procesfolio Andrea Koll

Page 1



3



5


vast op ben geabonneerd sinds toen), of vormelijke illusies als licht, zien, magie.

Gedachte die te mooi is

Beginnende in het derde jaar mochten we zelf ons thema kiezen . We mochten zelf kiezen rond welk woord we gingen werken. Doordat we met zo’n grote groep waren was de wijze tot beslissen niet zo eenvoudig. Iedereen ging rond de tafel zitten, schreef termen op (nadat lang gediscussieerd was over hoe we het nu juist gingen aanpakken) en 6 daar werden er een aantal uit gekozen. Die met de meeste stemmen won.. 2 woorden werden gekozen: Error en Illusie. De groep werd onderverdeeld in 2 groepen, je on zelf kiezen of je bij er-

ror of bij illusiz zat. Zoals duidelijk koos ik voor Illusie. Ik koos hiervoor omdat het me een boeiend gegeven leek om iets te doorbreken. Iets te contrasteren met iets anders, want tegenover iedere illusie staat natuurlijk de harde realiteit. Mijn onderzoek begon met een mindmap, alles waar ik opkwam als ik aan illusie dacht. Dit van de louter theoretische betekenis : illusie (-s mv) gedachte die te mooi is om reëel te zijn tot de spannendere betekenissen als “The Zeitgeist movement” ( waar ik nu trouwens per email

Psychologische illusies, illusies van het ego, van het geloof en van de samenleving. Kortom ik had een breed gamma aan mogelijkheden waar ik uit kon kiezen. In het groepswerk mochten we eerst algemeen info verzamelen, uiteraard gaat je interesse dan al wat meer naar het ene dan naar het andere. Dit werd gevolgd door een iets specifiekere zoektocht onderverdeeld onder kleinere groepn. Hierna ging ik dieper op gevonden onderwerpen in: onderwerpen als psychologie, zijn en liefde waren mijn eerste “terrein”. Daarna samenleving, wat is er waar en wat is er onwaar, mensen zoals Ghostwriters etc. Ik zocht in artikels naar illusies en dingen die ik alledaags tegenkwam. Tot ik op een evidentie botste ivm een boek dat ik aan het lezen was

Onderzoeksboek Andrea Koll.


over liefde. Mijn interesse lag hier al en het was evident hier dan ook mee verder te gaan. Mijn invulling van illusie is wat breder dan die van het woordenboek. Ik zie illusie in verschillende onderverdelingen, je hebt een eigen gecreeërde illusie, algemeen gecreeërde illusies en illusies die enkel jij ziet maar niet zelft creëert. Onder eigen gecreëerde illusies zie ik illusies als leugens, sprookjes of dingen waar je in WIL geloven. Algemeen gecreeërde illusies, hieronder valt het idee van Zeitgeist en van religie bijvoorbeeld. Voor de laatste spreek ik over ilusies zoals psychoses veroorzaakt door een mentale oorzaak, drugs of andere gelijksoortige dingen. Volgens de grote der internet, Wikipedia, is dit de basisbetekenis en onderverdeling van illusies: Een illusie is een schijnbare werkelijkheid of een onjuist idee van de werkelijkheid. Het beeld dat iemand van de werkelijkheid heeft is gebaseerd op diens waarnemingen via de zintuigen en verwerking van deze signalen in de hersenen. Illusies zijn dus gebaseerd op foutieve waarnemingen van reële externe prikkels. Natuurkundige effecten Een aantal illusies ontstaat door natuurkundige effecten. Bijvoorbeeld een luchtspiegeling(offata morgana) ontstaat door een temperatuurinversie in de lucht. De schijngestalten van de maan ontstaan doordat we vanaf de aarde meestal maar een deel van de door de zon verlichte zijde van de maan kunnen zien; de rest is donker.Door het Dopplereffect verandert de toonhoogte van het geluid van een voorbijkomende geluidsbron vanwege nadering of verwijdering t.o.v. de waarnemer. Zinsbegoocheling Van de verschillende mogelijkheden om zintuigen te misleiden zijn visuele illusies het best bekend. Goochelaars en illusionisten brengen schijnbaar onmogelijke dingen tot stand. Vaak leiden zij de aandacht van de toeschouwers af, om waarneming van de werkelijke activiteiten te voorkomen. Gezichtsbedrog ontstaat veelal als gevolg van beperkingen van het oog als zintuig. Een tl-buis lijkt continu licht uit te stralen, terwijl deze in werkelijkheid met hoge frequentie flikkert. Een film lijkt een continue verandering van beeld te geven, terwijl het in werkelijkheid een snelle opeenvolging van afzonderlijke beelden is. Bij gebrek aan voldoende referentie punten (bijvoorbeeld in een donkere kamer) kan een autokinetisch effect veroorzaken dat de illusie wekt van bewegende objecten die eigenlijk stil staan. Het zien van sterretjes bij een klap op het oog wordt veroorzaakt doordat de oogzenuw wordt gestimuleerd, maar niet door een lichtsignaal. De hersenen inter-

preteren elk signaal uit de oogzenuw als visueel, ook als de stimulatie van de zenuw niet door licht wordt veroorzaakt. Ook apparaten kunnen aan optische illusies lijden: op analoge televisies lijkt het alsof streepjespakken alle kleuren van de regenboog hebben. Dit verschijnsel wordt interferentie genoemd. Cameramensen leren hier rekening mee te houden. Ook andere zintuigen zijn voor de gek te houden. Een voorbeeld van een akoestische illusie wordt gevormd door de Shepardtonen, die een eindeloos stijgende toonhoogte lijken te geven. Hallucinaties en dromen Illusies kunnen niet bestaan zonder zintuiglijke waarneming, ze zijn een foutieve interpretatie ervan. Dromen en hallucinaties zijn waarnemingen zonder dat er een externe prikkel aan ten grondslag ligt. Ze zijn slechts schijnbaar afkomstig van een zintuig. Ook drugs kunnen hallucinaties veroorzaken. Een droom is feitelijk een soort verwerking van visuele beelden door de hersenen tijdens de rustperiode wanneer men slaapt.

Een beeld van de werkelijkheid Filosofisch: Strikt gezien is datgene wat als de werkelijkheid wordt beschouwd slechts een beeld van de werkelijkheid. Er bestaat een filosofische opvatting, het solipsisme, die ervan uitgaat dat alleen de waarnemer bestaat, en dat alle waarnemingen zich uitsluitend in de waarnemer voltrekken.Meestal gaat men er echter van uit dat er zich buiten de waarnemer ook een werkelijkheid bevindt. Er zijn verschillende uitgangspunten om die werkelijkheid te beschouwen, twee belangrijke daarvan zijn wetenschap en religie. Volgens sommigen, met name aanhangers van het Kantianisme, kan het belangsrijkste derde uitgangspunt, de filosofie, slechts de uitgangspunten van de andere twee bespiegelen in respectievelijk de wetenschapsfilosofie en de godsdienstfilosofie; volgens anderen is het een aparte kenmethode van de werkelijkheid.De Boeddha beschouwde het idee van ‘zelf’ (ik, mijn, mijn zelf) als een illusie. In werkelijk is de wereld volgens de Boeddha anatta (niet-zelf, zonder zelf).

7


8

In ons gemeenschappelijk onderzoek naar illusie vertrokken we vanuit een “hoop” gezochte afbeeldingen naar een structuur binnen die afbeeldingen. We creëerden een grote mindmap die illusie onderverdeelde in zijn voor ons belangrijkste thema’s. Die thema’s verdeelden we dan weer onderling naar interesse om binnen te onderzoeken. Vanaf hier gingen we vrijwel onze eigen weg in een gekozen onderwerp.


9


10

In mijn onderzoek naar illusie kwam ik op vele verschillende onderwerpen maar in ‘mijn privé leven’ was ik al een boek aan het lezen “ Het Romantisch misverstand” door Jan Drost. En gezien die opvallende interesse leek het me niet anders dan logisch om dit door te trekken naar mijn schoolwerk. De illusie van de liefde, de illusie van de romantiek, van de sprookjes en misschien wel van eigen relaties. Binnen dit onderwerp stuitte ik op allemaal ideëen en visies die ontkracht of bevestigt werden. Jan drost begint zijn boek over hoe hij niet tegen de liefde is maar tegen de romantiek. Alle vormen van romantiek die vijandig staan tegenover het leven. Hij beschrijft het als “ontstellend” op hoeveel manieren wij ernaast kunnen zitten als wij het over liefde hebben. We blijven hopen op “dromen”. Als er ergens hoop,verwachtingen en idealen zijn, dan is het in liefde. En als er ergens wanhoop, ellende en misverstanden zijn, dan is het ook in de liefde. Is dat wat liefde is ? Een levenslange aaneenschakeling van teleurstellingen? Daar kan het op uitlopen. Maar dat is niet ons lot, het is niet het enig mogelijke. Liefdesrelaties zijn te beschouwen als een samengebalde, verhevigde, intense vorm van leven. Alle geluk en ongeluk, vragen en problemen van het leven komen in een of andere vorm te

Onderzoeksboek Andrea Koll.


rug in liefdesrelaties. In zekere zin gaat liefde over alles: het hele leven komt erbij kijken. Kan ik mij hiermee bezighouden omdat ik vrij ben van romantische idealen? Of niet zelf onderhevig ben aan de idealistische dromen van de romantiek? Integendeel.

“Je kunt niet rond liefde werken als liefde je niets doet.”

Als liefde en romantiek en hun ondelinge vijandigheid mij niet persoonlijk aangingen, zou het denken, schrijven en werken hierover voor mij een puur theoretisch exercitie zijn, een bespreking van iets wat mij niet verder aangaat. En dat is iets wat dit onderwerp niet toestaat. Je kunt niet rond liefde werken als liefde je niets doet. Je kunt niet over romantische misverstanden denken als ze je niet raken. Ik ben vol van romantiek, ik stroom er zelfs bijna letterlijk van over. Door er nu rond te werken leer ik bij, andere ideeën, dingen die nieuw zijn waardoor ik anders naar de liefde ga kijken en denken Dit hoofdstuk gaat over een leef-,leesen leerervaring. We hebben allemaal ideeën in ons hoofd die daar op allerlei manieren werkzaam zijn en ons beinvloeden, zowel ten goede als ten kwade. Hierover nadenken kan ons vrijer maken. Wij zijn tot meer in staat dan we denken. Wij zijn vrijer dan we denken. En ons denken kan onze liefde een goede dienst bewijzen. En dat is nodig want liefde is kwetsbaar, en ik ben ervna overtuigd dat onnodig veel liefde verloren gaat. In dit thema over liefde, sluit ik niemand uit, man noch vrouw, hetero noch homo. Als ‘hij’ gebruikt wordt moet er eigenlijk ook meteen ‘of zij’ aan toegevoegd worden. Een bekende romantische overtuiging luidt dat je over liefde niet hoort na te denken. Liefde is voelen. Het moment dat je over liefde beint na te denken, is het begin van het einde, het teken dat er iets mis is. Als dit waar is, dan zijn liefde en filosofie elkaars tegenpolen. In de filosofie wordt nagedacht. Als je filosofeert gebruik je je redelijke vermogens zo goed je kunt. Dus wil je een gelukkige liefde beleven, houd je

dan verre van filosofie en filosoferen. Wanneer je iemand zou vragen liefde te tekenen, grote kans dat het een hart wordt, een mooi rood hart, symbool van warmbloedig gevoel (en van het naar elkaar toe te nijgen, zullen sommigen daar wellicht nog beelden aan toevoegen). En denken, hoe zou iemand dat tekenen? Waarschijnlijk met grijs, een bloedeloze amorfe homp hersenen waar minstens even grijze en bloedeloze gedachten in elkaar worden geknutseld. Een bloedrood hart en een koude grijze brij: zie die maar eens rijmen. Veel mensen vatten denken op als een teken van twijfel. Twijfel duidt zogezegd op onzekerheid. De twee dingen die wij niet willen als het komt op de liefde. In de liefde verwachten wij spontaniteit, onnadenkendheid, zonder erbij stil te staan.

