Alert 4 - van binnenuit

Page 1

alert

4

architecture | living | ecology | research | teamwork

van binnenuit vu(e) de l’intÊrieur


3

Anders bekeken, Concreet en veelzijdig Autre regard, Concret et polyvalent

12

TOTAALBELEVING ALS LEIDRAAD Une expérience totale comme fil directeur

21

INTERIEUR ALS AANLEIDING VOOR EEN NIEUWE MANIER VAN WONEN, WERKEN, LEVEN L’intérieur comme définition d’une nouvelle manière d’habiter, de travailler, de vivre.

35

SCENARIO’S ALS AANLEIDING OM HET INTERIEUR VORM TE GEVEN Des scénarii pour donner forme à l’intérieur

46

KIJKEN VAN BINNEN NAAR BUITEN Un regard de l’intérieur vers l’extérieur

50

DE INVLOED VAN DE GEBRUIKER OP DE INRICHTING EN OP HET GEBRUIK VAN DE RUIMTE L’influence de l’utilisateur sur l’aménagement et sur l’utilisation de l’espace

56

BESCHOUWINGEN VAN EEN OPDRACHTGEVER BIJ DE INTERIEURAANPAK Considérations d’un maître d’ouvrage sur l’approche de l’intérieur

BURO II & ARCHI+I is een multidisciplinair ontwerpbureau dat verschillende expertise samenbrengt vanuit de overtuiging dat 1+1 drie kan zijn. Een geïntegreerde aanpak, waarbij alle betrokken disciplines samen zoeken naar het meest gepaste resultaat, is daarbij ons uitgangspunt. Toch is het soms ook belangrijk om stil te staan bij de verschillende deelaspecten of -disciplines op zich. Zij functioneren binnen een geïntegreerd team, maar bieden elk hun eigen inzichten en meerwaarden. Deze editie van ALERT richt zich op onze interieurafdeling, waarbij we vertrekken vanuit hun specifieke blik en de belangrijke meerwaarde die dat met zich meebrengt voor onze projecten. Er zijn 9 interieurarchitecten actief binnen BURO II & ARCHI+I, die werken met gedeelde waarden en uitgangspunten. Het zijn deze waarden die we willen toelichten vanuit de praktijk en vanuit concrete voorbeelden. Als onafhankelijk studiebureau zoeken we keer op keer naar sterke concepten met zin voor realiteit en financiële haalbaarheid. De creativiteit van onze interieurarchitecten vertaalt zich in een totaalaanpak voor elk project, aangepast aan de specifieke randvoorwaarden en wensen van de opdrachtgever. Maar interieurontwerp staat bij BURO II & ARCHI+I niet op zichzelf. Het maakt integraal deel uit van een totaalconcept voor het volledige project. De synergie tussen architecten en interieurarchitecten leidt tot betere gebouwen en meer kwaliteitsvolle ruimten. Ook de samenwerking met landschapsarchitecten draagt bij tot een ruime interpretatie van ‘ruimte’: binnen- en buitenruimten krijgen dezelfde aandacht en kwaliteit van detaillering. Ook met ingenieurs wordt nauw samengewerkt om het concept ook technisch te optimaliseren. We hopen zo een inzicht te bieden in de kijk van een interieurarchitect en de meerwaarde die hieruit voortvloeit voor een project. Interieur is immers zoveel meer dan een verzameling van design objecten – het is creëren van unieke ruimtes op maat van onze klanten. Rita Agneessens CEO, partner architect - urban planner

BURO II & ARCHI+I est un bureau d’étude multidisciplinaire qui cumule différentes expertises suivant la conviction que 1+1 peut être égal à trois. Nous partons d’une approche intégrée suivant laquelle toutes les disciplines impliquées recherchent le résultat le mieux adapté. Néanmoins, il est parfois essentiel de se focaliser sur les aspects et disciplines propres à chaque entité. Elles fonctionnent au sein d’une équipe intégrée, mais elles offrent chacune leurs connaissances et plus-values distinctes. Cette édition d’ALERT est consacrée à notre département intérieur. Nous partons ici de son regard spécifique et de l’importante valeur ajoutée qu’il apporte à nos projets. Au sein de BURO II & ARCHI+I, 9 architectes d’intérieur travaillent avec des valeurs et des principes communs. Ce sont ces valeurs que nous voulons mettre en lumière au travers de la pratique et d’exemples concrets. En tant que bureau d’études indépendant, nous recherchons systématiquement des concepts forts qui ont le sens de la réalité et de la faisabilité financière. La créativité de nos architectes d’intérieur se traduit par une approche intégrale de chaque projet, adaptée aux contraintes et besoins propres à chaque maître d’ouvrage. Toutefois, la conception intérieure n’est pas isolée au sein de BURO II & ARCHI+I. Elle fait partie intégrante d’un concept global pour l’intégralité du projet. La synergie entre les architectes et les architectes d’intérieur crée de meilleurs bâtiments et des espaces de plus grande qualité. La collaboration avec les architectes paysagistes contribue également à une interprétation large de l’«espace»: les espaces intérieurs et extérieurs bénéficient de la même attention et du souci du détail. Une étroite collaboration existe également avec les ingénieurs afin d’optimiser le concept sur le plan technique. Nous espérons ainsi faire comprendre la vision d’un architecte d’intérieur et la plus-value qui en découle pour un projet. L’intérieur est en effet bien plus qu’un amoncellement d’objets design – il s’agit de créer des espaces uniques, sur mesure pour nos clients. Rita Agneessens CEO, partenaire architect - urban planner

1


La fonction originelle de la maison ne consiste pas à orienter l’être par l’architecture du bâtiment et à découvrir un lieu mais à rompre le plein de l’élémént, à y ouvrir l’utopie où le «je» se recueille en demeurant chez soi.

Uit: Totalité et Infini (1961), p130, Emmanuel Levinas

Anders bekeken Concreet en veelzijdig

Autre regard Concret et polyvalent

Marc Santens

Marc Santens

Als we de omschrijving van het woord ‘interieur’ volgens Van Dale mogen geloven, dan betekent interieur: ’het inwendige van een gebouw m.n. wat de aankleding, meubilering en stoffering betreft.’ Deze enge interpretatie maakt van de interieurontwerper een tweederangsontwerper die zich bezighoudt met de verfraaiing van de architectuur. Zo wordt de eigenheid van het interieurontwerp ondergeschikt aan de architectuur.

Si l’on en croit la définition du mot «intérieur» proposée par le dictionnaire explicatif Petit Robert, intérieur signifie: «ce qui se trouve dans un bâtiment, notamment l’habillage, le mobilier et l’ameublement.» Cette seule interprétation fait de l’architecte d’intérieur un concepteur de seconde zone qui s’occupe d’embellissement de l’architecture. Ainsi, la particularité de l’aménagement intérieur est subordonnée à l’architecture.

Interieurarchitectuur gaat niet over aankleden en verfraaien, maar over beleven, gebruiken, hergebruiken en toe-eigenen. De architectuur bezet een stuk grond met een gebouw en geeft die ingenomen ruimte terug aan de gemeenschap om deze te gebruiken. De gebruiker palmt die ruimte in om de wereld binnen te halen en de buitenruimte te organiseren. De architect kijkt vanuit de omgeving hoe hij die plek het best ruimtelijk dienstbaar kan maken. De interieurarchitect kijkt van binnen naar buiten en onderzoekt hoe die ruimte op verschillende manieren kan gebruikt worden binnen de vooropgestelde randvoorwaarden. Deze kunnen tegelijk beperkend en inspirerend zijn. Hij daagt de gebruiker uit om vanuit de ruimtebeleving de omgeving van het gebouw anders te beleven en te bekijken. Met andere woorden: het interieur is een belevingswereld die de gebruiker toelaat om zijn wereld te ontdekken. Het is dus aan de interieurontwerper om met de gebruiker op zoek te gaan naar de verschillende manieren waarop een ruimte kan gelezen en gebruikt worden. Vervolgens is het aan de gebruiker om aan te geven welke geborgenheid hij/zij nodig heeft om de beleving en het gebruik te maximaliseren. De interieurontwerper is dus niet degene die de architectuur aankleedt en bemeubelt, maar degene die de meerwaarde van de lege ruimte maximaliseert door het veranderend gebruik, en de veranderende beleving te concretiseren. Architectuurontwerp en interieurontwerp kunnen daarom door een integrale benadering van bij de start van een project elkaar maximaliseren vanuit hun eigen specifieke benadering.

L’architecture d’intérieur, ce n’est pas habiller et embellir, mais vivre, utiliser, réutiliser et s’approprier. L’architecture occupe un morceau de terrain avec un bâtiment et rend l’espace occupé à la communauté pour l’utiliser. L’utilisateur s’approprie cet espace pour y faire entrer le monde et organiser l’espace extérieur. L’architecte examine depuis l’environnement comment il peut rendre ce lieu (le) plus utile sur le plan spatial. L’architecte d’intérieur regarde de l’intérieur vers l’extérieur et étudie comment cet espace peut être utilisé de différentes manières dans les contraintes prédéfinies. Celles-ci peuvent être à la fois limitatives et propices à l’inspiration. Il met l’utilisateur au défi de vivre et regarder autrement l’environnement du bâtiment au travers de son expérience de l’espace. En d’autres termes: l’intérieur est un univers qui permet à l’utilisateur de découvrir son monde. Il revient donc à l’architecte d’intérieur de rechercher avec l’utilisateur les différentes manières de lire et d’utiliser un espace. Ensuite, il revient à l’utilisateur d’indiquer de quelle sécurité il a besoin pour vivre et utiliser l’espace de manière optimale. L’architecte d’intérieur n’est donc pas celui qui habille et meuble l’architecture, mais celui qui optimise l’espace vide en concrétisant l’utilisation et le vécu en perpétuelle mutation. L’architecture et l’architecture d’intérieur peuvent par conséquent maximaliser une approche intégrale dès le début d’un projet à partir de leur approche spécifique.

