In dit nummer: De overgang: niet wegwuiven +++ Hybride werkers missen verbinding +++ Waar rook is, is rook

In dit nummer: De overgang: niet wegwuiven +++ Hybride werkers missen verbinding +++ Waar rook is, is rook
Ontwikkel jezelf tot een professioneel consultant op veiligheidskundig gebied. Word expert in risicobeheersing, in de samenhang van techniek, organisatie, cultuur en gedrag. Dat geeft je een duidelijke meerwaarde in organisaties en een samenleving waar het belang van veiligheid en risicobeheersing alleen maar toeneemt.
Kies je voor PHOV, dan kies je voor kwaliteit!
• Docenten uit de praktijk en autoriteiten op hun vakgebied
• Praktijkgericht met opdrachten binnen het eigen bedrijf
• Waardevol netwerk van docenten, mentoren en medecursisten
• Met ruim 30 jaar ervaring in de HVK is de kwaliteit gewaarborgd
Start
30 januari 2024 (middag-avondopleiding)
3 april 2024 (avondopleiding)
VEILIGHEID & PREVENTIE IS EEN UITGAVE VAN VAKMEDIANET
Redactiecoördinator
Moon Saris moonsaris@vmnmedia.nl
Eindredacteur
Moon Saris
Uitgever
Thijs van Pinxteren
Accountmanager
André van der Hammen andrevanderhammen@vmnmedia.nl
Vormgeving & opmaak colorscan bv, www.colorscan.nl
Druk Drukkerij Wilco BV, Amersfoort
Adres
Vakmedianet, Utrechtseweg 44 3704 HD Zeist www.arbo-online.nl
Abonnementenadministratie klantenservice@vmnmedia.nl, tel. 088-5840888
Abonnementen
Veiligheid & Preventie verschijnt 6 keer per jaar. Jaarabonnement € 205,00 exclusief btw; verzending buitenland per jaar € 29,50 (EU) en € 41,50 (niet-EU-landen). Op alle uitgaven van VMN media zijn de Algemene Voorwaarden van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vmnmedia.nl.
Copyright
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
© VMN media 2023
Publicatievoorwaarden
Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn de standaardpublicatievoorwaarden van VMN media van toepassing. Deze zijn te vinden op www.vmnmedia.nl.
Disclaimer
Alle in deze uitgave opgenomen informatie is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. De juistheid en volledigheid kunnen echter niet worden gegarandeerd. VMN media en de bij deze uitgave betrokken redactie en medewerkers aanvaarden dan ook geen aansprakelijkheid voor schade die het directe of indirecte gevolg is van het gebruik van de opgenomen informatie.
ISSN 2352-1597
Al 50 jaar zijn er vrouwen van rond de 50 op de arbeidsmarkt. Toch is er pas de laatste jaren expliciete aandacht voor een vrouwenprobleem als de overgang en werk. Onderschat het niet: we hebben er met z’n allen behoorlijk last van.
In vorig nummer plaatsten we een artikel over het vallen van daken bij het installeren van zonnepanelen. Maar wist je dat er ook veel ongelukken gebeuren bij het vallen van lage hoogte? Een nieuwe campagne besteedt daar aandacht aan.
TNO heeft in 2022 onderzoek gedaan naar de transitie van thuiswerken naar hybride werken bij verschillende organisaties. Het is zoeken naar oplossingen voor de belangrijkste valkuil: de verbinding tussen medewerkers.
In deel 1 van een driedelige podcastserie over de Europese Machineverordening vertellen drie experts alles over deze nieuwe verplichting per 1 januari 2027.
Netwerk gezond en veilig werk, gecoördineerd door TNO, is een podcastkanaal gestart waarin experts en bedrijven met elkaar in gesprek gaan over ontwikkelingen op het gebied van arbeidsveiligheid, arbeidsbelasting en gevaarlijke stoffen. Het kanaal trapt af met een driedelige podcastserie over de Machineverordening, de vervanger van de Machinerichtlijn. Deel 1 is nu te beluisteren, later volgen de twee andere delen. De Machineverordening is in april 2023 gepubliceerd. Bedrijven kunnen zich 42 maanden voorbereiden, pas 1 januari 2027 gaat die in. Coen van Gulijk (TNO), Leroy Dekker (Dekker Safety) en Chris van der Heijden (Vanderlande) praten over wat er opvalt in de machineverr ordening en wat de impact is op gebruikers en machinebouwers om ervoor te zorgen dat machines aan de verordening voldoen. Zie open.spotify.com/show/6JltwCsRcSo4rgrHJbOtLS
FNV gaat actievoeren voor vroegpensioen voor mensen in zware beroepen. Dat heeft de vakbond besloten nadat overleg over het voortzetten van de regeling voor vervroegde uittreding op niets uitliep.
Sinds de introductie van de Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) in 2021 hebben zo’n 15.000 werkenden gebruikgemaakt van de verzachtende maatregel voor de stapsgewijze verhoging van de AOW-leeftijd. De RVU maakt deel uit van het pensioenakkoord en loopt in huidige vorm eind 2025 af. Aan het eind van de zomer zijn de gesprekken tussen de vakbonden, werkgevers en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de voortzetting van de regeling gestrand.
De FNV is tijdens de onderhandelingen weggelopen en bereidt zich voor op acties.
Al jaren sijpelden er vanuit de politie berichten dat het communicatiesysteem C2000 niet goed zou werken. Nu heeft een klokkenluider zelfs gemeld dat het netwerk ook na de verr nieuwing in 2020 nog met zoveel problemen kampt dat er vroeg of laat slachtoffers gaan vallen.
Het probleem speelt niet alleen bij agenten op straat, maar ook bij andere hulpdiensten. Het netwerk is niet altijd betrouwbaar.
Vóór 2020 was de situatie nog erger, dat is algemeen bekend, er werd veel en vaak over geklaagd. Eigenlijk al vanaf de invoering. Dat is erkend en aangepakt. Maar ondanks technische vernieuwingen is er weinig verbeterd. Politievakbond ACP luidde eerder de noodklok en diende een klacht in bij de inspectie.
“Als we nu niets doen betekent het dat mensen met zware beroepen of die in ploegendiensten werken, moeten doorwerr ken tot hun pensioenleeftijd”, laat Piet Rietman, pensioenonderhandelaar van de FNV, weten. “Dat is met zwaar werk niet verantwoord.”
De FNV hoort van verschillende kanten dat men een verlenging en verbetering van de RVU wil, inclusief verschillende werkgevers.
“Met hen en met onze leden gaan we ons nu beraden op acties. We schorten overleggen in de Stichting van de Arbeid over aanverwante pensioenonderwerpen nu op.”
De klokkenluider kent C2000 vanuit zijn functie zowel de operationele als de technische kant van het systeem. Hij deed een half jaar onderzoek en deelde die resultaten met nu.nl. Zijn conclusie: de problemen zijn zo groot dat ze onoplosbaar zijn. Ofwel: hoog tijd voor een nieuw systeem. De grootste problemen zijn een slechte dekking van het netwerk, onverstaanbare gesprekken en communicatie die de meldkamer niet bereikt. Je zou zeggen: kernfuncties van een communicatiesysteem van hulpdiensten. Bij grotere incidenten raakt het netwerk snel overbelast; dit voorjaar viel het netwerk deels uit door bliksem en zaten de beveiliging van het koningshuis en het gevangenentransport tijdelijk zonder communicatie. Er wordt geprobeerd de dekking van C2000 te verbeteren, maar zonnepanelen en robuuste nieuwe gebouwen zorgen juist voor een nog slechter bereik. Het probleem ligt in de aanbesteding, zeggen experts. Er is geen inspanningsverplichting opgenomen om te zorgen dat het systeem blijvend aan de eisen blijft voldoen en er werd ook geen dekking in gebouwen geëist, iets waar gebruikers veel hinder van ondervinden. Het ministerie bereidt momenteel een nieuwe aanbesteding voor op basis van nieuwe technologische ontwikkelingen: een push-to-talkdienst via een bestaand mobiel netwerk, met C2000 als back-up. Niet de beste optie volgens de klokkenluider.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is deels uitgesteld. Voor nieuwbouw gaat die nog wel in januari in, voor verbouwingen later.
Ofwel: het publiekrechtelijke deel van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) geldt per 1 januari 2024 alleen voor nieuwbouw, en pas zes maanden later voor verbouwingen. Je hoeft als initiatiefnemer bij verbouwingen dus pas vanaf 1 juli 2024 een kwaliteitsborger in te schakelen.
Dat heeft demissionair minister Hugo de Jonge bekendgemaakt in een brief die op 11 september is gepubliceerd Belangrijkste reden voor deze beslissing, geeft hij aan, is een ‘zachtere landing’: met dit uitstel ontstaat er iets meer vertrouwen dat er voldoende deskundige kwaliteitsborr gers zijn, hebben aannemers die vooral verbouwingen doen een wat langere voorr bereidingstijd en kunnen kinderziektes in het proces bij gemeenten worden opgelost.
Bouwend Nederland heeft al eerder aange-
Dag van de BHV Op 6 november is de Dag van de BHV. Dan zetten bedrijven en instellingen hun onmisbare bedrijfshulpverleners in het zonnetje en worden de beste van het land gekozen door een deskundige jury. De toolkit én opgefriste inspiratiepagina staan inmiddels voor je klaar op www. dagvandebhv.nl. Na
twee korpschefs van de politie is Tijs van Lies-
geven dat uitstel voor verbouwingen wenselijk is. De koepel vindt het dan ook positief dat de minister hiertoe heeft besloten.
