Confessoineel-Credo 11-2022

Page 1

CREDO

OP JE POST BLIJVEN

Een midrasj vertelt dat in geval van de pest iedere Israëliet op zijn plek moet blijven. Dan kan die zich moeilijker verspreiden. U kent dat uit de coronatijd. ‘Zo min mogelijk verplaatsingen, blijf vooral thuis’. Maar in geval van honger mag je naar het buitenland gaan. Vanuit die optiek is het dus okay wat Elimelech en zijn gezin doen.

zagwekkende heeft mijn lot zeer bitter gemaakt’.

M

aar een andere midrasj vertelt dat hij een grote fout maakt door te vertrekken. Elimelech is rijk en staat in aanzien. Er wordt met hem gerekend, er wordt ook op hem gerekend. Hij bezit genoeg om het hele gebied waar hij woont wel tien jaar van voedsel te voorzien. Maar hij doet als een koopman die zijn meid naar de markt stuurt met een mand vol koren en de boodschap: ‘Dit is wat ik jullie te bieden heb, meer niet.’ Het schort Elimelech niet aan goederen maar aan solidariteit.

In Moab gaat het vreselijk mis. Machlon

en Chiljon trouwen met ‘heidense’ vrouwen. Hun geloof verdampt, het besef er vreemdeling te zijn ebt weg. In korte tijd sterven ze. Naomi blijft achter, ‘zonder haar twee zonen en zonder haar man’. Letterlijk staat er ‘zonder haar kinderen’. Ze herinnert zich hun jeugd nog toen ze klein waren en het leven een idylle was. Dat ‘zonder haar man’ staat er voor de tweede keer. Waarom? Omdat ze hem op dat moment nog har der miste dan eerst. Naomi had geen klankbord meer. ‘t Woordje ‘weduwe’ hangt samen met ‘verstommen’. ‘Noem mij maar Mara roept ze uit, want de Ont

Toch vertelt de traditie dat haar hart op sprong van vreugde, toen ze hoorde dat de Here had omgezien naar zijn volk. Ze leefde op en keerde, niet ongelijk aan de verloren zoon, terug. Misschien dat de mensen haar zouden verachten, maar als God zijn volk vergeven had, zouden vergevingsgezindheid en hoop dan niet de atmosfeer verlichten?

Het kan de bedoeling van het boekje Ruth niet zijn de staf te breken over zgn. ‘gelukzoekers’ die naar ons land toekomen. Wat weten wij van de ramp spoed waaraan zij zijn ontsnapt?! Nee, laten we eerlijk zijn: ook bij ons taant de gemeenschapszin. Wij zijn God kwijt geraakt en laten nu elkaar los. Ik weet dat het gezichtsbedrog is, maar je krijgt soms de indruk dat ieder bezig is zichzelf te verrijken en te grijpen wat of zelfs wie hij/zij pakken kan. Er heerst een vertrouwenscrisis die het gebinte van de samenleving aantast. Rot!

Een gevolg is dat we ‘vertrekken’. Op Schiphol staan rijen vluchtelingen! Je kunt ook vluchten in dagelijks uren lang met je mobieltje in de weer zijn of netflixen. Ik hoorde pas van mensen die een nacht hadden doorgehaald, maar gelukkig nu wisten ‘wie het had ge daan’! Mijn ruimte is krap, ik kom daar om tot mijn punt. Blijft u toch alstublieft op uw post en zet u zich in voor elkaar. Vertrek niet innerlijk, maar haast u tot het doen van goede werken.

U zult merken dat de honger verdwijnt. De Here is nabij als u er geluk in schept een ander gelukkig te maken. U wordt vervuld met de Geest en de gedachten van de Messias Jezus (I Kor.2:16).

U kunt putten uit een overvloed van geloof, hoop en liefde. U wordt van mensen die bang zijn iets te missen tot Koningskinderen die veel te geven hebben.

ds. Arien Treuren

De komende weken verschijnt Confessioneel-Credo in de zomerse driewekenfrequentie!
CONFESSIONEEL
pag 2 Pinksteren - gebakken lucht? pag 4 Kinderen verkennen een kerk pag 6 Preken van Martin Luther King 134e jaargang 9 juni 2022 nr. 11

DE PINKSTERGEEST –GEBAKKEN LUCHT?

Er is nogal wat te doen tegenwoordig over de vraag of God nu wel of niet bestaat. Maar theologisch is er altijd al relativerend over het bestaan van God gesproken omdat het altijd een andere vorm van bestaan betreft dan de wijze waarop wij mensen bestaan of waarop tafels en stoelen bestaan. Hoe dan? Niemand die het precies heeft kunnen aangeven, maar rabbijn Kushner deed wel een treffende uitspraak door te zeggen dat of God wel of niet bestaat ermee staat en valt of God wel of geen invloed heeft.

Want Gods bestaan hangt in de lucht, resp. in de hemel als Hij geen invloed heeft. Wat is dan die in vloed? Wel, precies wat we met Pinkste ren vieren: de uitstorting van de Geest is in feite pure beïnvloeding. Je kunt het ook uitstraling noemen, de doxa uit het Nieuwe Testament.

HEMELSE ODEUR

Mensen zeggen zo vaak dat ze de Geest zo vaag vinden. Dat moet wel komen omdat er altijd ook veel te vaag over de Geest gepreekt wordt. Maar Van Ruler leerde ooit dat de Geest nu juist het meest concrete is wat we van God hebben. Want wat Paulus in de brief aan de Galaten de vrucht van de Geest noemt is nu exact de Geest zelf. De Geest is

liefde, is genade, is gerechtigheid, is vrede en zachtmoedigheid en noem maar op. Ook het boeket van de Geest te noe men. Met Pinksteren zou er eigenlijk een groot kleurrijk en geurig bloemstuk voor in de kerk moeten staan als teken van de Geest. De Geest is dan ook wel de geur van God genoemd; odeur klinkt nog iets fraaier wellicht. De Geest is de enige aanwezigheid van God die we nu nog hebben sinds de Hemelvaart. Bram van de Beek noemde dan ook de leer van de Geest, de pneumatologie, de eigenlijke Godsleer. Stel: Kerst, Goede Vrijdag, Pa sen en Hemelvaart, maar geen Pinkste ren, zou dat veel uitgemaakt hebben? Ja, want dan zou het allemaal zonder invloed en zonder betekenis gebleven zijn. De Geest is de binnenkant van ons geloof,

van het geheel, van het lied, van de geloofspraktijk. Vandaar mijn stelling dat het ooit Kerst was niét opdat het Goede Vrijdag en Pasen zou worden, maar opdat het Pinksteren zou worden. Dáár kwam het op aan in de heilsgeschiedenis, dat Gods Geest zich zou doorzetten tegen alle boze geesten in die sinds de Satan middels de slang zijn geest uitstortte. Golgotha en Arimathea zijn stadia op de weg naar het Jeruzalem van Pinksteren. Dan wordt er geoogst, want Pinksteren was immers vanouds een oogstfeest.

GEEST EN HET DIKKE IK

Maar dat niet alleen, want in Handelingen 2 licht een andere achtergrond op. Met Pinksteren werd ook dat herdacht en ge vierd. Pinksteren valt op de vijftigste dag

HOOFDARTIKEL
2

na Pasen zoals het Sinaï-gebeuren op de vijftigste dag na de Uittocht uit Egypte plaatsvond. Paulus werkt de verbinding tussen wet en Geest uit in de brieven aan de Romeinen en aan de Galaten. Prachtig zoals hij daar laat zien hoe de Geest van de liefde de vervulling van de wet is. Bij de wet weten we wat van ons gevraagd wordt, maar willen we dat ook? Paulus heeft het over het ‘vlees’, dat is het dikke ik, de wil die niet wil wat God wil. Welnu, de Geest komt om onze wil te beïnvloeden. Velen denken dat de Geest betrokken is op ons gevoel en beginnen dan nogal eens te klagen dat ze de Geest niet voelen. Maar de Geest voel je niet als het gevoel zich niet toespitst op het willen wat God wil. Iemand heeft de Heilige Geest dan ook wel de Heilige Wil genoemd (Hulst). En ook bij willen kan het nog alle kanten op, wil je wel of wil je niet (Romeinen 7); maar in Romeinen 8 komt uit de verf dat we het ook zullen doen. Velen vragen naar een praktisch christendom, welnu, hier ligt het voor het grijpen. Lees genoemde brieven van Paulus en dan kan het niet anders of de vonk van de Geest slaat over.

HET IS BETER ZO

Gebakken lucht, zo noemde iemand de Geest. Nogal voor de hand liggend omdat zowel het Hebreeuwse als het Griekse woord voor geest ook wind, luchtstroom, kan betekenen. De geleerden zijn het er nog steeds niet over eens of het in Genesis 1:1 over de Geest gaat of over een sterke wind. Zelf denk ik het eerste. De Geest gaat aan alles vooraf. En is als zodanig Gods meest oorspronke lijke bedoeling (oorsprong en doel). In Johannes 3:7 gaat het in één adem over de wind en de Geest waarvan we niet weten vanwaar die komen en waar ze heengaan. Ze bewaren een geheim: het geheim van Jezus maar ook van allen die verder dank zij de geboorte uit de Geest zich zonen en dochters van God mogen noemen. Overigens kun je de vraag stellen of het wel terecht is dat men zich op deze tekst beroept als men zegt dat de Geest waait waarheen hij wil. In elk geval waait de Heilige Geest niet alle kanten uit, maar enkel in de richting van het heilige zeg maar. Gewoon een beetje heilig, daar komt het per slot van rekening op aan. Maar Jezus zei toch in de Bergrede ‘Wees volmaakt’. Maar hij bedoelde daar niet anders mee dan: ‘Doe je best!’. Daarvoor is het beter dat Ik heenga, zegt Jezus. Want het eigenlijke moet nog komen.

ds. Keimpe Dijk

DE VOGEL

KNIJP DIE DUIF NIET DOOD!

VAN GOD

Er was eens een oude wijze man en een jongen, zijn leerling. De jongen had al veel van de man geleerd. Maar soms ergerde hij zich omdat de oude man altijd gelijk had. Altijd was hij weer wijzer. Op een dag wilde hij de oude man de baas zijn in wijsheid. Hij ging het bos in, strooide wat graan en ging op wacht staan achter een boom met een net in z’n hand. Toen een vogel neerstreek wierp hij zijn net erover. Even later sloten zijn vingers zich om de vogel.

Dit had hij bedacht: ik vraag aan de oude wijze man wat ik in m’n hand heb. Een vogel, zal hij antwoorden. Dan zal ik hem vragen: Is de vogel dood of le vend? Zegt de oude man: hij is levend, dan zal ik mijn vingers samenknijpen tot de vogel dood is. Maar zegt de oude man: hij is dood, dan doe ik niets en laat ik de vogel in leven. In beide geval len krijgt de oude wijze man eindelijk eens ongelijk.

Even later gebeurde het. De jongen zei: “Oude wijze man, wat heb ik in mijn hand?” “Een vogel”, sprak hij. “Oude wijze man”, zei de jongen, “kunt u me ook vertellen of de vogel dood is of leeft?” De oude man dacht even na en zei toen: “Het leven van die vogel ligt in jouw handen!”. De oude wijze man bleek opnieuw de wijste te zijn.

En dan denk ik aan Mattheüs 3:13-17. Daarin lezen we ook over een vogel, een duif. Het is de Vogel van God, de Heilige Geest, die neerdaalt uit de hemel, in de gedaante van een duif. Ook Hij is op zoek naar een plaats waar Hij kan landen, een plek waar Hij kan wonen. En die plaats vindt Hij bij Jezus. Jezus, die daar op dat moment gedoopt wordt in de Jordaan. De vogel landt op Jezus. Want Jezus laat de Heilige Geest toe in zijn leven. De Geest van God zal Zijn leven sturen en bepalen.

Deze Vogel van God vliegt nog steeds door de wereld. Vanaf Pinksteren, vanaf de uitstorting van de Heilige Geest, vliegt Hij overal naar toe. En daarvoor was Hij er ook al. Overal is Hij op zoek naar mensen op wie Hij kan landen. Hij is op zoek naar mensen die Hem een plaats willen geven in hun leven. En net als die jongen van daarnet hebben wij

dan twee mogelijkheden. Of we kunnen de Vogel van God, de Heilige Geest, doodknijpen, laten stikken. We kunnen trots de Heilige Geest wegdrukken en niet toelaten in onze harten, want God en Jezus hebben wij niet nodig, denken we. Of wij kunnen de Vogel van God wél ruimte geven om te landen. Het lot van de Heilige Geest, van de Vogel van God in ons leven, ligt in onze handen. En let wel, het toelaten van deze Vogel van God is van levensbelang. De Heilige Geest opent namelijk ons hart voor de grootheid van God, de Vader, onze Schepper en voor de liefde van Jezus Christus, die voor ons is gestorven en opgestaan om onze zonden te vergeven en ons eeuwig leven te geven. Door die Vogel, de Heilige Geest, ontstaat er geloof in ons hart, geloof in God, onze toevlucht, geloof in Jezus Christus, onze Verlosser. Én de Heilige Geest spoort ons aan om in het spoor van Jezus Christus te leven en Zijn liefde en licht in daden zichtbaar te maken. Die Vogel van God verbindt ons met Jezus (Johannes 14:20), waardoor wij uit Hem en voor Hem willen leven.

“Kom Heilge Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht. Verschijn, Lichtengel, in de nacht van onze geest, verward en trots.”

ds. Kees Groenendijk, Piershil

MEDITATIE
3

MET KINDEREN EEN KERK VERKENNEN

Hoe ontvang je als kerk een schoolklas? Elk jaar ligt bij tientallen gemeenten die vraag op tafel. De godsdienstdocent van de openbare basisschool vraagt of hij of zij met de klas de kerk mag bezoeken. Of in samenwerking met de christelijke school wordt een speciale dienst voorbereid en daarbij hoort een bezoekje vooraf aan het kerkgebouw. Hoe laat je een groep kinderen van wie de meesten onbekend zijn met de kerk, op een leuke manier kennismaken met het kerkgebouw en de predikant? Een paar gedachten en tips.

Als bij de kerk een verzoek binnen komt om een groep leerlingen te ontvangen, wordt vaak een ‘deskun dige’ benaderd om een rondleiding te geven. Soms is dat de predikant, soms de koster of een andere vrijwilliger die veel weet over de geschiedenis van het gebouw en over de gebruiken in de kerk. Zo’n deskundige is geneigd zijn taak heel serieus te nemen. In het beste ge val zal hij de groep weten te boeien door

z’n enthousiaste manier van vertellen en door z’n kennis van allerlei leuke ‘weetjes’ en details. Maar vaak duurt het verhaal voor de leerlingen te lang en zakt de aandacht steeds verder weg. Het kerkbezoek wordt dan zowel voor de leerlingen als voor de rondleider een teleurstellende ervaring. Als alternatief wordt daarom steeds vaker een speurtocht aangeboden, waarbij de leerlingen in kleine groep

jes een reeks vragen moeten beant woorden. Een goed voorbeeld is het algemene werkblad dat op de website van de Stichting Gelderse Kerken te vinden is. Dit werkblad helpt de leer lingen om goed rond te kijken in het gebouw en ze krijgen extra informatie aangeboden in de vorm van info-blok jes. Het voordeel van deze aanpak is dat de leerlingen nu zelfstandig het kerkgebouw kunnen verkennen en dat

Kansel van de Hervormde Gemeente in Ingen.
SAMENLEVING
4

ze aan het denken worden gezet. Het nadeel van beide tradionele werk vormen is, dat het accent op kennis overdracht ligt en dat volwassenen bepalen wat de leerlingen mee moeten nemen van hun kerkbezoek. Bij een rondleiding is daarnaast een bezwaar dat er maar één ‘zender’ is en dat de leerlingen vooral moeten luisteren. En bij een speurtocht dat het al snel gaat om de ‘juiste’ antwoorden waarbij cognitief ingestelde leerlingen in het voordeel zijn.

‘KINDERTHEOLOGIE’

De laatste tijd is er een nieuwe stro ming binnen de (school)pedagogiek opgekomen die wordt aangeduid als ‘kindertheologie’. Vooral in Duitsland, waar de rol van de kerk in het publieke leven veel groter is dan in Nederland, is er veel gepubliceerd op dit terrein. De ‘kindertheologie’ stelt dat het startpunt voor een gesprek met kinderen over God en geloof altijd moet liggen bij de ervaringen en de vragen van de kinde ren zelf. Volwassenen moeten niet be palen waar het gesprek over gaat, maar de kinderen. Bij een bezoek aan de kerk is het doel dus niet dat de leerlingen bepaalde kennis mee naar huis nemen, maar dat hun ervaring verrijkt is en dat hun vragen aan de orde gekomen zijn. Het programma moet dus zo in elkaar zitten, dat het initiatief bij de leerlin gen ligt, dat ze enthousiast worden van hun eigen ontdekkingen en dat ze elkaars vragen goed beluisteren. De gespreksleider moet vooral het onderlin ge gesprek faciliteren en alleen kennis aandragen waar dat echt nuttig is.

IN DE PRAKTIJK

In de praktijk kan zo’n programma er als volgt uitzien. We gaan ervan uit dat er 60 minuten beschikbaar zijn en dat elke groep bestaat uit ongeveer 15 leerlingen. Grotere groepen worden ge splitst en komen na elkaar naar de kerk omdat anders niet iedereen z’n vragen kan stellen. Naast de docent is alleen de predikant aanwezig om vragen te be antwoorden. Verder is verondersteld dat de meeste leerlingen geen kerkelijke achtergrond hebben en dat ze de kerk niet eerder bezocht hebben. Voordat de leerlingen binnenkomen zijn er speciale voorwerpen opgehangen (een toga, een doopjurk) of neergezet (het avondmaals stel, een antieke Bijbel).

Na binnenkomst worden de leerlingen uitgenodigd om in een ruime kring plaats te nemen, bijvoorbeeld in het koor van de kerk. De predikant stelt

zich kort voor en ze vertelt wat het programma inhoudt. Vervolgens worden de leerlingen in kleine groepjes op pad gestuurd om zelf de kerk te verken nen. Ze krijgen daarbij een !-teken en een ?-teken mee op een gekleurd half A-4tje. Deze blaadjes mogen ze op een plek neerleggen die ze mooi vinden (!-te ken) of die een vraag oproept (?-teken). Op een apart blaadje moeten ze ook opschrijven wat ze mooi vinden of wat een vraag oproept.

Na ongeveer twintig minuten komen ze terug in de kring en bespreken ze onder leiding van de predikant wat ze opge schreven hebben. Bij de vragen geeft de gespreksleider de groep telkens als eerste de gelegenheid om te reageren. Ruim voordat de tijd om is, schakelt de gespreksleider over naar het beantwoor den van algemene vragen over God, over geloof of over zichzelf.

ALTERNATIEF

Soms hebben de leerlingen de kerk al eerder bezocht of zijn veel leerlingen kerkelijk betrokken, waardoor ze het gebouw al redelijk goed kennen. Dan is een alternatief voor de !-teken en

?-tekenmethode het werken met detail foto’s. Van allerlei details in het kerk gebouw worden foto’s gemaakt, bijvoor beeld van een detail van de paaskaars, de doopvont, het orgel, een grafzerk, een kroonluchter, een wandkleed of de kansel. De leerlingen moeten op een plattegrond van de kerk met nummers precies aangeven waar het voorwerp te vinden is waarvan de detailfoto gemaakt is. Daarnaast krijgen ze een paar stickers met smiley’s mee, zodat ze kunnen aangeven welk voorwerp hen blij maakt of een vraag oproept. Het voordeel van deze aanpak is dat de leerlingen gedwongen worden de kerk met een frisse blik te verkennen. In de kring kan uitgewisseld worden waar de smiley’s geplakt zijn en waarom. Daarna komt natuurlijk weer de algemene ronde met vragen aan de voorganger. Ook bij deze methode komt er een ‘connectie’ tot stand tussen de leerling en de kerk, omdat ze mogen aangeven wat hen raakt en omdat ze elke denkbare vraag mogen stellen. En dat is precies de bedoeling van het kerkbezoek.

dr. Jacques Schenderling Detail van een kroonluchter.
5

GEKLOP OM MIDDERNACHT

Onlangs las ik enkele preken van de bekende dominee Martin Luther King jr.. Het zijn preken die hij eind jaren 50 en jaren 60 hield. Het waren de turbulente jaren waarin King streed voor gelijke burgerrechten voor de Afro-Amerikaanse bevolking en tegen racisme en rassenscheiding. Martin Luther King preekte geweldloos verzet. Hij geloofde dat dit veel sterker was dan de kracht van geweld en wapens. King preekte en streed vanuit de kracht van zijn geloof in de Bijbelse boodschap van de liefde. Een jaar na het winnen van de Nobelprijs voor de vrede werd King doodgeschoten. Een preek die mij zeer aanspreekt, is de preek over deze tekst uit Lucas.

Daarna zei Hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie bro den lenen, want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” (Lucas 11: 5-6)

De titel van deze preek is: ‘Geklop om middernacht’. In dit artikel wil ik enkele fragmenten delen die tot de dag van vandaag nog heel veel zeggingskracht hebben.

Ook al is dit een gelijkenis die gaat over de kracht van het volhardend gebed, zij toont ons ook iets over veel van de pro blemen waar we vandaag mee te maken hebben en de manier waarop de kerk daarmee kan omgaan. In deze gelijkenis is het middernacht; ook in onze wereld is het middernacht, en de duisternis is zo diep dat we nauwelijks kunnen zien welke kant we moeten opgaan. Net zoals in de gelijkenis wordt ook in onze wereld de diepe duisternis van het middernachtelijk uur onderbroken door een klop op de deur. Op de deur van de kerk wordt geklopt door miljoe nen mensen. (…) De kerk is nog steeds een vertrouwd oriëntatiepunt, waar om middernacht de vermoeide reiziger langsgaat.

“Laat me met rust; de deur is gesloten, mijn kinderen liggen bij mij in bed; ik kan nu niet opstaan om jou iets te geven.” Hoe vaak hebben mensen al niet een dergelijke teleurstelling ervaren op de deur van de kerk klopten. (…) Miljoenen Afrikaanse zwarten stervend van de honger naar het brood van de vrijheid, hebben keer op keer aan de deuren van de zogenaamde witte kerken geklopt, maar doorgaans wordt op hen gerea

geerd met een koude onverschilligheid of een stuitende hypocrisie.

De kerk moet erop gewezen worden dat zij noch de meesteres noch de dienares van de staat is, maar het geweten van de staat. Zij moet de gids en de criticus zijn, maar nooit het werktuig. Als de kerk niet terugkeert bij haar profetische taak, zal zij een irrelevante sociale club zonder morele en spirituele autoriteit worden. Als de kerk niet actief deelneemt aan de strijd voor vrede en economische en raciale gerechtigheid, zal zij de loyaliteit van miljoenen mensen kwijtraken en zal over haar gezegd worden dat zij haar wilskracht heeft laten verschrompelen. Maar als de kerk zichzelf bevrijdt van de ketenen van een verstikkende status quo, haar grote historische missie weer oppakt en zonder angst spreekt en handelt voor gerechtigheid en vrede, zal zij de verbeelding van de mensheid opwekken en de zielen van mensen aan vuren, hun vullen met een gloeiende en brandende liefde voor waarheid, gerech tigheid en vrede. Zowel dichtbij als ver weg zullen mensen de kerk kennen als een geweldige gemeenschap van liefde, die eenzame reizigers om middernacht van licht en brood voorziet.

Vele mensen blijven op de deur van de kerk kloppen om middernacht, zelfs nadat de kerk hen zo bitter teleurgesteld heeft, omdat ze weten dat het brood van het leven daar is.

Middernacht is een verwarrend uur waarin het moeilijk is om trouw te zijn. Het meest inspirerende woord dat de kerk kan spreken is dat het middernach telijk uur nooit zal blijven. De vermoeide reiziger die om middernacht om brood vraagt, snakt in feite naar zonsopgang. Onze eeuwige boodschap van hoop is

dat deze zonsopgang zal komen. Onze slavenouders realiseerden zich dit. (…) Omringd door een intimiderende duistere nacht, maar in het geloof dat de ochtend zou komen zongen zij:

I’m so glad trouble don’t last alway.

O my lord, o my Lord, what shall I do?

