Uilenspiegel

Page 56

56 pen aan wonderlijke metamorfosen, maar konden zij volstaan met geannoteerde vertalingen van De Costers roman. In bijhorende inleidingen en besprekingen werd de marxistische interpretatie van Uilenspiegel echter steevast herhaald. Ondanks alternatieve versies van auteurs als Eduard Bagritski en Osip Mandelsjtam, die Uilenspiegel eerder als nationale dan als proletarische held opvoerden, werd deze marxistische lezing in 1930 geofficialiseerd door Anatoli V. Lunatsjarski, de toenmalige Commissaris voor Cultuur en Onderwijs.105 Gezien de toenemende invloed van Moskou op de West-Europese communistische partijen, leek het niet onwaarschijnlijk dat ook deze proletarische Uilenspiegel in het Belgische communisme zijn intrede zou doen. In de eerste jaren na de oorlog waren daar evenwel weinig tekenen van te bespeuren. Het Belgische communisme had Uilenspiegel toen nog niet ontdekt. Kortom, tijdens de eerste drie jaar na de oorlog, die gekenmerkt werden door een streven naar wereldbeschouwelijke en sociale verzoening, zowel op regeringsvlak als binnen het radicale flamingantisme, zien we twee nieuwe Uilenspiegels ontstaan in Vlaanderen: een hevige, min of meer anti-Belgische Vlaams-nationalist en een Belgische patriot met een grote liefde voor Vlaanderen. Het derde Uilenspiegel-type, de internationalistische proletariër, verscheen voorlopig nog niet op het Belgische strijdtoneel. Was deze laatste per definitie vrijzinnig en in dat opzicht althans een directe erfgenaam van De Costers held, dan werd de religieuze gezindheid van de twee ‘Vlaamse’ Uilenspiegels enigszins bedekt gehouden, of toch minstens niet al te sterk benadrukt. Zowel de Belgischgezinde als de Vlaams-nationalistische auteurs waren er voor beducht het levensbeschouwelijk-pacificatorische klimaat van de onmiddellijke naoorlog te doorbreken.

Eindnoten: 60 Zie Kaat Wils, ‘Tussen metafysica en antropologie. Het rasbegrip bij Léon Vanderkindere’ in: Marnix Beyen en Geert Vanpaemel (ed.), Rasechte wetenschap? Het rasbegrip tussen wetenschap en politiek vóór de Tiveede Wereldoorlog (Leuven-Apeldoorn, 1998), 81-99. 61 Funérailles de Charles De Coster, 1827-1879, Elsene. Geciteerd in Hanse, ‘Le centenaire’, 85-86. 62 ‘Paroles prononcées par M. Camille Lemonnier’ in: Inauguration du Monument élevé par l'administration communale d'lxelles à Charles De Coster, le 22 juillet 1894 (Brussel, 1894), 11 en 13. 63 Émile Van Arenbergh, ‘A Charles De Coster’, Ibidem, 21. 64 Nautet, o.c., 117. 65 Cfr. Ludo Simons, ‘Eulenspiegel und der flämische Freiheitskampf’, Eulenspiegel-Jahrbuch, jg. 14 (1974), 3-9. Cfr. p. 5. 66 Uit het boek van de Duitse Sieglinde Tömmel, Nation und Nationalliteratur. Eine soziologische Analyse des Verhältnisses von Literatur und Gesellschaft in Belgien zwischen 1830 und 1840. Soziologische Schriften, 16 (Berlijn, 1976), blijkt dat dit cruciale verschil in politieke oriéntatie al tijdens het eerste decennium van het bestaan van de Belgische staat de Frans- en de Nederlandstalige literatuur in België van mekaar onderscheidde. 67 Zie o.m. Marc Reynebeau, Het klauwen van de leeuw. De Vlaamse identiteit van de 12de tot de 21ste eeuw (Leuven, 1995), 126-134.

Marnix Beyen, Held voor alle werk. De vele gedaanten van Tijl Uilenspiegel


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.