Om dit uit te werken, vertrekt de interieurontwerper van het concrete gebruik, de technische mogelijkheden en de dagelijkse behoeften om zo te komen tot een leefomgeving die herkenbaar is voor de gebruiker. Belangrijk hierbij is dat verandering en ontwikkeling de rode draad vormen voor alle bewoners en alle gebruikers, en dus essentieel deel uitmaken van het ontwerpconcept. Daarom is een interieur nooit een afgewerkt geheel, maar een reeks van aanleidingen die de gebruikers toelaten hun leefwereld op te bouwen. Die aanleidingen vindt de ontwerper in het opstellen van gebruikersscenario’s die laten zien hoe anders 2

Pour concrétiser cela, l’architecte d’intérieur part de l’utilisation concrète, des possibilités techniques et des besoins quotidiens pour obtenir ainsi un environnement reconnaissable pour l’utilisateur. L’important ici est que le changement et le développement constituent le fil rouge pour tous les occupants et tous les utilisateurs, et il est donc essentiel qu’ils fassent partie intégrante de la conception du projet. C’est la raison pour laquelle un intérieur n’est jamais un ensemble fini, mais une série d’occasions permettant aux utilisateurs de créer leur univers. Ces occasions sont identifiées par l’architecte au travers de l’élaboration de scénarios d’utilisation permettant de visualiser comment il est possible d’utiliser l’espace différemment, de vivre 3


men die ruimte kan beleven, hoe anders men die ruimte kan gebruiken, hoe anders men vanuit die ruimte naar buiten kan kijken, en hoe anders men zich kan organiseren. Deze scenario‘s vormen de basis voor de verschillende invullingen die binnen de beschikbare ruimte mogelijk zijn. Zoals het interieur de belevingsruimte is om naar onze omgeving te kijken, zo is de publieke ruimte ons collectief interieur om naar de stad te kijken en de stad te beleven. Het begrip interieur moet ten overstaan van de verklaring in Van Dale opgewaardeerd worden met een ruimere betekenis. Die volwaardige interpretatie moet meteen ook de rol van de interieurontwerper in het uitbouwen van onze leefomgeving duidelijk maken. Dit is noodzakelijk om te komen tot een volwaardige ontwerpopgave voor de binnenomgeving en buitenomgeving. Om die andere kijk, en dat ander gebruik te visualiseren, hebben wij de fotograaf Thomas De Bruyne opdracht gegeven om het concreet en veelzijdig gebruik van plekken en gebouwen in beeld te brengen vanuit zijn eigen autonome benadering. Interieurfotografie mag naar ons gevoel het dagdagelijks gebruik niet maskeren maar integendeel, het in al zijn varianten zichtbaar maken.

4

l’espace autrement, de voir l’extérieur depuis cet espace et de s’y organiser. Ces scénarios constituent la base des différentes interprétations possibles dans l’espace disponible. Tout comme l’intérieur est notre espace de vie pour observer notre environnement, l’espace public est notre intérieur collectif pour observer la ville et y vivre. Le concept d’intérieur doit être mieux valorisé que la signification donnée par la définition de Petit Robert. Cette interprétation à part entière doit éclaircir directement le rôle de l’architecte d’intérieur dans l’élaboration de notre environnement. Ceci est nécessaire si l’on veut obtenir un énoncé de projet à part entière pour l’environnement intérieur et l’exterieur. Pour montrer cet autre regard et cette autre utilisation, nous avons chargé le photographe Thomas De Bruyne d’illustrer l’usage concret et polyvalent de lieux et bâtiments à partir de son approche personnelle. La photographie d’intérieur ne peut, selon nous, pas cacher l’usage au quotidien, mais au contraire doit le dévoiler dans toutes ses variantes.

5


6

7


8

9


10

11


totaalbeleving als leidraad

Une expérience totale comme fil directeur

In de afwerking van een interieur wordt niets aan het toeval overgelaten. Hiertoe worden alle mogelijkheden of opties onderzocht en wordt uit deze opties de juiste oplossing gekozen. Ervaring leert dat dit een complex verhaal is. De samenhang tussen architectuur, technieken en interieur is van die aard dat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De benadering vanuit interieur legt de juiste accenten binnen het multidisciplinair bureau waar zowel architecten, ingenieurs-technieken als ingenieurs-stabiliteit samenwerken om nét dat iets meer aan te bieden. Het resultaat is geen aaneensluiting van toevalligheden maar een methodiek die we in elk ontwerp toepassen.

Rien n’est laissé au hasard dans la finition d’un intérieur. Pour cela, on examine toutes les possibilités et options afin de retenir les bonnes solutions à partir de ces options. L’expérience nous a appris que la démarche était complexe. La cohésion entre architecture, techniques et aménagement intérieur est telle que ces trois facettes sont indissociablement liées. Une approche en partant de l’intérieur permet de placer les bons accents dans un bureau multidisciplinaire, où architectes, ingénieurs en techniques et ingénieurs en stabilité travaillent de concert pour offrir ce petit plus. Le résultat n’est pas (le fruit d’)une succession de hasards, mais (d’)une méthodologie mise en œuvre à chaque étape.

De kantoren voor de firma Valcke in Vlamertinge zijn exemplarisch voor deze totaalaanpak en illustreren de verwevenheid tussen architectuur, technieken en interieur. Valcke is als familiebedrijf gespecialiseerd in geprefabriceerde betonconstructies en kent tot op vandaag een gestage groei. De personeelsleden zaten her en der verspreid over verschillende aaneensluitende lokalen die dateerden uit de jaren ’60. Onderling contact tussen de collega’s was eerder moeilijk. De bouwheer was quasi onmiddellijk vrij duidelijk over zijn visie: het kantoor moest open zijn, toegankelijk voor iedereen en leesbaar zijn als geheel. Deze keuze was meteen de aanzet voor een globale aanpak. Aanvullend op het programma van de bouwheer werd een uitgesproken duurzame visie vooropgesteld. De ambities op gebied van ecologie en duurzaamheid vormden een uitdaging in elk aspect van het ontwerp.

Les bureaux de l’entreprise Valcke de Vlamertinge en constituent un excellent exemple. Ils illustrent parfaitement l’interaction entre architecture, techniques et aménagement intérieur. Entreprise familiale spécialisée dans les constructions en béton préfabriqué, Valcke connaît aujourd’hui encore une croissance soutenue. Le personnel y était réparti dans différents locaux contigus qui dataient des années 60. Cela compliquait singulièrement les contacts entre collègues à l’intérieur de l’entreprise. Dès le début du projet, la vision du maître d’ouvrage était bien arrêtée: le bureau devait être ouvert, accessible à tous et apparaître comme un tout. L’approche globale du projet a été conditionnée par ce choix. Le cahier des charges du maître d’ouvrage a été complété par une vision vraiment durable. Les objectifs en termes d’écologie et de développement durable ont constitué un défi dans chaque aspect du concept.

12

De uitdaging was duidelijk: het ontwerpen van een nieuw open huis van beton. De footprint vloeide voort uit de contouren van het perceel en de opgelegde stedenbouwkundige voorschriften. Het bouwen van de vanzelfsprekende ‘toren’ op de hoek van het perceel was misschien de meest evidente oplossing maar bood geen antwoord op de vraag van de bouwheer naar een directe relatie tussen de afdelingen. Deze uitgangspunten resulteerden in een architecturale tentstructuur – hoge slanke kolommen ondersteunen een hellend betonvlak. De gevels zijn vrij gesloten – enkel de schijnbaar willekeurig geplaatste strookramen en lichtkoepels doorbreken het volume. De kolommen en de volumes waarin de gesloten functies werden ondergebracht, volgen de lijnen van de contouren van het gebouw. Ook de bouwheer stond voor een uitdaging bij de uitwerking van deze structuur. Geen enkele balk, geen enkel plafond of wandpaneel was orthogonaal — de volledige balk- en dakstructuur ligt onder helling. Het resultaat is een levensgroot visitekaartje voor de firma Valcke. Binnen deze context was de interieuropdracht veelzijdig. Samen met de bouwheer werd de werking van het bedrijf geanalyseerd en kreeg het programma vorm. Gesprekken met de bouwheer en het personeel vormden de basis voor het in kaart brengen van de dagelijkse werking. Uit de analyse bleek dat het aantal gesloten functies volledig integreerbaar was in enkele losstaande volumes – volumes als ‘ordende eenheden’ binnen het open landschapskantoor. Hierdoor werd de volledige stroom van bezoekers en gebruikers in kaart gebracht. Vanuit dit gegeven werd de architectuur van het gebouw aangepast – het gebouw kreeg enkele uitsnijdingen die verschillende ingangen omvatten. Deze studie had ook als resultaat dat de bebouwde oppervlakte niet groter moest gemaakt worden dan oorspronkelijk was gedacht. De bouwheer heeft voor dit project gebruik gemaakt van een nieuw soort cement, Cemroc – een product van Holcim – waarbij de CO²-uitstoot 95 % lager ligt dan tijdens de productie van standaardcement. De burelen van Valcke Prefab Beton zijn een testproject, dit cement werd hier voor de allereerste keer in prefabelementen gebruikt. De bouwheer slaagde er ook in om met dit cement egaal witte betonpanelen te fabriceren, waardoor de keuze werd gemaakt om deze betonpanelen ook aan de binnenzijde zichtbaar te houden. Ook van binnenuit wordt op deze manier de vakkundigheid van de bouwheer geïntegreerd. Hierbij was de ruimte-akoestiek een belangrijke uitdaging. Aangezien zoveel mogelijk betonwanden en betonplafonds vrij moesten blijven om warmte en koude te kunnen opslaan, waren standaardoplossingen niet mogelijk. De gesloten volumes leverden de oplossing: ze werden bekleed met verticale latten en op het betonplafond werden geluidsabsorberende schotten aangebracht. Door al tijdens de ontwerpfase doordacht om te gaan met het akoestisch probleem, is de oplossing zo goed als onzichtbaar. De aanwezigheid van het witte beton werd aangevuld met een beperkt materialenpallet. De kleur van de gietvloer is dezelfde als die van de betonwanden. Het accent werd gelegd op de afwerking van de vrijstaande volumes en het (op maat van het gebouw) ontworpen meubilair.

Le challenge était clair: concevoir une nouvelle «maison» ouverte en béton. L’empreinte du bâtiment résultait des contours de la parcelle et des prescriptions urbanistiques. La construction de la ‘tour’ au coin de la parcelle constituait peut-être la solution la plus évidente, mais ne répondait pas à la demande du maître d’ouvrage, qui souhaitait créer une relation directe entre les départements. Ces postulats de départ ont débouchés sur une structure architecturale en forme de chapiteau, – où des colonnes hautes et minces soutiennent une rampe en béton. Les façades sont relativement fermées, – et seules des bandes de fenêtres et lanternes semblant avoir été placés au hasard viennent briser le volume. Les colonnes et les volumes qui hébergent les fonctions fermées suivent les lignes du contour du bâtiment. Le défi que le maître d’ouvrage a dû relever pour réaliser la structure était lui aussi de taille. Il n’existait en effet aucune poutre, aucun plafond et aucun panneau mural orthogonal (toute la structure des poutres et du toit est inclinée). Le résultat est une carte de visite grandeur nature pour la société Valcke. L’aménagement intérieur dans ce cadre a constitué une mission aux multiples facettes. Le programme a pris forme après une analyse du fonctionnement de l’entreprise avec le maître d’ouvrage. Des discussions avec le maître d’ouvrage et le personnel ont permis de dresser un inventaire du fonctionnement quotidien de l’entreprise. Cette analyse a indiqué que les fonctions fermées pouvaient être entièrement intégrées dans quelques volumes autonomes – des volumes faisant office d’unités d’ordonnancement à l’intérieur du bureau paysager. Pour cela, tout le flux de visiteurs et d’utilisateurs a été cartographié. L’architecture du bâtiment a été modulée à partir de cette donnée: – le bâtiment a été doté d’une série d’ouvertures qui intègrent plusieurs entrées. Cette étude a par ailleurs permis d’éviter d’augmenter la surface construite par rapport à ce qui avait été prévu à l’origine. Le maître d’ouvrage a utilisé un nouveau type de ciment, le Cembro. Ce dernier est produit par Holcim avec des émissions en CO² inférieures de 95 % à un ciment standard. Les bureaux de Valcke Prêta Béton constituent d’ailleurs un projet pilote; c’est en effet la toute première fois que ce ciment était utilisé dans des éléments préfabriqués. Le maître d’ouvrage est parvenu en outre à fabriquer des panneaux en béton uniformément blanc et a dès lors choisi également de les laisser apparents à l’intérieur. De ce fait, le savoir-faire du maître d’ouvrage se voit donc aussi de l’intérieur. L’acoustique des pièces constituait un autre défi important. Comme un maximum de murs et plafonds en béton devaient rester libres pour pouvoir stocker la chaleur et le froid, le recours à des solutions standardisées s’est avéré impossible. Ce sont les volumes fermés qui ont fourni la solution: ils ont été habillés de lattes verticales, tandis que des cloisons acoustiques ont été apposées sur le plafond en béton. Comme le problème de l’acoustique a été pris en compte dès la phase de conception, cette solution est quasiment invisible. Le béton blanc a été complété par une palette de matériaux réduite. La couleur du sol coulé est la même que celle des murs en béton. L’accent a été mis sur la finition des volumes autonomes et sur le mobilier (conçu sur mesure pour le bâtiment).

13


14

15


16

17


De kleuterafdeling van de gemeenteschool van Oostduinkerke was aan uitbreiding toe. Door de gestage groei van het leerlingenaantal gedurende de voorbije jaren werden een aantal klassen in klascontainers ondergebracht. Plaatsgebrek was de grootste uitdaging voor dit project. Het nieuwe gebouw is een passieve school waarbij de speelzone zich op het dak bevindt – meteen de oplossing voor het plaatsgebrek. De school bevat zeven klassen, een gemeenschappelijke ruimte, sanitair en een gemeenschappelijke berging. De keuze voor één bouwlaag voor een gebouw voor kleuters is een logische keuze. De zeven klassen worden rond een polyvalente zaal georganiseerd in functie van een optimale toegankelijkheid en overzichtelijkheid. Er is een rechtstreekse verbinding met het speeldak via een trapmeubel of kinderzittribune.

La section maternelle de l’école communale d’Oostduinkerke était devenue trop petite. Suite à l’augmentation progressive du nombre d’élèves ces dernières années, plusieurs classes étaient hébergées dans des conteneurs. Le manque de place constituait le principal défi à résoudre dans ce projet. Le nouveau bâtiment est une école passive dont l’aire de jeux se trouve sur le toit. Une solution idéale pour compenser le manque de place. L’école compte sept classes, une salle commune, des sanitaires et un débarras commun. Le choix d’un seul niveau pour un bâtiment destiné aux toutpetits était logique. Pour offrir une accessibilité et une disposition optimales, les sept classes s’articulent autour d’une salle polyvalente. Elles sont en liaison directe avec le toit de récréation via un meuble escalier ou une tribune pour les enfants.

Het interieur vertrekt van de leefwereld van de kleuters. Alle klasjes hebben hun eigen kleur, die ook terug te vinden is in de signalisatie, in de looplijnen naar de verschillende klasjes en aan de binnenzijde van de lichthappers die voor aangenaam daglicht zorgen. De polyvalente ruimte kan bij slecht weer gebruikt worden als speelruimte, en de trap in de zaal is tegelijk een kindertribune. In de zaal zelf kunnen de kleuters hun werkjes tentoonstellen in speciaal daartoe voorziene vitrinekastjes.

L’intérieur est inspiré de l’univers des petits enfants. Chaque classe a sa propre couleur, qui se retrouve aussi dans la signalétique, dans les lignes qui guident vers les différentes classes et à l’intérieur des puits de lumière qui assurent un éclairage naturel agréable. En cas de mauvais temps, la salle polyvalente peut faire office de salle de jeux, tandis que l’escalier dans la salle sert de tribune pour les enfants. Dans la salle proprement dite, les petits enfants peuvent exposer leurs travaux dans des vitrines spécialement conçues.

Het nieuwe gebouw combineert de voordelen van een landschappelijke inpassing en aansluiting op de bebouwde omgeving met een kwalitatieve buitenspeelruimte voor de kinderen. Om de impact op de omgeving en het hoogteverschil naar het dak te beperken, zit de nieuwbouw gedeeltelijk ingegraven in het terrein. In het verlengde van alle klassen bevindt zich een windvrij en beschut klastuintje dat dienst doet als een veilige buitenruimte. Kinderen kunnen zowel op de grasvlakte rondom de school als op het dak spelen. Die speelzone op het dak is volledig betreedbaar en wordt bereikt via een groene helling en een luie trap.

Le nouveau bâtiment combine les avantages d’une intégration paysagère dans l’environnement construit avec un espace de jeu extérieur de qualité pour les enfants. Pour limiter l’impact sur l’environnement et la différence de hauteur par rapport au toit, le nouveau bâtiment a été partiellement enterré. Un jardin à l’abri du vent et protégé se trouve dans le prolongement de toutes les classes. Il fait office de zone extérieure sécurisée. Les enfants peuvent jouer à la fois sur la pelouse autour de l’école et sur le toit. Cette aire de jeux en toiture est entièrement accessible via une pente végétale et un escalier à larges marches.

Het creëren van een totaalmilieu zit ons in het bloed. Dagelijks maken we elkaar en onze klanten erop attent dat alle aspecten eigen aan een nieuw gebouw onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Van in het basisconcept wordt rekening gehouden met bouwkundige, ecologische, technische, economische en esthetische aspecten die eigen zijn aan het bouwproces. De synthese van al deze aspecten is de voedingsbodem voor een rijk concept waarbij de verschillende deelaspecten gemaximaliseerd worden.

La création d’un environnement total est notre seconde nature. Chaque jour, nous attirons l’attention de nos clients sur le fait que tous les aspects propres à un nouveau bâtiment sont indissociablement liés. Dès la conception de base, il faut tenir compte des aspects architecturaux, écologiques, techniques, économiques et esthétiques propres au processus de construction. La synthèse de tous ces aspects est le ferment d’un concept riche dont les différentes facettes sont optimisées.

18

19


interieur als aanleiding voor een nieuwe manier van wonen, werken, leven

L’intérieur comme définition d’une nouvelle manière d’habiter, de travailler, de vivre

Het reconstrueren van hoe een probleem ontstaan is, volgt niet dezelfde logica als het nadenken over een oplossing. Vanuit de wisselwerking tussen de bouwheer en ontwerper en de gedachtewisseling die tussen hen ontstaat, komen er nieuwe inzichten. Dit is een groeiproces. Tijdens het ontwerpproces is het niet zo vreemd dat een bouwheer zelf inziet dat hij anders kan gaan wonen, werken of leven. Dankzij deze wisselwerking tussen bouwheer en ontwerper ontstaan er gaandeweg nieuwe inzichten.

La reconstitution de la façon dont un problème est survenu ne suit pas la même logique que la réflexion sur une solution. De nouvelles perspectives naissent de l’interaction entre le maître d’ouvrage et le concepteur et de leur échange d’idées. C’est un processus évolutif. Lors de la phase de conception, il arrive souvent que le maître d’ouvrage luimême se rende compte qu’il peut habiter, travailler ou vivre différemment. Cette interaction entre le maître d’ouvrage et le concepteur fait progressivement naître de nouvelles perspectives.

