GKB 9-2019

Page 1

gereformeerd 72E JAARGANG • NUMMER 9 • 3 MEI 2019

KERKELIJK LEVEN

2

Deze keer deelt Heerco Walinga gedachten over het begrip ‘kerkelijk leven’. Op voorhand lijkt het dat er genoeg levendigheid in ‘onze’ kerken is.

KERKBLAD IN DE SCHIJNWERPER

4

De aanloop naar het kerkplantingsproject HILL in de Rotterdamse wijk Hillegersberg-Schiebroek is lang en gedegen geweest.

OPVOEDING

10 Het loslaten van ouders door het kind en andersom heeft alles te maken met hechting. Dat is het evenwicht tussen anderen en onszelf vertrouwen.

Illegale begrafenis Hij raapte al zijn moed bijeen en ging naar Pilatus, die hij om het lichaam van Jezus vroeg. (Marcus 15:43b) DOOR JAC DE GROOT MA Josef van Arimatea was bang, en toch vroeg hij om het dode lichaam van Jezus. Er wordt niet gezegd waarom hij bang was, maar de redenen laten zich raden: In het vorige vers werd geschreven dat de avond al gevallen was toen Josef naar Pilatus ging. Josef, lid van het Sanhedrin, ging daarmee al op Sabbat op weg (verboden) naar Pilatus (een heiden), om het lichaam van een gekruisigde te vragen (gekruisigde mis-

dadigers werden niet begraven, maar bleven op het kruis hangen tot het vergaan was). Hij kreeg toestemming om Jezus te begraven (aanraken van een dode). Josef van Arimatea was bang, en had daar gezien de bovenstaande tekst redenen genoeg voor. Hij overtrad op meerdere manieren de wet van God, als je de uitleg van de Farizeeën zou volgen tenminste. Hij had hiervoor gestenigd kunnen worden volgens diezelfde Joodse wet, omdat hij de Sabbat overtrad. Hij overtrad ook de Romeinse wet, door Pilatus te vragen om het dode lichaam van Jezus. Pilatus had het kunnen weigeren, maar deed dit niet (wellicht omdat Pilatus in de onschuld van Jezus geloofde). Het vragen om het dode lichaam van een gekruisigde misdadiger kon een arres-

tatie teweeg brengen, omdat je jezelf medeschuldig maakte aan de begane misdaad. Jezus had volgens de Romeinse wet niet begraven mogen worden. Jezus had volgens de Joodse wet niet op dat moment begraven mogen worden. Volgens wereldlijke en geestelijke wetgeving was daarmee de begrafenis van Jezus illegaal. De begrafenis van Jezus: het zoveelste element in de geschiedenis van Jezus’ lijden en opstanding, waar de wet aan de kant gezet wordt. In het verraad, veroordeling en executie van Jezus waren het de mensen, die de wet naar eigen hand zetten. In de begrafenis van Jezus is het God, die de wereldse en geestelijke wetten aan de kant schuift om de opstanding te kunnen bewerkstelligen.


KERKELIJK LEVEN

Kerkelijk leven Deze keer wil ik wat gedachten met u delen over het begrip ‘kerkelijk leven’. Dat kun je uitleggen als ‘leven als kerkelijke gemeenschap’, waarmee je dan bedoelt hoe allerlei activiteiten en stemmingen in de kerken zich ontplooien, maar ook als ‘levende kerk zijn’. En daarmee bedoel ik dat dan in tegenstelling tot ‘dode’ kerk zijn. Maar, maak u niet ongerust, op voorhand lijkt het dat er genoeg levendigheid in ‘onze’ kerken is. Hoewel dat niet zo door iedereen ervaren wordt. DOOR HEERCO WALINGA U weet misschien van mij uit voorgaande artikelen en columns dat ik de kerk graag beschouw vanuit het gezichtspunt dat zij de bruid van Christus is, levend in een gebroken wereld, totdat de Bruidegom komt om haar te bekleden met smetteloos fijn linnen. Je kunt de kerk zien als een organisatie die staat of valt met het bestaan van een kerkenraad, die verdwijnt als de kerkbanken steeds leger worden of die alleen recht van bestaan heeft als de regels goed geformuleerd en gehandhaafd worden. Maar dan is de belijdenis dat ik één algemene, christelijke kerk geloof afhankelijk van menselijke inbreng. ‘Hou dan maar op,’ denk ik wel eens een tikje opstandig. Maar als ik geloof dat Christus Zijn kerk in stand houdt, een geloofsinhoud die in mijn hart gewerkt door de Geest kan ik moed houden. Moed die ik wel eens kwijtraak als ik naar het menselijke aspect (inclusief dat van mezelf) kijk.

Kerk

Hoewel u het wel zult weten/geloven, toch eerst iets over het begrip ‘kerk’. Een gangbare en korte betekenis is ‘wat van de Heer is.’ Kuriakè, van de Heer, de Kurios. Dat is breder dan ‘gemeente’, waarvan we zeggen dat die aan een bepaalde plaats verbonden is. De gezamenlijke gemeenten, overal over de wereld verspreid, vormen de kuriakè. Waarbij ook de tijd in rekening moet worden gebracht, en

2

zelfs de eeuwigheid. Want de kuriakè omvat ook alle gemeenten die er ooit op plaatsen waren waar er nu geen spoor meer van te vinden en ook gelovigen die niet meer op aarde leven, Het mag wel eens genoemd worden: daarmee is de kerk een verschijnsel in de wereld dat uitstijgt boven alle andere organisaties, instituten, verbonden, landen, continenten en wat niet al. Niet om er trots op te zijn, maar wel iets om goed in gedachten te houden.

Leven

We kennen het begrip ‘leven’. Het betekent dat een mens denken, bewegen, functioneren kan, in welke mate dan ook. We kennen het ook in de betekenis van samenleving, organisatie, maatschappij, menselijk bedrijf. Het menselijk leven houdt zo alle vormen van ‘samen een maatschappij hebben’ in. Zo kennen we ook het begrip ‘kerkelijk leven’. Samen met andere gelovigen een gemeenschap vormen waarin allerlei activiteiten plaatsvinden, waarvan de voornaamste wel is erediensten voor de Kurios, de Heer van de kerk. Maar, zoals een mens kan doodgaan en dus zijn/haar functioneren verliest, zo kan ook een maatschappij en een gemeente doodgaan, haar functie verliezen. Onze geloofsbelijdenis zegt over de kerk (meer dus dan afzonderlijke gemeenten) dat dat niet kan. Zondag 21: De Kurios vergadert, beschermt en onderhoudt Zich een ge-

meente van het begin van de wereld tot aan het einde. Met andere woorden: zolang de wereld bestaat zal Zijn kerk bestaan. Even verder zegt diezelfde zondagsafdeling: ‘…dat ik van deze gemeente een levend lid ben…’. En daar hebben we het dan: ‘levend lid’. Functionerend, bewegend, denkend, gelovend, bewogen met de naaste en zo zou ik nog meer eigenschappen kunnen noemen.