“Een bloedrood hart en een koude grijze brij: zie die maar eens rijmen.”

“Weet je wat jij moet doen? Je moet je gevoel volgen. Volg je gevoel en alles zal goed komen.”*Viiral het ‘gewoon” is misleidend. Hoezo ‘gewoon’ je gevoel volgen? Het klinkt eenvoudig. En dat is denk ik ook de reden dat wij het onszelf en anderen graag wijsmaken, het maakt het leven eenvoudig - maar die eenvoud is bedrieglijk, verradelijk zelfs. Als ik ook maar even een blik in mijn binnenste werp, tref ik daar algauw meer dan één gevoel aan. Welk gevoel moet ik dan zogenaamd volgen?

11


12

Wat er gebeurt, is dat verliefden in hun roes allerlei dingen op elkaar gaan projecteren. Dat mooie suikerspinomhulsel verdwijnt onherroepelijk als je elkaar beter leert kennen. Voor Nietzsche was dat een aanleiding om te beweren dat liefde gedoemd is om te mislukken. In zijn visie is liefde een soort doekje voor het bloeden. Als de passie vorbij is zullen we het maar liefde noemen. Mensen willen heel graag blijven geloven in de erotische mythe zoals die ons wordt voortgeschoteld in songs, romas. Hollywood en Bollywoord. Een mythe die voorschrijft dat liefde intiem en passioneel is, met absolute toewijding

Jean-Pierre Van de Ven over zijn nieuw boek “Geluk in de liefde�.

Onderzoeksboek Andrea Koll

Poppen als kinderen uit Goedele.


13

Breakfast at Tiffany’s.

Een van de grootste misverstandenproducers op aarde is Hollywood. Daar worden aan de lopende band misverstanden gecreeerd en op ons afgezonden. We worden er bijna letterlijk onder bedolven. Romantische film na romantische film na romantische film fladdert ons in het gezicht en achterovergedrukt in onze bioscoopstoelen laten wij ze die op ons in-en in ons doorwerken. Als je goed naar deze verhalen kijkt en probeert het beeld van liefde dat zij weergeven eruit te destilleren? Dan zie je over het algemeen liefdesverhalen die eindigen bij het begin,dat wil zeggen bij het gelukkige begin, dat het happy end wordt genoemd. Opvallend veel romantische verhalen eindigen waar liefde begint, precies daar dus aar het interessant zou kunnen worden voor hen die waarde hechten aan een lange liefde, die beseffen dat liefde zoiets niet altijd vanzelf gaat, die vermoeden dat er dingen zullen zijn die vreselijk fout kunnen doen en dingen die zij kunnen leren of zelfs moeten leren, wil liefde met hen erbij een kans van slagen hebben.

Breakfast at Tiffany’s.

Onderzoeksboek Andrea Koll


14

Made by Andrea Koll.


15


16

“Volmaakte bollen die wij waren , werden wij in twee helften gespleten. Op twee benen moesten wij ons in het vervolg zien te redden. Toen het oorspronkelijke lichaam dus doormidden was gesneden, verlangde elke helft wanhopig terug naar de andere helft, en zij zochten elkaar op. Dan sloeen ze de armen om elkaar heen en grepen elkaar beet in hun verlangen om tot een eenheid te groeien. Het probleem alleen was dat we niet meer loslieten. We weigerden ook maar iets zonder elkaar te doen, en zo stierf de een na de ander van de honger.�


17

Quote Aristoteles: Made by Andrea Koll


18


19

Charizesthai erastaĂŽs : made by Andrea Koll


20

Made by Andrea Koll.


21

MEDEA, DE MYTHE? Naast de “romantische’ liefde zijn er ook andere soorten liefde , en ook naar deze verschillende ‘liefdes’ heb ik onderzoek gedaan. Over de moederliefde weten we allemaal dat het nooit alleen maar liefde is. Elke moeder voelt liefde voor haar kind, maar ook afwijzing. Soms wint de afwijzing het van de liefde en dan komen we bij die tragische gevallen van kindermoord die we door hun verontrustende regelmaat niet meer kunnen verbannen naar de psychiatrische afdeling om ze daar in een zuivere vorm van verdringing onschadelijk te maken. Ambivalentie is kenmerkend voor het moedergevoel, maar door onze angst om iets aan te raken wat tot de sfeer van het heilige behoort, kunnnen we deze niet herkennen. In de vrouw strijden inderdaad, veel duidelijker dwan in de man, twee tegengestelde subjectiviteiten waarvan de ene bestaat ten koste van de andere: één subjectiviteit die ‘ik’ zegt en een andere die de vrouw laat voelen dat ‘ze de hoedster van de soort’ is. Het conflict tussen deze twee subjectiviteiten ligt aan de basis van de moederliefde, maar ook van de moederlijke haar. Het kind, elk kind, leeft en voedt zich immers met het offer van de moeder: het offer van haar tijd, van haar lichaam, van haar ruimte, van haar slaap, van haar relatie, van haar werk, van haar carière, van haar affecties en ook het offer van haar andere liefdes dan die voor haar kind.


Made by Andrea Koll.



Conceived in New Jersey, born and raised in Portugal, I’m a cool kid, freelance graphic designer, illustrator and creative based in Porto, Portugal and willing to relocate. I am a natural born agent provocateur and, sometimes, I write stuff about things. I’ve studied in a religious college and grew up listening to Black Flag, so I turned out to be a rough mix between Jesus Christ and punk-rock. I might seem rude at first sight but I’m just a passionate kid doing what I think I should. Amazingly rough, sweet as bananas.

WASTED RITA Wasted Rita is Rita Gomes. A freelance graphic designer, illustrator and creative. Full-time agent provocateur and a part-time neologist. Based in Porto, Portugal

I’m a rude mix of punk-rock and Jesus Christ. illustrator. I don’t boot lick. I say things that normally people keep to themselves. I’m a bit anti-social. But I am passionate about everything. I am a natural born agent provocateur. But I’m a sucker for love and honesty. Amazingly rough. And sweet as bananas. How did you first get into illustration? I’ve always been interested in drawing, since I was a little kid, but my love and interest for illustration started only two years ago. I was watching a football match - boring one - and I decided to distract myself by doodling a bit on my sketchbook. That was the first time I draw a bunch of weird kids wearing punk-rock t-shirts. I, immediately, fell in love with it and never stopped. How would you best describe your style of illustration? Not knowing how to draw, but doing it anyway + teenage angst + having fun + sarcasm + no worries + making mistakes. What style music do you mostly listen to when you work? All the pictures on this and the I’m a sucker for punk-rock. And TLC. next page are made by Wasted Do you have any advice for aspiring Rita. illustrators? Be yourselves. Set yours goals. When illustrating, do you sometimes get blocked for ideas? If so, Be persistent. Stop whining. how do you overcome that? Start doing. Remember nobody It happens, sometimes. Rarely. Thank god. But I’m still figuring out how said it would be easy. Be persisto fight it back. Sometimes I start working in other projects and leave that tent. Never stop learning and one behind. Sometimes I just go to sleep. Sometimes I go for a walk. Someimproving. Be stoked. Be pastimes I drink coffee. Sometimes I watch some Seinfeld episodes. Other sionate. Be authentic. And be times I do brainstorming, lists - I’m a list addict - and some sketches. persistent. What style music do you mostly listen to when you work? I’m a sucker for punk-rock. And TLC. What would be your ultimate goal as an illustrator? To take over the world, just like Pinky and the Brain.


25


26


27


28

Al die interesse in liefde, affectie, naastenliefde kent natuurlijk zijn oorsprong ergens. Hoe men opgroeit bepaalt deels hoe men naar dingen kijkt. Ik zeg niet dat in mijn opgroeien allemaal rozengeur en manenschijn was maar daarom juist mijn nieuwsgierigheid naar hoe je kan denken over die banden die je hebt met mensen om je heen. Je groeit op in een groep, al is het een groep van 2 of van 10. Je bent niet alleen en vandaar mijn nieuwsgierigheid naar uit wat die banden bestaan en waarom zelfs.


29

Foto van mezelf, mijn moeder en mijn broer.


30


31



33


sociologen, evolutionair biologen, experimentele economen, speltheoretici en ethologen. Terwijl ideeën over altruïsme van een vakgebied invloed kunnen hebben op de andere vakgebieden, hebben de verschillende methoden en doelen van deze vakgebieden geleid tot verschillende zienswijzen m.b.t. altruïsme. De bijenwerkster, een voorbeeld van altruïsme binnen het dierenrijk

Altruïsme of onbaatzuchtigheid is een handeling, een gewoonte of een ethische doctrine. Het woord is voor het eerst 34 gevormd in 1851 door de filosoof Auguste Comte (1798 - 1857), afgeleid van het Latijnse woord “alter” (een ander) in de betekenis van onbaatzuchtig in tegenstelling tot het veel oudere woord egoïsme.Altruïsme kan worden toegepast in de volgende vormen: Anderen behulpzaam zijn met geen of nauwelijks eigenbelang (de informele definitie). Dit is verschillend van elkaar behulpzaam zijn, aangezien dat vaak gepaard gaat met eigenbelang. Acties die anderen op een netto basis helpen met een positief of neutraal effect op degene die de actie onderneemt ongeacht iemands persoonlijke filosofie,

motivatie of de oorzaak van zijn acties. Dit type altruïstisch gedrag wordt in de ecologie vaak aangeduid als “commensalisme”.

Nauwelijks eigenbelang Een ethische doctrine die vindt dat individuen een morele plicht hebben elkaar te helpen, indien noodzakelijk tot de uitsluiting van diens eigen interesses of voordelen. Iemand die een dergelijke doctrine aanhangt staat bekend als een “altruïst”. Dit concept heeft een lange geschiedenis in het filosofische en ethische gedachtegoed en is sinds de jaren 70 een thema geworden voor psychologen,

Altruïsme bij dieren Altruïsme is niet een puur menselijke eigenschap, maar wordt ook vaak aangetroffen bij dieren en met name dieren die in sociale groepen leven. Hier kan het vormen aannemen als: voedsel delen met soortgenoten of samenwerken om een beloning te krijgen. Men spreekt ook wel van prosociaal gedrag. Aziatische olifanten (Elephas maximus) werken bijvoorbeeld samen in de vorm van samen aan een touw trekken voor beloning. Bij chimpanzees (Pan troglodytes) lijkt onbaatzuchtig gedrag zoals delen van voedsel minder vanzelfsprekend, en afhankelijk van de houding van de ontvangende partner Wanneer dieren altruïstisch gedrag vertonen zal het altijd indirect ook voordeel opleveren voor zichzelf, hetzij door later iets terug te krijgen van degene waartegen hij altruïstisch gedrag heeft vertoond (reciproque altruïsme), hetzij door een voordeel te creëren voor naaste familieleden die genetisch verwant zijn. Een voorbeeld van deze tweede vorm is bijvoorbeeld te vinden bij bijen waarbij


de werksters al hun energie geven voor hun naaste familieleden zonder zelf nakomelingen te kunnen krijgen. Eigenschappen van dieren die leiden tot handelingen die enkel nadelig zijn voor dat dier zullen uiteindelijk uitgeselecteerd worden en komen dus ook niet voor in het dierenrijk. Uitzondering hierop is de mens waarbij individuen altruïstisch gedrag kunnen vertonen voor een hoger doel. Mogelijk is de oorzaak van dit altruïstische gedrag niet genetisch (zoals dat bij dieren het geval is, waarbij nadelig gedrag uitgeselecteerd wordt), maar sociaal. Binnen de sociobiologie en evolutiebiologie wordt een levendige discussie gevoerd over de vraag wat de biologische wortels zijn van altruïstisch gedrag bij dieren en mensen. Voorbeelden zijn: werkbijen binnen een bijenkolonie, olifanten die zorgen voor de jongen van soortgenoten en vogels die andere vogels waarschuwen als er gevaar dreigt met gevaar voor eigen leven. Een kernbegrip in de evolutietheorie is het begrip fitness: het krijgen van meer nakomelingen van individuen die beter zijn aangepast aan een bepaald milieu.