Bij de inrichting van de kantoren van de IT-servicecompany M-team (voorheen GFDI-Hearis-CPC) ging de opdracht een stuk verder. M-team levert hoogtechnologische diensten aan de neutrale, liberale en onafhankelijke ziekenfondsen. De bouwheer vroeg ons om op zoek te gaan naar een nieuwe locatie voor zijn steeds groeiende organisatie. Dat lukte vrij snel – een nieuwe site in Anderlecht was qua mobiliteit het best gelegen. De site bleek ook geschikt voor de bouw van het gevraagde bouwprogramma. Het werd duidelijk dat de interne bedrijfsorganisatie efficiënter herdacht kon worden. Bevragingen, verregaande analyses en voorstellen gingen vooraf aan de uiteindelijke inrichting. Bouwheer en architect herschreven samen het gevraagde bouwprogramma. Oorspronkelijk wou de bouwheer het bestaande kantoormeubilair behouden. In onderling overleg bleek dat het oppervlaktegebruik van het gebouw geoptimaliseerd kon worden door het gebruik van benches in plaats van de bestaande burelen in L-vorm. Hierdoor kwam de vierde verdieping vrij. Die was voorzien op een mogelijke uitbreiding en kon nu worden verhuurd, wat de kosten in de eerstkomende jaren drukte. De stap om van gesloten kantoren deels over te stappen naar landschapskantoren (waar de teamleden samen zitten met hun teammanager) was een gedachtegang die vorm kreeg doorheen de gesprekken met de bouwheer. De interne manier van werken werd gewijzigd als gevolg van het oplossen van het interieurvraagstuk. De bouwheer heeft gaandeweg ingezien dat een nieuwe manier van werken geïntroduceerd kon worden. Ook het bedrijfsrestaurant op het gelijkvloers is herdacht. De semi-open keuken is een ontmoetingsplek voor de maandelijkse teamactiviteiten. Het aansluitende buitenterras is een ideale uitbreiding van het restaurant en wordt ook gebruikt voor informele vergaderingen. Veel aandacht ging naar de koffiehoeken, terrassen en binnentuinen waardoor de relatie tussen binnen en buiten in elkaar overloopt, en de leefbaarheid van het gebouw voor de gebruiker toeneemt. eerste voorstel

20

optimalisatie

Nous avons encore été plus loin lors de l’aménagement des bureaux de la M-team (précédemment GFDI-Hearis-CPC), une entreprise spécialisée dans les services IT. M-team fournit des services high-tech aux mutuelles neutre, libérale et indépendante. Le maître d’ouvrage nous a demandé de rechercher un nouvel emplacement pour son organisation en pleine croissance. Nous y sommes rapidement parvenus. Un nouveau site à Anderlecht s’est avéré le mieux situé en termes de mobilité. Le site s’est également révélé adapté à la construction du programme de construction demandé. Il est apparu que l’organisation interne de l’entreprise pouvait être repensée de manière plus efficace. L’aménagement final a été précédé d’enquêtes, d’analyses poussées et de propositions. Maître d’ouvrage et architecte ont réécrit ensemble le programme de construction demandé. À l’origine, le maître d’ouvrage désirait conserver le mobilier de bureau existant. Nous nous sommes cependant vite rendu compte que l’utilisation de la surface du bâtiment pouvait être optimisée en utilisant des benches à la place des bureaux en L existants. Cela a permis de libérer le quatrième étage. Prévu pour une éventuelle extension, ce dernier a ainsi pu être loué, ce qui a permis de réduire les coûts pour les années à venir. L’idée de passer en partie de bureaux fermés à des bureaux paysagers (où les membres de l’équipe sont réunis avec leur directeur d’équipe) a pris forme au fil des entretiens avec le maître d’ouvrage. La méthode de travail interne a été modifiée à la suite de la résolution du problème intérieur. Le maître d’ouvrage s’est progressivement aperçu qu’une nouvelle façon de travailler pouvait être introduite. Le restaurant de l’entreprise au rez-de-chaussée a lui aussi été repensé. La cuisine semi-ouverte est un lieu de rencontre pour les activités d’équipe mensuelles. La terrasse ouverte contiguë constitue une extension idéale du restaurant et est utilisée pour des réunions informelles. Les coins café, terrasses et jardins intérieurs, où l’intérieur et l’extérieur fusionnent et l’augmentation de la viabilité du bâtiment pour l’utilisateur ont fait l’objet d’une attention particulière. 21


22

23


Bij complexere dossiers met een langere looptijd zijn vaak meerdere personen als bouwheer betrokken. Door te luisteren naar alle partijen proberen we de verkregen informatie analytisch te verwerken. Op deze manier groeien concepten die niet enkel de duurtijd van een bouwproces overleven maar ook de (nabije) toekomst. Een voorbeeld van zo’n complex project is de verbouwing van het vroegere KBC-gebouw in Roeselare. We vertrokken er van de traditionele bibliothecaire voorziening maar moesten het gebouw verbouwen en uitbreiden tot een voor Roeselare en voor heel Vlaanderen vernieuwend platform ‘dat levenslang en levensbreed leren ontwikkelt’. Het moet ook toegankelijk zijn voor een breed publiek. De bouwheer, vzw Het Portaal, zal daarvoor alle culturele, wetenschappelijke, educatieve en andere activiteiten ontwikkelen en partnerships uitwerken. De ambities liggen erg hoog: de stad mikt op een intense en brede samenwerking met verschillende sectoren. Het nieuwe platform moet de vooruitstrevende, maatschappelijke en culturele inzichten en verwachtingen van verschillende sectoren samenbrengen en een volledig opzet verwezenlijken. De denkoefening resulteerde in het concept “stad en kennis”, bedoeld voor een zeer breed en divers publiek. Het platform moet uitgroeien tot een plaats van beleving en ontmoeting en zal een grote toevloed van mensen, o.a. scholieren, winkelende passanten en bewoners, ontvangen die van de voorzieningen zullen gebruik maken. De uiteenlopende activiteiten zullen de buurt dynamiseren en de mensen naar het nieuwe gebouw brengen. Twee bestaande stadsbibliotheken fusioneren en worden in het nieuwe gebouw geïntegreerd. De stad stelde een heterogeen projectteam samen, waarbij elke actor zijn eigen belangen behartigt. In een dergelijke context staan soms behoudsgezinde argumenten tegenover de vooruitstrevende visie van anderen. Daarnaast is er het gegeven van de snelle evolutie van communicatiemiddelen waardoor er voortdurend sprake is van nieuwe programmatorische input. Bovendien is er permanent de uitdaging van het veranderend gebruik. Welke toekomst is weggelegd voor de traditionele bibliotheek? Boeken en CD’s dreigen immers te verdwijnen. Nieuwe inzichten worden samen met de bouwheer tijdens het ontwerpproces uitgedacht zodat het gebouw straks een aanleiding zal zijn tot de verandering van een bibliotheek in een echt innoverend platform. De ontwerpers luisteren naar alle partijen. Ook de uiteindelijke gebruikers – die straks het gebouw zullen bezoeken – geven daarbij belangrijke input.

24

Plusieurs personnes sont souvent impliquées comme maître d’ouvrage dans les dossiers complexes de plus longue haleine. En écoutant toutes les parties, nous essayons de traiter les informations obtenues de manière analytique. Cela permet de développer des concepts qui survivent non seulement à la durée d’un processus de construction, mais également au futur (proche). La transformation de l’ancien bâtiment de la KBC à Roulers constitue un bel exemple de dossier complexe de ce type. Partis d’une infrastructure bibliothécaire classique, nous avons dû transformer le bâtiment en une nouvelle plateforme «développant l’apprentissage tout au long de la vie» pour Roulers et pour toute la Flandre. Elle devait également être accessible à un large public. Le maître d’ouvrage, l’asbl Het Portaal, développera pour cela toutes les activités culturelles, scientifiques, éducatives,… et mettra sur pied des partenariats. Le projet est très ambitieux: la ville souhaite mettre en place une collaboration intensive et large avec différents secteurs. La nouvelle plate-forme doit réunir les facettes innovantes, sociales et culturelles et attentes de différents secteurs et réaliser un projet complet. Cet exercice de réflexion s’est traduit par le concept «ville et connaissance» adressé à un public très large et divers. La plate-forme doit à présent s’affirmer comme un lieu d’expérience et de rencontre; elle accueillera un afflux important de gens, notamment des écoliers, des passants qui font leurs achats et des habitants qui utiliseront les infrastructures. Les activités très diverses dynamiseront le quartier et attireront les gens vers le nouveau bâtiment. Les bibliothèques de la ville existantes fusionneront et seront intégrées dans le nouveau bâtiment. La ville a créé une équipe de projet hétérogène, dans laquelle chaque acteur défend ses propres intérêts. Dans un tel contexte, des arguments conservateurs des uns s’opposent à la vision innovante d’autres. Il convient également de tenir compte de l’évolution rapide des moyens de communication, qui suppose notamment l’intégration permanente de nouveaux programmes. En outre, le défi de l’utilisation changeante doit continuellement être relevé. Quel avenir sera réservé à la bibliothèque traditionnelle ? Les livres et CD sont en effet menacés de disparition. De nouvelles perspectives sont imaginées avec le maître d’ouvrage pendant le processus de développement, de sorte que le bâtiment sera appelé à anticiper la transformation d’une bibliothèque en une plateforme réellement innovante. Les concepteurs écoutent toutes les parties. Les utilisateurs finaux – qui visiteront le bâtiment – ont également voix au chapitre.

Beschikbare informatie wordt verzameld, geïnterpreteerd tot een eenduidig beeld waarbij de kantlijnen uitgezet worden om zo tot een totaalconcept te kunnen komen. De uitdaging van dit langlopend project is om het veranderend gebruik te detecteren en een sterk concept neer te zetten, dat voor langere tijd een antwoord kan bieden op de vragen van alle betrokken partijen.

Les informations disponibles sont collectées, interprétées pour créer une image nette dont les marges sont définies pour obtenir un concept total. Dans ce projet de longue haleine, le défi consiste à détecter la modification de l’utilisation et à créer un concept fort pouvant offrir pendant longtemps une réponse aux questions de toutes les parties impliquées.

Naast de inhoudelijke component, gaat het bovendien om een complexe verbouwing. De bestaande structuur van het vroegere kantorencomplex wordt niet alleen uitgebreid, maar het volledige volume krijgt een nieuwe buitenschil. In de zone tussen de structuur en de gevel bevinden zich alle trappen. De vormgeving van de structuur van het vroegere kantoorgebouw met verschillende complexe betonstructuren wordt gecombineerd met de nieuwe structuur in gladde betongewelven. Dit gegeven, en het uitgangspunt dat zo goed als alle structuren en alle technieken zichtbaar zullen blijven, zorgt voor een aantal parameters die voor interieurarchitecten een voortdurende uitdaging vormen. Keuzes worden hierop gebaseerd: de betonstructuur wordt zichtbaar gehouden, vloerbekleding blijft neutraal. De accenten worden gelegd in een opvallend kleurgebruik in specifieke interieurelementen, onder meer bij het op maat gemaakt meubilair. Ook het concept van de signalisatie is als kleurrijke leidraad in het project opgenomen.

