonderpad De rivierdonderpad is een kleine vis (gemiddelde lengte 12 cm) houdt zich met name op in ondiepe wateren en snelstromende beken. Het voornemen windturbines op land te plaatsen heeft geen invloed op soorten die in het IJsselmeer leven. Geconcludeerd wordt dat de realisatie van het voornemen geen effect heeft op de rivierdonderpad. Vogels In tabel 5.8 is een overzicht gegeven van alle broedvogels en niet-broedvogels waarvoor instandhoudingsdoelstellingen zijn geformuleerd voor het Natura 2000-gebied IJsselmeergebied. In de paragrafen 5.5 en 10.2 van het Algemeen deel van het MER wordt uitgebreid stilgestaan bij de onderzoeken die zijn uitgevoerd met betrekking tot de genoemde soorten, de onderzoeksmethodes en de effecten. Hier wordt volstaan met een samenvatting van de resultaten specifiek voor de Westermeerdijk binnendijks. Broed-vogels Binnen het Natura2000-gebied in het invloedsgebied van de opstelling binnendijks aan de Westermeerdijk broeden geen broedvogels. Buiten het Natura2000-gebied, op land, wel. In de volgende paragraaf wordt stilgestaan bij de effecten die voor deze soorten worden verwacht. Niet-broedvogels Van de niet-broedvogels die voorkomen bij de Westermeerdijk binnendijks nemen met name soorten als nonnetje, fuut, aalscholver, kuifeend en wilde eend een belangrijke plaats in ten opzichte van het gehele IJsselmeer. Uit de diverse onderzoeken komt naar voren dat de binnendijkse opstelling effecten heeft op de vogels die in de nabijheid van de opstelling rusten, foerageren of deze passeren tijdens lokale- of seizoenstrek. In de onderzoeken die zijn uitgevoerd om de effecten te bepalen zijn de effecten van de minimale variant (met het minste turbines met de grootste onderlinge afstand) en de effecten van de maximale variant (met het grootste aantal turbines met de kleinste onderlinge afstand) in beeld gebracht. In de tabellen 5.9 en 5.10 zijn respectievelijk het berekende aantal verstoorde vogels en het berekende aantal aanvaringslachtoffers weergegeven. In de tabellen

| MER Locatiespecifiek deel Westermeerdijk Binnendijks 14 juli 2009 | INFORMEEL CONCEPT


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.