Altruisme en evolutie Altruïsme gaat echter gepaard met zelfopoffering en dit laatste lijkt in tegenspraak met het eigen voortbestaan, omdat in feite de genen van de anderen worden geholpen. Een bijzonder vorm van altruïsme bij dieren is eusocialiteit.Eusocialiteit is gedrag dat vooral optreedt in insectenkolonies waarbij er sprake is van vruchtbare en onvruchtbare kasten en een koningin. Bijvoorbeeld in bijenkolonies helpen onvruchtbare werksterbijen de koninginbij om veel eieren te leggen, in plaats van zelf kinderen te krijgen. Eusocialiteit en inclusieve fitness. In een kolonie insecten of in een groep zoogdieren blijken sommige individuen vooral soortgenoten met dezelfde genetische eigenschappen te helpen met voortbestaan en reproductie. Dit principe noemt men ook wel verwantschapsselectie (engels: kin selection): het

bevoordelen van nauwe verwanten ten opzichte van niet-verwanten. Soms gaat dit gedrag zelfs ten koste van de eigen overleving en/of reproductie. Omdat de bloedverwanten dragers zijn van dezelfde genen, bevoordeelt de ‘altruïst’ weliswaar andermans genen, maar daarmee indirect ook weer zichzelf. De theorie die hierop is gebaseerd wordt ook wel inclusieve fitness genoemd; de som van directe fitness (bevorderen van eigen genen) en indirecte fitness (bevorderen van genen van bloedverwanten). Volgens deze theorie is verwantschap tussen individuen een voorwaarde voor altruïsme en eusocialiteit. Over het onderwerp altruïsme las ik het boek van Frans de Waal “Een tijd voor Empathie.” Hierin gebruikt hij allerlei voorbeelden uit wetenschappelijk onderzoek, van zichzelf en anderen. Hij maakt hier links tussen dieren en mensen.

35


36


Verschillende afbeeldingen ter inspiratie bij het onderwerp Altruisme. www.ffffound.com

37


38


Samen hipsters Together De moordenaar onder ons Fotograaf:.. Let down your hair Vincent Gallo All found at www.ffffound.com

39


HOMO HOMINI

Made by Andrea Koll. Troost & hondachtigen: heel wat na een gevecht gedrogen. Belgische bioloonderzoek werd verricht binenn het gen observeerden bijna tweeduizend spononderwerp. Het eerste vond onbedoeld plaats toen de Amerikaanse tane gevechten tussen honden die dadelipsychologe Carolyn Zahn-Waxler jks mochten loslopen op een grasverd. Na probeerde te bepalen op welke leefti- een afressieve uitbarsting kwamen honden jd kinderen gezinsleden gingen troos- die in de buurt waren naar een van de ten die waren geïnstrueerd om te vechtende dieren toe-meestal de verliezersnikken of ‘au’ te zeggen. Het bleek en likten en besnuffelden hem, bleven bij dat kinderen daar al op de leeftijd hem zitten of speelden met hem. Dit had van een jaar mee beginnen, lang een kalmerende uitwerking op de groep, voordat de taal in hun reacties een die algauw zijn gebruikelijke activiteiten grote rol speelt. Bij hetzelfde onder- hervatte. 40 zoek ontdekten de onderzoekers bij Waarschijnlijk gedraagt de voorouder van toeval dat huisdieren vergelijkbaar de hond, de wolf zich net zo. Als ‘de mens reageren. De huisdieren leken door voor zijn medemens een wolf is’ ,zoals de zogenaamd verdrietige gezin- Thomas Hobbes graag zei, moeten we dan sleden net zo van hun stuk gebracht ook zo ruim mogelijk opvatten met inbete zijn als de kinderen, bleven bij hen grip van de neiging om jankende slachtofin de buurt en legden ogenschijnlijk fers te troosten. zeer bezorgd hun kop bij hen in de schoot. Maar gedragen huisdieren zich mischien alleen zo bij mensendie hun te eten geven en zeggen wat ze moeten doen-, maar niet bij elkaar? Deze vraag werd beantwoord in een onderzoek dat was gemodelleerd naar observaties aan primaten door vast te stellen hoe honden zich


41


42


43


44

ABRAHAM

LINCOLN Made by Andrea Koll.

Op een dag terwijl President Lincoln op weg was naar “the Congress”, zag hij een hulpeloos varken dat vast zat in de moder. Hij voelde medelijden voor het dier en vroeg zich af hoe hij zich zou voelen in de plek van het varken. Hij besloot om het varken te helpen. Hij beval zijn chauffeur het vaartuig te stoppen, zodat hij het varken uit de modder kon trekken. De chauffeur stopte het vaartuig en President Lincoln stapte uit. De chauffeur zei tegen de President “Wacht, ik zal hem er uit halen. Zodat uw kleding niet vuil wordt.” The president reageerde “Mijn kleren maken mij niet uit, het leven van het varken is veel belangrijker.” De chauffeur zei “Wacht alsjeblieft, ik zal proberen en als het mislukt zal ik jouw hulp vragen.” De chauffeur deed hard zijn best maar hij kreeg het varken niet uit de modder. Dus hielp de president de chauffeur met het varken. Terwijl hij dat deed werden zijn kleren erg vuil. De chauffeur bood aan om hem naar huis te brengen zodat hij van outfit kon veranderen. De president wou niet te laat zijn voor “the Congress” dus hij vroeg de chauffeur hem gewoon verder te brengen naar daar.


45


46

DE ZELFBEWUSTE EKSTER

Als eksters voor een spiegel worden gezet, proberen ze een kleine, kleurige sticker die eerder tegen hun borstveren is geplakt te verwijderen. Ze blijven net zolang met hun pootje krabben tot de markering weg is, maar een zwarte markering laten ze met rust- waarschijnlijk omdat die niet tegen hun zwarte borst afsteekt. Ook krabben ze niet als er geen spiegel is waar ze zichzelf in kunnen zien. De video-opnamen van Helmut Prior en zijn Duitse collega’s zijn heel fascinerend.Tegenwoordig worden eksters afgeschilderd als moordlustige rovers die de nesten van ontschuldige zangvogels plunderen. Hoe dan ook, ze worden verfoeid als een stelletje zwart-witte gangsters. Maar niemand heeft ooit een ekster voor dom uitgescholden. Voor mij is de grote vraag of zijn zelfherkenning de gezamelijke opkomst hypothese ondersteunt of ondermijnt. Vooralsnog denk ik het eerste. Het vermogen tot perspectiefname kan voor een soort die de nesten van anderen plundert en mensen besteelt van cruciaal belang zijn. Dit vermogen is misschien nog belangrijker met betrekking tot de eigen soort. Eksters verstoppen voedsel, net als gaaien stelen ze ongetwijfeld van elkaar. Daarom is het vereist dat je in de gaten houdt of iemand je gezien heeft, want als een andere vogel weet waar jij je voedsel hebt verstopt, zal het hoogwaarschijnlijk verdwijnen.

Made by Andrea Koll.


47


de sociale netwerken natuurlijk) kon de booschap geweldig worden overgedragen. Ik ben vertrokken van het design manifesto van 1964 en heb dan dat wat opnieuw hernomen is in 2000 ook gevonden. Hier die van 2000:

48

Na al mijn onderzoek naar liefde en altruisme ging ik op zoek naar banden met het grafisch ontwerp. Hoe beïnvloedt dit denken mij in grafisch ontwerp? Hoe kan dit mij beïnvloeden? En zijn er voor mij die met eenzelfde ideëengoed zitten? Blijkbaar wel. Er is een stroming aan de gang van mensne die geloven dat wij als designer meer zijn dan gewoon makers van mooie prentjes. Wij verspreiden een boodschap en de manier waarop die boodschap wordt verspreid bepaald hoe mensen deze opnemen. Neem nu recent het filmpje over Joseph Kony. Dankzij de video die op een consistente, inhoudstrouwe manier werd vormgegeven ( en

When Ken Garland published his First Things First manifesto in London thirtyfive years ago, he threw down a challenge to graphic designers and other visual communicators that refuses to go away. As the century ends, this brief message, dashed off in the heat of the moment, and signed by twenty-one of his colleagues, is more urgent than ever; the situation it lamented incalculably more extreme.It is no exaggeration to say that designers are engaged in nothing less than the manufacture of contemporary reality. Today, we live and breathe design. Few of the experiences we value at home, at leisure, in the city or the mall are free of its alchemical touch. We have absorbed design so deeply into ourselves that we no longer recognize the myriad ways in which it prompts, cajoles, disturbs, and excites us. It’s completely nat-


49

ural. It’s just the way things are.

It’s just the way things are We imagine that we engage directly with the “content” of the magazine, the TV commercial, the pasta sauce, or perfume, but the content is always mediated by design and it’s design that helps direct how we perceive it and how it makes us feel. The brand-meisters and marketing gurus understand this only too well. The product may be little different in real terms from its rivals. What seduces us is its “image.” This image reaches us first as a visual entity - shape, color, picture, type. But if it’s to work its effect on us it must become an idea: NIKE! This is the tremendous power of design. The original First Things First was written at a time when the British economy was booming. People of all classes were better off than ever before and jobs were easily had. Consumer goods such as TVs, washing machines, fridges, record players and cars, which North Americans were the first to take for granted, were transforming everyday life in the wealthier European nations - and changing consumer expectations for ever. Graphic design, too, had emerged from the austerity of the post-war years, when four-colour printing was a rarity, and designers could only dream of American clients’ lavish production budgets and visual panache. Young designers were vigorous and optimistic. They organized meetings, debates

and exhibitions promoting the value of design. Professional associations were started and many leading figures, still active today, began their careers. Ken Garland studied design at the Central School of Arts and Crafts in London in the early 1950s, and for six years was art editor of Design magazine, official mouthpiece of the Council of Industrial Design. In 1962, he set up his own company, Ken Garland & Associates, and the same year began a fruitful association (a “do-it-for-love consultancy,” as he once put it) with the Campaign for Nuclear Disarmament. He was a committed campaigner against the bomb, and his “Aldermaston to London Easter 62” poster, with its huge, marching CND symbol, is a classic piece of protest graphics from the period. Always outspoken, in person and in print, he was an active member of the socialist Labour Party. More at: http://www.emigre.com/Editorial.php?sect=1&id=13


50


51


HEEFT ER IEMAND EEN IDEE, MANNEN? Zondag 01 januari 2012 Interview met Guillaume Van der Stighelen

52

Niemand leert nog wat een vreugde het kan zijn om iets voor een ander te betekenen, vindt reclamemaker Guillaume Van der Stighelen. Die ‘krijgcultuur’ zal volgend jaar tot grote ruzie leiden, vreest hij. En de splitsing van België onvermijdelijk maken, omdat niemand zelfs maar over een alternatief nadenkt. In een koffiehuis achter het Centraal Station in Antwerpen brengt Guillaume Van der Stighelen (56) op zijn Apple nog wat correcties aan in een vertaling die hij aan het maken is van ‘Die Moritat von Mackie Messer’ van Bertolt Brecht, beter bekend als ‘Mack the Knife’, uit de Driestuiversopera. Het is een vertaling naar het Antwerps, een beetje zoals The Strangers dat plachten te doen. Hij beleeft er plezier aan, een verzetje aan het eind van een jaar dat voor hem een ramp is geweest. Hij werd ontslagen door het bedrijf waaraan hij zijn befaamde reclamebureau Duval Guillaume had verkocht. En vooral, in het voorjaar stierf zijn zoon Mattias (21). Dat verwerkingsproces is nog lang niet voorbij en het is geen goed idee om daar in de krant al veel over te zeggen. Het is een schrale troost dat hij met die ervaring nu anderen kan helpen die ook door zo’n ramp worden getroffen. Dat deed hij onder meer voor de nabestaanden van de verongelukte

wielrenner Wouter Weylandt. Hij geeft ook adviezen over hoe slachtoffers van gewelddaden met de media kunnen omgaan. Want sociaal actief blijven, houdt de geest soepel en de emoties in balans. Met columns in kranten, een blog, Facebook of Twitter, maar ook als schrijver van liedjesteksten of poëzie blijft Van der Stighelen op het publieke forum aanwezig. Maar waarom dan? ‘Wel, heel vaak omdat ik denk: mannen, bekijk het eens zo. Ik wil helpen zoals ik mijn klanten heb geholpen, die met een vraag binnenkomen en met twintig vragen weer buiten gaan. Wat ik doe, is proberen te begrijpen waarom problemen die gemakkelijk op te lossen zijn niet opgelost raken. Waarom niet?’


