9 minute read

DUTCH EDITION

Next Article
NORMCOMMISSIES

NORMCOMMISSIES

De Italiaanse polderreus

Vernieuwde Biesse Winline 16 ‘Dutch Edition’

De Groot Bewerkingsmachines in Rosmalen introduceerde 16 november een heuse ‘Dutch Edition’ van het cnc-bewerkingscentrum Biesse Winline voor ramen, deuren en kozijnen. Met vijf assen, een zwaarder portaal, een krachtige 21,6 kW freesmotor en een klemtafel met groter oppervlak, wil de onderneming de kleine tot middelgrote houtbewerkers naar nieuwe technologie en het Internet of Things brengen.

TEKST EN FOTO’S Kees de Vries

1

Nederland telt nog enkele honderden kleine tot middelgrote houtbewerkers die op traditionele manier met een veelheid aan machines hun ramen, deuren en kozijnen maken. Het is met name voor deze doelgroep dat De Groot Bewerkingsmachines in Rosmalen met de Italiaanse fabrikant Biesse om de tafel is gaan zitten om voor hen een machine ‘op maat’ te maken. Dat leidde tot een compacte maar krachtige machine die genoeg heeft aan zo’n 50 m2 vloeroppervlakte: De Biesse Winline 16 Dutch Edition.

Gereedschapsposities

Het ontwerp van de cabine op de nieuwe Winline springt het eerst in het oog. Deze is nu in lijn met andere machines van de fabrikant en van boven open. De vijf assen configuratie is in de vernieuwde Winline opnieuw opgebouwd om ruimte te maken voor de zwaardere 21,6 kW vloeistofgekoelde freesmotor voor duurgebruik. In de capaciteitsberekening houdt de fabrikant rekening met een productietijd van negen uur per dag. De freesmotor is echter zwaar

genoeg om die productietijd dagelijks ver te overtreffen. Er zijn ook buffervoorzieningen om het cnc-bewerkingscentrum na werktijd nog ‘zijn ding te laten doen’ om de capaciteit verder te vergroten. Intern zijn er wijzigingen in de spanenkap gerealiseerd en worden zwaardere spanen via een transportband weggeleid. Belangrijke eigenschap van de nieuwe machine zijn de boven elkaar gelegen 3.200 mm brede in- en uitvoer van de machine. Zes balken tot 150 mm hoogte kunnen met dubbele klem worden vastgezet. De gereedschapswisselaar heeft 22 of 44 posities, uitbreidbaar tot 88. De portaal is robuuster uitgevoerd vanwege de in Nederland standaard gebruikte zwaardere (hard)houtafmetingen. De oppervlakte van de klemmen is in lijn met de grotere houtmaten in Nederland uitgebreid tot 93 x 86 mm. Het kortste werkstuk wordt altijd met twee klemmen gezekerd. De Biesse Winline vervangt een pennenbank, inkroosmachine, boormachine en omfreesmachine. “Groot voordeel is dat je het onderdeel niet vijf tot zes keer in handen hoeft te hebben om tegen de 0-aanslag te leggen”, aldus Jeroen Vorstenbosch, productiespecialist massief hout van De Groot. “De onderdelen worden boven opgelegd en de machine kan autonoom zijn werk te doen.”

Sophia

De Biesse Winline is uitgerust met het Sophia Internet-ofThings (IOT)-platform. Deze maakt een aantal functies

1 Compact en krachtig met een 21,6 kW vloeistofgekoelde freesmotor voor duurgebruik. 2 Productspecialist massief houtbewerking Jeroen

Vorstenbosch belichtte de mogelijkheden van de vernieuwde machine. 3 Brand- and salesmanager Luca Tenti van Biesse nam de geïnteresseerden me in het ontwerpproces van de Dutch

Edition.

mogelijk zoals monitoring van de machine om de gebruiker inzicht te geven in de productiviteit van zijn onderneming, maar ook support op afstand, preventief onderhoud en het bestellen van onderdelen. Door functies weg te laten die in Nederland niet worden gebruikt en de machines in lijn te laten produceren bij Biesse is de instapprijs van het Nederlandse model met opzet laag gehouden. Dit zonder overigens op de flexibiliteit in te boeten. Behalve ramen, deuren en kozijnen is de Biesse Winline voor een veelheid aan producten in te zetten. Zo is ook de productie van een breed gamma aan glaslatten, maar ook plakroedes zijn geen probleem, inclusief deuvelgaten op de juiste plek. Ook kijkt de leverancier nadrukkelijk naar de meubelindustrie als klantgroep voor deze machine.

Meegroeien

Een cnc-bewerkingscentrum zonder gereedschap is als een auto zonder motor. Technical salesmanager Jeroen van Dijk van Leitz Service was bij de presentatie uitgenodigd om de mogelijkheden op dit vlak te verduidelijken. “Leitz werkt niet met een standaard pakket snijgereedschap. Elke machine is anders, elke klant is anders en elke gereedschappakket is dat dus ook. We kijken naar de machine, koppelen dat aan de klantwens en komen zo tot een keuze die daarop aansluit.” Daarbij kan het gereedschapspakket overigens met de wens, mogelijkheden en de groeicapaciteit van de klant meegroeien om de kosten en de baten met elkaar in lijn te laten zijn. Want ook hier geldt: overdaad schaadt.

Met spoed gezocht: 4.000 houtbewerkers (m/v)

Brancheavond Timmer in Rotterdam legt de vinger op de zere plek

Hoe krijgen we meer instroom in de opleidingen houttechniek van het Hout- en Meubileringscollege HMC en in de timmerbranche? Die vraag stond centraal tijdens de Brancheavond Timmer die HMC Rotterdam recentelijk hield. De nieuwe samenwerkingsovereenkomst ‘Duurzame Samenwerking Industrieel Bouwen met Hout’ van HMC, SSWT en NBvT moet als aanjager van de probleemoplossing fungeren. Want het personeelstekort loopt alleen maar op.

TEKST EN FOTO’S Kees de Vries

1 “Een leuke school en een leuke opleiding”, aldus de leerlingen Michael en Joosje (l). 2 HMC-bestuurslid Joke Bos (m) namens Hout- en Meubileringscollege HMC, SSWT-coördinator Dick Teerling (l) en

NBvT-directeur Taco Schoonderwoerd tekenen de overeenkomst ‘Duurzame Samenwerking Industrieel Bouwen met

Hout’ om de afstand tussen leerlingen en bedrijven uit de timmerindustrie weg te nemen. 3 HMC-bestuurslid Joke Bos wordt door enkele Zeeuwse bedrijven bijgepraat. 4 Teamleider Wonen & Houttechniek Steve de Jong van HMC modereerde de bijeenkomst.

De cijfers liegen er niet om. Het aantal bedrijven in de timmerindustrie is sinds 1 januari 2016 drastisch toegenomen. Het totale aantal van nu in totaal 858 bedrijven valt in 2021 uiteen in 533 met 0 tot 10 werknemers, 200 met 10 tot 25 werknemers en 125 met 25 of meer werknemers. In de periode vanaf 2016 is het aantal werknemers in de sector gestegen van 8.334 (1-1-2016) tot 11.669 op (1-1-2021). Niets aan de hand zou je zeggen. We hebben het druk. Er wordt hard gewerkt. Echter, als je dat aantal werknemers opdeelt in leeftijdscategorie dan heb je geen kristallen bol nodig om de toekomst te voorspellen. Bij onderverdeling naar leeftijd van de bijna 12.000 werknemers zit 15 procent in de leeftijdscategorie tot 25 jaar, 21 procent van 25 tot 35, 19 procent van 35 tot 45 jaar, 23 procent van 45 tot 55 jaar, 19 procent van 55 tot 65 jaar en 3 procent van 65 jaar en ouder. Kortom, de gemiddelde leeftijd is hoog en een groot deel van de werknemers zal binnen afzienbare tijd van een welverdiend pensioen gaan genieten. Wie echter de werkgelegenheidsontwikkeling in de timmerindustrie koppelt aan de ontwikkeling van de bouwproductie nieuwbouw binnen de sector woningbouw (per 1-1-2021) ziet dat de timmerindustrie in 2021 de werkgelegenheid met +6 procent ziet ontwikkelen en dat volgens jaarramingen tot 2026 vol blijft houden.

4.000

Conclusie is dan ook dat op basis van die cijfers de verwachte groei van de timmerindustrie in de periode 2021-2026 maar liefst circa 4.000 medewerkers bedraagt. En let wel, daarbij is de vervangingsvraag van uitstromers/ pensionado’s en van de effecten van de zwaarwerkregeling niet meegenomen. Met de ambitieuze bouwplannen, lopen we dus de kans dat er te weinig werknemers in de timmerindustrie zijn om al die huizen te voorzien van kozijnen, ramen, deuren, prefab daken, prefab wanden en binnenspouwbladen. Dit blijkt uit een sectoronderzoek dat Bureau Bartels sinds 2016 elk jaar tot nu heeft uitgevoerd op verzoek van de sociale partners in de timmerindustrie, verenigd in de Stichting Sociaal en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie (SSWT). Volgens SSWT-coördinator Dick Teerling is de noodzaak van een gezamenlijke aanpak voor instroombevordering dan ook nog nooit zo belangrijk geweest.

