Cannabis
Illustratie: Herman Geurts
Waarom raakt de een wel en de ander niet verslaafd aan cannabis? Peggy van der Pol volgde drie jaar lang een groep jongvolwassenen die minstens drie keer per week blowden. Onder andere financiële problemen blijken een voorspeller voor verslaving. Door Jasper Enklaar
Zware wiet niet extra verslavend In de beginfase van haar onderzoek hing Trimbosonderzoeker Peggy van der Pol regelmatig rond in coffeeshops. Dat was dé plek om contact te leggen met haar onder zoekspopulatie: jongvolwassen (18-30 jaar), frequente cannabisgebruikers. Dat ging makkelijker dan ze aanvankelijk dacht. ‘De bezoekers hadden snel genoeg door dat ik daar niet kwam om een joint te roken. Ie dereen kent wel iemand waarmee het niet goed gaat door verslaving. Als je dan ver telt dat je daar onderzoek naar doet, zijn mensen snel bereid om mee te doen.’ Drie jaar lang volgde Van der Pol 600 gebruikers; stevige blowers, die min stens drie keer per week een joint opsta ken. Op 27 april promoveerde ze op het onderzoek. Tijdens deze studie raakte on geveer één op de drie verslaafd. Tweeder de dus niet. Van der Pol wilde weten welke eigenschappen voorspellen of iemand ver slaafd raakt (of blijft) aan cannabis. ‘Vooral huidige problemen kwamen naar voren als voorspeller van verslaving. Als de frequente gebruikers veel negatieve gebeurtenissen in hun leven hadden bij de start van het onderzoek, was de kans groter dat ze gedurende de studie verslaafd raak ten.’ Om welke problemen gaat het dan? Het zijn wat Van der Pol life events noemt, acute stressvolle en ingrijpende gebeurte nissen zoals financiële problemen, verbro ken relaties, problemen met familie of vrienden, het verlies van werk of het stop
4
AMCMagazine_1404_2.indd
4
pen van een studie. ‘Deze mensen hadden wat wij noemen een coping motief – zij blowen om problemen te vergeten.’ Binnen deze groep ontstond verslaving vaker onder alleenwonenden. Risicofactoren die in studies onder de algemene bevolking worden genoemd – jeugdproblemen, een familiehistorie van middelenmisbruik, of psychische proble men – bleken geen voorspellende waarde te hebben. Uit de vergelijking van mensen met en zonder verslaving met de gemiddel de Nederlander bleek dat verslaafden vaker last hadden van depressie en angst dan de andere twee groepen. Aangezien gebrui kers met en zonder verslaving evenveel cannabis rookten en net zo vaak jeugdpro blemen hadden, kan daaraan het verschil in geestelijke gezondheid niet liggen. ‘Jeugd problemen lijken eerder een risicofactor voor frequent blowen, en niet zozeer voor verslaving.’
Nederlandse wiet
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is de mate van blootstelling aan THC (het belangrijkste werkzame bestanddeel van cannabis) geen grote factor in wel of niet verslaafd raken, stelde Van der Pol vast. Dat bleek tijdens een experiment waarbij blowers in hun eigen omgeving hun eigen joint mochten draaien met hun eigen can nabis. ‘Door een draagbaar meetinstrument te gebruiken, konden we mensen in hun
“natuurlijke habitat” laten roken’, zegt Van der Pol, ‘waar ze zich op hun gemak voe len.’ Degenen die een sterke joint draaiden, inhaleerden minder rook. Dat bleek echter onvoldoende om compleet te compenseren voor het hogere THC-gehalte. Gebruikers werden dus wel blootgesteld aan meer THC, maar uit het onderzoek bleek dat dat niet voorspellend was voor het ontstaan van verslaving bij frequente gebruikers en ook niet voor persisterende verslaving.
Geen professionele hulp
Epidemiologen schatten dat er zo’n 30.000 verslaafde cannabisgebruikers zijn in Ne derland. Omdat er 10.000 mensen in be handeling zijn, zou de verslavingszorg een hoop mensen missen die wel die zorg nodig hebben. De resultaten van Van der Pol zetten daar vraagtekens bij. ‘Dit onderzoek laat zien dat bij veel mensen de verslaving overgaat zonder professionele hulp. Als je vraagt of ze professionele hulp willen, zeg gen ze: “Nee, ik los het zelf op” of “Ik heb liever hulp van familie of vrienden”. Dat suggereert dat je bij de mensen die ver slaafd zijn en geen hulp zoeken vooral daar op in moet zetten: mensen helpen zichzelf te helpen, of familie helpen bij het onder steunen van een verslaafde. We moeten dus niet iedereen in de verslavingszorg proberen te krijgen, maar juist degenen bij wie lichtere vormen van preventie en be handeling niet werken.’
mei 2014
17-04-14
16:07