Omzien en denken

Als ik de woorden van Jezus in de evangeliën lees en ook de uitwerkingen daarvan door Zijn apostelen, dan hoor ik niet ‘zorg dat je je dogmatiek in orde hebt’ of ‘laat iedereen zijn belijdenis uit het hoofd leren’ of ‘ken je kerkgeschiedenis’. Ik hoor Jezus zeggen: ‘Zie om naar de weduwe en de wees’ en ‘zoek eerst het Koninkrijk van God’. Wat ik daarmee naar voren breng kan heel gemakkelijk gezien worden als gechargeerd, en misschien is het dat ook wel. Maar het maakt wel duidelijk waar de prioriteiten van de kuriakè moeten liggen. Zeker, het formuleren van een goede dogmatiek is belangrijk. En als ik voor mezelf spreek: ook nog eens buitengewoon boeiend. En de kerkgeschiedenis is belangrijk voor het verstaan van Gods weg met Zijn kerk. Niet probleemloos, maar toch. En belijden, jazeker, dat is een schriftuurlijke opdracht. En mooi om uit te spreken. Die aspecten van het kerkelijk leven mogen we zeker niet verwaarlozen. Positiever gezegd: die elementen (en er zijn er meer) zijn het absoluut waard zijn om over na te denken en er winst uit te halen. Maar voor het kerkelijk, christelijk leven wijzen Jezus en Zijn apostelen een andere prioriteit aan: God liefhebben en je naaste als jezelf. Dat kan het beste, en vooral concreet worden vormgegeven in het omzien naar elkaar. Belangstelling hebben voor elkaars leven als kind van God en voor de moeiten die iemand in dat leven ondervindt. Als die hoofdopdracht verbleekt en

3 MEI 2019


NOG EVEN DIT

misschien zelfs verwaarloosd wordt omdat er (te) veel tijd in dogmatische kwesties, ruzies over het verleden, of de steeds verder voerende discussie over onderdelen van de belijdenis gestoken wordt, dan is er iets fundamenteel mis en verstaat de kuriakè haar taak niet goed. Natuurlijk begrijp ik ook wel dat het een het ander niet uitsluit of dat het twee aspecten van het kerkelijk leven zijn die niet tegenover elkaar gesteld moeten worden. Maar iedereen die het kerkelijk leven aan het hart ligt zal het herkennen: veel tijd gaat zitten in theoretische beschouwingen en discussies. Vaak felle discussies. En er zijn mensen die zich uitsluitend daar mee bezighouden en die het omzien naar elkaar overlaten aan anderen.

Het werkt andersom

Die prioriteit van Jezus (hebt elkaar lief, zie om naar wees en weduwe) is als ‘wetgeving’ natuurlijk uniek in de wereld. Toch? Ik denk dat er geen enkel land is dat in zijn grondwet heeft staan: hebt elkaar lief. Het Koninkrijk heeft dat wel. Zelfs als grondwet onder de grondwet. De samenvatting van ‘heel de wet en de profeten’. Dat moet ons toch aan het denken zetten in het leven en in het kerkelijk leven. Als we naar elkaar omzien, elkaar van harte liefhebben en – om het wat moderner te zeggen – goed contact houden, zullen we, meen ik, er samen wel uitkomen als het over leerstelligheden gaat, over dogmatiek, dus. Of we komen er niet uit, maar hebben daar dan vrede mee. Die prioriteitsvolgorde zal heel wat felheid weg kunnen nemen, als we er maar van overtuigd zijn dat die eerste prioriteit van Christus nr. 1 is op onze lijst van ‘omgaan met elkaar’. Dat komt dan ten goede aan ‘wat van de Heer is’, aan de kerk, aan de gemeente, aan mijn broeder en zuster. Maar meer nog: dat komt ten goede aan het komende Koninkrijk. Dat – zo luidt de opdracht – moeten we eerst zoeken.

(In)consequent DOOR HEERCO WALINGA Mogelijk zullen er alleen enkele recalcitrante kunstenaars zijn die het fijn vinden als ze inconsequent worden genoemd, maar ik denk dat de gemiddelde mens zich daar tegen verzet of zich er ongemakkelijk bij voelt. Toch? Als iemand jou verwijt dat je inconsequent bent, dan ga je dat ontkennen via een redenering, via een smoes of via een tegenaanval: ‘Kijk naar jezelf!’ Of je laat het zo en zegt schouderophalend: ‘Ik ben ook maar een mens.’ Voor het milieu scheid ik plastic en papier van ander afval. Ook het groenafval stop ik in een aparte bak. Maar ik koop wel rundvlees (en dan ook nog eens bij de super) waarvan ik lees dat dat het watermilieu flink belast. En – geruststellend als ik voor mezelf ben – vraag ik: ‘Wie is er niet inconsequent als het om het milieu gaat?’ Inconsequent. Niemand wil zo bekeken worden, maar iedereen lijkt het te zijn op een of ander terrein van het leven. Ook in het christelijk leven (misschien wel juist daar), als we kijken naar de standpunten en de felle discussies over onderwerpen uit verleden en heden. We zien dat gebeuren bij de discussie over de zwijgteksten van Paulus. Als broeder A die beschouwt als universeel, dan kan hij het verwijt krijgen dat hij zich niet houdt aan een andere tekst van Paulus (bij voorbeeld bidden met geheven handen of de hoofdbedekking van de vrouw). En dan krijgt hij van broeder B te horen: ‘Jij bent inconsequent’, waarmee B suggereert dat de redenering van A niet klopt. En dat is nog maar de vraag. Want op zich is een inconsequentie geen feitelijk argument in een discussie. Hooguit toont het de moeilijkheid van het kiezen aan. Want stel nou dat broeder A dan zegt: ‘Oké, ik zal voortaan met geheven handen bidden en voorstander zijn van hoedjes in de kerk’, wat kan B dan nog aanvoeren? Bovendien: B meent dat we de zwijgteksten moeten lezen als tijd- en plaatsgebonden. Maar dan zegt A: ‘Je bent inconsequent, want je leest de teksten over de opstanding van Christus niet tijd- en plaatsgebonden.’ Begrijpt u het? Het is gewoon razend moeilijk om consequent bijbellezer te zijn. Zoals het ook razend moeilijk is om consequent christen te zijn. Waarschijnlijk moeten we in veel gevallen zeggen: ‘Ik weet het gewoon niet, er is wat te zeggen voor jouw standpunt, maar ook mijn visie is mogelijk.’ Consequent zijn in onze visie op onszelf is dan belangrijk: we zijn zeer beperkt in ons kennen (ook Paulus). En daarom missen we de zekerheid in veel gevallen. Als broeder A nu zijn eigen beperktheid net zo goed erkent als die van broeder B en omgekeerd, dan zouden we misschien wat verder kunnen komen in onze discussies. hwalinga@walinga.org

3


IN DE SCHIJNWERPER

HILL-Rotterdam EEN KERK OM OP ADEM TE KOMEN EN BIJ TE TANKEN Graag vertel ik wat over het kerkplantingsproject HILL in Hillegersberg-Schiebroek, een wijk in het uiterste puntje van Rotterdam, ten noorden van de A20. De aanloop naar deze nieuwe gemeenschap is lang en gedegen geweest.

DOOR DS MARK VAN LEEUWEN In 2013 had de kwijnende gemeente van GKv Hillegersberg-Schiebroek aan GKv Rotterdam-Oost (mijn gemeente sinds 2002) gevraagd om haar op te nemen als satelliet-gemeente, zodat ze nog een aantal jaren zelfstandig zou kunnen bestaan. Rotterdam-Oost stemde hiermee in, met als voorwaarde dat er tegelijkertijd een nieuw project zou worden gestart op hun grondgebied. Dit laatste was mijn wens. Ik had net de missionaire master afgerond in Kampen en was bevestigd (en aangespoord) in mijn verlangen om een nieuwe kerkgemeenschap te stichten. Dit verlangen werd extra ondersteund door recent onderzoek (2012) in Nederland, waaruit bleek dat nieuwkomers het best bereikt worden door nieuwe gemeenten. De kerkenraad zocht met mij naar een plek om dit waar te maken en toen Hillegersberg-Schiebroek zich aandiende, viel alles op zijn plek. Voor mij een geschenk uit de hemel, waarvoor ik tot op de dag van vandaag zeer dankbaar ben.

