4 minute read

Netbeheerders waarschuwen

Netbeheerders: ‘Niet voor te stellen wat een werk op ons afkomt’

Het jaar 2019 was zwaar voor netbeheerders. Het vele extra werk door zonneparken, laadpalen en datacenters zorgde voor fors oplopende wachttijden bij aansluitingen. Inmiddels is het probleem onder controle, maar toch waarschuwt Martha van den Hengel, voorzitter van Mijnaansluiting.nl en directeur Aansluitingen bij Liander, voor de toekomst.

Tekst Marije de Leeuw*

‘Op dit moment kunnen we niet al onze klanten in alle gevallen op tijd aansluiten. Helaas verwachten we dat dit de komende periode niet verandert. Het kan zelfs zijn dat de doorlooptijden verder oplopen (…).’ Het was een standaard disclaimer op de website van Mijnaansluiting.nl, een samenwerking

MARTHA VAN DEN HENGEL Martha van den Hengel is ruim drie jaar voorzitter van Mijnaansluiting.nl, een samenwerking van 23 netwerkbedrijven door heel Nederland. De organisatie helpt aannemers en netbeheerders aansluitingen door het hele land naar eigen zeggen klantvriendelijker te organiseren. Daarnaast was ze tot begin 2019 directeur Aansluitingen bij Netbeheerder Liander. Sinds ruim een jaar is ze daar kwartiermaker uitvoering regionale energietransitie.

van alle netwerkbedrijven door heel Nederland. Inmiddels is die boodschap niet meer zichtbaar, maar het toont wel de druk waar netbeheerders mee te kampen hadden. 45 weken wachten op een aansluiting, terwijl de wettelijke termijn 18 weken is, was in 2019 niet vreemd. Er is veel verbeterd, zegt Van den Hengel, terugblikkend op het afgelopen jaar. “Met het werven van extra technici, slimmer werken en verbeterde samenwerking met aannemers kunnen we de vraag beter aan.”

Dus 45 weken wachten is verleden tijd? “De wachttijden zijn nog steeds vrij lang, gemiddeld veertig weken. Het verschil is dat bouwers dit inmiddels weten. Ze doen een aanvraag voor de aansluiting niet meer op het allerlaatste moment, zoals voorheen altijd het geval was. Ze zorgen nu dat ze dat ver van tevoren aanvragen. En dus worden de doorlooptijden langer. We hebben met alle initiatiefnemers veel gesprekken gevoerd om dit te doen, zodat wij onze planningen daarop kunnen aansluiten.”

En die tekorten aan kabels? “Ook dat is onder controle. Met name door de snelle groei van zonneparken waren er veel extra kabels nodig. We hebben afgelopen zomer, toen het tekort speelde, gesprekken gevoerd met kabelleveranciers en hen gevraagd extra te produceren. Nu is dat weer redelijk op orde. Al blijft beschikbaarheid van materiaal wel een aandachtspunt in de hele sector door de toenemende vraag naar aansluitingen. Belangrijk is dat we goed in gesprek blijven.”

Het klinkt alsof de grootste problemen zijn getackeld. Toch waarschuwt u voor de toekomst. Waarom? “Omdat de energietransitie ervoor zorgt dat Nederland de komende dertig jaar op de schop

gaat. Het werk dat op ons afkomt is zo onwaarschijnlijk groot, dat is niet te realiseren met de mensen die we nu hebben. Niet alleen voor netbeheerders, ook voor bouwers en installateurs is de uitdaging enorm. Naast de bestaande bouw die van het aardgas af moet, krijgen we laadpalen, zonneparken en elektrificatie van het vervoer. Het is bijna niet voor te stellen wat er allemaal op ons afkomt. Om dat allemaal te realiseren, zijn er veel meer technici nodig.”

De tekorten aan technici blijven dus groot, verwacht u? “Klopt, jongeren kiezen niet zomaar meer voor techniek. Ondertussen groeit de werkvoorraad flink door. Een elektromonteur kan tegenwoordig kiezen uit veertig banen. We moeten er als maatschappij voor zorgen dat er meer meisjes en jongens voor techniek kiezen. Techniek is zo’n mooi vak en wordt echt zwaar ondergewaardeerd.”

Zijn er andere oplossingen om de energietransitie toch te realiseren? “Het belangrijkst is dat we ver vooruit gaan kijken en daarop gaan plannen. En dan bedoel ik niet alleen netbeheerders of bouwers, maar als hele maatschappij. Cruciaal is dat je per regio in kaart brengt wat er moet gebeuren. Honderden laadpalen per dag kun je niet tegelijk plaatsen. Je moet goed afstemmen wanneer je wat gaat doen. De organisatie is heel belangrijk. Daarbij is een goede samenwerking nodig. Alleen dan gaat het lukken.”

En hoe is die samenwerking tussen netbeheerders en bouwbedrijven? “Die is sinds anderhalf jaar enorm verbeterd. Het is ontzettend vervelend voor klanten dat er vertragingen zijn ontstaan bij het aansluiten van nutsvoorzieningen. Gaan zwartepieten of elkaar de schuld geven, heeft geen zin. Dat erkennen we inmiddels allemaal. Door betere samenwerking tussen netbeheerders, bouwbedrijven en aannemers zien we flinke verbeteringen en werken we ook samen aan mooie innovaties.”

En nieuwe innovaties, kunnen die ook bijdragen? “Zeker. Wij zijn samen met bouwers bezig met een prefab meterkast, een oplossing die veel tijd gaat besparen. Op dit moment worden aansluitingen in woningen altijd als laatste in het

Martha van den Hengel, voorzitter van Mijnaansluiting.nl.

bouwproces aangelegd, maar de bedoeling is dat de prefab-meterkast direct na het storten van de fundering al wordt geplaatst. We hebben aan bouwbedrijven gevraagd of dit kon en we zijn er via pilots achter gekomen dat dit voor laagbouw mogelijk is. Kort voor oplevering sluiten we alles dan in een keer aan. De elektriciteit en water zijn gelijk te gebruiken. We werken nu aan de normering, en we verwachten dit in september waarschijnlijk officieel in te gaan voeren.” Komt de energietransitie in gevaar? “De energietransitie betekent een verbouwing van onze totale leefomgeving. Het verwijderen van aardgasnetten, het installeren van miljoenen laadpalen, het aansluiten van duizenden megawatts aan zonneweides en windparken. Het is een enorme uitdaging. Als we slim en efficiënt gaan werken, komen we een heel eind.”

This article is from: