AMC collectie Het is dat het er regent maar voor de rest is de straat, met Belgisch uitziende huizen, zo verlaten dat het filmbeeld de schijn heeft van een architectuurfoto. Tot ineens een man naar buiten komt om de auto te wassen. Dan verandert de foto in een filmscène waarop alle kijkers hun blik op dit scherm zullen richten, zo de andere zeven videoschermen van dit video-achtluik in hun ooghoeken verliezend. Terwijl juist dan iets kan gebeuren op die schermen. Dit spel van stilte en actie geeft een ingenieuze spanningsboog aan de video- installatie ‘Let us be Cheerful’ van kunstenaar Sarah Carlier (1981). Zelf van Belgische komaf woont ze al jaren in Nederland, waar ze een fotografieopleiding en masterstudie in Den Haag en Breda heeft gevolgd. De afstand tot haar moederland bleek haar filmische en fotografische werk inhoudelijk te voeden: “Het meeste werk had niet kunnen ontstaan zonder emigratie. Ook door het missen van mijn thuisland, het er zijn en dat weer afstoten.” Zo trof Carlier deze ogenschijnlijk Belgische huizen in Den Haag, Ypenburg, want herkenning kun je vinden waar je die niet verwacht. In een andere scène, een lammetje van vanille-ijs, combineert ze algemene Belgische katholieke gebruiken met eigen jeugdherinneringen. Toen zij als meisje communie deed, verheugde ze zich vooral op het aansnijden ervan. Maar dat bleek een ontgoocheling: het lam bloedde na het aansnijden niet de beloofde rode saus. Die anticlimax zette haar, toen al, aan tot denken over de functie van rituelen, vertelt ze in haar atelier in het Haagse centrum. In het ambitieuze video-achtluik ‘Let us be cheerful’ wordt deze scène een religieus getint stil leven, omringd door zeven filmschermen die geïnspireerd zijn door andere gebruiken, tradities en herkenbare culturele waarden. Ze gaan over wat ons mensen bindt, variërend van verdriet en afscheid tot momenten van vreugde. Zo wordt een auto gewassen in de regen, laat een man in een kelderruimte een kanarie los, knapt een ballon op een cactus en wordt as verstrooid over zee. Tussen dit alles zingt het mannenkoor wiens naam Carlier als titel leende: Gaudeamus, ofwel laat ons vrolijk zijn.
Omringd door beeld
Drie jaar werkte Carlier met een kunstenaarsblik aan deze ruimtevullende installatie: associatief gecomponeerd, zonder een lineaire verhaallijn. Ze besloot de acht schermen naast elkaar op te stellen, als een fries, in twee hoeken. Een beschouwer kan nooit het geheel in één oogopslag waarnemen maar zit als het ware in het kunstwerk, omringd door beeld. Zo wil ze het publiek uitdagen om te schakelen, goed te kijken en geduldig te zijn. Sommige beelden ensceneerde ze, andere trof ze gewoon zo aan. Zo gebeurde het dat ze voor een artist-in-residency te gast was in een oud kasteeltje in Frankrijk en niet kon slapen. ‘Wat hoor ik toch?’ dacht ze en ging op onderzoek uit. Ze trof een emmer onder een lekkage, waar ze enkel maar een camera op hoefde te zetten. In de installatie bepaalt deze scène het ritme, druppelend als een tikkende klok. Omlijst door bewe-
21
gende beelden voltrekt zich van hieruit een raadsel achtige constellatie van beelden – stil, beweeglijk, met humor, onverwachtheden, en poëzie.
“ Het gaat me niet om een politiek standpunt maar om het menselijk aspect” Film of niet, Carliers werk behoudt een fotografische kwaliteit. Ze zoekt manieren om alles in één beeld te vertellen, het moment op te rekken, daarin de kijker mee te krijgen. Dat zag je ook in de panoramische familiekroniek over een Roemeense familie die ze eerder maakte, toen nog met zowel film als fotografie. Binnenkort reist ze met haar filmcamera naar het zuiden van de VS voor een onderzoek naar de geschiedenis van mensenrechten en in Europa wil ze zich onder andere verdiepen in de stroom van vluchtelingen: “Het gaat me niet om een politiek standpunt maar om het menselijk aspect. Ik heb emotie nodig voor ik iets kan maken.” Tussen die nieuwe plannen door kan Carlier terugblikken op een succesvol jaar. Na een vertoning in Galerie Liefhertje toonde het Stedelijk Museum Amsterdam interesse in ‘Let us be cheerful’. Het nam het werk op in een expositie en kocht haar artist copy nadat de film – oplage: één – net aangekocht was door de Stichting JC Art Fund. Die op haar beurt genereus besloot om het werk voor vijf jaar uit te lenen aan het AMC, dat het vanaf november als installatie zal opbouwen in de wachtruimte van de prikpoli. “Wij hechten er waarde aan dat kunst voor een breed publiek toegankelijk is. Juist dit werk kan volgens ons een rustgevende werking hebben op de bezoekers van het AMC”, aldus het fonds. De monumentale video-installatie is zeer welkom bij het AMC, waar de afdeling Kunstzaken al langer meer videokunst wil laten zien en met de mogelijkheden experimenteert. Immers, video biedt bezoekers een andere ervaring dan niet-bewegende kunst. Als je naar een film kijkt, ben je even weg, vergeet je alles. Carlier vindt het spannend. “Een ziekenhuis is een omgeving waar je niet voor de kunst komt. Maar ik vermoed dat het laagdrempelig genoeg is. De fragmenten zijn aan mensenlevens verbonden. Die kunnen we allemaal herkennen.”
Undercover
Al heeft de film een begin en eind, je kunt er elk moment in en uit lopen en toch een volledige indruk meekrijgen. Ze zal er net als destijds in het Stedelijk geregeld undercover rondlopen, antwoordt ze des gevraagd. Niet alleen om reacties te peilen: “Mijn artist copy heb ik niet meer, straks heb ik het een jaar niet gezien. Dan moet ik ervoor afreizen naar het AMC om het te kunnen zien. Net als ieder ander.”
AMC Magazine