Uilenspiegel

Page 17

20 wel Delepierre in zijn editie van 1835 Uilenspiegel op geen enkele manier naar een nationale context verplaatste (het ging om een vrij getrouwe, zij het ‘opgepoetste’ versie van het oude volksboek), droeg hij toch bij tot de nationalisering van Uilenspiegel door hem onder het oog te brengen van de (liberale) bourgeoisie, op dat ogenblik dé drijvende kracht achter het Belgische nationalisme. In de uitgave van 1840, die hij aankondigde als ‘un monument national’, ging Delepierre een hele stap verder. Niet alleen nam hij de oude traditie over door Uilenspiegel in Damme te laten sterven, hij voegde ook een nieuw element toe door Uilenspiegels oorspronkelijke geboorteplaats Kneitlingen (bij Braunschweig) om te buigen tot Knesselare (niet ver van Brugge). Op die manier transformeerde hij zijn held in een West-Vlaamse boerenjongen.27 Zijn avonturen spelen zich in de uitgave van 1840 ook voor een groot deel af op het Belgische grondgebied. Voor de redactie van het weekblad Uylenspiegel was het in 1856 helemaal geen krachttoer meer om van Uilenspiegel een landgenoot te maken. Charles De Coster en Tijl Uilenspiegel ontmoetten mekaar dus min of meer toevallig, in het redactielokaal van een tijdschrift waaraan de eerste zijn medewerking en de tweede zijn naam verleende. Liefde op het eerste gezicht lijkt het niet geweest te zijn. Het epos ontstond dan ook niet spontaan uit deze ontmoeting. Pas nadat De Coster in een aantal reportages over volksevenementen in Vlaanderen en Brabant in 1859 gebundeld in de Légendes flamandes - zijn verteltalent had tentoongespreid, vroeg de redactie hem de oude legende van de ‘schutsheilige’ van het blad, ‘altérée, annihilée presque par tant de sottes traductions’, in ere te herstellen. De Coster aanvaardde, en al in 1859 verscheen in Uylenspiegel een eerste fragment van wat eens de Légende d'Ulenspiegel moest worden. Het stukje, getiteld ‘comment Ulenspiegel fut peintre’, was geheel in de traditie van het volksboek, maar misschien nog meer in die van het weekblad Uylenspiegel aangezien het koldereske en het artistieke erin samenvloeiden. Een politieke boodschap had dat fragment zeker niet.28 Wanneer vanaf het einde van dat zelfde jaar 1859 De Costers Uilenspiegel-bewerking in het blad werd aangekondigd als ‘sous presse’, dan werd deze vermeld onder de titel Les aventures joyeuses et glorieuses de Thyl Claes Uylenspiegel au pays

Marnix Beyen, Held voor alle werk. De vele gedaanten van Tijl Uilenspiegel


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.