Er blijven nog wel enkele andere aandachtspunten over, zegt Bouwend Nederr land in een bericht. ‘Zo willen we graag meer inzicht in hoe gemeenten omgaan met bijzondere situaties, zoals deel-opleveringen bij een nieuwbouwproject en nietherstelbare kleine afwijkingen van het Bouwbesluit/BBL. Ook vraagt de term ‘bouwwerk’ om meer uitleg, zodat duidelijk is op welke werkzaamheden de wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek betrekking hebben. En er zijn knelpunten in de uitwisseling van informatie via software tussen kwaliteitsborger, constructeur, architect en aannemer.’
Over deze aandachtspunten is Bouwend Nederland in gesprek met het Ministerie van Binnenlandse Zaken
Het privaatrechtelijke deel van de Wkb (onder andere aansprakelijkheid en opleverdossier) gaat wel voor alle bouwwerken gelden per 1 januari 2024.
hout, voorzitter Brandweer Nederland, trouwens de nieuwe ambassadeur van de landelijke dag •
Handhaving en Gedrag De vraag hoe gedragswetenschappelijke inzichten de handhavingspraktijk kunnen verbeteren wordt beantwoord tijdens het landelijke congres van het programma Handhaving en Gedrag. Het congres vindt plaats op donder-
dag 23 november in Theater Flint in Amersfoort. Keynote-sprekers zijn Benjamin van Rooij, hoogleraar Law and Society bij de Universiteit van Amsterdam, en Jim Stolze, ondernemer en expert op het gebied van kunstmatige intelligentie. Dagvoorzitter Linda van den Bos (adviseur handhavingsregie bij NVWA) gaat in gesprek met de wetenschappers die in de
De Nederlandse Arbeidsinspectie legt zes bagage-afhandelaren op Schiphol definitief een dwangsom op. De Inspectie constateert dat de betrokken bedrijven nog te weinig maatregelen nemen om de fysieke belasting bij grondpersoneel te beperken.
De dwangsom verschilt per bagage-afhandelaar; de hoogste bedraagt 65.000 euro per maand als niet aan de last wordt voldaan. Afgelopen juni heeft de Arbeidsinspectie de bagage-afhandelaren laten weten dit voornemen te hebben. De in de zomer door hen ingediende zienswijzen zijn beoordeeld. Inmiddels heeft Schiphol tilhulpen en bagagerobots aangeschaft die binnenkort
inzetbaar worden, naast de tilhulpen die er al zijn. Ten opzichte van eerdere inspecties is verbetering zichtbaar, maar uit recente inspecties blijkt dat de beschikbare hulpmiddelen nog niet op alle arbeidsplaatsen wordt gebruikt of dat er onvoldoende wordt afgewisseld in werkzaamheden. Het afhandelen van bagage moet de komende jaren volledig worden geautomatiseerd of gemechaniseerd.
afgelopen twee jaar onderzoek hebben verricht voor het programma
Handhaving en Gedrag. Meer info: handhavingengedrag.nl/congres/ • Delta Rhine
Het Delta Rhine Corridor-project draait om de aanleg van verschillende pijpleidingen voor het transport van (gevaarlijke) chemische stoffen vanuit de Rotterdamse haven naar industriecomplexen in Limburg
en Duitsland. Het is een van de grootste infrastructurele projecten in Nederland. Het dreigt vertraging op te lopen vanwege het ontbreken van investeerders. Uitstel van het Delta Rhine Corridor-project kan leiden tot een verhoogd risico op ongelukken, milieuschade en hoge kosten voor alternatieve transportmethoden
Meer dan veertig Kamerleden lopen een veiligheidsrisico en krijgen een of meer vormen van persoonsbeveiliging. Dat maakte Zembla bekend.
Sommige parlementariërs worden alleen online bedreigd, maar een deel heeft ook met fysieke dreigingen te maken. Over de getroffen veiligheidsvoorzieningen doet de Kamer nooit uitspraken, maar Zembla legde de hand op informatie daarover en Ja21-fractievoorzitter
Joost Eerdmans vertelde er ook over tegen het onderzoeksprogramma. Het gaat bijvoorr beeld om een noodknop in huis, een alarminstallatie of een inbraakwerende deur.
Hoe het komt dat Kamerleden zo makkelijk te vinden zijn voor mensen die slechts in de zin hebben: via het Kadaster bleken hun adressen heel makkelijk op te sporen. Inmiddels zijn de adressen van 27 bedreigde Kamerleden op verzoek van Justitie afgeschermd.
Uit het rapport van TNO (zie artikel hiernaast) komen een aantal voorbeelden uit de praktijk om de variatie, uitdaging en autonomie in het werk te vergroten.
Een leven lang ontwikkelen staat hoog op de agenda van onder andere de overheid en de SER. En ook bij internationale organisaties als het World Economic Forum en Organisation for Economic Co-operation and Development
Voor zowel organisaties als medewerkers is het essentieel om te blijven leren en ontwikkelen. Door technologische ontwikkelingen, zoals digitalisering, artificial intelligence en andere innovaties veranderen, verdwijnen en komen er nieuwe taken voor mensen bij. Mensen hebben dus ook kennis en vaardigheden nodig om hun werk te kunnen blijven doen. En voor organisaties is het dus nodig om leren, omscholen, of een andere inrichting van de werkzaamheden mogelijk te maken.
In het rapport van TNO Van weten en willen, naar dóen: interventies voor een le-
rende en innovatieve organisatie wordt onder andere beschreven in welke fasen medewerkers kunnen zitten in hun ontwikkeling. De fasen variëren van de onbewuste fase (iemand is zich nog onbewust van het belang van leren en innoveren), de selectiefase (medewerker is zich bewust van het belang om te blijven leren en innoveren), de actiefase (medewerker gaat aan de slag met leren en innoveren ) tot de continu(l)erende fase (iemand neemt eigen regie op continu leren en innoveren)
Om als organisatie structureel en blijvend vorm te geven aan leren en innoveren, is het belangrijk om bij het inzetten van interr venties rekening te houden met de fase waarin medewerkers zich bevinden
Meer weten? Je vindt het rapport hier: bit.ly/45WkIqi
1
‘Intrapreneurship’: stimuleer dat medewerkers innovatieve ideeën inbrengen en laat ze hier uitvoering aan geven. Wanneer organisaties beter gebruikmaken van deze ondernemende werknemers kan het de organisatie versterken
2
Job crafting: medewerkers krijgen de vrijheid om in hun eigen baan zoveel mogelijk zelf de taken vorm te geven die aansluiten bij de eigen sterktes, voorkeuren, drijfveren en passies. Het gaat dan vooral om het sleutelen op basis van taken, talenten, interesses en ontwikkelbehoeften
3
Balans vinden in werkdruk. Om leren en innoveren te bevorderen, is een balans in de mate van werkdruk wenselijk. Medewerkers hebben ruimte en tijd nodig om te leren en innoveren. Als de werkdruk te laag is, heeft men minder behoefte om zich te ontwikkelen
4
Feedback. Als we kijken naar leren en ontwikkelen via collega’s en leidinggevenden is het vooral belangrijk dat collega’s en leidinggevenden elkaar feedback kunnen geven en mee mogen denken over het werk
Het hele rapport vind je via: http://bit.ly/45WkIqi
Bron: TNO
was het percentage nog in 2015
jonge werknemers met burn-outklachten
Zeker een kwart van de jonge werkenden heeft last van burn-outklachten door het werk. Vooral onder hoogopgeleide vrouwen stijgt het percentage, maar ook mannen hebben er meer last van. SZW begint een campagne.
Dat burn-outklachten toenemen onder jonge werkenden blijkt uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO en CBS. Onder jong verstaan we 18-34 jaar. De stijging is groot: lagen de percentages in 2015 nog rond de 15 procent, nu is dat rond de 25 procent. Ook het verzuim als gevolg van werkgerelateerde psychische klachten is gestegen en maakt een steeds groter deel uit van het
totale verzuim. De stijging is het grootst in de sectoren onderwijs en zorg, twee sectoren waar veel meer vrouwen dan mannen werr ken. De groep werknemers in deze sectoren met weinig of geen burn-outklachten wordt steeds kleiner, schrijven de onderzoekers
Als oorzaken van de klachten worden onder meer prestatiedruk, 24 uur bereikbaar moeten zijn en financiële onzekerheid genoemd Het negatieve nieuws over de ontwikkelingen rond klimaat, stikstof en oorlogen doen er nog een schepje bovenop. Socials hebben een negatieve invloed op het zelfbeeld van de jonge werkenden, wat ook zorgt voor stress. De campagne Hey het is oké brengt dit onder de aandacht
Een nieuw opgedoken rapport van bijna vijftig jaar oud toont aan dat toen al bekend was dat er hoge concentraties kankerverwekkende stoffen waren bij Hoogovens, nu Tata Steel. Niet bekend is vooralsnog hoe het onderzoeksverslag is weggemoffeld en door wie.
EenVandaag maakte dit in september bekend. Het onderzoek uit 1975 werd uitgevoerd g in opdracht van de provincie Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. “Een heel onthullend en schokkend rapport”, zegt hoogleraar preventieve geneeskunde Onno van Schayck van de Maastricht University. “Omdat het heel duidelijk laat zien dat er in de omgeving van de staalfabriek dagelijks kankerverwekkende stoffen in de lucht zaten.”
Op de meetpunten Heemskerkduin, Beverwijk en IJmuiden lagen de gemiddelde niveaus van die stoffen ongeveer twee keer zo hoog als op de andere meetpunten. In het rapport staat letterlijk: ‘Het meetpunt Wijk aan Zee, dat dicht bij het Hoogoventerrein ligt, vertoont een erg afwijkend beeld: het jaargemiddelde niveau van alle componenten uitgezonderd coroneen is ongeveer een factor 5 groter dan op de overige punten buiten het IJmondgebied.’
