IS Magazine NCDO 6, 2010

Page 36

Daar voetBalserievoetBalserievoetBalserievoetBalserievoetBalse

rie

Zuid-Afrika beleeft het WK voetbal. Niet alleen de spelers en supporters droomden van successen. Ook voor de gewone Zuid-Afrikanen valt er wat te halen. Vanuit haar huis kan ze straks het gejoel tijdens de finale horen. De 37-jarige Sandra Mahabo uit Soweto woont tien minuten van Soccer City waar de strijd om de wereldcup wordt geleverd. Sandra ging tweeënhalf jaar lang iedere dag om half zeven ’s ochtends naar de voetbaltempel om mee te helpen met de bouw. Soccer City was een bestaand stadion dat verbouwd moest worden

Beeld Elles van Gelder

Elles trapt af met…

bouwvakker Sandra omdat het niet aan de eisen van Wereldvoetbalbond FIFA voldeed. Om het stadion is een soort schil gebouwd. Het bouwwerk lijkt nu op een kalebas of op een Afrikaanase pot. Ruim tienduizend Zuid-Afrikanen hielpen mee om Soccer City te vernieuwen. Veel van de arbeidskrachten kwamen net zoals Sandra uit de buurt. Sandra zet haar plastic veiligheidshelm recht. De alleenstaande moeder werkte eerst als koffiedame maar hielp daarna bij het gladstrijken van cement en het bouwen van schansen voor

voetgangers. Zo leerde ze vaardigheden die ze in de toekomst weer hoopt te kunnen gebruiken. De Zuid-Afrikaanse is trots op haar werk en heeft al kunnen genieten van een wedstrijd in ‘haar’ stadion. Alle bouwvakkers kregen twee gratis kaartjes voor de groepsfase van het WK. Sandra had gehoopt op tickets voor de openingswedstrijd zodat ze haar eigen team, Bafana Bafana, kon zien. Dat was de bouwvakkers in eerste instantie beloofd, zegt ze. Maar uiteindelijk keek ze vanaf een van de feloranje stoeltjes naar

Argentinië tegen Zuid-Korea. Thuis in township Soweto gaat ze de finale samen met haar twee zoons kijken op een nieuwe televisie die ze kocht van haar bouwvakkerssalaris. Nu het stadion in gebruik is, zit haar werk erop. ‘Jarenlang stond ik iedere dag vol goede moed vroeg op om naar mijn werk te gaan en nam ik maandelijks 350 euro mee naar huis. Nu zit ik thuis en moet ik weer een baan zoeken.” elles van gelder

voetBalserievoetBalserievoetBalserievoetBalserievoetBalserievoetBalserievoetBalserie

nigeriaBedrijFsleven

surinamekindermuseum

Fabriek komt naar boeren toe

Kindermuseum in plaats van buitenlandse reis

Rijdende fabriekjes die cassave verwerken tot meel. Volgens voormalig ontwikkelingswerker Peter Bolt zou de positie van Nigeriaanse boeren hierdoor sterk kunnen verbeteren. Bolt overtuigde investeerders die samen zes miljoen euro in zijn plan steken.

Villa Zapakara, het eerste kindermuseum in Suriname dat onlangs haar de deuren opende, is een groot succes. Duizenden scholieren hebben het museum, dat door de Nederlandse ambassade wordt ondersteund, inmiddels bezocht.

“Nigeria importeert jaarlijks een half miljoen ton zetmeel. Dat kan prima worden gewonnen uit cassave van de eigen grond”, meent Peter Bolt. “Maar dat gebeurt niet, omdat er geen cassaveverwerkende industrie is. Boeren verbouwen cassave alleen voor eigen gebruik.” Volgens Bolt moet ontwikkelingshulp gericht zijn op de boeren in het veld. De kleinschalige teelt maakt het moeilijk om een grote fabriek te bouwen voor het winnen van zetmeel uit de knollen. Bolt bedacht en patenteerde een manier om dat probleem op te lossen. “De traditionele landbouwmethoden kunnen met weinig moeite snel verbeterd worden. Dat biedt kansen om de boereninkomens te verhogen”, zegt Bolt. Hij brengt de fabriek in een zeecontainer op een vrachtwagen naar de boeren toe. De mobiele verwerker perst een deel van het water uit de knol en concentreert het zetmeel. De koek die overblijft, gaat met de vrachtwagen mee terug naar een centraal punt waar het zetmeel wordt gedroogd. Het meel wordt verkocht aan fabrikanten van bijvoorbeeld soep, bier en visvoer. Peter de Jaeger www.dadtco-cassava.com 36 juli 2010 IS

“Waar ligt Ghana?” vraagt Kwakoe aan de kinderen die op bezoek zijn in Villa Zapakara. Kwakoe heet in werkelijkheid anders. Maar vanmiddag staat alles in het teken van Ghana, waar kinderen genoemd worden naar de dag waarop ze geboren zijn. Kwakoe betekent woensdag. De kinderen worden het paleis van de Ashanti-koning binnengeleid. In fraaie, goudgeborduurde Afrikaanse kledij spelen ze na hoe de Ashanti-koning zijn onderkoningen

ontvangt. Trommels roffelen. “Tot en met december is deze museumtour volgeboekt”, zegt bedrijfsleider Dakaya Lenz trots. De afgelopen maand werd de 3500e scholier geteld. In de weekends komen kinderen met hun ouders. Het Amsterdamse Tropenkindermuseum leverde het concept, materiaal en boeken. Eerder liep deze tentoonstelling in Amsterdam. Het lesmateriaal is aangepast aan Suriname. Doel is om kinderen vertrouwd te maken met de hedendaagse cultuur in andere landen. Op 1 juli viert het museum Ketikoti: de afschaffing van de slavernij. Kinderen kunnen dan onder andere hoofddoeken, angisa, leren knopen. Slavinnen zonden via een bepaalde bindwijze van de hoofddoek geheime boodschappen uit. Ellen de Vries www.villazapakara.com

Aandeel Afrika

Journalist en Afrikakenner Roeland Muskens wordt durfkapitalist. In deze extra lange aflevering van zijn column introduceert hij een nieuwe investering, nu in een bedrijf in Burkina Faso, gespecialiseerd in zonne-energie.

Vorige maand vroeg ik u of ik zou moeten investeren in een Jatrophainitiatief in Ethiopië of een bedrijf uit Burkina Faso dat zonne-energie gebruikt om landbouwproducten te verwerken. Het is duidelijk dat het tweede bedrijf uw voorkeur heeft (en ook de mijne). Ik ben onmiddellijk afgereisd naar Ouagadougou om mijn investering te concretiseren.

Passie voor parabolen

van hoofdstad Ouagadougou. Een vijftal lassers en constructeurs zet in de werkplaats de ideeën van William om in constructies van ijzer, aluminium en glas. De zon die vrijwel iedere dag boven de Sahel brandt probeert William te bedwingen met enorme parabolen, bedekt met stukjes spiegelglas. Op dit moment zijn de lassers bezig een parabool van 32 vierkante meter te

P

roblemen bestaan niet voor William Ilboudo, directeur-eigenaar van het bedrijf Isomet in Burkuna Faso. Voor hem zijn er alleen mogelijkheden. Een gesprek met William levert een waterval van ideeën op die holderdebolder over elkaar heen tuimelen. Zo iemand moet ik hebben. Ik ben in Burkina Faso om opnieuw duizend euro te investeren in een Afrikaans bedrijf. Williams passie is zonneenergie.

Zwakte wordt kracht Het is moeilijk om niet meegevoerd te worden door het enthousiasme van William. “Afrika moet zijn zwakte tot kracht maken”, zegt hij. “Wat we hier in Burkina Faso volop

hebben, is zon: een onmetelijke energiebron en we doen er niks mee. Integendeel: een groot deel van ons inkomen besteden we aan olie die met tankwagens wordt aangevoerd uit het buitenland. Waanzin.” En daarom heeft William het bedrijf Isomet opgericht. Het hart van het bedrijf is een bescheiden werkplaats met een aangrenzend kantoorgebouwtje in een buitenwijk

maken – de grootste uit het assortiment van Isomet. Het is een ingewikkeld patroon van ijzeren buizen dat, als het klaar is, met een simpel handvat precies de juiste buiging kan krijgen om de 32 vierkante meter zonnestralen tot één enkel brandpunt samen te ballen. Proefopstelling Er is één probleem met de schotels van William: ze verkopen niet. Bedrijven vertrouwen eerder op westerse dieselmotoren en geïmporteerde benzine dan op de kracht van de zon en de installaties van William. Daarom heeft William besloten om zelf het goede voorbeeld te geven. “Als ik kan laten zien dat ik met zonne-energie een bedrijf succesvol kan maken, dan is dat de beste reclame voor mijn schotels.” En daarom is William in de karité gegaan. Karité-noten komen alleen in West-Afrika voor. De boter die uit deze noten wordt gewonnen, wordt gebruikt in de cosmetische industrie en in voedingsmiddelen. Het karité-seizoen begint in juli. Als William dit seizoen minimaal 500 kilo karitéboter weet te produceren, dan kan hij die tegen een goede prijs leveren aan het Duitse bedrijf Solarfood. Bij het dorpje Dabare, even buiten Ouagadougou heeft William een proefopstelling

neergezet. Twee parabolen van ieder 16m2, leveren energie om twee ovens te verhitten die de karité moeten drogen, koken en roosteren. William pocht: “De temperatuur in het brandpunt kan oplopen tot wel 1200 graden Celcius.” Om dat te bewijzen pakt William een stukje hout en houdt het in het brandpunt. Helaas is de zon vandaag niet sterk genoeg om het hout snel in de fik te steken. William raakt een beetje geïrriteerd (‘gisteren deed-ie het nog’) en het eindigt ermee dat hij zijn hand verbrandt: “Zie je wel hoe heet de zon is!” Ruimteschip Naast het karitéproject heeft William ook ideeën om andere producten – tomaten, mango’s – met behulp van zonne-energie te bewerken en te conserveren om ze vervolgens makkelijker te kunnen exporteren. Maar de vraag is natuurlijk of zijn initiatief wel levensvatbaar is. En of mijn duizend euro winst zal opleveren. Er zitten nogal wat haken en ogen aan. De grootste onzekere factor is of de dorpelingen de parabo-

len zien zitten. Zij moeten met de nieuwe techniek aan de slag. De mannen en vrouwen in Dabaré kijken naar de gevaartes alsof er een ruimteschip is geland. En hoe zeker is het dat William (nu en in de toekomst) de karité-boter kan verkopen? En zullen de parabolen vervolgens wel aftrek vinden? Is William eigenlijk wel ondernemer genoeg om het bedrijf van de grond te trekken? Of is hij toch meer een gekke uitvinder? Het zijn allemaal vragen die door mijn hoofd spoken wanneer ik William mijn duizend euro in handen stop. Wordt vervolgd roeland muskens

IS juli 2010 37


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.