Zo hebt u laatst nog de Antwerpse onderwijsschepen Robert Voorhamme de oren gewassen omdat hij lastige leerlingen ‘afval’ noemde. ‘Hij had gelijk met wat hij zei, maar die jongeren “afval, noemen, dat doe je niet. Vroeger had je ook kansarme jongeren, die het leven van de brave burgers lastig maakten, en voor hen heeft men de Chiro opgericht. Die haalde hen van de straat en gaf hun leven een zin, zodat zij konden hopen ook een plaats te krijgen in het systeem, om erbij te horen. Dat ligt anders met die jongens van de Turnhoutsebaan. Met hen bestaat dat gevoel van verbondenheid niet: ze maken de mensen bang op de tram, ze parkeren dubbel, maar ze zien er ook anders uit en ze hebben nog een andere godsdienst ook. Daarom kan ook geen solidariteit ontstaan. Je moet dus verbondenheid zien te creëren.’‘Maar door er een cul‘Want er is nog een derde type: tureel of raciaal probleem van de primaten, die in kolonies met te maken, heeft men nooit naar structuren leven, die netwerken een sociale oplossing gezocht. opbouwen en allianties sluiten. De school moet het maar opWaarom is Herman Van Rompuy lossen en zij die daar les geven, “president, van Europa kunnen laten we in de steek.’ worden? Omdat hij er het best in Waarom is dat taalgebruik zo slaagde om allianties te maken, belangrijk? zonder een gevaarlijk profiel aan te ‘We moeten het oneens zijn nemen. Merkel en Sarkozy mogen met woorden. We moeten leren van hem rustig geloven dat ze hem praten met anderen, op een domineren. Alleen de Britten zijn beleefde manier. Sorry, maar daar niet ingetuind. Wij slagen er als journalist een aanstaande dus in om verbintenissen en funcpremier een drama queen noetionele vriendschappen te sluiten. men, zonder dat te duiden, Functioneel, want als je iets ergs dat doe je toch niet? Ook de overkomt, wie zijn de zes personen voorbeeldfunctie is belangrijk. die je het eerst op de hoogte brengt? Als politici en de media alleen Dat zijn niet de zes die je uitnodigt scheldend met elkaar omgaan, voor een avondje kaarten.’ dan zit de familie met Kerstmis Hoe moet verbondenheid dan ook te schelden. Een primaire concreet ontstaan? beleefdheidsvorm is belangrijk. ‘Wat is er gebeurd met het woord In plaats van “afval, kan je die naastenliefde? Is dat misschien te jongeren net zo goed “verworkatholiek? Het is toch een mooi penen, noemen.’ woord?’ Maar leeft niet vaak de idee ‘Wij mogen de Verenigde Staten dat de schuld bij die jongeren dan wel graag als een heel onsolzelf ligt, dat ze zich verschuidair land zien, al mijn collega’s op ilen achter de slachtofferrol? Madison Avenue waren allemaal ‘Bij ons overheersen twee peter van een kansarme klas. Ze maatschappijbeelden. Het eegingen daar minstens elke maand rste acht het collectieve vernaartoe om met die jongeren te antwoordelijk voor het welzijn spreken. Al wie een beetje geluk van het individu; het tweede heeft inhet leven, heeft ook een stelt dat het individu verantplicht tegenover wie dat geluk niet woordelijk is voor zichzelf, en heeft. Amerikaanse kinderen moedat het collectieve er dan ook ten op zaterdag sociaal werk gaan beter van zal worden. doen - stel je eens voor dat we daarmee ook hier in Vlaanderen zouden beginnen. Wij denken in Maar, om het in biologische terVlaanderen al gauw dat wie in men te stellen: mensen zijn geen armoede leeft, dat heeft verdiend. kuddedieren, maar al evenmin Dat moet je kunnen doorbreken.’ roofdieren.’ De tegenwerping zal zijn: wie

‘Wat is er gebeurd met het woord naastenliefde?’

iets heeft, heeft daar hard voor gewerkt en laat zich dat niet graag afnemen. ‘Ja, zo worden kinderen ook opgevoed: ik moet een diploma, een salaris krijgen. De vraag is altijd: wat krijg ik, wat verdien ik, hoe sta ik in de ranking, hoeveel vrienden heb ik op Facebook? Die krijgcultuur is alleen gericht op het ik, en dat is het wat de mens vandaag eenzaam maakt. Als het er alleen nog om gaat over wat je kan krijgen, merk je al snel dat de koek al verdeeld is, en dat levert alleen teleurstellingen op. Zelfs in sociale onderhandelingen gaat dat zo. De andere is daar altijd een dief: werknemers brengen onze concurrentiepositie in gevaar, werkgevers steken al het geld in eigen zak.’ ‘Ook de geldinzamelingen voor het goede doel zitten altijd in de krijgcultuur: je geeft wat en dan ben je ervan af. Maar iets helemaal anders is bijvoorbeeld de actie Music for Life. Daar moet je iets voor doen, al is het maar wafels bakken of van Aalst naar Antwerpen fietsen. Iets doen, dat vinden mensen veel prettiger. En nu spreekt nonkel pater: vreugde komt doordat je iets kan betekenen voor iemand, niet uit het krijgen, het verwerven.’ ‘In de dramatische omstandigheden die ik heb meegemaakt, heb ik dat ook gemerkt: hoe belangrijk het was voor vrienden en familie om iets te kunnen betekenen voor ons.’ Wat is daar dan het gevolg van? ‘Als het accent ligt op wat je kan betekenen voor de gemeenschap en voor elkaar, dan krijgen mensen een heel andere zin in het leven, dan is weer heel veel mogelijk. Maar dat leren we jongeren niet. Toen ik nog op scholen ging spreken, bleken al die jongeren alleen bezig te zijn met wat ze later wilden worden. Het was altijd: wat wil je bereiken? Hoe erg, hoe lelijk kan je zijn tegenover een jong iemand door altijd de nadruk te leggen op dat worden, en geen aandacht

53


te hebben voor wat ze zijn? Want wat zijn ze dan? Een stoemstudenteke met te weinig punten, want er is er maar een die de meeste punten heeft, al de rest heeft minder en dus te weinig.’ Is dat ook in de politiek zo? ‘Als het in politieke onderhandelingen gaat over wat men voor een ander kan betekenen, duikt al snel het vieze woord “compromis, op. Dat is: moeten toegeven, iets weggeven van je eigen gelijk. Ik vermoed dat zelfs de gesprekken tussen Elio Di Rupo en Bart De Wever begonnen zijn met de vraag over wat ze voor elkaar konden betekenen. Maar dan kon alleen maar zo lang de achterban niet meesprak, want die is er altijd op beducht om iets kwijt te raken. Het communautaire debat gaat ook niet over wat Vlamingen en Franstaligen voor elkaar kunnen betekenen, wel over de 54 vraag: wat gaan ze van ons afpakken?’ In tijden van crisis zoals nu zal het vast nog moeilijker zijn om iets voor iemand anders te willen betekenen. ‘2012 wordt een jaar waarin de mensen iets gaan beseffen. 11 miljard euro bezuinigingen voor 11 miljoen mensen, dat is 1.000 euro per Belg, 5.000 euro voor een gezin met drie kinderen. Veel mensen zullen dat niet kunnen betalen. De staking die we hebben gehad, was nog maar een lachertje. Er zullen enorme spanningen ontstaan, want tot nu toe leek iedereen te denken dat men die 11 miljard wel bij de anderen zouden vinden.’ ‘Maar je moet niet dromen. Tegenover het gezamenlijke vermogen van 900 miljard euro in België staat 300 miljard schuld. Op een of andere manier zal iedereen dus een derde van zijn vermogen moeten afgeven, geen ontsnappen aan. Daar komt grote ruzie van. En een meerderheid in Vlaanderen zal zeggen dat de schuld ligt bij de Walen - dat is redelijk voorspelbaar.’ ‘In die zin is het al een zegen dat rechts niet Filip Dewinter staat, maar Bart De Wever, met hem kan je nog onder de mensen komen. Zijn simpele oplossing is: afrit Vlaanderen, uitrit crisis. En die man bezit de luxe dat niemand iets tegenover zijn ideeën stelt. Deze week stond een groot interview met premier Di Rupo in Humo. Welnu, geen enkele keer wordt hem iets gevraagd over de toekomst van het land, wat hij daarover denkt, waar het daarmee naartoe moet. Niks, nul. Elders in de wereld maak je dat niet mee.’ Waarom kunnen Vlamingen dat zo gemakkelijk op de Franstaligen afwentelen? ‘Het aantal nationalisten, de vendelzwaaiers die echt geloven in de Vlaamse onafhankelijkheid, is maar heel, heel klein. Ik denk zelfs dat De Wever daar niet toe behoort. Maar daarnaast is er een

“Maar het is ook een illusie dat Vlaanderen een natie zou zijn”

meerderheid die er problemen mee heeft dat de mechanismen niet meer werken, die het gewoon niet meer tof vindt en bang is om “gepakt, te worden. En dan is er nog een derde groep, de imperialistische ondernemers die Wallonië zien als een wingewest, waar zoveel werklozen zijn en waar zoveel overheidsgeld wordt vergooid om nieuwe investeringen aan te trekken.’ Werkt het systeem dan echt niet meer? ‘Dit is opmerkelijk: van alle winstgevende organisaties, zoals bedrijven, is geen enkele geregionaliseerd. Er bestaat geen Danone-Vlaanderen naast een Danone-Wallonië. Daar moet dus een financiële incentive voor bestaan. Maar de niet-winstgevende organisaties, federaties of ngo’s zijn wel allemaal gescheiden. Amnesty International Vlaanderen - international! - huist om de hoek van Amnesty International francophone. Daar is maar een reden voor: die mensen vinden het niet leuk om met elkaar samen te werken. Zoals Vlamingen het overigens ook niet leuk vinden om met Hollanders te vergaderen. En Gentenaars het niet leuk vinden om dat met Antwerpenaars te doen.’ ‘En daar wil ik een punt van maken: het gaat wél, als er een incentive is. De enige echte reden waarom politici geen inspanning doen om België als een natie te leiden, is dat ze alleen in hun eigen taalgebied worden verkozen. Ernstige politici zouden zich moeten afvragen of we daarmee tevreden moeten zijn. De vraag is dus of er een politiek platform kan worden gecreëerd waar politici electoraal wel kunnen scoren door in te gaan tegen het separatistische verhaal, dat overigens ook aan Franstalige kant

bestaat.’ Moet dat wel? ‘Het punt is niet dat dit verhaal fout is, het is alleen anders. En tegenover de gedachte van een onafhankelijk Vlaanderen staat geen ander idee, omdat er geen electoraal platform bestaat waarop een politicus daarmee kan scoren. Vinden de mensen dat goed? Ja, dan leg je je maar neer bij de splitsing van het land. Die is dan onvermijdelijk. Maar als het land dan toch moet splitsen, is het toch veel beter dat de bevolking daar democratisch kan voor kiezen, dan dat achteraf alleen historici moeten vaststellen dat het is gebeurd? Het parlement bestaat voor tweederde uit niet-separatisten, en ze hebben de macht om de kieswet te veranderen, of ze kunnen er tenminste over nadenken. Maar ze doen het niet.’ Waarom niet? ‘Ze zijn allemaal zeer blij dat die splitsing verder gaat. Want ze vinden het ook niet plezant om met een anderstalige samen te werken, ook al omdat ze de taal niet meer kennen. Maar het is ook een illusie dat Vlaanderen een natie zou zijn. Dat zag je in het verhaal van de Lange Wapper. De burgemeester van Antwerpen voelde zich toen ook al “bezet, door mensen van buiten de stad.’ Dus straks een Amnesty International Linkeroever... ‘En een onafhankelijke Seefhoek in Europa. Niet dat ik daar van wakker lig. Het is een natuurlijke gang van zaken. Hoe meer je bovenaan wil verenigen, hoe meer het onderaan verkruimelt. Een oceaan verdampt ook, om dan in druppels neer te vallen en weer een oceaan te worden. Ik zie alleen dat politici die bij machte zijn om de natie België voor te stellen als een tof idee, dat niet doen. Grote verkiezingsdebatten gaan alleen over probleempjes. Niemand vraagt politici waar het met de maatschappij naartoe moet. Of ze een idee hebben over het land waarvoor ze ook de andere veertig procent warm kunnen maken, al kan die niet voor hen stemmen - dat wordt niet gevraagd. Heeft er iemand een idee, mannen?’ Misschien bestaat die idee gewoon niet? ‘Kan zijn. Maar dan blijft mijn vraag: waarom is er dan geen Nestlé-Vlaanderen en geen Nestlé-Wallonië? Omdat samenwerken opbrengt. Culturen mengen, dat levert jazz op, daar komt rock’n-roll uit voort. Maar je moet er een inspanning voor doen, het als aangenaam ervaren om in een compleet vreemde cultuur binnen te komen, om de taal te leren spreken, om te weten waarom de mensen doen wat ze doen. Als je die inspanning te veel vindt, maak je het jezelf gemakkelijk.’ ‘En die inspanning doen politici niet,


omdat er geen electoraal platform voor bestaat. Di Rupo moet geen interviews aan Humo geven, want de Humo-lezers kunnen toch niet voor hem stemmen. Een politicus kan daar niets bij winnen. Hij kan alleen winnen als hij zegt: jullie zijn het probleem niet, het zijn de anderen.’ door Marc Reynebeau.

55


56


57

Only you can make it happen Amor Without you, nothing What this world needs is a group hug. Revolution is the only solution Work hard, play hard What would you do if you weren’t afraid. www.ffffound.com


58


59

This is a low budget artwork. Work hard and be nice to people I do not just ‘sit around and draw all day’. Capitalism kills love. So when’s the revolution again? It’s ok. From different blogs such as: www.ffffound.com www.magazinspiration.com


WhatDesign Can Do! Donderdag 10 mei en vrijdag 11 mei 2012 is de tweede editie van What Design Can Do in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Deze internationale conferentie gaat over de kracht van design, mode en architectuur en de rol die deze disciplines in onze hedendaagse samenleving spelen. De tweede editie van What Design Can Do staat in conferentie te worden. Op het teken donderdag 10 mei organiseert van Con- Premsela twee Break-Out sesnect. Hier- sies; prikkelende gesprekken bij worden met toonaangevende ontwerzowel de pers. positieve als Premsela organiseerde op negatieve donderdag 12 april samen kanten be- met initiatiefnemer Richard licht van van der Laken een preview een wereld van de tweedaagse conferenw a a r i n tie What Design Can Do!. Te i e d e r e e n gast waren de Indiase modmet elkaar eontwerper Anuj Sharma en in verbind- Design Academy Eindhoven. ing staat. Anuj Sharma, die onderdeel is Met gas- van de tentoon- een project waarmee ze Einten zoals stelling Connect- dhoven willen bevrijden van Concepts, stigmata zoals ‘Brainport’ en L a n d s c - ing hap archi- o n t w i k k e l d e ‘Woonplaats van Dutch Detect Piet een uniek mod- sign’ en voorbij willen aan O u d o l f , esysteem, Button de ‘cool factor’ die hun stad, die onder Massala. Sharma onderwijs en beroep in z’n a n d e r e presenteerde zijn greep heeft. Deze studenten G r o u n d werk en gaf zijn willen weer ‘gewoon’ en met Zero heeft visie op mode in ‘de handen uit de mouwen’ o n t w o r - India. Student- kijken hoe ze hun (communipen en en van Design catie)design kwaliteiten kund e s i g n e r Academy Eind- nen inzetten. H e l l a hoven (afstudeerJongerius richting Man & b e l o o f t Communication) dit een in- p r e s e n t e e r d e n teressante


61

Flyer What design can do 2012


62


63

Banksy, on advertising. All day long I look at images.. Rules of a creators life. To those who stay put Creativity If you want to build a ship Tomorrow Mainly from www.fffffound.com


POWER TO THE PEOPLE: THE LOST JOHN LENNON INTERVIEW 1971

Made by Andrea Koll.

Lennon recounts about how he and George Harrison bucked their handlers and went on record against the Vietnam War, discusses class politics in an engaging manner, defends country and western music and the blues, suggests Dylan’s best songs stem from revolutionary Irish and Scottish ballads and dissects his three versions of “Revolution”. The interview, which inspired Lennon to write “Power to the People”, ran in The Red Mole... As you’ll see, those were different days. The interview is included in Tariq Ali’s Streetfighting Years, recently published by Verso.

Your latest record and your recent public statements, especially the interviews in Rolling Stone magazine, suggest that your views are becoming increasingly radical and political. When did this start to happen? JL: I’ve always been politically minded, you know, and against the status quo. It’s pretty basic when you’re brought up, like I was, to hate and fear the police as a natural enemy and to despise the army as something that takes everybody away and leaves them dead somewhere. I mean, it’s just a basic working class thing, though it begins to wear off when you get older, get a family and get swallowed up in the system. In my case I’ve never not been political, though religion tended to overshadow it in my acid days; that would be around ‘65 or ‘66. And that religion was directly the result of all that superstar shit – religion was an outlet for my repression. I thought, ‘Well, there’s something else to life, isn’t there? This isn’t it, surely?’ But I was always political in a way, you know. In the two books I wrote, even though they were written in a sort of Joycean gobbledegook, there’s many knocks at religion and there is a

play about a worker and a capitalist. I’ve been satirising the system since my childhood. I used to write magazines in school and hand them around. I was very conscious of class, they would say with a chip on my shoulder, because I knew what happened to me and I knew about the class repression coming down on us – it was a fucking fact but in the hurricane Beatle world it got left out, I got farther away from reality for a time. What did you think was the reason for the success of your sort of music? JL: Well, at the time it was thought that the workers had broken through, but I realise in retrospect that it’s the same phoney deal they gave the blacks, it was just like they allowed blacks to be runners or boxers or entertainers. That’s the choice they allow you – now the outlet is being a pop star, which is really what I’m saying on the album in ‘Working class hero’. As I told Rolling Stone, it’s the same people who have the power, the class system didn’t change one little bit. Of course, there are a lot of people walking around with long hair now and some trendy middle class kids in pretty clothes. But nothing changed except that we all dressed up a bit, leaving the same bastards running everything.


RB: Of course, class is something the American rock groups haven’t tackled yet. JL: Because they’re all middle class and bourgeois and they don’t want to show it. They’re scared of the workers, actually, because the workers seem mainly right-wing in America, clinging on to their goods. But if these middle class groups realise what’s happening, and what the class system has done, it’s up to them to repatriate the people and to get out of all that bourgeois shit.

When did you start breaking out of the role imposed on you as a Beatle?

JL: Even during the Beatle heyday I tried to go against it, so did George. We went to America a few times and Epstein always tried to waffle on at us about saying nothing about Vietnam. So there came a time when George and I said ‘Listen, when they ask next time, we’re going to say we don’t like that war and we think they should get right out.’ That’s what we did. At that time this was a pretty radical thing to do, especially for the ‘Fab Four’. It was the first opportunity I personally took to wave the flag a bit.

“..always kept in a cocoon of myths and dreams” But you’ve got to remember that I’d always felt repressed. We were all so pressurised that there was hardly any chance of expressing ourselves, especially working at that rate, touring continually and always kept in a cocoon of myths and dreams. It’s pretty hard when you are Caesar and everyone is saying how wonderful you are and they are giving you all the goodies and the girls, it’s pretty hard to break out of that, to say ‘Well, I don’t want to be king, I want to be real.’ So in its way the second political thing I did was to say ‘The Beatles are bigger than Jesus.’ That really broke the scene, I nearly got shot in America for that. It was a big trauma for all the kids that were following us. Up to then there was this unspoken policy of not answering delicate questions, though I always read the papers, you know, the political bits. The continual awareness of what was going on made me feel ashamed I wasn’t saying anything. I burst out because I could no longer play that game any more, it was just too much for me. Of course, going to America increased the build up on me, especially as the war was going on there. In a way we’d turned out to be a Trojan horse. The ‘Fab Four’ moved right to the top and then sang about drugs and sex and then I got into more and more heavy stuff and that’s

“I thought I was painting in sound a picture of revolution..” when they started dropping us.

RB: Wasn’t there a double charge to what you were doing right from the beginning? YO: You were always very direct. .. JL: Yes, well, the first thing we did was to proclaim our Liverpoolness to the world, and say ‘It’s all right to come from Liverpool and talk like this’. Before, anybody from Liverpool who made it, like Ted Ray, Tommy Handley, Arthur Askey, had to lose their accent to get on the BBC. They were only comedians but that’s what came out of Liverpool before us. We refused to play that game. After The Beatles came on the scene everyone started putting on a Liverpudlian accent.

TA: In a way you were even thinking about politics when you seemed to be knocking revolution?

JL: Ah, sure, ‘Revolution’ .There were two versions of that song but the underground left only picked up on the one that said ‘count me out’. The original version which ends up on the LP said ‘count me in’ too; I put in both because I wasn’t sure. There was a third versiown that was just abstract, musique concrete, kind of loops and that, people screaming. I thought I was painting in sound a picture of revolution – but I made a mistake, you know. The mistake was that it was anti-revolution. On the version released as a single I said ‘when you talk about destruction you can count me out’.

“religion is legalised madness” I didn’t want to get killed. I didn’t really know that much about the Maoists, but I just knew that they seemed to be so few and yet they painted themselves green and stood in front of the police waiting

to get picked off. I just thought it was unsubtle, you know. I thought the original Communist revolutionaries coordinated themselves a bit better and didn’t go around shouting about it. That was how I felt – I was really asking a question. As someone from the working class I was always interested in Russia and China and everything that related to the working class, even though I was playing the capitalist game. At one time I was so much involved in the religious bullshit that I used to go around calling myself a Christian Communist, but as Janov says, religion is legalised madness. It was therapy that stripped away all that and made me feel my own pain.

This analyst you went to, what’s his name. ..

JL: Janov …

His ideas seem to have something 65 in common with Laing in that he doesn’t want to reconcile people to their misery, to adjust them to the world but rather to make them face up to its causes? JL: Well, his thing is to feel the pain that’s accumulated inside you ever since your childhood. I had to do it to really kill off all the religious myths. In the therapy you really feel every painful moment of your life – it’s excruciating, you are forced to realise that

“..your pain, the kind that makes you wake up afraid with your heart pounding, is really yours and not the result of somebody up in the sky.” It’s the result of your parents and your environment. As I realised this it all started to fall into place. This therapy forced me to have done with all the God shit. All of us growing up have come to terms with too much pain. Although we repress it, it’s still there. The worst pain is that of not being wanted, of realising your parents do not need you in the way you need them. When I was a child I experienced moments of not wanting to see the ugliness, not wanting to see not being wanted. This lack of love went into my eyes and into my mind. Janov doesn’t just talk to you about this but makes you feel it – once you’ve allowed yourself to feel again, you do most of the work yourself. When you wake up and your heart is going like the clappers or your back feels


strained, or you develop some other hang-up, you should let your mind go to the pain and the pain itself will regurgitate the memory which originally caused you to suppress it in your body. In this way the pain goes to the right channel instead of being repressed again, as it is if you take a pill or a bath, saying ‘Well, I’ll get over it’. Most people channel their pain into God or masturbation or some dream of making it. The therapy is like a very slow acid trip which happens naturally in your body. It is hard to talk about, you know, because – you feel ‘I am pain’ and it sounds sort of arbitrary, but pain to me now has a different meaning because of having physically felt all these extraordinary repressions. It was like taking gloves off, and feeling your own skin for the first time. It’s a bit of a drag to say so, but I don’t 66 think you can understand this unless you’ve gone through it – though I try to put some of it over on the album. But for me at any rate it was all part of dissolving the God trip or father-figure trip. Facing up to reality instead of always looking for some kind of heaven.

Do you see the family in general as the source of these repressions?

JL: Mine is an extreme case, you know. My father and mother split and I never saw my father until I was 20, nor did I see much more of my mother. But Yoko had her parents there and it was the same…. YO: Perhaps one feels more pain when parents are there. It’s like when you’re hungry, you know, it’s worse to get a symbol of a cheeseburger than no cheeseburger at all. It doesn’t do you any good, you know.

“Art is only a way of expressing pain.” I often wish my mother had died so that at least I could get some people’s sympathy. But there she was, a perfectly beautiful mother. JL: And Yoko’s family were middle-class Japanese but it’s all the same repression. Though I think middle-class people have the biggest trauma if they have nice imagey parents, all smiling and dolled up. They are the ones who have the biggest struggle to say, ‘Goodbye mummy, goodbye daddy’.

What relation to your music has all this got?

JL: Art is only a way of expressing pain. I mean the reason Yoko does such far out stuff is that it’s a far out kind of pain she went through.

A lot of Beatle songs used to be about childhood…

JL: Yeah, that would mostly be me…

“What I’m trying to do is to influence all the people I can influence” RB: Though they were very good there was always a missing element… JL: That would be reality, that would be the missing element. Because I was never really wanted. The only reason I am a star is because of my repression. Nothing else would have driven me through all that if I was ‘normal‘… YO: …and happy… JL: The only reason I went for that goal is that I wanted to say: ‘Now, mummydaddy, will you love me?’

But then you had success beyond most people’s wildest dreams… JL: Oh, Jesus Christ, it was a complete oppression. I mean we had to go through humiliation upon humiliation with the middle classes and showbiz and Lord Mayors and all that. They were so condescending and stupid. Everybody trying to use us. It was a special humiliation for me because I could never keep my mouth shut and I’d always have to be drunk or pilled to counteract this pressure. It was really hell … YO: It was depriving him of any real experience, you know… JL: It was very miserable. I mean apart from the first flush of making it – the thrill of the first number one record, the first trip to America. At first we had some sort of objective like being as big as Elvis – moving forward was the great thing, but actually attaining it was the big letdown. I found I was having continually to please the sort of people I’d always hated when I was a child. This began to bring me back to reality. I began to realise that we are all oppressed which is why I would like to do something about it, though I’m not sure where my place is.

RB: Well, in any case, politics and culture are linked, aren’t they? I mean, workers are repressed by culture not guns at the moment…

JL: …they’re doped… RB: And the culture that’s doping them is one the artist can make or break… JL: That’s what I’m trying to do on my albums and in these interviews. What I’m trying to do is to influence all the people I can influence. All those who are still under the dream and just put a big question mark in their mind. The acid dream is over, that is what I’m trying to tell them.

RB: Even in the past, you know, people would use Beatle songs

and give them new words. ‘Yellow submarine’ , for instance, had a number of versions. One that strikers used to sing began ‘We all live on bread and margarine’ ; at LSE we had a version that began ‘We all live in a Red LSE’. JL: I like that. And I enjoyed it when football crowds in the early days would sing ‘All together now’ – that was another one. I was also pleased when the movement in America took up ‘Give peace a chance’ because I had written it with that in mind really.

“When I started, rock and roll itself was the basic revolution to people of my age and situation” I hoped that instead of singing ‘We shall overcome’ from 1800 or something, they would have something contemporary. I felt an obligation even then to write a song that people would sing in the pub or on a demonstration. That is why I would like to compose songs for the revolution now…

We only have a few revolutionary songs and they were composed in the 19th century. Do you find anything in our musical traditions which could be used for revolutionary songs? JL: When I started, rock and roll itself was the basic revolution to people of my age and situation. We needed something loud and clear to break through all the unfeeling and repression that had been coming down on us kids. We were a bit conscious to begin with of being imitation Americans. But we delved into the music and found that it was half white country and western and half black rhythm and blues. Most of the songs came from Europe and Africa and now they were coming back to us. Many of Dylan’s best songs came from Scotland, Ireland or England. It was a sort of cultural exchange. Though I must say the more interesting songs to me were the black ones because they were more simple. They sort of said shake your arse, or your prick, which was an innovation really. And then there were the field songs mainly expressing the pain they were in. They couldn’t express themselves intellectually so they had to say in a very few words what was happening to them. And then there was the city blues and a lot of that was about sex and fighting. A lot of this was self-expression but only in the last few years have they expressed themselves completely with Black Power,


like Edwin Starr making war records. Before that many black singers were still labouring under that problem of God; it was often ‘God will save us’. But right through the blacks were singing directly and immediately about their pain and also about sex, which is why I like it.

You say country and western music derived from European folk songs. Aren’t these folk songs sometimes pretty dreadful stuff, all about losing and being defeated?

JL: As kids we were all opposed to folk songs because they were so middle-class. It was all college students with big scarfs and a pint of beer in their hands singing folk songs in what we call la-di-da voices-’I worked in a mine in New-castle’ and all that shit. There were very few real folk singers you know, though I liked Dominic Behan a bit and there was some good stuff to be heard in Liverpool. Just occasionally you hear very old records on the radio or TV of real workers in Ireland or somewhere singing these songs and the power of them is fantastic. But mostly folk music is people with fruity voices trying to keep alive something old and dead. It’s all a bit boring, like ballet: a minority thing kept going by a minority group. Today’s folk song is rock and roll. Although it happened to emanate from America, that’s not really important in the end because we wrote our own music and that changed everything.

Your album, Yoko, seems to fuse avant-garde modern music with rock. I’d like to put an idea to you I got from listening to it. You integrate everyday sounds, like that of a train, into a musical pattern. This seems to demand an aesthetic measure of everyday life, to insist that art should not be imprisoned in the museums and galleries, doesn’t it?

YO: Exactly. I want to incite people to loosen their oppression by giving them something to work with, to build on. They shouldn’t be frightened of creating themselves – that’s why I make things very open, with things for people to do, like in my book [Grapefruit]. Because basically there are two types of people in the world: people who are confident because they know they have the ability to create, and then people who have been demoralised, who have no confidence in themselves because they have been told they have no creative ability, but must just take orders. The Establishment likes people who take no responsibility and cannot respect themselves.

I suppose workers’ control is

about that… JL: Haven’t they tried out something like that in Yugoslavia; they are free of the Russians. I’d like to go there and see how it works.

Well, they have; they did try to break with the Stalinist pattern. But instead of allowing uninhibited workers’ control, they added a strong dose of political bureaucracy. It tended to smother the initiative of the workers and they also regulated the whole system by a market mechanism which bred new inequalities between one region and another. JL: It seems that all revolutions end up with a personality cult – even the Chinese seem to need a father-figure. I expect this happens in Cuba too, with Che and Fidel. In Western-style Communism we would have to create an almost imaginary workers’ image of themselves as the father-figure. YO: The people have got to trust in themselves. TA: That’s the vital point. The working class must be instilled with a feeling of confidence in itself. This can’t be done just by propaganda – the workers must move, take over their own factories and tell the capitalists to bugger off. This is what began to happen in May 1968 in France…the workers began to feel their own strength. JL: But the Communist Party wasn’t up to that, was it? RB: No, they weren’t. With 10 million workers on strike they could have led one of those huge demonstrations that occurred in the centre of Paris into a massive occupation of all government buildings and installations, replacing de Gaulle with a new institution of popular power like the Commune or the original Soviets – that would have begun a real revolution but the French C.P. was scared of it. They preferred to deal at the top instead of encouraging the workers to take the initiative themselves… JL: Great, but there’s a problem about that here you know. All the revolutions have happened when a Fidel or Marx or Lenin or whatever, who were intellectuals, were able to get through to the workers. They got a good pocket of people together and the workers seemed to understand that they were in a repressed state. They haven’t woken up yet here, they still believe that cars and tellies are the answer. You should get these left-wing students out to talk with the workers, you should get the school-kids involved with The Red Mole. TA: You’re quite right, we have been trying to do that and we should do more.

This new Industrial Relations Bill the Government is trying to introduce is making more and more workers realise what is happening… JL: I don’t think that Bill can work. I don’t think they can enforce it. I don’t think the workers will co-operate with it. I thought the Wilson Government was a big let-down but this Heath lot are worse. The underground is being harrassed, the black militants can’t even live in their own homes now, and they’re selling more arms to the South Africans. Like Richard Neville said, there may be only an inch of difference between Wilson and Heath but it’s in that inch that we live…. TA: I don’t know about that; Labour brought in racialist immigration policies, supported the Vietnam war and were hoping to bring in new legislation against the unions. RB: It may be true that we live in the Inch of difference between Labour and Conservative but so long as we do we’ll be impotent and unable to change anything. If Heath is forcing us out of that inch maybe he’s doing us a good turn without meaning to… JL: Yes, I’ve thought about that, too. This putting us in a corner so we have to find out what is coming down on other people. I keep on reading the Morning Star [the Communist newspaper] to see if there’s any hope, but it seems to be in the 19th century; it seems to be written for dropped-out, middle-aged liberals. We should be trying to reach the young workers because that’s when you’re most idealistic and have least fear. Somehow the revolutionaries must approach the workers because the workers won’t approach them. But it’s difficult to know where to start; we’ve all got a finger in the dam. The problem for me is that as I have become more real, I’ve grown away from most working-class people – you know what they like is Engelbert Humperdinck. It’s the students who are buying us now, and that’s the problem. Now The Beatles are four separate people, we don’t have the impact we had when we were together… RB: Now you’re trying to swim against the stream of bourgeois society, which is much more difficult. JL: Yes, they own all the newspapers and they control all distribution and promotion. When we came along there was only Decca, Philips and EMI who could really produce a record for you. You had to go through the whole bureaucracy to get into the recording studio. You were in such a humble position, you didn’t have more than 12 hours to make a whole album, which is what we did in the early days. Even now it’s the same; if you’re an un-

67


68

Made by Andrea Koll.

That’s a pretty cool idea – the Working Class becomes its own Hero. As long as it was not a new comforting illusion, as long as there was a real workers’ power. If a capitalist or bureaucrat is running your life then you need to compensate with illusions. YO: The people have got to trust in themselves.

That’s the vital point. The working class must be instilled with a feeling of confidence in itself. This can’t be done just by propaganda – the workers must move, take over their own factories and tell the capitalists to bugger off. This is what began to happen in May 1968 in France…the workers began to feel their own strength. JL: But the Communist Party wasn’t up to that, was it? RB: No, they weren’t. With 10 million workers on strike they could have led one of those huge demonstrations that occurred in the centre of Paris into a massive occupation of all government buildings and installations, replacing de Gaulle with a new institution of popular power like the Commune or the original Soviets – that would have begun a real revolution but the French C.P. was

scared of it. They preferred to deal at the top instead of encouraging the workers to take the initiative themselves… JL: Great, but there’s a problem about that here you know. All the revolutions have happened when a Fidel or Marx or Lenin or whatever, who were intellectuals, were able to get through to the workers. They got a good pocket of people together and the workers seemed to understand that they were in a repressed state. They haven’t woken up yet here, they still believe that cars and tellies are the answer. You should get these left-wing students out to talk with the workers, you should get the school-kids involved with The Red Mole.