reden ook, zijn kwijtgeraakt?” In eerste instantie was onze focus de leeftijdsgroep 20-45 jaar, vanwege de openheid bij hen voor zingeving en omdat deze groep niet snel bereikt wordt door de bestaande kerken. Het eerste jaar hebben we gebruikt om gegevens te verzamelen. Wie wonen er in Hillegersberg-Schiebroek? Wat zijn hun verlangens, waar leven ze voor, wat geeft ze hoop? En ook: welke kerken zijn er al, wat doen deze kerken en welke mensen worden het minst bereikt? Om hierachter te komen struinden we het internet af voor de eerste demografische gege-

vens. Maar natuurlijk gingen we ook met de mensen zelf in gesprek: met kerken, bewoners, relevante maatschappelijke organisaties en met de burgerlijke gemeente. Na negen maanden van praktijkonderzoek én gebed - de ene week vergaderen, de andere week gebed - lag er een concreet plan op tafel en konden we van start gaan. We besloten in een wijk te starten waar relatief veel jonge mensen en gezinnen wonen en die door de aanwezige kerk nauwelijks bereikt werden. Op 21 december 2014 hielden we onze eerste samenkomst in een schoolgebouw, midden in de wijk. De kop was eraf. De eerste contacten kwamen vanuit ons netwerk. We vroegen jongeren die in de stad woonden en geen aansluiting vonden bij een andere kerk, met ons mee te denken en mee te doen. Al vrij snel hadden we een groepje van zes tot acht personen. Met hen begon het allemaal. We kwamen bij elkaar voor eten en een goed gesprek. Dat deden we bij de mensen thuis, maar ook in een plaatselijk café. Heel ongedwongen en open begonnen we met het bouwen aan een gemeenschap. De volgende stap in denkproces was:

Aanloop

Het onderzoek kon starten. In september 2013 kwam daarvoor een groepje van acht bevlogen gemeenteleden van de GKv Rotterdam-Oost bij elkaar. Onze droom was: “Wat zou er kunnen gebeuren, als we helemaal opnieuw beginnen en we mensen proberen te bereiken die God niet kennen of die Hem, om wat voor

4

3 MEI 2019


hoe maken we het initiatief stabieler en minder vrijblijvend? Achteraf bekeken is het besluit om vrij snel (eigenlijk te snel) met maandelijkse samenkomsten te beginnen, een belangrijke factor geweest. Op deze manier creëerden we een vast moment voor gemeenschap, hoe klein we ook waren. Je kon ergens naartoe en je kon iemand meenemen, als je dat wilde. Wat wij niet konden voorzien, was dat allerlei andere mensen ook op ons pad kwamen. Mensen die wij in eerste instantie niet op ons netvlies hadden. We begonnen heel gefocust, met één bepaalde doelgroep, de twintigers tot midden-veertigers. Maar al vrij snel moesten wij onze doelgroep verbreden naar iedereen die op zoek is naar God, naar zingeving en verdieping, én die in de wijk woont.

Eigen gebouw

En ook in dat laatste gebeurde iets bijzonders. De droom van de voormalige gemeente om aanwezig te blijven in de buurt, kwam uit. Op 1 januari 2017 fuseerde de GKv Hillegersberg-Schiebroek met Rotterdam-Oost en zei vervolgens tegen ons: ‘Waarom gaan jullie niet in ons gebouw zitten?’ Na een korte aarzeling, het was namelijk een ander deel van de wijk, hebben we toch de stap gezet. En het is alleen maar goed geweest. We hebben nu echt mensen uit de wijk zelf in onze kerkgemeenschap gekregen. En omdat je een eigen gebouw hebt, ben je zichtbaarder en kun je directer aansluiten bij wat er nodig is in de buurt. We zijn een bescheiden, maar hoe langzaam ook, toch een groeiende kerk van zo’n 60 personen, waarvan iets meer dan de helft zich gecommitteerd heeft, de harde kern, zeg maar. Je vindt bij ons alle leeftijden, alle niveaus qua opleiding en inkomen. En dat bij elkaar geeft onze gemeenschap een bijzondere kleur en intensiteit. Onze activiteiten bestaan uit: wekelijkse samenkomsten (‘basic’: zang, gebed, stilte, toespraak), de Alpha-cursus, Bijbelstudie, een zon-

dagse activiteit voor kinderen en hun ouders, onder de naam ‘Kliederkerk’, een cursus voor gemengde stellen, ad hoc-concerten (klassiek) en nog veel meer wat we graag zouden willen doen. Maar daarvoor hebben we meer vrijwilligers nodig: buurtmaaltijden, kinderwerk door de week, opvoedcursus etc. Mijn werk als dominee is radicaal veranderd en tegelijk ook weer niet. Ik preek nog steeds, ik spreek mensen, ik bid (vaak) met ze, ik geef Bijbelstudie, leid cursussen, ik blijf nadenken over kerk-zijn in onze cultuur. Dingen die ik als gemeentepredikant ook al deed. Maar wat veranderd is, is de context. Het publiek is anders geworden. Ik kom veel meer in aanraking met mensen voor wie het niet vanzelfsprekend is om te geloven. Daardoor word ik voortdurend gedwongen na te denken over hoe ik het geloof communiceer. ‘Meebouwen aan HILL is bijna alsof je opnieuw leert geloven’, zei iemand tegen mij uit mijn team.

Ons motto is: ‘Doe het voor die ene en doe het voor de Ene’. Dat houdt ons bevlogen en hoopvol. We draaien geen programma’s, het draait allemaal om mensen. Om die ene in contact te brengen met God, via het evangelie van Jezus Christus. Dat we klein zijn, is iets wat ons afhankelijk houdt. Tegelijk weten we ook, dat God met het kleine geweldig grote dingen kan doen. Hij bouwt zijn gemeenschap, niet wij. Dat geeft ontspanning én hoop, want waar God aan het werk is, daar gebeuren dingen die je zelf niet kunt bedenken of arrangeren. Dat is wat wij steeds weer ervaren. En in dat vertrouwen gaan we vol goede moed verder. Noot van de redactie: Mark van Leeuwen is predikant van de GKv Rotterdam Noord/Oost. Hij schreef dit artikel voor de Kerkbode van Groningen, Fryslân en Drenthe, waarin het verscheen op 20 april 2019 jl.

www.hillrotterdam.nl

5


SCHRIFT WERK

Zoon minder dan de Vader? EN OP HET MOMENT DAT ALLES AAN HEM ONDERWORPEN IS, ZAL DE ZOON ZICHZELF ONDERWERPEN AAN HEM DIE ALLES AAN HEM ONDERWORPEN HEEFT, OPDAT GOD OVER ALLES EN ALLEN ZAL REGEREN. 1 KORINTIËRS 15:28 Niet zo lang geleden, kwamen er Jehovagetuigen aan de deur. Zij zien Jezus Christus niet als de almachtige God. Hij zou minder zijn dan de Vader en niet van hetzelfde wezen als de Vader. Ze ontkennen de Drie-Eenheid en willen niet onderschrijven wat de kerk op dit punt al eeuwenlang heeft geleerd en in belijdenisgeschriften heeft uitgesproken. En dan komen ze o.a. met deze tekst aanzetten uit de brief van Paulus aan de gemeente van Korinthe. Wat zou je dan zeggen, als je daarmee geconfronteerd wordt? DOOR DS HENK JAN VISSER Paulus schrijft in dit hoofdstuk over de opstanding van Jezus Christus. Jezus’ opstanding is het begin van vele opstandingen, die volgen. In welke volgorde dat gebeurt, beschrijft Paulus in de vs.23-28. Eerst de opstanding zelf, dan de opstanding van hen die bij Christus horen en tot slot Christus overhandiging van het koninkrijk aan God de Vader. Bij zijn hemelvaart heeft Jezus het koningschap over hemel en aarde gekregen uit handen van zijn Vader. Maar aan het eind, als de opdracht is vervuld, wordt het koningschap aan de Vader teruggegeven. Als de vrede is bereikt, is het niet langer nodig om een koning te hebben, die de vijandschap breekt.