Dat is geen kattenpis. Deze stoffen brengen een verandering aan in je genetisch materiaal. Bij mensen die daar gevoelig voor zijn, kan dat leiden tot celvermeerdering en dat leidt weer tot kanker, vaak longkanker vanwege de inademing van de stoffen. Dat die stoffen kankerverwekkend zijn, wisten we trouwens volgens Van Schayck ook toen al. Inwoners rondom Tata Steel maken zich dus zeer terecht al lang zorgen over kankerverr wekkende stoffen in de omgeving. In 2020 werd bekend dat rondom Tata Steel longkanker soms tot wel 50 procent vaker voorkomt dan het landelijk gemiddelde. Pas in 2022 concludeerde het RIVM dat de neergedaalde kankerverwekkende stoffen definitief afkomstig zijn van de staalfabriek. De GGD zei eerder dat het ‘aannemelijk is dat de verhoogde kans op longkanker in de IJmond-regio komt door rookgedrag’.
Driekwart van de medewerr kers van het Centraal Orr gaan Opvang asielzoekers (COA) heeft te maken gehad met ongewenst gedrag. Dat komt zowel van bewoners als van collega’s
Het COA deed begin dit jaar een onderzoek naar de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) en werkbeleving van de medewerkers. De uitkomst is bijzonder interessant. 84 procent van de deelnemers is tevreden tot zeer tevreden met diens werk. Toch heeft driekwart te maken met ongewenst gedrag van bewoners, zoals uitschelden, intimidatie en bedreigingen en bijna een derde van hen met dat van collega’s, zoals buitensluiten, intimidatie en pesten Dat is trouwens een behoorlijke verslechtering ten opzichte van de inventarisatie van vier jaar geleden.
Toen zei ruim de helft van het personeel te maken te hebben gehad met ongewenst gedrag door bewoners en ruim een kwart door collega’s Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter COA: “Ongewenst gedrag tast het werkplezier aan en zorgt
voor veel stress. Het is onacceptabel dat medewerr kers, die vaak al een hoge werkdruk ervaren, hier last van hebben. De komende tijd blijven we daarom doorgaan met de ingezette verbetering van de veiligheid en aanpak van ongewenst gedrag.”
De uitslag van het PSA-onderzoek geeft het COA handvatten om verdere verbeteringen door te voeren. Zo wordt op team- en locatieniveau ongewenst gedrag van zowel bewoners als collega’s onderling aangepakt, onder meer door het onderwerp bespreekbaar te maken. Daarnaast werkt het COA aan de verbetering van de informatievoorziening en de nodige ICT-infrastructuur die goede samenwerking en communicatie faciliteert. Ook gaat het COA verder met het programma dat in 2022 is gestart om de situatie rond overlastgevende bewoners te verbeteren. Onder andere door het vroegtijdig signaleren van onbegrepen en-/of overlastgevend gedrag, door preventieve begeleiding, activering en andere maatregelen.
Al 50 jaar zijn er volop vrouwen van rond de 50 op de arbeidsmarkt. Toch is er pas de laatste jaren expliciete aandacht voor een serieus vrouwenprobleem als de overgang in combinatie met werk. Niets om lacherig over te doen, we hebben er met z’n allen namelijk behoorlijk last van.
Vanwaar die aandacht voor dit onderwerp de laatste jaren? “Het percentage vrouwen op de arbeidsmarkt neemt toe, steeds meer vrouwen werken langer door en dus zijn er ook meer vrouwen van middelbare leeftijd in bedrijven en instellingen”, zegt Rulanda van Kruysbergen (65), bedrijfsarts bij Arbo Unie, NVAB-lid en expert op het gebied van de overgang. Dat sommmige van die vrouwen anno nu meer te vertellen hebben in de medische wereld speelt vast ook een rol De overgang is een levensfase die behoorlijke schade toebrengt aan de gezondheid van de
vrouwen die erin zitten – en ook aan de economie, aangezien de klachten een enorme impact kunnen hebben op de productiviteit. Uit onderr zoek (2012) blijkt bovendien dat 35 procent van alle ziekteverzuim van vrouwen tussen de 45 en 65 jaar te maken heeft met de overgang. Geen miniem probleem: er zijn ongeveer anderhalf miljoen vrouwen aan het werk die in die fase zitten.
Wat de klachten zijn? Opvliegers, daar heeft iedereen wel eens van gehoord. Dat is ook het meest zichtbare symptoom: een vrouw voelt
zich zomaar uit het niets alsof ze 40 graden koorts heeft en krijgt bijvoorbeeld een vuurrood hoofd, vlekken in de nek, zweetdruppels op het voorhoofd. “Voor de rest weten de meeste mensen niet zo goed waar ze op moeten letten”, stelt Van Kruysbergen. “Het is een breed palet, en veel symptomen kunnen ook door iets anders komen.” Denk aan nachtzweten, angsten, akelige hoofdpijn, depressieve klachten, gewichtstoename en hartkloppingen.
“Ik had zelf niet zoveel last van de overgang, dacht ik. Maar ik had ongeveer 15 jaar geleden wel last van hartkloppingen. Ik koppelde dat niet direct aan de overgang, want die afwijking zit ook in de familie. Maar na onderzoek bleek dat er niets met m’n hart was en dat het dus wel een overgangsklacht was.”
Andersom gebeurt ook: dat hartklachten door een huisarts tot overgangsklachten worden gebombardeerd. Met alle mogelijke gevolgen van dien
Die klachten zorgen ervoor dat veel vrouwen in de overgang niet zo goed in hun vel zitten. Niet in de laatste plaats omdat veel van de verschijnselen de nachtrust stevig kunnen verstoren.
“Met als gevolg dat ze vaak oververmoeid zijn, zich niet goed kunnen concentreren en een kort lontje hebben. Makkelijk te verwarren met iets anders, want een kort lontje past als symptoom ook prima bij stress. En of depressieve gevoelens door de overgang komen of een andere oorzaak hebben, is ook nog niet zo eenvoudig vast te stellen. Maar je bewust zijn van de levensfase en niet te snel een andere diagnose klaarleggen, is een stap in de goede richting ”
‘Het hoort erbij. Het gaat wel weer over.’ Dat horen vrouwen die hier last van hebben vaak. Maar het is voor velen echt geen kattenpis. Zoals voormalig minister van Volksgezondheid
Edith Schippers voorafgaand aan een expertmeeting bij haar ministerie in 2016 zei: “Overgangsklachten duren vier tot tien jaar, dat is heel wat anders dan even een griepje uitzieken. [Het zijn] klachten die een grote impact hebben op de kwaliteit van leven van een grote groep Nederlanders.”
Een serieus probleem, wat je ook serieus moet kunnen bespreken op het werk. Best lastig, want ondanks dat zoveel mensen ermee kampen, is het een behoorlijk taboe en hangt er een lacherige sfeer omheen.
“Veel vrouwen schamen zich voor hun opvliegers en voelen zich al rot genoeg doordat ze deze hebben. Dan is het niet fijn als collega’s er flauwe
De overgang is een periode van grote hormonale disbalans waarbij de vrouw langzaam maar zeker minder vruchtbaar wordt. In die periode neemt de productie van vrouwelijke hormonen (met name oestrogeen) af. Die hormonen heeft de vrouw evolutionair nodig omdat ze kan baren: ze zorgen ervoor dat pezen en bindweefsel rekbaar genoeg zijn om er een kind uit te persen. Dat klinkt plastisch, maar dat is helaas echt de reden voor een half leven lang hormonale schommelingen, met maandelijks ongemak en hoogtepunten rond de puberteit, de zwangerschap en de overgang richting de menopauze.
grappen over maken, zeker niet als het om de leidinggevende gaat met wie ze dit thema moeten bespreken om te zorgen dat ze hun werk zo goed mogelijk kunnen blijven doen. Als je het zelf serieus benadert en aangeeft dat je grappen niet waardeert omdat je er echt last van hebt, vind je in de meeste gevallen echt wel gehoor”, adviseert Van Kruysbergen
Schippers noemt in het filmpje rond de expertmeeting een goed voorbeeld voor organisaties in alle sectoren, en vooral die waar veel vrouwen tussen de 40 en 67 werken. In Meppel stuurde thuiszorgorganisatie De Nieuwe Zorg alle 600 medewerkers op een cursus over de overgang. Ook de mannen. “Resultaat”, aldus Schippers, “het ziekteverzuim onder vrouwen daalde 30 procent. Veel vrouwen weten niet
dat hun klachten met de overgang te maken hebben. Maar ook bij veel zorgprofessionals is de kennis hierover nog onvoldoende.”
Steeds meer organisaties zien gelukkig het nut van het informeren van werkgevers én werknemers over dit fenomeen. Politieke organisaties, medische organisaties, patiëntenorganisaties en ook vakbonden zijn ermee aan de slag. Er is in het voorjaar zelfs een Week van de Overgang en 18 oktober is wereldmenopauzedag
Met openheid kan dit onderwerp waar de helft van de mensen ooit mee te maken krijgt voor eens en altijd uit de taboesfeer gehaald worden. Bovendien, weet Van Kruysbergen: “Als je je serieus in het onderwerp verdiept, word je je ook bewuster van dingen waar vrouwen in de overgang mee te maken hebben. Zoals dat ze gemiddeld veel vaker moeten plassen. En dat wordt nog erger als ze het advies opvolgen om voldoende water te drinken, in de overgang extra belangrijk.”
