AVANS HOGESCHOOL & HZ UNIVERSITY OF APPLIED SCIENCES
BIOBASED update MAGAZINE FEBRUARI 2019 CENTRE OF EXPERTISE BIOBASED ECONOMY
Craze: duurzaam door biopolymeren WATCH IT! 2 nieuwe kennisclips! Bioplasticstraat succesvol in Rome Verduurzaming Veerse stranden
Centre of Expertise Biobased Economy Centre of Expertise Biobased Economy helpt bedrijven en overheden in diverse onderzoeksprojecten, met inzet van docenten en studenten, bij het realiseren van biobased innovaties. Onderzoek wordt verzorgd vanuit de 4 lectoraten en de onderzoeksgroep die verbonden zijn aan het Centre of Expertise. Heb je vragen over één van de genoemde projecten of nieuw uit te voeren onderzoek bij CoE BBE? Neem dan gerust contact op met de genoemde contactpersonen of via het secretariaat!
CoE BBE Secretariaat Contact: info@coebbe.nl Meer info: coebbe.nl
Colofon Algemeen Website: www.coebbe.nl Administratie: info@coebbe.nl Redactie: w.vanrijsbergen@coebbe.nl Redactie & vormgeving Wendy van Rijsbergen Bas Koebrugge Monique Bakker Biobased Update is een uitgave van Centre of Expertise Biobased Economy Postbus 90.116 4800 RA Breda Tel. +31 88 525 81 74 © 2018 Centre of Expertise Biobased Economy. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, kopie, digitale reproductie of op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
Inhoudsopgave Bioplasticstraat groot succes in Rome
4
Biobased aanbod in beeld
5
Student aan het woord - Pauls Tikmanis
6
Biofilm op mango’s beste biobased idee 2018
7
Nieuwe lector Biobased Building Blocks & Products
8
Opinie: Materiaaltransitie: de rol van bioplastics
9
Avans onderzoekt duurzaamheid pyrolyse
10
Mooie resultaten project Blauwe Keten
12
WATCH IT! kennisclips over eendenkroos en biokleuren
13
CoE BBE toont biobased geveldelen op Dutch Design Week
14
PACK-CE moet multilaags plastic verpakkingen reduceren
15
Inspiratiesessie 100% Biobased
16
Enzym tomatenloof kan afvalwater kassen ‘zuiveren’
17
GoChem!
17
Hoe waardevol is maaisel?
18
Verduurzaming Veerse stranden; van convenant tot advies
19
Stagiaires presenteren biobased ideeën voor Bergen op Zoom
20
Craze: Duurzaam door biopolymeren 22 Biodegradable plastics: where and when? 24
3
Biobased goes
INTERNATIONAL
Bioplasticstraat groot succes op Makers Faire in Rome De Bioplasticstraat van Groene Groei was een groot succes op de Makers Fair in Rome. Op 12, 13 en 14 oktober stonden Margot Verwei en Huub Looze van CoE BBE op deze ‘uitvindersbeurs’. Veel Italiaanse schoolkinderen kwamen de workshop bioplastic maken van zetmeel, doen. De straat was voor deze gelegenheid geheel in het Italiaans vertaald. De straat stond in een grote standruimte waar ook BioCannDo een deel van bezette. Omdat het vervoer naar Rome al een onderneming op zich was, werd van tevoren al besloten om een partij te zoeken die de straat daar zou adopteren. Deze werd met behulp van Internationale partners gevonden. Op de laatste dag van de beurs is de hele straat overhandigd aan Remida Reggio Children Foundation. Deze organisatie verzorgt activiteiten voor scholen, geeft workshops op het gebied van hergebruik en afval en geeft voorlichting aan onderwijzers en docenten, zodat zij op hun school weer aan de slag kunnen. ‘Onze’ Bioplasticstraat, in ‘t Italiaans ‘Strada di Bioplastica’, krijgt dus weer een mooie bestemming.
Margot Verwei Projectleider mgp.verwei@avans.nl
4
Een Europees platform waar alles rondom biobased onderwijs samenkomt. Een plek waar een compleet aanbod van biobased onderwijs materiaal, stageplaatsen en faciliteiten te vinden is. Volgens Ralph Simons, directeur Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) moet dat in de toekomst zeker mogelijk zijn. In het project Grenzeloos Biobased Onderwijs worden hiervoor de eerste stappen gemaakt in een samenwerking tussen nu nog alleen Nederland en Vlaanderen. Het CoE BBE is als partner in dit project verantwoordelijk voor genoemd biobased platform. Wat is de stand van zaken? Het platform, dat momenteel wordt vormgegeven, is een uitkomst uit het Interreg Vlaanderen-Nederland project ‘Grenzeloos Biobased Onderwijs’. Kennis ophalen en brengen staat hierin volledig centraal. In dit project wordt gefocust op het aanbod in Nederland en regio Vlaanderen. Maar wat kan de bezoeker nou concreet verwachten van dit platform? • • • • •
Vind een volledig aanbod van on- en offline biobased onderwijsmateriaal. Vind de juiste biobased expert voor jouw vraagstuk via de wie-is-wie functie. Deel interessante stage- en afstudeeropdrachten voor studenten van mbo-, hbo- en wo instellingen. Bekijk een overzicht van infrastructuur en faciliteiten te gebruiken door bedrijven. Bekijk welke biobased events er worden georganiseerd via de event kalender.
LANDELIJK BIOBASED KENNISNETWERK Wat denk u nu? Alweer een online platform? Daar is ook over nagedacht. In plaats van het wiel voor de zoveelste keer opnieuw uit te vinden worden verbindingen gelegd met data uit bestaande platformen en samenwerkingen. Één zo’n bestaande samenwerking is het Landelijk Biobased Kennisnetwerk (LBKN). Het LBKN heeft inmiddels een uniek online NL-breed HBO-platform voor biobased
onderwijs, onderzoek en business support, met actieve verbinding naar het MBO en het WO. Vanuit GBO is actief samenwerking gezocht met het LBKN, om elkaar via uitwisseling van gegevens te versterken. Ralph Simons: “Een belangrijk doel van het GBO platform is om meer structurele verbinding te krijgen met het bedrijfsleven, wat overeenkomt met de opdracht van het LBKN. Het verschil is dat in het GBO project Vlaanderen ook een nadrukkelijke rol heeft. Wij vinden het belangrijk dat de Vlaamse partners het platform ook gaan vullen en gebruiken, zodat het in Europees verband meer waarde krijgt. Uiteindelijk kunnen beide platformen van elkaar leren en elkaar perfect aanvullen.” EUROPEES PLATFORM Simons’ toekomstbeeld is om het NederlandsVlaamse platform uit te breiden met andere Europese kennisinstellingen en andere partners. Hierdoor creëert het platform waarde voor een breed en internationaal publiek en krijgt de bezoeker een goed en overzichtelijk aanbod van biobased onderwijsmodules, stageplekken en infrastructuur. Laten we hierbij niet het hogere doel vergeten, wij geloven dat we door kennisdeling en -verspreiding weer een stukje dichter komen bij een biobased economy! Het platform is inmiddels live: www.biobasednetwork.eu
- Onderwijs -
Biobased aanbod in beeld
Bas Koebrugge Projectleider b.koebrugge@avans.nl Meer info: www.biobasednetwork.eu
5
Student aan het woord
Pauls Tikmanis Student Environmental Science for Sunstainable Energy and Technology Avans Hogeschool “Ik ben Pauls Tikmanis. Ik ben Let van geboorte, woon in Breda en ik studeer Environmental Science for Sustainable Energy and Technology (ESSET) aan Avans in Breda. Ik loop vijf maanden stage bij het Centre of Expertise Biobased Economy en deze periode is bijna ten einde. Na deze periode begin ik aan mijn afstuderen In deze stage doe ik theoretisch en laboratorium onderzoek naar mycelium composieten. Dit zijn samengestelde materialen gemaakt van vezels (agrarische reststromen) en de ‘wortels’ van paddenstoelen (mycelium). Je hebt twee varianten die geproduceerd kunnen worden: een foam en een board materiaal. Deze materialen worden getest voor akoestische panelen en isolatie in woningen . Mijn taak is met name om de sterkte van de materialen te testen. Wat we daarin voornamelijk testen is de samenstelling (het recept) van het mycelium composiet. In combinatie met welke grondstoffen is mycelium foam en board het sterkst. Wat we ontdekt hebben, is dat mycelium het beste groeit als er een vorm van suiker, bijvoorbeeld glucose, aan wordt toegevoegd. Tot nu toe groeit cellulose heel erg goed, maar je hebt ook voldoende lange vezels nodig om sterkte te geven aan je materiaal. Het fijne van deze stageplaats vind ik dat je de gelegenheid hebt om individueel te werken, maar dat je ook samen kunt werken en dat je altijd hulp kunt inroepen. Ik zou deze stage dus van harte aanbevelen. De afstand, een paar keer in de week vanuit Breda naar Rosmalen is wel zwaar. Ik ben ruim een uur onderweg. Maar de stage is erg goed. Ik heb hier veel geleerd.
6
Het studeren in Nederland bevalt mij erg goed. Ik ben nu vijf jaar in Nederland en ik vind het hier erg goed georganiseerd. Soms misschien iets té, waardoor simpele zaken langer duren dan ze volgens mij nodig zijn. Het was voor mij erg gemakkelijk om te integreren. “
Biofilm op mango’s beste Biobased idee 2018
De ‘Fruit App’ won de publieksprijs. In deze app worden telers en afnemers bij elkaar gebracht om zo snel mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten de producten bij de consument te krijgen. Ook willen de studenten via deze app bewustwording kweken bij de eindconsument, verkopers en de horeca verleiden om ‘lelijk’ fruit te verkopen. Dit fruit voldoet niet aan de strenge esthetische eisen van de verkoopkanalen, maar zijn nog steeds van een goede kwaliteit. Een week lang werkten tachtig studenten vanuit Nederland en Brazilië aan het beste idee om het verlies in fruit en groenten op weg van de teler naar de consument te verminderen. In totaal tien plannen werden donderdagmiddag teruggebracht tot vijf. De studenten van deze vijf groepen mochten hun plan presenteren. In het Innovatielab bij Avans in Breda werden die presentaties aan de Nederlandse en de Braziliaanse jury (via video conference) duidelijk gemaakt. De Nederlandse jury bestond uit twee lectoren; Han van Kasteren (Biobased Products) en Johan Raap (Biobased Energy), Willemien van Asselt (RVO) en Jacomine van Ravensbergen (Lid van het College van Bestuur Avans). De jury was nagenoeg unaniem over het winnende idee.
De teamleden van het winnende team Gabriëlle Werkhoven (uit België, student van Avans), Aline Teerlinck (uit België, student van Avans), Kateryna Zhukovska (uit Oekraïne , student van Fontys) en twee Brazilianen André Olivieira en Bruna Figueiredo kwamen op het idee omdat in Brazilië het verlies van mango’s uit de oogst op weg naar de consument erg groot is. Volgens de gegevens uit hun onderzoek gaat vijftig procent verloren. Door de coating aan te brengen wordt de levensduur van een mango verdubbeld. Zoals met ieder idee komen er dan ook weer vragen bijvoorbeeld: is deze techniek ook op andere fruit en groenten te gebruiken en welke cassave gebruik je hiervoor, hoe zit het met bacteriën en wat zijn de werkelijke kosten van deze techniek. Beide lectoren waren enthousiast en zagen mogelijkheden voor verder onderzoek. De Biobased Battle is een project van Living Lab Biobased Brazil (www.biobasedbrazil.org) waar jaarlijks studenten strijden om het beste biobased idee.
- Onderwijs -
Het idee van het aanbrengen van een biofilm van cassave op mango’s is het beste biobased idee uit de Battle van 2018. De jury vindt dit idee het meest innovatief, een goede oplossing voor het probleem van fruit en groente derving, het kan worden uitgevoerd met lokale producten, het is uitvoerbaar en zoals het nu uitziet laag in kosten.
Jappe de Best Projectleider jh.debest@avans.nl
7
Nieuwe lector Biobased Building Blocks & Products Vanaf 1 september is het Centre of Expertise Biobased Economy een lector rijker. Han van Kasteren gaat het lectoraat Biobased building blocks & Products leiden. Dit lectoraat is de opvolger van het lectoraat Biobased Products van Dorien Derksen. Dorien Derksen is sinds vorig jaar lector van het lectoraat Marine Biobased Specialties en blijft daarnaast betrokken bij enkele onderzoeksprojecten. Maar wat is de expertise van Han van Kasteren? Hij stelt zich graag aan u voor. “Mijn naam is Han van Kasteren en ik ben voor drie dagen in de week gestart als lector “Biobased building blocks & Products” Ik ben al meer dan 30 jaar een breed georiënteerd chemisch technoloog, die naast mijn tijd bij het CoE BBE verbonden is aan de TU Eindhoven als innovatiemanager en coördinator van de Masteropleiding SELECT, een opleiding op het gebied van duurzame energie. Samen met het CoE BBE team wil ik mijn ervaring en netwerk inzetten om de wereld duurzamer te maken door studenten en de samenleving de mogelijkheden van biobased materialen
8
en producten te laten zien. Dit alles in nauwe samenwerking met onderwijs, onderzoek, overheid en ondernemers. Denk hierbij onder meer aan: - De productie van biopolymeren via bacteriën (bijv. PLA, PHB) en/of via biobased building blocks (bijv. vetzuren, glyceriden, lignine) uit (rest)biomassa. - Closing the loop van bio(based)polymeren middels monomeer-polymeer-monomeer processen - De productie van “specialties’ zoals monoglyceriden, kleurstoffen, brandvertragers en biofungicide uit (rest)biomassa. Het lectoraat “Biobased building blocks & Products” past precies bij de maatschappelijke ontwikkelingen en de tijdsgeest om de bovengenoemde ontwikkelingen en bijbehorende uitdagingen vorm te geven. Ik kijk uit naar een mooie tijd bij het CoE BBE!”