You’re quite right, we have been trying to do that and we should do more. This new Industrial Relations Bill the Government is trying to introduce is making more and more workers realise what is happening…

JL: I don’t think that Bill can work. I don’t think they can enforce it. I don’t think the workers will co-operate with it. I thought the Wilson Government was a big let-down but this Heath lot are worse. The underground is being harrassed, the black militants can’t even live in their own homes now, and they’re selling more arms to the South Africans.

Like Richard Neville said, there may be only an inch of difference between Wilson and Heath but it’s in that inch that we live…. TA: I don’t know about that; Labour brought in racialist immigration policies, supported the Vietnam war and were hoping to bring in new legislation against the unions. RB: It may be true that we live in the Inch of difference between Labour and Conservative but so long as we do we’ll be impotent and unable to change anything. If Heath is forcing us out of that inch maybe he’s doing us a good turn without meaning to… JL: Yes, I’ve thought about that, too. This putting us in a corner so we have to find out what is coming down on other people. I keep on reading the Morning Star [the Communist newspaper] to see if there’s any hope, but it seems to be in the 19th century; it seems to be written for dropped-out, middle-aged liberals. We should be trying to reach the young workers because that’s when you’re most idealistic and have least fear. Somehow the revolutionaries must approach the workers because the workers won’t approach them. But it’s difficult to know where to start; we’ve all got a finger in the dam. The problem for me is that as I have become more real, I’ve grown away from most working-class


people – you know what they like is Engelbert Humperdinck. It’s the students who are buying us now, and that’s the problem. Now The Beatles are four separate people, we don’t have the impact we had when we were together…

Now you’re trying to swim against the stream of bourgeois society, which is much more difficult.

JL: Yes, they own all the newspapers and they control all distribution and promotion. When we came along there was only Decca, Philips and EMI who could really produce a record for you. You had to go through the whole bureaucracy to get into the recording studio. You were in such a humble position, you didn’t have more than 12 hours to make a whole album, which is what we did in the early days. Even now it’s the same; if you’re an unknown artist you’re lucky to get an hour in a studio – it’s a hierarchy and if you don’t have hits, you don’t get recorded again. And they control distribution. We tried to change that with Apple but in the end we were defeated. They still control everything. EMI killed our album Two Virgins because they didn’t like it. With the last record they’ve censored the words of the songs printed on the record sleeve. Fucking ridiculous and hypocritical – they have to let me sing it but they don’t dare let you read it. Insanity.

Though you reach fewer people now, perhaps the effect can be more concentrated.

JL: Yes, I think that could be true. To begin with, working class people reacted against our openness about sex. They are frightened of nudity, they’re repressed in that way as well as others. Perhaps they thought ‘Paul is a good lad, he doesn’t make trouble’. Also when Yoko and I got married, we got terrible racialist letters – you know, warning me that she would slit my throat. Those mainly came from Army people living in Aldershot. Officers. Now workers are more friendly to us, so perhaps it’s changing. It seems to me that the students are now half-awake enough to try and wake up their brother workers. If you don’t pass on your own awareness then it closes down again. That is why the basic need is for the students to get in with the workers and convince them that they are not talking gobbledegook. And of course it’s difficult to know what the workers are really thinking because the capitalist press always only quotes mouthpieces like Vic Feather* anyway.*Vic Feather 1908-76 was General Secretary of the TUC from 1969-73.So the only thing is to talk to them directly, especially the young workers. We’ve got to start with them because they know they’re up against it

“Communication of that sort can have a fantastic power so long as you don’t do only what they expect you to do.” . That’s why I talk about school on the album. I’d like to incite people to break the framework, to be disobedient in school, to stick their tongues out, to keep insulting authority . YO: We are very lucky really, because we can create our own reality, John and me, but we know the important thing is to communicate with other people. JL: The more reality we face, the more we realise that unreality is the main programme of the day. The more real we become, the more abuse we take, so it does radicalise us in a way, like being put in a corner. But it would be better if there were more of us. YO: We mustn’t be traditional in the way we communicate with people – especially with the Establishment. We should surprise people by saying new things in an entirely new way. Communication of that sort can have a fantastic power so long as you don’t do only what they expect you to do.

Communication is vital for building a movement, but in the end it’s powerless unless you also develop popular force.

YO: I get very sad when I think about Vietnam where there seems to be no choice but violence. This violence goes on for centuries perpetuating itself. In the present age when communication is so rapid, we should create a different tradition, traditions are created everyday. Five years now is like 100 years before. We are living in a society that has no history .There’s no precedent for this kind of society so we can break the old patterns.

No ruling class in the whole of history has given up power voluntarily and I don’t see that changing.

YO: But violence isn’t just a conceptual thing, you know. I saw a programme about this kid who had come back from Vietnam – he’d lost his body from the waist down. He was just a lump of meat, and he said, ‘Well, I guess it was a good experience.’ JL: He didn’t want to face the truth, he didn’t want to think it had all been a waste… YO: But think of the violence, it could happen to your kids…

But Yoko, people who struggle against oppression find themselves attacked by those who have a vested interest in nothing

changing, those who want to protect their power and wealth. Look at the people in Bogside and Falls Road in Northern Ireland; they were mercilessly attacked by the special police because they began demonstrating for their rights. On one night in August 1969, seven people were shot and thousands driven from their homes. Didn’t they have a right to defend themselves? YO: That’s why one should try to tackle these problems before a situation like that happens. JL: Yes, but what do you do when it does happen, what do you do? RB: Popular violence against their oppressors is always justified. It cannot be avoided. YO: But in a way the new music showed things could be transformed by new 69 channels of communication. JL: Yes, but as I said, nothing really changed. YO: Well, something changed and it was for the better. All I’m saying is that perhaps we can make a revolution without violence. JL: But you can’t take power without a struggle…

That’s the crucial thing.

JL: Because, when it comes to the nittygritty, they won’t let the people have any power; they’ll give all the rights to perform and to dance for them, but no real power… YO: The thing is, even after the revolution, if people don’t have any trust in themselves, they’ll get new problems.

“I think it wouldn’t take much to get the youth here really going.” JL: After the revolution you have the problem of keeping things going, of sorting out all the different views. It’s quite natural that revolutionaries should have different solutions, that they should split into different groups and then reform, that’s the dialectic, isn’t it – but at the same time they need to be united against the enemy, to solidify a new order. I don’t know what the answer is; obviously Mao is aware of this problem and keeps the ball moving.

The danger is that once a revolutionary state has been created, a new conservative bureaucracy tends to form around it. This danger tends to increase if the revolution is isolated by imperialism and there is material scarcity. JL: Once the new power has taken over


they have to establish a new status quo just to keep the factories and trains running. RB: Yes, but a repressive bureaucracy doesn’t necessarily run the factories or trains any better than the workers could under a system of revolutionary democracy. JL: Yes, but we all have bourgeois instincts within us, we all get tired and feel the need to relax a bit. How do you keep everything going and keep up revolutionary fervour after you’ve achieved what you set out to achieve? Of course Mao has kept them up to it in China, but what happens after Mao goes? Also he uses a personality cult. Perhaps that’s necessary; like I said, everybody seems to need a father figure. But I’ve been reading Khrushchev Remembers. I know he’s a bit of a lad himself – but he seemed to think that making 70 a religion out of an individual was bad; that doesn’t seem to be part of the basic Communist idea. Still people are people, that’s the difficulty. If we took over Britain, then we’d have the job of cleaning up the bourgeoisie and keeping people in a revolutionary state of mind. RB: …In Britain unless we can create a new popular power-and here that would basically mean workers’ power – really controlled by, and answerable to, the masses, then we couldn’t make the revolution in the first place. Only a really deep-rooted workers’ power could destroy the bourgeois state. YO: That’s why it will be different when the younger generation takes over. JL: I think it wouldn’t take much to get the youth here really going. You’d have to give them free rein to attack the local councils or to destroy the school authorities, like the students who break up the repression in the universities. It’s already happening, though people have got to get together more. And the women are very important too, we can’t have a revolution that doesn’t involve and liberate women. It’s so subtle the way you’re taught male superiority. It took me quite a long time to realise that my maleness was cutting off certain areas for Yoko. She’s a red hot liberationist and was quick to show me where I was going wrong, even though it seemed to me that I was just acting naturally. That’s why I’m always interested to know how people who claim to be radical treat women.

There’s always been at least as much male chauvinism on the left as anywhere else – though the rise of women’s liberation is helping to sort that out.

JL: It’s ridiculous. How can you talk about power to the people unless you realise the people is both sexes.

YO: You can’t love someone unless you are in an equal position with them. A lot of women have to cling to men out of fear or insecurity, and that’s not love – basically that’s why women hate men… JL: …and vice versa… YO: So if you have a slave around the house how can you expect to make a revolution outside it? The problem for women is that if we try to be free, then we naturally become lonely, because so many women are willing to become slaves, and men usually prefer that. So you always have to take the chance: ‘Am I going to lose my man?’ It’s very sad.

“A lot of women have to cling to men out of fear or insecurity, and that’s not love – basically that’s why women hate men…” JL: Of course, Yoko was well into liberation before I met her. She’d had to fight her way through a man’s world – the art world is completely dominated by men – so she was full of revolutionary zeal when we met. There was never any question about it: we had to have a 50-50 relationship or there was no relationship, I was quick to learn. She did an article about women in Nova more than two years back in which she said, ‘Woman is the nigger of the world’ . Of course we all live in an imperialist country that is exploiting the Third World, and even our culture is involved in this. There was a time when Beatle music was plugged on Voice of America…. JL: The Russians put it out that we were capitalist robots, which we were I suppose… RB: They were pretty stupid not to see it was something different. YO: Let’ s face it, Beatles was 20thcentury folksong in the framework of capitalism; they couldn’t do anything different if they wanted to communicate within that framework.

I was working in Cuba when Sgt Pepper was released and that’s when they first started playing rock music on the radio.

JL: Well hope they see that rock and roll is not the same as Coca-Cola. As we get beyond the dream this should be easier: that’s why I’m putting out more heavy statements now and trying to shake off the teeny-bopper image. I want to get through to the right people, and I want to make what I have to say very simple and direct.

Your latest album sounds very simple to begin with, but the lyrics, tempo and melody build up

into a complexity one only gradually becomes aware of. Like the track ‘My mummy’s dead’ echoes the nursery song ‘Three blind mice’ and it’s about a childhood trauma. JL: The tune does; it was that sort of feeling, almost like a Haiku poem. I recently got into Haiku in Japan and I just think it’s fantastic. Obviously, when you get rid of a whole section of illusion in your mind you’re left with great precision. Yoko was showing me some of these Haiku in the original. The difference between them and Longfellow is immense. Instead of a long flowery poem the Haiku would say ‘Yellow flower in white bowl on wooden table’ which gives you the whole picture, really….

How do you think we can destroy the capitalist system here in Britain, John? JL: I think only by making the workers aware of the really unhappy position they are in, breaking the dream they are surrounded by. They think they are in a wonderful, free-speaking country.

“Obviously, when you get rid of a whole section of illusion in your mind you’re left with great precision.” They’ve got cars and tellies and they don’t want to think there’s anything more to life. They are prepared to let the bosses run them, to see their children fucked up in school. They’re dreaming someone else’s dream, it’s not even their own. They should realise that the blacks and the Irish are being harassed and repressed and that they will be next. As soon as they start being aware of all that, we can really begin to do something. The workers can start to take over. Like Marx said: ‘To each according to his need’. I think that would work well here. But we’d also have to infiltrate the army too, because they are well trained to kill us all. We’ve got to start all this from where we ourselves are oppressed. I think it’s false, shallow, to be giving to others when your own need is great. The idea is not to comfort people, not to make them feel better but to make them feel worse, to constantly put before them the degradations and humiliations they go through to get what they call a living wage.


71

Made by Andrea Koll.


72


73


74


DESIGN PROSTITUTION

75

Made by Andrea Koll.

Hier gaat het om “Het gebaar of een moment van het aanbieden of toevertrouwen iemand’s talent aan een onwaardig gebruik of doel”. Ik denk echt dat er te veel “design prostituees” zijn. Of het nu een klant is die profiteert van mensen met een verslaving of ontwerpen onder marktwaarde, de designer doet het nog steeds voor dezelfde reden- gewoon om wat geld te verdienen. Als ze een soort van moreel kompas hadden zouden ze de betere keuze maken. Geld is niet alles in deze wereld. Het maakt niet uit in welke business je zit, ethiek is van belang.


CLASSIFIED DESIGNERSDEMORE for you Antwerps BEST designer

FOR A GOOD PRICE 76

www.stigdeblock.com

At Your Service

JASPER great at fulďŹ lling customers wishes. Mainly logo design. 0493829109 KARL is all you need. Mainly logo design. Very good at photoshop. 0493829109

0479693970 What you want for the cheapest price!!

DANA Mainly logo design. Very good at photoshop.

ANTONIO DERKS 0476/34.92.10

We come together to design your designs Designs for a great price. Call now for an immediate start. 0478934589

www.nanamind.tumblr.com

YOUR PICTURES YOUR WAY PHOTOSHOPPED TO YOUR WISHES at ELKEVOGEL DESIGNS

Leurentop Designs 4 U We know what you want

Tel 0207584 2749 Visit our website

www.maximleurentop.com

For all your SPECIAL recuirements visit www. louisemertens. com

MARIE pusspuss is her signature. Whatever you like. JAN No rules, whatever you want.. BAS great with patterns and letterheadings. Contact me soon. PETER copies any website design you like for a reasonable price VINCENT international designs for national prices!


77

is looking for a new Talent. One spread from the designprostitution booklet. Made by Andrea Koll.


78

All the following pictures of the Adbusters magazine made by Andrea Koll.


PLEASE WORK HARD, STAY HUMBLE

79

The Adbusters Media Foundation is a Canadian-based not-for-profit, anticonsumerist, pro-environment organization founded in 1989 by Kalle Lasn and Bill Schmalz in Vancouver, British Columbia. Adbusters describes itself as “a global network of artists, activists, writers, pranksters, students, educators and entrepreneurs who want to advance the new social activist movement of the information age.” Characterized by some as anti-capitalist or opposed to capitalism, it publishes the reader-supported, advertising-free Adbusters, an activist magazine with an international circulation of 120,000 devoted to challenging consumerism.Past and present contributors to the magazine include Christopher Hedges, Matt Taibbi, Bill McKibben, Jim Munroe, Douglas Rushkoff, Jonathan Barnbrook, David Graeber, Simon Critchley, Slavoj Zizek, Michael Hardt, David Orrell and others. Adbusters has launched numerous international campaigns, including Buy Nothing Day, TV Turnoff Week and Oc-

cupy Wall Street, and is known for their “subvertisements” that spoof popular advertisements. In English, Adbusters has bi-monthly American, Canadian, Australian, UK and International editions of each issue. Adbusters’s sister organizations include Résistance à l’Aggression Publicitaire[5] and Casseurs de Pub[6] in France, Adbusters Norge in Norway, Adbusters Sverige in Sweden and Culture Jammers in Japan Occupy Wall Street In mid-2011, Adbusters Foundation proposed a peaceful occupation of Wall Street to protest corporate influence on democracy, a growing disparity in wealth, and the absence of legal repercussions behind the recent global financial crisis.They sought to combine the symbolic location of the 2011 protests in Tahrir Square with the consensus decision making of the 2011 Spanishprotests.Adbusters’ senior editor Micah White said they had suggested the protest via their email list and it “was spontaneously taken up by all the peo-


80


81


82

ple of the world.” Adbusters’ website said that from their “one simple demand—a presidential commission to separate money from politics” they would “start setting the agenda for a new America.”They promoted the protest with a poster featuring a dancer atop Wall Street’s iconic Charging Bull. While the movement was started by Adbusters, the group does not control the movement, and it has since grown worldwide. what happens when one billion of us Current projects: start living for real. Kill cap and wikiswarms: No starbucks: We’re developing the next genWe walk away from Starbucks and give eration of political gaming. See local indie coffee culture around the world a boost. Truth bombs on Israeli tv: We’re gathering funds for a major meme offensive in Tel Aviv. Truth bombs in America: Watch out for a series of corner ads in the op-ed pages of the New York Times. Spanish edition of Adbusters: We want to go bilingual and need $50,000 to make it happen. Media Carta legal action: For over a decade Adbusters has been in Canadian courts fighting a costly legal battle for media equity. Support our legal fund and ensure victory. Psychonomics: Our Economics 101 textbook, to be published next year, will fire up a new generation of economists.


83


84


85

MOTIVATIONAL SPEAKING

Made by Andrea Koll.

In mijn boekje over Good design heb ik ook enkele afbeeldingen verwerkt die gebaseerd zijn op gevonden uitspraken in grafisch ontwerp en muziek . Dit zijn tekeningen gemaakt op mijn eigen manier in combinatie met toepasselijke typo. Het is op een directe manier gezet omdat het ook pittige zinnen zijn die kracht mogen uitdrukken.


86


87


88


89


90


91


92

Voor mijn experimentele typografie ben ik begonnen bij het idee van de illusie te doorbreken. Dus door middel van “verwoestende” elementen iets te veranderen. Een illusie van een typografie.. Hierna ben ik dan verder gegeaan binnen het thema van altruisme door te werken met kuddedieren. Groepen die samen 1 organisme vormen. Hier ging ik kijken bij de schapen, paarden, vogels, en bizons.

Een kudde is groep gemeenschappelijk levende zoogdieren. Een kudde biedt de dieren bescherming. Terwijl een aantal dieren rustig aan het grazen is, houden andere dieren de wacht. Voor een roofdier is het veel moeilijker om een kudde aan te vallen dan een enkel dier. En mocht het gebeuren dat een roofdier toch een dier verschalkt, dan kan de rest zich uit de voeten maken terwijl de pechvogel wordt opgepeuzeld. Als een dier buiten de kudde terecht komt, is het ten dode opgeschreven. Daarom is de strategie van roofdieren er dan ook vaak op gericht om een enkel dier, bij voorkeur een jong, oud of zwak dier, van de kudde te isoleren. Dit kan door bijvoorbeeld door zichzelf tussen de prooi en de rest van de kudde te plaatsen. Er is een rangorde in een kudde. Er is één duidelijke leider. Dit kan een man-

nelijk of een vrouwelijk dier zijn; dit hangt af van de diersoort. Jonge dieren staan altijd onderaan in de rangorde. Maar de hele kudde zal het jong wel beschermen tegen gevaren van buitenaf. Vaak worden de grootste en sterkste dieren een de rand van de kudde geplaatst, terwijl de jonge dieren in het centrum moeten blijven.Het houden van kuddes vee was een belangrijke stap in de ontwikkeling van de mensheid: in plaats van te moeten jagen op dieren voor vlees, werd het mogelijk gemaakt het vlees in de buurt te houden. Het hoeden van vee in kuddes was een stap in de domesticatie van dieren. Een ligatuur is een teken dat gevormd is door twee of meer lettervormen in één vorm te schrijven of te drukken. In het algemeen wordt een ligatuur gebruikt voor twee tekens die anders in elkaar zouden grijpen, bijvoorbeeld een overhangende f gevolgd door een stokletter: b, f, l, k, h. De reden voor gebruik is meestal esthetisch of technisch. Soms wordt er een onderscheid gemaakt tussen ligamenten en ligaturen, waarbij ligaturen nieuwe letters zijn die uit twee andere letters zijn ontstaan, zoals de w en de ß, en ligamenten ‘versierde’ vormen zijn, zoals de f+i = fi. Ligatuur van de f en i in romein, schuingedrukt en echt cursief. Ligaturen ontstonden op natuurlijke wijze in handschriften, en bleven in gebruik toen er met loden letter gedrukt werd. Een overhangende loden letter kan tegen bepaalde letters niet voldoende aansluiten. Bij het inklemmen van dergelijk zetsel raakten de letters beschadigd en braken af. Om dit te voorkomen werd in voorkomende gevallen een ligatuur gebruikt. In lood is ook de combinatie fi of fj nodig, aangezien de punt boven de i en de j met de f of � (lange s) in botsing komt.


93


94

KUDDE DIEREN

In mijn onderzoek naar theroie van altruisme kwam ik terecht bij het aspect van “kuddedieren�. Individuen die in groep overleven en samen een organisme op zich vormen. Dit leek me daarom ook boeiend voor mijn experimentele typografie.


95

LIGATUREN Een ligatuur is een teken dat gevormd is door twee of meer lettervormen in één vorm te schrijven of te drukken. In het algemeen wordt een ligatuur gebruikt voor twee tekens die anders in elkaar zouden grijpen, bijvoorbeeld een overhangende f gevolgd door een stokletter: b, f, l, k, h. De reden voor gebruik is meestal esthetisch of technisch. Dit alles ook in de sfeer van altruisme. Mijn bedoeling hierin was om met vormen van de niet-typografische ligaturen typografische ligaturen te creëeren. Zo heb je de medische ligatuur, de ligatuur wurging en de muzikale ligatuur.


96

BOMMA YOU USED TO BE HERE

Deze typografie is eigenlijk gecreeerd in een thema. De illusie van iets wat niet meer is maar toch wel verderleeft. Ik heb hier het geschrift van mijn grootmoeder, zij hield gedurende lange tijd poezie bij. Na haar overlijden “erfde� ik deze boekjes, hieruit haalde ik haar handschrif dmv scan. Haar geschrift is er nog, er bestaat nog een zekere illusie van haar aanwezigheid.


97


98

LETRASET YOU USED TO BE HERE

Deze typografie, weer binnnen datzelfde thema is gebaseerd op letraset letters. Doorhene de jaren heb ik er al een aantal bladen van versleten en ook van bijgehouden. Na het wegkrabben blijft er echt een vorm over. De illusie van een letter.


99

Made by Andrea Koll.

Made by Andrea Koll.


Eeuwigheid Er zijn plekken war ik zonder glimlach niet meer langs kan. Ooit is daar een grap verteld, een kus geroofd, iets voor het eerst gedacht. Ter hoogte van mijn oor, bijvoorbeeld, heb jij me op een nacht beloofd dat eeuwigheid een leugen is, maar dat het daarom tussen ons niet minder lang gaat duren. Meer woorden waren er niet nodig- een mond spreekt van zichzelf al mooi en huid heeft een geheugen. Jij blijft mijn hals, mijn navel, mijn holte van mijn knie voor altijd bij. Zonder glimlach kan ik aan geen plek voorbij.



102


103


STORM YOU USED TO BE HERE

Dit “onderdeel� van typo is gebaseerd op wat er overblijft na dat een storm voorbijkwam. Ik heb alfabetisch stormen gezocht en op basis van gevonden fotos haalde ik de mensen eruit die achterbleven. Iets wat er niet meer is maar wel zijn sporen naliet.

104


Andrea

Daisy

Easy

Georges

105

Floyd

Humberto

Corintho

Mitch

Katrina

Rita

Irene

Tomas

Ophelia

Yasi

Juan

Puerto

Wilma


106

Bij waarneming en model dit jaar veranderde er ook heel wat. Waarneming werd van begin het jaar op een andere manier benaderd, dingen niet meer op een “letterlijke� manier weergeven maar eerder een abstracte interpretatie. Hier was het van belang dat we de grafisch aspecten van een omgeving/ plek weergaven. Ik vond hier wel mijn draai in door met behulp van verschillende materialen en ondergronden te werken.


107

Made by Andrea Koll.


108

Made by Andrea Koll.


109

Made by Andrea Koll.



111

Made by Andrea Koll.


Made by Andrea Koll.


113

Made by Andrea Koll.


114


115



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.