Dat klinkt als een miniem probleem. “Maar dat is het niet als je als conductrice op een Sprinter werkt, want die hebben geen toilet.” Gelukkig komt daar met de volgende generatie stoptreinen verandering in, want ook reizigers zijn soms in de overgang of op een leeftijd dat de plas ophouden geen makkelijke opgave is.
“Maar er zijn meer mensen die werk hebben waarbij ze niet à la minute naar het toilet kunnen. Zoals in een productiehal of aan de lopende band, waar je eens in de twee uur een plaspauze hebt. Dat is erg lang als je het niet kunt
+Slapeloosheid
+Hartkloppingen
+Vaak plassen
+Urineweginfecties
+Depressie
+Stemmingswisselingen
+Nachtzweten
+Vermoeidheid
+Geheugenproblemen
+Concentratieproblemen
+Duizeligheid
+Gewichtstoename
+Allergieën
+Incontinentie
+Verandering van lichaamsgeur
+Tandvleesklachten
+Spierspanning
+Gewrichtsklachten
+Darmklachten
+Gevoel van elektrische schokken
ophouden, dus dan moet je toch iets anders kunnen afspreken.” Hetzelfde geldt voor klimaatbeheersing en bedrijfskleding: als je het meerdere keren per dag zomaar ineens bloedheet hebt omdat je interne thermometer doorslaat, wil je het graag wat koeler hebben, wat kunnen uittrekken of tussentijds kunnen douchen.
“Het staat op de agenda, maar we hebben nog een heleboel werk te doen met z’n allen”, stelt Van Kruysbergen. “Zelfs onder bedrijfs- en huisartsen is de kennis nog niet optimaal. Ik geef bijvoorbeeld binnenkort weer een presentatie
Hoofdpijn (migraine)
Haarverlies Dunner haar
Schildklierafwijking
Droge of ruwe huid
Opvliegers
Pijn op de borst
XXXXXXXXXXXXXX
Vaginale droogheid Minder zin in seks Onregelmatige/ hevige ongesteldheid
Breekbare nagels
Osteoporose
voor collega’s. De NVAB start met de ontwikkeling van een richtlijn overgang & werk. Die zou voorjaar 2025 klaar moeten zijn. Dat kan veel handvatten geven aan bedrijfsartsen en de werkgevers waar ze voor werken.”
De huisartsen hebben net een nieuwe richtlijn. “Geen overbodige luxe, want zij gaan vaak nog uit van oude informatie, bijvoorbeeld rondom hormoontherapie. Dat heeft lang ter discussie gestaan vanwege een oud onderzoek van 20 jaar geleden waaruit een verhoogde kans op borstkanker kwam. Nu is er andere hormoontherapie, zijn de doseringen veel genuanceerder bovendien, vaak lokaal, bijvoorbeeld met zalf
“Leefstijl bespreken is een heikel punt voor werkgevers”, zegt Rulanda van Kruysbergen. “Maar zoals we weten, brengt zwaarder zijn wel risico’s voor de gezondheid met zich mee. Ook in het geval van de overgang: onderzoek wijst uit dat opvliegers erger zijn naarmate je zwaarder bent. En aangezien je vrijwel vanzelf zwaarder wordt in de overgang, moet je ook nog harder je best doen om op gewicht te blijven. Ook koffie, gemberthee en alcohol hebben bijvoorbeeld een negatieve invloed op overgangsklachten, net als te weinig beweging.”
en pleisters. Dat onderzoek is dus compleet achterhaald, maar het idee zit nog wel diep. Terwijl het veel vrouwen echt enorm helpt.”
Kennis in ontwikkeling
Er wordt nog alle dagen gewerkt aan begrip van de problematiek en het zoeken naar de beste manieren om ermee om te gaan. De kennis is volop in ontwikkeling. Van Kruysbergen zelf doet met anderen wetenschappelijk onderzoek naar klachten van het houdings- en bewegingsapparaat van vrouwen in de overgang. Ze kwam op dat idee omdat ze als bedrijfsarts in een ziekenhuis een groot aantal vrouwen in de ‘overgangsleeftijd’ tegenkwam met klachten aan nek en schouders. Oudere collega’s zeiden: ‘Wacht maar tot je uit de overgang bent, dan is het voorbij.’ “Dat was voor mij de trigger: zou daar een relatie liggen? Hebben die klachten wellicht te maken met de horr monale disbalans in die periode?”
Ze zit nog midden in het onderzoek, dus kan er nu nog weinig over kwijt, maar er lijken inderdaad aanknopingspunten dat er een verband is.
Of dat oorzakelijk is, zullen verdere onderzoeken moeten uitwijzen
Er is nog een reden om het onderwerp uit de taboesfeer te halen: het helpt, zo wijst onderzoek uit, enorm (in ieder geval tegen opvliegers) als je er nonchalant mee omgaat. Dat is eenvoudiger als je werkgever, je collega’s, je leidinggevende relaxed doen over dit onderwerp. Dan hoef jij je minder te schamen, minder uit te leggen, krijgt het minder negatieve aandacht en kun je het dus makkelijker laten waaien. Dat betekent natuurlijk niet dat je het moet bagatelliseren: juist openheid en eerlijkheid maken het gesprek erover makkelijker en beter. “Het zou mooi zijn als meer publieke vrouwen dit onderwerp gewoon zouden benoemen. We hebben er allemaal in meer of mindere mate mee te maken. Zelfs koningin Màxima.”
In het volgende nummer geven we een overr zicht van bronnen, verzamelen we tips en bespreken we een aantal boeken over de overr gang.
Onlangs was ik in het Castle Museum in York. Het prachtige museum laat zien hoe mensen in Engeland van vroeger tot nu hebben geleefd. Ook de gezondheidszorg door de eeuwen heen komt ruim aan bod. Wat mij opviel: die visie op gezondheid was behoorr lijk beïnvloed door status en geld. Met vatbaarheid voor misleiding tot gevolg
In het museum stond beschreven dat in de 18e eeuw wijn, suiker en alle lekkere dingen die daarmee worden gemaakt alleen bestemd waren voor rijke mensen. Dik zijn en ook zwarte, rotte tanden werr den daarom gekoppeld aan rijkdom, stand en welvaart. Rijke mensen konden ook medicatie, huis- en tandartsen betalen. Het is dus aannemelijk dat zij naast leuker ook gezonder en langer konden leven.
Arme mensen die ook wilden genieten van deze geneugten van het leven of carrière wilde maken, stopten kussens onder hun kleding, maakten hun tanden zwart en braken deze zelfs af. Allemaal voor de uiterlijke schijn, want zo zag je er ‘rijk’ uit. Arme mensen die die ambitie ontbeerden of daarvoor de capaciteiten en mogelijkheden misten, met name op het platteland, leefden op water, groenten en fruit.
Toen rijke mensen het uit begonnen te schreeuwen van de tandpijn, gewrichtsproblemen door obesitas en eerder bezweken aan hart- en vaatziekten vroegen zij zich af hoe het toch kwam dat die arme plattelandslui daar minder last van hadden.
Tja vroeger, toen was men nog niet zo slim. Gelukkig hebben wij van het verleden geleerd en weten we tegenwoordig heel goed wat wel en niet gezond voor ons is. Via internet en de social media laten we ons veel beter informeren en minder voor de gek houden. Daarom rijden we elektrische auto’s en eten we veel sojaproducten, want dat zou veel beter zijn voor het milieu. Roken we elektronische sigaretten, drinken energiedrankjes, eten lightproducten en bakken in antiaanbakpannen, want die zouden beter zijn voor de gezondheid. Alles om gelukkig, rijk én productief te zijn. Want dat is reden voor een feestje en daar krijgen we maar geen genoeg van…
Hoewel: laten we hopen dat anno nu niet iedereen zich laat leiden door kletspraatjes en utopieën. Of trappen we in dezelfde valkuilen als voorheen en denken we alleen maar dat we wijzer zijn geworden?
Riny van de Pol is veiligheidskundige bij zorgorganisatie Severinus in Veldhoven. Hij neemt in zijn columns zijn vakgebied kritisch de maat.
In vorig nummer plaatsten we aan artikel over het vallen van daken bij het installeren van zonnepanelen. Maar wist je dat er ook veel ongelukken gebeuren bij het vallen van lage hoogte? Een nieuwe campagne besteedt daar aandacht aan.
Vallen van hoogte is nog altijd een van de belangrijkste oorzaken van ongevallen in de bouw. Vooral de risico’s van vallen van lage hoogte worden nog vaak onderschat. Want vergis je niet, het grootste valgevaar zit niet op grote hoogte, maar juist onder de 2,5 meter – dat lijkt misschien gevaarloos, maar je kunt je lelijk bezeren bij een val van de eerste etage of een ladder.
Een nieuwe campagne moet juist dit valgevaar in de bouw onder de aandacht brengen. De campagne is geïnitieerd door de Governance
Code Veiligheid in de Bouw (GCVB), een convenant dat is ondertekend door partijen als het
Rijksvastgoedbedrijf, ProRail, Heijmans en Unica. En zij niet alleen: inmiddels hebben ruim
1000 bedrijven en organisaties de uitgangspunten en kernwaarden expliciet ondertekend
Er zijn al veel maatregelen om vallen van hoogte te voorkomen, en gelukkig gaat het vaak goed. Maar elk ongeval is er één te veel. Door extra aandacht te vestigen op bijna-ongevallen en gevaarlijke situaties op de bouwplaats op
een hoogte onder de 2,5 meter wordt het bewust veilig handelen juist daar gestimuleerd.
Hoewel het aantal ongevallen tijdens werken op écht grote hoogtes meevalt, gebeuren er nog steeds veel ongevallen met struikelen en vallen op lagere hoogtes. Dit is opvallend omdat de aanname tot nu toe was dat de meeste ongevallen juist boven die hoogte gebeuren.
Uit data die de ondertekenaars van de governance code hebben verstrekt, blijkt dat 78 procent van de ongevallen plaatsvindt onder de 2,5 meter. In bijna de helft van de gevallen is sprake van het gebruik van een ladder, trap of opstap-
je. Ook ongelijke vloeren leiden tot veel ellende, bijvoorbeeld door verstappen. Dat lijkt misschien niet zo ernstig, maar zo’n val of verstapping leidt in 64 procent van de gevallen tot verzuim. Ook met een verzwikte enkel of gebroken pols kun je immers niet werken Een campagne op dit punt is dus geen overbodige luxe. Met de campagne wil de GCVB de gehele bouwsector inspireren om extra aandacht te geven aan het voorkomen van vallen van hoogte. De meeste ongevallen door vallen ontstaan door het verlies van evenwicht, onvoldoende beveiliging of het ontbreken daarvan. En ook door verkeerd gebruik van arbeidsmiddelen zoals een ladder of steiger
De campagne maakt onderdeel uit van een breder programma van de GCVB. In 2021 was het reduceren van aanrijdgevaar op de bouwplaats een speerpunt. De top-5 van veiligheidsrisico’s in de bouw zijn: aanrijdgevaar, vallen van hoogte, elektrocutie, hijsen en transport van bouwdelen en materialen en gevaarlijke stoffen (waaronder asbest, chroom6 en fijnstof). Door aandacht te vragen voor deze onderwerpen wil de GCVB het veiligheidsbewustzijn rond ieder risico vergroten en het aantal (bijna) ongevallen en incidenten verkleinen
Voor ieder risico wordt een set uniform toepasbare middelen ontwikkeld
In de beschikbaar gestelde informatie en set communicatiemiddelen (stappenplan, visuals, powerpoints e.d.) wordt naast het vallen van lagere hoogte ook expliciet aandacht besteed aan de richtlijnen voor bijvoorbeeld aanlijnen en zekeren. Daarnaast is er aandacht voor werken
Je kunt je lelijk bezeren bij een val van de eerste etage, van een ladder of als je struikelt
Stappenplan, wettelijk kader en instructie PBM
• Stappenplan Vallen van hoogte voorkomen conform arbeidshygiënische strategie (pdf)
• Wettelijk kader valgevaar (pdf)
• Instructie PBM-gebruik aangelijnd werk (pdf)
PowerPoint-presentaties
• Vallen van hoogte voorkomen, doelgroep manager (PPTX)
• Vallen van hoogte voorkomen, doelgroep operationeel medewerker (PPTX)
• Vallen van hoogte voorkomen, doelgroep projectverantwoordelijke (PPTX)
Poster, voorbeelden e-mailberichten en social media
• Poster vallen van hoogte voorkomen (pdf) (zie afbeelding)
• E-mailbericht aandacht Vallen van hoogte naar projectverantwoordelijke (pdf)
• E-mailbericht aandacht Vallen van hoogte naar manager (pdf)
• Voorbeeld social media posts Vallen van hoogte (pdf)
• Visual social media post vallen van hoogte voorkomen (pdf)
op grote hoogte en het voorkomen van dodelijke ongevallen en langdurig letsel
De informatie en set middelen helpen managers, projectleiders, operationeel leidinggevenden en medewerkers op de bouwplaats te weten wat hij of zij zelf kan doen om het risico op valgevaar te verkleinen.
Ga voor meer informatie en de set gratis middelen naar www.vallenvanhoogte.nl
Overkoepelende organisatie in de bouw Volandis ondersteunt de campagne van de GCVB. Volandis biedt hiervoor de volgende middelen aan, die ook kosteloos te gebruiken zijn: A-blad rolsteigers en toolbox rolsteigers.
Bronnen: GCVB, Volandis
Bij onderhoud raakt een machineoperator tijdens de nachtdienst ernstig gewond aan zijn hand.
Een machineoperator van een glasblaasmachine in een glasfabriek moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de flessen of potten die gemaakt worden goed is. Hiervoor moeten de glasmallen in de machine regelmatig worden gesmeerd.
Voor het smeren van de mallen wordt gebruikgemaakt van een zogenaamde swab-kwast. Dit is een metalen steel met aan het uiteinde een katoenen pluizige kwast. Deze kwast moet in een bak met grafietvet gedompeld worden.
Vervolgens moeten de mallen inwendig gesmeerd worden. Dit wordt tijdens het draaien van de machine gedaan.
Het duurt ongeveer twee seconden om een product te vormen in de glasblaasmachine.
Voordat het volgende product gevormd wordt, moeten de glasmallen gesmeerd worden
In de nachtdienst raakt de hand van de machineoperator tijdens de smeerwerkzaamheden bekneld tussen de bewegende delen van de machine. Hierbij loopt hij ernstig letsel op aan zijn hand. Opname in het ziekenhuis is nodig Het ongeval wordt bij de Arbeidsinspectie gemeld en de inspecteur stelt de volgende dag een onderzoek in
Het produceren van glazen verpakkingen is een volcontinu proces. Omdat het glas in de glasoven niet mag stollen, is het niet mogelijk om de toevoer van het glas naar de glasblaasmachines te stoppen. Hierdoor is het ook onmogelijk productiewerkzaamheden uit te voeren terwijl deze machine is uitgeschakeld en drukloos en spanningsloos is gemaakt. Dit geldt ook voor smeerr werkzaamheden aan de glasblaasmachine.
Om de werkzaamheden toch veilig te kunnen uitvoeren moeten er door de werkgever doeltreffende maatregelen getroffen worden. Tijdens het onderzoek door de inspecteur van de Arbeidsinspectie is gebleken dat er diverse maatregelen mogelijk zijn om de werkzaamheden veilig te kunnen uitvoeren. Zo bestaat er een automatisch smeersysteem om de vormen niet handmatig te hoeven smeren. Daarnaast is er op de machines een zogenaamde smeerknop aanwezig. Op het moment dat deze knop bediend wordt, pauzeert het betreffende deel van de machine één cyclus en kunnen de vormen gesmeerd worden. Ook is het mogelijk een smeerkwast te gebruiken met een dusdanig lange steel dat de handen uit de gevaarlijke zone blijven. Op het moment van het ongeval werd geen van deze maatregelen toegepast
Soms is het nodig om onderhouds- of productiewerkzaamheden uit te voeren aan een arbeidsmiddel dat niet is uitgeschakeld en drukloos of spanningsloos is gemaakt. In dat geval moeten doeltreffende maatregelen worden genomen om deze werkzaamheden veilig uit te kunnen voeren. Dat staat in artikel 7.5, 3e lid van het Arbeidsomstandigenbesluit.
De boeteoplegger van de Arbeidsinspectie is op basis van het onderzoek en de rapportage van de inspecteur van mening dat dit niet is gebeurd. Hij is ook van mening dat niet gebleken is dat het geconstateerde de werkgever niet aan te rekenen zou zijn. Ook van (bijzondere) omstandigheden op grond waarvan moet worden afgezien van het opleggen van een boete of tot matiging van de boete moet worden overgegaan, is geen sprake. Hij legt een boete op aan de werkgever van €36.000,-. De werkgever tekent geen bezwaar aan.
Wim van Alp hen is hoger veiligheidskundige en arbeidshygiënist (PHOV )
Laatst had ik een fantastisch weekend in Antwerpen met onze musical-operettevereniging. We hebben veel leuke dingen gedaan. Een bezoek aan een chocoladefabriek, een boottochtje op de Schelde, een toer door de binnenstad en als hoogtepunt: André Rieu in het Sportpaleis.
Daar werden vele muzieknummers ten gehore gebracht aan een menigte van ruim 15.000 mensen. Mooie en respectabele nummers waren door André Rieu omgezet in een populaire vorm zodat het grote publiek ervan kon smullen. Het resultaat was een laaiend enthousiast publiek… behalve ik. Van prachtige klassiekers in rumba of tango waren Engelse walsen en polka’s gemaakt. Grof gezegd: een ware verkrachting van de originele muziekstukken. Het geheel was allemaal te gelikt, te vlak, te confectie, te RTL, te TROS.
Een vergelijking is te maken met instrumenten die gebruikt worden bij de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Ook deze zijn vaak zeer algemeen en generiek opgezet. Daarom zijn ze voor veel bedrijven toepasbaar. Maar het resultaat is net als bij André Rieu: te vlak, geen maatwerk, te weinig specifiek voor het betreffende bedrijf waar met behulp van dat RI&E-instrument de RI&E is uitgevoerd. De op de werkvloer werkelijk aanwezige risico’s worden niet gezien of blijven onderbelicht. Of in de muziekmetafoor: met de opgevoerde klompendans is geen tango verkregen. Feitelijk lijken het meer middelen te zijn om er snel vanaf te komen: even een generiek vinkenlijstje invullen en klaar is Kees. We hebben voldaan aan onze wettelij-
ke verplichtingen en hebben een RI&E. Veel bedrijven zijn er blij mee.
Ze hoeven zo ook niet zelf echt na te denken over hun eigen situatie. Het gebruik van zo’n voorgedefinieerd instrument (vragen/vinkenlijst) kan bovendien leiden tot een te sterke focus op die lijst van de uitvoerder van de RI&E, waardoor deze minder openstaat voor de bedrijfsspecifieke zaken. Ook in de oplossingen wordt daarmee het zelf creatief denken beperkt. Vaak wordt ervan uitgegaan dat een branche-RI&E dekkend is voor alle bij die branche aangesloten bedrijven. Dat is niet het geval: per bedrijf kunnen er andere zaken spelen. In rekenkundige termen gezegd: het instrument is niet het kleinste gemene veelvoud van alle in de bedrijven binnen die branche aangetroffen risico’s, maar het is de grootste gemene deler. Dus per bedrijf kunnen vele zaken dan onbenoemd blijven.
Door het werken met die instrumenten bestaat bovendien de kans dat niet de achterliggende oorzaken en de basisoorzaken worden geïdentificeerd, maar alleen een generiek symptomenlijstje wordt gegenereerd.
Conclusie: goed dat er meer generieke RI&E-instrumenten zijn, maar bedacht moet worden
dat deze zeker niet altijd de specifieke werkelijke bedrijfsrisico’s beschrijven. Dus aanvullend moet nog op de locatie naar de echte risico’s op de werkplekken worden gekeken. Het confectiekostuum moet nog worden aangepast tot een maatwerkkostuum. Van de polka moet toch weer een tango gemaakt worden. De echte arboprofessionals houden immers van goede muziek en gaan voor kwaliteit
In deze column komen zaken aan de orde waar ik met verbazing naar kijk. Omdat in sommige branches vaak al goede oplossingen zijn bedacht die standaard worden toegepast, terwijl die oplossingen in andere branches nog geheel onbekend zijn. Het opleidingsinstituut Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV) en ik persoonlijk proberen bij te dragen aan kennisverspreiding en -vermeerdering op de vele gebieden van de arbeidsveiligheid, om deze situatie te verbeteren.
Arbo Actualiteitendag
Als Arbo-professional heb je te maken met vele we elijke regelingen. Blijf het gehele jaar op de hoogte met de Arbo Actualiteitendag. Experts op het gebied van jurispruden e en arbo-ontwikkelingen praten je op hoog niveau bij in 4 masterclasses. Ze nemen de belangrijkste actualiteiten met je door en geven direct aan wat de gevolgen voor je prak jk zijn. Al jd het laatste nieuws vertaald naar de prak jk.
Tijdens deze zesdaagse collegereeks laten hoogleraren en een prak jkspreker je zien hoe je arbo als middel inzet om primaire bedrijfskunde te voeren en je invloed binnen de organisa e te verhogen. Je ontwikkelt je daarbij tot een arbo business partner met een stevig bedrijfskundig inzicht. In een kort jdsbestek voeg je met jouw arbobeleid meer economische waarde aan de organisa e toe en word je dé sparringpartner voor het MT.
Tijdens deze zesdaagse collegereeks gaan we diepgaand op verkenning. Op verkenning binnen en buiten de organisa e naar concrete aanpakken die je kunt vertalen naar jouw eigen prak jksitua e. Je krijgt de nieuwste inzichten en handva en aangereikt van absolute topexperts over o.a. veilig risicoleiderschap, bevlogen medewerkers en psychologische veiligheid..
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet .. Met zes risicobrillen effec ef risico’s beheersen
Het congres waarbij vanuit verschillende perspec even naar risico wordt gekeken en hoe je ermee om kunt gaan. Om uiteindelijk beter afgewogen over risico's te besluiten. Deze dag biedt een gevarieerd programma met topsprekers. Zes sprekers ze en ieder een andere risicobril op en laten op zes manieren zien hoe je naar risico's kunt kijken en ermee om kan gaan.
Bekijk het complete programma op ARBO-ACADEMY.NL
30 NOVEMBER 2023 v.a. € 449
7 NOVEMBER 2023 v.a. € 2595
7 NOVEMBER 2023 v.a. € 2595
12 DECEMBER 2023 v.a. € 595
Bij een Zeeuws vakantiepark in aanbouw worden op 16 oktober 2018 dakplaten op een woning gelegd. Tijdens de werkzaamheden valt een 58-jarige Duitse uitzendkracht van de drie meter hoge steiger op de betonnen vloer en overlijdt ter plekke.
Onderzoek van de (toen nog)
Inspectie SZW wijst uit dat de steiger op meerdere plekken volstrekt onveilig was. Verankeringen waren (op verzoek van het bouwbedrijf) niet toegepast, de steiger stond te ver van de muur, leuningen ontbraken en op diverse plaatsen waren vloerplaten weggehaald.
Inlenend bouwbedrijf
Het inlenende bouwbedrijf wordt als werkgever aangemerkt. De werkgever wordt ten laste gelegd dat hij in strijd met de Arbowetgeving al dan niet opzettelijk handelingen heeft verricht en/of nagelaten doordat bij een in aanbouw zijnde woning het valgevaar onvoldoende is tegengegaan (artikel 3.16 Arbobesluit), werknemers niet doeltreffend waren voorgelicht (artikel 8, lid 1 Arbowet), en er onvoldoende toezicht op de naleving werd
gehouden (artikel 8, lid 4 Arbowet) terwijl de werkgever wist of redelijkerwijs kon weten dat daardoor levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid te verwachten was (artikel 32 Arbowet). Daarnaast wordt hem schuld aan de dood van het slachtoffer ten laste gelegd (artikel 307 Wetboek van Strafrecht).
werkgever niet van zijn zorgplicht. Uit het onderzoek blijkt dat de steigerbouwer een tekening had gemaakt waarop de noodzakelijke verankeringen stonden, maar dat die op verzoek van de werkgever werden weggelaten. Datzelfde geldt voor het ondeugdelijke leuningwerk en de (te grote) afstand tot de muur van de wo-
wordt volgens de Richtlijn Steigers gebruikt voor de oplevering van een steiger als die voldoet aan de richtlijnen en de classificaties.
Absoluut onvoldoende Voorlichting en toezicht waren absoluut onvoldoende. Door dit alles is een werknemer tijdens zijn werk naar beneden gevallen en
Volgens de rechtbank legt de Arbowet de verantwoordelijkheid voor een veilige en gezonde werkplek primair bij de werkgever. Die moet een deugdelijk arbobeleid voeren. Die zorgplicht houdt ook in dat die zijn werknemers beschermt tegen eigen fouten of onvoorzichtigheden. Dat de werknemer zelf niet de deugdelijkheid van de steiger heeft gecontroleerd, ontslaat de
ning. Op diverse plaatsen lagen losse vlonders/planken die konden verschuiven, waardoor valgevaar kon ontstaan. De werkgever was daarvan op de hoogte.
Ook wist de werkgever dat de steigerbouwer geen scafftags meer ophing, omdat de steigers tijdens de bouw te vaak zonder overleg werden ‘aangepast’. De scafftag, ook wel steigerkaart, is een instrument om aan te geven of samengestelde steigers veilig zijn om te betreden. Dit label
aan zijn verwondingen overleden. Het bedrijf wordt veroordeeld tot een boete van 70.000 euro, waarvan 20.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De uitvoerder wordt, als feitelijke leidinggevende, bestraft met een taakstraf van 100 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk.
Bron: Rechtbank Oost-Brabant, 1 maart 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:938 (& 939)
De steigerbouwer had een tekening gemaakt waarop de noodzakelijke verankeringen stonden, maar die werden op verzoek van de werkgever weggelaten
Bij een brand in je bedrijf of instelling ligt de focus vaak op het vuur. Voor het gebouw en de inboedel is dat de grootste bedreiging. Maar voor medewerkers en gasten is rook veel gevaarlijker. En die verspreidt zich ook nog eens sneller dan gedacht. Nibhv paste de bestaande lesstof aan om dit onder de aandacht te brengen.
Misschien is dit nieuws voor je, maar het is echt waar: bij brand is rook de belangrijkste doodsoorzaak. Het kan binnen een halve minuut al dodelijk zijn! De meeste slachtoffers vallen dus door rook, niet door vuur. Uit praktijkonderzoek blijkt bovendien dat die rook zich nog sneller ontwikkelt en verspreidt dan tot nu toe bekend was. En ook veel sneller en verder dan vuur. Daarom is de les- en leerstof voor bedrijfshulpverleners van het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening (Nibhv) per 1 juni aangepast. Nibhv ontwikkelde de nieuwe stof op basis van onderzoek door het Nederlands Instituut voor Publieke Veiligheid. Uitgangspunt is om eerst te kijken naar de risico’s van rook en daarna pas naar de brandrisico’s. Verder is de les- en leerstof vereenvoudigd, zodat bhv’ers bij rook of brand makkelijker kunnen handelen.
Voor de duidelijkheid: schone rook bestaat niet. Het maakt niet uit wat er brandt: chemische stoffen, (tuin-) afval, papier, hout, olie of plastic. Al is de brand in een bos met louter bomen, de rook zit vol roetdeeltjes en andere schadelijke stoffen die bij inademing acute en soms langdurige klachten kunnen veroorzaken. Het gezondheidsrisico hangt samen met de hoeveelheid rook die wordt ingeademd. Rook inademen kan leiden tot brandende ogen, een geïrriteerde neusholte, keel of luchtwegen. Ook een benauwd gevoel en kortademigheid komen voor, vooral maar niet alleen bij mensen met (over)gevoelige luchtwegen, bijvoorbeeld door
Als aanvulling op het eerder door Nibhv uitgebrachte BOBR-spel is er nu ook een uitbreidingsset rookverspreiding. Deze is ontwikkeld naar aanleiding van de nieuwe inzichten rondom rookverspreiding en komt met extra casuskaarten, spelkaarten en posters. Alles voor een verhoogd brandveiligheidsbewustzijn, een beter begrip van rookdynamiek en betere responsvaardigheid van de bhv’er.
astma. De overgevoeligheid van de luchtwegen voor allerlei prikkels die dat tot gevolg kan hebben, kan maanden of zelfs jaren duren. Rookvergiftiging door schadelijke stoffen, bijvoorbeeld koolmonoxide, kan dodelijk zijn.
De acute risico’s hangen vooral af van de concentratie van rook, de hoeveelheid zwevende deeltjes zoals roet en ander fijnstof, en de hoeveelheid irriterende en verstikkende stoffen in de rook. Ook effecten die je niet (direct) merkt, kunnen grote gevolgen hebben voor de gezondheid.
Snelle verspreiding
Dat is belangrijke informatie. Want onbewust doen mensen in geval van brand het tegenovergestelde van wat goed voor ze is. Vooral in het eerste uur komen veel toeschouwers naar de plaats van het incident. De kans is daarbij groot dat je in de rook staat en die dus ook inademt. Ook bhv’ers moeten zich bewust zijn van deze levensgevaarlijke rook, niet alleen voor de mensen in hun organisatie, maar ook voor henzelf. Zij worden immers opgeroepen als er iets aan de hand is en komen de rook vaak al tegen tijdens de eerste verkenning van een brand.
En pas op, je hebt niet veel tijd om dat te doen zonder rook in te ademen: de snelheid waarmee rook zich kan verspreiden, is veel hoger dan eerder werd gedacht. En dat maakt het werk van bhv’ers bij brand – of eigenlijk: rookontwikkeling – dus lastiger. De bhv’er moet zich vanaf nu bewust zijn van de effecten van rookverspreiding op de vluchtmogelijkheden en de overlevingskansen en natuurlijk ook hoe de rookverspreiding beperkt kan worden.
Doen wat we altijd deden volstaat niet meer. Het is essentieel dat bhv’ers hun aanpak aanpassen. Met een
duidelijke en eenvoudige methode om snel beslissingen te nemen. Hoe je dat doet, lees je uitgebreid in de aangepaste lesstof van de Nibhv.
Een tipje van de sluier: naast kijken komen ook de andere zintuigen meer aan bod: ruiken, horen en voelen. De bhv’er gebruikt die allemaal om de situatie goed te kunnen beoordelen en de veiligste beslissing te kunnen nemen, zoals het ontruimen van een gebouw. Daarbij kan die ook gebruikmaken van een nieuw schema. Dat onderscheidt drie gebieden: veilig (groen), potentieel bedreigd (oranje) of bedreigd gebied (rood). Verder is er in de nieuwe lesstof nog meer aandacht voor bewustwording van de gevaren van rook. Dat is nodig omdat er in gebouwen tegenwoordig meer spullen zijn die bij brand veel rookontwikkeling geven, zoals synthetische stoffen, accu’s en batterijen. Bovendien blijkt het inademen van giftige gassen (zoals koolmonoxide) en van hete rook, lucht of stoom nog gevaarlijker te zijn dan we al wisten. Daarom zijn er ook nieuwe instructies om de veiligheid van de bhv’er te waarborgen en eventuele slachtoffers op de goede manier te verzorgen.
Nibhv verzorgt ook nascholing op basis van de nieuwste inzichten rondom rookverspreiding en gerelateerde aspecten van bedrijfshulpverlening. Hiermee kun je zowel je kennis als je vaardigheden verdiepen en je vertrouwd maken met geschikte werkwijzen. Deze training van een dagdeel is bedoeld voor bhv-instructeurs. Deze geven deze kennis door aan bhv’ers die lessen volgen. De nascholing:
•gaat in op de bevindingen van het NIPV-onderzoek
en zorgt dat je de implicaties ervan voor bhv-training en -praktijken begrijpt.
•verkent praktijkvoorbeelden uit het rookverspreidingsonderzoek.
•geeft inzicht in reële situaties en casestudies om de impact van rookverspreiding op evacuatie- en reddingsoperaties te begrijpen.
•leert je effectieve strategieën en oplossingen op basis van de onderzoeksresultaten.
De lessen gaan verder in op de richtlijnen volgens het Bouwbesluit (BBL), voorschriften voor het gebruik van liften tijdens evacuaties, veranderingen in automatische meldingen in relatie tot bhv en de meldkamer en meer.
Kijk voor meer informatie over wat een organisatie in de praktijk kan doen voor brandveiligheid en tegen de snelle verspreiding van rook en hoe de bedrijfshulpverlening daarbij kan helpen op de site van de Nibhv: www.nibhv.nl
Download het informatiedocument Rookverspreiding van de Nibhv hier: www.nibhv.nl/ hulpmiddel/informatiedocumentrookverspreiding/
Bron: arboportaal. nl, brandweer.nl en Nibhv.nl
niet. Het maakt niet uit wat er brandt, rook is altijd schadelijk
TNO heeft in 2022 in samenwerking met het ministerie van SZW onderzoek gedaan naar de transitie van thuiswerken naar hybride werken bij verschillende organisaties. Bijna niemand wil meer terug naar volledig op kantoor werken. Wel zoekt men naar oplossingen voor de belangrijkste valkuil: de verbinding tussen medewerkers.
De pandemie was een katalysator voor de shift naar hybride werken in Nederland. Hybride werken is tijd- en plaats onafhankelijk werken, waarbij een deel van de tijd thuis wordt gewerkt. Het is de nieuwe naam voor wat we eerder flexwerken of ‘het nieuwe werken’ noemden. Met name in zwang bij kantoormedewerkers omdat thuiswerken als
bakker, bouwvakker of verpleegkundige wat lastig is.
De combinatie van thuiswerken en werken op de kantoorlocatie is dus in principe niet nieuw, maar de schaal waarop het nu gebeurt wel Door de coronapandemie die in 2020 uitbrak, werden we als maatschappij gedwongen om meer thuis te werken
Vanwege de ervaren voordelen van het thuiswerken, zoals minder reistijd, betere werk-privébalans en autonomie (Peijen e.a., 2020) is er een ‘shift’ ontstaan in de manier waarop we (willen) werken anno 2023. Hybride werken brengt ook uitdagingen met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van onderlinge verbinding,
faciliteiten voor hybride werken en bereikbaarheid
In dit artikel wordt een onderzoek omschreven waarin elf organisaties zijn gevolgd in hun transitie naar hybride werken. De studie werd uitgevoerd tussen februari en september 2022. De resultaten en de adviezen voor leidinggevenden en HR vanuit de organisaties worden besproken. Welke knelpunten en succesfactoren ervaren werkgevers en werknemers? Om werkgevers en werknemers een handje te helpen met het inrichten van hybride werken heeft TNO praktische tips verzameld
Veel gelijkenissen
De praktijk van het hybride werken is door de onderzoekers op twee manieren in kaart gebracht: met een dagboekstudie (korte dagelijkse vragenlijstjes voor medewerkers) en met interviews/focusgroepen met medewerkers, HR-professionals en leidinggevenden
De deelnemende organisaties vertegenwoordigen een breed palet. Ze komen uit onder meer de zakelijke dienstverlening, zorg, overheid, chemie en retail en variëren in grootte van ongeveer 50 tot meer dan 10.000 medewerkers
Ondanks de verschillen tussen de organisaties
in grootte en sector leek de vorm van hybride werken bij de organisaties op elkaar. De meeste hadden geen strikte centrale regels over aanwezigheid, maar wel kaders. De afspraken werden onderling gemaakt in de teams zelf. Vaak kwam het neer op ongeveer de helft van de werkweek op de centrale kantoorlocatie werken en de helft thuis; in de praktijk werd er minder op de locatie gewerkt dan afgesproken. Sommige meetings werden standaard op kantoor gepland zodat er een centraal moment ontstond dat iedereen fysiek aanwezig was. Over de werktijden waren zelden afspraken, dat verliep vaak volgens de ongeschreven regel om zoveel mogelijk tijdens kantooruren te werken en in de eigen agenda duidelijk te maken wanneer je werkt en wanneer niet
Meer alleen dan samen
De medewerkers gaven aan dat ze het lastig vinden om in verbinding te blijven met collega’s en leidinggevenden. Ze werken gevoelsmatig meer ‘alleen’ dan samen. Ze vinden dat ze minder afstemming hebben met collega’s als ze thuiswerken. Thuiswerkende medewerkers hebben meer autonomie en nemen meer dan voorheen zelf beslissingen. Dit zorgt bij sommige
medewerkers voor onzekerheid. Anderzijds gaven andere medewerkers aan dit prettig te vinden, ook omdat minder afstemmen met collega’s veel tijd scheelt
Gebrek aan verbinding vormt ook een extra hindernis voor nieuwe medewerkers. Het blijkt moeilijk om nieuwe medewerkers in een hybride setting te laten landen, ze hebben minder live contact met collega’s. Nieuwe medewerkers leren de mensen, cultuur en gebruiken van een organisatie kennen door veel mee te kijken met collega’s. Daarnaast leren nieuwe medewerkers die nog überhaupt onervaren zijn in het werkveld hun taken on-the-job beter goed meester te worden. Dit gaat moeilijker op afstand en hierdoor duurt het in een hybride setting soms langer voordat ze productief zijn. Verder zien leidinggevenden ook dat de nieuwe medewerkers die binnenkomen zich minder hechten aan de organisatie. Dit heeft voor sommige organisaties al geleid tot het sneller afscheid moeten nemen van nieuwe medewerkers dan ze gewend waren
Leidinggevenden ervoeren ook een uitdaging in het behouden van verbinding tussen medewerkers onderling. Daarnaast gaven ze aan dat ze het soms lastig vinden in te schatten hoe het
met een medewerker gaat als ze elkaar minder live zien. Via een videogesprek is non-verbale communicatie lastiger in te schatten. Leidinggevenden gaven ook aan zoekende te zijn hoe ze hun medewerkers kunnen blijven boeien op afstand aangezien ze minder snel aan medewerkers zien wie met plezier zijn werk doet en wie niet.