Au-delà du contenu, il s’agit évidemment d’une transformation complexe. La structure existante de l’ancien complexe de bureaux sera non seulement agrandie, mais tout le bâtiment recevra une nouvelle enveloppe extérieure. Tous les escaliers se situent dans la zone entre la structure et la façade. La forme de la structure de l’ancien bâtiment de bureaux aux différentes structures bétonnées complexes est combinée à la nouvelle structure faite en hourdis en béton lisse. Cette donnée, ainsi que le postulat de départ qui veut que quasiment toutes les structures et techniques resteront visibles donne un certain nombre de paramètres qui constituent un défi continu pour les architectes d’intérieur. C’est là-dessus que sont basés les choix: la structure en béton reste visible, le revêtement de sol reste neutre. Les accents sont placés sur une utilisation voyante des couleurs dans des éléments intérieurs spécifiques, notamment sur le mobilier réalisé sur mesure. Le concept de la signalétique est également intégré au projet sous la forme de couleur.

De ultieme test of een concept een ‘sterk’ concept is, is de periode na de ingebruikname. Dan pas is te zien of de insteek aanvaard wordt. De uitdaging van een complex project is dan ook om een concept neer te zetten dat langere tijd voldoet aan de vragen van de betrokken partijen.

Il faut finalement attendre la période qui suit la mise en service pour voir si le concept tient la route. Ce n’est qu’à ce moment que l’on peut voir si l’approche retenue est acceptée. Le défi d’un projet complexe consiste également à créer un concept qui répondra pendant longtemps à la demande des parties impliquées.

25


26

27


28

29


30

31


32

33


1. Thermae Palace, 2. Appartementen, 3. Stallingen, 4. Kinepolis, 5. Restaurant, 6. Tribune, 7. Clubhuis, 8. Renbaan

34

Scenario’s als aanleiding om het interieur vorm te geven

Des scénarii pour donner forme à l’intérieur

Bij de start van een project vragen we onze bouwheren naar de invulling van hun project. Niet naar het programma, maar naar het gebruik ervan. De meeste opdrachtgevers weten immers perfect welke functies ze willen onderbrengen in hun project. Samen denken we na over hoe ze die ruimtes willen gebruiken. Een (interieur)ontwerp vertrekt van ‘koken’ eerder dan van de ‘keuken’. Vaak leidt de opmaak van deze scenario’s tot een andere invulling van de ruimtes. Bouwheren krijgen inzicht in hoe ze een ruimte kunnen gebruiken en we leggen samen met hen de grenzen van het gebruik vast. Die grenzen vloeien voort uit het wezenlijk verschil tussen de polyvalentie en de beschikbaarheid van een gebouw. Polyvalentie roept al snel een neutraliteit op – de meest makkelijke weg is hier om de ruimte niet in te richten onder het mom van: het kan voor alles gebruikt worden. Door op zoek te gaan naar (de grenzen van) de beschikbaarheid van een ruimte proberen we de beschikbaarheid van deze ruimte te optimaliseren.

Avant de nous lancer dans un projet, nous demandons à nos maîtres d’ouvrage d’expliquer ce qu’ils attendent de leur projet. Pas le programme, mais son utilisation. La plupart des clients savent en effet parfaitement quelles fonctions ils souhaitent intégrer à leur projet. Ensemble, nous réfléchissons à la façon dont ils souhaitent utiliser ces espaces. Dans un projet (d’intérieur), le «cuisiner» est plus important que la «cuisine». Souvent, établir ces scénarii entraîne une modification de l’utilisation des espaces. Nous offrons aux maîtres d’ouvrage une idée de la façon dont ils peuvent utiliser une pièce et nous établissons avec eux les limites de cette utilisation. Les limites découlent de la différence réelle entre la polyvalence et la disponibilité d’un bâtiment. La polyvalence entraîne rapidement une neutralité. La méthode la plus facile est de ne pas aménager l’espace en pensant qu’il peut être utilisé pour tout. En recherchant (les limites de) la disponibilité d’une pièce, nous essayons d’optimiser la disponibilité de cet espace.

De Wellingtonsite in Oostende omvat een aantal projecten waarbij deze scenario’s van gebruik een grote rol spelen. Een masterplan ligt aan de basis van de renovatie van de Wellingtonsite in Oostende. Het belang van deze historische plek is groot voor de stad Oostende, wat ondermeer bepaald wordt door de ligging: vlak aan zee, vlakbij de Koninklijke Gaanderijen en het historisch belangrijke Thermae Palace. BURO II & ARCHI+I tekende dit masterplan en voerde de renovaties uit in een Tijdelijke Vereniging met Ro Berteloot, nu Arch & Teco.

Le site Wellington d’Ostende regroupe un certain nombre de projets pour lesquels ces scénarii d’utilisation jouent un rôle important. C’est un masterplan qui est à la base de la rénovation du site Wellington à Ostende. Ce lieu historique revêt une grande importance pour la ville d’Ostende. Une importance conditionnée en partie par sa situation: près de la mer, tout près des Galeries Royales et du Thermae Palace. BURO II & ARCHI+I a réalisé ce masterplan et procédé aux rénovations dans le cadre d’une association temporaire avec Ro Berteloot (désormais Arch & Teco).

De nieuwe uitbater van het gerenommeerde viersterrenhotel Thermae Palace in Oostende organiseerde een wedstrijd in zijn zoektocht naar een geschikte ontwerper. De volledige site werd ontleed. Als start van dit onderzoek brachten we in kaart hoe hedendaagse verwachtingen van een hotel inpasbaar zijn in een historisch gebouw zonder het onrecht aan te doen. Eén van de vragen was om de circulatiestromen van de hotelbezoekers, wellnessbezoekers en het publiek voor de seminarieruimtes gescheiden te houden, maar onderlinge verbindingen wel mogelijk te maken. Om een correct antwoord te kunnen geven op deze vraag zijn we op zoek gegaan naar het oorspronkelijke ontwerp van het gebouw. Vanuit die analyse en het plaatsbezoek is een circulatiepatroon uitgewerkt die een antwoord gaf op alle vragen die de bouwheer had gesteld. Meer nog: het totaalconcept bood meteen ook een antwoord op het erfgoedvraagstuk. Het vroegere zwembad krijgt in het ontwerp zijn oorspronkelijke functie terug en vormt samen met de zuidelijke vleugel het hart van de wellness. Ook de

Le nouvel exploitant du célèbre hôtel quatre étoiles Thermae Palace d’Ostende avait organisé un concours pour trouver le concepteur ad hoc. L’ensemble du site a été démembré. Pour commencer cette étude, nous avons examiné comment inscrire les exigences d’un hôtel moderne dans un bâtiment historique sans le défigurer. L’hôtelier souhaitant notamment séparer les flux de circulation des visiteurs de l’hôtel, de ceux du wellness et du public désirant se rendre dans les salles de séminaires, tout en permettant une communication entre eux. Pour pouvoir résoudre cette demande, nous avons recherché le concept original du bâtiment. À partir de cette analyse et d’une visite sur place, nous avons élaboré un modèle de circulation qui répondait à toutes les questions posées par le maître d’ouvrage. Mieux encore, le concept dans son ensemble offrait d’emblée une réponse au problème du patrimoine. Dans le concept, l’ancienne piscine retrouve sa fonction originale et forme désormais le cœur du wellness avec l’aile sud. Les galeries redeviennent quant à elles des couloirs de communication vers la mer et sont donc 35


36

37


gaanderijen worden opnieuw de verbindingsgangen naar de zee en worden dus in ere hersteld. Door het gebouw terug open te trekken naar de zee toe, plaatsen we het gebouw opnieuw in zijn oorspronkelijke context. In de toekomst zal je vanuit het gebouw de zee terug met alle zintuigen kunnen beleven. Het zoeken naar scenario’s start vaak bij het zoeken naar het verleden van een gebouw. De aanleiding voor de interieurinrichting ligt vaak in het gebouw zelf. De samenwerking met Onroerend Erfgoed verscherpt ook onze zintuigen. De inrichting van de golfclub en het restaurant in het historisch kader van ‘De Duivenschietinge’ geldt hier als voorbeeld. Zonder afbreuk te doen aan het pand brachten we een hedendaagse inrichting in het gebouw. Het historisch onderzoek dat Ro Berteloot opmaakte wees uit dat destijds specifieke kleuren gebruikt werden. Niet onbedacht werd dit de aanzet voor de kleur- en materiaalbepaling van de rest van het interieur. Bij het uitwerken van het ontwerp werd al snel aan nieuwbouw gedacht. Het onderzoek naar verschillende scenario’s kon echter aantonen dat er geen uitbreiding nodig was – een slim en functioneel ontwerp binnen de bestaande contouren van het gebouw werd positief onthaald bij zowel onze bouwheer als bij Onroerend Erfgoed.

38

réhabilitées. En ouvrant à nouveau le bâtiment vers la mer, nous le replaçons dans son contexte original. À l’avenir, on pourra dont redécouvrir avec tous ses sens la mer depuis le bâtiment. La recherche de scénarii commence souvent par l’étude de l’histoire d’un bâtiment. L’aménagement intérieur est souvent conditionné par le bâtiment même. La collaboration avec Onroerend Erfgoed nous a aussi permis d’affiner nos sens. L’aménagement du club de golf et du restaurant dans le cadre historique du «Tir au pigeons» en constitue un excellent exemple. Sans porter préjudice au bâtiment, nous avons réalisé un agencement contemporain. Une étude historique réalisée par Ro Berteloot a montré que des couleurs spécifiques avaient été utilisées à l’époque. Cela a permis de définir les couleurs et matériaux pour le reste de l’intérieur. Lors de l’élaboration du concept, nous avons rapidement songé à réaliser une construction neuve. La recherche de différents scénarii a cependant permis de démontrer qu’aucune extension n’était nécessaire: – un concept intelligent et fonctionnel dans les contraintes existantes du bâtiment a été positivement accueilli et par notre maître d’ouvrage et par Onroerend Erfgoed.