Ik ben zo blij dat de moeilijkheden niet voor eeuwig zijn.

O mijn Heer, o mijn Heer, wat moet ik done?

De zonsopgang zal komen. Teleurstel ling, zorgen en wanhoop worden om middernacht geboren, maar de ochtend zal volgen. “Onder tranen slapen we ’s avonds in”, zo zegt de Psalmdichter het,

GEMEENTEWERK
6

“’s morgens staan we juichend op.” Dit geloof verslaat de massale hopeloosheid en schijnt met een nieuw licht in de don kere kamers van het pessimisme.

REFLECTIE

De hierboven weergegeven fragmen ten komen uit een zeer boeiende en aansprekende preek. Het is een preek die nog steeds heel actueel is. Ook de context van 2022 dwingt ons nog steeds om na te over en kritisch te zijn naar elke vorm van onderdrukking, ongelijkheid, discriminatie, uitsluiting en racisme. King wijst terecht op het feit dat de kerk ook een profetische taak heeft. Wat zeer intrigeert in de preek is de wijze waar King de kerk bekritiseert en er tegelijkertijd op wijst wat van een kerk verwacht mag geworden. Steeds weer kloppen mensen in het uur van de nacht op de deur van de kerk. En wat is dan de eerste reflex van de kerk? Wordt de klop gehoord? Vindt er selectie plaats aan de poort.? Of opent ze de deuren voor elke vermoeide pelgrim ongeacht afkomst, kleur, ras, geaard heid of wat een reden tot uitsluiting kan zijn? Mensen kloppen niet zomaar op de deur van de kerk. In zijn preek noemt King dat mensen aankloppen om het brood van het geloof, de hoop en de liefde.

N.a.v. Martin Luther King jr., Sterk door de liefde. Preken die het hart raken, Utrecht 2018

KORT EN KRACHTIG OVER DE HEILIGE GEEST

Ron van der Spoel schrijft in twaalf kernpunten over de Heilige Geest. En na ieder hoofdstuk volgt een kort toepasselijk gebed. De Geest leert ons de liefde in het Koninkrijk kennen: zoals de Vader Mij heeft liefheeft, zo heb Ik u lief. De Geest trekt ons zo in de liefdes kring van de drie-enige God. De Geest leert ons onze gedachten niet alleen bij onszelf te hebben maar ook naar Jezus uit te laten gaan.

Ron van der Spoel was predikant in Vathorst (Amersfoort) en is nu pionier van het Leger des Heils in Zuid Limburg en betrokken bij Open Doors. Kernvraag in dit boekje is: hoe werkt de Geest in mij; hoe merk ik de Geest?

Als je verlangt naar de Geest, zal God je die geven, zoals een vader zijn kinderen goede gaven kan geven, zo geeft God de Heilige Geest (Lucas 11: 13).

Sterk is de nadruk (blz. 27) op zoeken en tasten, zoals Paulus aangeeft in Handelingen 16: 6,7 waar Paulus niet goed weet wat hij moet doen bij de grens van Mysië. De Heilige Geest staat hen niet toe naar Asia te gaan. Hoe dat is gebeurd? Dat is niet duidelijk.

Minder fraai is (blz. 29), dat bidden zou zijn: “God bij de dingen van ons leven betrekken”. Ik denk: dat doet God al. De Heilige Geest wil juist ons leven op Gods Koninkrijk betrekken. Dat wij be langrijk gaan vinden wat God belangrijk vindt: liefde en trouw, recht en gerech tigheid (Jesaja 16: 5). En ondertussen

de ontheemde en de vluchteling opvan gen (Jesaja 16: 3). Dat past meer bij Geest en gebed. Goed is de aandacht voor het onderscheid tussen Gods Geest en onze geest. Dat Petrus eerst Jezus belijdt en dan na de aankondiging van het lijden zegt: God verhoede dat –dat is niet Gods Geest maar zijn eigen ‘ik’, bedacht op wat mensen willen en niet wat God wil. Daar komt dat onder scheid opeens aan de orde. Vuistregel voor dat onderscheid is: wat je denkt of denkt te zien, verheerlijkt dat God en past het bij de Bijbelse boodschap?

Onderzoek of een geest uit God komt, zegt Johannes (1 Johannes 4:1).

Aardig is het stukje over de timing van de Geest. In Kana is de ure van Jezus nog niet direct gekomen. Bij de instel ling van het Avondmaal is de ure wel gekomen en bij de Hemelvaart blijkt, dat sommige tijden en gelegenheden niet bekend worden.

De Geest is pleitbezorger en de erbij-ge roepene: trouwe metgezel en trooster. Omdat de Geest ons erbij bepaalt, dat we zonen en dochters van God zijn en dat de Geest ons tegemoetkomt in onze zwakheden. De aanwezigheid van de Geest is regelrecht een zegen. Dit is een handzaam boekje met goede tips en sterke Bijbelverwijzingen.

Ron van der Spoel, Kort en krachtig over de Heilige Geest, KokBoekencentrum, Utrecht 2021, 62 blz., €11,99

BOEKBESPREKING
7

HET ONTSLAG VAN DR. PH.J. HOEDEMAKER ALS HOOGLERAAR AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT (1)

In 1884 kregen Anna en Hantje verke ring. Anna was een oudere halfzus van de bekende theoloog O. Noordmans, ze woonde in Scharnegoutum. Hantje was student theologie aan de Vrije Universiteit [voortaan: VU] in Amster dam. Tot ze in 1890 trouwden, hebben ze met elkaar gecorrespondeerd. De correspondentie geeft niet alleen een boeiend beeld van de ontwikkeling van een liefdesrelatie. De brieven van Anna weerspiegelen daarnaast het geestelijke en kerkelijke klimaat in de naschemer van het (Friese) Reveil. Die van Hantje geven ook een goede indruk van het rei len en zeilen van de VU in haar begintijd en van de Doleantie in de hoofdstad van ons land.

‘FASCINERENDE LECTUUR’

Ik belicht één kwestie die in het boek op bijzondere wijze aan de orde komt: het ontslag van dr. Ph.J. Hoedemaker als hoogleraar aan de VU. Maar eerst enkele deskundigen over Wanneer toch mijn liefste?

• Dr. Maarten Aalders, auteur van 125 jaar Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit: ‘Het is fascineren de lectuur voor de liefhebber, die een buitengewoon inkijkje geeft in het leven van twee jonge mensen die midden in de kerkstrijd uit de jaren tachtig van de 19e eeuw zaten.’

• Prof.dr. Martien Brinkman, eme ritus-hoogleraar Oecumenische en Interculturele Theologie aan de VU: ‘Het is een ware Fundgrube voor de vroege geschiedenis van de VU.’

• Dr. Ab Flipse, universiteitshistoricus van de VU: ‘Het bevat materiaal om van te smullen. De stukken over de VU geven echt een inkijkje van onderaf, dat nog nauwelijks bekend was. Belangrijk is nu eenmaal het laten spreken van de bronnen zelf, omdat dat prachtig materiaal is.’

• Prof.dr. Bart Wallet, voormalig direc teur van het HDC / Centre for Religious History: ‘Het biedt een fascinerend beeld van het protestantse leven aan het einde van de 19e eeuw en is met veel inlevingsvermogen geschreven. De familieleden komen je op bepaalde

momenten werkelijk nabij. Bijzonder en uniek materiaal.’

IN GESPREK MET HOEDEMAKER

Op 1 september 1887 diende Hoe demaker zijn verzoek tot ontslag in. ¹ In de brief maakte hij gewag van zijn verwachting dat de VU tot zegen van de Nederlandse Hervormde Kerk en zo van het vaderland zou zijn, maar dat die niet vervuld was. Het motief om als hoogleraar aan te blijven, was daarmee

vervallen. ‘Geaarzeld heb ik en gewacht, maar alleen op hoop tegen hoop, dat de vrienden der Vrije Universiteit in de Hervormde Kerk zouden beseffen wat, met betrekking tot deze stichting en de beginselen, die zij vertegenwoordigde, hunne roeping was en in het belang zou zijn van de Reformatie, die wij, als Gere formeerden, getrouw aan den grondslag der Vrije Universiteit, moeten begeeren. Langer te wachten zou zijn eene valsche positie in te nemen, door feitelijk in

Eind juni verschijnt van mijn hand het boek Wanneer toch mijn liefste? Anna Noordmans & Hantje van Dijk, een liefdesgeschiedenis in de schaduw van de Doleantie. Ph.J. Hoedemaker, 1890-1899. Tekening Bernard de Hoog. Foto: Museum Catharijneconvent, Utrecht.
KERK
8

‘HET IS MIJ GEBLEKEN, DAT HETGEEN IK IN DE LAATSTE JAREN EN MAANDEN HEB DOORLEEFD, MIJ STERKER HEEFT AANGEGREPEN DAN IK VERMOEDDE.