Psalmcitaten

Paulus haalt hier de messiaanse psalmen aan. In psalm 110 wordt de Messias uitgenodigd om aan de rechterhand van God plaats te nemen. Hij zal als koning heersen totdat al zijn vijanden als een voetbank voor zijn voeten neergelegd zijn. Dat betekent de

6

totale vernedering en onderwerping van alle vijanden. De laatste vijand is de dood. Direct daarna in vs.27 citeert Paulus een andere psalm. Het is psalm 8:7. Het gaat over de mensenzoon. Daarvan wordt gezegd dat God alles onder zijn voeten onderworpen heeft. Paulus betrekt dit gedeelte ook op Jezus als de Messias. Als door de Zoon alles is onderworpen, ook de dood, valt daaronder natuurlijk niet de Vader. God de Vader is de opdrachtgever. Als de opdracht erop zit en vervuld is zal de Zoon zich aan de Vader onderwerpen. Zijn taak zit erop. Het koningschap is vervuld. God zal dan alles in allen zijn. Hij heerst over hemel en aarde. Niet dat God overal in aanwezig is. Wil de onderwerping van de Zoon aan de Vader, dan zeggen dat de Vader meer is dan de Zoon? De Zoon heeft in gehoorzaamheid de opdracht vervuld, die zijn Vader hem had opgedragen. Zijn Middelaarswerk komt tot een einde. De gelovigen en heel de schepping zijn verlost van de dood. Het onderwerpen van

de Zoon aan de Vader is de manier waarop de Zoon de Vader eert. Hij is gekomen om zijn Vader te eren. Hij heeft ons daarom ook geleerd tot de Vader te bidden: Uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiedde gelijk in de hemel zo ook op aarde. Die drie beden uit het ‘Onze Vader’ gaan in volkomen vervulling bij Jezus’ wederkomst. Zo spreekt ook Paulus in Efeze 1:22-23: ‘Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd en hem als hoofd over alles aangesteld, voor de kerk, die zijn lichaam is, de volheid van hem die alles in allen vervult.’ In de voleinding zal de kerk er niet meer nodig zijn en is de vrede definitief aangebroken. God zal dan alles in allen zijn.

De Zoon is God

Het is uit deze tekst niet te bewijzen dat de Zoon dus minder is dan de Vader. De Zoon onderwerpt zich uit eigen beweging tot eer van zijn Vader. Dat heeft niets te maken met een rangorde of een verhouding waarbij de Vader belangrijker zou zijn dan de Zoon. De eerste brief van Johannes wijst ons op de eenheid van de Vader en de Zoon. ‘De antichrist is ieder die de Vader en de Zoon niet erkent. Ieder die de Zoon niet erkent, heeft ook de Vader niet. Wie de Zoon erkent, heeft ook de Vader. 1 Johannes 2:22,23. Daaruit wordt al duidelijk dat er eenheid is van wezen tussen de Vader en de Zoon. En ook even verder in deze brief wordt het duidelijk: ‘We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de Waarachtige te kennen. En wij zijn in de Waarachtige, omdat wij in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, hij is het eeuwige leven.’ 1 Johannes 5:20. Jezus wordt dus hier ‘de ware God’ genoemd. Er zou nog meer aan te voeren zijn. Maar duidelijk is dat Jezus Christus onze Heer echt en eeuwig God is en blijft. Laat niemand je ooit die belijdenis ontnemen. Want voor zo iemand is er geen redding mogelijk. Hoe kan de Zoon ooit de toorn van God dragen en anderen daarvan verlossen als Hij niet zelf ook God is?

3 MEI 2019


KERK ONDERWEG

Liturgie, een verhaal [(2)] In elke kerkdienst zijn we aan het ‘gedenken’. Dat is een Bijbels woord voor ‘in herinnering roepen’. God heeft grote daden gedaan in de geschiedenis en in mijn leven. God gedenkt de mens, zijn volk en mij. We vieren bijvoorbeeld het avondmaal ‘om Hem te gedenken’, 1 Kor 11:24. Terugdenken aan Gods reddende werk in Jezus Christus. In Hem maakt God een nieuw begin en daar leven wij van. DOOR DS ARJAN WILSCHUT Ik denk dat we het wekelijks nodig hebben om de genade weer binnen te krijgen en in herinnering te roepen. Daar is 1 dienst misschien wel te weinig voor. En dat is een veel beter argument om 2 keer naar de kerk te komen: de genade vieren en binnenkrijgen. Wat heb ik dat nodig! Laten we elkaar niet bestoken met dwingende argumenten om 2 diensten te bezoeken, maar laten we elkaar herinneren aan wat we zo hard nodig hebben: de genade in herinnering roepen. Want gedenken heeft in de Bijbel iets van ‘in herinnering roepen’, maar ook iets van ‘doen herleven’. In herinnering roepen, alsof het ons zelf overkomen is. Gods geschiedenis met zijn volk is mijn geschiedenis. Zo vieren we de genade: wat toen in Refo Zero gebeurd is, is voor en in mij gebeurd. Het heeft mij veranderd en het verandert mij nog. Daarom vertelt de liturgie en preek een verhaal van God. En wij antwoorden op dat verhaal.

Ontvangen

Dat vraagt ‘ontvankelijkheid’. Je houding bij het binnenkomen mag al zo worden bepaald: sta je open om wat God gedaan heeft in herinnering te roepen, te ontvangen wat Hij wil uitdelen, en veranderd te worden om weer in de wereld gezonden te wor-

den. Daar kun je bijvoorbeeld zondagmorgen aan tafel al om bidden: Heer, maak mij open om te ontvangen wat u wil geven en uitdelen. Ik weet natuurlijk wel dat dat ontvangen zich niet laat dwingen, maar je kunt er wel om vragen. Zou dat je houding positief beïnvloeden?

Waarom zou je gedenken?

Waarom zou je dat wekelijks doen? Allereerst ga je dan opnieuw naar je eigen leven, verleden, heden en toekomst kijken. Je zonde belijd je en laat je achter je. Gods bevrijding geeft hoop. En voor zover het in je vermogen ligt, ga je de toekomst anders in. Hoop geeft kracht en moed: we gaan alles wat we mee te maken hebben aan in de kracht van onze Heer en leven de hoop en de liefde uit. Gedenken zet mensen ook in beweging. Gedenken doe je niet ‘om in beweging te komen, maar om te gedenken’. Maar het kan niet anders of de genade raakt je aan: en dan gaat die beweging vanzelf. Je wordt gezonden in de wereld om daarvan en met Jezus te leven en Hem te volgen. Je neemt iets mee de wereld in. En je kunt jezelf dus na de dienst afvragen ‘wat van deze dienst neem ik deze week mee de wereld in?’ ‘Waar wil de Geest van Christus mij deze week voor gebruiken?’

Samen

Zo’n liturgie of kerkdienst heb je samen. Luisteren naar een voorgelezen tekst, naar een preek, of samen zingen of samen bidden. Wij zijn niet meer toeschouwer, maar deelnemer. Alle gaven die worden ingezet, zijn bedoeld om het samen te vieren en mee te maken. Juist omdat we het samen doen, heeft het extra kracht. Ik zou het wel een mooie vraag vinden voor tijdens de dienst: hoe ben ik hierin deelnemer en niet alleen toeschouwer? Ook al weet ik best dat je niet in alle onderdelen zelf meedoet door hardop te spreken en soms wel een half uur naar de dominee moet luisteren. Gedenken en in herinnering roepen en dan samen als gemeente, om weer opnieuw binnen te krijgen wat God gedaan heeft en doet in Christus en door de Geest. Daarvoor kom je wekelijks bij elkaar. En wat hebben we dat nodig. Ik kan niet zonder. Soms is het misschien een beetje saai of draaien we ons riedeltje af. Maar dan helpen deze gestelde vragen wel: *ons gebed vooraf of we open mogen staan een aangeraakt mogen worden, ben je ontvankelijk? *de vraag tijdens de dienst hoe we deelnemer i.p.v. toeschouwer kunnen zijn? *en de vragen na de dienst: wat uit deze dienst neem ik mee de week in, en hoe wil de Geest mij deze week gebruiken? Daarvoor wordt het verhaal van de liturgie verteld.