39


40

41


Op dezelfde site werd de inrichting van het appartement V gerealiseerd dat gebruikt wordt als tweede verblijf. Opnieuw waren de gevraagde functies vrij evident: een vraag naar bijkomende slaapruimte voor eventuele gasten. De inrichting werd zo aangepakt dat door middel van kleine ingrepen dit appartement voor 2 personen kan omgetoverd worden tot een volwaardig appartement met 6 slaapplaatsen. Om aan deze wensen te voldoen, werd het grondplan volledig vrij gemaakt en heringevuld. De wanden rondom het appartement werden losgetrokken van de gevels waardoor zichtlijnen ontstonden die verruimend werken. De ingrepen zijn op zo’n manier uitgewerkt dat een buitenstaander de mogelijkheden tot meervoudig gebruik niet vermoedt.

42

Sur le même site, l’aménagement de l’appartement V utilisé comme résidence secondaire a été réalisé. Une fois encore, les fonctions demandées étaient assez évidentes: plus d’espace de sommeil pour des éventuels invités. Le bâtiment a été réaménagé de telle sorte que de petites interventions permettent de transformer cet appartement pour 2 personnes en un grand appartement offrant 6 places de couchage. Pour répondre à cette exigence, le plan de base a été entièrement libéré et recomposé. Les murs entourant l’appartement ont été isolés des façades, ce qui a permis de créer des perspectives qui semblent élargir l’ensemble. Les interventions ont été conçues de telle sorte qu’une personne se trouvant à l’extérieur ne se doute pas que le bâtiment offre des possibilités d’utilisation multiples.

43


Het nadenken over scenario’s was ook de aanleiding voor de inrichting van de Flanders Business School in Antwerpen. Gekoppeld aan de Lessius Hogeschool worden opleidingen georganiseerd voor (startende) ondernemers in dit historisch pand. Het gevraagde programma naar kantoren en meeting points bleek te groot. Daarnaast vormde het ontwerpend onderzoek naar de wisselwerking tussen oud en nieuw de belangrijkste uitdaging. Door het uitdrukkelijk opmaken van verschillende scenario’s stelde zich de vraag hoe het (in het programma opgegeven) afgesloten, compacte auditorium geïntegreerd kon worden in de historisch waardevolle zaal. Het resultaat werd een opmerkelijk vrijstaand volume. Het architecturaal element doet geen afbreuk aan de bestaande ruimte en lijkt omkeerbaar. Bovendien schept deze ingreep een nieuw beeld voor de toekomst. Met respect voor het historische gebouw werden nieuwe volumes (breakrooms) in het gebouw geïntegreerd. Deze volumes – die van binnen naar buiten doorschieten – zorgen voor een interessante binnenbuiten relatie. Door het correct schikken van deze volumes langsheen een doordachte vrije circulatie lijkt het alsof er weinig tot geen ingrepen in het gebouw zijn gebeurd. De inrichting is een aaneenschakeling van kleine ingrepen langsheen een aangename wandeling in het historisch pand. De ingrepen zijn het resultaat van een integrale aanpak van zowel architectuur als interieur – een samenwerking die tot unieke oplossingen leidt. Bij het ontwerpen van een interieur is het essentieel om na te denken over verschillende scenario’s en het gebruik ervan. Interieurarchitecten lezen de ruimte anders. Het is een eerder praktische benadering waarbij het gaat over de werking, het gebruik van een ruimte en niet enkel om de vorm.

44

Cette même réflexion concernant différents scénarii a également servi pour l’aménagement de la Flanders Business School d’Anvers. Cette école supérieure associée à la Lessius Hogeschool dispense des formations pour les entrepreneurs (débutants) dans le cadre d’un bâtiment historique. Le programme de bureaux et de meeting points demandés s’avérait trop important. Qui plus est, l’enquête préliminaire concernant l’interaction entre l’ancien et le nouveau constituait le principal défi à relever. L’établissement de différents scénarii a posé la question de savoir comment l’auditorium (prévu par le programme) clôturé et compact pouvait s’intégrer dans la salle à caractère historique. Cela s’est traduit par un remarquable volume libre. L’élément architectural ne porte pas préjudice à l’espace existant et semble réversible. En outre, cette intervention crée une nouvelle image pour l’avenir. De nouveaux volumes (salles de pause) ont été intégrés dans le bâtiment en respectant le bâtiment historique. Ces volumes, – qui sont orientés de l’intérieur vers l’extérieur, – créent une intéressante relation intérieur-extérieur. Grâce à la disposition correcte de ces volumes le long d’une circulation libre réfléchie, on a l’impression que peu ou prou d’interventions ont été réalisées dans le bâtiment. L’aménagement constitue une succession de petites interventions le long d’une agréable promenade dans le bâtiment historique. Ces interventions sont le résultat d’une approche intégrale tant de l’architecture que de l’intérieur, une collaboration qui permet de dégager des solutions uniques. Pour concevoir un intérieur, il est essentiel de réfléchir à différents scénarii et à leur utilisation. Les architectes d’intérieur lisent l’espace différemment. C’est une approche plutôt pratique, axée sur le fonctionnement, l’utilisation d’une pièce et non seulement sa forme.

45


Kijken van binnen naar buiten

Un regard de l’intérieur vers l’extérieur

Interieurarchitecten kijken van binnen naar buiten. Interieur is dan ook meer dan het aankleden van de gebouwde ruimte, het is een zoektocht naar de link tussen binnen en buiten. Die manier van kijken zorgt voor belangrijke aanvullingen bij een project. Interieurarchitecten werken niet alleen de binnenzijde van de schil af, ze vullen het volume ook in.

Les architectes d’intérieur regardent de l’intérieur vers l’extérieur. L’intérieur ne se résume pas à l’habillage d’un espace construit. C’est aussi la recherche d’un lien entre l’intérieur et l’extérieur. Cette manière d’appréhender les choses apporte une importante valeur ajoutée à un projet. Les architectes d’intérieur ne s’occupent pas que de l’intérieur de l’enveloppe. Ils remplissent également le volume.

Om dit te grondig te doen, maken we ons de ruimte eigen – we lopen in onze ontwerpende verbeelding rond in het gebouw en vormen ons een beeld. Dit beeld wordt overgebracht aan onze klant – niet dwingend maar in een traject dat wordt afgelegd en in onderling overleg. In het nieuwe ziekenhuis in KnokkeHeist wordt de omgeving, het gebouw en het interieur opgevat als helende factor voor de patiënt. De omgeving waarin de patiënt vertoeft, moet de patiënt enerzijds positief stimuleren en anderzijds tot rust brengen. In de patiëntenkamer van het ziekenhuis wordt dankbaar gebruik gemaakt van een dubbele, beglaasde gevel waardoor de patiënt het contact behoudt met de groene buitenomgeving. Kamerbrede ramen geven uitzicht op het landschap of op een groene binnenpatio. De patio’s zijn buitenkamers die met dezelfde aandacht voor detaillering ingericht worden. In dit ontwerp wordt de stereotype opstelling van kamer – gang – kamer bewust doorbroken. Zowel de circulatieruimtes als de kamers grenzen aan een beglaasde gevel. Het ganse interieur van het ziekenhuis wordt opgevat als een uitnodigende en inspirerende omgeving: een vrijwel naadloze link tussen binnen en buiten, tussen zorgfaciliteiten en publieke ruimten, tussen de zorgstraat en de buitenomgeving.

46

Pour le faire de façon minutieuse, nous nous accaparons l’espace. Nous parcourons le bâtiment de façon imaginaire et nous nous en formons une image. Cette image est ensuite transmise au client. Elle n’est pas impérative, mais recadrée dans un trajet qui est suivi d’un commun accord. Dans le nouvel hôpital de Knokke-Heist, le cadre, le bâtiment et l’intérieur sont considérés comme un facteur curatif pour le patient. L’environnement dans lequel le patient évolue doit d’une part le stimuler positivement, d’autre part lui conférer le repos. Les chambres de l’hôpital tirent pleinement parti de la façade doublement vitrée qui permet au patient de rester en contact avec l’environnement vert. Des fenêtres sur toute la largeur de la chambre permettent d’apercevoir le paysage ou un patio intérieur végétal. Les patios sont des pièces extérieures aménagées avec le même souci du détail. Ce concept brise volontairement la configuration stéréotypée chambre - couloir - chambre. Tant les zones de circulation que les chambres jouxtent une façade vitrée. Tout l’intérieur de l’hôpital est considéré comme un cadre qui invite et qui inspire: un lien presque continu entre l’intérieur et l’extérieur, entre les infrastructures de soins et les espaces publics, entre la zone de soins et l’environnement extérieur.

Dezelfde aandacht voor de binnen-buiten relatie is terug te vinden bij het ontwerp van het jeugdcentrum Poperinge waarin een fuifzaal, repetitielokalen en de jeugddienst zijn ondergebracht. Als een Marokkaanse medina worden hier zowel binnen- als buitenkamers voorzien. Zoals een interieur op een klassieke manier kan onderverdeeld worden in kamers, werd dit kameridee doorgetrokken naar de groene, ommuurde buitenkamers waar de jeugdverenigingen activiteiten laten doorgaan. Hierdoor worden subtiele doorzichten gecreëerd, wat tevens een vorm van sociale controle biedt voor de jeugdwerkers. Elementen zoals de houten lamellen voor de afbakening van de buitenruimtes, werden ook binnen toegepast. Het resultaat is een site die een harmonieus geheel vormt, die bovendien naadloos overvloeit in het aanpalend stadspark. Eenzelfde idee is opgenomen in de uitwerking van de ingesloten buitenruimtes en dakterrassen in het kantoorgebouw van M-team in Anderlecht. Deze werden in samenspraak met de landschapsarchitect uitgewerkt als buitenkamers. Door goed na te denken over de functionaliteit van deze ruimtes én door ze meteen te voorzien van aantrekkelijk buitenmeubilair zijn deze buitenruimtes meer dan enkel ramen met zicht op een terras. De patio’s krijgen meerdere invullingen. Zo worden ze gebruikt als vergaderzalen zonder dak. Door van bij de aanzet van een project doordacht om te gaan met de relatie tussen het interieur en de buitenruimte, worden de krijtlijnen van de ontwerpopdracht bepaald. Het resultaat is een integratie van binnen en buiten: ze spelen op een natuurlijke wijze op elkaar in. Architectuur en interieur vloeien naadloos in elkaar over.

