Utrecht Museumdag magazine

Page 1

Zomer 2020 Magazine voor de kunstliefhebber

Wie is wie? / Tussen kunst en quarantaine / Middelrijns altaar / Wie zijn de Van Baarens? / Puzzel / Weetjes ... en nog veel meer.

Samenwerkende Utrechtse Musea


Beste lezer,

Colofon

In maart 2020 sloten de Utrechtse musea hun deuren, net als de rest van Nederland. Onze drie programma’s van Utrecht Museumdag werden stilgelegd: • De museumbezoeken op vrijdag in het kader van Vrijdag Museumdag. • De bezoeken aan de verzorgingshuizen door onze museumdocenten van Museum Voor 1 Dag. • De creatieve workshops in het Centraal Museum op Vrijdag Museumdag. Zoveel moois dat niet te zien was, zoveel verhalen die niet verteld konden worden. Maar we hebben nu dit alternatief: een magazine vanuit de Samenwerkende Utrechtse Musea. Speciaal voor u! Om toch samen te kunnen genieten. We wensen u veel lees- en kijkplezier, namens het projectteam van Utrecht Museumdag, Lizanne, Joyce, Saskia, Ricky en Cas

Dit is een uitgave van Utrecht Museumdag, zomer 2020 Tekstredactie Tekstbureau Delicaat – Natasja Essers Vormgeving Conny Groenendijk Coverfoto en Femke Lockefeer portretfoto’s Inzetfoto’s cover Willem Mes Overige foto’s Naamsvermelding bij foto Productie Ricky Fox en Lizanne Gille Drukwerk Libertas Pascal Met dank aan SUM, Van Baarenstichting en AxionContinu Contact l.gille@spoorwegmuseum.nl

Wist u dat... we in het najaar een nieuwe website krijgen? www.utrechtmuseumdag.nl

2

Lizanne Gille

Joyce Vlaming

Saskia Hoogkamer

Ricky Fox

Cas van Dijk

Programmacoördinator Utrecht Museumdag | SUM

Projectleider Kunst & Cultuur | AxionContinu

Projectleider Welzijn | AxionContinu

Coördinator Museum voor 1 Dag | SUM

Stagiair Kunst & Cultuur | AxionContinu

Als programmacoördinator onderhoud ik contact met de betrokken culturele organisaties, instanties en partners en werk ik mee aan de ontwikkeling en uitvoering van de programma’s. Wat Utrecht Museumdag voor mij bijzonder maakt, is dat het een duurzame verbinding legt tussen Utrechtse musea en erfgoedinstanties en de zorg. Die verbinding en samenwerking maakt Utrecht Museumdag tot een uniek fenomeen met veel ruimte voor ontwikkeling.

Bijna vanaf het begin ben ik al bij Utrecht Museumdag betrokken vanuit AxionContinu. Het is een prachtig project dat we de afgelopen jaren hebben laten uitgroeien tot een heus programma met verschillende onderdelen. Veel bewoners maken er enthousiast gebruik van. Het is een uniek, inclusief programma waar zorg en musea in samenwerken. Dat is echt iets om samen trots op te zijn.

Al een aantal jaren ben ik betrokken bij Utrecht Museumdag. Zo heb ik alle aspecten wel meegemaakt. Mijn huidige rol is projectleider Welzijn vanuit AxionContinu. Wat ik zo mooi aan het project vind, is de diversiteit. Voor iedereen zit er wel wat in; diverse musea, tentoonstellingen en mensen. En daarbij zijn er iedere keer weer mooie en bijzondere ontmoetingen. De activiteiten van Utrecht Museumdag zie ik echt als een cadeautje.

In mijn werk zorg ik ervoor dat de museumdocenten naar de verzorgingshuizen toe kunnen voor Museum voor 1 Dag. Zo leen ik bijvoorbeeld kunst- en erfgoedvoorwerpen van de Utrechtse musea. Deze objecten mogen bekeken worden, maar ook aangeraakt. Het is heel dankbaar werk. Ik hoor elke keer weer vele enthousiaste verhalen van de deelnemers, de welzijnsmedewerkers en de museumdocenten. Hopelijk kunnen we in het najaar weer aan de slag!

Sinds oktober 2019 loop ik stage bij AxionContinu in het kader van mijn opleiding tot docent Beeldende Kunst aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. De afgelopen maanden heb ik veel geleerd; van het adviseren op het gebied van Kunst & Cultuur en educatie tot praktisch meewerken in het atelier bij ‘t Huis aan de Vecht.


Samenwerkende Utrechtse Musea

De Koppelaarster ‘in quarantaine’ Door Yolanda van den Berg Conservator Dick Bruna collectie | Centraal Museum

Links: detail uit het originele kunstwerk, rechts: de interpretatie met en door Yolanda van den Berg

Naar aanleiding van de wereldwijde sluiting door de coronacrisis, bedachten musea nieuwe manieren om hun gewaardeerde kunstwerken bij de bezoekers ‘thuis te brengen’. Een ludieke actie was Tussen Kunst en Quarantaine waarbij het publiek online werd uitgenodigd om met een paar eenvoudige attributen een kunstwerk in de vorm van een foto na te maken. Het schilderij De Koppelaarster, in 1625 gemaakt door de Utrechtse schilder Gerard van Honthorst (1592-1656), is één van de topstukken van het Centraal Museum. Het is geschilderd in de contrastrijke clair-obscur stijl van de

Italiaanse meester Caravaggio, waarvan Van Honthorst een bewonderaar was. Het leek mij een mooie uitdaging om, in het kader van Tussen Kunst en Quarantaine, dit werk uit te beelden. Het werk is een waar staaltje magie van verf en penseel in de handen van een meester. Bijzonder is dat het tafereel van binnenuit door een kaars verlicht wordt, iets wat er op het schilderij heel natuurlijk en overtuigend uitziet. Het ‘live’ uitbeelden ervan gaf wel de nodige problemen… en brandplekken.

De foto op de voorkant van dit magazine is

De Koninklijke Wachtkamer

in het spoorwegmuseum Door Lizanne Gille

foto

gemaakt in de Koninklijke Wachtkamer in het Spoorwegmuseum. Dit is één van de zes Koninklijke Wachtkamers die in Nederland door de koninklijke familie werden (en soms nog worden) gebruikt als ‘wachtruimte’ voor hun treinreizen. Maar wachten op de trein deed de koninklijke familie eigenlijk nooit. De salon, het onderdeel dat je ziet op de foto, werd gebruikt als ontvangstruimte om de familie uit te zwaaien of juist te verwelkomen. Het interieur van de Koninklijke Wachtkamer in het Maliebaanstation in Utrecht is afkomstig uit station Den Haag Staatsspoor. In 1892 werd de neorenaissancestijl kamer ontworpen door de firma H.P. Mutters & Zoon. Na 1975 werd het interieur van de kamer opgeslagen in het depot van het Gemeentemuseum, later het Haags Historisch Museum. Als ensemble werd het interieur in 2000 door het Haags Historisch Museum aan het Spoorwegmuseum geschonken. Met behulp van het Prins Bernard Cultuur Fonds kon de Koninklijke Wachtkamer worden gereconstrueerd en is sindsdien weer te bewonderen op het Maliebaanstation van het Spoorwegmuseum.

Femke Lockefeer

3


Rode rozen op vrijdagochtend Door Marjan Groen Museumdocent | Centraal Museum

Op Vrijdag Museumdag geef ik in het Centraal Museum een creatieve workshop. Tijdens deze workshops beleven de deelnemers bijzondere, waardevolle momenten en ontstaan er prachtige schilderwerken.

Een tapijt van rozen door deelnemers uit verschillende verzorgingshuizen.

We beginnen met koffie en gebak in Café Centraal. Daarna neem ik de groep mee voor een kleine, inspirerende route door het museum. Ik merk hoe de deelnemers zich openstellen. Er wordt intensief gekeken en genoten. Ik zie hoe er glimlachen verschijnen op de gezichten van de deelnemers en dat er gesprekken ontstaan. We bekijken verschillende kunstwerken, maar voor de surrealistische werken van Pyke Koch nemen we wat meer tijd. Zijn portretten komen altijd binnen en nodigen uit om langer te kijken. We staan stil bij het portret van Asta Nilsen met haar groene gezicht. We bekijken het werk en zijn nieuwsgierig naar het verhaal achter het werk. De deelnemers wisselen gedachten, ideeën en gevoelens uit. Ieders eigenheid komt hierbij naar voren. Asta Nilsen draagt een rode roos. Dit is het bruggetje naar de workshop. We gaan er namelijk één schilderen. Dit doen we in de lichte atelierruimte waar alles al klaarstaat om zelf een schilderij te maken. Asta Nilsen’s portret staat