TER WILLE VAN MIJNE GEZONDHEID ACHT IK MIJ VERPLICHT U TE MELDEN, DAT IK IN STEE VAN OP 1 APRIL REEDS DEN 1STEN JANUARI E.K. WENSCH ONTSLAGEN TE WORDEN.’

dienst der doleerende Kerken te treden. Dit kan niet van mij worden geëischt of verwacht en ik acht hiermede mijn verzoek voldoende gerechtvaardigd.’ Aanvankelijk heeft Hoedemaker 1 april 1888 als datum van aftreden gesteld, maar in een brief van 24 september heeft hij dat veranderd in 1 januari 1888: ‘Het is mij gebleken, dat hetgeen ik in de laatste jaren en maanden heb doorleefd, mij sterker heeft aangegre pen dan ik vermoedde. Ter wille van mijne gezondheid acht ik mij verplicht u te melden, dat ik in stee van op 1 April reeds den 1sten Januari e.k. wensch ontslagen te worden.’ In een brochure 2 lichtte Hoedemaker zijn vertrek toe. In een brief van 25 september aan Anna doet Hantje verslag van het gesprek met Hoedemaker over zijn ontslag. Het gesprek heeft plaatsgevon den in het huis waar hij met zijn twee zussen en zijn broertje, die eveneens theologie studeerde, woonde.

Wij: Is u vast besloten Prof. uw Profes soraat neer te leggen?

Prof: Ja, het is me niet mogelijk langer mijn positie vol te houden; ik geloof niet dat ik ’t tot één April uithoud, hoewel deze stap mij niet gemakkelijk valt. Prof Gunning feliciteerde mij, toen ik mijn ontslag gevraagd had, maar ik schreef hem terug, dat het mij smartte met zoo iets gefeliciteerd te worden; toch zou het voor mij een zedelijke zelfmoord zijn langer te blijven.

Wij: Denkt u dan weer Dominé te wor den Prof?

Prof: Ik dacht naar Duitschland te gaan, maar mijn vrouw heeft daarin zeer weinig trek en ’t is ook moeilijk voor mij hier te blijven. Ik heb een brief uit IJlst en Nijland gekregen, behelzende de vraag, of ik daar Dominé wilde worden. In IJlst heb ik ’t te druk, want ik wilde ook tijd overhouden te schrijven.

Wij: Maar te Nijland! Prof, daar is geen groote gemeente en U kon uw kinderen te Sneek ter school sturen.

Prof: Maar ik vrees dat ik daar spoedig conflict krijg.

Wij: Nu, wat zou dat Prof? We konden dan eens zien hoe of U handelde en dus de manier waarop er tegenwoordig volgens U, gehandeld moet worden.

Prof: Ja, maar ’t is moeilijk voor mij. (?)

Wij: Maar hoe moet het nu eigenlijk Prof? De losmaking uit ’t Syn. verband van Heeg, is toch ook mee op uw aanraden geschied; de bezwaren die Ds Wagenaar [ds. L.H. Wagenaar was predikant van Heeg, JDThW] nog had, hebt U weggenomen.

Prof: Ja bij de losmaking was de wijze van handelen nog goed, maar nu is dat weer anders (?) Met Reitsum sympathi seer ik ook nog al, omdat de geheele gemeente daar bijna mee gegaan is, zoo moesten nu alle gemeenten tegelijk gedaan hebben, dan ware ’t naar mijn wensch geschied.

Wij: Maar Prof, verandert het beginsel er om of er meer of minder voor zijn?

Prof: Neen, maar ’t doet mij zoo leed dat zoovele predikanten, nog niet beter tegen de Syn. Hier. optreden.

Wij: Ja, Prof. Prof. K. zei kort geleden m.i. nog zoo terecht, dat het was alsof er geen Geref. meer onder de Syn. besturen waren.

Prof: Ja, dat is, jammer genoeg, ook waar.

Harmke: Maar Prof, hoe komt ’t toch dat zoovele vromen in den lande, toch zoo van harte sympathiseeren met de tegenwoordige beweging en U, zooals U zegt, zoo weinig sympathie hebt.

Prof: Zoo als de bedding gegraven wordt, vloeit de stroom. Kuyper heeft de bedding zoo gegraven.

Wij: Waarom hebt u dan ook niet een bedding gegraven?

Prof: Ja, dat is de zonde mijner traag

heid voor G. geweest, had ik maar een blad opgericht; nu hebben de men schen mij niet begrepen; we zijn nog niet dichter bij de Reformatie geweest dan toen ik te Sneek gesproken heb ware ik zoo het land doorgegaan een machtige beweging zou er plaats gehad hebben.

Na het gesprek had Hantje Hoedemaker naar de tram gebracht.

¹ G.Ph. Scheers, Philippus Jacobus Hoe demaker (Wageningen 1939), 95.

2 Ph.J. Hoedemaker, Aan Jhr Mr A.F. de Savornin Lohman. ‘Eéne belijdenis?’

Eene ernstige vraag naar aanleiding van mijn aftreden als hoogleeraar aan de Vrije Universiteit (Amsterdam 1887).

9

DE ZEVEN GEESTEN VOOR GODS TROON

Als we ons willen verdiepen in het werk en de persoon van de heilige Geest slaan we het Bijbel boek Handelingen open, of we lezen Romeinen 8 en de teksten over de Parakleet uit het Johannesevangelie, en zo zijn er nog meer teksten te noemen. In dat rijtje hoort het Bijbelboek Openbaring meestal niet thuis. Toch bevat juist dit boek veel informatie over de heilige Geest.

Sterker nog, de Amerikaanse exegeet William Barclay schrijft zelfs het volgende: “It is in the Revelation that we find one of the completest presentations of the work of the Holy Spirit.” In dit arti kel wil ik iets delen van wat het visioen van Johannes op Patmos leert over het werk van de Geest. Ik doe dat door in te gaan op de uitdrukking ‘de zeven gees ten voor zijn troon’ (Openb. 1,4).

De zeven geesten en de heilige Geest Er is een traditie die de zeven geesten uit 1,4 gelijkstelt aan de zeven enge

len die elders in Openbaring worden genoemd. Het ontbreekt me de ruimte om daar op in te gaan. Met een over grote meerderheid van de exegeten, ga ik ervan uit dat met de zeven geesten de heilige Geest wordt bedoeld. Het ligt namelijk niet voor de hand dat tussen ‘Degene die op de troon zit’ (de Vader) enerzijds en ‘Jezus Christus, de betrouwbare getuige,’ anderzijds, over engelen gesproken wordt (zie Openb. 1: 4, 5). Bovendien speelt Zacharia 3, 9 en hoofdstuk 4 hier en op andere plaat sen in Openbaring op de achtergrond.

Daar worden de zeven ogen en zeven lampen gekoppeld aan de ene Geest. Verder speelt ook Jesaja 11, 2 (e.v.) een belangrijke rol, vooral in de versie van de Septuaginta. De ene Geest van de Heer heeft daar zeven ‘gestalten’. Hij is onder meer de Geest van wijsheid, van kracht van kennis en van ontzag. Kortom, ‘de zeven geesten’ staan voor de volheid van het werk van de heilige Geest.

