3 minute read

Recensie ‘Praktijkgids Microbiologische criteria’

Taco Wijtzes en zijn team hebben een nieuwe editie uitgebracht van ‘Microbiologische criteria’. De kern van deze Praktijkgids blijft het overzicht van criteria die zijn vastgelegd in diverse verordeningen en hygiënecodes, met vermelding van welke normen er zijn voor diverse micro-organismen en voor welke voedingsmiddelen deze criteria gelden. Het blijft handig om al deze informatie gebundeld te hebben. De normstelling voor pathogene kiemen is relatief eenvoudig (meestal afwezigheid per 25 gram of ml vereist).

Vooral een overzicht van het brede aanbod aan normen voor hygiëne- en bederfindicatoren per productcategorie is een toegevoegde waarde. De opsomming in tabellen toont wel aan dat het stellen van microbiologische richtwaarden geen ‘exacte’ wetenschap is.

Voor de parameter E. coli bij de categorie 3 (zuivel, boter) duiken een aantal inconsistenties op. Bijvoorbeeld een wettelijke (EG 2073:2005) norm voor E. coli van maximaal (M) 100 kve/g voor boter en room op basis van rauwe melk op einde productieproces versus een strengere richtwaarde voor diezelfde boter uit rauwe melk/room van M zijnde < 10 kve/g gedurende de houdbaarheidstermijn in de hygiënecode voor de boerderijzuivel-bereiding. Is die laatste richtwaarde haalbaar en welk criterium moet dan eigenlijk worden gehanteerd?

Tevens wordt aeroob kiemgetal regelmatig aangehaald als kwaliteitsparameter, maar slechts bij enkele hygiënecodes is er blijkbaar een verduidelijking of het nu aeroob kiemgetal bij 22°C of 37°C betreft (zoals bij cat. 8. Dranken) of mesofiel kiemgetal (30°C) betreft (zoals bij cat. 7. Vis en visproducten). In die laatste categorie zou omwille van de koude keten de bepaling van een psychrotroof kiemgetal opportuun zijn. Taco Wijtzes en zijn team hebben er (wijselijk) voor gekozen de normen op te nemen zoals ze vermeld zijn in de verordeningen en hygiënecodes zonder er een waardeoordeel over uit te spreken.

Normen in primaire sector

Microbiologische doelstellingen in de primaire sector (van ex-Productschappen) zijn bewust (nog) niet opgenomen. Gezien de borging van kwaliteit en veiligheid in de keten, zeker in het kader van minimaal bewerkte levensmiddelen, is dit wellicht een optie voor een volgende editie. Er is in de levensmiddelenindustrie in toenemende mate een verschuiving van productbemonstering naar omgevingsmonsters en ook wel proceswaters gaande. De beoordeling van dergelijke analyseresultaten is vaak bedrijfsgebonden en (daardoor) ook niet in hygiënecodes of verordeningen te vinden, maar richtlijnen hierover zou de gebruikswaarde van deze gids zeker verder doen toenemen.

Updates in de 2014-editie zijn er vooral in de beschrijving van de micro-organismen. Het blijft een uitdaging om die diversiteit aan bacteriën, en heden ook virussen, para-

Microbiologische criteria – editie 2014 verscheen in de reeks Praktijkgidsen Waar & wet van Sdu Uitgevers. T. Wijtzes e.a. 228 pag. €65. Bestelcode: 9789012392471 sieten en antibioticaresistentie- of virulentiegenen, kort en bondig te beschrijven. Op een paar schoonheidsfoutjes na (bij B. cereus zijn bijvoorbeeld in de eerste zinnen het toewijzen van symptomen aan de beide types toxines omgewisseld) is het team van Wijtzes daar aardig in geslaagd. Wat meer aandacht voor Norovirus, Hepatitis A en Hepatitis E was interessant geweest. Bij de online bronnen missen er verwijzingen naar de EUR-lex website voor de updates van Europese wetgeving en naar de ICMSF website en het recent verschenen ICMSF boek ‘Microorganisms in Food nr. 8’ met daarin internationale microbiologische criteria. Tevens had er, door het vermelden van FAVV-actielimieten, ook een Vlaamse doelgroep bereikt kunnen worden.

• MIEKE UYTTENDAELE •

Donderdag 9 oktober 2014 | 9.00 – 17.00 uur |

Geld verdienen begint met efficiënter werken. Daarom staat continu verbeteren bij veel bedrijven hoog op de agenda. Maar het ene bedrijf heeft meer succes dan het andere. Wat zijn de achterliggende redenen? De PAVO heeft bedrijven bereid gevonden hun ervaringen te delen. Het jaarlijkse PAVO/VMT-congres op 9 oktober geeft inzicht in hoe bedrijven meer verdienen met continu verbeteren.

Het PAVO/VMT-congres is bedoeld voor bedrijfsleiders, productieleiders, hoofden van technische diensten, kwaliteitsmanagers en directies van bedrijven die werken met Continu Verbeterprogramma’s of er mee willen starten. Tijdens deze dag hoort u wat andere bedrijven hebben geleerd. Waar ze tegenaan zijn gelopen. Kortom veel inspiratie om continu verbeteren ook binnen uw bedrijf tot een succes te maken.

Luister naar verhalen uit de praktijk:

• Peter Santegoeds, directeur eigenaar Bodel, put uit een rijke ervaring als verandermanager bij een vleeswarenfabriek en jarenlange operationele ervaring. Hij maakt gebruik van Lean- en Leiderschapsinstrumenten.

• Michel de Waal is sinds 2013 verantwoordelijk voor het project continu verbeteren bij Continental Bakeries. Hij vertelt het praktische verhaal over Continu Verbeteren.

• Robert Brenninkmeijer is TPM-manager bij Zwanenberg Food Group. Hij weet wat er bij komt kijken om de implementatie van Lean Six Sigma te realiseren.

• Rian Wijdeveld, HR Manager van Bakkersland, weet uit ervaring hoe medewerkers te faciliteren om continu verbeteren tot een succes te maken.

Hoor meer over:

• Waarom het ene bedrijf zijn processen laat stroomlijnen, het andere kiest voor teamsessies en een derde start met Kaizen. Is er een standaardoplossing als bedrijfsresultaten tegenvallen?

• Welke verbeteringen zijn gerealiseerd bij Continental Bakeries en waar het extra moeite kostte. Maar ook dat verbetering van product en proces nooit klaar is.

• Hoe het beleid van bedrijven kan inspelen op het gegeven dat ieder project voor continu verbeteren begint bij het motiveren van medewerkers.

En:

• Doe ervaring op met Kaizen, een veel gebruikte verbetertechniek om verliezen en problemen structureel op te lossen. Hoe werkt dat nu precies?

KORTING voor PAVO- leden en abonnees!VMT-

This article is from: