AB 2013/56: Definitieve geschilbeslechting. Standaardoverweging met betrekking tot het in stand laten van de rechtsgevolgen. Instantie: Centrale Raad van Beroep Datum: 16 oktober 2012 Magistraten: Mrs. J.J.A. Kooijman, E.J. Govaers en C.H. Bangma Zaaknr: 11/550 WWB Conclusie: LJN: BY0911 Noot: R. Ortlep Roepnaam: Brondocumenten: ECLI:NL:CRVB:2012:BY0911, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 16-‐‑10-‐‑2012 Wetingang: Awb art. 8:72 lid 3 onder a Brondocument: CRvB, 16-10-2012, nr 11/550 WWB Snel naar: EssentieSamenvattingPartij(en)UitspraakNoot EssentieNaar boven Definitieve geschilbeslechting. Standaardoverweging met betrekking tot het in stand laten van de rechtsgevolgen. SamenvattingNaar boven Ingeval een besluit wordt vernietigd, dient de rechtbank de mogelijkheden van finale beslechting van het geschil te onderzoeken. Daarbij dient zij onder meer te beoordelen of er grond is om met toepassing van art. 8:72 lid 3 Awb de rechtsgevolgen in stand te laten. Voor het in stand laten van de rechtsgevolgen is niet vereist dat nog slechts één beslissing mogelijk is. In dit geval is bestreden besluit vernietigd omdat de motivering daarvan geen stand kon houden. Uit een oogpunt van proceseconomie kan het aangewezen zijn de rechtsgevolgen in stand te laten indien het bestuursorgaan vasthoudt aan zijn besluit, dat besluit alsnog voldoende motiveert en de andere partijen zich daarover in voldoende mate hebben kunnen uitlaten. Daarbij is niet vereist dat het bestuursorgaan een nieuw besluit neemt dat in de plaats van het vernietigde besluit wordt gesteld. Beslissend is of de inhoud van het vernietigde besluit na de alsnog kenbaar gemaakte motivering de rechterlijke toets kan doorstaan. Partij(en)Naar boven Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Utrecht van 30 december 2010, 09/996 (aangevallen uitspraak) in het geding tussen: A. te B. (appellant) en het college van burgemeester en wethouders van Utrecht (college) Bewerkte uitspraakNaar boven UitspraakNaar boven Procesverloop Namens appellant heeft mr. F.W. Verweij, advocaat, hoger beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 augustus 2012. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. Verweij. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P.C. van der Voorn. Overwegingen 1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden. 1.1. Appellant ontving sinds 1994 bijstand, laatstelijk op grond van de Algemene bijstandswet. De bijstand werd aanvankelijk om niet vertrekt. Met ingang van 12 mei 1999 is de bijstand verstrekt in de vorm van een geldlening, omdat appellant in afwachting was van een schadevergoeding in verband met een snijverwonding op 16 juli
412