Opinie
Materiaal transitie: de rol van bioplastics
De eerste twee hebben met name een uitdaging in energiegebruik tijdens productie en in recycling. De laatste groep is grotendeels fossiel van oorsprong en moet compleet getransformeerd worden naar biobased en biocompatibel. Dat wil dus zeggen niet schadelijk voor het milieu, zoals bijvoorbeeld biodegradeerbaar. FOSSIELE PLASTICS VS. BIOPLASTICS Zuid-Nederland - Noord-Brabant, Limburg en Zeeland omvat 33% van de polymeer verwerkende industrie van Nederland. We praten dan over ongeveer 450 bedrijven met een directe werkgelegenheid van 10.000 banen. Deze is op dit moment voor 98% gebaseerd op fossiele polymeren. Er rust een grote uitdaging om deze industrie te transformeren naar het gebruik van meer biocompatibele polymeren. De afgelopen 20 tot 30 jaar zijn veel zogenaamde biopolymeren op lab- en pilotschaal ontwikkeld en getest. Denk aan zetmeel, cellulose, PHA’s, PBS, PEF, PTT. Deze zijn nog niet op grote schaal doorgedrongen tot de markt. PLA wordt van deze biopolymeren het meeste toegepast, met name medisch, en wordt vaak gezien als vervanger voor de vele bestaande thermoplastische fossiele polymeertoepassingen. Belemmeringen om te veranderen zitten naast prijs in performance, bekendheid en ervaring met de “nieuwe” materialen. Qua performance is er discussie ontstaan over de mate van afbreekbaarheid van deze bio(based)polymeren.
Inderdaad; de huidige biobased polymeren (bijv. bio-PET, PLA en Bio-PE) zijn niets anders dan normale plastics die niet spontaan afbreken in de natuur en dragen dus net zo goed bij aan de plastic soep als ze in het milieu terecht komen. Zij kennen daarentegen wel een lagere CO2 footprint en leveren zo een bijdrage aan de energietransitie. PLASTICSOUPFREE POLYMEREN Ik zie het belang voor een meer integrale aanpak van de materiaaltransitie: naast biobased ook standaardisering over afbreekbaarheid van de materialen en onder welke omstandigheden. Ik pleit daarom voor een nieuw label voor polymeren: plasticsoupfree.
- Onderzoek -
De wereld, Europa en Nederland staan voor 3 belangrijke technologische uitdagingen in de 21ste eeuw: Energietransitie, Eiwittransitie en Materiaaltransitie. Al die uitdagingen zijn gericht op minder fossiliseren en meer verduurzamen van onze economie en maatschappij. Qua materialen onderscheiden we 3 materiaalgroepen: metalen, mineraal houdende materialen en polymeren.
Om deze transitie te faciliteren is het zaak de belemmeringen weg te nemen. Dit kan via het opvoeren van de kenniscirculatie binnen de sector, het aantonen van de mogelijkheden, het leren er mee om te gaan en het laten zien van voorbeelden. Wij zijn daar als CoE BBE al jaren mee bezig via toegepast onderzoek en het Biopolymeer Applicatie Centrum (BAC). Eindelijk lijkt de tijd rijp om de transitie daadwerkelijk vorm te geven. Laten we hier gezamenlijk de schouders onder zetten en niet wachten totdat onze zeeën en oceanen zodanig vervuild zijn, dat het wederom tientallen jaren kost om het op te ruimen. Niet voor niets is het Reach instrument 20 jaar geleden opgestart: ervoor zorgen dat we een probleem, zoals bijvoorbeeld ontstaan met asbest, voor zijn. Met de triple helix aanpak die we in Brabant zo goed kennen zouden we toch koploper moeten zijn in Nederland, Europa en de wereld. Ik ben er klaar voor, u ook? Han van Kasteren Lector Biobased Building Blocks & Products jmn.vankasteren@avans.nl
9
Avans onderzoekt duurzaamheid pyrolyse Hoe duurzaam is pyrolyse, een innovatief proces voor het thermisch omzetten van koolstofhoudende reststromen zoals biomassa, plastics en autobanden tot brandstof (olie, gas en kool) nu echt? Om daarachter te komen, maakt Avans Hogeschool vanuit het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) levenscyclus analyses (LCA’s) van de waardeketens die in de Pyrolyse Proeftuin Zuid-Nederland in Moerdijk worden onderzocht. De voorlopige resultaten stemmen onderzoeker Alexander Compeer vooralsnog positief. Maar hij houdt een slag om de arm. Het onderzoeksproject heeft namelijk een looptijd van drie jaar en is nu pas op de helft. ‘Ik kan nog geen definitieve uitspraken doen, zolang we niet alle parameters in kaart hebben gebracht. Daarnaast zullen we nog nieuwe aangeleverde data van de partners krijgen. Daarom brengen we de resultaten pas naar buiten als het project is afgerond.’ COMPLEX PROCES Een LCA maken is een complex proces, waarin de milieu-impact van volledige waardeketens wordt gekwantificeerd. Vanaf de winning of oogst en het transport van grondstoffen, via de bewerkingen en het gebruik dat daarop volgt en het einde van de levenscyclus: de vernietiging of recycling van de overblijfselen. ‘We kijken naar +/- 15 afzonderlijke milieu-effecten, van de vorming van fijnstof en smog tot ecotoxiciteit’, aldus Compeer. In het geval van pyrolyse gaat het om de herkomst van diverse inputmaterialen, zoals bermgras, hout, afgereden autobanden of plastic reststromen. In het pyrolyseproces wordt dit materiaal verhit zonder zuurstof, waardoor er olie, gas of kool uitkomt, dat vervolgens weer kan worden gebruikt, bijvoorbeeld als transportbrandstof. Als de LCA van een dergelijke keten is voltooid, kunnen de uitkomsten naast die van vergelijkbare ketens van fossiele oorsprong worden gelegd, zoals die van aardolie, aardgas en steenkool. ‘We vragen ons bijvoorbeeld af: hoe waren we anders aan die brandstof gekomen? Wat hebben we nu kunnen vermijden? Dus je kijkt naar het referentiekader, de conventionele productiemethode. Als je die data voor beide ketens hebt, kun je ze vergelijken en vaststellen
10
welke keten gunstiger is en op welke aspecten. Een referentiekader is niet altijd noodzakelijk, een LCA kan ook bedoeld zijn om inzicht te geven in welk proces binnen een bepaalde keten de meeste impact geeft’. LEVENSCYCLUS Belangrijk daarbij, is vooraf vast te stellen wat er wordt geanalyseerd en wat niet. Compeer: ‘Waar begint de levenscyclus van een product en waar eindigt die? Om dat vast te stellen kijken wij naar het referentiekader en hanteren wij de ISO standaarden.’ Alexander Compeer en zijn collega, LCA-expert Maurits Dorlandt, spreken daarover binnen de Pyrolyse Proeftuin met vier pyrolyse partners, die aangeven voor welke reststroom hun techniek geschikt is. Andere partners verzorgen een applicatie voor het pyrolyseproduct. ‘De eerste stap is dus: vaststellen voor welke keten we een LCA moeten uitwerken. Dan gaan we om de tafel met alle partijen die bij deze keten betrokken zijn. Daarmee stellen we vast wat we nodig hebben en wat de scope moet zijn van het onderzoek. We modelleren de hele keten in onze speciale software. En vervolgens is het een iteratief proces: we koppelen de uitkomst terug naar de partners, vragen nieuwe input en verwerken die weer.’ Meestal wordt daarbij met op de praktijk gebaseerde data gewerkt. ‘De software bevat een grote database van allerlei processen, van transport, tot aan het pyrolyseproces zelf. We kunnen de theoretische waarden vervangen door meetgegevens van onze partners, waardoor het resultaat steeds realistischer wordt.’
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Port of Moerdijk.
Alexander Compeer Onderzoeker ae.compeer@avans.nl
Dit nieuwsbericht is geschreven door de redactie van Agro en Chemie, bekijk hier de website.
PYROLYSE PROEFTUIN ZUID-NEDERLAND In het project Pyrolyse Proeftuin Zuid-Nederland onderzoeken diverse partijen - bedrijven, onderwijsen onderzoeksinstellingen en lokale overheden - hoe zij reststromen met de pyrolysetechnologie om kunnen zetten in waardevolle producten. De deelnemers onderzoeken de komende vier jaar circa 30 waardeketens die zijn gebaseerd op verschillende grondstoffen. Eindgebruikers zullen de eindproducten die hier uitkomen, analyseren en testen. Het uiteindelijke doel is om commerciële pyrolyse-installaties en commercieel succesvolle eindproducten op de markt te brengen. Dit project is mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Rijk en de provincie Noord-Brabant in het kader van OPZuid.
- Onderzoek -
HOT TOPICS Binnen het CoE BBE verricht ook Qian Zhou, docent-onderzoeker bij het lectoraat Biobased Energy, research in de Pyrolyse Proeftuin Zuid-Nederland. Dan gaat het vooral om het finetunen van de technologie. In de vestiging van Avans in Breda staat daartoe een pyrolyse-unit op labschaal, waarmee zij samen met studenten praktijkmetingen en testen uitvoert. Compeer: ‘Zowel de technologie als het maken van LCA’s zijn hot topics tegenwoordig. Het bedrijfsleven vraagt er steeds vaker naar zodat ze in kaart krijgt wat er verduurzaamd kan worden aan het proces. Ook investeerders en vergunningverleners vragen hier om, alvorens ze over gaan tot actie.
11
Mooie resultaten project Blauwe Keten Op 30 november 2018 vond in Kinrooi (België) het eindevenement plaats van het Interreg project Blauwe Keten. In de afgelopen 3 jaar heeft het Centre of Expertise Biobased Economy een mooie bijdrage mogen leveren aan de resultaten van dit project. Onderzoekers van het lectoraat Biobased Products hebben onderzocht hoe de stabiliteit van de blauwe kleurstof fycocyanine, afkomstig uit Spirulina (een alg) verbetert kan worden. Vanuit het lectoraat Biobased Energy hebben de onderzoekers gekeken naar de extractie van eiwitten, zetmeel en lipiden uit eendenkroos en de toepassing hiervan in veevoer of vlees-vervangende producten. Tijdens het eindevenement van het project heeft projectleider Jappe de Best een presentatie gegeven over dit onderwerp. Er bestaat veel interesse voor de toepassing van (eiwitten uit) eendenkroos in veevoer of vlees-vervangende producten. Het lectoraat Biobased Energy is daarom bezig met een nieuwe Interreg subsidieaanvraag op dit gebied. Van alle resultaten van het project is een mooie brochure verschenen, bestaande uit 8 delen. Ben je geïnteresseerd in deze resultaten? Download dan rechts de brochure met de specifieke informatie van jouw interessegebied.
12
Download brochures: •
SPIRULINA MICROALG MET POTENTIEEL
•
FYCOCYANINE EXTRACTIE
•
FYCOCYANINE TOEGEPAST BIJ TEXTIEL
•
FYCOCYANINE TOEGEPAST BIJ PAPIER
•
SPIRULINA EN FYCOCYANINE IN VOEDING
•
ECONOMISCHE HAALBAARHEID
•
TEELTHANDLEIDING EENDENKROOS
•
VERWERKING EN TOEPASSING EENDENKROOS
Jappe de Best Projectleider jh.debest@avans.nl
WATCH IT! VERWERKING EN TOEPASSING VAN EENDENKROOS Velen zien eendenkroos als een plaag, maar kunnen we er misschien ook iets nuttigs mee doen? In het project Blauwe Keten onderzoeken we het! Eendenkroos bestaat voor 95% uit water. Maar eendenkroos bestaat ook uit eiwitten, koolhydraten en vetten. Deze waardevolle stoffen kunnen gebruikt worden voor toepassingen in lijm, coatings, cosmetische producten en veevoer maar ook voor de productie van biogas. Bekijk snel onderstaande kennisclip!
- Onderzoek -
PLAY NOW
EEN VOLLEDIG BIOBASED TEXTIEL PRODUCT? KLINKT GOED! Het belangrijkste doel van het BB100 project is de ontwikkeling van een procesketen naar volledig Biobased kunstvezel materialen. Dit omvat niet alleen de verwerking van biopolymeren, maar ook veelgebruikte additieve materialen zoals weekmakers, vlamvertragers, kleurstoffen en nucleatie middelen. Kijk mee hoe de partners volledig Biobased garens en textielproducten zullen ontwikkelen.
PLAY NOW
13
CoE BBE toont Circulaire Biobased geveldelen Foto Centre of Expertise Biobased Economy, een samenwerking van Avans en HZ op Dutch Design Week Lokaal geproduceerde materialen
Uit recent onderzoek1 blijkt dat van alle CO2 die bij het bouwproces en het daadwerkelijk van eenCoE gebouw wordt uitgestoten, meer dan 2/3 vrijkomt tijdens de realisatie en het on BBE toont Circulaire Biobased verlagen moeten we zoveel mogelijk convectie van door de zon verwarmde geveldelen op Dutch Design Week Klokgebouw, Eindhoven
gebruik maken van materialen met lucht te gebruiken. De lucht achter de een lage CO2 uitstoot, die lokaal panelen wordt warm, stijgt op en de 1 RICS professional standards and guidance, UK, Whole life carbon assessment the dat built environment 1st e worden geproduceerd. trek zorgtfor ervoor koele lucht in Studenten het gebouw kan worden gezogen. November, 2017 van Avans Hogeschool, HZ University of Applied Sciences Dit effect zal gedemonstreerd en TU-Eindhoven hebben in PRODUCTIE worden tijdens de Solar Decathlon. basis van bovenstaande Studenten van HZ zijn momenteel samenwerking met verschillende Op is een bezig de geveldelen afhankelijk van bedrijven onderzoek gedaan naar uitgangspunten biocomposietmateriaal ontwikkeld gevelpanelen op basis van circulaire de temperatuur en zonnestand meer restmaterialen. Het resultaat is een dat bestaat uit: of minder open te zetten voor extra gemaaid bermgras, ventilatie. visueel aantrekkelijk, hoogwaardig Vezels, en duurzaam gevelpaneel, dat gerecycled toiletpapier, gerecycled sterk en vormvast is en een lange textiel, afvalriet en vlas. restmateriaal INTENSIEVE levensduur heeft. Aan het eind van Calciumcarbonaat, de levensduur kan het materiaal van het onthardingsproces van SAMENWERKING Het project is een samenwerking worden vermalen en weer als drinkwater. Biobased hars, op basis tussen Hogescholen Avans en HZ basisgrondstof in hetzelfde proces van restmaterialen van de en TU Eindhoven en de bedrijven worden ingezet, de zogenaamde biodieselproductie. AkzoNobel, NPSP, KNN Cellulose en Circulaire Economie. De productie is door de studenten zelf NewFoss, met medewerking van: uitgevoerd. Op basis van alle vezels, Centre of Expertise Biobased Economy, LOKAAL GEPRODUCEERDE het calciumcarbonaat en hars is een Lectoraat Biobased Bouwen, Spark MATERIALEN deeg gemaakt dat daarna enkele Campus, Hogeschool van Amsterdam, Uit recent onderzoek blijkt dat van minuten wordt geperst in een warme VIRTUe team, Van de Bilt zaden en vlas, alle CO2 die bij het bouwproces en mal. waterschap Aa en Maas, Wetterskip het daadwerkelijke gebruik van een Fryslân en Stowa, ondersteund vanuit gebouw wordt uitgestoten, meer dan NATUURLIJKE VENTILATIE het Interreg onderzoeksprogramma 2/3 vrijkomt tijdens de realisatie en het De vorm van de gevel is speciaal van de Europese Unie. onderhoud. Deze CO2 uitstoot is met ontwikkeld voor warme landen, waar name veroorzaakt door de productie de gevel het gebouw er achter moet van materialen en producten, het koelen. De thermische gevel is een transport naar en het verwerken op de manier om de natuurlijke ventilatie Willem BÜttger bouw. Om deze belangrijke factor te van gebouwen te verbeteren, door Lector Biobased bouwen woj.bottger@avans.nl
14
In Nederland wordt ieder jaar 2000 Kton single used plastics door de kunststofproducenten gemaakt. Slechts vijftien procent hiervan wordt gerecycled. Om te kunnen voldoen aan de kunststoffenreductie zoals die is gesteld in de transitieagenda Kunststoffen moet er in 2050 44 % minder kunststoffen in de afvalverwerking terecht komen. Dit kan door technische innovatie en het stimuleren van de overgang van een liniaire naar een circulaire economie. Avans Hogeschool participeert in de
persoon van Luiz Canalle (Docent, Hoofdonderzoeker ‘Biopolymeren Onderzoeksgroep’) in het project PACK- CE. Avans zal zich richten op de ontwikkeling van zowel nieuwe materialen als nieuwe recyclingstechnieken’.
MEERLAAGSE FOLIES
In het onderzoek zijn de meerlaagse folies voor levensmiddelen het grootste aandachtspunt. Deze multilaags verpakkingen worden in steeds grotere getale toegepast, vanwege de toenemende product en kwaliteitseisen die gesteld worden aan voedsel, de lagere kosten van deze manier van verpakken en het gemak van handeling, geen retourverpakkingen. Multilaags verpakkingen zijn echter moeilijk te recyclen en verstoren tevens de recycling van andere plastic fracties doordat ze zich verdelen over meerdere gesorteerde fracties. Vanuit de wens op besparing van primaire grondstoffen, niet alleen van multilagen maar ook andere stromen plastics, is het essentieel dat het
recyclingsprobleem met multilagen wordt opgelost.
AMBITIE
De ambitie is een transitie naar volledige recycleerbare multilaags verpakkingen. PACK-CE zorgt voor het versnellen van gebruik van recycleerbare multilaags voedselverpakkingen ten behoeve van de transitie naar een circulaire economie door middel van kennisontwikkeling op gebied van (1) technologie, zowel nieuwe materialen als recyclingstechnieken, (2) duurzaamheid, en (3) nieuwe circulaire waardemodellen. PACK-CE zal de dialoog faciliteren met stakeholders in de hele keten voor gedragsverandering. Door middel van inbreng van casussen kan de beoogde versnelling worden gerealiseerd. Het project loopt tot 31 december 2019.
- Onderzoek -
PACK-CE moet multilaags plastic verpakkingen reduceren
Luiz Canalle Docent - Onderzoeker la.canalle@avans.nl
15
INSPIRATIESESSIE 100% BIOBASED
In de schitterende kapel van AKV St. Joost, bij Avans Hogeschool in Breda, vond op vrijdag 30 november de inspiratiesessie plaats van het Interreg project 100% Biobased: Puur Natuur (BB100). Meer dan 100 aanwezigen luisterden naar presentaties van onderzoekers en kunstenaars met één gemeenschappelijke deler: het verduurzamen van gebruik van kleuren in textiel en plastics. Lector Dorien Derksen, sprak over de aanleiding voor BB100 en het internationale consortium dat op dit moment het onderzoek aan het uitvoeren is.
Dorien Derksen, Lector Marine Biobased Specialties
Tussen de lezingen door gonsde het in de oude kloostergangen van activiteit, werden ervaringen van deelnemers uitgewisseld en lieten diverse bedrijven zien waar zij op dit moment mee bezig zijn in de transitie naar een duurzamer gebruik van grondstoffen. We kijken terug op een geslaagde en goed bezochte dag waar vele verbanden zijn gelegd tussen onderzoekers enerzijds en bedrijfsleven en kunstenaars anderzijds. Het project Puur Natuur: 100% Biobased wordt gefinancierd binnen het Interreg V programma Vlaanderen-Nederland, het grensoverschrijdend samenwerkingsprogramma met financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Meer info: grensregio.eu.
16
Douwe Frits Broens Projectleider BB100 df.broens@avans.nl
Een jaar geleden ontstond een onderzoeksvraag vanuit tomatentelers. CoE BBE werd benaderd met de vraag of enzymen uit het tomatenloof gebruikt konden worden om het drainwater (het te veel aan voedingswater dat niet door het gewas is opgenomen) uit de kas te ‘zuiveren‘. De teler zou op deze manier extra inkomsten kunnen genereren. Het onderzoeksproject is inmiddels voltooid en er zijn grote stappen gemaakt. Jan Wigmans, onderzoeker bij CoE BBE, is tevreden over de projectresultaten. De case: Tomatentelers gebruiken net als andere tuinders gewasbeschermingsmiddelen. Deze spoelen met het drainwater weg. De milieueisen voor deze middelen worden de komende jaren strenger en bovendien zoeken de telers steeds naar nieuwe mogelijkheden om geld te besparen en hun reststromen te verwaarden. En daar komt de vraag om de hoek: Kunnen we het ‘vervuilde’ gietwater zuiveren met tomatenloof? “Bepaalde soorten enzymen hebben namelijk de eigenschap dat ze gewasbeschermingsmiddelen kunnen afbreken. Vorig najaar hebben we het tomatenloof verzameld en met een speciaal ontwikkelde pers de enzymen geëxtraheerd. In het laboratorium zijn we aan de slag gegaan met verschillende proeven. Daaruit kwamen de volgende conclusies: Er zitten inderdaad werkzame enzymen in tomatenloofextract. En deze enzymen werken ook nog nadat ze voor een langere periode bewaard zijn geweest,” vertelt Jan Wigmans.
Oogst
Blending
Maar werkt het enzym in die mate zodat de teler het kan gebruiken voor de zuivering van drainwater? Dat laatste punt uit het onderzoek kon helaas niet worden aangetoond. “Omdat er nagenoeg geen verschil is in de mate van afbraak van de gewasbeschermingsmiddelen tussen het al dan niet toepassen van het tomatenloofextract.” De stabiliteit van het gewasbeschermingsmiddel lijkt hier een belangrijke rol in te spelen. Het project en het onderzoek zijn inmiddels afgerond maar het probleem is nog niet opgelost. “Er zijn voldoende vragen om een nieuw onderzoek te starten. Bijvoorbeeld of het enzym werkt bij stabielere gewasbeschermingsmiddelen en of er ook andere toepassingen zijn. Dan zouden we een nieuw project moeten opstarten. En die beslissing is nog niet gevallen.” De basis van het onderzoek was de studie die Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN) deed naar de marktinteresse voor eenvoudige enzymextracten uit glastuinbouwreststoffen. SIGN werkt samen met twee MKB partners, Duijvestijn Tomaten en Lans Zeeland. Samen benaderden zij CoE BBE.
- Onderzoek -
Enzym uit tomatenloof kan afvalwater kassen ‘zuiveren’
Jan Wigmans Onderzoeker j.wigmans@avans.nl
Extractie
Tomatenloof
Extract
17
GoChem! Na een lange aanloop is op 5 december het programma “Go Chem” gelanceerd. Het betreft een initiatief van de topsector Chemie om duurzaam en innovatief chemisch MKB te helpen door de verbinding met kennisinstellingen makkelijker te maken. Het programma is mede opgezet in samenwerking met het Landelijk Biobased Kennisnetwerk (Lectorenplatform Biobased Economy) en met het Domein Applied Science. Eind februari wordt een nieuwe KIEM-regeling gelanceerd, waarin MKB bedrijven zowel bij universiteiten als bij HBO onderzoek kunnen laten
uitvoeren naar duurzame chemische toepassingen. Chemie wordt breed opgevat: ook toeleveranciers, afnemers en toepassingen worden toegelaten. De komende vijf jaar wordt het programma nog verder opgetuigd, waarbij kan worden gedacht aan onderwijsinnovaties, RAAK projecten of nog grotere initiatieven. Douwe-Frits Broens zit in de programmaraad namens het LBKN en kan je hier meer over vertellen.
Douwe Frits Broens Portfoliomanager Business Support df.broens@avans.nl
Hoe waardevol is maaisel?
18
Jaarlijks komt er ruim 80.000 ton (droge stof) aan natuurgras vrij voor verwerking. Bij het beheer van graslanden door natuurorganisaties komen jaarlijks duizenden tonnen los maaisel vrij. Een deel van dit maaisel kan mogelijk op een nuttige manier worden toegepast. In het Interreg-project ‘GrasGoed – Natuurlijk Groen als Grondstof’ werken verschillende gebiedsbeheerders, bedrijven en kennisinstellingen samen om de resten van natuurbeheer een tweede leven te geven als brandstof, bodemverbeteraar, veevoer of vezels voor verpakkingsmateriaal.
typologie voor de verschillende soorten natuurgras. Dit geheel is in kaart gebracht:
Voor een aantal regio’s binnen Vlaanderen en Noord-Brabant die onder het beheer van GrasGoed partners vallen (Dommeldal en Vallei van de Zwarte Beek, Grenspark De Zoom - Kalmthoutse Heide en Altena-Biesbosch/Vlijmens Ven) is onderzoek gedaan naar de locatie waar de biomassa beschikbaar is, welke typen biomassa dat zijn én hoeveel van deze biomassa beschikbaar zou moeten zijn voor bewerking of verwerking. Dit is eenduidig onderzocht door toepassing van de Van Meerbeek
In Noord-Brabant komt er jaarlijks ca. 82.000 ton aan natuurgras vrij
>bekijk het resultaat Betreffende de hoeveelheden is de inventarisatie van de totale hoeveelheid natuurgras die beschikbaar is voor verwerking doorgetrokken voor Noord-Brabant en Vlaanderen. In Noord-Brabant komt er jaarlijks ca. 42.000 ton (droge stof ) aan natuurgras vrij voor verwerking, in Vlaanderen is dit ca. 40.000 ton (droge stof ) natuurgras en heide.
Naast een inventarisatie is er ook een economische analyse gedaan, er is een financieel model uitgewerkt dat het kosten en baten van de hele productie keten van natuurbeheerder, transporteur naar de verwerking tot een product in kaart brengt. Uit het model valt te leren dat te kleinschalig regionaal verwerken van het gras op korte afstand van de oogstlocatie
tot te hoge investeringslasten leidt, maar dat te grootschalige verwerking gezien het transport over grote afstanden tot hoge transportlasten leidt. Het financieel model is met name interessant voor natuurbeheerders en verwerkers van het gras. In het voorjaar wordt het model gepubliceerd! >bekijk het onderzoeksrapport
Alexander Compeer Onderzoeker ae.compeer@avans.nl
Of we het nu hebben over de impact van de opwarming van de aarde of de plastic soep beide zijn direct merkbaar voor de bezoekers op het strand. Juist deze bezoekers vormen een belangrijke inkomstenbron voor gemeente Veere. Stichting Strandexploitatie Veere (SSV) exploiteert, beheert en bewaakt de stranden in de gemeente Veere. Steevast scoren de stranden van Gemeente Veere hoog bij de verkiezing van schoonste strand van Nederland. Nu heeft SSV zichzelf de ambitie gesteld om ook de meest duurzame stranden van Nederland te realiseren. In november 2018 ondertekenden Stichting Strand Exploitatie Veere, Gemeente Veere en HZ University of Applied Sciences een convenant waarin vastgelegd werd dat ze gezamenlijk de stranden duurzaam gaan beheren en elkaar daarbij ondersteunen.
Biobased strandpaviloens
De SSV ziet kansen voor een brede verduurzaming van het strand. Denk hierbij aan het reduceren van de 347 ton afval die SSV op 28km strand jaarlijks verzamelt. Of het slimmer organiseren van het water van het sanitair door ook gebruik te maken van zeewater. Ook is er de ambitie om de terreinwagens van SSV CO2 neutraal te laten rijden. Tot slot zouden de gebouwen op het strand zoals het strandpaviljoens en –posten (inclusief sanitiair) ook duurzamer kunnen worden gebouwd. Op dit laatste vlak draagt CoE BBE kennis aan over biobased (en circulair) bouwen.
In een projectweek van de opleiding Bouwkunde aan de HZ University of Applied Sciences zijn 3e jaars studenten aan de slag gedaan met het verduurzamen van het hoofdkantoor van de SSV. Het hoofdkantoor van de SSV met bijbehorende loodsen in Westkapelle is toe aan renovatie of nieuwbouw. De SSV streeft hierbij naar een CO2 neutrale footprint.
- Onderzoek -
Verduurzaming Veerse stranden; van convenant tot advies
Advies studenten
Studenten kwamen tijdens de opdracht met verschillende adviezen. Zo zagen zij mogelijkheden om zonnepanelen te plaatsen op bestaande loodsen. De opgewekte energie kan worden gebruikt voor het opladen van de nog aan te schaffen elektrische terreinwagens. Daarnaast zou het gebruik van biobased materialen, zowel in het voorstel voor nieuwbouw als renovatie leiden tot een reductie van CO2 uitstoot. In dat geval zou in de spouw van de gevel biofoam worden toegepast, waaraan nog een isolatiemateriaal toegevoegd dient te worden om de eisen uit het Bouwbesluit voor thermische isolatie te realiseren. Studenten zagen hiervoor mogelijkheden voor het circulaire product Ecoglaswol wat kan worden gebruikt bij de isolatie van het dak. Tot slot adviseerden studenten over de toepassingen van duurzame installaties in het hoofdgebouw.
Han van Osch Portfoliomanager Onderwijs h.vanosch@avans.nl
19
BAC STAGIAIRES PRESENTEREN BIOBASED IDEEËN VOOR BERGEN OP ZOOM De gemeente Bergen op Zoom wil zich graag profileren als een duurzame gemeente met een biobased uitstraling. Zo is er een ecopassage over de A4, een biobased proeftuin in het stadspark , een inkoopbeleid gericht op biobased materialen en ze hadden een pop up store in het winkelgebied. Om goede biobased voorstellen te doen naar de gemeenteraad is de hulp van het BAC in geroepen. De stagiairs van het BAC gingen met de verschillende projecten aan de gang.
VEZEL PALLET Anna Berendsen (AKV, St. Joost, Beeldende Kunst) maakte een vezel pallet. “De gemeente vroeg om een biobased sculptuur van de ‘Zeeridder’. Ik heb geëxperimenteerd met verschillende materialen en vezels. Deze zijn op het pallet te vinden. Uiteindelijk is daar een voorstel uit gekomen. De gemeente wil hiervan een sculptuur aan de muur van het Markiezenhof laten maken. Mijn stage zit er nu op. Ik ga afstuderen, maar de gemeente was erg enthousiast,” zegt Anna. Als student Beeldende Kunst koos zij bewust voor een biobased stage. “Ik vroeg me tijdens mijn studie steeds af of het werk dat je maakt niet milieuvriendelijker kan. Met deze verdiepende stage heb ik mezelf daarin kunnen specialiseren,” aldus de studente. Commentaar van de gemeente: Jesse van Tetterode, Grote zeeridder: “Fantastisch vertaald”.
Anna
FIETSNIETJE Carmen van den Elsen (AKV, St. Joost, Grafisch Ontwerpen) heeft het project “fietsnietje” verder uitgewerkt. Een wens van de gemeente Bergen op Zoom is om het straatmeubilair zo veel als mogelijk biobased te laten zijn. Voordat Carmen aan de opdracht begon, was er al materiaalonderzoek gedaan. “Ik ben dus vanaf dat punt verder gegaan met een fabrikant (Velopa) en vanaf dat moment was het een heen en weer sturen van ontwerpen en aanpassingen. De versie die ik nu gemaakt heb is gemaakt van touw en versterkt met 50 % kunsthars. Dus niet 100% biobased. Maar dat heeft te maken met de stevigheid van de standaard,” zegt Carmen. Feed back van de VVV: “Deze fietsniet wil ik wel voor de VVV hebben”.
VASTENAVOND Daarnaast pakt Bergen op Zoom de problematiek op die er bij de bouwers van de carnavalswagens (Vastenavond in Bergen op Zoom) ligt. De bouwers gebruiken polyester en zware staalconstructies voor een relatief tijdelijk bouwsel. Het bouwen van carnavalsobjecten is een sterke sociale kracht in Bergen op Zoom. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen voor de huisvesting en dus ook de veiligheid van de bouwclubs. Met het oog op nieuwbouw willen ze het liefst minder geld uitgeven aan veilige voorzieningen om in polyester te bouwen en veel te lassen. Ze steken dat liever in het ontwikkelen van nieuwe praktische ideeën om gezond Biobased te gaan bouwen Carmen nam dit project voor haar rekening. Ze verzorgde een presentatie over welke alternatieven er zijn voor bouwen van een biobased carnavalswagen. De gemeente was erg te spreken over haar inspirerende presentatie. De gemeentevertegenwoordiger zei hierover: Dietmar Lemmens: “Voor het aanjagen van nieuwe ontwikkelingen is het BAC een hele goede”.
Carm
en
20
‘ZEERIDDER’
Auke - Business support -
Op het Markiezenhof in Bergen op Zoom staat een markante windvaan; de kleine ‘Zeeridder’. Bergen op Zoom zet deze Zeeridder op verschillende manieren in als een verbindend karakter voor verhalen en enthousiasmerende uitdagingen zoals de nieuwe Real Life Game De Schatten van de Zeeridder. Mbo stagiair Auke Prinsen (Radius College, Engineering) ging gepassioneerd aan de slag met een ontwerp om de Zeeridder als een opzet voor een potlood te maken. Hij maakte met behulp van de 3-D printer een aantal ontwerpen en presenteerde dat bij de gemeente. “Ik heb een aantal voorbeelden gemaakt en tijdens de presentatie moesten de mensen dat zelf in elkaar zetten. Ze waren erg enthousiast,” aldus Auke. Claartje Rijkers Kleine Zeeridder: “Ik vind hem geweldig”. Om de zeeridder in elkaar te zetten kwam er een handleiding die door stagiair Mark Quirijnen werd gemaakt. Hij studeert Mediavormgeving aan het Radius College (mbo) in Breda en maakte bij de ‘kleine Zeeridder’ een visuele handleiding. En zo hebben de stagiaires een belangrijke bijdrage geleverd aan de biobased plannen van de gemeente Bergen op Zoom en aan hun eigen ontwikkeling.
Heeft u ook een biobased uitdaging voor het BAC? Neem snel contact op! Huub Looze Docent hgj.looze@avans.nl Meer info: www.biopolymeer.nl
21
Biobased business Craze: duurzaam door biopolymeren Iedereen kent ze: spaaracties van supermarkten of benzinestations voor belevenissen, producten of speelgoed. In marketingtermen heten ze loyaliteitsprogramma’s en wereldwijd gaat er ontzettend veel in om. In geld, maar zeker ook in materialen en dus in grondstoffen. Het Bredase bedrijf Craze is een grote speler in loyaliteitsprogramma’s en in samenwerking met het Biopolymeer Applicatie Centrum (BAC) gaat zij voor een grootschalige duurzaamheidsslag op het gebied van grondstoffengebruik. Het toverwoord? Biopolymeren. We spraken Jeroen de Bruin, directeur van de business unit Kids Promotions bij Craze. Hij vertelt over de aanleiding van het onderzoek dat nu gedaan wordt: “Binnen onze business unit produceren wij per promotie miljoenen stuks ‘collectibles’. Meestal worden ze gemaakt van plastic en hoewel ze natuurlijk niet bedoeld zijn om weggegooid te worden, brengen we toch veel kleine plastic items in omloop. We willen kinderen op de korte termijn belonen met leuk en uniek speelgoed, maar we willen uiteraard niet dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid op de lange termijn, we willen graag stappen maken om de impact op het milieu te verminderen.”
“We willen kinderen op de korte termijn belonen met leuk en uniek speelgoed, maar we willen uiteraard niet dat dit ten koste gaat van de leefbaarheid op de lange termijn” KOEKENBAKKERS Het consumentenbewustzijn over duurzaamheidsvraagstukken neemt in snel tempo toe, onderschrijft ook De Bruin. Zo kan iedereen zich
22
nog wel de ophef herinneren over de hamsterbolletjes van Albert Heijn en nota bene één maand later de van synthetisch plastic gemaakte ‘Koekenbakkers’. De Bruin: “Consumenten weten inmiddels heel goed dat plastic schadelijk is voor het milieu en ze verzetten zich tegen verspilling. Het grote probleem is echter dat niemand nog in staat is om betaalbaar en snel grote oplages in bioplastic te produceren.”
EIGEN BIO COMPOUND “Onze opdracht nu bestaat uit twee delen. Op korte termijn willen we op basis van een bestaand biopolymeer direct aan de slag met de productie van onze collectibles en willen we in kaart brengen welke technische gevolgen dit heeft voor het productieproces. Op langere termijn willen we toe naar een eigen biopolymeer dat ook industrieel composteerbaar is”, schetst De Bruin. Craze hoopt uiteindelijk producten te kunnen maken die aan het einde van hun levensfase gewoon in de groenbak gegooid kunnen worden. “We waren ons aan het oriënteren op het gebied van bioplastic en zo kwamen we terecht bij het Bredase Centre of Expertise Biobased
Economy.” aldus De Bruin. “Na een eerste gesprek – waarin we direct veel tips en adviezen kregen – hebben we eigenlijk direct uitgesproken dat we samen op wilden trekken met het BAC. De kennis die wij zoeken is aanwezig en wij vinden het fijn dat we echt persoonlijk geadviseerd worden door mensen die begrijpen hoe onze productieprocessen werken.”
De samenwerking met het BAC heeft voor Craze al direct resultaat opgeleverd. “Wij zijn inmiddels al zo ver dat we al dit jaar in staat zullen zijn om in bioplastic te produceren.
Toekomstplannen Voor de nabije toekomst zijn er nog genoeg acties uit te voeren. Zo wil Craze ook een CO2 reductie realiseren in spaaracties waar consumenten kunnen sparen voor hoge kortingen op (A-merk) producten. De Bruin: “We denken dat we sommige plastics – in zowel de producten als de verpakkingen – redelijk eenvoudig kunnen vervangen door biopolymeren”.
- Business support -
We hebben met het BAC ons productieproces geoptimaliseerd en we hebben – rekening houdend met de technische beperkingen van biopolymeren – unieke premiums bedacht die wel goed, snel en betaalbaar te produceren zijn”. Dat produceren gebeurt ook nog eens in Nederland, zodat ook de CO2 uitstoot van het transport naar beneden gaat.
23
Biodegradable plastics… Wat is biologisch afbreekbaar, of biodegradable plastic? Is dat hetzelfde als composteerbaar? En betekent dit dat het bij het gft-afval in de groenbak mag? Of zelfs gewoon mag worden weggegooid in de natuur? De definitie van afbreekbaar is niet eenduidig’, zo stelde dagvoorzitter Douwe-Frits Broens van het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) al aan het begin van de bijeenkomst Biodegradable plastics… When and where? op 3 oktober op de Avans Hogeschool, in Breda. En dat zou blijken tijdens de discussie waarmee deze bijeenkomst, georganiseerd door het CoE BBE en BioBase4SME van start ging. Ruim vijftig deelnemers bezochten het event: een bont gezelschap van biopolymeer-producenten, verpakkingsleveranciers, afvalverwerkers, ambtenaren, kennisinstellingen en zelfs kunstenaars. Daarbij bleek dat de opvattingen over afbreekbaarheid botsten, maar ook de meningen en belangen van marktpartijen.
Regels en normen
Er is een Europese norm waarin is vastgelegd waaraan composteerbare producten moeten voldoen. Niet in alle landen wordt op een zelfde manier omgegaan met producten die aan deze norm voldoen. Het gevolg is dat regels verschillen per land. Soms zijn er zelfs regionale of lokale verschillen. Geen wonder dat het voor consumenten al helemaal niet meer duidelijk is waar ze aan toe zijn. Composteerbare plastic verpakkingen dragen namelijk uiteenlopende logo’s, zoals het Kiemplantje of OK Compost, die suggereren dat het product in de gft-bak mag. Dat is niet overal het geval omdat composteerbedrijven vrij zijn om te bepalen wat ze wel of niet in het GFT accepteren. Aaik Rodenburg van Rodenburg Biopolymers gaf aan dat het ook voor producenten nog niet zo gemakkelijk is om bio-afbreekbare producten precies zo te maken dat ze binnen een gewenste tijd afbreken. Het zal niemand verbazen dat een consument die zo’n logo tegenkomt, de gebruikte verpakking toch gewoon in de groenbak mikt. Tot ergernis van de afvalverwerkers. Femke Mackenzie, die de Vereniging van Afvalbedrijven vertegenwoordigt: ‘De vervuiling van gft is de afgelopen 20 jaar al opgelopen van 1% naar 5%. Omdat je geen plastic in de compost wilt hebben en je aan het plastic tussen het gft-afval niet zien of het om composteerbaar materiaal gaat, halen we al het plastic er dus uit en stoppen dat we in de verbrandingsoven. Compost moet nu eenmaal schoon zijn.’
24
Ook Jeroen van Schendel van Bio4Pack krijgt te maken met consumenten die het niet snappen. ‘We hebben chipszakken en hondenpoepzakjes gemaakt van afbreekbare plastics, maar kregen daarop als reactie dat mensen ze denken overal in de natuur te kunnen weggooien. Daarom mogen we van onze klanten niet meer op de producten zetten dat ze afbreekbaar zijn.’
Goed gevoel
Kim Richardson van ProQare Packaging maakt juist het tegendeel mee: ‘Onze klanten vragen ons om iets op de verpakking te zetten dat de eindgebruiker een goed gevoel geeft.’ Die eindklant is bereid om meer te betalen voor een product met een milieuvriendelijk imago. Of die milieuvriendelijkheid vervolgens ook wordt waargemaakt, is een ander verhaal. ‘Window dressing’, noemt Rob Daniels van Packaging Partners dat. ‘Maar klanten die onze verpakkingsmaterialen afnemen, weten onderhand ook niet meer aan welke trends ze moeten meedoen: mono-materialen, biodegradability, of weer iets anders?’
Gertjan Visse Projectleider BAC g.visse@avans.nl Meer info: www.biopolymeer.nl
- Business support -
… When and where?
Caroli Buitenhuis van Green Serendipity wijst erop dat de waarde van materialen niet alleen moet worden gemeten aan de afbreekbaarheid, maar ook in het feit dat ze zijn gemaakt van hernieuwbare (biobased) of gerecyclede grondstoffen waarin CO2 wordt vastgelegd. ‘De meerwaarde ligt soms aan het begin van de keten, niet pas bij end-of-life.’
Einde aan de verwarring
Aan het eind van de dag kon Karin Molenveld als Senior Scientist Biopolymers uit Wageningen een eind maken aan de spraakverwarring rondom de betekenis van verzamelbegrippen als biobased en biodegradable. Zo gaat het bij biobased plastics om polymeren die zijn gemaakt van natuurlijke grondstoffen (zetmeel, cellulose), door micro-organismen (bijvoorbeeld PHA), of uit biobased building blocks (zoals PLA). En afbreekbaar? Daarvan is alleen sprake als een plastic product volledig wordt omgezet in natuurlijke gassen, water en biomassa; er mogen geen plasticrestjes of andere stoffen achterblijven. Daarbij moet aangegeven worden onder welke omstandigheden en in welk tijdsbestek biologische afbraak plaatsvindt.
25
Biobased Economy – Green Chemistry
MOOC BIOBASED ECONOMY: GREEN CHEMISTRY MOOC – Massive Open Online Course START blabla
Launch date: February 11th 2019 - Subscribe now! Green chemistry, technology and environmental science Biobased topics
Self paced course
Bachelor level English course Online and flexible learning
1 European credit No costs For students, teachers and professionals
www.coebbe.nl Powered by:
De volgende BIOBASED update komt uit in mei 2019. Blijf tussentijds op de hoogte van onze activiteiten via de website. - CENTRE OF EXPERTISE BIOBASED ECONOMY -
26
WWW.COEBBE.NL
What will be your role in the transition to a biobased economy?