Zeven gemeentes: gerichte zorg Zoals het over ‘de zeven geesten’ gaat,

Johannes op Patmos.
THEOLOGIE
10

gaat het ook over ‘de zeven gemeentes’ (in Openb. 2 en 3). Deze gemeentes representeren tezamen alle verschij ningsvormen van de wereldwijde kerk door de tijd heen. Het spreken over ‘de zeven geesten’ wijst daarmee op de gerichte zorg die de Geest elke kerk en elke gelovige kan bieden. De gemeente in Efeze heeft iets anders nodig dan de gemeente in Pergamum, die in Neder land iets anders dan die in Argentinië. Het is daarbij opvallend dat het steeds Christus is die het woord voert, maar dat de brieven eindigen met de oproep te horen naar wat de Geest tot de ge meentes zegt. De stem van de Geest is de stem van Christus. Ik wil daarbij nog wijzen op Openb. 3, 1. Christus wordt daar genoemd ‘Hij die de zeven geesten heeft’. De Geest is in deze brief aan Sardes de Geest die levend kan maken. Nieuwe krachten kan geven. Zou dit wel licht de brief zijn die tot ons gericht is?

Zeven vurige fakkels: verlichting en zuivering In Openb. 4, 5 staat: ‘voor de troon brandden zeven vurige fakkels; dat zijn de zeven geesten van God.’ Er zijn ver

schillende meningen over de betekenis van deze fakkels. De sterkste is die waarin de fakkels staan voor enerzijds het vuur en de verlichting die de Geest brengt (denk aan Handelingen 2) en anderzijds voor het oordelende werk van de Geest. Het vuur staat voor zuivering, voor het wegdoen van ongerechtigheid.

Zeven ogen: waakzame zorg en uitgaan Een hoofdstuk daarna gaat het opnieuw over de zeven geesten (Openb. 5, 6). Het lam staat voor de troon, ‘het had zeven horens en zeven ogen; dat zijn de zeven geesten van God die over de hele wereld zijn uitgestuurd.’ Het beeld van de Geest als ‘zeven ogen’ heeft veel te zeggen. Het vertelt over Christus’ waak zaamheid over zijn kerk. Christus waakt door zijn Geest over ons, en zorgt voor ons. Het vertelt over het reddende werk van de Geest, die op zoek naar mensen om hen in contact met Christus te bren gen. De Geest wordt erop uitgestuurd, uitgezonden. Het lam zendt de Geest uit, om de kerk levend te maken en te houden, om mensen te zoeken en te vinden. Als wij gaan, is de Geest al voor ons uit. En er is geen plaats op deze

wereld waar de Geest niet komen kan.

Zeven inzichten

Een oogst van maar liefst zeven hoop volle inzichten levert dit overzicht op. Anders dan in de brieven van Paulus het geval biedt Johannes in Openbaring bij de groet een trinitarische formule, waarin ook de Geest genoemd wordt. Het heeft dan ook goede papieren dit ook bij de groet aan het begin van een kerkdienst te doen (1). Deze Geest heeft zeven ‘gestalten’ en kan dan ook gerichte zorg en bijstand verlenen aan de wereldwijde kerk in al haar verschij ningsvormen en uitdagingen (2). Deze Geest is erop uitgestuurd. De zending van de Geest is de basis van de zen ding van de kerk. Dat geeft ontspan ning, dat schept moed en stimuleert (3). In die zending brengt de Geest licht in onze onhelderheid en donkerte (4), en bestrijdt Hij het onrecht op de wereld en in onszelf (5). Door de Geest biedt Christus waakzame zorg (6), want Hij is degene die de zeven geesten heeft en uitzendt (7).

dr. Aaldert Gooijer, Berkel en Rodenrijs

Patmos.
11

HEILIGE GEEST DOORWAAIT WERELD IN RAMPSPOED

In een tijd van bijna mondiale onrust zien we reikhalzend uit naar de komst van de Heilige Geest. Zo sterk is dat verlangen. Deze Geest, gezonden van God de Vader en Jezus Christus, verlicht ons uit de duisternis, stelt ons in een licht. De apostel Paulus schrijft aan Titus, “Hij (God) heeft ons naar zijn ontferming ons gered door het bad van de wedergeboorte en door de vernieuwing door de Heilige Geest. Hij heeft deze rijkelijk over ons uitgestort door Jezus Christus, onze Heiland, opdat wij, gerechtvaardigd door zijn genade, erfgenamen zouden worden naar de hoop op het eeuwige leven.

We leven in donkere dagen, ook al schijnt de zon dagelijks urenlang. Er woedt een verschrikkelijke oorlog in de Oekraïne, waarvan het hoogtepunt met spanning tegemoet wordt gezien. Hele steden en dorpen en landerij en zijn verwoest door het Russische leger, burgers, ja zelfs jonge kinderen, achteloos vermoord, overweldigd of ver kracht. De arme slachtoffers zijn alles kwijt. Het is een drama zonder weerga. Wij, westerlingen, kunnen helpen met geld, voedselzendingen, beddengoed en medicijnen. En uiteraard ons dage lijks gebed voor de slachtoffers van dit brute geweld. President Poetin leeft in een andere, schimmige wereld die de onze niet is. Hoe kan hij weer tot rede gemaand worden? Hoeveel regerings leiders hebben hem niet bezocht? Hij zit stijf en strak, zijn rechterhand

angstvallig het bureau omklemmend. Italiaanse artsen vermoeden dat hij een verborgen ziekte heeft. Zeker kan gezegd worden dat deze agressor niet normaal is en nog heel wat ellende kan veroorzaken. Hij leeft in het duister. En dan is het maar goed dat wij ons nu op de uitzending van de Heilige Geest kunnen concentreren. Wij hebben die Geest dubbel en dwars nodig in een tijd van geestelijke armoe. De Franse filo soof Chantal Delsol, die in de schaduw van de grote kathedraal Saint Sulpice in Parijs woont, stelt, dat de christelijke cultuur op sterven na dood is. Er zal volgens haar nog maar een restver schijnsel over blijven. Hierdoor voelen wij aan dat het de hoogste tijd wordt, dat de Kerk van Jezus Christus uit de schuilhoeken komt en weer springle vend gaat worden.

EVANGELISCH BEKERINGSBEVEL

Pinksteren, het geboortefeest van de Kerk, kwam met een geweldige wervel wind die het hele huis vervulde, waar de apostelen bijeen waren. Het zou van daag de dag vetgedrukt op de voorpa gina’s van de kranten gestaan hebben: “wervelwind in Jeruzalem”. Maar als de gemoederen wat tot rust gekomen zijn, begint Petrus met het afsteken van een lange toespraak. Die was wel gewenst, want de algemene vraag van de vele omstanders uit binnen- en buitenland was: “wat wil dit tot zeggen?”. “Waartoe dient dit kabaal?” Petrus kan bijna niet boven het tumult uitkomen en maant tot kalmte. Hij zegt: ’Deze Jezus die jullie vervolgd hebben, is door Gods rechterhand verhoogd. En deze heeft de komst van de Heilige Geest beloofd. Welnu, deze is nu gekomen, Jullie zijn er

VARIA
12

getuige van. Je ziet het en hoort het. En nu moet heel het huis Israël, ja heel de kerk weten, dat God Hem tot Heer en Christus gemaakt heft, diezelfde Jezus die gij gekruisigd hebt. In Handelingen 2 staat vermeld:” Toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart getroffen”. Ze stonden erbij als versteend. Er ging vrees en huiver door de menig te. En ze stamelden “Wat moeten wij doen?”. Dat is de roep van een van zon de overtuigd hart. Is er nog een weg om tot genade te komen? Die vraag moet ons allen bezighouden. Petrus geeft daarop een radicaal antwoord: “Bekeert u , en een ieder van u worde gedoopt in de naam van Jezus Christus”. Dat wil zeggen: gedoopt zijn Op Zijn Naam, gefundeerd zijn op Christus’ Werk, op de boodschap van Zijn genade. En daar om is het zo mooi, zoals Mattew Henry zegt: “Onderwerp je aan de genade en het bestuur van Christus. En als je daar zo van overtuigd bent, belijdt het dan in het openbaar voor God en Zijn gemeen te”. Dat wordt veelal gedaan op de Paaszondag maar kan net zo goed op de Pinksterzondag plaatsvinden.

