LJN: BV3450, Gerechtshof Leeuwarden , 200.085.841/01 Datum uitspraak: 24-01-2012 Datum publicatie: 09-02-2012 Rechtsgebied: Personen-en familierecht Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Huwelijkse voorwaarden. Fiscaal verrekenbeding. Vergoedingsrecht wegens Vindplaats(en):
ontvangen schenking. Rechtspraak.nl
Uitspraak Beschikking d.d. 24 januari 2012 Zaaknummer 200.085.841/01 HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN Beschikking van de derde kamer in de zaak van [de man], wonende te [woonplaats], appellant, in eerste aanleg: verzoeker in reconventie, hierna te noemen: de man, advocaat: mr. M.H.C. Morshuis, kantoorhoudende te 's-Gravenhage, tegen [de vrouw], wonende te [woonplaats van de vrouw], geïntimeerde, in eerste aanleg: verzoekster in conventie, hierna te noemen: de vrouw, toevoeging, advocaat: mr. P.B. Rietberg, kantoorhoudende te Groningen. Het geding in eerste aanleg In het echtscheidingsgeding tussen partijen in eerste aanleg (zaaknummer 114880) is voor wat de in art. 827 lid 1 onder b Rv bedoelde nevenvoorziening betreft geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de beschikkingen van 3 augustus 2010, 16 november 2010 en 25 januari 2011 van de rechtbank Groningen, sector civiel, hierna te noemen de rechtbank. Het geding in hoger beroep Bij beroepschrift, binnengekomen op de griffie op 19 april 2011, heeft de man verzocht: 'bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de beschikking van de Rechtbank Groningen van 25 januari 2011 te vernietigen, en opnieuw rechtdoende, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: I De afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden vast te stellen zoals bepaald onder de punten 29 tot en met 36 van dit appelrekest en de vrouw te veroordelen uit hoofde van de afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden en in het kader van haar vergoedingsplicht op grond van de huwelijksvoorwaarden aan de man te voldoen een bedrag van ₏ 37.095,55. II
De vrouw te veroordelen in de proceskosten in beide instanties.'
Bij verweerschrift, binnengekomen op de griffie op 26 mei 2011, heeft de vrouw het verzoek bestreden en verzocht: 'bij beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de man niet ontvankelijk te
162