4

op een grote schildersezel. Op de vierkante werktafel in het midden pronkt een vaas met rozen. Iedere deelnemer kiest er één uit en bekijkt de bladvormen en de kleuren. Ik laat schetsend zien hoe je de roos in het kader op het aquarelpapier plaatst. Daarna kan er geschilderd worden! Met hier en daar nog wat aarzeling gaan de deelnemers zelf aan de slag. Via samen kijken, eigen inbreng en kleine aanwijzingen gaat het al gauw vanzelf. Aanvankelijk wordt er zoekend en later geconcentreerd geschetst. Vervolgens wordt er geschilderd met aquarelverf. De sfeer is ontzettend fijn: wat een rust en concentratie, wat een overgave en genieten. En altijd ontstaan er uitzonderlijk mooie werken. De deelnemers zijn blij verrast over hun eigen kunnen en ik ben trots en dankbaar dat dit gebeurt. De prachtige werken worden in passe-partouts meegenomen evenals de bos rozen. Ik blijf achter met de foto’s, voldaan de ochtend navoelend, terwijl ik het atelier opruim voor een volgende ontvangst. Ik hoop over niet al te lange tijd.


Samenwerkende Utrechtse Musea

Van Catharijnesingel naar Catharijnebaan en…weer terug

De voetganger die het centrum van Utrecht vanuit het stationsgebied aandoet, kan er al jaren niet omheen. Alvorens hij de Mariaplaats bereikt, moet hij een lawaaiige, modderige bouwplaats oversteken. Sinds eind jaren ’90 wordt er gewerkt aan het herstel van de Catharijnesingel. Nog vóór er plannen voor winkelcentrum Hoog Catharijne waren, lag er een ander grootscheeps stedelijk plan voor modernisering van de stad Utrecht op tafel: het Verkeersplan Feuchtinger. In dit plan werd gepleit voor een totale vervanging van de Catharijnesingel door een tweebaansweg. Het toegenomen autoverkeer eind jaren ’50 moest de ruimte krijgen.

Door Natasja Essers

Tegen dit plan ontstond fel verzet, wat leidde tot nader onderzoek door onafhankelijke stedenbouwkundigen. Alleen de Weerdsingel en noordelijke Catharijnesingel ondergingen uiteindelijk hun metamorfose. De Catharijnebaan, een 1,8 kilometer lange autoweg door de stad, was in 1972 gereed. De Utrechtse dichter Jan Engelman (1900 – 1972) was destijds één van de leiders van het protest tegen de singeldemping. De laatste strofe van zijn gedicht Over het gras uit de bundel Tuin van Eros luidt:

Gezicht op de voorgevel van de St.-Gertrudiskerk. Op de voorgrond de Catharijnebaan.1-2-1984, Vervaardiger: Fotodienst GAU bron: Het Utrechts Archief

Over het gras en over het water dwaal ik achter de beminde tot ik aanzie – later, later, in een licht dat mij hervinde.

Dit jaar in september is het zover: de Catharijnesingel zal weer vol water stromen. De stad Utrecht zal zich opnieuw geborgen weten door een omsingeling met water, zoals het eeuwenlang was. Stel dat Jan Engelman zou weten hoe het water dat hij beminde, nu, zoveel jaren later, later zijn loop zal hervinden...

Gezicht op de Catharijnesingel met gedeelte van de Willemsbrug en de St.-Gertrudiskerk, omstreeks 1925 – 1933,bron: Het Utrechts Archief

Utrechtse Musea Puzzel Welke tien Utrechtse musea en erfgoedinstellingen zoeken wij? Heeft u deze allemaal gevonden? Dan vindt u van boven naar beneden nog een echt Utrechts monument.

m k

1 2 3

S r 4

v

5

s 6

t c

U

7 8 9 10

p t

r

w

e c

V

k i

n m

b u M

m

h

u

h

n

5


Middelrijns altaar ca. 1410

Middelrijns altaar, Middelrijn of Westfalen?, ca. 1410, ABM s25-28 en ABM s156-158

6


Samenwerkende Utrechtse Musea

Kijkvragen 1. Wat ziet u? Maak een lijstje. Schrijf echt alleen op wat u letterlijk ziet, probeer dit nog niet te interpreteren.

2. Wat denkt u? Wat denkt u dat dit voor kunstwerk is en waar doet het u aan denken? Welke personen of verhalen herkent u op het kunstwerk?

3. Wat vraagt u zich af? Kunt u vertellen waarom precies?

4. Welk verhaal of afbeelding vindt u het mooist? Kunt u vertellen waarom precies?

7


Dansen bij De Mortier Door Koen Klarenbeek

Foto Koen Klarenbeek

Tegenwoordig heeft iedereen overal de mogelijkheid om muziek te luisteren. Vanaf de komst van de grammofoonplatenspeler tot de computer met internet van nu; muziek afgespeeld met behulp van elektriciteit valt al heel lang niet meer weg te denken uit onze samenleving. Voordien kon je alleen maar muziek luisteren, wanneer muziekinstrumenten live door mensen werden bespeeld. Tot de komst van de automatisch spelende muziekinstrumenten.

Foto’s Willem Mes

8

In Museum Speelklok staan allemaal muziekinstrumenten die mechanisch werken en automatisch spelen. Het museum, gehuisvest in de voormalige Buurkerk in Utrecht, staat vol oude en bijzondere muziekinstrumenten. Met tandwielen, springveren en gewichten komen deze instrumenten tot leven. De muziek wordt gemaakt door echte bellen, snaren, slagwerk en orgelpijpjes. Er wordt niks versterkt door middel van geluidsboxen. Een van de meest indrukwekkende instrumenten in Museum Speelklok is De Mortier (1927). Dit is een dansorgel dat werd gebouwd door het gelijknamige bedrijf uit Antwerpen. Het instrument is nooit opnieuw geschilderd en heeft dus nog de originele verf van 93 jaar geleden! Dit dansorgel, groot als een huis, stond oorspronkelijk in danszalen. Danszalen waren de chique voorlopers van de discotheek. Dames en heren betaalden op hun avondjes uit de orgelman om een dansje te wagen op de muziek. Vaak werd hij ervan beschuldigd hele korte liedjes te draaien. Zo moesten de bezoekers telkens hun beurs trekken om de hele avond te kunnen dansen.


Samenwerkende Utrechtse Musea

Interview met Marije de Nood Conservator Allemaal Wonderen | Museum Catharijneconvent

Wat bracht je ertoe een tentoonstelling over wonderen te maken? In de collectie van Museum Catharijneconvent zijn tientallen prachtige kunstwerken te vinden met voorstellingen van wonderen. Een selectie schilderijen, beelden en miniaturen vormde de basis voor deze tentoonstelling. Het thema past ook goed bij het museum omdat het onderwerp kunst en cultuur verbindt met religie en zingeving. Bovendien is het een heel actueel thema. Dat zien we zeker nu met de corona-uitbraak. Regelmatig verschijnt er in het nieuws een verhaal over een onverwachte genezing van corona die wordt beschouwd als een wonder. Heb je zelf wel eens een wonder meegemaakt? Wil je daar iets over vertellen? In 2010 liep ik de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella. Net voor ik vertrok bleek dat mijn vader ernstig ziek was. Een van de rituelen van de tocht is dat je een steen meeneemt die je achterlaat bij het Cruz de

Ferro, een ijzeren kruis op een berg. Ik had er het woord ‘hoop’ opgeschreven. ’s Ochtends vroeg liet ik mijn steen daar achter en liep alleen de berg af. Op de weg stond met koeienletters het woord ‘hope’ geschreven. Voor mij was dit een bijzonder teken, een wonder. Mijn vader is gelukkig genezen. Welk kunstwerk uit de tentoonstelling zou je mee naar huis willen nemen? Het schilderij met een voorstelling van de mannaregen, een bekend Bijbels wonder uit het Oude Testament. Het is aan het begin van de zestiende eeuw geschilderd door een anonieme kunstenaar. Nadat de Israëlieten in de woestijn bijna omkwamen van de honger liet God het manna, een soort hemels brood, regenen. Dit moment zien we op dit schilderij. Het is heel kleurrijk en verfijnd geschilderd en zit vol met details. De mensen dragen prachtige kleding. Ik kan er uren naar kijken. Heb je een tip voor de mensen die nu niet naar de tentoonstelling kunnen komen, maar wel graag meer hierover willen weten? Ja, ik heb twee tips. Bij de tentoonstelling hebben we een speciale wondertelefoonlijn geopend: 030-3071037. U hoort dan een bijzonder wonderverhaal en u kunt hier zelf een wonderverhaal achterlaten. Meer informatie, verhalen van experts en filmpjes over de tentoonstelling, en de rest van het museum, kunt u ook op de computer of tablet bekijken en beluisteren: www.catharijneconvent.nl/ tentoonstellingen/museum-aan-huis/

Foto Mike Bink

9


Het nalatenschap

van Lambertus en Josephina van Baaren Door Caroline van Rhijn

‘Als jullie nou ieder één kunstwerk zouden mogen uitkiezen in deze zaal en mee naar huis mochten nemen, welk kunstwerk zou dat dan zijn?’, vraag ik aan vijftien basisschoolkinderen. De ogen van de kinderen worden groot. Opgewonden

lopen ze heen en weer en bekijken de schilderijen nog eens goed. ‘Dan kies ik die!’, roept een meisje, wijzend op een kleurrijk boeket van Tobeen. ‘Want ik houd van bloemen.’ ‘Ik zou die nemen’, zegt een ander meisje, wijzend op een landschap van Carel Willink. ‘Het lijkt wel een foto!’ ‘Mag je ook twee schilderijen uitkiezen?’, vragen een paar jongens. In de rol van museumdocent sta ik in het Centraal Museum, in een zaal die gereserveerd is voor een bijzondere collectie schilderijen. Ze dateren uit de tweede helft van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Het zijn vooral kunstwerken van Franse en Nederlandse kunstenaars zoals Sluijters, Courbet en Israëls. Deze collectie is bijeengebracht door broer en zus Van Baaren: Lambertus (1888-1964) en Josephina (18901959), vermogende Utrechters met een grote liefde voor kunst. Zij verzamelden vooral wat ze mooi vonden zoals bloemstillevens, portretten en landschappen. Naast kunstverzamelaars waren broer en zus Van Baaren vooral weldoeners. In 1956 richtten zij de Van Baaren

10

Foto’s Ernst Moritz

Stichting op, ten behoeve van kunst, cultuur, onderwijs, armen- en ouderenzorg. Het huidige project Museum voor 1 Dag brengt met steun van de Van Baaren Stichting kunst naar ouderen in zorgcentra. Zo genieten vandaag de dag jong en oud nog steeds van de kunstcollectie van de Van Baarens in het museum en in verzorgingshuizen.

De SUM, Samenwerkende Utrechtse Musea, is sinds 1993 het samenwerkingsverband van de grotere Utrechtse musea. De SUM heeft als missie om de samenwerking tussen de musea te stimuleren en gezamenlijk een waardevolle bijdrage te leveren aan het culturele klimaat in de stad en in de regio. Utrecht Museumdag – met als onderdelen Museum voor 1 Dag en Vrijdag Museumdag – vormt een belangrijk onderdeel van deze visie: de activiteiten worden al meer dan tien jaar door de SUM gefaciliteerd, met financiële steun van de Van Baarens Stichting.


Samenwerkende Utrechtse Musea

Geluksmomentjes Door Saskia Hoogkamer

Het is vrijdagochtend en de bewoners zitten klaar om met de bus mee te gaan naar het museum. Het is altijd even spannend of het lukt. Is de bus op tijd? Kan iedereen uiteindelijk mee? Maar als we er zijn, is het eigenlijk altijd een groot succes. Voor de bewoners is het wekelijkse uitstapje een welkome afwisseling van het alledaagse. Even weg zijn en opgaan in een andere omgeving. De koffie met gebak is behalve heel lekker ook een moment van gezelligheid. Als groep voel je je verbonden met elkaar en verhalen komen als vanzelf. De rit door Utrecht, bekende straatjes, roepen herinneringen op aan vroeger. Soms aan de omgeving, soms aan het museum zelf. Veel mensen die meegaan zijn opgegroeid in Utrecht of hebben er een tijd gewoond.

Een glimlach op het gezicht is geen zeldzaamheid. De rondleiders weten boeiend en mooi te vertellen en weten goed hoe ze met mensen moeten omgaan. De één moet je uit de tent lokken. Een ander is al vanzelf druk aanwezig. Ook de creatieve workshops zijn een cadeautje. In zo’n mooie, inspirerende omgeving is iedereen ineens een kunstenaar. Eerst langs de kunst om wat ideetjes op te doen en daarna zelf aan de slag met verf en kwast. Ondanks de onzekerheid in het begin, is het eindresultaat iedere keer weer verbluffend.

Al met al missen we de uitjes. We hopen dat we snel weer met elkaar kunnen komen genieten van al het moois in de musea. Foto’s Willem Mes m.u.v. foto hal spoorwegmuseum Femke Lockefeer

11


Illustratie: Lizanne Gille

(On)zichtbaarheidsvermogen Schrijver Annelies van Wijk zat op een zaterdagochtend in mei aan De Singel. Dit kwam ze tegen.

versnellingen, vertragen zonder overleg. De passerende vrouw stapt voor hen opzij. Hoe ze weet wat er om haar heen gebeurt, terwijl ze uitsluitend naar de grond kijkt.

Een merel spreidt haar vleugels op een lege plek tussen de struiken. Ze opent haar snavel, keert haar kopje naar de ochtendzon. Als ze me opmerkt, hupst ze wat naar links, alsof ze ruimte voor me maakt.

Het lijkt soms zo gemakkelijk om in de stad te verdwijnen, in de anonimiteit van de zaterdagochtend. Maar vandaag lijkt iedereen me te begroeten, te bekijken, hier in mijn kleermakerszit. Ik weet niet of het door mijn schrijfboekje komt, door de opluchting die hoort bij iets anders zien dan vier muren. Al zit een paar bankjes verder ook iemand. Hij ontwaakt uit zijn roes, tussen de bierblikken die hij leegdronk. Een enkeling die hem een goede morgen wenst.

Ik ga zitten op het bankje bij Biru, de bronzen hond bij de Servaasbrug. Hier zit ik vaker als ik het even niet weet. Als mijn gedachtes tegen de ramen aanzitten, ademvlekken achterlaten. De jonge kastanjebomen wiegen aan het water. De lente hoefde gelukkig niet binnen te blijven. Evenals de roekoeënde duiven die elkaar versieren, de stadskat die ik in de loop der tijd maar Miep ben gaan noemen.

Hij gooit zijn vuisten in de lucht. ‘Kan je mij nog wel zien?’ vraag ik. ‘Een beetje.’ ‘O jee, misschien verdwijn ik straks dan ook.’ Het jongetje schudt ferm zijn hoofd. ‘Als je hard genoeg ergens wil zijn, dan ben je niet onzichtbaar.’

Twee vrienden trekken zich op aan elkaars hardloopritme. In precies dezelfde pas, met de ruggen recht, blik op oneindig, reageren ze op elkaars

Een jongetje met een supermancape komt op me afgerend. Hij doet iets onverklaarbaars met zijn armen en vraagt: ‘Mevrouw, ben ik al onzichtbaar?’ Ik grinnik. ‘Op je stem na weet ik niet dat je er bent.’ ‘Yes!’

Ik glimlach als we elkaar aankijken. Hij frummelt wat aan zijn cape voor hij verder rent. Ik wandel terug naar mijn atelier, langs het nijntje museum zonder rij, de ramen van het Centraal Museum waarachter geen bezoeker de weg kwijtraakt. Hoe graag de werken weer gezien willen worden. Hoe zichtbaarheid soms op zich laat wachten.

Natasja Essers

Koen Klarenbeek

Caroline van Rhijn

Museumdocent | SUM

Museumdocent | SUM

Museumdocent | SUM

Sinds kort ga ik voor Museum voor 1 Dag met museumobjecten op pad naar verzorgingshuizen. Door de coronacrisis heb ik nog maar twee bezoeken kunnen afleggen. In musea werk ik meestal met kinderen. Die zijn erg enthousiast, maar ook heel snel afgeleid. Bij de ouderen genoot ik direct voluit van de rust en belangstelling waarmee zij objecten in zich opnemen. Ik kan niet wachten tot we weer naar de bewoners toe mogen!

Al ruim vier jaar werk ik in Museum Speelklok. Ik geef daar onder andere rondleidingen aan allerlei verschillende groepen. In het verleden heb ik op de afdeling Welzijn van een verzorgingshuis gewerkt. En nu sinds anderhalf jaar geef ik met veel plezier presentaties voor Museum voor 1 Dag. Ik vind het een leuke uitdaging. Mensen enthousiast krijgen, dat geeft mij voldoening.

Vanuit het project Museum voor 1 Dag ga ik verschillende verzorgingshuizen langs met een koffer vol verhalen. De objecten in de koffer, afkomstig uit collecties van Utrechtse musea, roepen vaak allerlei herinneringen op bij de deelnemers. Er ontstaan mooie gesprekken over vroeger. Je ziet mensen opleven, doordat een beroep wordt gedaan op hun langetermijngeheugen. Ze krijgen meer zelfvertrouwen en hun gevoel van waardigheid neemt toe. Om daar een bijdrage aan te leveren geeft mij een heel goed gevoel.

CENTRAAL MUSEUM UTRECHT


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.