On retrouve cette même attention pour la relation intérieur/ extérieur dans le concept de la maison des jeunes de Poperinge, qui est composée d’une salle des fêtes, de salles de réception et d’un service pour la jeunesse. À l’image d’une médina marocaine, on y trouve à la fois des pièces intérieures et des pièces extérieures. Comme un intérieur peut être divisé de façon classique en pièces, cette idée de pièce a été utilisée dans les pièces extérieures vertes entourées d’un mur où les mouvements de jeunesse peuvent organiser leurs activités. Cela permet de créer des angles de vision subtils qui offrent également aux animateurs une forme de contrôle social. Des éléments comme les lamelles en bois pour la délimitation des pièces extérieures ont également été utilisés à l’intérieur. Le résultat est un site qui forme un tout harmonieux, et qui donne sans transition sur le parc de la ville voisin. La même idée a été utilisée pour élaborer les pièces intérieures emmurées et les terrasses en toiture du bâtiment de bureaux de M-team à Anderlecht. Ces dernières ont été conçues en collaboration avec l’architecte paysager sous la forme de pièces extérieures. Nous avons bien réfléchi à la fonctionnalité de ces espaces et, d’emblée, dotés d’un mobilier extérieur séduisant pour en faire plus que des simples vitres donnant sur une terrasse. Les patios peuvent jouer plusieurs rôles. Ils sont par exemple utilisés comme des salles de réunion sans toit. L’utilisation réfléchie de la relation entre l’intérieur et l’extérieur dès le lancement du projet permet de délimiter les lignes de force de la mission. Le résultat est une intégration de l’intérieur et de l’extérieur: ils jouent de façon naturelle l’un avec l’autre. Architecture et intérieur fusionnent en douceur.

47


48

49


De invloed van de gebruiker op de inrichting en op het gebruik van de ruimte

L’influence de l’utilisateur sur l’aménagement et sur l’utilisation de l’espace

Interieurarchitecten leveren geen eindproduct af. Het is een startpunt voor verdere invulling. De gebruiker zal de grenzen van het gebruik verkennen en dagelijks mee invulling geven aan het interieur waarin hij woont, werkt, leeft.

Les architectes d’intérieur ne fournissent pas un produit fini. Ils créent plutôt un point de départ qui doit être complété ultérieurement. L’utilisateur doit explorer luimême les limites de l’utilisation et compléter chaque jour l’intérieur dans lequel il habite, travaille ou vit.

De meest recente verbouwing van de kantoren van de Lakense Haard dateert uit 1992. Bij deze gelegenheid werd de inkomhal van gebouw 78 aangepast om vergaderzalen en een onthaalruimte te voorzien. Na het vertrek van De Post op het gelijkvloers zag de Lakense Haard een kans om het onthaal te verbeteren voor haar 6500 huurders. Door de gestage groei van het technisch-administratieve team was het noodzakelijk om de inrichting van de kantoren te herbekijken. Het ontwerp moest rekening houden met nieuwe medewerkers en een antwoord bieden op het plaats- en comfortgebrek.

La rénovation la plus récente des bureaux du Foyer Laekenois remontait à 1992. À cette occasion, le hall d’entrée du bâtiment 78 avait été transformé pour créer des salles de réunion et un espace d’accueil. Le départ de La Poste au rez-de-chaussée a offert au Foyer Laekenois l’opportunité d’améliorer l’accueil pour ses 6500 locataires. La croissance progressive de l’équipe technico-administrative avait rendu le réaménagement des bureaux indispensable. Le concept devait tenir compte des nouveaux collaborateurs et apporter une solution au manque de place et de confort.

De algemene insteek was dan ook om de individuele kantoren te vervangen door landschapskantoren, onderverdeeld door (gezandstraalde) glazen wanden in de volledige hoogte of tot de hoogte waar het noodzakelijk is. De afwerkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en natuurlijk, de kleuren zijn levendig en eigentijds.

L’idée générale consistait à remplacer les bureaux individuels par des bureaux paysagers, divisés par des cloisons en vitrage sablé sur toute la hauteur (ou jusqu’à la hauteur nécessaire). Les matériaux utilisés pour la finition sont des matériaux écologiques et naturels, les couleurs sont vivantes et contemporaines.

De inrichting richt zich specifiek op de ruimtes voor het personeel van de verhuurdienst en het onthaal van de huurders. De circulatiepatronen van het gelijkvloers en de wachtzaal werden geïntegreerd in het algemene concept met de bedoeling om de betrokkenheid op het publiek domein en de herinrichting ervan te versterken. Om het beeld van een klassieke wachtzaal bij een tandarts te vermijden, wordt de wachtruimte op een speelse manier ingericht met zitbanken in verschillende kleuren. Om een face-to-face gesprek mogelijk te maken, werden de loketten met versterkt glas vervangen door een tafel en twee stoelen.

L’aménagement porte spécifiquement sur les espaces du personnel du service de location et l’accueil des locataires. Les trajets de circulation au rez-de-chaussée et dans la salle d’attente ont été intégrés dans le concept général dans le but de renforcer l’implication dans le domaine public et le réaménagement. Pour éviter l’image de la salle d’attente type chez le dentiste, la salle d’attente a été aménagée de façon ludique avec des poufs de couleurs différentes. Pour permettre un entretien en tête-à-tête, les guichets protégés par du verre blindé ont été remplacés par une table et deux chaises.

Bouwen aan een kwalitatief hoogwaardige (woon)omgeving is een doelstelling die de Lakense Haard dagelijks hanteert. Dit wordt ook weerspiegeld in de inrichting van hun eigen kantoren. Laagdrempeligheid werd als principe vertaald in de interieurinrichting. Het personeel en de huurders van de Lakense Haard zullen de grenzen van het gebruik verkennen en mee invulling geven aan het interieur.

Œuvrer à un environnement (d’habitat) haut de gamme et de qualité est un des objectifs poursuivis par le Foyer Laekenois. Cela se reflète également dans l’aménagement de ses bureaux. Le principe de proximité se retrouve dans l’aménagement intérieur. Le personnel et les locataires du Foyer Laekenois identifieront les limites de l’utilisation et auront leur mot à dire pour l’aménagement de l’intérieur.

50

51


Een ander voorbeeld van verrijking van het ontwerp door middel van kunstintegratie zijn de kantoren van bouwonderneming Vanhaerents in Torhout. Ook deze kantoorinrichting is meer dan zomaar de inrichting van een functioneel en flexibel kantoor. Het nieuwbouwvolume — dat als een zwevende balk boven het bestaande kantoorgebouw zweeft — zorgt voor een samenspel van oud en nieuw. Dit weerspiegelt het imago van de firma Vanhaerents, gefundeerd op een stevige traditie, en tegelijk met een frisse visie op de toekomst.

Les bureaux de l’entreprise de construction Vanhaerents de Torhout constituent un autre exemple d’enrichissement du concept par l’intégration de l’art. Cet aménagement de bureau aussi va plus loin que l’aménagement d’un bureau fonctionnel et flexible. Le volume du nouveau bâtiment (qui semble flotter tel une barre au-dessus du bâtiment de bureaux existant) constitue un mariage entre l’ancien et le nouveau. Cela met en valeur l’image de la société Vanhaerents, fondée sur une solide tradition mais qui a également une nouvelle vision de l’avenir.

Speciaal voor het nieuwe kantoorgebouw werden twee kunstenaars uitgenodigd om in situ enkele kunstwerken te maken. Jan de Cock installeerde er zijn Denkmal 81. Van integratie van kunst in het interieur is geen sprake, de werken lijken opzettelijk in de weg te staan en winnen daardoor aan kracht. De kisten en dozen refereren aan de Russische constructivisten en de abstracte kunst in de 20e eeuw.

Deux artistes ont été invités à réaliser quelques œuvres d’art dans le nouveau bâtiment de bureaux. Jan de Cock y a installé son Denkmal 81. Pas question ici d’intégrer l’art dans l’intérieur, puisque les œuvres semblent être placées à dessein dans le chemin, ce qui renforce leur signification. Les caisses et boîtes font référence aux constructivistes russes et à l’art abstrait du XXe siècle.

Het kunstwerk ‘Dymaxion’ van Cerith Wyn Evans in de ontvangstruimte werkt met wit neonlicht. De eigenzinnig opengevouwen wereldkaart met een knipoog naar de Amerikaanse architect Buckminster Fuller en de tekst in de omtrek van de vide die refereert naar de Mexicaanse architect Luis Barragan, weerspiegelen elkaar. Een ontmoeting tussen architectuur en kunst.

L’œuvre ‘Dymaxion’ de Cerith Wyn Evans dans l’espace d’accueil fonctionne avec des néons blancs. La carte du monde dépliée de manière spéciale — un clin d’œil à l’architecte américain Buckminster Fuller — et les textes à la lisière du vide — qui évoquent l’architecte mexicain Luis Barragan — se reflètent mutuellement. Une rencontre entre architecture et art.

52

De inrichting zelf lijkt op het eerste gezicht eerder sober. Er werd extra aandacht besteed aan het maatwerkmeubilair dat alle technische aspecten binnen een hedendaags kantoorgebouw verbergt: verwarming- en koelingsunits zijn er doordacht ingewerkt in kastenwanden. Ook tafels werden op maat van het kantoor ontworpen waardoor de detaillering van vaste en losse elementen met elkaar overeenstemt. De subtiele detaillering vormt samen met de neutrale en functionele inrichting een vaste plek en tegelijk is ze een aanleiding om zich de ruimtes eigen te maken en verder mee te evolueren met de gebruiker.

L’agencement proprement dit semble à première vue sobre. Une attention spéciale a été accordée au mobilier sur mesure, qui héberge tous les aspects techniques d’un immeuble de bureaux contemporain: unités de chauffage et de refroidissement sont intégrées de manière intelligente dans les placards. Les tables également ont été créées sur mesure pour le bureau, et les détails des éléments fixes et mobiles sont assortis. Les détails subtils constituent avec l’aménagement neutre et fonctionnel un endroit fixe, et invitent à s’approprier les pièces et à évoluer avec l’utilisateur.