Samenwerking

Op 1 november 2021 tekenden bestuursvoorzitter Joke Bos namens Hout- en Meubileringscollege HMC, coördinator Dick Teerling namens SSWT en directeur Taco Schoonderwoerd namens NBvT dan ook een vervolgsamenwerkingsovereenkomst om een betere instroom voor elkaar te krijgen. Deze overeenkomst met de titel ‘Duurzame Samenwerking Industrieel Bouwen met Hout’ moet daadkrachtig en praktijkgericht de afstand tussen leerlingen en bedrijven uit de timmerindustrie wegnemen. De ondertekening was onderdeel van een geslaagde brancheavond die door het HMC afdeling Houttechniek was georganiseerd. Afgevaardigden van vijftien bedrijven, docenten en leerlingen gingen met elkaar in gesprek. Vragen die daarbij aan de orde kwamen waren aard en opzet van de opleiding Houttechniek (waar timmer onder valt), de beeldvorming van jongeren op een opleidingsbaan in de sector en de kansen en risico’s die studenten/alumni voor de branche zien.

5

5 Hier de praktijkruimte die de richtingen meubel en houttechniek delen. 6 Een gepimpte vierzijdige siert de praktijkruimte. 10 procent

Om maar weer direct met de deur in huis te vallen, de afdeling Houttechniek in Rotterdam telt nu in totaal zo’n zestig leerlingen. Dat is minimaal vergeleken bij de aantallen die de interieur-, meubel- en designopleidingen volgen. In 2020 bedroeg het totale aantal leerlingen (Amsterdam en Rotterdam) 4.057 leerlingen, 2,8 procent hoger dan in 2019 (3.946 bekostigde studenten). De stabilisering die vorig jaar optrad (+0,5 procent) is dit jaar omgebogen naar een lichte stijging van 111 studenten. Grofweg 50 procent van de studenten volgt een opleiding voor de meubelindustrie, 40 procent voor de woon/interieurbranche en de overige 10 procent een opleiding voor een andere branche. Van deze 10 procent (timmer, meubelstofferen, woningstofferen, piano en creatief vakman) kunnen de eerste drie worden gerekend tot de traditionele branches van het HMC. HMC in Rotterdam biedt in het techniekcluster de leergangen montagemedewerker houttechniek (niveau 2/ BOL/BBL/2), allround montagemedewerker houttechniek (niveau 3/BOL/BBL/3), werkvoorbereider houttechniek (niveau 4/BOL/BBL/1). Zowel in Rotterdam als Amsterdam kan men nog terecht voor technisch leidinggevende (niveau 4/BOL/BBL/1]. In de BOL-opleiding worden praktijk- en theorielessen op school gevolgd en lopen leerlingen meerdere keren een periode stage bij een erkend leerbedrijf om praktijkervaring op te doen. Bij de BBL-opleiding gaan leren en werken tegelijk: de leerling heeft een baan bij een erkend leerbedrijf. Wie nog geen baan heeft zal die zelf moeten vinden. Dat kan op stagemarkt.nl. Bedrijven kunnen een erkenning als leerbedrijf aanvragen via de website s-bb. nl.

Cascade

Uit de presentaties en de gesprekken werd al gauw het cascade-effect duidelijk: jongeren kennen de timmerbranche niet, er zijn te weinig erkende leerbedrijven en slechts een derde van de timmerbedrijven meldt zich aan als stageplek. Kortom, er is dingende behoefte aan initiatieven die de kloof dichten. Opleidingen, leerlingen en bedrijven moeten beter aan elkaar worden geknoopt. Dat geldt met name voor de regio Zeeland, zo kwam een delegatie van meerdere houtbewerkingsbedrijven uit die provincie HMC-bestuurder Joke Bos uitleggen. Zijn de leerlingen eenmaal de sector ingestroomd, dan hebben velen het er naar hun zin, zoals ook bleek uit het kringgesprek met de leerlingen Michael en Joosje. “Het is een leuke school, een leuke opleiding en een leuk vak. Maar je moet mensen wel eerst binnen zien te krijgen.” Zij gaven de aanwezige bedrijven mee collectief en gezamenlijk scholen te benaderen om het aantal timmerleerlingen te verhogen. “Als enkel bedrijf val je tussen andere sectoren niet op.” De beide leerlingen geven zelf het goede voorbeeld door in de campagne ‘Hout dat Werkt’ bij scholen langs te gaan en leeftijdgenoten enthousiast te maken voor het timmervak. Maar zonder extra hulp en aandacht van bedrijven is dat bijna onbegonnen werk.

This article is from: