Abruzzo: Centrale Appenijnen

Page 49

Abdij San Vincenzo al Volturno

Uomo Cervo

94

wintersport

cultuur en tradities

parken en reservaten

De abdij “ad fontes Vulturni” werd rondom 703 gesticht door drie monniken behorende tot de Langobardische adel: Paldo, Taso en Tommaso di Morienna. Op de plaats bestond al een klein oratorium gewijd aan S.Vincenzo dat tussen de Sannitische en Romeinse ruïnes gebouwd was. Binnen korte tijd groeide de Abdij uit tot een belangrijke kloosterstad met aanzienlijke afmetingen die in grootheid en landgoederen concurreerde met het nabijgelegen Montecassino. San Vincenzo al Volturno werd aan het begin van de 9de eeuw door Saracenen verwoest. De jarenlange opgravingen en gedeeltelijke openstelling van een aantal plaatsen voor het publiek maken het in delen mogelijk een idee te krijgen van de vroege middeleeuwse ruimtes. Diverse ruimtes van de abdij zijn versierd met zeer interessante fresco’s (zoals bijvoorbeeld de fresco’s in de crypte van Abt Epifanio). In Castelnuovo al Volturno, een dorpje in de buurt van Rocchetta dat op de rotsen gebouw is, wordt de laatste Carnavalszondag het Uomo Cervo ritueel, een fascinerende representatie van eeuwenoude symbolen en atmosferen, gehouden. Ten westen van Rocchetta ligt Scapoli. De naam van deze gemeente stamt waarschijnlijk af van “Scopulus”, d.i. rots of klif, of van “Scapulae”, d.i. schouder, berghelling. Het stadje, net als vele anderen stadjes in de omgeving, werd gesticht door de bouw van een plattelandshuis waar de landarbeiders in woonden die in de Abdij van San Vincenzo werkten. Het middeleeuwse stadje wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van het Palazzo Marchesale del Battiloro en heeft loodrechte muren die direct op de rots gebouwd zijn. Een groot deel van de weergang op de muren is nog altijd begaanbaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog liep de Gustavlijn dwars door het gebied van Scapoli. De Duitsers hadden de Gasutavlijn opgeworpen teneinde de voortgang van de Geallieerden naar Midden-Italië en Rome te onderbreken. De stichting van een deel van het Nationale Bevrijdingsleger in de buurt van Scapoli was van uiterst belang. Dit leger speelde een hoofdrol tijdens het bloedbad op de Monte Marrone (1805 m). Een aantal jaar geleden heeft men in het stadje een interessant en goed verzorgd museum geopend waar uitrustingen, wapens en voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog tentoongesteld zijn. Scapoli is met name beroemd om de productie van doedelzakken en in het

typische producten

sport

thermen en relax

stadje kunt u twee musea bezoeken die aan dit muziekinstrument gewijd zijn. Elk jaar wordt in het laatste weekend van juli in Scapoli het Festival Internazionale della Zampogna (internationaal doedelzakfestival) georganiseerd. Dit is zonder twijfel een van de grootste evenementen in Midden-Italië dat gewijd is aan etnische muziek en volkscultuur. Verder naar het zuiden ligt Colli a Volturno. Het stadje ligt op een hoogte van 385 meter en is ontstaan uit de samenvoeging van drie verschillende nederzettingen. Colli A Volturno werd in het Benedictijner tijdvlak gesticht. Het stadje wordt nu doorkruist door twee wegen die Isernia en Venafro met het gebied van Castel di SangroRoccaraso verbinden. Aangezien het stadje in een vanuit handelsoogpunt interessant gebied ligt zijn hier dienstverleningen en activiteiten aanwezig die in de omringende gemeenten niet voorzien zijn. Dankzij de aanwezigheid van de Volturno rivier is Colli een referentiepunt voor vissers en liefhebbers van de “Zeeforel” die sinds jaren in het koude water vlakbij de bron leeft. In zuidelijke richting langs de SS 158 ligt Filignano. Dit kleine stadje heeft sinds aantal jaar een voortreffelijke Golf Club. Het stadje zelf stamt uit de 11de eeuw terwijl in de omgeving en op de toppen rondom het stadje ruïnes en verdedigingswerken te vinden zijn die stammen uit het Sannitische en Langobardische tijdvlak. Filignano is een oase van rust in een uitstekend geconserveerde omgeving. Het gebied van de stad is de toegangspoort tot het Parco Nazionale d’Abruzzo Lazio e Molise voor de bezoekers die vanuit het zuiden aan komen rijden. De omgeving is heeft een rijkelijke vegetatie die met name in mei zeer intens groen gekleurd is. In de herfst wordt de biodiversiteit van de bossen aangetoond door de verschillende kleuren van de bladeren: de rode bladeren van esdoorns en kersenbomen, de gele bladeren van veldesdoorns en de donkerrode bladeren van wilde perenbomen. In de drie valleien in het gebied van Filignano liggen twaalf plattelandsdorpjes die nog altijd

bewoond zijn. Deze dorpjes zijn een eeuwenoud voorbeeld van de wijze waarop in de Mainarde en Alto Molise gewoond werd. Een groot aantal wegen en paden – een paradijs voor trekking- en fietsvakantieliefhebbers – zijn voorzien van de typische a secco muurtjes (zonder cement) en votieve constructies, voor het merendeel bestaande uit altaren met de heilige afbeeldingen op veelkleurige majolica die op dusdanige wijze aangebracht zijn dat ze de reiziger continu vergezellen. Ongeveer 25 kilometer naar het westen ligt Isernia, de tweede provinciehoofdstad van Molise. Isernia is zeer oud aangezien dit gebied al tijdens het Paleolithicum bewoond was, zoals ook aangetoond wordt door de vondsten die de verderop zullen behandelen. Isernia is een kleine stad in de heuvels waarvan het centrum, het oude Sannitische Aesernia, op een hoge rots gebouwd is. Het centrum stamt uit de 4de

Zampogna

MAINARDE

zomer bergsport

95


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.