7


KORTE BERICHTEN

Landelijke Bezinningsdag GKv - 18 mei Bunschoten Op DV zaterdag 18 mei 2019 organiseert BezinningMVEA in Bunschoten een themadag. We hebben als bezinningsgroep gemerkt dat veel gemeenteleden er behoefte aan hebben om samen na te denken over wat er in gang gezet is door de besluiten van de GS Meppel met betrekking tot vrouwelijke ambtsdragers. In zowel de rapporten als het besluit wordt uitgegaan van twee lijnen die zichtbaar zijn in de Bijbel: De lijn van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw en de lijn van verschil in positie en verantwoordelijkheid tussen hen. Het zal u, net als ons, opgevallen zijn dat de besluiten genomen zijn met name op grond van de eerste lijn, die het vervullen van ambten door zusters mogelijk maakt. Ook zal het u niet ontgaan dat de tweede lijn als traditioneel en vooral stereotiep aan de kant wordt geschoven. De praktijk leert dat dit standpunt moeilijk te verenigen is met dat van degenen die er van overtuigd zijn dat uit beide lijnen níet tot het het openstellen van alle ambten voor zusters kan worden geconcludeerd. Hier wreekt zich dat de GS er van uitgegaan is dat

de Schrift geen eenduidig antwoord geeft en ook niet hoeft te geven op dit punt.

14.30 uur: Conclusies en eventueel vervolgafspraken Uiterlijk 15.00 uur: Sluiting

Drie blokken

Informatie

Op 18 mei hopen we hierover verder te spreken. De dag zal verdeeld worden in drie blokken. Als sprekers hebben we bereid gevonden voor het eerste blok Henk Drost en Dolf te Velde. Aansluitend volgt een vragenronde. In het tweede blok zullen Ida Slump en Rufus Pos spreken met daarna opnieuw een vragenronde. Na de middagpauze zullen we Arjan de Visser uit Hamilton verwelkomen. De dag wordt na zijn bijdrage afgesloten met een forum.

Waneer: DV zaterdag 18 mei 2019 10:00-15:00 uur Plaats: Immanuelkerk, Plevier 2, Bunschoten Kosten: 10 euro per deelnemer, te voldoen bij binnenkomst Aanmelden: via de website www.bezinningmvea.nl

Voorlopig programma

10.00 uur: Opening/welkom 10.15 – 11.00 uur: tweeluik Dolf te Velde/Henk Drost. + vragenronde Koffie/thee 11.30 – 12.15 uur: tweeluik Ida Slump/ Rufus Pos + vragenronde Lunch 13.00 uur: Dr. Arjan de Visser uit Hamilton: De ontwikkeling in de GKv in het perspectief van de katholiciteit van de kerk 13.45 uur: Forum

Ondertekening ‘Verklaring van verbondenheid’ De herdenking van 400 jaar Nationale Synode wordt op 29 mei 2019 afgerond met een slotmanifestatie in de Grote Kerk in Dordrecht. Alle kerkleden zijn uitgenodigd om er op 29 mei bij te zijn als de Verklaring van Verbondenheid ondertekend wordt in het bijzijn van honderden predikanten, voorgangers, kerkleiders en gemeenteleden van tientallen kerkgenootschappen en geloofsgemeenschappen. Wilt u erbij zijn? U kunt zich aanmelden via de aanmeldpagina van de Nationale Synode: www.nationalesynode.nl

8

3 MEI 2019


WEBPAGINA

Meer bereik “Ik heb maar één streepje bereik!” Een wanhoopskreet van de generaties tussen de 15 en 45 jaar. Eén streepje betekent dat het internet op de telefoon niet toereikend is om naar behoren te kunnen functioneren. Meer bereik is wat bedrijven willen, wanneer op de sociale media reclame voor hun product of bedrijf wordt gemaakt. DOOR JAC DE GROOT MA Meer bereik. Dat is ook wat we met het Gereformeerd Kerkblad beogen. Het Kerkblad bevindt zich in haar 72e jaargang. Het aantal abonnees loopt al geruime tijd langzaam terug; een trend die bij alle tijdschriften zichtbaar is, al zal de reden voor opzegging van het kerkblad wellicht anders zijn, dan bij niet-kerkelijke tijdschriften. De kerkelijke tijdschriften laten dus dezelfde trend zien in medialand. Veel papieren media spelen hier al jaren op in, door gebruik te maken van websites en sociale media. Ook het Gereformeerd Kerkblad zal hierin met de tijd mee moeten gaan. Meer bereik. Ook voor het kerkblad. Onze doelstelling is ‘de leden van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en Nederlands Gereformeerde Kerken voorzien van informatie op het terrein van kerk en samenleving.’ Meer bereik komt niet automatisch, daar is actie voor nodig. Al sinds jaar en dag heeft het Gereformeerd Kerkblad een website. De voorpagina van het meest recente kerkblad verscheen daar tot medio vorig jaar, alsmede contactgegevens van de redactie. Ook het archief van kerkbladen van 2013 tot en met 2015 zijn daar te vinden. Sinds vorig jaar is de website de facto onveranderd. Op een medium waar constant alles verandert, is geen verandering hetzelfde als de dood.

heeft onder andere te maken met het feit dat het kerkblad, dat tweewekelijks verschijnt, nooit echt up-to-date qua nieuwswaarde kan zijn. Wekelijks schrijft één van de redacteuren een kort stukje op de website. Artikelen die in de papieren editie verschijnen, zullen niet beschikbaar zijn op de website. Ook trekt een website een ander publiek dan de lezers van het papieren blad. De artikelen op de website zijn korter dan de artikelen in het papieren kerkblad. Om de artikelen van de website makkelijker bij een groter publiek bekend te maken zal een account van twitter worden ingezet,

zodat in een paar woorden een artikel samengevat kan worden, en er doorgeklikt kan worden naar de website. Hoewel sociale media snel polariserende meningen teweeg kunnen brengen, is de intentie van de redactie om polarisatie uit de weg te gaan. In het Gereformeerd Kerkblad wordt geprobeerd dit te voorkomen; voor de website en de sociale media zal de redactie dezelfde code aanhouden. De website en het twitter-account zullen vooreerst bedoeld zijn als hulpmiddelen om de inhoud van het Gereformeerd Kerkblad bij een groter publiek bekendheid te geven. Deze middelen zullen een dalend abonneebestand niet tegengaan en wellicht ook niet afzwakken, maar het kan wel betekenen dat het Gereformeerd Kerkblad toekomstbestendiger kan worden. Door de combinatie van het papieren blad en het gebruik van sociale media hopen wij ons beter in te kunnen zetten voor kerk en samenleving en zo voor de kerken een interessant medium te zijn en te blijven voor de komende jaren. www.gereformeerdkerkblad.nl @GerefKerkblad

Website en sociale media

In de laatste vergadering heeft de redactie besloten de website te willen inzetten voor gratis artikelen. Dit

9


OPVOEDING

Hechten en loslaten Hier volgt een klein lesje over hechten en loslaten tussen ouders en kinderen. Ook mensen zonder kinderen kunnen dit lezen, want het thema heeft niet alleen te maken met het gezin dat je eventueel gesticht hebt, maar ook met het gezin waaruit je komt. Het loslaten van ouders door het kind en het loslaten van het kind door ouders heeft alles te maken met hechting. Dat is het gezonde evenwicht tussen vertrouwen dat we in anderen en in onszelf hebben. We hebben een bánd met anderen en onszelf. DOOR DRS NICO VAN DER VOET Hechting ontwikkelt zich vanuit een stabiele en betrouwbare relatie met vader en moeder. Als ouders problemen hebben, die de kinderen merken, kan een kind een onzekere of wantrouwige levenshouding ontwikkelen. Denk aan: moeder ligt lang in het ziekenhuis, ouders hebben te vaak ruzie, ouders hebben stemmingswisselingen – poeslief of heel boos doen – of pa en ma reageren heel verschillend op het kind. Dat heeft ook een uitwerking hoe het kind omgaat met andere mensen. Let op: ouders kunnen stabiliteit en betrouwbaarheid bieden, maar een kind kan karaktertrekken of stoornissen hebben die veilige hechting toch moeilijk maken! Het kan ook getekend worden door de tegenslagen van het leven (denk aan rouw) en daardoor de balans tussen hechten en loslaten verliezen.

voor afwijzing door anderen en ook niet bang is om nabij anderen te zijn (intiem te zijn met anderen). Dit kind kan prima tegen een stootje, is niet gelijk verdrietig als het teleurgesteld wordt (niet op een feestje gevraagd wordt bijvoorbeeld) en kan gezellig zijn, knuffelen. Andere kinderen spelen graag bij zulke kinderen. 2. Sommige kinderen zijn niet zo veilig gehecht en ontwikkelen een afwij-

zend-vermijdende levenshouding. Ze denken positief over zichzelf, maar negatief over anderen. (Ik ben OK en jij bent niet OK!) Dat resulteert erin dat ze niet bang zijn voor verlating en afwijzing. Ze gaan hun eigen gang. Ze hoeven niet op alle feestjes te verschijnen. Ze halen hun schouders op als iemand boos doet. Ze kunnen echter negatief over en naar anderen doen. Ze vermijden intimiteit met anderen. Dat is hun zwakke plek. Ze durven niet echt nabij te komen, knuffelen niet graag. Ze zijn er een beetje bang voor. Ze hebben soms een grote mond en tegelijkertijd een muurtje om hun hart.

Onzeker

3. Sommige kinderen niet zo veilig gehecht en ontwikkelen een onzekere levenshouding. Ze denken negatief over zichzelf en positief over anderen. (Ik ben niet OK maar jij bent wel OK! Dus het omgekeerde van 2.) Ze zijn bang voor verlating en afwijzing maar kunnen goed omgaan met intimiteit. Dit zijn vaak de lieve maar onzekere kinderen. Ze vertrouwen iedereen, want iedereen is beter dan zijzelf zijn. Ze houden van gezelligheid en warmte. Ze stellen zich, als ze een beetje vertrouwd zijn, op als een open boek. Ze kunnen ook warmte

Afwijzend

1. Als een kind veilig gehecht is, ontwikkelt het positieve gedachten over zichzelf en positieve gedachten over anderen. (Ik ben OK en jij bent OK!) Dit is dus een dubbel positieve houding. ‘Ik ben meestal best leuk en bijna alle mensen zijn leuk en aardig’. Het gevolg is dat dit kind niet bang is

10

3 MEI 2019


geven. Ze kruipen echter in hun schulp als anderen een grote mond geven. Ze zijn bangig voor nieuwe mensen en afwijzing door hen. Als ze vrienden hebben doen ze aandoenlijk hun best om maar niet door hen in de steek gelaten te worden. 4. Sommige kinderen zijn niet veilig gehecht en zij ontwikkelen een dubbel negatieve houding. (Ik ben niet OK en jij bent niet OK! Dus het omgekeerde van 1.) Zij zijn negatief over zichzelf en negatief over anderen. (’Ik ben een mislukkeling en er is niemand die om mij geeft.’) Dat resulteert erin dat ze in de contacten die ze hebben bang zijn voor afwijzing en verlating én bang zijn voor intimiteit. Dit wordt een bron van eenzaamheid. Ze tobben over zichzelf en durven ook anderen niet te vertrouwen. Ze kunnen depressief zijn en tegelijkertijd een muurtje om hun hart hebben.

Loslaten

Hechting of niet hechting heeft langdurig gevolgen. Ouders moeten hun kinderen leren loslaten. Loslatingsproblemen met kinderen hebben ouders die zelf in 3 of 4 zitten. Ouders uit groep 3 zijn overbezorgd. Zijn bang dat hun kind hen niet meer nodig heeft. Ze willen vooral de vriend of vriendin van hun kind blijven, uit

angst dat het kind hen geen goede ouders vindt. Ouders uit groep 4 hebben zelf moeite om goede contacten op te bouwen. Ze kunnen hun kind niet missen om zelf niet eenzaam te worden, terwijl ze tegelijk ook niet echt hartelijk zijn naar hun kind toe.

De deur uit

En hoe is het met de kinderen? Kinderen uit groep 1 en 2 gaan makkelijk de deur uit. Uit groep 1 doen ze dat vrolijk, uit groep 2 soms een beetje zurig. Kinderen uit groep 3 durven hun ouders niet in de steek te laten (zelfs niet als de ouders niet leuk zijn) uit angst dat ze het fout doen. Kinderen uit groep 4 hebben niemand anders. Ze hebben geen leuk contact met de ouders maar vallen wel telkens op de ouders terug. Laat ik afsluiten met een paar vragen. Waarin herken je de positie van je ouders en van jezelf tegenover je ouders? Waarin herken je je kind(eren), als je die hebt? Wat verwacht je van het loslaten van je eigen kind(eren). Ga je dat makkelijk of moeilijk vinden? En: zullen ze zelf makkelijk de deur uitgaan, denk je?

Bijbel

Ook in de bijbel komt het thema ‘loslaten’ en ‘hechten’ voor. In Genesis 2: 24 wordt de relatie tussen kinderen

en ouders getypeerd met ‘loslaten’. Een man zal zijn vader en moeder verlaten voor zijn aanstaande vrouw. En die vrouw zal dat dus doen voor haar man. Daarna zullen die man en vrouw zich aan elkaar hechten. Ouders die een kind krijgen, weten dat ze het krijgen om het los te laten. Hun kind gaat zich (ook) hechten aan anderen, aan een partner. Wat hebben ze het daar soms moeilijk mee! In dit opzicht is de kinderdoop van betekenis. Vanaf het moment dat ouders zich gaan hechten aan hun kind, laten ze het los, door het in Gods handen te leggen. Hij wil zich ook verbinden met hun kind zodat ouders in vertrouwen op Hem leren loslaten. Ouders die dát kunnen, zijn gelukkige ouders. Kinderen die goed gehecht zijn, kunnen fouten maken. Uiteindelijk weten ze een relatie toch op waarde te schatten. Kinderen die minder goed gehecht zijn, hebben de neiging om zichzelf voortdurend te vergelijken met anderen (die slimmer zijn, het beter hebben, hen aftroeven etc.). Dat kan tot het verstoren van de relatie leiden. Hechting leidt tot linking en niet goed gehecht zijn tot ranking, heet het in het Engels. Kijk nu eens naar de gelijkenis van de twee zonen uit Lucas 15. Zou je hun mate van hechting kunnen typeren vanuit de bovengenoemde varianten?

11


DORDRECHTSE SYNODE

400 jaar Dordrecht

vanuit Emmerik in Dordrecht wonen om er handel te kunnen drijven. Er wordt zelfs gezegd dat de halfzus van Prins Maurits, Louise Juliana, in het huis van Berck is geboren. Deze Berckepoort is één van de voornaamste panden binnen de muren.

ACTA OFTE HANDELINGEN DES NATIONALEN SYNODI (10) Het Paasfeest is weer achter de rug. De synode heeft drie weken reces gehad en de heren gedeputeerden op de synode zijn goed verwend door Matthijs Berck, één van de voornaamste handelaren in wijn in onze stad. Wijn? Ja, wijn! Als Dordrecht ergens geen tekort aan heeft …

DOOR ARENT ADRIAENSZ. HOUTSNEYDER Dinsdag 23 april was een belangrijke dag op de synode. Al de voorgaande tijd, reces incluis, was gebruikt om de artikelen van de ware gereformeerde leer over de verkiezing van de mens op te stellen. Op deze 23e april werden de, in het net geschreven artikelen, voorgelezen in de synode en door alle kerkelijke afgevaardigden ondertekend, ook de buitenlandse. Bij deze leerregels zijn ook de dwalingen gevoegd waar de leerregels tegen geschreven zijn.

Het belangrijkste werk van de synode zit er op; het formuleren van de gereformeerde leer over de uitverkiezing. Dit werd gevierd. Matthijs Berck bracht elke afgevaardigde een fles wijn, niet de zure Duitse wijn, maar de echte zoete Franse wijn uit Bordeaux. Berck is de belangrijkste handelaar in de stad en heeft, net als De Witt, veel connecties. Al sinds mensenheugenis wordt er wijn verhandeld in Dordrecht en Berck kwam

De vierentwintigste april kon de synode beginnen met haar andere taak: de straf voor de remonstranten. In het bijzonder geldt het dan degenen die op de synode geciteerd waren, omdat zij weerspannig en hardnekkig waren gebleven. Het oordeel van de synode luidde: dat de remonstranten, in het bijzonder de geciteerde, alle kerkelijke diensten verboden wordt, ze uit het ambt gezet worden en elke academische bediening is ze onwaardig. Dit geldt totdat zij door ernstige bekering, in woord en wandel, het tegenovergestelde gevoelen noodzakelijk bewezen hebben. Dan kunnen zij zich met de kerk verzoenen en in de gemeente van Christus weer opgenomen worden. Dit laatste wordt door de synode tot hun beste, en tot vreugde van de hele kerk toegewenst. De remonstranten werden veroordeeld voor ‘vervalsing van de religie en scheuring van de eenheid van de kerk. Voorts werden nog twee belijdenissen voorgelezen van de predikanten Johannes Geysteranus en Petrus Geysteranus, die Remonstrantse predikanten waren te Alkmaar en Egmond in Noord-Holland. Onder de naam Remonstrants hebben zij hun gruwelijke en vervloekte lasteringen geuit, die door Socinus en de Wederdopers werden voorgestaan. Deze ketterij hebben zij, onder het mom van remonstrants, in de kerken proberen in te voeren. En zo werden in twee dagen tijd, na een aanloop van zo’n vijf maanden, de twee belangrijkste besluiten van deze synode genomen: 1) De leer van de remonstranten veroordeeld en de ware gereformeerde leer gewaarborgd en 2) de remonstranten gestraft. Zal de rust in de stad dan nu terugkomen?

12

3 MEI 2019


Meester Canin, die de opdracht heeft gekregen om de Leerregels en de Acta te drukken, ging daags na het besluit al naar de politieke gedeputeerden om, als het mogelijk was, al een handschrift van de Leerregels te vragen, zodat hij met het drukproces kon beginnen. Laurens Koster vond dat de synode een rechtvaardige uitspraak had gedaan; ja zelfs de mogelijkheid voor terugkeer in de kerk was mogelijk. De kerk leeft uit genade, maar toont ook genade. Duidelijk is wel, dat de tijd van de brandstapels definitief voorbij is. De Republiek maakt duidelijk dat er voor iedereen vrijheid van geweten is, maar dat er in de publieke kerk geen ruimte is voor conflicterende meningen. Op 25 april begon de synode met de plaatselijke zaken te behandelen. Eerst was een zaak uit Friesland aan de beurt. De Friese zaak werd op 26 april voortgezet. Op de 25e werd ook het voorwoord bij de Leerregels vastgesteld door de synodeleden. Zaterdag 27 april kwam er nieuws uit Frankrijk van Petrus Molinaeus. Deze Parijse predikant schreef een brief met zijn oordeel over de Vijf Artikelen van de remonstranten. Deze brief was zo lang, dat het voorlezen ervan zowel de zaterdag, als de daarop volgende maandag (29 april) behelsde. De belijdenis van Molinaeus stemt overeen met het genomen besluit op deze synode. Op 30 april kwamen de Engelse theologen met hun oordeel, dat na bestudering van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, dat er niks in te vinden was dat in strijd was met het Woord van God ondanks hetgeen de remonstranten er over gezegd hadden. Hierna gingen alle gedeputeerden naar de begrafenis van de Utrechtse gedeputeerde Lambertus Canterus, die op 24 april in de HERE was ontslapen. De gehele tekst van de Nederlandse geloofsbelijdenis is doorgenomen en voor goed gevonden nadat deze in ’t geheel onderzocht was, omdat de remon-

stranten meenden dat deze in strijd was met de Schrift. Op de 1e mei gaf de synode opdracht om hetzelfde te doen met de Heidelbergse Catechismus, omdat de remonstranten ook hier kritiek op hadden geuit. Dezelfde dag nog verklaarden alle inheemse en uitheemse theologen dat ook de Heidelbergse Catechismus overeenstemde met Gods Woord. De week eindigde met het onderzoek naar Conradus Vorstius, de opvolger van Arminius aan de Leidse Universiteit. De vraag was of de leer die hij verkondigde aan de Leidse universiteit geduld kon worden in de kerken

als waarheid en stichting. Hij werd verdacht van Sociniaanse ketterij. Vorstius stond in dezelfde lijn als Arminius. Spijkers met koppen werden er geslagen deze afgelopen weken op de synode. Het is afwachten wat de synode met Vorstius gaat doen. Vermoedelijk zal hij wel afgezet worden op de Leidse Universiteit. In de synode gaf Vorstius aan wel in een kleine conferentie met de buitenlandse theologen in gesprek te willen gaan. Dit lijkt wel wat op de werkwijze van de inmiddels afgezette remonstranten.

13


LITURGIE

Eredienst: Openbaar (on)toegankelijk Vorige keer stond Piet Houtman stil bij een gebed dat thuis gebeden kan worden, als voorbereiding op de eredienst. Nu staan we op de drempel van de kerkdeur en lopen wij naar binnen. Wat gebeurt er wanneer we eenmaal deze letterlijke drempel over zijn? DOOR JAC DE GROOT MA De twintig minuten voorafgaand aan de kerkdienst is misschien wel het meest persoonlijke moment dat de gelovige in de kerk beleeft; ieder op zijn eigen manier. De één wil dit in volstrekte stilte doen, de ander praat met de andere kerkgangers en weer een ander komt het liefst twee minuten voor de kerkenraad binnen en neemt plaats op de achterste rij. Veelal wordt er op het orgel gespeeld, of op de piano. Muziek vooraf (en tijdens) de kerkdienst is een verloren strijd van de kerk. Tot in de 16e eeuw was muziek in de kerk min of meer verboden, zowel bij de katholieken als de gereformeerden. De orgels in de kerken, die eigendom van het stadsbestuur of de adel waren, werden tot ongenoegen van de kerkenraden bespeeld, uit ethisch en educatief oogpunt1. De kerk, die deze strijd verloor boog het om, zodat het orgelspel diende om de kerkgangers voor te bereiden op de kerkdienst2, maar veelal fungeert de muziek als geluidsdemper3, doordat de mensen het volume van het gesprek matigen, zodat minder opvalt dat een menigte door elkaar praat. Dit moment voor de binnenkomst van de kerkenraad is voor velen dus een moment om even te informeren naar het leven van de broers en zussen, omdat vaak men elkaar een week niet gezien heeft.