53


Het kantoor van de firma Indimmo bevindt zich in het Accent Businesspark in Roeselare. Accent Businesspark is een dynamisch kantorencomplex geworden vlakbij de E403 – de verbindingsweg tussen Zeebrugge en Doornik. Indimmo opteerde niet alleen omwille van de bereikbaarheid voor deze centrale locatie in midden West-Vlaanderen, maar ook omwille van het architecturale karakter van het nieuwe kantoorgebouw én omwille van het achterliggende ecologische concept. Via investeringen in vastgoed realiseert Indimmo een meerwaarde voor hun klanten. Bij Indimmo zijn vertrouwen en transparantie sleutelbegrippen. Dit vormde voor de interieurarchitecten het aanknopingspunt voor de inrichting van het kantoor. Het concept is gebaseerd op openheid. Daarnaast was het creëren van een huiselijke, warme sfeer een logische keuze. Ruimtes worden gecreëerd door het oordeelkundig plaatsen van glaswanden en open structuren in notelaar. Bij deze inrichting professionaliseert het interieur de manier waarop de bouwheer met zijn klanten omgaat. Bij de inrichting werden warme, rijke materialen gebruikt. Hiermee wordt de huiselijke sfeer benadrukt — het interieur zorgt er mee voor dat klanten snel vertrouwen krijgen bij hun aanpak. Indimmo vroeg uitdrukkelijk de mogelijkheid om kunst in het interieur te integreren. Deze toevoeging aan de inrichting werd meegenomen in de uitwerking van het concept waardoor het er naadloos mee samenvloeit.

54

Le bureau de la société Indimmo se trouve dans l’Accent Businesspark de Roulers. L’Accent Businesspark est un complexe de bureaux dynamique situé à proximité de l’E403, l’artère qui relie Zeebrugge à Tournai. Indimmo a choisi ce parc d’activités situé au centre de la Flandre occidentale non seulement en raison de son accessibilité, mais aussi du caractère architectural du nouveau bâtiment de bureaux et en raison de la vision écologique qu’il incarne. En investissant dans l’immobilier, Indimmo réalise une plus-value pour ses clients. Chez Indimmo, confiance et transparence sont des concepts clés. C’est ce point de départ que les architectes d’intérieur ont utilisé pour aménager le bureau. Le concept est basé sur l’unité. De plus, créer une ambiance accueillante et chaleureuse semblait un choix logique. Les espaces sont créés en disposant de façon réfléchie des cloisons vitrées et des structures ouvertes en noyer. Avec cet aménagement, l’intérieur professionnalise la manière dont le maître d’ouvrage entretient des relations avec ses clients. Des matériaux chaleureux et riches ont été utilisés. Cela a permis de créer une ambiance ressemblant à celle d’une maison. Un intérieur où le client se sent rapidement en confiance. Indimmo a expressément demandé de prévoir la possibilité d’intégrer de l’art à l’intérieur. Cet ajout à l’aménagement a été inclus dans l’élaboration du concept, et semble couler de source.

55


Beschouwingen van een opdrachtgever bij de interieuraanpak

Considérations d’un maître d’ouvrage sur l’approche de l’intérieur

Gebaseerd op een interview met Tom Vandekerckhove, Indimmo nv

Sur base d’une entrevue avec Tom Vandekerckhove, Indimmo SA

BURO II & ARCHI+I neemt je mee in een proces naar het uitpuren van de vraag. Wij wilden een kantoor dat uitstraalt wat we zijn en dat werd in gesprekken met de ontwerpers ook voor ons steeds duidelijker. Ook de parameters waarbinnen kon gewerkt worden, zoals budget, timing, beperkingen van de ruimte.. werden steeds preciezer omschreven.

BURO II & ARCHI+I vous emmène dans un processus épuri de nos demandes. Nous voulions une agence qui exprime ce que nous sommes, chose qui est apparue de plus en plus clairement au cours des entretiens avec les architectes. Les paramètres pouvant être travaillés, comme le budget, le timing, les limites de l’espace… ont été spécifiés avec de plus en plus de finesse.

We zijn een firma die ervoor gekozen heeft om te redeneren op lange termijn. Wij willen dat het interieur deze langetermijnsvisie ook uitstraalt als men hier binnenkomt. In de keuze van de materialen en de beleving van het interieur zijn ook onze sleutelbegrippen leesbaar en herkenbaar: betrouwbaarheid, stabiliteit, transparantie, correctheid. Wij zijn ervan overtuigd dat we de juiste weg gevolgd hebben. Als je een kwalitatief resultaat wilt, is de juiste invalshoek dat je vanuit het interne verhaal doordenkt op de manier waarop het naar buiten toe vorm krijgt. Daarom waren de initiële vraagstellingen van de ontwerpers correct. Ze peilden steeds opnieuw naar: wat doen jullie, welke dagelijkse activiteiten zijn cruciaal? Aan de hand van die vragen werd nagegaan hoe er gewerkt en geleefd wordt. Hierdoor is het kantoor niet ‘aangekleed’. Dat is het grote verschil tussen decorateurs en interieurarchitecten. Het was voor ons van wezenlijk belang dat de interieurontwerpers zich niet laten leiden door bepaalde modes en tendenzen, wat naar mijn gevoel helaas te vaak gebeurt. Het is dan ook belangrijk dat de contacten tussen klant en ontwerper zeer professioneel verlopen, wat bij ons zeker is gebeurd. Het raffinement zit bij het interieur vaak in de afwerking. Mijn ervaring leert dat het voor de meeste mensen voldoende is als het geheel voor 95% is afgewerkt. Net die laatste 5% van de interieurafwerking is zo moeilijk. Dankzij de zorg en de inzet van het ontwerpteam is dit bij onze kantoorinrichting wel gelukt. Daar staat een prijskaartje tegenover maar dat was op voorhand door het ontwerpteam correct ingeschat. Voor ons maakt het integreren van kunst in de omgeving ook deel uit van de aanpak. Je kiest voor die werken die op de juiste plaats tot hun recht komen. Als klanten hier binnen komen is er dikwijls een ‘wow’-effect, en dat is toch een beetje wat je als opdrachtgever wil. Als je dat niet meer hebt in het leven, dan is er veel verloren.

56

Nous sommes une entreprise qui a opté pour un raisonnement à long terme. Nous voulons que l’intérieur témoigne également de cette vision à long terme pour tous ceux que nous accueillons. Le choix des matériaux et la vie à l’intérieur assurent également la lisibilité et l’identification de nos principaux fondements: fiabilité, stabilité, transparence et correction. Nous sommes convaincus d’être sur la bonne voie. Si vous voulez un résultat de qualité, la bonne pratique consiste à envisager comment votre regard s’articule de l’intérieur vers l’extérieur. Voilà pourquoi les questions initiales des architectes étaient judicieuses. À maintes reprises, ils ont jaugé ce que nous faisions et quelles étaient les activités essentielles pour nous. Sur base de ces évaluations, nous avons vérifié comment nous travaillions et vivions. De ce fait, l’agence n’est pas «figée». C’est la grande différence entre les décorateurs et les architectes d’intérieur. Il était capital pour nous que les architectes d’intérieur ne se laissent pas séduire par certaines modes et tendances, ce qui est selon moi malheureusement trop souvent le cas. Il est par conséquent important que les contacts entre le client et l’architecte soient extrêmement professionnels, ce qui a assurément été le cas. En ce qui concerne l’intérieur, le raffinement se situe souvent dans la finition. Mon expérience m’a appris que la plupart des gens se contentaient généralement d’une finition à 95 % de l’ensemble. Ce sont justement ces 5 derniers pour cent de la finition intérieure qui sont si difficiles. Le soin et l’engagement de l’équipe d’architectes ont fait de l’aménagement de notre agence un succès. Tout ceci a un prix, mais cela avait été correctement estimé au préalable par l’équipe d’architectes. Pour nous, l’intégration de l’art dans l’environnement fait également partie de l’approche. Vous optez pour les travaux qui se justifient au bon endroit. En tant que client, l’entrée dans le bâtiment produit souvent un effet «waouh», et c’est quand même un peu ce que vous voulez en tant que maître d’ouvrage. Si l’on n’en obtient pas plus dans la vie, on y perd beaucoup. 57


58

59


60

61


62

63


Colofon | Colophon

ALERT 4, oktober | octobre 2012 Verantwoordelijke uitgever | Éditeur responsable Sofie Vandelannoote BURO II & ARCHI+I Rue J. Jordaensstraat 18a B-1000 Brussel-Bruxelles Redactieraad | Conseil de rédaction Rita Agneessens, Geert Blervacq, Bart Decloedt, Herman Jult, Marc Santens, Hugo Van Leuven, Sofie Vandelannoote De interieurarchitecten l Les architectes d’intérieur Joost Claeys, Bart Decloedt, Ciska Delboo, Angelique Denolf, Katty Ghekiere, Liesbet Lefever, Hugo Van Leuven, Sonja Van Linthoudt, Anne-Mie Vermaut Vormgeving en opmaak | Maquette et mise en pages Erik Desombere Fotografie | Photographie Foto-opdracht voor dit nummer: Thomas De Bruyne Stijn Bollaert: p2 Filip Dujardin: p44-45 Danica Kus: p20 midden DSP Fotostudio: p54-55 Jean Godecharle: p52-53 Moonsoon: p22 Kris Vandamme: p20 boven en onder, p23, p34, p38-39-40-41, p42-43 Klaas Verdru: p12, p14-15-16-17, p47-48-49 Ariane Zielonka: p51 Overige projecten: BURO II & ARCHI+I Druk | Impression Cassochrome, Waregem

Wenst u een extra exemplaar van ALERT? Ga naar www.b2ai.com en klik op ‘ALERT’ Désirez-vous une copie supplémentaire d’ALERT? Naviguez vers www.b2ai.com et cliquez sur ‘ALERT’

64


BURO II & ARCHI+I | urban planning | architecture | engineering | interior design

Rue J. Jordaensstraat 18a, B-1000 Brussel-Bruxelles | T +32 2 641 88 00 | F +32 2 640 53 55 | E info@archi.be | www.archi.be Hoogleedsesteenweg 415, B-8800 Roeselare | T +32 51 21 11 05 | F +32 51 22 46 74 | E info@buro2.be | www.buro2.be Bellevue 5, B-9050 Ledeberg [Gent] | T +32 9 210 17 10 | F +32 9 210 17 19 | E info@buro2.be | www.buro2.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.