EVANGELISCHE BELOFTE

Met Pinksteren breekt een nieuwe tijd aan. God had Zijn zoon gezonden om verloren zondaars te redden. Het oude verbond dat God met Adam gesloten had, was het werkverbond. Daarvoor is het genadeverbond in de plaats geko men. Maar om die genade te ontvangen moeten we ons eerst wel bekeren, van alle ongerechtigheden gereinigd worden. Op gebed ontvangen wij dan bekering en vergeving van zonden. Die vergeving en vrijspraak is de grote evangelische belofte. Als climax zullen wij de gave van de Heilige Geest ontvangen, dat wil zeggen de Heilige Geest zelf. Hoe zal dat in de praktijk gaan? Verwachten wij dat wij gaan spreken in tongen? Is er een bijzondere handoplegging? Wat er gebeurt kunnen we eenvoudig le zen in vers 41 van het Pinksterevange lie: “Ze nemen het Woord gaarne (met vreugde) aan. De belofte wordt vervuld. Wij ontvangen de Geest. Die gaat in ons wonen. Die komt wonen in ons hart. Zijn dit niet de mooiste woorden die wij elkaar kunnen toewensen?

STUDENTENWERK (15):

ZELFZORG EN DE ANDER

Je komt het bijna elke week tegen in het nieuws: allerlei onderzoeken die laten zien dat het met de jonge generaties niet zo goed gaat. Eenzaamheid, een ongezonde levensstijl, klachten rondom depressiviteit. En sinds de coronaperiode is dat alleen maar erger geworden. Tegelijker tijd zijn veel jongeren in behandeling bij een psycholoog of volgen trainingen rondom persoonlijke ontwikkeling. Hoe verhouden we ons hiertoe als christen?

Zelfzorg

Een van de eerste dingen die wij als studentenpastors moeten leren is zelfzorg. Er zijn namelijk al zoveel zendingswerkers geweest met een sterk roepingsgevoel en een enorme drive om aan de slag te gaan, maar die korte tijd later met een burn-out thuis zaten. Je bent in dit werk zelf het instrument en dus heb je ook zowel het recht als de plicht om goed voor jezelf te zorgen.

Effectief

Maar dat geldt natuurlijk ten diepste voor iedereen. Ook al werk je niet direct met andere mensen, jij bent uiteindelijk degene van wie anderen afhankelijk zijn. Althans, dat is wat veel zelfhulpfilm pjes op YouTube je vertellen. Vaak met een verwijzing naar Abraham Lincoln, die gezegd zou hebben: ‘Als ik drie uur krijg om een boom om te hakken, ben ik de eerste twee uur bezig om de bijl te slijpen.’ Kortom: harder werken is niet de oplossing, want het is belangrijker om scherp en effectief zijn.

Druk

Veel jongeren gaan mee in deze ont wikkelingscultuur. Het leven kan dan altijd beter en je blijft met jezelf in de weer. Aan de ene kant is dat natuurlijk een goede zaak. Jongeren van nu zijn zich vaak veel bewuster van hun eigen dromen en verlangens dan vroeger. Aan de andere kant vraag ik me weleens af waar die constante druk goed voor is. Is het geen oneindige spiraal waar je nooit meer uitkomt? Word je er uiteindelijk ook niet eenzaam en depressief van als

het niet genoeg lijkt te zijn om te zijn wie je bent?

Doel

Daarbovenop komt voor mij nog het christelijke perspectief. De vraag is na melijk wat uiteindelijk ons doel is. In het coachingsmateriaal waar ik mee werk bij IFES wordt het scherp gesteld: het doel van een kerkelijke bijeenkomst of een Bijbelkring is niet de gezellige contacten of de inhoudelijke verdieping. Het is anders gezegd niet iets waar jij beter van zou kunnen worden (1 Petrus 5:2). Want de gemeenschap zelf mag het doel zijn. Daar mogen wij ons aan geven, die mo gen wij belangrijker achten dan onszelf.

‘HET DOEL VAN EEN KERKELIJKE BIJEENKOMST OF EEN BIJBELKRING IS NIET DE GEZELLIGE CONTACTEN OF DE INHOUDELIJKE VERDIEPING’

Spanning

En dan ontstaat er volgens mij een spanning. Tussen zo goed mogelijk voor jezelf zorgen en zo veel mogelijk er voor de ander willen zijn, uit belangeloze toewijding. Tussen je eigen grenzen be waken en helemaal openstaan voor de vreugde en het verdriet van de ander. Bij het studentenwerk maken we dat dan concreet met allerlei casussen. Bijvoor beeld wanneer je vermoeid bent aan het einde van een conferentie, maar een van je groepsgenoten nog een verhaal wil vertellen over wat God heeft gedaan afgelopen dagen. Kies je dan voor jezelf of voor de ander?

Uitdaging

Het kan dus aan beide kanten door slaan, denk ik. Mensen die zichzelf he lemaal opofferen en daardoor niet meer goed functioneren op lange termijn, en mensen die zo op afstand blijven staan om zichzelf te beschermen, dat er geen echt contact mogelijk is. Dat geldt in het studentenwerk net zo goed als in de kerk. Een mooie uitdaging om eens na te denken over waar je zelf staat!

STUDENTENWERK
13

IN DE BIJBEL STAAT…

Het thema van ons blad Confessioneel-Credo over ‘oneigenlijke redenen’ (nr. 10 van 19 mei 2022) kwam mij de afgelopen periode enkele malen in gedachten. Het volgen van de media rondom de discussie over de vrouw in het ambt in de Christelijk Gereformeerde Kerken en kerken waarmee plaatselijk wordt samengewerkt vormde het ontbrandingspunt. Berichten in de seculiere landelijke media over een mogelijke kerkscheuring rondom dit punt versterkten dit.

Een open en eerlijke discussie over welk onderwerp dan ook is wat mij betreft een prima zaak. Daarnaast wil ik op geen enkele manier de indruk wekken dat ik van buitenaf broeders (die erover stemmen) en zusters van een ander kerkgenootschap iets wil opleggen, voorschrijven of wat dan ook. Dat is niet mijn rol als voorzitter noch het doel van onze vereniging. Bovendien herkennen we de moeite rondom dit punt ook in onze eigen kerk en herin neren velen zich de pijn die dit in het verleden teweeg heeft gebracht of nog brengt. De herkenning van de moeite gaat voorop. En toch drong het thema ‘oneigenlijke redenen’ zich aan mij op in het beroep dat er gedaan werd op de (tekst van de ) Bijbel. Daar zit voor mij en onze vereniging wel een aangelegen punt en dat herkende ik in verschillende van de onderwerpen die in het vorige nummer van Confessioneel-Credo wer den aangeroerd.

Het feit dat we in de Bijbel te maken hebben met een verzameling boeken die twintig of meer eeuwen oud zijn, stammen uit verschillende omstandig heden en met verschillende oogmerken zijn geschreven, maakt een beroep op de Bijbel minder gemakkelijk dan we wel eens denken. Dit doet niets af aan het samenvattende raamwerk van het werk van de heilige Geest die de au teurs heeft geïnspireerd en geleid. De heilige Geest is geen statische persoon binnen de drie-eenheid van onze God die slechts op één en dezelfde manier werkt door de eeuwen heen. Als er een dynamische persoon binnen de goddelijke drie-eenheid is dan juist de heilige Geest. Het Pinksterfeest getuigt daar in alle toonaarden van en de Bijbel weerspiegelt dat.

De teksten van de Bijbel laten dus eenzelfde patroon zien, namelijk hoe

dynamisch en divers de heilige Geest heeft gewerkt in en door de auteurs van de Bijbel. Het blijft dan ook een zaak van voortdurend lezen en herlezen, be studeren en bespreken. Doe je dat niet dan kom je zomaar in de valkuil van de ‘oneigenlijke redenen’ terecht. Immers, de complexiteit van het ontstaan van de Bijbelse teksten (tijd, oorsprong, doel etc.) wil meegewogen worden in de ver taling en de vertaalslag/vertolking naar onze omstandigheden die hun eigen complexiteit kennen. Een beroep op de Bijbel in de trant van ‘in de Bijbel staat …’ kan bij onvoldoende zorgvuldigheid zomaar het kenmerk krijgen van een ‘oneigenlijke reden’. De waarneming van een onzorgvuldig beroep op de Bij bel zoals velen van ons dat nog wel ken nen van gesprekken aan de deur met mensen van een andere geloofsovertui ging, is niet per se een garantie dat ons dat niet kan overkomen. Derhalve is het zaak dat ook onze kerk in de opleiding van voorgangers voluit aandacht blijft schenken aan de Bijbelse vakken. Ook mag de kerk best kritisch zijn – omwille van het Woord dat ons is toevertrouwd

– op wie zij toelaat tot de bediening van de Woordverkondiging.

Hoe uitdagend en verrassend het kan zijn om de Bijbel telkens weer te bestu deren werd mij bijvoorbeeld duidelijk uit de afscheidsbundel Vertalen is verras sen: Nieuwe vensters op Bijbelse tek sten die op 19 mei jl. aan dr. Jaap van Dorp werd aangeboden ter gelegenheid van zijn afscheid van het NBG. De voort gang van het onderzoek naar een goede vertaling dat aan deze bundel is af te lezen, bewaart ons voor een al te direct en eenvoudig beroep op de Bijbel naar de geschetste manier. Als het puntje bij het paaltje komt mag tenslotte worden gezegd: in de Bijbel staat … maar wel onder aantekening van voorlopigheid. Zo als wij ons ‘tussen de tijden’ bevinden –op weg van Pasen en Pinksteren naar de komst van het Koninkrijk – bevindt zich ook de vertaling en vertolking van de Bijbel ‘tussen de tijden’. Dat ligt niet aan het Woord van God maar aan de men selijke vertalers en uitleggers daarvan; dat maakt voorzichtig en bescheiden, en tegelijk motiveert en stimuleert het om deze taak te blijven behartigen. Wij leven immers uit het Woord. Door het Woord weten wij wie onze Heer Jezus Christus is. Bij de voorbereiding op een nieuw sei zoen waarmee de afdelingen waarschijn lijk al bezig zijn, wil ik een avond rondom de Bijbel – in welke variant dan ook – graag als suggestie meegeven. Laten we niet te snel denken dat we wel weten wat er staat. De Bijbel blijft verrassen.

VAN DE VOORZITTER
14

PASTORAAL DIACONAAL CENTRUM de Herberg

Pleisterplaats

Rust en herstel

Verdieping en perspectief Structuur en pastoraat

Liefdevolle aandacht voor mensen die te maken hebben met bijv. spanning en uitputting.

Inhoudsopgave

01 opening - Op je post blijven ds. Arien Treuren

02 hoofdartikel - De Pinkstergeest – gebakken lucht? ds. Keimpe Dijk

03 meditatie - De Vogel van God ds. Kees Groenendijk

04 samenleving - Kinderen verkennen de kerk dr. Jacques Schenderling

06 gemeentewerk - Preken van Martin Luther King jr. ds. Roberto Buijs

07 boekbespreking - Kort en krachtig over de Heilige Geest

08 kerk - Het ontslag van dr. Ph.J. Hoedemaker dr. Jan Dirk Wassenaar

10 theologie - De zeven geesten voor Gods troon dr. Aaldert Gooijer

12 varia - Uitkijken naar de Heilige Geest Maurice C.J. Wielenga

13 studentenwerk - zelfzorg en de ander Mart Jan Luteyn

14 van de voorzitter - In de Bijbel staat… dr. Jurrien Mol

15 colofon

BEROEPINGSWERK

BEROEPEN TE:

Valkenburg aan den Rijn (herv.), J.B. Alblas, Katwijk aan Zee (herv., Ichthus). Hierden (herv., Het Visnet), R.J. Kranen, Vriezenveen (herv.). Barendrecht (herv., Immanuelkerk) en Bleiswijk (herv., Het Anker), K.M.Teeuw, Voorthuizen (herv.).

Ederveen (herv.) en Katwijk aan Zee (herv., Morgenster), W.J. Westland, Hardinxveld-Gies sendam (herv.)

Putten (herv., wijk 4), H.P. Brendeke, Hagestein (herv.). Zuilichem (herv.), J.N. Zuijderduijn, Oosterwolde- Noordeinde (herv.).

AANGENOMEN NAAR:

Oosterland (Zld; herv.), D. Westerneng, ‘s- Gravenpolder en Baarland (prot.). Huizen (prot., Kruiskerk), E.A. Gruteke-Vissie, Zeewolde (prot.).

Numansdorp (herv.), prop. A.T. Maarleveld, Bodegraven. Waardenburg-Neerijnen (herv.), C.H. Buitink, Klaaswaal (herv.). Veendendaal (herv., Oude kerk), C.A. van der Graaf, Heerde (herv.). Giessen-Nieuwkerk (herv.), prop. M.E.J. den Braber, Dordrecht. Barneveld (prot., Emmauskerk), M.E.J. den Braber, Amersfoort (prot., De Hoeksteen).

BEDANKT VOOR:

Capelle aan den IJssel (herv., Nieuwe Westerkerk) en Oud-Beijerland (herv., wijk West), W.J. Westland, Hardinxveld-Giessendam (herv.).

REDACTIE

Het bestuur van de Stichting tot Verspreiding van de Confessionele Beginselen is verantwoordelijk voor het verschijnen van het blad Confessioneel–Credo.

Voorzitter van de stichting is dr. Jan Dirk Wassenaar.

Het algemene e-mailadres voor het aanleveren van kopij is: redactieconfessioneel@gmail.com of dirkvanduijvenbode1965@gmail.com

HOOFDREDACTEUR

ds. Wim Scheltens

EINDREDACTEUR ds. Dirk van Duijvenbode Koning Willem III weg 16 C 3151 HJ Hoek van Holland Tel. 06 20628184

DEELREDACTIES

Wereldwijd: ds. Hans van Dalen Geloof: ds. Arien Treuren

Theologie: dr. Wim de Bruin Vertel het maar: ds. Dick Westerneng Kerk: dr. Jan Dirk Wassenaar Samenleving: dr. Jacques Schenderling Gemeentewerk: ds. Roberto Buijs Cultuur: ds. Annelieke Warnar en ds. Robert-Jan van Amstel

Studentenbijdrage: Mart Jan Luteyn Themanummers: ds. Robert-Jan van Amstel, ds. Diemer de Jong, dr. Peter Verbaan, ds. Dick Westerneng, ds. Wim Scheltens Varia, persberichten en eindredactie: ds. Dirk van Duijvenbode Vaste medewerkers: dr. Wim de Bruin, drs. Fred Cupido dr. Wim de Ruyter, dr. Peter Verbaan

UITGEVER, ABONNEMENTEN  EN BEZORGING BDUvakmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld tel. 0342- 494911 – fax 0432-494299 abonneeservice@bdu.nl

Opgave advertenties: Roel Abraham, tel. 06-54274244  e-mail: r.abraham@bdu.nl

Kosten abonnement bij vooruitbetaling: Jaarabonnement € 75,20 Halfjaarabonnement € 42,75 Kwartaalabonnement € 26,40 Buitenland, jaarabonnement € 119,90 Jaarabonnement student € 41,00

Opzeggingen: Het abonnement wordt na de overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze abonnementsperiode is het abonnement per maand opzegbaar.

Deze uitgave is beschikbaar in gesproken vorm op daisy cd-rom voor mensen met een leesbeperking: CBB, Ermelo: tel. 0341 565 477, klantenservice@cbb.nl

COLOFON 15
----------------------------------------- Advertentie ----------------------------------------www.pdcdeherberg.nl 026 33 42 225

VERTROUWD OP REIS... MET GOED IDEE REIZEN

Dé Christelijke reisorganisatie

De Christelijke reisorganisatie Goed Idee Reizen valt nu onder TUI. Dat biedt veel voordelen. U kunt nu bijvoorbeeld uw reis ook boeken in een van de TUI-reisbureaus. Dat betekent persoonlijk contact, reisadvies op maat en er is vaak een ambassadeur van Goed Idee Reizen aanwezig. Daarbij profiteert u van de TUI Garanties in deze soms nog onzekere tijden van reizen.

De identiteit en eigen sfeer die u kent van Goed Idee Reizen blijft gewaarborgd. Dat betekent bijvoorbeeld dat er niet gereisd wordt op zondag. Op elke reis gaat een eigen Goed Idee reisbegeleider mee. U kunt bij ons terecht voor o.a. Bijbelse reizen, rondreizen, excursiereizen en cruises.

De Christelijke identiteit van Goed Idee Reizen blijft gewaarborgd

Gespecialiseerd in maatwerkreizen

Boeken kan online of met persoonlijk advies in een TUI-reisbureau

Profiteer van de voordelen van TUI

Ons aanbod op de website is te herkennen aan de vermelding ‘Christelijke Reis’.

www.tui.nl/goed-idee-reizen
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.