Drukte

Eigenlijk is het een drukte van belang voorafgaand aan de eredienst. Vol-

14

wassenen en kinderen lopen, praten, bidden, lezen, spelen of kijken naar de beamer. De beamer die in bijna alle vrijgemaakte kerken ingang gevonden heeft, is voor de dienst hét medium waarop allerlei mededelingen gebracht worden. Mededelingen, die tot vijftien jaar terug direct na binnenkomst van de kerkenraad gedaan werden, staan nu in een paar woorden op de beamer. Hoe makkelijk kun je je als gast dan vergeten of niet welkom voelen, wanneer je voor de dienst als het ware al overspoeld wordt door interne aangelegenheden. Zien we gasten nog wel binnenkomen, als ze niet pas letterlijk naast ons komen zitten? Vaak is er koffiedrinken ná de dienst, maar waarom niet eens vóór de dienst, zodat gasten ontvangen worden onder het genot van een kopje koffie, alvorens deze ondergedompeld worden in de eredienst? De eredienst mag dan een openbare eredienst zijn, ie-

dereen is welkom, maar de eredienst is even zo vaak een eredienst-in-comité, waarbij interne gebeurtenissen van de plaatselijke gemeente een plaats krijgen.

Drempels

Hoe hoog is de figuurlijke drempel in de eigen gemeente? Volgens mij hebben veel mensen, die een andere gemeente bezocht hebben, een soortgelijk gevoel: ben ik als gast hier wel welkom als er onderling zoveel met elkaar gesproken wordt en de beamer de lokale mededelingen doorgeeft? De doorgewinterde kerkganger kent dit ‘ritueel’ en accepteert het makkelijker, omdat in de eigen gemeente ook zo gaat, maar wat als een rand- of buitenkerkelijke de kerk binnenkomt … Deze zal de kerk bij binnenkomst wellicht al ervaren als ‘openbaar ontoegankelijk’ en zich vervolgens de rest van de dienst afvragen ‘wat hij zich op de hals gehaald heeft een kerk binnen te stappen’. Gelukkig hebben veel gemeenten ook een welkomstcomité, die iedereen die de deur binnenkomt welkom heet, en wellicht een hand geeft. Dit maakt de drempel gelukkig al wat lager. Ook zijn er kerken waar mededelingen op een scherm in de hal te zien zijn, en niet in de kerkzaal, wat ook de drempel kan verlagen. 1 SMELIK, J. Gods lof op de lippen (Zoetermeer: Boekencentrum, 2005), 176. 2 OSKAMP, P. De weg van de liturgie (Zoetermeer: Meinema, 2001), 155. 3 RONGEN, G. VAN, Zijn schone dienst (Goes: Oosterbaan & Le Cointre, 1956), 34.


COLOFON

Zonder commentaar Jan Beuving, alumnus Universiteit Utrecht en cabaretier, schreef in maart 2019 in ‘Illuster’ het alumniblad van de UU: De ware weg Ik schreef ooit een lied, gebaseerd op een waargebeurd verhaal, over een man en een vrouw die elkaar tegengekomen waren bij het liften, vlak na de oorlog. Er sprong een vonk over, maar de vrouw stapte uit, en de man wist alleen dat ze in Groningen woonde. Vandaag de dag zou je dan een filmpje maken dat viral gaat op sociale media, maar toen was je verloren. Zo niet deze man: hij is meerdere zondagen lang alle kerken van Groningen afgegaan tot hij haar gevonden had. Ze zouden hun hele leven bij elkaar blijven. Ik legde de tekst voor aan kleinkunstgrootheid Maarten van Roozendaal, zaliger nagedachtenis, die antwoordde: “Bijna goed, maar ik zou van die twee mensen even je eigen grootouders maken, daar wordt het lied drie keer zo goed van.” “Maar dan is het niet waar”, antwoordde ik. Waarop Maarten zei: “Het doet er niet toe of het waar is, het enige wat er toe doet, is dat ik geloof dat het waar had kunnen zijn.” Een gouden theaterles. Geloofwaardigheid is belangrijker dan de waarheid. In de wetenschap kom je daar niet mee weg (hoewel Diederik Stapel het geprobeerd heeft). Je kunt de waarheid niet verzinnen. Behalve in de wiskunde! Wiskunde is namelijk wel waar, maar niet echt gebeurd. Een kubus bestaat niet. Niet op onze aarde, althans. Alles wat een kubus lijkt (dobbelstenen, bonbondoosjes), is in feite een benadering daarvan. Maar verzinnen we de wiskunde, zoals een componist een melodie verzint? Of ís de wiskunde al ergens, en hoeven we hem alleen te ontdekken? Voor de natuur geldt dat. De druppels in het badwater van Archimedes bevatten toen al de atomen waarvan we het bestaan pas eeuwen later op de korrel hadden. Alle werkelijkheid is er al, maar hoe zit dat met de (wiskundige) waarheid? En waar is de waarheid in de tussentijd, als we haar nog zoeken? Vroeger stond de waarheid in de Bijbel. Daar krijg je, behalve misschien Kees van der Staaij, geen mensen meer voor op de (college)banken. Maar met een beetje geluk kun je in een kerk nog steeds de ware vinden. Een hele troost. Zonder Commentaar is een rubriek waarin redacteuren doorgeven uit allerlei bladen hoe men schrijft over christenen, geloof, bijbel, kerk enz. De redactie hoeft het helemaal niet eens te zijn met wat hierin wordt weergegeven, maar wil de lezer iets aanreiken van hoe men denkt.

REDACTIE-SECRETARIAAT Aanleveradres voor classisverslagen en persberichten: Jac. de Groot, Ballade 12, 8265 SB Kampen gereformeerd.kerkblad@gmail.com De redactie behoudt zich het recht voor verslagen en berichten in te korten EINDREDACTIE Ds Henk Jan Visser (eindredacteur) Jac de Groot MA REDACTIE mr E. Bos e.bos01@hetnet.nl J.A. de Groot MA groot.jac.de@gmail.com ds R.P. Heij rheij@hetnet.nl drs P. Houtman piet.houtman@hotmail.com ds H.J. Visser henkjanvisser8@gmail.com H. Walinga hwalinga@walinga.org (vacature) REDACTIONEEL MEDEWERKER A.M. Pathuis anne-maaike@live.nl BLADMANAGEMENT BDUvakmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld Telefoon: 0342 49 48 46 Fax: 0342 49 29 99 Aanleveradres voor kerkdiensten: Kerkdiensten.gkb@bdu.nl Telefoon: 0342 494882

UITGEVER, ABONNEMENTEN EN BEZORGING BDUvakmedia, afd. abonnementen Postbus 67, 3770 AB Barneveld Tel. 0342 494884 – fax 0342 494299 abonneeservice@bdu.nl OPGAVE ADVERTENTIES Roel Abraham Tel. 06 54274244 r.abraham@bdu.nl PRIJS JAARABONNEMENT - binnenland - studenten - buitenland - proefabonnement (10 nrs)

€ 64,93 € 35,43 € 103,54 € 14,35

OPZEGTERMIJN 2 kalendermaanden voor de nieuwe betalingsperiode Voor mensen met een leeshandicap zijn de artikelen uit dit blad verkrijgbaar op CD. Informatie: CBB tel. 0341 565499, e-mail info@cbb.nl www.gereformeerdkerkblad.nl

15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.