Leidinggevenden merkten op dat er minder kruisbestuiving tussen teams plaatsvindt. Dat heeft mogelijk een negatief effect op creativiteit. Doordat medewerkers elkaar minder tegenkomen, is het aantal spontane ontmoetingen een stuk minder. Daarnaast zoeken medewerkers vooral bekenden en collega’s uit hun team op in de schaarse tijd dat ze wel op kantoor zijn. Zo leren ze ook niet zomaar nieuwe mensen kennen. Dat zorgt voor eilandjes. Het is daarnaast lastiger om elkaar kort aan te spreken om te sparren. Op kantoor gaat dat laagdrempelig, nu moet daar vaak een afspraak voor worden ingepland.
Sowieso: medewerkers zijn niet meer allemaal op hetzelfde moment aan het werk, waardoor er minder momenten zijn om samen te overleg-
gen – en een meeting met het team is ook een stuk lastiger in te plannen
De grenzen tussen werk en privé vervagen. Zowel leidinggevenden als medewerkers lieten blijken dit lastig te vinden. Voor een leidinggevende is het moeilijk te zien of medewerkers (te veel) overwerken. Werkt iemand die ’s avonds een mail stuurt over, of werkt deze collega op een ander tijdstip dan zijn of haar collega’s? Leidinggevenden willen daar ook niet steeds op controleren. Ze sturen liever op output en op basis van vertrouwen
Medewerkers vinden dat het zelf kunnen indelen van tijd een voordeel is, maar ook een nadeel kan zijn. Het is thuis verleidelijk om de laptop later dicht te klappen of ’s avonds nog te werr ken. Ook wordt de schakeltijd gemist tussen werk en privé. Voorheen deed het woon-werkverkeer dienst als buffer tussen de werkdag en thuissituatie. Overigens is asynchroon werken soms best frustrerend voor werknemers die werk doen wat op gezette tijden moet gebeuren, zoals contact met klanten of patiënten. Ze hebben wel last van de nadelen maar profiteren niet van de voordelen die de flexibele collega’s hebben.
TNO ontwikkelde een toolbox die werknemers en werkgevers helpt om hybride werken goed in te richten. In verschillende tools krijg je als werknemer, leidinggevende of werkgever handvatten aangereikt om hybride werken te laten slagen. Aan bod komen onder meer manieren om goede afspraken te maken, meer onderlinge verbinding te creëren of succesvol hybride te kunnen brainstormen.
In de toolbox vind je instrumenten over de volgende onderwerpen:
• Teamgesprek hybride werken: doel en afspraken vastleggen.
• Werknemers ‘verleiden’ om naar kantoor te komen
• Wat is hybride werken nu eigenlijk precies?
• Effectief hybride vergaderen.
• Gezond hybride werken op elke werkplek.
• Tips voor en door leidinggevenden
• Handige links en ervaringsverhalen
Bekijk de Toolbox Hybride werken op www.arboportaal.nl/toolbox-hybride-werken
Kijk ook naar het webinar over dit onderwerp: https://www.youtube.com/watch?v=XIFYro_AKYk
Want daar geen misverstand over: de meest genoemde succesfactor is dat hybride werken meer flexibiliteit biedt om taken te doen waar en wanneer je ze het beste kunt uitvoeren. Dat zorgt voor een verhoogde productiviteit. De thuiswerkcontext biedt meer ruimte voor concentratietaken doordat er thuis meestal minder prikkels en afleiding zijn. Het kantoor werkt dan weer beter voor brainstorms, creatieve taken en grote overleggen
Ook geeft het meer mogelijkheden om werk en privé te combineren. Zonder reistijd ben je minder tijd kwijt voor je werk, kun je de kinderen van en naar school halen, boodschappen doen op een rustiger moment en gemakkelijker sociale en medische afspraken inplannen. Dat scheelt stress, wat ook een effect heeft op het werk. Mensen voelen zich ook vrijer om verder van kantoor te gaan wonen, wat de mogelijkheden om een passend huis te vinden vergroot
Qua faciliteiten voor thuiswerkplekken voor medewerkers zijn de verschillen tussen organisaties nog groot. Een thuiswerkplek werd niet overal vergoed en leidinggevenden gaven aan het lastig te vinden om zicht te krijgen op hoe mensen er thuis ‘bij zitten’. Medewerkers lieten weten het vervelend te vinden als de faciliteiten niet op orde zijn. Dan gaat het zowel om de inrichting van de werkplek thuis als nieuwe mogelijkheden op kantoor vanwege een gebrek aan vaste plekken. Daarnaast vergt het online werken ook een goede internetverbinding en kennis en software voor goede hybride overleggen
Uit dit onderzoek bleek dat ondanks de knelpunten het hybride werken de meeste medewerkers en leidinggevenden erg goed is bevallen. Teruggaan naar volledig thuiswerken of volledige aanwezigheid op kantoor is voor hen geen optie meer.
Dit artikel is een samenvatting van een eerder in Holland Management Review verschenen stuk door Carlijn Brouwer, Lidewij Renaud, Jenny Huijs, Amber Vernooij en Noortje Wiezer van TNO, healthy living and work
Een volle agenda, een vol hoofd, altijd tijd tekort: dé kenmerken van deze tijd. Stress kan zorgen voor minder levensplezier - en uiteindelijk een burn-out. Waarom werken we te veel en te hard? En wat kun je zelf doen om te dealen met stress?
Fokking druk, Het ultieme antri-stressboek, Thijs Launspach, Spectrum, EAN 9789000363698
Dit boek bevat een breed scala aan bedrijfseconomische begrippen waarmee veiligheidskundigen en andere beleidsmakers te maken krijgen. Bijvoorbeeld om in verschillende situaties de kosten van veiligheid en maatregelen in kaart te kunnen brengen. Dit boek behandelt economische begrippen vanuit een privaat en een publiek gezichtspunt en licht ze toe aan de hand van voorbeelden. Het boek is geschreven voor studenten, maar ook te gebruiken als naslagwerk. Basisboek veiligheid en economie, J.H.A.M. Bergman, Boom criminologie, EAN 9789462361690
Wat staan er in uw vakgebied voor activiteiten op de agenda?
Kijk voor een uitgebreid overzicht op www.arbo-online.nl
BA&O Congres Sociale Veiligheid
Wanneer: 3 november 2023
Waar: Nijkerk
Wie: BA&O
Meer info: baeno.nl
Arbo Actualiteitendag
Wanneer: 30 november 2023
Waar: Postillion Hotel Utrecht Bunnik
Wie: Arbo Academy
Meer info: arbo-academy.nl/events/arbo-actualiteitendag
Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet
Met zes risicobrillen effectief risiso’s beheren
Wanneer: 12 december
Waar: Het Oude Magazijn, Amersfoort
Wie: Arbo Academy
Meer info: arbo-academy.nl/events/ik-zie-ik-zie-wat-jij-niet-ziet
Veiligheid begint bij het benoemen wat we onder veiligheid verstaan en welke factoren die bedreigen. Leren, reflecteren en verbeteren. Om veiligheid te stimuleren, heb je een cultuur nodig waarin fouten maken mag. Dit boek gaat over de positieve effecten van een lerende cultuur op veiligheid in teams. Wetenschappelijke inzichten, aangevuld met praktijkverhalen en prikkels om te reflecteren op je eigen gedrag, team en organisatie. Teams in veiligheid, Orly Polak, Hub Creations, ISBN 9789083260228
We krijgen allemaal te maken met uitdagingen, van AI tot klimaatverandering. Hoe ga je met deze risico’s om? Beter niet met complexe vormen van risicomanagement. Om organisatiedoelen op duurzaamheid, veiligheid, winstgevendheid en welzijn te halen kun je beter in risicodialoog. Zo kun je direct en gericht aan de slag aan de hand van drie eenvoudige vragen: wat is het doel, wat is daarbij onzeker en wat staat ons te doen? Risicodialoog, Doel-Onzeker-Doen, Martin van Staveren, Boom Uitgevers, ISBN 9789024457946
Verbetercheck
De Verbetercheck Fysieke Belasting voor de metaalsector bevat nu ook richtlijnen voor zittend werken en werken tijdens de zwangerschap. De check is onderdeel van de arbocatalogus en aangepast aan de laatste wettelijke voorschriften en de stand der techniek. Zie www.5xbeter.nl
Mensen blijven vaak lang rondlopen met een melding. Zo kan ongewenst gedrag op het werk soms onnodig lang onopgemerkt blijven doorgaan. Met deze app heb je direct contact met de vertrouwenspersoon en kun je meteen bespreken wat je wilt doen. Waterdicht en AVG-proof. www.opgelucht.app
30 november 2023
Utrecht
Tijdens de Arbo Actualiteitendag praten experts op het gebied van jurisprudentie en arbo-ontwikkelingen je op hoog niveau bij in 4 masterclasses. Ze nemen de belangrijkste actualiteiten met je door en geven direct aan wat de gevolgen voor jouw praktijk zijn. Altijd het laatste nieuws vertaald naar de praktijk.
Ontvang praktische én tactische tips
Met deze thema’s ga je aan de slag:
Blijf het betrouwbare aanspreekpunt
Masterclass 1: Oog voor werk-privé balans
Stel de experts vragen die nú spelen
Masterclass 2: De vertrouwenspersoon wettelijk verplicht. En hoe pakken wij dat aan?
Masterclass 3: Jouw meerwaarde als arboprofessional bij (seksueel) grensoverschrijdend gedrag
Masterclass 4: De RIE, wetten en regels
Voor het volledige programma en om je in te schrijven: arbo-online.nl/actualiteitendag