2.7. Op 25 november 2009 stuurt [A] aan [medebestuurder 2] het volgende emailbericht: “Met [eiser] is afgesproken om de goederen rechtstreeks van MGF naar NL te sturen. Daar worden ze op een aparte locatie ondergebracht, niet bij Kneipp. (…)” 2.8. Op 17 februari 2010 stuurt [medebestuurder 1] aan onder meer [eiser] het volgende in een e-mailbericht: “(…) Die beiden Länder werden parralel Vorschläge für forcierte Abverkaufsvorschläge von Altbeständen durchführen, die von der MHD-problematik bedroht sind. (…)” 2.9. Bij e-mailbericht van 8 maart 2010 stuurt [medebestuurder 2] aan [A] en [eiser] het volgende: “Heren, Is er inmiddels zicht op een afnemer voor de Franse voorraad. We hebben niet zo lang meer om e.e.a. af te wikkelen. (…)” 2.10. Op 1 april 2010 stuurt [eiser] aan [A] per e-mail het volgende: “(…) [medebestuurder 2], wat is de prijs waartegen [bedrijf 2] voorraad eigenlijk geleverd zou moeten worden? (…) Wat is het risico van dit contact met Dtslnd? (…)” 2.11. Bij e-mailbericht van 27 april 2010 stuurt [eiser] aan [A] het volgende: ”Hi [medebestuurder 1], Twee dingen: - je kunt het beste wel een prijs hangen aan de schuimende badolie, al is het 0,10 Euro, is beter dan gratis goederen - stel dat deze deal doorgaat, hoever staan we dan met de “totale uitdaging”? (…)” 2.12. Op 27 mei 2010 stuurt [A] per e-mail aan [medewerker Kneipp France], werkzaam bij Kneipp France, het volgende: “(…) Sauf [medebestuurder 2], [eiser] et moi sont au courant. (…) Veuillez faire à la main une note de crédit (avoir) pour ce client sans que cette note de crédit sera établie dans notre système SAP. (…)” 2.13. Bij brief van 27 september 2010 heeft [medebestuurder 1], namens Kneipp en Kneipp-Werke, [eiser] uitgenodigd voor de buitengewone vergadering van aandeelhouders gepland op 22 oktober 2010 om 12.00 uur te Amsterdam ten kantore van Van Diepen Van der Kroef Advocaten. In de uitnodiging staat tevens vermeld dat tijdens die vergadering twee onderwerpen op de agenda staan: het ontslag van [eiser] als statutair directeur en als werknemer van Kneipp en “W.v.t.t.k.”. 2.14. Op 1 oktober 2010 hebben [medebestuurder 1], [hoofd boekhouding] en twee medewerkers van het accountantskantoor PWC, een bezoek gebracht aan het kantoor van Kneipp, waar [eiser] op dat moment ook aanwezig was. Zij hebben zich toegang vershaft tot alle computers, waaronder tot die van [eiser]. Zij hebben voorts de
24